inventarisnummers 1185-1189

INDEX OP HET BOSCH PROTOCOL MET BETREKKING TOT UDENHOUT (IV)
periode 1407-1417 (inventarisnummers 1185-1189)
Bewaarplaats: Stadsarchief in 's-Hertogenbosch, Bossche protocollen.
Indicering door: Ferdinand Smulders.
Overgenomen van zijn (hand)schriften in kopie aanwezig bij het Regionaal Archief Tilburg
opbouw beschrijving
inventarisnummer | folio | datum
Inhoud
1185 f.16 3 februari 1407
Willem Willems vander Stake verkoopt aan Gerit Aertss vanden Vendijc:
De helft van een hoeve (vroeger van Jan Stempel de oude) in Udenhout, behalve drie stukken land (Willem
had die helft verkregen van zijn broer Henrick behalve de drie stukken land)
(lasten: cijnzen en 6 mud rog)
Gerit Engbrechts vanden Hezeacker ziet af van vernadering.
1185 f.41
Udenhout: het goed van wijlen Dirck Stercke van Breda (later van Steven vander Amervoert)
1185 f.61v 6 november 1406
Deling van goederen van wijlen Hubrecht van Gouberdingen en jonkvrouw Margriet.
1 - voor Peter zoon van wijlen Hubrecht zoon van wijlen voornoemde Hubrecht van Gouberdingen:
de helft van een hoeve, met haar vrijheden in Udenhout; (de andere helft is van Henrick Maechelms)
(lasten: een hertogcijns;
½ mud rog aan de broederschap der priesters en klerken uit de kerk van Den Bosch;
40 schillingen paijment lijfrente voor zolang Henrick Maechelsm leeft)
¼ deel van 20 pond paijment uit het goed Teijnden in St. Severijn-Blaerthem
(Maechelm vanden Velde had die cijns gekocht van Ghijsbrecht Maechelms van Utrecht)
en 20 schillingen (de oude groot gerekend voor 16 penningen) uit een huis in Den Bosch bij de Korenbrug
(Maechelms van Utrecht, poorter van Den Bosch had die cijns gekocht van Jan Maleghiest)
2 - voor Gerit vanden Vene Rumers soen, man van jonkvrouw Jacop dr. W. Hubrecht van Gouberdingen
alle andere goederen van Hubrecht en Margriet
Gerit belooft aan Peter een cijns van 40 schillingen paijment op St. Jan uit een huis in de Orthenstraat in Den
Bosch. Gerit kan die cijns binnen drie jaar lossen met 20 hollandse gulden
1185 f.137 21 mei 1407
Jacop Pauwels (vanden Aker) man van Margriet Henrick Bloijs en Henrick Willem vanden Borchacker, man
van Yda dochter van wijlen Jut Henrix Bloijs, en Gielis Coptiten, man van Yda Henrix Bloijs
(Jacop en Henrick samen voor 2/3 en 2/3 van 1/3 deel; Gielis van 1/3 van 1/3 deel)
geven in erfpacht aan Peter Stevens vanden Amervoert en diens broer Meeus een hoeve (van wijlen Arnt
van Bruheze) bij Creijtenmolen in Udenhout in de parochie Oisterwijk tussen vroeger Jan Papensoen; nu de
erfgenamen Rijcout Borchgreve,
de H. Geest van Den Bosch en de Heer van Perweijs enerzijds en Peter Huben, Wouter Vrieze, en Peter
vanden Schoer anderzijds;
2 buunder beems aldaar;
de helft van 7 buunder beemd in Leendonc in dat Harens Broec
(de andere helft is van de H. Geest van Den Bosch)
en hei in Venloen
behoudens voor Jacop en Henrick: die Gheselsche Beemt in Essche.
Om 9 ½ mud rog Bossche maat aan Jacop en Henrick en 1 ½ mud rog Bossche maat aan Gielis op lichtmis.
En de lasten: een hertogcijns;
Een cijns aan Tongerlo;
8 pond paijment aan O.L.V. altaar in de kerk van Essche
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
en grondcijns uit de hei)
Herman Jacop Pauwels ziet af van vernadering.
(21-5)
Peter en Meeus beloven aan H.W. vanden Borchacker 105 hollands gulden en 1 ½ mud rog te betalen half
op lichtmis over een jaar en half op lichtmis over twee jaar.
(21-5)
H.W. vanden Borchacker belooft aan Jacop Pauwels, dat hij zal zorgen dat Henrick de Bloijs (zoon van
wijlen Peter van Baest) zijn schoonbroer, deze erfpachtgeving goedkeurt.
(21-5)
1185 f.292 23 februari 1408 n.st.
Peter zoon van wijlen Herman vanden Pas heeft opgedragen aan Henrick Bac zoon van wijlen Ghijsbrecht
van Loen: 1/10 deel in een hoeve (van wijlen Jan van Loen) in Udenhout.
1185 f.389v 4 juli 1408
Ludolf Buc van Bomel bezit de helft van een hoeve (van wijlen Rolof Roesmont) in Udenhout
(Ludolf had die helft in erfpacht gekregen van Aert en Henrick, zonen van wijlen Jan Pape en van wijlen
Hadewijch Rolof Roesmont om 7 mud rog)
Aert Jan Pape heeft opgedragen aan Ludolf Buc de helft van die pacht.
1185 f.396v 7 juli 1408
Henrick Janss van Haren verkoopt aan Bruijsten Janss van Oesterwijk een hoeve in Udenhout tussen
Henrick Vendijcs en de gemeijnt, en strekkende van Aert Hoernken tot de gemeijnt.
4 buunder beemd aldaar
(behalve uit die hoeve 1 buunder beems in 't Zundert onder Helvoert van Wouter vanden Laer; en ½ buunder
beemd inde Reijt te Udenhout van Wouter Huben)
lasten:
4 mud rog aan Bruijsten Jan van Oesterwijc;
½ mud rog aan St. Geertruijts klooster in Leuven;
16 oude groten hertogcijns uit de hoeve --;
4 ½ oude groten Volkartscijns, 5 pond en 10 schillingen en 2 kapoenen uit 4 buunder beemd
1185 f. 422 16 augustus 1408
Peter Hubrecht van Gouberdingen geeft in erfpacht aan Jacop Willem Danells, de helft van een hoeve, in
Udenhout, Groetlaer, tussen H. Geest van Den Bosch en een hoeve, die half is van jonkvrouw Margriet
Maechelms, grootmoeder van voornoemden Peter, en half van Ghijsbrecht Maechelms.
¼ deel in een beemd, Helvoirt, Leendonc;
samen met de daarbijhorende vrijheid;
om 5 mud rog Bossche maat op lichtmis.
(en de lasten:
een hertogcijns; en ½ mud rog aan O.L.V. broederschap in Den Bosch)
(N.B. de andere helft van deze hoeve is van Henrick Maechelms)
1185 f.422v
Henrick Maechelms ziet af van vernadering.
Jacop belooft aan Peter 50 hollandse gulden en een mud rog te betalen op lichtmis over twee jaar
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1186 f.56v 17 januari 1409 n.st
Jan Hessel Jacopssoen geeft in erfpacht aan zijn vader Hessel, de oosthelft in de oude Hofstat in Udenhout,
met daarachter een beemdje, en bouw- en weiland, strekkende van die Gruenstraat tot die Winckel, samen
met een weg;
En land "die Gheer" strekkende tot die Winckel om 3 mud rog oisterwijkse maat op lichtmis
(het geheel is afkomstig van Hessel Jacopssoen toen hij nog getrouwd was met Margriet)
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
1186 f.147v zonder datum (mei 1409)
Jacop Coptiten verkoopt aan Jacop van Dommelen, timmerman, en Engbrecht Screijnmaker, zoon van wijlen
Wouter Heijnen soen 48 eikenbomen op een erf van wijlen Ghijsbrecht Maechelman in Udenhout voor 27
gulden (van 13 oude vlaams per stuk)
1186 f.329v 13 februari 1410 n.st.
Jan, Gerit en Yda, kinderen van wijlen Gerit Boyter verkopen aan Thomas Stevens vander Amervoert een
hoeve in Udenhout op Cleppenschoer (Gerit Boyter had die hoeve in erfpacht gekregen van mr. Henrick van
Berkel);
Maar Gerit houdt aan zich: ¼ deel van 6 buunder beemd bij Cleppenschoer bij het broeck "die Strijthove"
(lasten:
o.a. 2/3 van 1 mud rog aan Jan Bont, schoonzoon van wijlen Gerit Boyter;
¾ van ½ mud rog aan Conrart Herman Coren)
1186 f.336 25 februari 1410 n.st.
Jan, Eefs, Zuylic en Yda, kinderen van wijlen Reijner Aerts Kreij (Sceijmaker) en Jan vanden Zande, man
van Mechtelt Reijner Aert Kreij, verkopen aan Aleijt, vrouw an Reijner Nollekens t.b.v. haar man:
5/6 deel in d ehelft van een hoeve in Udenhout (de andere helft is al van Reijner Nollekens);
5/6 deel in de helft van 54 oude groten en 4 kapoenen die Willem Vette van Westtilborch betalen moest aan
Reijner Palart (z.w. Aert Kreij Sceijmaker 347 X Katherijn) uit 9 buunder land in Udenhout;
5/6 deel in de helft van 21 schillingen paijment en een kapoen;
5/6 deel in de helft van 15 pond paijment;
5/6 in de helft van 38 schillingen paijment en 2 kapoenen;
5/6 in de helft van 4 kapoenen en 5 pond paijment;
5/6 in de helft van 3 pond en 10 schillingen oud geld en 4 kapoenen;
5/6 in de helft van 3 pond en 7 schillingen oud geld en 4 kapoenen
alles uit erven in Udenhout
(lasten:
8 pond paijmen aan Aert Aerts Kreij en Gerart Dunnecop, zoon van wijlen Henrick vanden Laerschot
(schoonzoon van Aert Sceijmaker 337v)
f.336v Aert Sceijmaker ziet af van vernadering.
1186 f.336v 25 februari 1410 n.st.
Aleijt, vrouw van Reijner Nollekens, en haar zoon Jan beloven aan Aert Sceijmaker (man van Yda Reijner
Aerts Kreij 337v) 175 ½ gulden (van 36 plakken per stuk) te betalen half op kerstmis a.s. en half op pasen
over een jaar.
Dezelfden beloven aan Jan Henrix vanden Eijnde 58 ½ gulden als voor en aan Heijlwich Jan Bonart(?) 58 ½
gulden als voor.
1186 f.360 27 maart 1410
Jan Broc van Udenhout verkoopt aan Aleijt Wouter van den Hezeacker en haar schoonbroer Franck Piggen,
ook t.b.v. Claes Wouter vanden Hezeacker:
1/6 deel in een hoeve in Venloen, Cranenvenne;
1/6 deel in 1/4 deel (van Wouter Engbrecht vanden Eijnde van een hoeve in Udenhout, Clappenschoer, bij
een erf der kinderen van Gerit Boijten;
en alle goederen, die Geertruijt Wouter Engbrechts vanden Eijnde geërfd had van haar moeder Geertruijt
Scrijvers;
en alle goederen die Sijmon Lambrechts vanden Rijt, man van Geertruijt Wouter Engbrecht van den Eijnde
geërfd had van Wouter Engbrecht vanden Eijnde
(Jan Broc had 1/6 en 1/6 in die goederen verkregen van zijn zoon Jan)
Gerit Gerits Boijten X Margriet dochter van wijlen Jan vanden Stake X Marie Aert Appel
1186 f.405v 5 juni 1410
Henrick Bloijs zoon van wijlen Peter van Baest verklaart aan Henrick Willems vanden Borchacker, dat hij
goedkeurt de in erfpacht-geving door Henrick aan Meeus en Peter zonen van wijlen Steven vander
Amervoer, van 1/3 deel van een hoeve (afkomstig van Jut vanden Aker) in Udenhout bij Creijtenmolen.
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1187 f.38v 18 december 1410
Wouter Henrix Toijten geeft in erfpacht aan Frederick Lambrechts vanden Rijt een stuk land in die
Achthoeven in Udenhout aan die Gruenstraet, om ½ mud oisterwijkse maat op lichtmis.
Frederick moet daarop een huis van 10 nu gulden bouwen (1 nu gulden = 13 oude vlaamse groten)
(Wouter had dat land verkegen van Peter Toijt)
1187 f.57v 22 januari 1411 n.st.
Wouter Janss van Udenhout verkoopt aan Henrick Willems vanden Stake en diens broer Aert Willems
vanden Stake en hun schoonbroer Willem Engrbecth Delyen soen:
Het recht om met een kar en met gehemelde beesten te wegen van een erf van wijlen Willem vanden Stake
te Udenhout over een erf van Wouter Janss tot een straat.
Het zal een "joeckwech" zijn, en niet breder.
Aan het eind van die weg moeten zij een "hecke" plaatsen.
1187 f.257 november 1411
Udenhout, 1/3 van 2 buunder beemd bij Ennekensbeempt, met recht om te wegen over een ander erf ad jus
viandi dictum ter beemden recht.
1187 f.391v 20 april 1412
Jan, zoon van Rolof Kuijsten en van wijlen Frederune Gerit Raet, heeft opgedragen aan Jacop van Eel zoon
van wijlen Aert Houtappel t.b.v. de tafel van de H. Geest en de kerk van Oisterwijk:
'T deel, afkomstig van Frederuna dat nu toebehoort aan voornoemde Jan en zijn broer Berthout, en dat hem
zal aankomen na dood van heer Gielis, priester, vroeger klerk of dienaar van jonkvrouw Jut, tante van wijlen
Bertout Voghet, in een hoeve (vroeger van Berthout voornoemd) in Udenhout, in den Mortel.
(Berthout Voghet had die hoeve vermaakt aan de H. Geest en de kerk van Oisterwijk)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1188 f.66v 14 januari 1413 n.st.
Wouter Berthouts geeft in erfpacht aan Jan die Bont:
Een huis, erf, hof en aangelag in Udenhout tussen Jan die Vriese en Ghoossen Hubrecht Steenwech
enerzijds en Wouter Hack en Goossen Hubrecht Steenwech anderzijds, strekkende van een straat tot
Herman vanden Ham (oude belending);
Een wei tegenover het huis over de straat;
Een heiveld in de parochie Tilburg ter plaatse genaamd Berkel;
De helft van de helft van een beemd in Udenhout
Om 3 mud rog Bossche maat op lichtmis
(en de lasten:
20 oude groten hertogcijns;
4 oude groten aan Tongerlo;
8 mud en 1 sester rog aan verschillende personen)
Jan die Bont beloofd aan Wouter 60 gulden (van 36 plakken per stuk) te betalen op lichtmis a.s. en 60
gulden op lichtmis over een jaar.
1188 f.147v 6 april 1413 n.st.
Nella, weduwe van Aert van Vladeracken, en haar zoon Gerit van Vladeracken verklaren dat het goed, dat
verkocht werd aan Aleijt, vrouw van Reijner Nolleken, t.b.v. Reijner voornoemd, na de dood van Reijner, Aleijt
en hun zoon Jan zal vererven volgens het Bosch recht, alsof dat goed tijdens het leven van Reijner gekocht
was.
(Jan, Eefsa, Zulic en Yda, kinderen van wijlen Reijner Aert Kreij, en Jan vanden Eijnde, man van Mehctildis
Reijner Aert Kreij, hadden 5/6 in de helf van een hoeve in Udenhout en 5/6 in de helft der cijnzen en pachten
daarvan verkocht op 25 februari 1410 (n.st.) aan Aleijt, vrouw van Reijner Nollekens t.b.v. Reijner. Na hun
dood moet dat goed komen aan hun zoon Jan; als Jan dood is, aan de naaste verwanten van Reijner)
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
1188 f. 155v 30 april 1413
Goijart die Hoijer verhuurt aan zijn schoonzoon Aert Dicbier, voor zolang Aert en diens vrouw Yda leven, een
hoeve in Roesmalen en een hoeve in Udenhout.
Aert moet Goijart en diens vrouw Heilwich alsmede Lijsbeth natuurlijke dochter van heer Jan, priester, zoon
van Goijart, en Rutgera, natuurlijke dochter van Rutger, zoen van Goijart, in de kost houden in zijn woonhuis.
Ze moeten minstens 6 jaar daar blijven. Daarna, als ze heengaan, moet Aert aan Goijart 22 mud rog
Bossche maat of (12 locht(?) schilde voer elk mud) leveren.
Sterft Goijart of Heilwich, dan moet Aert 11 mud rog leveren aan de overlevende.
Sterft Lijsbeth en Rutgera, dan moet Aert aan Goijart 10 gulden betalen (van 36 plakken per stuk)
Aert hoeft Lijsbeth en Rutgera niet de kost te geven na de dood van Goijart en Heilwich.
1188 f.252v 13 september 1413
Katherijn, dochter van Reijner Arnt Kreij, zwaardveger, verkoopt aan Aleijt, vrouw van Reijner Jan Nollekens,
ten behoeve van voornoemde Reijner 1/6 deel in de helft van een hoeve (vroeger van Reijner Palarts) in
Udenhout
(de andere helft is van Reijner Jan Nollekens);
1/6 deel in de helft van 54 oude groten en 4 kapoenen, die Willem die Vette van Westilborch betalen moest
aan Reijner Palarts;
1/6 deel in de helft van 21 schillingen paijment en een kapoen, die Lijsbeth, weduwe van Goossen van
Boekelaer betalen moest aan Mechtelt, weduwe van Reijner Palarts;
1/6 deel in de helft van 15 pond, die Wouter Oghe betalen moest aan Mechtelt voornoemd;
1/6 deel in de helft van 38 schillingen en 2 kapoenen, die Lucia getehen Lya Ludekens betalen moest aan
Mechtelt voornoemd;
1/6 deel in de helft van 4 kapoenen en 5 pond paijment, die Herman vanden Ham betalen moest aan
Bruijsten Reijner Palarts, aan Jan Nollekens en aan Aert Sceijmaker;
1/6 deel in de helft van 3 pond en 10 schillingen oud geld en 4 kapoenen, die Jan van Zonnen, wonend in
Udenhout, betalen moest aan Reijner Palart;
1.6 deel in de helft van 3 pond en 7 schillingen oud geld en 4 kapoenen, die Dirck van Berkel nbetalen moest
aan Reijner Palart en Lijsbeth Bruijstens van Oesterwijc en haar zoon Henrick van Ryxstel;
(de kinderen van Reijner Arnt Kreij hadden die helften verkregen bij een deling)
1188 f.253 13 september 1413
Gerit van Vladeracken ziet af van vernadering.
1188 f.298 1 december 1413
Aleijt Matheeus Posteel, weduwe van Ywan vanden Grave, geeft aan haar schoonzoon Claes (Coel)
Screijnmaker, man van Beatrijs, als huwelijksgift haar vruchtgebruik in goederen in Udenhout met twee
"heijdehoven";
In een heiveld bij Cleppenschoer en in 4 gheerden land in Druenen en in 6 zesteren rog (die geleverd
moeten worden door Jan en Frederick zonen van wijlen Henrick die Weirt van Venloen)
1188 f.422 24 mei 1414
Jan Hessel Jacopss heeft opgedragen aan Jacop van Eel, zoon van wijlen Aert Houtappel en diens vrouw
Aleijt Jan Vannij een pacht van 3 mud rog oisterwijkse maat op lichtmis uit de oosthelft van die oude hofstad
in Udenhout uit een beemdje daarachter en uit bouw- en weiland, strekkende van die Gruenstraet tot die
Winckel;
En uit land "die Gheer" met een eind aan Winckel (Hessel Jacopss, weduwnaar van Margriet had die erven
in erfpacht gekregen van zijn zoon Jan om voornoemde pacht en de lasten.
Na de dood van Jacop en Aleijt moet die pacht komen aan hun kinderen.
Willem die Becker ziet af van vernadering van die pacht.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1189 f.19v 9 november 1414
Jacop Coptiten verhuurt voor 5 jaar vanaf Pinksteren a.s. aan Wauter Jan Willem Glavymans de hoeve te
Laer in Udenhout en een beemd in Helvoirt op Leendonc om 9 mud rog en 2 zesteren raapzaad Bossche
maat op kerstmis.
De hoeve is omwald (circumfossatur)
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
De huurder moet de erven der hoeve bevreden als zijn eigen erven; en mag alleen takken afhakken ten
behoeve van de afrastering.
Moet 15 dagen te voren opzeggen voor kerstmis als hij na drie jaar van de huur af wil
In het 6de jaar (of 3de) jaar te laatsrecht.
1189 f.133v 31 mei 1415
Jan van Ghestel zoon van wijlen Jan van Ghestel Willemssoen verkoopt aan Jacob van Dommelen 42
eikebomen en een buecke op zijn hoeve in Udenhout.
Lijsbeth, weduwe van Jan Yoede, belooft ook die verkoping te waarborgen.
Jacop belooft aan Lijsbeth, weduwe van Jan Yoede 40 gulden (van 9 brabantse boddregers per stuk) te
betalen
1189 f.165 4 juli 1415
Jacop Hessel Jacop Hessels heeft opgedragen aan Reijner Schaden:
Een hoeve in Udenhout tussen de gemeijnt en Eefs, weduwe van Henrick van Mierde, strekkende van de
gemeijnt tot Arnt Moelneer;
Bouw en broekland aldaar tegenover de woning van wijlen Steven vander Amervoert
(Jacop had die hoeve in erfpacht van zijn vader Hessel Jacop Hessels)
1189 f.186 9 augustus 1415
Lijsbeth en Alvezaat, dochters van wijlen Wouter Gieliss van Goerle doen t.b.v. Jan van Haren Willemss
soen afstand van leengoed (van wijlen Wouter) in Udenhout.
1189 f.340 19 maart 1416 n.st.
Willem Steven Janss vander Amervoert heeft opgedragen aan zijn broer Thomas 2/7 deel (van Willem en
zijn broer Goijart) in een hoeve onder Udenhout en Tilborg. Behalve land in Udenhout, dat Hessel Doerman
verkregen had van de kinderen van Steven vander Amervoert.
(die hoeve was vroeger van Dirck Sterc van Breda)
(vroegere pachter was Jan van Eerssel)
(lasten:
een grondcijns;
2/7 van 15 mud rog uit de hele hoeve;
2 mud rog aan Goijart Stevens vander Amervoert)
1189 f.359v 21 mei 1416
Mechtelt, weduwe van Jan Honijman, heeft opgedragen aan Reijner Kul en Franck Post haar tocht in alle
goederen van Jan Honijman.
1189 f.359v 23 mei 1416
Reijner en Franck geven die goederen weer terug aan Mechtelt.
1189 f.418v 1 september 1416
Yda, weduwe van Claes Mathijs van Baerle geeft aan haar kinderen Claes, Jut en Engel haar vruchtgebruik
in een oude weijde in een broek van wijlen Herman Venman in Udenhout
(Claes had die wei verkregen bij een deling tegen Aert Moelneer, Wouter vanden Laer en Wouter Peters
vanden Laer)
in 1/8 deel van een hoeve (van wijlen Aert Brekelman) in Udenhout, tussen Jan Moelner aan beide zijden;
(Claes had dat 1/8 deel verkregen van Willem Henrix Maes soen);
in land in Berkel, in een hoeve van wijlen Bruijsten van Andel;
(Claes had dat land verkregen van Bruijsten van Andel)
in een stuk land, 7 1.2 roeden lang, 2 roeden breed , in Udenhout;
(Claes had dat land verkregen van Wouter Peters vanden Laer)
in 50 roeden land aan die Gruenstraat in Udenhout;
(Claes had dat land verkregen van Engbrecht vanden Eijnde);
in 3 buunder en 18 roeden bouw- en weiland in Udenhout en in een 3 voet brede sloot daarbij;
in de helft van een hoeve land (van wijlen Peter vanden Laer) in Udenhout;
in de helft van de beemden van wijlen Peter vanden Laer in Udenhout;
in de helft van een heihoeve in Tilburg;
in de helft van het deel van Wouter vanden Laer in Peter Loedershoeve in Udenhout - behoudens voor
Wouter vanden Laer een huis en hof bij de voornoemde beemden aan de kant van de straat naar Tlburg
alsmede een stuk beemd in genoemde beemden vlak achter dat huis en erf;
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
(Claes had die helften gekocht van Wouter en Gerit, zonen van wijlen Gerit van Eerssel en Goijart
Berkelman, man van Yda Gerits van Eersel)
1189 f.419 2 september 1417
Claes, Yda en Engel geven dat alles over aan Goijart Mathijs Cuper en Goossen Hubrecht Steenwech.
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008