Taalleren in interactie. Ciska Heertjes-Groen

TAALLEREN IN INTERACTIE
alleen voor cluster 2?
Ciska Heertjes-Groen
Logopediste Taalbrug SO
Begeleidster TII SBO
INHOUD

Video opname TOS klas op de Taalbrug SO

Wat zie je?

Wat is taalleren in interactie?

Taalleren in interactie alleen voor cluster 2 leerlingen?
VIDEO OPNAME

Fragment “kinderpostzegels” met een eindgroep op Taalbrug SO
WAT HEB JE GEZIEN?
THEORIE
RMM
REFLECTERENDE MOEDERTAALMETHODE

Van Uden (jaren 70) auditief beperkten RMM

Reflecterende Moedertaal Methode

Gebaseerd op de interactie tussen ouder en kind
INTERACTIEF TAALONDERWIJS
OP DE BASISSCHOOL

Jaren 90 Expertise Centrum Nederland

Interactief taalonderwijs in BaO

Verbinding tussen processen taalverwerving thuis en leren van
taal in de context van het onderwijs
TAALLEREN IN INTERACTIE
OP DE TAALBRUG
3 UITGANGSPUNTEN
1.
Taal leren in omgang met anderen
2.
Aansluiten bij de ervaring van kinderen
3.
Geleid zelf ontdekkend leren en reflectie
VISIE

Kinderen met TOS leren taal in gesprekken door in de interactie
de onvolledige of beperkte uitingen van kinderen centraal te
stellen en er bewust op te reageren in de zone van de naaste
ontwikkeling.
KNELPUNT IN ONDERWIJS

Interactie in het onderwijs is beperkt. Spreekinitiatief ligt meestal
bij de leerkracht

Kennisoverdracht en uitleg staan centraal

Vaak worden vragen gesteld waarop de leerkracht zelf het
antwoord al kent
WAT HEB JE ALS BEGELEIDER NODIG
VOOR GOED INTERACTIEF TAALONDERWIJS?

1. Je moet beschikken over basisvaardigheden m.b.t.
gesprekvoering (observatie formulier)

2. Je moet taalleersituaties creëren waarin je kinderen de ruimte
biedt om op eigen initiatief te praten

3. Je moet kunnen vangen en de dubbelrol kunnen spelen en
schriftelijke ondersteuning kunnen bieden

4.Je moet gesprekonderwerpen kiezen die aansluiten bij de
ervaring en de beleving van kinderen
1. BASISVAARDIGHEDEN

fragment basisvaardigheden (observatie formulier invullen)
OBSERVATIE FORMULIER
2. RUIMTE GEVEN

Fragment ruimte bieden
2. RUIMTE GEVEN
3. VANGEN EN DE DUBBELROL
Vangen
De begeleider is er voortdurend op gericht het kind te volgen, door er naar te
luisteren en te kijken. De begeleider vangt wat het kind doet of bedoelt te zeggen
maar nog niet goed kan (uitzeggingsbehoefte).
Eerste helft van de dubbelrol
De begeleider speelt de rol van het kind en geeft het goede voorbeeld. De uiting
van het kind wordt herhaald in correcte omgangstaal. Taalaanbod in de zone van
de naaste ontwikkeling.
Tweede helft van de dubbelrol
De begeleider heeft zijn eigen inbreng in het gesprek, maar zorgt ervoor dat het
taalaanbod gericht is op de ontwikkeling van het kind.
Uiting leerling
Vangen
Eerste helft van
de dubbelrol
Leerling
laten herhalen
Tweede helft
“Scheuren”
Ik denk dat hij
bedoelt…
“Je scheurt de
zegel eraf”
“ik scheur de
zegel eraf”
Zo, en dan ben
je klaar…
Fragment vangen en de dubbelrol

Fragment vangen en de dubbelrol
Logo : wat zeg je?
LL 1 : Eigenlijk moet je gewoon een schaar meenemen, da’s veel handiger, dat
je die knipt. Dan hoef je die niet zo te scheuren. Voor dezelfde geld scheur je
‘m kapot.
Logo : Julian zegt: je kunt misschien beter een schaar meenemen. Dan kun je
‘m gemakkelijker eraf halen.
Logo : Kijk (wachten!!) Tweede helft
LL 2 : Er zitten van die hele kleine puntjes aan. Dat is makkelijker om te scheuren.
Logo : Heel goed. Er zitten van die kleine gaatjes in zegt Douk. Dan kun je
gemakkelijk scheuren. Eerste helft
Tweede helft?
Eerste helft
4. GESPREKSONDERWERPEN KIEZEN

Oefening geschikt gespreksonderwerp
COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN

Een voorwaarde om taal te kunnen leren in interactie is dat
kinderen beschikken over de nodige functies en vaardigheden
om te kunnen communiceren. Daarom vraagt het ontwikkelen
van com. vaardigheden in het onderwijs aan TOS kinderen
bijzondere aandacht.

Leerlijn communicatieve vaardigheden

Reflectie vooraf, tijdens en na
10 HOOFDDOELEN
COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN

1. Aandachtig luisteren

2. Initiatief nemen

3. Beurtgedrag

4. Informatie vragen en geven

5 Praten over gevoelens

6. Interactie regelen

7. Reageren op de ander

8. Opdracht gesprek of mondelinge verhaal begrijpen

9. Begrijpelijk vertellen

10. Soorten gesprekken
REFLECTIE

Fragment reflectie voor tijdens achteraf
Taalleren in interactie
Basisvaardigheden
gespreksonderwerp
Gesprek
Vangen & Dubbelrol
Communicatieve vaardigheden
Afspraken vooraf
Reflectie tijdens
Reflectie eind
TAALLEREN IN INTERACTIE
ALLEEN VOOR CLUSTER 2?
TAALLEREN IN INTERACTIE
SBO PETRUS DONDERS IN GEMERT
•
Taal leren door gesprekken voeren
•
Basis voorwaarden
•
Vangen en de dubbelrol
•
Communicatieve vaardigheden
COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN
SBO

1. Aandachtig luisteren

2. Initiatief nemen

3. Beurtgedrag

4. Informatie vragen en geven

5 Praten over gevoelens

6. Interactie regelen

7. Reageren op de ander

8. Opdracht gesprek of mondelinge verhaal begrijpen

9. Begrijpelijk vertellen

10. Soorten gesprekken

Fragment konijntje SBO
DUS
IS TAAL LEREN IN INTERACTIE
ALLEEN VOOR CLUSTER 2?
Nee!!!