2014 Jorn Wieland 1584517 [email protected] Afstudeerbegeleider: Ab Bertholet 5-6-2014 Voorwoord Voor u ligt een onderzoek naar de effectiviteit van de Burgernet-alertering. In dit onderzoek wordt onderzocht of de Burgernet-alertering bij woninginbraken effectief is. Het onderzoek betreft een afstudeeronderzoek en is uitgevoerd door een student Integrale Veiligheidskunde aan de Hogeschool Utrecht. Mijn dank gaat uit naar mijn afstudeerbegeleider Ab Bertholet, die mij goed begeleid heeft bij het onderzoek. Daarnaast gaat mijn dank uit naar de opdrachtgever van het onderzoek Izak Mauritz, manager Burgernet. Izak Mauritz heeft geholpen het onderzoek in de goede richting te sturen en is een belangrijke informatiebron geweest. Als laatste gaat mijn dank uit naar Hans Mast projectmedewerker Burgernet. Hans Mast heeft geholpen bij de technische elementen van de enquête. 2 Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Samenvatting........................................................................................................................................... 5 1. Onderzoek naar Burgernet-alertering bij woninginbraken................................................................. 7 1.1Probleemschets.............................................................................................................................. 7 1.2 Doelstelling.................................................................................................................................. 13 1.3 Onderzoeksvraag......................................................................................................................... 13 1.4 Operationalisering....................................................................................................................... 14 1.5. Onderzoeksopzet........................................................................................................................ 30 2. Onderzoeksresultaten ....................................................................................................................... 33 2.1 inleiding ....................................................................................................................................... 33 2.2 Afbakening Onderzoek ................................................................................................................ 33 2.3 Deelvraag: Doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’............................................................... 33 2.4 Deelvraag: Strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ ....................................................................... 34 2.5 Deelvraag: Uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’..................................................................... 34 2.6 Deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van ‘’Burgernet-alertering’’ ........ 35 2.7 Hoofdvraag: In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken effectief .................... 50 3. Conclusies.......................................................................................................................................... 54 3.1 Deelvraag: Wat zijn de doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden ....... 54 3.2 Deelvraag: Wat is de strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden ................... 54 3.3 Deelvraag: Wat is de uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden................. 54 3.4 Deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van de ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden ........................................................................................................................... 54 3 3.5 Hoofdvraag: In hoeverre is de ‘’Burgernet-alertering’’ bij woninginbraken in GelderlandMidden effectief................................................................................................................................ 57 4. Aanbevelingen................................................................................................................................... 60 5. Literatuur........................................................................................................................................... 61 4 Samenvatting Aanleiding tot onderzoek In de periode van 2008 t/m 2011 zijn de woninginbraken in de gehele regio Gelderland Midden gestegen. De politie heeft naar aanleiding van deze stijging een aantal maatregelen genomen met als doel het terugdringen van het aantal woninginbraken. Het buurtonderzoek en het project ‘’Waaks’’ maken hier deel van uit. Het project ‘’Waaks’’ richt zich op burgers die een hond hebben. Er wordt hen gevraagd tijdens het uitlaten van de hond extra alert te zijn op verdachte situaties en bij verdachte situaties de politie te informeren. Het buurtonderzoek wordt ingesteld nadat er in een buurt een misdrijf is gepleegd. Verschillende buurtbewoners worden benaderd nadat er bijvoorbeeld een inbraak is geweest bij hun in de buurt. (Willekens, 2014a; Willekens, 2014b) Burgernet Vanuit Burgernet is er actie ondernomen om een methode te ontwikkelen die moet zorgen voor een reductie van woninginbraken. Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeenten en politie. Dit samenwerkingsverband is opgezet om de veiligheid in woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgers kunnen zich gratis aanmelden via de website van Burgernet, op de website registreert de burger zich met het invullen van een e-mail adres, telefoonnummer en adresgegevens. Wanneer de burger lid wordt van Burgernet, kan deze helpen bij de opsporing van vermiste of verdachte personen. (Burgernet, 2013) In het jaar 2012 is een pilot uitgevoerd met Burgernet-alertering bij woninginbraken binnen de basiseenheden van de Politie Renkum/Wageningen en Rivierenland-West. De Burgernetters van een wijk/straat krijgen door middel van een Burgernet-alertering een mail waarin zij worden gewaarschuwd wanneer een woninginbraak bij hen in de buurt is geweest. De mail wordt de eerstvolgende werkdag naar Burgernetters in een straal van 250 meter rond de woning van de inbraak gestuurd. Er wordt in deze e-mail gevraagd naar verdachte situaties tijdens de woninginbraak en er wordt verwezen naar een website met preventietips. De pilot gaf positieve resultaten weer en naar aanleiding hiervan is gekozen om de Burgernet-alertering bij woninginbraken in te voeren. Na invoering van de Burgernet-alertering bij woninginbraken in de hele regio Gelderland-Midden is de politie benieuwd naar de effectiviteit van deze methode. Vanuit Izak Mauritz, manager Burgernet was er dan ook de vraag om een onderzoek te verrichten naar de effectiviteit van deze methode. Het onderzoek heeft zich dan ook gericht op de effectiviteit van de Burgernet-alertering bij het oplossen van woninginbraken in Gelderland-Midden. (Mauritz, 2013a) Doelstelling ‘’Inzicht krijgen in de effectiviteit van Burgernet-alertering bij het oplossen van woninginbraken in de regio Gelderland Midden’’. 5 Hoofdvraag: In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken in Gelderland-Midden effectief? Soort onderzoek en onderzoeksmethodes Het onderzoek is een evaluatieonderzoek gericht op een effectevaluatie en is zowel kwantitatief als kwalitatief van aard. Het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek bestaat uit deskresearch en een enquête. Het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek wordt aangevuld met een kwalitatief gedeelte bestaande uit een interview. Conclusie De effectiviteit is gemeten door de doelstellingen met de resultaten te vergelijken. De doelstellingen zijn geheel of gedeeltelijk behaald. 6 1. Onderzoek naar Burgernet-alertering bij woninginbraken 1.1Probleemschets 1.1.1 Inleiding Volgens een krantenbericht wordt een inbraak als volgt beschreven: Op zaterdag 26 oktober 2013 omstreeks 23.00 uur krijgt de politie een melding van een woninginbraak in de Zwanenbloemstraat in Elst. De politieagenten gaan in de omgeving op zoek naar de daders. In de buurt van de Gele Lis in Elst ziet de politie twee mannen lopen die aan het signalement voldoen. De twee mannen van 20 en 21 jaar worden aangehouden en vervolgens naar het politiebureau in Arnhem gebracht. De politie vermoedt dat de twee mannen meer woninginbraken op hun naam hebben staan. (Gelderlander, 2013) Dit krantenartikel geeft aan hoe een woninginbraak snel opgelost kan worden. In de praktijk is dit echter vaak anders. Het aantal inbraken dat opgelost wordt in Nederland, ook wel het oplossingspercentage genoemd, ligt in 2012 op 9,2% (Politie, 2013a). Stijging woninginbraken Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) vindt er een stijging plaats van woninginbraken. In 2005 waren er 69.645 geregistreerde woninginbraken in heel Nederland, van 2005 tot en met 2010 is dit aantal met ongeveer 18% gestegen tot 82.215. Van 2010 tot en met 2011 is een stijging van 8% zichtbaar. (Klein Haneveld, Boes en Kop, 2012, p. 8) Vervolgens zijn de woninginbraken in 2012 ten opzichte van 2011 met 3% gestegen. Dit betekent dat er in 2012 in totaal 91.853 woninginbraken zijn geregistreerd in heel Nederland. Er wordt niet verwacht dat de woninginbraken in Nederland de komende tijd zullen gaan afnemen. Dit constateert het korps landelijke politiediensten (KLPD) in het nationaal dreigingsbeeld 2012. Door de oplopende werkloosheid denkt de KLPD dat de woninginbraken in Nederland de komende jaren nog meer zullen stijgen. De welvaartverschillen tussen Nederland en Oost-Europese landen zorgen ervoor dat Nederland een aantrekkelijk land blijft voor mobiele bendes die woninginbraken in Nederland plegen. (CCV, 2013, p. 1) Aanpak woninginbraken De Nederlandse gemeenten investeren veel geld in de aanpak van woninginbraken. De politie heeft een landelijke bestrijding van woninginbraken opgezet. Uit een onderzoek van de Politieacademie blijkt dat er op een integrale en gefocuste manier gewerkt moet worden aan een aanpak. Het is dan van belang dat alle betrokkenen samenwerken en bijdragen aan een efficiënte aanpak van woninginbraken. Volgens de politieacademie dient er een hogere straf tegen inbrekers geëist te worden, focus op veelplegers en surveillance op bepaalde hottimes en hotspots. De inzet van 7 speciale woninginbraakteams van de politie dragen ook bij aan een grotere pakkans van inbrekers. (CCV, 2013, p. 2) Impact woninginbraken Woninginbraken kunnen een grote impact hebben op slachtoffers. Door een woninginbraak wordt het veiligheidsgevoel van de slachtoffers aangetast. Het gevoel dat er vreemden in huis zijn geweest en aan (waardevolle) spullen hebben gezeten of meegenomen. Naast emotionele schade is er ook materiële schade. Niet alleen spullen die ontvreemd zijn, maar ook opengebroken deuren of ramen zorgen voor grote kostenposten. (Politie, 2013c) Burgernet en heterdaad Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeenten en politie. Dit samenwerkingsverband is opgezet om de veiligheid in woon- en werkomgeving te bevorderen. Burgers kunnen zich gratis aanmelden via de website van Burgernet, op de website registreert de burger zich met het invullen van een e-mail adres, telefoonnummer en adresgegevens. Wanneer de burger lid wordt van Burgernet, kan deze helpen bij de opsporing van vermiste of verdachte personen. Hoe de leden van Burgernet precies kunnen bijdragen aan de opsporing van vermiste of verdachte personen wordt hieronder toegelicht. (Burgernet, 2013) Burgernet wordt door de meldkamer van de politie ingezet bij misdrijven op heterdaad en vermissingen van personen. ‘’Het misdrijf op heterdaad is een misdrijf dat wordt ontdekt terwijl het wordt gepleegd of onmiddellijk daarna’’ (Wyngaert, 2009, p. 233). De meldkamer selecteert vervolgens een aantal leden van Burgernet die mogelijk iets gezien kunnen hebben. De meldkamer kijkt hierbij naar de plaats van het incident/vermissing en naar de woonplaats van de leden van Burgernet. Vanuit de meldkamer van de politie wordt vervolgens een sms of spraakbericht gestuurd naar de betreffende leden van Burgernet ook wel Burgernetters genoemd. In dit bericht staat bijvoorbeeld uit te kijken naar een bepaalde persoon of auto. Een actie wordt vervolgens afgesloten met een afloopbericht en in de tussenliggende tijd kunnen deelnemers van de betreffende actie, via het speciale Burgernet-telefoonnummer gerichte informatie doorgeven aan de centralist van de meldkamer. De bestanden met spraak- en sms-berichten worden op de website van Burgernet geplaatst. De sms-berichten worden ook automatisch op Twitter geplaatst. Vervolgens wordt er ook een actieverslag op de site van Burgernet geplaatst en eventueel naar de deelnemers van de betreffende actie gestuurd. In dit actieverslag staan ook de uitkomsten van de betreffende actie, er kan hierbij gedacht worden aan het vermelden van een succesvolle actie of aanvullende informatie over een actie. (Mauritz, 2013b, p. 1-2) 8 Hieronder volgt een voorbeeld van de regio Gelderland-Midden van een actieverslag op de website van Burgernet. Gelderland-Midden dinsdag 26 mei 2013 Een verdachte aangehouden NIJKERK - Op dinsdagochtend 26 februari kreeg de politie rond 10.00 uur een melding van een poging inbraak in een woning aan de Wittenburg in Nijkerk. Een man zou hierbij zijn weggelopen richting het station. Een Burgernetactie werd gestart, waarna vier Burgernetters doorgaven de man te hebben gezien. Op de Frans Kragtstraat trof de politie een man die aan het signalement voldeed. De man, een 31-jarige zonder vaste woonplaats, had inbrekersgereedschap in zijn bezit. Hij is voor verhoor overgebracht naar het politiebureau. De politie heeft de zaak in onderzoek. Tegen de man wordt proces-verbaal opgemaakt. Wij danken u voor uw medewerking. Aantal benaderde deelnemers: 1672 SMS berichten: • • Nijkerk, Wittenburg ivm pog Inbraak. Man, 25jr. Groene broek, rugzak zwart met grijs. Ringbaardje weggelopen ri station. Heeft u informatie? Bel 0800-0011 Nijkerk, Wittenburg Naar aanleiding van de burgernetactie en uw reacties is de man in Nijkerk door de politie aangehouden Meer info op www.burgernet.nl Figuur 1 Actieverslag van de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013b, p. 1) Burgernet kan ook inspelen op situaties die niet actueel zijn. Het gaat hier dan om situaties die enige tijd (bijvoorbeeld een paar dagen) geleden hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld wanneer de politie op zoek is naar meer informatie over een overval die enige tijd geleden heeft plaatsgevonden. Bij niet actuele situaties kan de politie aan de medewerkers van Burgernet vragen een sms of e-mail te sturen naar Burgernetters. In deze sms of e-mail, ook wel burgernet-alertering genoemd, wordt aan de Burgernetters gevraagd of zij iets gezien hebben. Welke Burgernetters een Burgernet-alertering ontvangen hangt af van de plaats van het incident. Hieronder volgen twee voorbeelden van alerteringsberichten van de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013b, p. 3) Gelderland-Midden dinsdag 14 mei 2013 Alertering per e-mail verzonden Beste Burgernetter, De politie is bezig met een onderzoek naar een groot aantal vernielingen in de omgeving van De Steenkamp en de Jan de Jagerweg in Voorthuizen. Dit gebeurde in de nacht van zaterdag op zondag 12 mei en er hebben al negen gedupeerden aangifte gedaan. De vernielingen werden in de vroege ochtend tussen middernacht en 02.30 uur gepleegd. Object van de vernielingen waren ruiten van woningen, tuinen en tuinmeubilair bij woningen, spiegels en ruiten van auto's. Hierdoor is bij diverse benadeelden forse schade ontstaan. De politie stelt een onderzoek in naar de veroorzakers van de vernielingen en vraagt een ieder die informatie over de dader(s) en de gepleegde feiten heeft dit te melden bij de politie via het telefoonnummer 0900-8844 ter attentie van de wijkagenten in Voorthuizen. Figuur 2 Alerteringsbericht van de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013b, p. 2) 9 Gelderland-Midden vrijdag 29 maart 2013 Alertering per e-mail verzonden Beste Burgernetter, Drie straatrovers hebben woensdagochtend in Arnhem een getuige mishandeld. Het slachtoffer zag dat de mannen rond 11.00 uur in de Pettenstraat een oudere vrouw in een donkerrode scootmobiel probeerden te beroven. Toen ze er wat van zei, werd ze tegen de grond gewerkt en geschopt. Na de mishandeling sprak de getuige nog even met de vrouw in de scootmobiel. Ze vertelde dat de mannen niets hadden buitgemaakt. Eventuele getuigen worden verzocht zich te melden. Ook wil de politie de vrouw in de scootmobiel dringend spreken, zij heeft zich nog niet gemeld. Mocht u informatie over deze zaak hebben, neem dan contact op met de politie op het telefoonnummer 0900-8844 of bel Meld Misdaad Anoniem op 0800-7000. Figuur 3 Alerteringsbericht van de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013b, p. 3) Woninginbraken in Gelderland-Midden In de regio Gelderland-Midden is er de afgelopen drie jaar een flinke stijging van woninginbraken te zien. Van 2008 tot 2009 is er een stijging zichtbaar van 2561 naar 3423. Van 2009 tot 2010 is er een kleine stijging zichtbaar van 3423 naar 3441. Door de stijging van deze woninginbraken heeft de politie een project opgezet om onderzoek te doen naar woninginbraken. Een kernteam van de politie gaat inbraken onderzoeken en analyseren. Dit team van zes personen wordt geholpen door specialisten op allerlei gebieden. De bedoeling van dit project is om het aantal woninginbraken in Gelderland-Midden aanzienlijk te verlagen. (Politiekeurmerk, 2011) 10 1.1.2 Aanleiding tot onderzoek In de periode van 2008 t/m 2011 zijn de woninginbraken in de gehele regio Gelderland Midden gestegen. De politie heeft naar aanleiding van deze stijging een aantal maatregelen genomen met als doel het terugdringen van het aantal woninginbraken. Het buurtonderzoek en het project ‘’Waaks’’ maken hier deel van uit. Het project ‘’Waaks’’ richt zich op burgers die een hond hebben. Er wordt hen gevraagd tijdens het uitlaten van de hond extra alert te zijn op verdachte situaties en bij verdachte situaties de politie te informeren. Het buurtonderzoek wordt ingesteld nadat er in een buurt een misdrijf is gepleegd. Verschillende buurtbewoners worden benaderd nadat er bijvoorbeeld een inbraak is geweest bij hun in de buurt. (Willekens, 2014a; Willekens, 2014b) Vanuit Burgernet is er ook actie ondernomen om een methode te ontwikkelen die moet zorgen voor een reductie van woninginbraken. In het jaar 2012 is een pilot uitgevoerd met Burgernet-alertering binnen de basiseenheden van de Politie Renkum/Wageningen en Rivierenland-West. De Burgernetters van een wijk/straat krijgen door middel van een Burgernet-alertering een mail waarin zij worden gewaarschuwd wanneer een woninginbraak bij hen in de buurt is geweest. De mail wordt de eerstvolgende werkdag naar Burgernetters in een straal van 250 meter rond de woning van de inbraak gestuurd. Er wordt in deze e-mail gevraagd naar verdachte situaties ten tijde van de woninginbraak en er wordt verwezen naar een website met preventietips. Uit de pilot bleek dat er een verhoogde waakzaamheid onder burgers werd geconstateerd door de politie en een toename van de alertheid. Dit bleek uit een hoger aantal meldingen van verdachte situaties. Dit was aanleiding voor de politie om in 2013 in geheel Gelderland-Midden de Burgernetalertering bij woninginbraken in te voeren. Na invoering van de Burgernet-alertering bij woninginbraken in de hele regio Gelderland-Midden is de politie benieuwd naar de effectiviteit van deze methode. Vanuit Izak Mauritz, manager Burgernet was er dan ook de vraag om een onderzoek te verrichten naar de effectiviteit van deze methode. Het onderzoek heeft zich dan ook gericht op de effectiviteit van de Burgernet-alertering bij het oplossen van woninginbraken in Gelderland-Midden. (Mauritz, 2013a) Hieronder volgt een voorbeeld van een alerteringsbericht van de regio Gelderland-Midden Gelderland-Midden vrijdag 5 april 2013 Alertering verstuurd i.v.m. een woninginbraak aan de Prumelaan in Arnhem Beste Burgernetter, Tussen 1 april 2013 omstreeks 16.00 uur en 4 april 2013 omstreeks 19.30 uur is er in een woning aan de Prumelaan te Arnhem ingebroken. Men heeft de balkondeur geforceerd, mogelijk middels een koevoet. De politie wil deze zaak graag oplossen en vraagt daarbij uw hulp. Mogelijk hebt u iets gezien of gehoord dat kan bijdragen aan de oplossing van dit misdrijf. Daarom willen wij graag weten of u - of één van uw huisgenoten - rond het tijdstip van deze woning¬inbraak personen heeft gezien die zich verdacht ophielden of zich vreemd gedroegen in de omgeving? Of misschien hebt u opvallende voertuigen in de straat of omgeving gesignaleerd? Alle aanwijzingen, hoe onbeduidend deze ook lijken, kunnen van groot belang zijn voor het onderzoek. U kunt uw informatie aan ons doorgeven via 11 telefoonnummer: 0900-8844. Een inbraak voorkomen? Ziet u iets verdachts in uw omgeving, een persoon of een auto? Noteer het signalement of het kenteken van de auto. Voor verdachte situaties kunt u altijd bellen met 1-1-2. Voor meldingen waarbij de komst van de politie niet direct noodzakelijk is, belt u: 0900-8844. Op de website van www.politie.nl vindt u tips om een woninginbraak te voorkomen. Met vriendelijke groet, Namens Politie Gelderland-Midden, Bureau Burgernet Figuur 4 Alerteringsbericht van de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013b, p.3) 12 1.2 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt: ‘’Inzicht krijgen in de effectiviteit van Burgernet-alertering bij het oplossen van woninginbraken in de regio Gelderland Midden’’. 1.3 Onderzoeksvraag De onderzoeksvragen werden onderverdeeld in hoofdvragen en deelvragen. Hoofdvraag: In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken in Gelderland-Midden effectief? Deelvragen: 1. Wat zijn de doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 2. Wat is de strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 3.Wat is de uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 4. Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van ‘’Burgernet-alertering’’ in GelderlandMidden? 13 1.4 Operationalisering 1.4.1 Conceptueel model Het onderzoek is opgezet in de vorm van een evaluatieonderzoek gericht op de effecten van de Burgernet-alertering. In het jaar 2010 is er een effectevaluatie uitgevoerd voor Burgernet in de wijk Zuilen. Het conceptueel model dat voor dit onderzoek gebruikt is, is gebaseerd op de basis van het conceptueel model van het onderzoek uit 2010 (Stoop, 2010, p. 8). Volgens het centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) is een effectevaluatie gericht op de effecten van een bepaald beleid. Het doel is om de effectiviteit van het beleid vast te stellen. De effectiviteit kan vastgesteld worden door de doelstellingen met de resultaten te vergelijken. (wegwijzerjeugdenveligheid, 2014) 1. Doelstellingen 2. Strategie 5. Effectiviteit 4. Resultaten 3. Uitvoering Figuur 5 Conceptueel model 14 Zoals in figuur 6 waargenomen kan worden bestaat het conceptueel model uit vijf stappen. Aan de hand van deze vijf stappen is het onderzoek uitgevoerd. Hieronder worden de vijf stappen van het onderzoek besproken. 1. Doelstellingen De eerste stap van het onderzoek is het onderzoeken van de doelstellingen van de Burgernetalertering. Met doelstellingen wordt gedoeld op gewenste resultaten van een organisatie. Een doelstelling is een soort maatstaf voor een organisatie waarmee het huidige en toekomstige functioneren van de organisatie beoordeeld kan worden. ( Kunst, Olie en Romme, 2005, p. 73) Na het voltooien van deze stap moet antwoord gegeven kunnen worden op de deelvraag: Wat zijn de doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 2. Strategie De tweede stap richt zich op de strategie van de Burgernet-alertering. De strategie is de koers van een organisatie op de lange termijn. Bij de strategie wordt kenbaar gemaakt op welk gebied de organisatie actief is. Bij deze stap wordt onderzocht wat de strategie van de Burgernet-alertering is. (Kunst, Olie en Romme, 2005, p. 73) Na het voltooien van deze stap moet antwoord gegeven kunnen worden op de deelvraag: Wat is de strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 3. Uitvoering De volgende stap is het onderzoeken van de uitvoering van de Burgernet-alertering. Na het voltooien van deze stap moet antwoord gegeven kunnen worden op de deelvraag: Wat is de uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 4. Resultaten Bij deze stap worden de resultaten die uit het onderzoek voortkomen uitgewerkt en geanalyseerd. Na het voltooien van deze stap moet antwoord gegeven kunnen worden op de deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? 5. Effectiviteit Bij de laatste stap wordt de hoofdvraag van het onderzoek behandeld. Zoals op de vorige pagina besproken werd, kan de effectiviteit gemeten worden door de doelstellingen met de resultaten te vergelijken. In deze stap wordt de eerste stap van het onderzoek met de vierde stap van het onderzoek vergeleken. Op basis van de uitkomsten van deze twee stappen kan antwoord gegeven worden op de hoofdvraag: In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken in GelderlandMidden effectief? 15 1.4.2 Definiëring van onderzoeksbegrippen De begrippen uit de hoofdvraag; - Effectiviteit Burgernet alertering Woninginbraken Effectiviteit Met effectiviteit wordt gedoeld op de mate waarin een organisatie in staat is zijn doelstellingen te realiseren (Kunst, Olie en Romme, 2005, p. 60). In dit onderzoek wordt het begrip effectiviteit onderverdeeld in een objectieve en een subjectieve kant. De objectieve veiligheid kijkt naar de veiligheid die objectief vast te stellen is. Het gaat hier dan bij om objectieve cijfers. Met subjectieve veiligheid wordt gedoeld op gevoelens en meningen van burgers. ( Vonk, 2011, p. 1) Er worden een aantal subjectieve en een aantal objectieve effectiviteit punten benoemd. De opdrachtgever Manager Burgernet heeft opdracht gegeven de volgende punten te onderzoeken. Subjectieve effectiviteit - De tevredenheid van Burgernetters over politie, gemeenten en Burgernet en dan voornamelijk in de integrale aanpak van woninginbraken. - Het gevoel van Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken. Objectieve effectiviteit - De respons die binnenkomt naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten. - De bijdrage die de respons levert aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken. - De toename van alertheid van Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten. - De toepassing van preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten. 16 Burgernet-alertering Er zijn drie soorten Burgernet-acties; actuele Burgernet-actiemeldingen, niet actuele Burgernetalerteringen en niet actuele Burgernet-alerteringen bij woninginbraken. De actuele Burgernetactiemeldingen en de niet actuele Burgernet-alerteringen werden al uitgebreid beschreven bij de inleiding. Deze twee soorten Burgernet-acties worden niet meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek richt zich alleen op de Burgernet-alertering bij woninginbraken. Wanneer gesproken wordt over een ‘’Burgernet-alertering’’, wordt dan ook gedoeld op een Burgernet-alertering bij woninginbraken. Bij de Burgernet-alertering wordt nadat een woninginbraak heeft plaatsgevonden de eerst volgende werkdag een alertering uitgezet onder Burgernetters die in een straal van 250 meter van de betreffende woning wonen. De betreffende Burgernetters ontvangen een e-mail waarin gevraagd wordt of zij informatie hebben over de inbraak. Daarnaast wordt de Burgernetter gevraagd om extra alert te zijn op verdachte situaties. In de e-mail wordt ook verwezen naar een site met preventietips. De werkwijze van deze Burgernet-alertering wordt in hoofdstuk 2.5 uitgebreid besproken. (Mauritz, 2013b, p.3) Woninginbraken De definitie van het begrip woninginbraken die in dit onderzoek wordt gebruikt, komt voort uit het landelijke programma woninginbraken. De definitie luidt als volgt: “Het op enigerlei wijze wegnemen van (een) goed(eren) of geld uit een woning of een daartoe bestemde ruimte, dat/die aan een ander toebehoort/horen door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, dan wel de poging daartoe.’’(Klein Haneveld, Boes en Kop, 2012) 17 1.4.3 Meetbaar maken van onderzoeksbegrippen en begrippen uit conceptueel model Effectiviteit In het conceptueel model werd al benoemd dat de effectiviteit gemeten kan worden door de doelstellingen met de resultaten te vergelijken. Bij de definitie van effectiviteit werden een aantal punten benoemd die in dit onderzoek onder de effectiviteit vallen. Op basis van deze punten is onderzoek gedaan naar de Burgernet-alertering. De genoemde punten zijn hieronder meetbaar gemaakt. De tevredenheid van de Burgernetters over de politie, gemeenten en Burgernet en dan voornamelijk in de integrale aanpak van woninginbraken De tevredenheid van de Burgernetters over de politie, gemeenten en Burgernet gericht op de integrale aanpak van woninginbraken is gemeten door een enquête uit te zetten onder Burgernetters die woonachtig zijn in de regio Gelderland-Midden. In de enquête zijn vragen gesteld over de algemene tevredenheid van Burgernetters over de politie, gemeenten en Burgernet en vervolgens is specifiek stilgestaan bij de tevredenheid van Burgernetters in de integrale aanpak van woninginbraken door politie en gemeenten. Het gevoel van de Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken Het gevoel van de Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken is gemeten door een enquete uit te zetten onder Burgernetters die woonachtig zijn in de regio Gelderland-Midden (zelfde enquete als bij vorige punt). In de enquête zijn vragen gesteld aan de Burgernetters over de bijdrage aan de veiligheid in de buurt en vervolgens specifiek de bijdrage aan de oplossing van woninginbraken. De respons die binnenkomt naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten De respons werd gemeten door deskresearch uit te voeren voor de regio Gelderland-Midden. Er is op twee manieren geprobeerd de respons naar aanleiding van de Burgernet-alerteringsberichten te meten. De eerste manier was om informatie over de respons te verkrijgen via het unit informatie knooppunt (UCK) en de tweede manier was om in de basis voorziening handhaving (BVH) te zoeken naar respons naar aanleiding van de Burgernet-alertering. Het begrip UCK en BVH worden in paragraaf 1.4.5. toegelicht. De bijdrage die de respons levert aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken De bijdrage van respons aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken werd gemeten door een interview te houden met het regionale woninginbrakenteam Gelderland-Midden. In het interview zijn vragen gesteld over de respons naar aanleiding van de Burgernet-alertering en vervolgens in hoeverre de respons bijdraagt aan de opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken. 18 De toename van alertheid van burgers naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten De alertheid van burgers naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten is op verschillende manieren gemeten. De eerste manier was door middel van deskresearch te doen. De politie registreert in het mutatieoverzicht van de BVH de verdachte situaties waarvan melding wordt gedaan. Het aantal verdachte situaties die gemeld was na invoering van de Burgernet-alertering is vergeleken met het aantal verdachte situaties voor de invoering van de Burgernet-alertering. Dit is gedaan voor de hele regio Gelderland-Midden. Op basis van deze gegevens is gekeken of er een stijging zichtbaar was in verdachte situaties sinds de invoering van de Burgernet-alertering. Een mogelijke stijging van verdachte situaties is vervolgens te linken aan een toename van de alertheid van de Burgernetters. In de enquete is ook aandacht geweest voor de toename van alertheid van burgers (zelfde enquete als in voorgaande punten). Aan de Burgernetters is in de enquete gevraagd of zij extra alert zijn geworden door een Burgernet-alertering. Daarnaast zijn vragen gesteld aan het woninginbrakenteam in een interview. Uit dit interview moest blijken wat de mening van het woninginbrakenteam is over de mogelijke toename van alertheid naar aanleiding van een Burgernetalertering. De toepassing van preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten De Burgernet-alertering bestaat uit een e-mail waarin de Burgernetters alert worden gemaakt op de kans op woninginbraken in de buurt. In deze e-mail worden ook preventiemaatregelen genoemd. Voor het onderzoek is het relevant om te kijken of de preventiemaatregelen toegepast worden door de Burgernetters. In hoeverre deze preventiemaatregelen toegepast worden is onderzocht door een enquête uit te zetten.( betreft dezelfde enquete als in de voorgaande punten). Burgernet-alertering De Burgernet-alertering is op een kwantitatieve manier meetbaar gemaakt. Door middel van deskresearch is onderzoek gedaan naar cijfers van de Burgernet-alertering. De cijfers die relevant zijn voor dit onderzoek worden hieronder opgesomd; - Totaal aantal Burgernet-alerteringen in het jaar 2013 in Gelderland-Midden - Totaal aantal benaderde Burgernetters in het jaar 2013 in Gelderland-Midden - Gemiddeld aantal Burgernetters benaderd per actie in het jaar 2013 in Gelderland-Midden Woninginbraken De woninginbraken zijn eveneens op een kwantitatieve manier meetbaar gemaakt. Door middel van deskresearch is gezocht naar de cijfers van woninginbraken in de regio Gelderland-Midden voor het jaar 2011 tot en met 2013. 19 Doelstellingen In het conceptueel model werd al besproken dat de effectiviteit gemeten kan worden door de doelstellingen met de resultaten te vergelijken. Voor het meten van de doelstellingen wordt ongeveer dezelfde methode toegepast. Bij het meten van de doelstellingen wordt per doelstelling gekeken naar de resultaten die aan deze doelstelling te linken zijn. Deze resultaten die te linken zijn aan de doelstelling kunnen vergeleken worden met de doelstelling. Door deze methode toe te passen zijn de doelstellingen meetbaar gemaakt en kan bekeken worden in hoeverre de doelstellingen worden behaald. Strategie De strategie kan eveneens meetbaar gemaakt worden op dezelfde manier als hierboven wordt benoemd. De strategie kan vergeleken worden door de resultaten die te linken zijn aan de strategie te vergelijken met de strategie. Door deze methode toe te passen is de strategie meetbaar gemaakt en kan bekeken worden in hoeverre de strategie wordt toegepast. Uitvoering De uitvoering van de Burgernet-alertering is meetbaar gemaakt door dezelfde methode als bij de doelstellingen en strategie toe te passen. De uitvoering van de Burgernet-alertering wordt vergeleken met de resultaten die te linken zijn aan de uitvoering. Door de uitvoering van de Burgernet-alertering te vergelijken met de relevante resultaten kan bekeken worden in hoeverre de uitvoering wordt toegepast. Resultaten De resultaten van de Burgernet-alertering in de regio Gelderland-Midden zijn meetbaar gemaakt op zowel een kwantitatieve als kwalitatieve manier. Er is gebruik gemaakt van drie soorten onderzoekmethodes om te onderzoeken wat de resultaten van de Burgernet-alertering zijn. De resultaten zijn meetbaar gemaakt aan de hand van de zes effectiviteit punten die op de vorige pagina al werden benoemd. Per punt is daar al aangegeven welke onderzoeksmethode wordt gebruikt om dat punt meetbaar te maken. 20 1.4.4 Theoretische verkenning In deze paragraaf zijn een aantal relevante informatiebronnen uitgewerkt. De theoretische verkenning richt zich op de theorie rondom de effectevaluatie, resultaten uit de veiligheidsmonitor, elektronische communicatiemiddelen en verschillende participatievormen. Effectevaluatie Bij een effectevaluatie staat het effect van het beleid centraal. Het doel is om de effectiviteit van het beleid vast te stellen. In dit onderzoek wordt gekeken naar het beleid van de Burgernet-alertering. Bij een effectevaluatie zijn er een aantal vragen die centraal staan: (Wegwijzerjeugdenveiligheid, 2014) • Zijn de vooraf benoemde doelstellingen behaald? • Welke factoren dragen bij aan het resultaat? • Waarom zijn resultaten wel of niet behaald? • Wijzigingen plan van aanpak noodzakelijk? Voor het onderzoek naar de effectiviteit van Burgernet is het belangrijk dat bovengenoemde zaken meegenomen worden in het onderzoek. Onderzoek veiligheidsmonitor 2013 De veiligheidsmonitor is een bevolkingsonderzoek op het gebied van leefbaarheid veiligheid en slachtofferschap. In de veiligheidsmonitor 2013 stonden een aantal grafieken die bruikbaar zijn voor dit onderzoek. Hieronder worden deze weergegeven. (CBS, I&O research, 2014, p.9) In de afbeelding hieronder wordt een weergave gedaan van de grafiek over de tevredenheid van burgers over politie en gemeenten in het algemeen. Uit de grafiek blijken de volgende waarden; 33,9% heeft geen oordeel, 10% ontevreden, 25%,6 is niet tevreden en niet ontevreden en 28,45 is tevreden. Figuur 6 Grafiek veiligheidsmonitor 2013 (CBS en I&O research, 2014, p. 99) 21 In de afbeelding hieronder wordt een weergave gedaan over de tevredenheid in de gemeenten op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Zoals in de grafiek vermeldt staat zijn de resultaten ingedeeld op grootte van gemeenten. Voor dit onderzoek worden de waarden uit de 70.000+ totaal gemeenten gebruikt. De volgende waarden worden benoemd in de grafiek: 21,5% kan het niet beoordelen, 2% heeft geen antwoord, 35,7% is tevreden, 28,1% is niet tevreden en niet ontevreden en 12,8% is ontevreden. Figuur 7 Grafiek veiligheidsmonitor 2013 (CBS en I&O research, 2014, p. 120) Burgerparticipatie en burgerschap Er heerst veel bezorgdheid over afnemend burgerschap. Dit heeft binnen Nederland geleid tot veel overheidsinitiatieven om ‘goed burgerschap’ te stimuleren. De overheid verwacht daarbij een ideaalbeeld van de betrokken burger. Dit ideaalbeeld gaat ervan uit dat de burger zich betrokken voelt bij het leefbaar houden van de samenleving en naast rechten ook plichten heeft. Denk hierbij aan plichten zoals het tonen van respect naar elkaar. Er zou gezegd kunnen worden dat een ideaalbeeld van de burger zou zijn dat de burger zich betrokken voelt bij de samenleving en zich niet afzet hiertegen. In verschillende gemeenten zijn projecten opgezet om de betrokkenheid bij de samenleving te vergroten. Voorbeelden van deze projecten zijn: Wij Amsterdammers van de gemeente Amsterdam en ‘’het motto is meedoen’’ van de gemeente Rotterdam. (Moll, 2008, p. 2) Burgerparticipatie richt zich niet alleen op het meedenken aan een goede samenleving, maar ook op het aannemen van een actieve rol en zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving (Twynstra Gudde, 2008, p. 1). 22 De Britse socioloog Marshall heeft een theorie over burgerschap uitgewerkt. Marshall gaat uit van drie dimensies van burgerschap; civiel, politiek en sociaal. Het civiel burgerschap heeft betrekking op grondrechten als vrijheid van meningsuiting. Politiek burgerschap heeft betrekking op het kiesrecht van de burger. Het sociale burgerschap heeft betrekking op sociale zekerheid, zoals ondersteuning bij gebrek aan inkomen. Volgens Marshall moesten deze drie burgerschapsrechten bewaakt worden door drie nationale instellingen op te zetten. Dit zijn juridische instellingen, democratische bestuursinstellingen en sociale instellingen. Volgens Marshall zijn de drie dimensies met elkaar verbonden, wanneer de ene dimensie zich niet ontwikkeld kan de andere dimensie zich ook niet ontwikkelen. Met deze dimensie was volgens Marshall de ontwikkeling van burgerschapsrechten voltooid. (Moll, 2008, p. 3) Volgens Terpstra en Kouwenhoven zijn er vier verschillende vormen van participatie. Twee van deze vormen richten zich op ‘’’praten’’ en twee ervan op ‘‘doen’’(Terpstra en Kouwenhoven, 2004, p. 252). Hieronder volgen deze vier vormen: 1. Ogen en oren Bij deze vorm wordt de burger gezien als de ‘’ogen en oren’’ van de overheid. De burger geeft belangrijke informatie die ze zien of horen door aan de overheid. De overheid informeert de burger weinig. Deze vorm van burgerparticipatie is voornamelijk gericht op specifieke informatie van de burger over bijvoorbeeld criminaliteit of vernielingen. (Terpstra en Kouwenhoven, 2004, p. 252) 2. Adviseurs of deelnemers Bij deze vorm wordt de burger gezien als deelnemer. De burger heeft de ruimte om oplossingen aan te dragen en problemen te melden. Zo heeft de burger de kans om zelf een bijdrage te leveren aan veiligheidsproblematiek in zijn omgeving. (Terpstra en Kouwenhoven, 2004, p.252) 3. Zelfredzaamheid Bij de derde vorm van participatie wordt er voornamelijk gekeken naar de zelfredzaamheid van de burger en informele sociale controle. Met zelfredzaamheid wordt gedoeld op sociale zelfredzaamheid. De burger neemt zelf initiatief om actie te ondernemen op het gebied van veiligheid. Denk hierbij aan verbetering van de leefbaarheid in de buurt. De overheid en politie geven bij deze vorm van participatie meer overheidstaken uit handen.(Terpstra en Kouwenhoven, 2004, p. 252) 4. Zelfbeheer In de laatste participatievorm wordt het begrip zelfbeheer behandeld. Zelfbeheer richt zich op de eigen inbreng van de burger. De burger neemt zelf initiatief en financiert het ook zelf. Denk hierbij aan kleinschalige veiligheidsprojecten. (Terpstra en Kouwenhoven, 2004, p. 252) 23 Bewustwording van burger bij woninginbraken In de vorige alinea werd de burgerparticipatie en burgerschap besproken. In deze alinea wordt er stilgestaan bij de bewustwording van de burger bij woninginbraken. Onderzoek wijst uit dat de bewustwording van burgers een bijdrage levert aan de preventie van inbraken. Het is voornamelijk van belang om burgers bewust te maken van het feit dat ze risico lopen om slachtoffer te worden van een woninginbraak. Het is dan van belang erbij te vermelden welke bijdrage ze zelf kunnen leveren om de kans op een inbraak te minimaliseren. Op basis van verschillende studies in Canada kan gezegd worden dat de bewustwording een positieve bijdrage levert aan de preventie van woninginbraken. (Van Halderen, 2013, p.14) Stichting Nederland Alert Stichting Nederland Alert richt zich op de communicatie tussen overheid en de burger. De stichting richt zich hierbij op het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid door burgers op een snelle en goede manier te informeren tijdens incidenten. De stichting is ook gericht op het bevorderen van burgerparticipatie bij opsporingen en vermissingen. De stichting heeft een informatiesysteem ontwikkeld om hierboven genoemde zaken mee aan te pakken. Het interactieve burger informatie systeem (IBIS) is een digitaal en visueel waarschuwings- en informatiesysteem. De communicatie vanuit de overheid wordt weergegeven door gebruik te maken van elektronische communicatiemiddelen. De elektronische communicatiemiddelen worden ingezet om burgers te laten participeren bij verschillende veiligheidsincidenten. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten om dit te bewerkstelligen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van sociale media, radio tv en internet. (Brink, 2010, p. 14) De volgende elektronische communicatiemiddelen worden ingezet; • Amber-alert: opsporing van vermiste kinderen (Brink, 2010, p.4) • Burgernet: gericht op opsporing van mensen of goederen/ extra ogen en oren van burgers (Brink, 2010, p.4) • NL-alert: instructie burger bij veiligheidsincidenten (Brink, 2010, p.4) • Geluidswagens: instructie burger bij veiligheidsincidenten (Brink, 2010, p.4) • Mail-alert: gericht op opsporing van mensen of goederen/ extra ogen en oren van burgers (Brink, 2010, p.4) • Rijkswaterstaatborden: gericht op automobilisten die gebruik maken van snelwegen (Brink, 2010, p.4) • SMS-alert: gericht op opsporing van mensen of goederen (Brink, 2010, p.4) • WAS-sirenes: instructie burger bij veiligheidsincidenten (Brink, 2010, p.4) 24 Onderzoek naar de inzet van elektronische communicatiemiddelen om burgers te laten participeren bij veiligheidsproblematiek. In 2010 is een onderzoek uitgevoerd naar de inzet van elektronische communicatiemiddelen om burgers te laten participeren bij veiligheidsproblematiek. Op de vorige pagina werden een aantal instrumenten genoemd die ingezet worden. In het onderzoek uit 2010 worden de kwaliteiten besproken die een instrument zou moeten beheersen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen verschillende elektronische communicatiemiddelen. Ambert alert, Mail-alert, SMS-alert en Burgernet hebben overeenkomsten in de doelen die ze willen bereiken. De kwaliteiten die ze daarvoor nodig hebben zijn dan ook grotendeels gelijk. (Brink, 2010, p. 52-64) De kwaliteiten worden hieronder kort toegelicht; • Snelheid Voor de elektronische communicatiemiddelen die hierboven genoemd zijn is het belangrijk dat ze snel informatie kunnen verspreiden. Het gaat vaak om tijdkritsche situaties waarbij een snelle benadering van de burger vereist is. (Brink, 2010, p. 52-64) • Bereik het bereik is van groot belang voor deze elektronische communicatiemiddelen. Het is de bedoeling zo veel mogelijk burgers in een bepaald gebied te bereiken. Hoe meer burgers bereikt worden, hoe beter de resultaten zullen zijn. (Brink, 2010, p. 52-64) • Nauwkeurigheid De elektronische communicatiemiddelen moeten voordat zei naar de burger communiceren eerst nauwkeurig kijken naar wat ze communiceren. De juiste informatie moet naar de burger gecommuniceerd worden. (Brink, 2010, p. 52-64) • Capaciteit De capaciteit is van groot belang. Er moet voldoende capaciteit zijn om met alle betrokken burgers te communiceren. Daarnaast is het van belang dat er voldoende capaciteit is om alle reacties van de burger op te vangen. (Brink, 2010, p. 52-64) • Selectiviteit Bij selectiviteit moet goed gekeken worden naar de belanghebbende. Op welk moment is welke burger belangrijk. Er moet goed afgewogen worden naar wie gecommuniceerd moet worden. Een voorbeeld hiervan is; wanneer in Zeeland een incident plaatsvindt, hoeven de bewoners uit Groningen niet geïnformeerd te worden. (Brink, 2010, p. 52-64) • Interactiviteit Niet alleen degene die de berichten versturen naar de burger moeten snel handelen, ook de burger moet snel kunnen reageren. Het is dan belangrijk om te kijken of de burger in staat is om snel te reageren. (Brink, 2010, p. 52-64) 25 • Privacybescherming Het laatste punt dat benoemd wordt is privacybescherming. Persoonsgegevens worden door de genoemde elektronische communicatiemiddelen verzameld. Het is van belang dat deze persoonsgegevens vertrouwelijk worden behandeld. Burgers zijn namelijk gesteld op hun privacy. (Brink, 2010, p. 52-64) 26 1.4.5 Overige begrippen Naast de onderzoeksbegrippen uit de hoofdvraag zijn er nog een aantal andere begrippen van belang voor dit onderzoek. De definities van de begrippen staan hieronder op alfabetische volgorde uitgewerkt. Basisvoorziening handhaving (BVH) De basisvoorziening handhaving (BVH) is een applicatie die voor de Politie Nederland is ontwikkeld voor de basispolitiezorg. In dit systeem worden incidenten/meldingen die op de politie afkomen vastgelegd. De verdere actie die naar aanleiding van een incident voortvloeit wordt ook vastgelegd. Alle documenten die van belang zijn voor een incident worden vervolgens ook in dit systeem opgeslagen. (Politie, 2013c) Gelderland-Midden Hieronder volgt een kaart van de regio Gelderland-Midden. Op de kaart zijn alle gemeenten van Gelderland-Midden vermeld. Figuur 8 Kaart van de regio Gelderland-Midden (Burgernet, 2011) Hottimes Met hottimes wordt gedoeld op bepaalde tijden waarin inbrekers voornamelijk actief zijn (CCV, 2013). Hotplaces Met Hotplaces wordt gedoeld op bepaalde plaatsen waar inbrekers voornamelijk actief zijn (CCV, 2013). 27 Oplossingpercentage Het ophelderingspercentage is bedoeld als een maatstaf voor het deel van de criminaliteit dat wordt opgehelderd, dat wil zeggen waarbij een dader wordt gepakt. Het CBS maakt een berekening door te kijken welk deel van de door de politie geregistreerde misdrijven wordt opgehelderd. Een misdrijf wordt door de politie geregistreerd als er een proces-verbaal van aangifte is opgemaakt. Een misdrijf is opgehelderd als de politie tenminste één verdachte kent. (Smit e.a., 2013, p.10) Opsporing Wanneer er sprake is van een misdrijf worden er door de politie alle middelen ingezet om de dader(s) te traceren. Hierbij kan er gedacht worden aan het horen van getuigen/slachtoffers, aanhouden van verdachten en het vastleggen van alle gegevens in een proces verbaal. (Politie, 2013a) Preventiemaatregelen Het gaat bij preventie om “alle maatregelen van burgers en particuliere instellingen en van de overheid voor zover liggende buiten de strafrechtspleging in enge zin die erop zijn gericht gedragingen die volgens de wet strafbaar zijn te voorkomen”(CBS, 2013). Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden (SMART) SMART is een methode om doelstellingen duidelijk en eenvoudig te formuleren en te controleren (Schop, 2014). SMART bestaat uit vijf stappen; Specifiek De doelstellingen moet specifiek zijn. Dit wil zeggen dat de doelstellingen duidelijk moet aangeven wat het resultaat moet zijn.(Schop, 2014) Meetbaar De doelstellingen moeten meetbaar zijn, er moet een getal gekoppeld worden aan de doelstelling. Zo kan achteraf bepaald worden of de doelstelling is behaald. (Schop, 2014) Acceptabel De doelstellingen moet acceptabel zijn. Gaat de organisatie akkoord met de opgestelde doelstellingen. (Schop, 2014) Realistisch De doelstelling moet realistisch zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de doelstelling haalbaar moet zijn en niet onrealistisch. (Schop, 2014) Tijdsgebonden De doelstelling moet tijdsgebonden zijn. In de doelstelling moet een start- en einddata worden gegeven. (Schop, 2014) 28 Unit Een unit is een politieteam dat in een specifiek geografisch gebied de politiezorg uitvoert. Het onderzoek richt zich op de regio Gelderland-Midden (Willekens, 2014c). De regio Gelderland-Midden kent de volgende units: REGIO GELDERLANDMIDDEN UNIT WVV-MIDDEN Gemeente Ede UNIT RENKUMWAGENINGEN Gemeente Wageningen Gemeente Renkum UNIT WVV NOORD Gemeente Nijkerk Gemeente Scherpenzeel Gemeente Barneveld UNIT RIVIERENLANDWEST Gemeente Lingewaard Gemeente Overbetuwe UNIT RIVIERENLANDOOST Gemeente Duiven Gemeente Rijnwaarden Gemeente Westervoort Gemeente Zevenaar UNIT IJSSELWAARDEN Gemeente Rheden Gemeente Doesburg Gemeente Rozendaal UNIT ARNHEM-NOORD Gemeente Arnhem UNIT ARNHEM-ZUID Gemeente Arnhem Figuur 9 Units regio Gelderland-Midden (Burgernet, 2012) Unit coördinatie knooppunt (UCK) Elke unit heeft een unit coördinatie knooppunt(UCK). Dat UCK heeft verschillende taken, die voornamelijk gericht zijn op de coördinatie van de unit (Willekens, 2014d). 29 1.5. Onderzoeksopzet 1.5.1 Soort onderzoek In deze paragraaf is een verantwoording gegeven voor welk type onderzoek gekozen is. Hieronder wordt het type onderzoek beschreven. Het onderzoek is een evaluatieonderzoek gericht op een effectevaluatie en is zowel kwantitatief als kwalitatief van aardt. Het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek bestaat uit deskresearch en een enquête. Het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek wordt aangevuld met een kwalitatief gedeelte bestaande uit een interview. 1.5.2 Onderzoeksmethoden en analysekader Voor dit onderzoek werden er drie soorten onderzoeksmethoden gebruikt. Er is gekozen voor meerdere onderzoeksmethoden om zo de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Per onderzoeksmethode wordt hieronder toegelicht waarom voor deze methode gekozen en op welke manier deze methode is ingezet in het onderzoek. Deskresearch Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode deskresearch. Deskresearch richt zich op het verkrijgen en analyseren van informatie die gebruikt kan worden voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. (Inview veldwerk, 2014) Voor het onderzoek is voornamelijk gebruik gemaakt van interne bronnen van het bureau Burgernet Velp en de politie Gelderland-Midden. De belangrijkste documenten die voor dit onderzoek gebruikt zijn, worden hieronder opgesomd. • Verschillende beleidsdocumenten van Burgernet • Cijfers aantal deelnemers Burgernet • Cijfers van de verschillende uitgezette alerteringen • Cijfers van de reacties op uitgezette alerteringen • Informatie over de deelnemers van Burgernet • Cijfers verdachte situaties • Rapportage over het aantal respons op Burgernet-alertering 30 Interviews In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode interviews. Er zijn een aantal soorten interviews die gebruikt worden in onderzoeken. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van halfgestructureerde interviews. Bij halfgestructureerde interviews wordt er gebruik gemaakt van een vragenlijst. Bij dit type interview is er ruimte voor eigen inbreng van de respondent. Voor dit onderzoek is het van belang dat de respondent eigen inbreng kan geven. De respondent kan namelijk belangrijke informatie geven die in eerste instantie niet gevraagd werd. Er is juist gekozen voor deze onderzoeksmethode omdat bij interviews doorgevraagd kan worden. Wanneer bijvoorbeeld een simpel antwoordt, als ‘’ja’’ wordt gegeven kan de onderzoeker doorvragen waarom het antwoordt dan met ‘’ja’’ beantwoord wordt. Daarnaast kan de respondent een duidelijke toelichting geven bij bepaalde antwoorden. (Verhoeven, 2010, p. 150) Voor het interview was het van belang om te kijken of de Burgernet-alertering effectief wordt ervaren door medewerkers van de politie die betrokken zijn bij de opsporing van inbrekers. De medewerkers van de politie die het meest betrokken zijn bij de opsporing van inbrekers, zijn de medewerkers van het regionale woninginbrakenteam van de regio Gelderland-Midden. Het regionale woninginbrakenteam is het enige woninginbrakenteam van de regio Gelderland-Midden en is verantwoordelijk voor alle woninginbraken in de regio Gelderland-Midden. Voor dit onderzoek heeft een groepsinterview plaatsgevonden met vier leden van het woninginbrakenteam. Het betroffen drie coördinatoren van het regionale woninginbrakenteam en een recherchekundige van dit team. Het doel van dit interview was om met alle respondenten een bepaalde conclusie te trekken over de Burgernet-alertering. Uit dit interview moest blijken in hoeverre het regionale woninginbrakenteam vindt, dat de Burgernet-alertering bijdraagt aan de opsporing van inbrekers. Het interview bestond uit vijftien vragen. Zoals net besproken werd het interview met drie coördinatoren en een recherchekundige gehouden. Deze coördinatoren en recherchekundige worden niet bij naam genoemd in het onderzoek, maar alleen bij functie. Omdat er drie personen met dezelfde functie zijn geïnterviewd, krijgen zij de letter, A t/m C. Zo is duidelijk wie van de drie coördinatoren welke uitspraak heeft gedaan. (Verhoeven, 2010, p. 150) Enquête De derde onderzoeksmethode die gebruikt is voor dit onderzoek is de onderzoeksmethode enquête. Er kunnen op verschillende manieren enquêtes worden afgenomen. Dit kan schriftelijk, telefonisch, online en persoonlijk. De aspecten geld, tijd en mensenkracht spelen hierbij een rol. In dit onderzoek is gekozen om de enquêtes online uit te zetten. Dit is gedaan door het bedrijf Blinker. De Burgernetters hebben een e-mail gekregen, met daarin een begeleidende brief. In deze begeleidende brief zijn de Burgernetters geïnformeerd over de enquête en is het doel van de enquête uitgelegd. In de brief stond vervolgens een link naar de online enquête. (Verhoeven, 2010, p. 179) Voor dit onderzoek werd een enquête uitgezet onder de Burgernetters in de regio GelderlandMidden. In de regio Gelderland-Midden wonen 655.729 mensen. Per 1-1-2013 zijn er 65.258 burgers geregistreerd als Burgernetter. Niet alle Burgernetters zijn geregistreerd met een e-mail adres en kunnen dan ook niet allemaal benaderd worden. Er zijn per 1-1-2013 42.107 Burgernetters 31 geregistreerd met een e-mail adres. In eerste instantie was het de bedoeling om de enquête onder de gehele doelgroep uit te zetten. Wegens grote kosten, is gekozen om een aselecte steekproef te trekken van 10%. Zo is een percentage van 10% genomen van 42.107, dit zijn 4211 Burgernetters. Er is ervoor gekozen om een gestratificeerde steekproef te trekken, zodat elke gemeente evenredig vertegenwoordigd wordt in de enquête. (Mauritz, 2013d; Verhoeven, 2010, p. 189) Representativiteit enquête De representativiteit is belangrijk als een steekproef wordt getrokken. Representativiteit wil zeggen dat de geënquêteerden ongeveer dezelfde eigenschappen (die van belang zijn voor het onderzoek) moeten hebben als de totale populatie. De eigenschappen die voor dit onderzoek van belang zijn, zijn het geslacht, leeftijd en de gemeente waarin de geënquêteerden woonachtig zijn. De resultaten van het onderzoek laten ongeveer een evenredigheid aan eigenschappen zien. De minimale respons is ook van belang om een uitkomst te geven over de representativiteit. De minimale respons die nodig was om een betrouwbare uitkomst te geven is 10% van de uitgezette enquêtes, dit betekent een aantal van 421. Er zijn 533 Burgernetters die de enquête hebben ingevuld, dit is een respons van 12,6%. De respons is hoger dan 10%, dit betekent dat de enquête representatief is. (Blinker, 2014; Verhoeven, 2010, p. 184) De enquête bestond uit 30 gesloten vragen, vier van deze vragen komen grotendeels overeen met vier vragen uit de veiligheidsmonitor van het jaar 2013. Er is gekozen om deze vragen in de enquete te gebruiken om zo vervolgens de resultaten uit het onderzoek van de veiligheidsmonitor met de resultaten van dit onderzoek te kunnen vergelijken. De enquête moest antwoord geven op de volgende vier vragen; • In hoeverre zijn de Burgernetters tevreden over politie en gemeenten en dan voornamelijk gericht op de aanpak van woninginbraken? • In hoeverre vinden de Burgernetters dat zij zelf een bijdrage leveren aan de opsporing van inbrekers? • In hoeverre vinden de Burgernetters dat zij extra alert zijn naar aanleiding van de Burgernetalertering? (alleen voor de Burgernetters die een alertering hebben gehad) • In hoeverre worden de preventietips die in de Burgernet-alertering worden beschreven toegepast (alleen voor de Burgernetters die een alertering hebben gehad) Informed consent Bij de drie gekozen onderzoeksmethodes is gewerkt met persoonsgegevens. Dit is gedaan volgens de geldende richtlijnen. Alleen bij de gekozen onderzoeksmethode interviews worden persoonsgegevens naar buiten gebracht. De respondenten hebben hiervoor ieder toestemming gegeven. De citaten die in dit onderzoek zijn toegevoegd, zijn goedgekeurd door de respondenten. De respondenten worden alleen bij functie genoemd en niet bij naam. 32 2. Onderzoeksresultaten 2.1 inleiding In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten weergegeven. Het hoofdstuk begint met het afbakenen van het onderzoek en vervolgens worden de uitkomsten van de deelvragen beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een analyse van de hoofdvraag. 2.2 Afbakening Onderzoek In deze paragraaf wordt het onderzoek afgebakend. Dit wil zeggen: - Het onderzoek richt alleen op het jaar 2013 - Het onderzoek richt zich alleen op de regio Gelderland-Midden - Het onderzoek richt alleen op de Burgernet-alertering bij woningbraken. In het onderzoek wordt de algemene definitie van ‘’Burgernet-alertering’’ gehanteerd. Er wordt hiermee gedoeld op de Burgernet-alertering bij woninginbraken. Wanneer dit niet het geval is, is dit nadrukkelijk vermeld. 2.3 Deelvraag: Doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’ In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Wat zijn de doelstellingen van de Burgernet-alertering van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden? De regionale algemene doelstelling van Burgernet luidt als volgt; ‘’Samen met burgers, politie Gelderland-Midden en de gemeenten in de regio een actieve bijdrage leveren aan veiligheid in de omgeving, door het betrekken van de deelnemende burgers van Burgernet bij de politieprocessen opsporen, noodhulp en handhaven’’. Figuur 10 regionale algemene doelstelling van Burgernet (Mauritz, 2011, p. 10) De doelstellingen van de Burgernet-alertering bij woninginbraken zijn van de regionale algemene doelstelling afgeleid en worden volgens de manager van Burgernet als volgt gedefinieerd; - ‘’Naast het reguliere buurtonderzoek een online buurtonderzoek per e-mail onder Burgernetdeelnemers verrichten, waaruit mogelijke opsporingsinformatie van de kant van buurtbewoners/getuigen komt’’. - ‘’De Burgernetters extra alert maken op de kans op woninginbraken in de buurt en stimuleren dat men bij verdachte situaties direct 112 belt’’. - ‘’Burgernetters stimuleren om preventiemaatregelen te treffen tegen woninginbraken’’. 33 2.4 Deelvraag: Strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Wat is de strategie van ‘’Burgernetalertering’’ in Gelderland-Midden? Volgens de manager van Burgernet is de strategie van de Burgernet-alertering voornamelijk gericht op het verhogen van de veiligheid. De manager geeft aan dat met de Burgernet-alertering geprobeerd wordt om een positiever veiligheidsgevoel te creëren en het vertrouwen in de politie en gemeenten te vergroten. Dit wordt gedaan door gezamenlijk met veiligheid bezig te zijn. De Burgernetter werkt samen met de politie om de opsporing van inbrekers te bevorderen. Zo dragen politie en Burgernetter gezamenlijk bij aan een verhoging van de veiligheid. 2.5 Deelvraag: Uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’ In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Wat is de uitvoering van ‘’Burgernetalertering’’ in Gelderland-Midden? De uitvoering van de Burgernet-alertering wordt door de manager van Burgernet als volgt beschreven: • Er is een standaardtekst voor het e-mailbericht opgesteld: bijv. Op ……. (dag) en ……… ( tijdstip) is er in een woning aan de ………(straat) in ……… (plaatsnaam) ingebroken. Hebt u iets verdachts gezien bel dan de politie op 0900-8844. Voorkom dat er in uw woning wordt ingebroken en kijk op de website www.politiewijzer.nl voor preventietips. • Het unit communicatie knooppunt (UCK) bekijkt iedere dag of er woninginbraken in hun gebied zijn geweest; Indien dit het geval is, stuurt men een verzoek incl. tekstvoorstel voor een alerteringsbericht (per inbraak) naar de postbus van Burgernet: glm pb Burgernet ([email protected]) Een medewerker van het Bureau Burgernet zet deze alertering tijdens kantooruren uit in de omgeving van de plaats delict: straal van ca 250 meter in een bebouwde kom en indien tijdens de selectie zou blijken dat er niet zoveel deelnemers zijn geselecteerd, dan zal de selectie groter worden gemaakt. In een landelijk gebied zal de selectie in ieder geval groter worden gemaakt, omdat in dit gebied de woningen verspreid liggen. De burgers kunnen informatie doorbellen naar 0900-8844. • • • Figuur 11 Uitvoering Burgernet-alertering (Mauritz, 2013a) 34 2.6 Deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van ‘’Burgernet-alertering’’ In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden. Bij de operationalisering van dit onderzoek zijn bij de meetbaarheid van de effectiviteit een aantal punten benoemd. Hieronder worden deze punten nog een keer in het kort besproken. Aan de hand van deze punten is onderzoek gedaan naar de Burgernet-alertering. De uitkomsten van de hieronder benoemde punten worden in de volgende subparagrafen besproken. In de laatste paragraaf worden de overige onderzoeksresultaten besproken. Subjectieve effectiviteit - De tevredenheid van Burgernetters over politie, gemeenten en Burgernet en dan voornamelijk in de integrale aanpak van woninginbraken. - Het gevoel van Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken. Objectieve effectiviteit - De respons die binnenkomt naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten. - De bijdrage die de respons levert aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken. - De toename van alertheid van Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten. - De toepassing van preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten. 2.6.1 Tevredenheid Burgernetters over politie, gemeenten en Burgernet en dan voornamelijk in de integrale aanpak van woninginbraken In deze subparagraaf worden de resultaten over de tevredenheid van Burgernetters in de politie en gemeenten weergegeven. In de enquête zijn een aantal vragen gesteld over de tevredenheid van Burgernetters over politie, gemeenten en Burgernet. De vragen zijn opgebouwd van algemene naar specifieke vragen die gericht zijn op de integrale aanpak van woninginbraken door politie en gemeenten. 35 Tevredenheid in politie De geënquêteerden werd gevraagd wat zij vinden van het functioneren van de politie in het algemeen. De geënquêteerden konden uit vijf mogelijkheden kiezen. Zo gaf 3% aan zeer ontevreden te zijn, 9% is ontevreden, 33% is neutraal, 49% is tevreden en 6% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 12 Grafiek tevredenheid politie in het algemeen (Blinker, 2014) Vervolgens werd de geënquêteerden gevraagd wat zij vinden van de politie in de buurt. Uit de enquête blijken de volgende resultaten: 3% is zeer ontevreden,11% is ontevreden, 38% is neutraal, 43% is tevreden en 5% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden de grafiek. Figuur 13 Grafiek tevredenheid politie in de buurt (Blinker, 2014) 36 De geënquêteerden gaven de volgende antwoorden over het functioneren van de politie op het gebied van het oplossen van woninginbraken: 5% is zeer ontevreden, 20% is ontevreden, 55% is neutraal, 19% is tevreden en 1% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 14 Grafiek tevredenheid politie op het gebied van het oplossen van woninginbraken (Blinker, 2014) Tevredenheid in gemeenten De geënquêteerden is gevraagd wat zij vinden van het functioneren van de gemeente op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. 4% geeft aan zeer ontevreden te zijn, 18% is ontevreden, 40% is neutraal, 36% is tevreden en 3% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 15 Grafiek tevredenheid gemeenten op gebied van veiligheid en leefbaarheid (Blinker, 2014) 37 Over het functioneren van de gemeenten op het gebied van het oplossen van woninginbraken gaven de geenqueteerden de volgende cijfers: 3% is zeer ontevreden, 19% is ontevreden, 63% is neutraal, 15% is tevreden en 1% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 16 Grafiek tevredenheid gemeenten op het gebied van het oplossen van woninginbraken (Blinker, 2014) Tevredenheid Burgernet De geënquêteerden is gevraagd hoe tevreden zij zijn over Burgernet. De geënquêteerden gaven de volgende cijfers: 1% is zeer ontevreden, 2% is ontevreden, 54% is tevreden en 36% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hiernaast terug te vinden in de grafiek. Figuur 17 Grafiek tevredenheid Burgernet in het algemeen (Blinker, 2014) 38 De geënquêteerden gaven de volgende antwoorden over de tevredenheid van de Burgernetalertering bij woninginbraken: 2% is zeer ontevreden, 3% is ontevreden, 26 % is neutraal, 52% is tevreden en 17% is zeer tevreden. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 18 Grafiek tevredenheid Burgernet bij woninginbraken (Blinker, 2014) 39 2.6.2 Gevoel van Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken In deze tweede subparagraaf worden de resultaten van de bijdrage van Burgernetters aan de oplossing van woninginbraken beschreven. Eerst worden de resultaten uit de enquete beschreven en vervolgens de resultaten uit het interview. De geënquêteerden is gevraagd of zij zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid in de buurt. De geënquêteerden hadden de keuze uit vijf mogelijkheden. De volgende resultaten werden gegeven, 2% voelt zich niet verantwoordelijk,3% voelt zich nauwelijks verantwoordelijk, 8% is neutraal over de verantwoordelijkheid, 56% voelt zich redelijk verantwoordelijk en 32% voelt zich zeer verantwoordelijk. De exacte vraagstelling en percentages zijn hiernaast terug te vinden in de grafiek. Figuur 19 Grafiek verantwoordelijkheid veiligheid in uw buurt (Blinker, 2014) Naast de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de buurt is de geënquêteerden ook gevraagd of zij vinden een bijdrage te leveren aan de veiligheid in de buurt. Hiermee wordt gedoeld op bijvoorbeeld; sociale controle, letten op verdachte situaties en meer van dit soort maatregelen. 0% zegt geen bijdrage te leveren, 2% zegt nauwelijks een bijdrage te leveren, 9% is neutraal, 56% zegt een redelijke bijdrage te leveren en 33% geeft aan een grote bijdrage te leveren. De exacte vraagstelling en percentages zijn hiernaast terug te vinden in de grafiek. Figuur 20 Grafiek bijdrage aan veiligheid in de buurt. (Blinker, 2014) 40 Aan de geënquêteerden is vervolgens gevraagd of zij vinden door lid te zijn van Burgernet een extra bijdrage te leveren aan de veiligheid in de buurt. 0% geeft aan geen extra bijdrage te leveren, 3% geeft aan nauwelijks een extra bijdrage te leveren, 12% is neutraal, 57% geeft aan een redelijke extra bijdrage te leveren en 26% geeft aan een grote extra bijdrage te leveren. De exacte vraagstelling en percentages zijn hieronder terug te vinden in de grafiek. Figuur 21 Grafiek Extra bijdrage aan veiligheid door lid te zijn van Burgernet (Blinker, 2014) Tot slot is de geënquêteerden gevraagd of zij vinden door lid te zijn van Burgernet een bijdrage leveren aan de opsporing van inbrekers. Uit de enquête bleken de volgende resultaten; 1% geeft aan geen bijdrage te leveren, 7% geeft aan nauwelijks een bijdrage te leveren, 22% is neutraal, 50% geeft aan een redelijke bijdrage te leveren en 19% geeft aan een grote bijdrage te leveren. Figuur 22 Grafiek Bijdrage aan opsporing inbrekers door lid te zijn van Burgernet (Blinker, 2014) 41 Uit het interview komen ook resultaten naar voren over de bijdrage van de Burgernetters aan de oplossing van woninginbraken. De coördinator A van het woninginbrakenteam geeft aan dat de Burgernetters een Burgernet-alertering ontvangen over een specifieke woninginbraak, naar aanleiding van deze alertering komt er bij het woninginbrakenteam extra relevante en specifieke informatie binnen vanuit de Burgernetter. De coördinator A van het woninginbrakenteam vindt dat de Burgernetters een bijdrage leveren aan de oplossing van woninginbraken. Citaat coördinator B woninginbrakenteam: ‘’De Burgernetter vormt een extra paar ogen en oren voor de politie en geeft meer/extra informatie over een specifieke woninginbraak’’. Figuur 23 Citaat coördinator B woninginbrakenteam 2.6.3 Respons naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten In deze subparagraaf worden de resultaten over de respons naar aanleiding van de Burgernetalerteringsberichten weergegeven. Op twee manieren is gekeken hoeveel respons binnenkomt naar aanleiding van de Burgernet-alerteringen in 2013. De respons vanuit de Burgernetters op een Burgernet-alertering wordt op twee manieren ontvangen bij de politie. De burger kan bellen met het landelijke telefoonnummer 0900-8844 van de politie. Dit is eveneens de reguliere manier. Een andere manier waarop de burger contact zoekt met de politie is via het e-mail adres van Burgernet. Vanaf dit e-mail adres wordt de Burgernet-alertering verstuurd, waarop men dan antwoordt. In de Burgernet-alertering staat beschreven dat de Burgernetters contact moeten zoeken via 0900-8844. Volgens het bureau Burgernet komen er toch regelmatig emails bij Burgernet binnen. De respons die via de e-mail binnenkomt bij Burgernet wordt doorgezet naar de betreffende UCK. De respons die via de e-mail binnenkomt bij Burgernet wordt niet geregistreerd. Voor elke UCK in Gelderland-Midden is nagegaan of de telefonische respons wordt bijgehouden. Van de acht UCK`s in Gelderland-Midden, bleek dat vijf van de UCK`s geen enkel idee hadden van het aantal respons dat in het jaar 2013 is binnengekomen. Twee andere UCK`s gaven aan de respons ook niet te registreren, maar wel een schatting te kunnen doen over de respons dat in het jaar 2013 is binnengekomen. Het UCK Renkum/Wageningen doet een schatting van ongeveer 15 reacties in het jaar 2013. Het UCK West Veluwe Vallei-Noord doet een schatting van 5 reacties in het jaar 2013. Het UCK West Veluwe Vallei-Midden registreert sinds april 2013 handmatig de reacties die binnenkomen naar aanleiding van een Burgernet-alertering. In de periode van april 2013 t/m februari 2014 zijn er 75 reacties binnengekomen. Dit zijn reacties op Burgernet in het algemeen en niet specifiek reacties op Burgernet-alerteringen bij woninginbraken. Er kan op basis van bovenstaande gegevens geen volledige uitkomst gegeven worden over het aantal reacties die in het jaar 2013 zijn binnengekomen. Vandaar dat via een andere manier geprobeerd is de respons te achterhalen. Deze manier komt op de volgende pagina ter sprake. 42 In de basisvoorziening handhaving (BVH) worden alle meldingen die bij de UCK`s binnenkomen geregistreerd. Voor de meldingen naar aanleiding van een Burgernet-alertering, worden alleen de meldingen die volgens de UCK`s als relevant worden ervaren opgenomen in de BVH. In de BVH wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verschillende meldingen die geregistreerd worden. Er kon dus niet gezocht worden op meldingen naar aanleiding van Burgernet. Wel kon er een cognosrapportage uitgevoerd worden. Dit houdt in dat er op een bepaald woord gezocht wordt in de BVH. Alle meldingen die het betreffende woord bevatten komen dan naar voren. Voor dit onderzoek is een cognosrapportage uitgevoerd voor het woord Burgernet-alertering en vervolgens zijn alle meldingen die hieruit voort kwamen geanalyseerd. Er zijn in totaal 74 relevante meldingen geregistreerd naar aanleiding van een Burgernet-alertering bij een woninginbraak in het jaar 2013. (Politie, 2014b) 2.6.4 Bijdrage Respons aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken In deze subparagraaf worden de resultaten genoemd die gevonden zijn over de bijdrage van respons aan de opsporing/oplossing van inbrekers. Uit het interview blijken de volgende resultaten. De coördinatoren A en C en de recherchekundige van het woninginbrakenteam geven een aantal positieve effecten van de Burgernet-alertering. Hieronder worden deze punten opgesomd. - Naar aanleiding van een Burgernet-alertering komt meer informatie binnen over een woninginbraak. Hoe meer informatie binnen komt bij het woninginbrakenteam, hoe groter de kans op een oplossing van een woninginbraak.(coördinator A) - Door de Burgernet-alertering stijgt de alertheid van de Burgernetters. Hierdoor is de Burgernetter extra bedacht op verdachte situaties en komt er sneller informatie binnen over een woninginbraak.(coördinator C) - De Burgernet-alertering bereikt snel en makkelijk een grote groep Burgernetters in de buurt van een woninginbraak. Het is een makkelijke en effectieve manier om Burgernetters om informatie te vragen over een woninginbraak en tegelijkertijd om Burgernetters bewust te maken dat er ingebroken wordt in de buurt. Dit in tegenstelling tot een buurtonderzoek, waarbij slechts een aantal burgers worden betrokken. (recherchekundige) Citaat coördinator B woninginbrakenteam:‘’Elk stukje informatie is een puzzelstukje en met verschillende puzzelstukjes kan de puzzel opgelost worden’’. Figuur 24 Citaat coördinator B woninginbrakenteam De coördinator B van het woninginbrakenteam geeft aan dat er na aanleiding van een Burgernetalertering meer informatie binnenkomt over een woninginbraak. Volgens hem gebeurt het echter niet vaak dat die informatie direct leidt tot oplossing van een woninginbraak. Dit geldt volgens hem ook niet voor informatie afkomstig uit andere informatiebronnen. De informatie die vanuit de 43 verschillende informatiebronnen binnenkomen, zorgen volgens coördinator B van het woninginbrakenteam gezamenlijk voor de oplossing van een woninginbraak. De informatie die binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering, levert volgens de coördinator B van het woninginbrakenteam dan ook een bijdrage aan de oplossing van woninginbraken. 2.6.5 Toename alertheid Burgernetters naar aanleiding van Burgernetalerteringsberichten In deze subparagraaf worden de resultaten weergegeven van de mogelijke toename van de alertheid van Burgernetters naar aanleiding van de Burgernet-alerteringsberichten. Aan de geënquêteerden die ooit een Burgernet-alertering hebben gehad is gevraagd of zij extra alert zijn geworden na het lezen van de Burgernet-alertering. In de enquête werden een aantal voorbeelden van extra alertheid genoemd zoals; zicht hebben op verdachte situaties en preventie in en rondom huis. De geënquêteerden konden kiezen uit drie antwoorden; ja, neutraal of nee. 79% van de geënquêteerden beantwoordden de vraag met ‘’ja’’, 16% was neutraal en 5% beantwoorden met ‘’nee’’’. Figuur 25 Grafiek Verhoging alertheid door Burgernet-alertering (Blinker, 2014) 44 Volgens de coördinator A van het woninginbrakenteam zorgen de Burgernet-alerteringsberichten voor een stijging van de alertheid van Burgernetters. Daarbij wordt wel gezegd dat rekening gehouden moet worden met het aantal berichten dat verstuurd wordt in een korte periode. Wanneer Burgernetters teveel alerteringen in een korte tijd ontvangen zal de interesse en alertheid volgens coördinator A van het woninginbrakenteam dalen. Citaat coördinator A woninginbrakenteam ‘’De Burgernet-alerteringsberichten zorgen voor een stijging van de alertheid van Burgernetters, mits er niet teveel alerteringen in een korte periode worden verstuurd’’. Figuur 26 Citaat coördinator A woninginbrakenteam In de tabel hieronder worden de meldingen van verdachte situaties voor de regio Gelderland-Midden weergegeven. De gegevens zijn afkomstig van de afdeling informatiemanagement van de politie. In het jaar 2012 waren er 3730 meldingen van verdachte situaties en in het jaar 2013 waren dit er 7421 voor de regio Gelderland-Midden. 2012 2013 Zelfstandige actie Zelfstandige actie Wrkgb: Veluwe Vallei Noord 779 1.379 wrkgb: Ede 657 1.691 wrkgb: Veluwe Vallei Zuid 468 727 wrkgb: Arnhem Noord 577 1.007 wrkgb: Arnhem Zuid 330 595 wrkgb: Rivierenland West 234 469 wrkgb: IJsselwaarden 272 592 wrkgb: Rivierenland Oost 413 961 3.730 7.421 wrkgb: District Gelderland Midden Figuur 27 Meldingen verdachte situaties in Gelderland-Midden (Politie, 2014c) Volgens het bureau Burgernet valt de stijging van meldingen van verdachte situaties in het jaar 2013 ten opzichte van het jaar 2012 samen met de invoering van de Burgernet-alertering in het jaar 2013. De verdubbeling komt volgens bureau Burgernet door een stijging van de alertheid van Burgernetters, waardoor er meer meldingen zijn gedaan van verdachte situaties. De coördinator B van het woninginbrakenteam sluit zich aan bij de uitspraak van het bureau Burgernet. De coördinator B van het woninginbrakenteam is echter wel genuanceerder in zijn uitspraken en benoemd dat de stijging van de verdachte situaties mogelijk samenhangt met de invoering van de Burgernetalertering. 45 2.6.6 Toepassing preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van Burgernet-alertering In deze subparagraaf worden de uitkomsten van de mogelijke toepassing van preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van de Burgernet-alertering weergegeven. In de Burgernet-alertering wordt verwezen naar een site met preventiemaatregelen. Uit de enquête blijkt dat 56% van de geënquêteerden die een Burgernet-alertering heeft gehad de site met preventiemaatregelen heeft bezocht. Een percentage van 44% heeft dit dus niet gedaan. Vervolgens geeft 33% aan daadwerkelijk preventiemaatregelen te hebben genomen en een percentage van 67% niet. Vervolgens is de vraag gesteld welke preventiemaatregelen zijn genomen door de geënquêteerden. Deze vindt u hieronder terug in de rechter grafiek. Figuur 28 Grafiek toepassing preventiemaatregelen na bezoeken van website (Blinker, 2014) Figuur 29 Grafiek Welke preventiemaatregelen zijn genomen (Blinker, 2014) 25% van de Burgernetters geeft aan andere preventiemaatregelen te hebben genomen. Er zijn in de enquête diverse andere maatregelen genoemd. Hieronder worden een aantal maatregelen opgesomd die genoemd zijn; - Plaatsen van beveiligingscamera`s - Plaatsen van beveiligingsysteem - Plaatsen van een melder op deuren, zodat wanneer een deur geopend wordt er een alarm afgaat - Het sluiten van ramen na het verlaten van de woning - Plaatsen van rolluiken 46 2.6.7 Overige onderzoeksresultaten Naast de vorige genoemde punten zijn er in het onderzoek nog een aantal andere onderzoeksresultaten naar voren gekomen die van belang zijn voor het onderzoek. Deze onderzoeksresultaten worden hieronder weergegeven. Verdachte situaties en contact met politie In subparagraaf 2.6.5 zijn resultaten genoemd over de alertheid van Burgernetters en werd gesproken over verdachte situaties. In de enquête is gevraagd of de geënquêteerden naar aanleiding van een Burgernet-alertering een verdachte situatie hebben gezien. 7% gaf aan een verdachte situatie te hebben gezien en 93% gaf aan geen verdachte situatie te hebben gezien naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Vervolgens is gevraagd aan de geënquêteerden of zij contact hebben gezocht met de politie via 0900-8844 naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Een percentage van 7% beantwoorden de vraag met ‘’ja’’ en een percentage van 93% met ‘’nee’’. Vervolgens is gevraagd aan de geënquêteerden die contact hebben gezocht met de politie, of zij vervolgens door de politie zijn benaderd. 60% antwoordde met ‘’ja’’ en 40% met ‘’nee’’ Figuur 30 Grafiek verdachte situaties na e-mail (Blinker, 2014) Figuur 31 Grafiek contact met de politie na e-mail (Blinker, 2014) Figuur 32 Grafiek contact vanuit politie (blinker,2014) 47 Woninginbraken Hieronder staan de cijfers van de woninginbraken over de afgelopen drie jaar van de regio Gelderland- Midden. Deze cijfers zijn afkomstig van de afdeling informatiemanagement van de politie. Jaar 2011 2012 2013 Inbraken 3555 4001 3677 Figuur 33 Woninginbraakcijfers Gelderland Midden (Politie, 2014a) Burgernet-alerteringen In de tabel hieronder worden de cijfers van de Burgernet-alerteringen van het jaar 2013 in de regio Gelderland-Midden weergegeven. Deze cijfers zijn afkomstig van de Manager van Burgernet. Burgernet-alerteringen bij woninginbraken 1654 Aantal benaderde Burgernetters 124.809 Gemiddeld aantal Burgernetters benaderd per actie 75 Figuur 34 Cijfers Burgernet-alerteringen bij woninginbraken 2013 in de regio Gelderland-Midden (Mauritz, 2013c) Woninginbraken en Burgernet-alerteringen Het aantal woninginbraken in het jaar 2013 is hierboven besproken. In de regio Gelderland-Midden zijn er in het jaar 2013 3677 woninginbraken geregistreerd. Het aantal Burgernet-alerteringen wordt in figuur 35 hierboven benoemd. Dit waren er 1654 over het jaar 2013 in de regio GelderlandMidden. Op basis van deze gegevens kan bepaald worden na hoeveel woninginbraken een alertering wordt verstuurd en bij hoeveel van de woninginbraken dit niet gebeurd. Zo blijkt dat bij 45% van de woninginbraken een Burgernet-alertering wordt verstuurd en bij 55% van de woninginbraken geen Burgernet-alertering wordt verstuurd. (Politie, 2014a; Mauritz, 2013c) 48 Vertrouwen in politie door Burgernet Aan de geënquêteerden is gevraagd of het vertrouwen in politie en gemeenten is vergroot door Burgernet. De geënquêteerden gaven de volgende antwoorden voor de politie; 46% ja, 42% neutraal en 13% nee. Figuur 35 Grafiek vertrouwen in politie door Burgernet (Blinker, 2014) Aan de geënquêteerden is vervolgens gevraagd of het vertrouwen in de gemeenten is vergroot door Burgernet. De geënquêteerden gaven de volgende antwoorden; 28% ja, 51% neutraal en 21% nee. Figuur 36 Grafiek vertrouwen in gemeenten door Burgernet (Blinker, 2014) 49 2.7 Hoofdvraag: In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken effectief Bij de operationalisering werd al besproken dat de effectiviteit gemeten kan worden door de doelstellingen van de Burgernet-alertering te vergelijken met de resultaten van de Burgernetalertering. In deze paragraaf worden de resultaten geanalyseerd en onderverdeeld bij de bijbehorende doelstellingen. De doelstellingen uit paragraaf 2.3 en de resultaten uit paragraaf 2.6 worden hiervoor gebruikt. Per doelstelling worden de behaalde resultaten weergegeven. De eerste doelstelling die genoemd wordt is de regionale algemene doelstelling van Burgernet, vervolgens wordt specifiek gekeken naar de drie doelstellingen van de Burgernet-alertering. 2.7.1 Samen met burgers, politie Gelderland-Midden en de gemeenten in de regio een actieve bijdrage leveren aan veiligheid in de omgeving, door het betrekken van de deelnemende burgers van Burgernet bij de politieprocessen opsporen, noodhulp en handhaven. Deze doelstelling richt zich op de bijdrage vanuit de burger, politie en gemeenten aan de veiligheid in de omgeving. Voordat specifiek gekeken wordt naar de bijdrage van Burgernetters aan de veiligheid in de omgeving, wordt gekeken naar de tevredenheid van de Burgernetters in politie, gemeenten en Burgernet. Uit de resultaten blijkt dat de Burgernetters grotendeels tevreden zijn over de politie in het algemeen. Zo geeft 49% tevreden te zijn en 33% neutraal, de overige waarden zijn terug te vinden in figuur 12 (p.35). In de literatuurverkenning werden een aantal resultaten van de veiligheidsmonitor 2013 genoemd(p. 20). In figuur 6 (p.20) zijn de resultaten van de veiligheidsmonitor over de tevredenheid in de politie terug te vinden. Daaruit blijkt dat 27% tevreden is over de politie in het algemeen. In figuur 6 (p.20) zijn de overige waarden terug te vinden. Op het gebied van het oplossen van woninginbraken door de politie, zijn de Burgernetters neutraler. Zo geeft een percentage van 55% neutraal te zijn, de overige waarden leest u terug in figuur 14 (p.36). Vervolgens blijkt dat de Burgernetters grotendeels neutraal dan wel tevreden zijn over de gemeenten waar het gaat om veiligheid en leefbaarheid. Zo geeft 40% neutraal te zijn, 36% tevreden en 18% ontevreden. De overige waarden vindt u terug in figuur 15 (p.36). De resultaten van de veiligheidsmonitor laten ongeveer dezelfde waarden zien op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, zie figuur 7 (p.21) voor de waarden uit de veiligheidsmonitor. Over het functioneren van de gemeenten op het gebied van het oplossen van woningbraken zijn de Burgernetters grotendeels neutraal. Zo geeft 63% aan neutraal te zijn, in figuur 16 (p.37) zijn de overige waarden terug te vinden. Bijna alle Burgernetters (90%) geeft aan tevreden te zijn over Burgernet. Zie figuur 17 (p.36) voor de overige waarden. Vervolgens geeft 77% van de Burgernetters aan tevreden te zijn over de Burgernet-alertering bij woninginbraken. In figuur 18 (p.38) staan de overige waarden. Naast de hierboven genoemde resultaten over de tevredenheid is ook gekeken naar de bijdrage vanuit de Burgernetters aan de veiligheid in de omgeving. Burgernetters vinden dat zij een extra bijdrage leveren aan de veiligheid in de buurt door lid te zijn van Burgernet. Zo geeft het overgrote 50 deel (83%) van de Burgernetters aan een extra bijdrage te leveren aan de veiligheid in de buurt door lid te zijn van Burgernet. Van deze 83%, geeft 57% aan een redelijke bijdrage te leveren en 26% geeft aan een grote bijdrage te leveren aan de veiligheid in de buurt. De overige waarden zijn terug te vinden in figuur 21 (p.40). Naast de hierboven genoemde resultaten blijkt uit de resultaten van het interview dat een gezamenlijke bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid in de buurt. De coördinator B van het woninginbrakenteam benoemde dat de Burgernetters een bijdrage leveren aan de veiligheid in de omgeving. In figuur 23 (p.41) citeerde coördinator B van het woninginbrakenteam; De Burgernetter vormt een extra paar ogen en oren voor de politie en geeft meer/extra informatie over een specifieke woninginbraak’’. 2.7.2 Naast het reguliere buurtonderzoek een online buurtonderzoek per e-mail onder Burgernetdeelnemers verrichten, waaruit mogelijke opsporingsinformatie van de kant van buurtbewoners/getuigen komt. Deze doelstelling kan verdeeld worden in twee delen; een online buurtonderzoek per e-mail onder Burgernetdeelnemers verrichten en mogelijke opsporing informatie van de kant van buurtbewoners/getuigen. Een online buurtonderzoek per e-mail Uit de resultaten blijkt dat niet na iedere woninginbraak in de regio Gelderland-Midden een online buurtonderzoek per e-mail ofwel een Burgernet-alertering is verstuurd. Uit de figuren 33 en 34 (p.47) blijkt dat in 2013 in de regio Gelderland-Midden na 55% van de woninginbraken geen Burgernetalertering is verstuurd. In figuur 11 (p.33) is de werkwijze van de Burgernet-alertering beschreven. Wanneer deze werkwijze geanalyseerd wordt, word duidelijk waardoor niet na elke woninginbraak een Burgernet-alertering wordt verstuurd. Zo blijkt dat de UCK`s niet na elke woninginbraak een verzoekbericht naar Burgernet sturen voor het uitzetten van een Burgernet-alertering. (Politie, 2014a; Mauritz, 2013c) Opsporinginformatie van de kant van buurtbewoners/getuigen Uit de resultaten blijkt dat er opsporinginformatie van Burgernetters komt. Deze opsporinginformatie was lastig te achterhalen. Er wordt geen registratie bijgehouden van de respons die binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Alleen de UCK West Veluwe ValleiMidden houdt een handmatige registratie bij. Deze handmatige registratie is pas vanaf april 2013 ingevoerd en kan dus ook geen compleet beeld geven van het aantal respons. Door de UCK`s werd aangegeven dat er buiten een handmatige registratie geen mogelijkheid was tot automatische registratie. Uit de cognosrapportage blijkt dat 74 reacties zijn geregistreerd naar aanleiding van een Burgernetalertering. Zoals al eerder genoemd werd zijn 1654 Burgernet-alerteringen verstuurd. Dat geeft aan dat een respons van 4.5% waarneembaar is. Deze 4.5% geeft geen compleet beeld, omdat niet alle 51 respons wordt geregistreerd in de BVH. Volgens de UCK`s vindt alleen van de relevante (UCK bepaald of het relevant is) respons naar aanleiding van een Burgernet-alertering een registratie plaats in de BVH. Er kan dus geen compleet beeld gegeven worden van de volledige respons, wel kan een uitspraak gedaan worden over de relevante respons. In het jaar 2013 zijn 74 relevante meldingen binnengekomen in de regio Gelderland-Midden. Dit betekent dat er een relevante respons van 4,5% waarneembaar is. Er is niet alleen gekeken naar de respons op de Burgernet-alertering, maar ook naar de bijdrage van de respons aan de opsporing van inbrekers. Uit de resultaten blijkt dat de respons bijdraagt aan de opsporing van inbrekers. De coördinator van het woninginbrakenteam gaf aan dat de respons die voortkomt uit de Burgernet-alertering zorgt voor extra specifieke informatie over een woninginbraak. In figuur 24 (p.43) citeerde coördinator B woninginbrakenteam:‘’Elk stukje informatie is een puzzelstukje en met verschillende puzzelstukjes kan de puzzel opgelost worden’’. 2.7.3 De Burgernetters extra alert maken op de kans op woninginbraken in de buurt en stimuleren dat men bij verdachte situaties contact opneemt met de politie via 0900-8844. Deze doelstelling kan verdeeld worden in twee delen; De Burgernetter extra alert maken op de kans op woninginbraken in de buurt en het stimuleren dat men bij verdachte situaties contact opneemt met de politie. Extra alert maken op de kans op woninginbraken in de buurt Uit de resultaten blijkt dat de Burgernetters extra alert worden gemaakt op de kans op woninginbraken door de Burgernet-alertering. Zo geeft 79% van de Burgernetters aan extra alert te zijn door een Burgernet-alertering, de overige waarden zijn terug te vinden in figuur 25 (p.42). De coördinatoren A, B en C van het woninginbrakenteam zijn ook van mening dat de Burgernetters extra alert worden door de Burgernet-alertering. Zo citeerde Coördinator A van het woninginbrakenteam in figuur 26 (p.44): ’De Burgernet-alerteringsberichten zorgen voor een stijging van de alertheid van Burgernetters, mits er niet teveel alerteringen in een korte periode worden verstuurd’’. Vervolgens vult coördinator A van het woninginbrakenteam dit citaat aan, coördinator A van het woninginbrakenteam zegt dat teveel alerteringen in een korte tijd zullen zorgen voor een afname van de alertheid van Burgernetters en mogelijk zorgen voor onrust onder Burgernetters. Uit figuur 27 (p.44) blijkt een verdubbeling van meldingen van verdachte situaties in het jaar 2013 ten opzichte van het jaar 2012. Deze verdubbeling van meldingen van verdachte situaties hangt volgens bureau Burgernet en coördinator B van het woninginbrakenteam mogelijk samen met de invoering van de Burgernet-alertering in het jaar 2013. Volgens bureau Burgernet zijn de Burgernetters alerter geworden op verdachte situaties door de Burgernet-alertering en zijn er daardoor meer meldingen van verdachte situaties binnengekomen. 52 Contact opnemen met politie via 0900-8844 na verdachte situaties Uit de resultaten blijkt dat de Burgernetters contact opnemen met de politie via 0900-8844, na het zien van een verdachte situaties. Een percentage van 7% geeft aan een verdachte situatie gezien te hebben. Vervolgens geeft ook 7% aan contact te hebben gezocht met de politie. In figuur 30 en 31 (p.46) zijn de grafieken van de enquete terug te vinden. 2.7.4 Burgernetters stimuleren om preventiemaatregelen te treffen tegen woninginbraken. Uit de resultaten blijkt dat Burgernetters gestimuleerd worden om preventiemaatregelen te treffen. Zo geeft meer dan de helft van de Burgernetters (54%)aan de website met preventiemaatregelen te hebben bezocht. Uit figuur 28 (p. 45) blijkt dat een derde (33%) van de Burgernetters daadwerkelijk preventiemaatregelen heeft getroffen. 53 3. Conclusies In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek beschreven. De conclusies zijn ingedeeld per onderzoeksvraag. 3.1 Deelvraag: Wat zijn de doelstellingen van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden Er kan geconcludeerd worden dat de doelstelling van zowel Burgernet in het algemeen als de doelstellingen van de Burgernet-alertering niet SMART zijn geformuleerd. De meetbaarheid en tijdsgebondenheid van de doelstellingen ontbreken. Voor dit onderzoek is het ontbreken van de tijdsgebondenheid niet van groot belang. De meetbaarheid van de doelstelling is voor dit onderzoek wel van belang. Het doel van het onderzoek is te bekijken in hoeverre de doelstellingen worden behaald om een uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit. Doordat de meetbaarheid van de doelstellingen ontbreekt, is het lastig te analyseren in hoeverre de doelstellingen worden behaald. 3.2 Deelvraag: Wat is de strategie van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden In paragraaf 2.5 is een antwoord gegeven op de deelvraag over de strategie. De manager van Burgernet benoemt dat de strategie van de Burgernet-alertering zich richt op het vergroten van het vertrouwen in de politie en gemeenten. Uit de figuren 35 en 36 (p. 47) kan geconcludeerd worden dat Burgernet zorgt voor een vergroting van het vertrouwen in politie en gemeenten. 3.3 Deelvraag: Wat is de uitvoering van ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden Uit paragraaf 2.7.2 kan geconcludeerd worden dat de uitvoering die in figuur 11 (p.33) staat niet door iedereen wordt gehanteerd. Zo blijkt uit paragraaf 2.7.2 dat na meer dan de helft van de woninginbraken geen Burgernet-alertering wordt verstuurd. Dit komt doordat de UCK`s in meer dan de helft (55%) van de gevallen geen verzoekbericht door zetten naar Burgernet. 3.4 Deelvraag: Welke resultaten worden er bereikt ten aanzien van de ‘’Burgernet-alertering’’ in Gelderland-Midden In paragraaf 2.6 worden de resultaten van dit onderzoek aan de hand van zes (effectiviteit) punten beschreven. Hieronder wordt per punt een conclusie getrokken. Tevredenheid Burgernetters over politie, gemeenten en Burgernet en dan voornamelijk in de integrale aanpak van woninginbraken Uit figuur 12 (p.35) blijkt dat meer dan de helft van de Burgernetters tevreden is over de politie in het algemeen. Uit figuur 13 (p.35) blijkt eveneens dat meer dan de helft van de Burgernetters tevreden is 54 over de politie in de buurt. De tevredenheid over de politie op het gebied van het oplossen van woninginbraken wordt door de Burgernetters als grotendeels neutraal beoordeeld, zo blijkt uit figuur 14 (p.36). Er kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters tevreden zijn over de politie in het algemeen en over de politie in de buurt. De Burgernetters zijn neutraal op het gebied van het oplossen van woninginbraken door de politie. Uit figuur 15 (p.36) blijkt dat de Burgernetters neutraal dan wel tevreden zijn over de gemeenten op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Uit figuur 16 (p.36) blijkt dat de Burgernetters neutraal zijn over de gemeenten op het gebied van het oplossen van woninginbraken. Er kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters neutraal dan wel tevreden zijn over de gemeenten op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, op het gebied van het oplossen van woningbraken door de gemeenten zijn de Burgernetters neutraal. Uit figuur 17 (p.37) blijkt dat bijna alle Burgernetters tevreden zijn over Burgernet. Uit figuur 18 (p.38) blijkt dat een groot gedeelte van de Burgernetters tevreden is over de Burgernet-alertering. Er kan geconcludeerd worden dat bijna alle Burgernetters tevreden zijn over Burgernet en een groot gedeelte van de Burgernetters tevreden is over de Burgernet-alertering. Gevoel van Burgernetters om zelf een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken Uit figuur 22 (p.40) blijkt dat een groot gedeelte van de Burgernetters vindt een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken door lid te zijn van Burgernet. De coördinator B van het woninginbrakenteam is ook van mening dat de Burgernetters een bijdrage leveren aan de oplossing van woninginbraken. Zo blijkt uit het citaat in figuur 23 (p.41) van de coördinator B van het woninginbrakenteam. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters vinden een bijdrage te leveren aan de oplossing van woninginbraken, ook de coördinator B van het woninginbrakenteam vindt dat een bijdrage wordt geleverd door de Burgernetters aan de oplossing van woninginbraken. Respons naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten Uit paragraaf 2.6.3 blijkt dat respons binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Zo zijn er in het jaar 2013 74 relevante (door UCK als relevant ervaren) meldingen binnengekomen (politie, 2014b). Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat respons binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering. 55 Bijdrage respons aan opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken In paragraaf 2.6.4 wordt door de coördinator B van het woninginbrakenteam gezegd dat meer informatie binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering en dat deze informatie een bijdrage levert aan de oplossing van woninginbraken. Vervolgens wordt dit aangevuld met een citaat van coördinator B van het woninginbrakenteam in figuur 24 (p.42) . Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat de respons bijdraagt aan de opsporing/oplossing van inbrekers/inbraken. Toename alertheid Burgernetters naar aanleiding van Burgernet-alerteringsberichten Uit figuur 25 (p.43) blijkt dat Burgernetters alerter zijn geworden door de Burgernet-alertering. In figuur 26 (p.44) wordt dit onderbouwd met het citaat van coördinator A van het woninginbrakenteam, hierin wordt gezegd dat Burgernetters alerter worden door de Burgernetalerteringsberichten. Uit figuur 27 (p.44) blijkt een stijging van meldingen van verdachte situaties in het jaar 2013 ten opzichte van het jaar 2012, dit valt volgens Bureau Burgernet en coördinator B van het woninginbrakenteam mogelijk samen met een toename van de alertheid van de Burgernetters door de Burgernet-alertering. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters alerter zijn geworden door de Burgernet-alerteringsberichten. Toepassing preventiemaatregelen door Burgernetters naar aanleiding van Burgernet-alertering Uit figuur 28 (p.45) blijkt dat een derde (33%) van de Burgernetters preventiemaatregelen heeft getroffen naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Er kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters preventiemaatregelen nemen na aanleiding van een Burgernet-alertering. 56 3.5 Hoofdvraag: In hoeverre is de ‘’Burgernet-alertering’’ bij woninginbraken in Gelderland-Midden effectief In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag van dit onderzoek. Zoals bij het conceptueel model besproken is, kan de hoofdvraag beantwoordt worden door de doelstellingen van de Burgernet-alertering te vergelijken met de resultaten. Er wordt per doelstelling geconcludeerd of deze behaald is, vervolgens kan een conclusie getrokken worden over de effectiviteit van de Burgernet-alertering. Regionale algemene doelstelling: Samen met burgers, politie Gelderland-Midden en de gemeenten in de regio een actieve bijdrage leveren aan veiligheid in de omgeving, door het betrekken van de deelnemende burgers van Burgernet bij de politieprocessen opsporen, noodhulp en handhaven. Uit paragraaf 2.7.1 blijkt dat de Burgernetters tevreden zijn over de politie in het algemeen. De Burgernetters zijn meer tevreden over de politie dan de burgers die benaderd zijn voor het bevolkingsonderzoek van de veiligheidsmonitor, zo blijkt uit figuur 6 (p.20) van de veiligheidsmonitor en figuur 12 (p.34) van dit onderzoek. Op het gebied van het oplossen van woninginbraken zijn de Burgernetters minder uitgesproken. De Burgernetters zijn niet tevreden en niet ontevreden over het functioneren van de politie op het gebied van het oplossen van woninginbraken. De Burgernetters zijn neutraal dan wel tevreden over de gemeenten op het gebied van leefbaarheid en veiligheid en zijn neutraal op het gebied van het oplossen van woninginbraken door de gemeenten. Uit figuur 17 (p.37) blijkt dat bijna alle burgernetters tevreden zijn over Burgernet. Zo kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters grotendeels tevreden zijn over politie, gemeenten en Burgernet in het algemeen. De Burgernetters zijn neutraal over politie en gemeenten op het gebied van het oplossen van woninginbraken. Uit paragraaf 2.7.2 kan geconcludeerd worden dat een bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid in de omgeving. Zowel vanuit de kant van de politie als de kant van de burger wordt aangegeven dat een bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid in de omgeving. Uit figuur 21 (p.40) blijkt dat 83% van de Burgernetters vindt een extra bijdrage te leveren aan de veiligheid in de buurt door lid te zijn van Burgernet. De coördinator A van het woninginbrakenteam geeft aan dat een bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid in de buurt. In figuur 23 wordt dit nogmaals benadrukt (p.41). Zo kan geconcludeerd worden dat samen met burgers, politie Gelderland-Midden en de gemeenten een actieve bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid in de omgeving. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat deze doelstelling behaald wordt. Doelstelling 1: Naast het reguliere buurtonderzoek een online buurtonderzoek per e-mail onder Burgernetdeelnemers verrichten, waaruit mogelijke opsporingsinformatie van de kant van buurtbewoners/getuigen komt. Uit paragraaf 2.7.2 blijkt dat niet in alle gevallen een Burgernet-alertering wordt verstuurd. Na meer dan de helft (55%) van de woninginbraken is er geen Burgernet-alertering verstuurd. Dit komt zoals al eerder benoemd is, doordat de UCK`s niet in alle gevallen een verzoekbericht door zetten naar 57 Burgernet. Er kan geconcludeerd worden dat het eerste gedeelte van deze doelstelling; ‘’een online buurtonderzoek per e-mail onder Burgernetdeelnemers verrichten’’ niet volledig wordt behaald. Uit paragraaf 2.7.2 blijkt dat opsporinginformatie voortkomt uit de Burgernet-alertering. Zo zijn er 74 meldingen binnengekomen naar aanleiding van een Burgernet-alertering. Op ongeveer 1 op de 22 Burgernet-alerteringen(4,5%) die verstuurd wordt, komt een reactie binnen. Zoals in paragraaf 2.7.2 aangegeven wordt, is de 4,5% respons die genoemd wordt alleen de respons die door de UCK als relevant wordt ervaren. Er kan geen compleet beeld gegeven worden van de volledige respons maar alleen van de relevante respons. Doordat de meetbaarheid van de doelstelling ontbreekt, is het lastig een conclusie te trekken. In de doelstelling wordt genoemd: ‘’waaruit mogelijke opsporinginformatie voortkomt’’. Dit is zoals hierboven genoemd wel het geval. Zo kan geconcludeerd worden dat het tweede gedeelte van deze doelstelling:’’opsporinginformatie uit de kant van buurtbewoners’’ wordt behaald. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat het eerste gedeelte van deze doelstelling gedeeltelijk wordt behaald en het tweede gedeelte volledig. Deze doelstelling wordt dan ook gedeeltelijk behaald. Doelstelling 2: De Burgernetter extra alert maken op de kans op woninginbraken in de buurt en stimuleren dat men bij verdachte situaties contact opneemt met de politie via 0900-8844. Uit figuur 23 (p.44) blijkt dat een groot gedeelte van de Burgernetters vindt dat zij extra alert zijn geworden door de Burgernet-alertering. Het woninginbrakenteam trekt dezelfde conclusie blijkend uit het citaat in figuur 26 (p.44). Zo kan geconcludeerd worden dat de Burgernetters extra alert gemaakt worden op de kans op woninginbraken in de buurt. Uit paragraaf 2.7.3 blijkt vervolgens dat Burgernetters gestimuleerd word en om contact op te nemen met de politie. Uit figuur 30 en 31 (p.46) blijkt dat alle Burgernetters die een verdachte situatie gezien hebben, contact hebben opgenomen met de politie via 0900-8844. Zo kan geconcludeerd worden dat Burgernetters gestimuleerd worden om bij verdachte situaties contact op te nemen met de politie. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat deze doelstelling wordt behaald. Doelstelling 3: Burgernetters stimuleren om preventiemaatregelen te treffen tegen woninginbraken. Uit paragraaf 2.7.4 blijkt dat Burgernetters gestimuleerd worden om preventiemaatregelen te treffen, door de Burgernet-alertering. Uit paragraaf 2.7.4 blijkt dat meer dan de helft van de Burgernetters de site met preventiemaatregelen heeft bezocht en vervolgens uit figuur 28 (p.45) blijkt dat een derde van de Burgernetters daadwerkelijk preventiemaatregelen heeft genomen naar aanleiding van de Burgernet-alertering. Zo kan geconcludeerd worden dat Burgernetters gestimuleerd worden om preventiemaatregelen te treffen. Op basis van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat deze doelstelling wordt behaald. 58 Effectiviteit Burgernet-alertering Op bovenstaande pagina`s is een conclusie getrokken per doelstelling. Van de vier genoemde doelstellingen zijn drie van de vier doelstellingen volledig behaald. Doelstelling 1 wordt zoals eerder besproken niet volledig behaald. Op basis van deze gegevens kan antwoord gegeven worden op de hoofdvraag: ‘’In hoeverre is de Burgernet-alertering bij woninginbraken in Gelderland-Midden effectief?’’ Er kan geconcludeerd worden dat de Burgernet-alertering bij woninginbraken in de regio Gelderland-Midden grotendeels effectief is. 59 4. Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan over de Burgernet-alertering. 1. Naar aanleiding van de conclusie uit paragraaf 3.1, wordt een aanbeveling gedaan. De doelstellingen van de Burgernet-alertering zijn niet SMART geformuleerd. De doelstellingen van de Burgernet-alertering zijn niet meetbaar en tijdsgebonden. Wanneer de doelstellingen meetbaar worden geformuleerd, is het makkelijker een uitspraak te doen over het wel of niet behalen van een doelstelling. Het is dan ook wenselijk de doelstellingen van de Burgernet-alertering SMART te formuleren. 2. Naar aanleiding van de conclusie uit paragraaf 3.5, wordt een aanbeveling gedaan. Er wordt niet na elke woninginbraak een Burgernet-alertering verstuurd. Dit zorgt ervoor dat de Burgernet-alertering niet volledig benut wordt. Het is wenselijk dat na elke woninginbraak een Burgernet-alertering verstuurd wordt om zo het instrument volledig te benutten. Aan de UCK`s zou nogmaals het verzoek neergelegd kunnen worden om na elke woninginbraak een verzoekbericht te sturen. 3. Naar alleen van de conclusie uit paragraaf uit 3.5, wordt een aanbeveling gedaan. Er vindt geen registratie plaats van respons die binnenkomt naar aanleiding van een Burgernetalertering. Via een omweg is de belangrijke respons die binnenkwam naar aanleiding van de Burgernet-alerteringen meetbaar gemaakt. Het is wenselijk om alle respons die binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering te registreren. Zodat in de toekomst op een eenvoudige manier bekeken kan worden hoeveel respons binnenkomt naar aanleiding van een Burgernet-alertering. 60 5. Literatuur Brandweer Lunteren (2013). Kaartje regio Gelderland-Midden. Binnengehaald 13 januari 2014, van http://brandweerlunteren.tempra.Nl/algemeen/kaart-regio.html. Brink, M. van den (2010). Overheidscommunicatie en burgerparticipatie: een onderzoek naar de inzet van elektronische communicatiemiddelen om burgers te laten participeren bij veiligheidsproblematiek. Binnengehaald 13 maart 2014, van http://essay.utwente.nl/60408/1/MA_thesis_M_van_den_Brink.pdf. Burgernet (2011). Burgernet kaart Gelderland-Midden. Velp: Burgernet (interne publicatie). Burgernet (2012). Lijst met Burgernetgemeenten. Velp: Burgernet (interne publicatie). Burgernet (2013). Wat is Burgernet? Binnengehaald 13 januari 2014, van https://www.Burgernet.nl/content/over-Burgernet. Blinker (2014). Enquete Burgernet 2014. Zoetermeer: Blinker (interne publicatie). CBS (2013). Definities en omschrijvingen van activiteitenveiligheidszorg. Binnengehaald 13 januari 2014, van http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/veiligheid.recht/methoden/dataverzameling/overige-dataverzameling/uitgaven-veiligheidszorg-bijlage-1methode.htm. CBS, I&O research (2014). Veiligheidsmonitor 2013. Binnengehaald 15 mei 2014, van http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/7F48CF73-01A2-4B3B-A953FFDCBE7E9D5B/0/2014veiligheidsmonitor2013pub.pdf. CCV (2013). Trends woningbraak. Binnengehaald 5 november 2013, van http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/trends/infosheet_trends_woninginbraak_2013.p df. Gelderlander (2013). 2 Arnhemmers vast voor inbraak in Elst. Binnengehaald 2 november 2013, van http://www.gelderlander.nl/regio/betuwe/2-arnhemmers-vast-voor-inbraak-in-elst-1.4069334. Halderen van, R.C. (2013). Preventiemaatregelen woninginbraak. Binnengehaald 5 maart 2014, van http://www.Veilig-ontwerp-beheer.nl/publicaties/preventiemaatregelen-woninginbrakenachterpaden. Inview veldwerk (2014). Deskresearch. Binnengehaald 20 maart 2014, van http://www.inviewveldwerk.nl/over_marktonderzoek_deskresearch.html. 61 Klein Haneveld, R.K., Boes, S., & Kop, N. (2012). Woninginbraken een onderzoek naar het fenomeen woninginbraken en mogelijke aanpak hiertegen. Binnengehaald 2 november 2013, van https://www.politieacademie.nl/overdepolitieacademie/nieuws/Documents/RapportWoninginbrake n_definitief.pdf. Kunst, P.E.J., & Olie, R.L., & Romme, A.G.L. (2005). Over management en organisatie. ThiemeMeulenhoff. Mauritz, I.J. (2011). Evaluatie uitrol Burgernet. Velp: Burgernet (interne publicatie). Mauritz, I.J. (2013a). Burgernet-alertering bij woninginbraken. Velp: Burgernet (interne publicatie). Mauritz, I.J. (2013b). Inzet Burgernet bij high impact crime. Velp: Burgernet (interne publicatie). Mauritz, I.J. (2013c). Overzicht actiedossier Gelderland-Midden. Velp: Burgernet (interne publicatie). Mauritz, I.J. (2013d). Overzicht deelnemers Burgernet. Velp: Burgernet (interne publicatie). Moll, T. (2008). Burgerschap en communicatie over burgerschapstheorieën en de relatie met overheidscommunicatie. Binnengehaald 5 maart 2014, van http://www.inholland.nl/NR/rdonlyres/88111F2E-31F0-4729-91A94499325F6175/0/MicrosoftWordPaperEtm. Nieuwenhuis, M.A. (2010). The Art of Management. Binnengehaald 20 maart 2014, van http://123management.nl/0/020_structuur/a212_structuur_05_processtructuur_pdca.html. Politie (2013a). Focus op landelijke aanpak woninginbraken. Binnengehaald 22 mei 2014, van http://www.politie.nl/nieuws/2013/maart/19/00-focus-op-landelijke-aanpak-woninginbraken.html. Politie (2013b). Opsporing. Binnengehaald 13 januari 2014, van http://www.politie.nl/onderwerpen/opsporing.html. Politie (2013c). Woninginbraak. Binnengehaald 5 november 2013, van http://www.politie.nl/onderwerpen/woninginbraak.html. Politie (2013c). Basisvoorziening handhaving. Arnhem: Politie (interne publicatie). Politie (2014a). Woninginbraakcijfers. Arnhem: Politie (interne publicatie). Politie (2014b). Rapportage Burgernet. Enschede: Politie (interne publicatie). Politie (2014c). Verdachte situaties. Enschede: Politie (interne publicatie). 62 Politiekeurmerk (2011). Politie Gelderland-Midden opent aanval op woninginbraken. Binnengehaald 5 november 2013, van http://www.politiekeurmerk.nl/nieuws/2011/030211_politie_gelderland_midden_opent_aanval_op _woninginbraken. Schop, G. Doelen smart formuleren. Binnengehaald 30 mei 2014, van http://www.gertjanschop.com/modellen/doelen_smart_formuleren__uitgebreide_toelichting_.html. Smit, P.R., Tulder F.P., Meijer, R.F. en Groen P.P.F. (2013). Het ophelderingspercentage nader beschouwd. Binnengehaald 13 januari 2014, van http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=web&cd=2&ved=0CDUQFjAB&url= http%3A%2F%2Fwww.wodc.nl%2Fimages%2Fob213-volledige-tekst_tcm44-58033.pdf&ei=1KjTUo1K8SVyAPBoYDYBA&usg=AFQjCNEbOwYIABkt8u7HLzuvjN-0u2Jzow. Stol, W.,Tielenburg, C., Rodenhuis, W., Pleysier, S., Timmer, J. (red.) (2011). Basisboek integrale veiligheid. Eerste druk. Bussum: Coutinho. Stoop, P. (2010). Effectonderzoek. Binnengehaald 2 juni 2014, van https://www.utrecht.nl/images/DWS/Noordwest/2011/PDF/Effectonderzoek%20Burgernet%20Zuile n.pdf. Terpstra, J. & R. Kouwenhoven (2004). Samenwerking en netwerken in de lokale veiligheidszorg. Kerckebosch, Zeist. Twynstra Gudde (2008). Derde generatie burgerparticipatie, hoe doe je dat? Binnengehaald 5 maart 2014, van http://www.vng.nl/files/vng/vng/Documenten/Extranet/Burgerzaken/bestanden_burgerparticipatie/ IAMB_PUB_DerdeGenBurgerparticipatie.pdf. Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek? Den haag: Boom onderwijs. Vonk, A. (2011). Angstige burgers? Rapport over veiligheidsbeleving in de buurt. Binnengehaald 5 maart 2014, van http://www.nieuwwaldeck.eu/mediapool/60/607863/data/Angstige_burgers_Veiligheidsbeleving_in _de_buurt.pdf. Wegwijzerjeugdenveiligheid (2014). Evaluatie jeugd en veiligheid. Binnengehaald 5 maart 2014, van http://www.Wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/stappenplan/evaluatie. Willekens, H. G.J.I. (2014a). Buurtonderzoek. Arnhem: Politie (interne publicatie). Willekens, H. G.J.I. (2014b). Project Waaks. Arnhem: Politie (interne publicatie). Willekens, H. G.J.I. (2014c).Unit. Arnhem: Politie (interne publicatie). 63 Willekens, H. G.J.I. (2014d). Unit coördinatie knooppunt (UCK). Arnhem: Politie (interne publicatie). Wyngaert, C. van den (2009). Strafrecht & strafprocesrecht in hoofdlijnen. Binnengehaald 27 mei 2014, van http://books.google.nl/books?id=me3O6e2bYBMC&pg=PA233&lpg=PA233&dq=misdrijven+op+heter daad&source=bl&ots=vc6r6VrMZB&sig=0YuFJc9yKUwz6hqC6DFansksGIo&hl=nl&sa=X&ei=d1SEU8LH EsaNONSygagJ&ved=0CDoQ6AEwBQ#v=onepage&q=misdrijven%20op%20heterdaad&f=false. 64
© Copyright 2024 ExpyDoc