Informatiefolder maart 2014 Biobedding kan veilig gebruikt worden. In 2011 startte Valacon-Dairy in samenwerking met Nizo food research, en gefinancierd door het PZ, een onderzoek naar het gebruik van de vaste fractie van gescheiden mest als boxmateriaal, biobedding genoemd. De bedrijven die meededen aan het onderzoek zijn nog een tijd gevolgd om de risico’s voor de uiergezondheid en de melkkwaliteit goed in beeld te krijgen. Daarnaast is in een vervolgonderzoek op 96 bedrijven nagegaan of bij gebruik van biobedding in de melk meer sporen voorkomen van Bacillus cereus, boterzuurbacteriën of mesofiele anaerobe sporenvormende bacteriën (MAS). Die zouden de melkkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. Melkkwaliteit Uit het onderzoek naar de melkkwaliteit is het volgende gebleken: Biobedding bevat gemiddeld licht verhoogde concentraties van boterzuurbacteriën en MAS vergeleken met zaagsel en stro. Het gebruik van biobedding heeft geen nadelig effect op de concentraties van B. cereus, boterzuurbacteriën en MAS in de tankmelk. In augustus is de concentratie van B. cereus in de melk hoger dan in maart. De resultaten wijzen op een wat lagere overdracht van beddingdeeltjes naar de melk tijdens het melken bij het gebruik van biobedding vergeleken met het gebruik van stro en zaagsel. Concentraties van Bacillus cereus, boterzuurbacteriën en MAS in beddingmateriaal (biobedding en stro/zaagsel) en rauwe melk. 7 6 5 4 3 2 1 0 B. cereus BZB MAS In biobedding gemiddeld In zaagsel/stro gemiddeld In melk bij gebruik biobedding In melk bij gebruik zaagsel/stro Er is dus geen reden om, omwille van de melkkwaliteit, af te zien van het gebruik van biobedding. Wel blijft hygiënisch werken altijd van belang. Uiergezondheid In onderstaande figuur is het verloop te zien van tankcelgetal op de deelnemende bedrijven. De gekleurde pijlen geven aan wanneer is overgestapt op de biobedding. Veehouder 3 had vóór het gebruik van de biobedding (op matten) een verhoogd celgetal. Dat is licht gedaald maar sinds een barrièredip wordt gebruikt is het sterk gedaald. Celgetal verloop gedurende drie jaren op bedrijven die biobedding gebruiken. De pijlen geven aan wanneer de bedrijven gestart zijn met het gebruik van de biobedding. 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 Start gebruik barrièredip bedrijf 3 Bedrijf 1 Uierontsteking Een tweede belangrijke indicator is het aantal gevallen van uierontsteking. In de loop van de jaren bleek het aantal gevallen van uierontsteking op de bedrijven niet toe te nemen. Ook het percentage verhoogd en opnieuw verhoogd bleef gelijk. Op bedrijf 3 daalde die zelfs licht en nadat een barrièredip werd gebruikt zijn het celgetal en het aantal gevallen van uierontsteking sterk gedaald. Conclusie: Mogelijke problemen met de uiergezondheid is geen reden om af te zien van het gebruik van biobedding. Hygiënisch werken blijft altijd en op alle onderdelen van belang, met of zonder biobedding. Bedrijf 2 Bedrijf 3 Bedrijf 1 klinische mastitis %verhoogd %nieuw verhoogd gemiddeld tankcelgetal Bedrijf 2 klinische mastitis %verhoogd %nieuw verhoogd gemiddeld tankcelgetal Bedrijf 3 klinische mastitis %verhoogd %nieuw verhoogd gemiddeld tankcelgetal Jaar 0 11% 14% 7% 147 Jaar 1 10% 16% 8% 165 Jaar 2 12% 16% 9% 183 18% 21% 11% 224 7% 20% 11% 210 7% 20% 10% 218 34% 27% 12% 272 19% 20% 10% 203 15% 15% 9% 177 De rapporten van het onderzoek kunt vinden op www.Valacon-Dairy.nl in de rubrieken publicaties en huisvesting en klimaat melkvee.
© Copyright 2024 ExpyDoc