Agenda gemeenteraadszitting 4 maart 2014

AGENDA VAN DE
GEMEENTERAADSZITTING VAN 3 MAART 2014
SAMENVATTENDE INHOUD VAN DE AGENDAPUNTEN
Openbare zitting
1.
Goedkeuring notulen van 3 februari 2014.
OVERWEGEND GEDEELTE
Juridische grond
Artikelen 33, 180 en 181 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
Feiten – context
De notulen van de vergadering van 3 februari 2014 werden conform de bepalingen van het
gemeentedecreet opgemaakt en tijdig ter beschikking gesteld van de raadsleden. Er zijn geen
opmerkingen geformuleerd waardoor ze als goedgekeurd kunnen beschouwd worden.
BESCHIKKEND GEDEELTE
Op basis van deze overwegingen worden de notulen van de zitting van 3 februari 2014 als
goedgekeurd beschouwd.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------2.
Politieverordening houdende tijdelijke ordemaatregelen naar aanleiding van evenementen
Goedkeuring
OVERWEGEND GEDEELTE:
Juridische grond
De wet betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg,
gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
Het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Het KB van 10 augustus 1998 art. 7 § 2, 1° houdende de oprichting van het Commissie voor
Dringende Geneeskundige Hulpverlening.
De wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties,
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 1999.
Het KB van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot
inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van
gemeentelijke administratieve sancties, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van
2 februari 2001.
Het KB van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.
De omzendbrief OOP 30bis van 3 januari 2005 aangaande de uitvoering van de wetten van
13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van
de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van
17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, Belgisch Staatsblad 20 januari 2005 (tweede
uitgave).
De omzendbrief OOP 30ter waarbij uitleg verschaft word bij de wijziging van artikel 119bis van de
nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen.
De wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen.
De wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming,
het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet
en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie.
De nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis, 119ter en art. 135 § 2.
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
De ministeriële omzendbrief van 10 december 1987 van de minister van Binnenlandse Zaken
houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving.
Bevoegdheid
De gemeenteraad kan maatregelen nemen naar aanleiding van de organisatie van evenementen op
haar grondgebied, dit met het oog op een goed en veilig verloop ervan. De gemeenteraad voorziet
daarbij in een politieverordening waarin de voorwaarden worden bepaald en waarbij de overtredingen
zijn opgenomen die strafbaar worden gesteld op het grondgebied van de stad.
Artikel 119bis, §1, van de nieuwe gemeentewet laat aan de gemeenteraad de keuzevrijheid
politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of
verordeningen.
Feiten – context
Jaarlijks vinden er talloze activiteiten en evenementen op het grondgebied van Ieper plaats. Om deze
evenementen allemaal in goede banen te leiden zou het opportuun zijn om hiervoor een algemene
reglement te hebben. Dit algemeen reglement is optimaal een politieverordening zijnde houdende
tijdelijke politiemaatregelen zijn.
De eerste activiteit die onder deze politieverordening zou vallen is de wielerwedstrijd "Gent-Wevelgem
voor Vrouwen” en “Gent-Wevelgem voor Elite" op 30 maart 2014, weliswaar ermee rekening houdend
dat de termijnen voorzien in verordening in casu niet kunnen toegepast worden.
Andere activiteiten (niet limitatief weliswaar) zijn: Wings for Life-run, start Tour de France, Ypres Geko
Rally, Disney Channel Zomertour, Dwars door Ieper etc..
De organisatie van deze evenementen zal zeker een volkstoeloop met zich mee brengen, vooral bij de
start op de Grote Markt.
De laatste jaren blijft het aantal commerciële activiteiten, die langsheen het parcours van dergelijke
evenementen worden georganiseerd, toenemen. Dergelijke activiteiten worden voornamelijk
georganiseerd op locaties die op zich al veel toeschouwers aantrekken waardoor de te nemen
veiligheidsmaatregelen moeten verhoogd worden.
Coördinatie en overleg tussen de verschillende organisatoren van activiteiten op dezelfde locatie is
dan ook aangewezen.
Het is aangewezen dat de organisatoren van de verschillende (deel)activiteiten onderling de nodige
afspraken maken inzake opvang van de toeschouwers, parkings, enz … teneinde de overlast voor de
bewoners langsheen deze delen van het parcours tot een minimum te beperken.
Een aantal bijkomende maatregelen dringen zich op om zowel de veiligheid van de toeschouwers te
kunnen waarborgen en om het normaal verloop van het evenement te kunnen garanderen:
−
Voorafgaandelijke kennisgeving van alle commerciële activiteiten langsheen de reisweg
−
Voorafgaandelijk overleg tussen de organisatoren van de verschillende activiteiten langsheen
de reisweg en de bestuurlijke overheid;
−
Voorafgaandelijk overleg tussen de verschillende hulp- en veiligheidsdiensten onderling opdat
de dringende hulpverlening kan gegarandeerd worden.
Om deze overlegmomenten voldoende vooraf te kunnen inplannen, moeten dergelijke activiteiten
(zijnde een wielerkoers, loopwedstrijd, etc.;) minstens twee maanden (voor de activiteit zelf) op
voorhand worden aangevraagd.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de raad om een politieverordening evenementen goed te
keuren met de bepalingen hierop volgend:
“I. Activiteiten op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein
Artikel 1
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft tijdens een
manifestatie is slechts toegelaten op voorwaarde dat deze door de burgemeester van de stad Ieper is
goedgekeurd.
Alle aanvragen tot vergunning moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste twee maanden
vooraf bij de burgemeester worden ingediend.
De aanvraag tot vergunning moet de volgende gegevens vermelden :
1. De naam, adres en contactgegevens van de aanvrager/organisator.
2. Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, het adres
van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de
rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden.
3. De juiste omschrijving van de geplande éénmalige of bijkomende activiteit met de vermelding of deze
publiek of alleen op een uitnodiging toegankelijk is met een raming van het aantal genodigden.
4. De juiste locatie ervan.
5. De logistieke faciliteiten (tenten, toiletten, parkings, toegang…) die zullen worden in plaats gesteld.
6. De interne veiligheidsmaatregelen (nadars, stewards, ….).
7. De eventuele aanwezigheid van een medische hulppost, met inhoudelijke beschrijving.Artikel 2
Ten laatste twintig dagen voor de activiteit verzendt de burgemeester aan de in artikel 1 bedoelde
aanvragers hetzij de vergunning hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning.
In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.
De organisatoren van de vergunde activiteiten hebben de plicht de voorwaarden onder dewelke de
vergunning werd verleend na te leven.
Een afschrift van de vergunde activiteiten wordt aan de korpschef van de lokale politie en aan de
commandant van de brandweer bezorgd, en, indien van toepassing, aan de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Artikel 3
Indien wordt vastgesteld dat een organisator één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning
werd verleend, niet naleeft kan de burgemeester de vergunning intrekken.
Het niet naleven van een of meerdere voorwaarden in het verleden kan door de burgemeester als
motief ingeroepen worden om het verlenen van de vergunning te weigeren.
II. Activiteiten in een besloten plaats met openbaar karakter
Artikel 4
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats tijdens een
manifestatie en die doorgaat in een besloten plaats maar die voor iedereen vrij toegankelijk is, hetzij
gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij op vertoon van een toegangskaart of een
uitnodiging wanneer deze ter beschikking wordt gesteld van eenieder die ze aanvraagt, dient ten
laatste één maand vooraf aangevraagd te worden aan de burgemeester van de stad Ieper. De
melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.
Artikel 5
De burgemeester kan in functie van het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de
aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen organiseren met de
organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde de nodige afspraken
te maken inzake opvang van de toeschouwers en/of genodigden, de in te richten parkings, het in te
huren sanitair, de vrij te houden evacuatiewegen, de te plaatsen veiligheidsvoorzieningen, enz …
Artikel 6
De burgemeester kan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 doen stopzetten of inperken (qua
aantal, duur, ruimtegebruik,…) indien aan de voorafgaandelijk bepaalde afspraken (artikel 5) niet
wordt voldaan of indien ze een gevaar vormen voor de openbare orde (openbare rust, openbare
veiligheid of openbare gezondheid).
III. Veiligheidszones
Artikel 7
De burgemeester kan op basis van een risico-analyse, rekening houdend met de volkstoeloop op
bepaalde plaatsen en de aard van het terrein, op voorhand een gebied als veiligheidszone definiëren,
ten einde de openbare veiligheid en orde beter te kunnen beheersen.
Een veiligheidszone is een duidelijk afgebakend gebied waar bijkomende veiligheidsmaatregelen
noodzakelijk zijn omwille van het groot aantal mensen, de beperkte mobiliteit, de aanwezigheid van
risicoverzwarend materiaal (tenten, gasflessen,…)
Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit anders dan vermeld onder
rubriek I en II, die plaats heeft omwille van of tijdens een manifestatie en die plaats vindt in een
veiligheidszone, dient eveneens ten laatste één maand vooraf gemeld te worden aan de
burgemeester van de stad Ieper. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1.
De burgemeester organiseert rekening houdend met het aantal aanvragen of meldingen en de juiste
locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen met
de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde in nauwe
samenspraak met de lokale veiligheidscel één inplantingsplan en één veiligheidsplan op te maken
voor de hele veiligheidszone.
Artikel 8
Naargelang de veiligheidszone zich bevindt op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet
afgesloten terrein, dan wel op een besloten plaats die voor iedereen vrij toegankelijk is, zijn de
bepalingen van respectievelijk artikel 2 en 3, dan wel artikel 6 van toepassing.
IV. Algemene bepalingen
Artikel 9 : Sancties
Overtredingen op de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 van deze verordening zullen worden bestraft met
een administratieve geldboete van maximum 250 euro.
Onverminderd de toepassing van een administratieve geldboete moet de overtreder van de
bepalingen van artikel 1, 4 en 7 alsook degene die één of meerdere voorwaarden niet naleeft zich
schikken naar de aanmaningen van de burgemeester zoniet houdt de stad zich het recht voor het te
doen op kosten en risico van de overtreder.
De stad houdt zich hetzelfde recht voor indien de organisator van de activiteit niet tijdig kan worden
opgezocht.
De burgemeester kan in toepassing van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de
openbare orde een randactiviteit verbieden.
Artikel 10
Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in art. 186 en 187 van het
gemeentedecreet.”
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------3.
Protocol Westhoekoverleg. Wijziging. Goedkeuring.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43,
betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met
264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Feiten, Context, Argumentatie
In december vorig jaar bezorgde Westhoekoverleg het protocol voor de periode 2014-2019. In reactie
hierop ontving Westhoekoverleg een aantal opmerkingen die verwerkt zijn in een nieuwe
protocolovereenkomst. De voornaamste wijziging betreft de besluitvormingswijze van de algemene
vergadering.
In zitting van 9 december 2013 keurde de raad het oorspronkelijk protocol Westhoekoverleg 20142019 goed. Aan de raad wordt voorgesteld om, zoals de andere deelnemende gemeenten, het
gewijzigde protocol voor de periode 2014-2019 goed te keuren.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de raad het gewijzigd protocol Westhoekoverleg 2014-2019
goed te keuren.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4.
IFFM vzw. Agendapunten statutaire algemene vergadering 2014. Standpuntbepaling
gemeenteraad.
BIJKOMENDE INFORMATIE :
In bijlage worden volgende stukken gevoegd:
- verslag selectieprocedure beëdigd accountant/bedrijfsrevisor;
- balans en resultaatrekening op 31/12/2013 + verslag controle boekjaar 2013;
- ontwerp budget 2014.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Feiten, Context, Argumentatie
Eind 2013 werd de omvorming van de vzw In Flanders Fields Museum naar een Extern
Verzelfstandigd Agentschap met Private rechtspersoonlijkheid (EVAP) afgerond. Eén van de
bepalingen voor EVAP’s is dat agendapunten van de algemene vergadering voorafgaand moeten
voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Zo kan de gemeenteraad haar standpunt over de
agendapunten bepalen en kan de vertegenwoordiger van de gemeenteraad – m.n. raadslid Paul
Victoor – op de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Dit gaat in concreto over de punten waarvoor een beslissing van de algemene vergadering vereist is.
Hieronder de punten die op de agenda van de volgende algemene vergadering van de vzw IFFM (op
10/03/14) geplaatst worden. Over de punten 2, 3, 4 en 6 moet de algemene vergadering een
beslissing nemen.
1) verslag bezoekerscijfers 2013:
2) aanstelling beëdigd accountant/bedrijfsrevisor voor de boekjaren 2013-2014-2015 – toelichting
bij de aanstellingsprocedure;
3) balans en resultaatrekening op 31/12/2013; verslag controle boekjaar 2013;
4) kwijting van de bestuurders;
5) evolutie & prognose liquiditeiten vzw IFFM;
6) toelichting en voorstel tot goedkeuring budget 2014;
7) programma IFFM 2014;
8) gezamenlijk subsidiedossier zuidelijke Westhoek ‘1917-2017’ voor impulsfonds evenementen
100 jaar Groote Oorlog Toerisme Vlaanderen;
9) varia.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de raad
Artikel 1: Het akkoord te verlenen aan de aanstelling van Ronny Steyaert Accountants voor de
controle van de boekjaren 2013-2014-2015 van de vzw IFFM.
Artikel 2: Kwijting te verlenen aan de bestuurder van de vzw IFFM op basis van de voorgelegde
balans en resultaatrekening op 31/12/2013 en het verslag van de controle van het boekjaar
2013.
Artikel 3: Goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde budget 2014.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5.
Leningspakket 2014. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen.
BIJKOMENDE INFORMATIE:
Bijlage
Bestek leningspakket 2014- FIN/LEN2014/01.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering
15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de
gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011.
Omzendbrief van 3 december 1997 – Overheidsopdrachten – Financiële diensten bedoeld in
categorie 6 van bijlage 2 bij de wet van 24 december 1993: bank- en beleggingsdiensten en
verzekeringsdiensten.
De artikelen 9 §§ 2 en 3 van het Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van
de overheidsopdrachten en van de concessies voor Openbare werken van 14 januari 2013.
Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en
bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013.
Feiten, Context, Argumentatie
In de meerjarenplanning 2014-2019 en in het budget 2014 is voorzien om een bedrag van 8.000.000
EUR aan kredieten aan te trekken ter financiering van de investeringen.
De leningen worden in gevolge BBC-wetgeving niet meer per project aangegaan maar dienen voor de
globale financiering van de investeringen.
Momenteel is de lange termijnrente op een laag peil en de verwachting is dat de lange termijnrente zal
stijgen naar de tweede helft van het jaar.
Het is dus opportuun om heden een marktbevraging te doen
De gevraagde dienst zou een lening betreffen van 8.000.000 EUR met looptijd van 20 jaar.
Herzieningsperiodiciteit met vaste rentevoet.
Met verplichte varianten :
- 3-jaarlijkse herziening
- 5-jaarlijkse herziening
De periodiciteit van aanrekening van kapitaalaflossing en interest aanrekening zou bepaald worden op
zesmaandelijks.
Financiële Gevolgen
De aflossingen en interesten zullen aangerekend worden op de ACS42 /0040/423300 voor de
aflossingen en op de ACS42/0040/650000 voor de interesten.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de raad:
Artikel 1: Er zal een opdracht uitgeschreven worden tot het verstrekken van een lening van
8.000.000 EUR ter financiering van de geplande investeringen van de stad Ieper in 2014
Artikel 2: Het bestek hiertoe opgemaakt door de stedelijke administratie, goed te keuren en deze
opdracht te gunnen bij open offerteaanvraag.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6.
Restauratie van de voormalige muziekacademie, d’Hondtstraat 65-67 te Ieper.
Goedkeuring stadsaandeel in de restauratiepremie.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Artikelen 42-43 en 57-58 van het gemeentedecreet (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering
15 juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de
gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Juridische grond
De Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten, het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten
klassieke sectoren en het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Feiten, context, argumentatie
Referte TD/2014/07
Brief van Onroerend Erfgoed, Brussel.
De nv Immodoc, Rijselsestraat 64 te Ieper heeft een aanvraag ingediend tot het bekomen van een
restauratiepremie. Na onderzoek heeft minister beslist om een de restauratiepremie toe te kennen.
Als bijlage wordt een afschrift van het MB van 10 december 2013, houdende toekenning van een
restauratiepremie voor deze werkzaamheden overgemaakt.
Het aandeel van de betrokken openbare besturen wordt als volgt vastgesteld : Vlaamse
Gemeenschap 25 %, provincie en gemeente 7,5 %. De bijdrage wordt verhoogd met een forfaitaire
tussenkomst in de algemene kosten en met de btw, voor zover van toepassing.
De bijdrage van de stad bedraagt: 824.485,83 euro x 1,21 x 1,10 x 0,075 = 82.304,30 EUR. In
principe wordt een restauratiepremie uitbetaald in 3 schijven (25 % bij de aanvang van de werken,
50% als 50% van de werken zijn uitgevoerd en het saldo bij einde der werken/oplevering).
Financiële Gevolgen
Op artikel ACS113/720/664710 van het budget 2014 is een bedrag ingeschreven van 130.000,00
EUR. Bedrag eventueel bij te sturen bij begrotingswijziging in functie van de vooruitgang/vordering
van dit en van het project “restauratie gewezen postgebouw – ’t Steen der Tempeliers”.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad
Artikel 1 :
Het stadsaandeel in de restauratie van de voormalige muziekacademie, d’Hondtstraat
65-67 te Ieper goed te keuren op 7,5 % of een geraamd bedrag van 824.485,83 euro x
1,21 x 1,10 x 0,075 = 82.304,30 EUR.
Artikel 2 :
Artikel 3 :
De kosten van dit stadsaandeel uit te betalen met de kredieten ingeschreven op artikel
ACS113/720/664710 van het budget 2014, eventueel bij te sturen of opnieuw in te
schrijven in 2015 in functie van de vooruitgang van de dossiers.
Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze
beslissing.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7.
Vernieuwen van de voegvullingen betonwegen, 2014. Goedkeuring lastvoorwaarden en
wijze van gunnen.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43,
betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met
264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Juridische Grond
De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1°
a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt).
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren,
en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer
bepaald artikel 5, § 2.
Feiten, Context, Argumentatie
In het kader van de opdracht “Vernieuwen van voegvullingen van betonwegen, dienstjaar 2014” werd
een bijzonder bestek met nr. TD/2014/11 opgesteld door Stad Ieper.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 45.000,00 EUR excl. btw of 54.450,00 EUR incl.
21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder
bekendmaking.
Wij beschikken bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exacte
hoeveelheden. Er is bijgevolg geopteerd voor een raamovereenkomst met een vermoedelijke
hoeveelheid van 20.000 lm voegvulling, te vernieuwen op aanduiding van de leidende ambtenaar. Zo
kan flexibel ingepikt worden op plaatselijke problemen en/of meldingen.
Financiële Gevolgen
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 02000/224007/IE-11 (actie ACS47). Op dit artikel is 65.000,00 EUR weerhouden voor dit dossier.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad:
Artikel 1 : Het bijzonder bestek met nr. TD/2014/11 en de raming voor de opdracht “Vernieuwen van
voegvullingen van betonwegen, dienstjaar 2014”, opgesteld door Stad Ieper worden
goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder
bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de
overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming
bedraagt 45.000,00 EUR excl. btw of 54.450,00 EUR incl. 21% btw.
Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure
zonder bekendmaking.
Artikel 3 :
Artikel 4 :
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op
budgetcode 0200-0/224007/IE-11 (actie ACS47).
Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze
beslissing.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------8.
Herdelven van de weggrachten, dienstjaar 2014. Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze
van gunnen.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43,
betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met
264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Juridische Grond
De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 24.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren,
en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer
bepaald artikel 5, § 2.
Feiten, Context, Argumentatie
In het kader van de opdracht “Herdelven van de weggrachten, dienstjaar 2014” werd een bijzonder
bestek met nr. TD/2014/12 opgesteld door Stad Ieper.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 48.455,00 EUR excl. btw of 58.630,55 EUR incl.
21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de open aanbesteding, zodat de
mogelijkheid tot toepassing van de herhalingsopdracht (3 jaar) kan voorzien worden, overeenkomstig
art.26§2,1°b van de wet op de overheidsopdrachten.
Financiële Gevolgen
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 03190/226000/IE-11 (actie ACS107) en in het budget van de volgende jaren. Op dit artikel is 65.000,00
EUR weerhouden voor dit dossier.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad:
Artikel 1 : Het bijzonder bestek met nr. TD/2014/12 en de raming voor de opdracht “Herdelven van
de weggrachten, dienstjaar 2014”, opgesteld door Stad Ieper worden goedgekeurd. De
lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals
opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor
aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 48.455,00 EUR
excl. btw of 58.630,55 EUR incl. 21% btw.
Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding.
Artikel 3 : Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op
budgetcode 0319-0/226000/IE-11 (actie ACS107) en in het budget van de volgende jaren.
Artikel 5 : Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van deze
beslissing.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------9.
Huishoudelijk reglement IVA grond- en bouwbeleid. Goedkeuring.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid
Het gemeentedecreet artikelen 42, 43, 57 en 58 (Vlaams Parlement 6 juli 2005 - Vlaamse Regering 15
juli 2005 - B.S. 31 augustus 2005) en latere wijzigingen, inzake de bevoegdheden van de
gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen.
Het Gemeentedecreet Titel VII - artikelen 221 tot en met artikel 247 bis de gemeentelijke
verzelfstandige agentschappen en de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en
latere wijzigingen.
Juridische Grond
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
De beslissing van de Gemeenteraad van 22 februari 1974 waarbij de Grondregie werd gesticht.
De Grondregie wordt aangepast aan de huidige reglementering wat betreft verzelfstandige
agentschappen zoals bepaald in het Gemeentedecreet;
Motivatie
Het Stadsbestuur heeft gekozen om met de start van de nieuwe legislatuur en naar analogie met de
stedelijke vzw’s en AGB’s ook de Grondregie te conformeren aan het Gemeentedecreet.
De Stad kiest voor de oprichting van een intern verzelfstandigd agentschap voor de taken die niet
naar behoren binnen de stedelijke organisatie kunnen gerealiseerd worden.
De argumentatie zoals gegeven in de oprichtingsnota, goedgekeurd in de gemeenteraad van 22
februari 1974 blijft integraal van toepassing, met name het huisvestingsbeleid een betere ontplooiing
te geven.
Er is een blijvende nood aan impulsen tot stadsvernieuwing: het voeren van een actief grond- en
pandenbeleid op het vlak van sociale huisvesting en huisvesting, economische ontwikkeling, groenen natuurvoorzieningen en ruimtelijke ingrepen.
Door de verzelfstandiging en de bundeling van de bevoegdheden aangaande het stedelijk
patrimonium kan er sneller beslist worden en kunnen er acties worden bewerkstelligd zoals
omschreven in het doel van het IVA Grond- en Bouwbeleid.
Er kan vlotter gewerkt worden wat betreft aan- en verkoop, het bouwen en verbouwen van de
infrastructuur, de uitrusting, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
Tijdens de besprekingen met het bestuur en de huidige Grondregie wordt beslist om over te gaan tot
de oprichting van een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid (een IVA) die
door de gemeente belast wordt met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang
volgens artikel 221 GD en die beschikt over operationele autonomie zoals bedoeld in artikel 222 van
het GD.
Fase 1: Onderzoeksfase
Artikel 1. Marktvoordelen.
Om gronden te kopen, deze uit te rusten en het verkopen van deze gronden beter te kunnen
opvolgen en een juistere prijsberekening te realiseren. Hieruit volgend het stadsbudget niet te
belasten werd hiervoor het IVA Grond- en Bouwbeleid opgericht.
Artikel 2. Nood aan flexibele financiering.
Via een flexibele financiering kunnen middelen efficiënter ingezet worden om de operationele
doelstellingen te bereiken en d.m.v. tussentijdse evaluatie is een continue bijsturing mogelijk
wat de garantie van het bereiken van het resultaat verhoogt.
Artikel 3. Activiteiten in een commerciële omgeving.
Als verzelfstandigde entiteit geniet het IVA Grond- en Bouwbeleid meer operationele en
tactische vrijheid om haar doel te verwezenlijken.
Artikel 4. Mogelijkheid tot strategische alliantievorming met andere actoren.
De interne verzelfstandiging geeft het IVA Grond- en Bouwbeleid een grotere
bewegingsruimte om op een flexibele wijze gronden te kopen of te verkopen.
Fase 2 : Het verslag
1. De lichtste vorm van verzelfstandiging, het intern verzelfstandigd agentschap, is toereikend
om de gewenste doelstellingen te bereiken.
Op het vlak van bestuurlijke autonomie, marktgericht beleid en organisatie, en
resultaatgerichte organisatie voldoet deze vorm van autonomie. De voornaamste argumenten
zijn:
- De beleidsuitvoerende taken worden bij een IVA uitgevoerd door de beslissingen van het
College van Burgemeester en Schepenen. Door deze taken toe te vertrouwen aan een intern
verzelfstandigd agentschap kan dieper ingegaan worden op deze taken.
- Er is een beperkte financiële autonomie. Bij een IVA wordt het budget goedgekeurd door de
gemeenteraad en geconsolideerd met het budget van de stad. Een IVA kan zelf geen interne
kredietaanpassingen en budgetwijzigingen doorvoeren om in te spelen op wijzigende
marktomstandigheden en opportuniteiten.
- Net zoals een budgethouder heeft een IVA omwille van het ontbreken van een
rechtspersoonlijkheid en het verbod op delegatie van de bevoegdheid binnen de
rechtspersoon van de gemeente geen mogelijkheid om financiële verrichtingen op lange
termijn aan te gaan.
- Het IVA kan door het ontbreken van rechtspersoonlijkheid en het verbod op delegatie van de
bevoegdheid geen rechtspersonen oprichten of er in deelnemen.
- De strategische alliantievorming: het IVA heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan dan ook
slechts allianties aangaan voor zover het bestuur zich hiertoe bereid acht. De toestemming
van de gemeenteraad is noodzakelijk.
Het is duidelijk dat deze beheersvorm voor het uitbaten van voor het IVA Grond- en Bouwbeleid
voldoende flexibiliteit inhoudt.
2. Oprichting van een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid onder de
vorm van een IVA heeft de gewenste voordelen.
Een intern verzelfstandigd agentschap beschikt enerzijds over verregaande autonomie op het vlak van
organisatie, financiën, alliantievorming, enz. Zij laat toe een marktgericht beleid te voeren en is
verplicht met een bedrijfsboekhouding te werken. Het bestuur van een zelfstandige entiteit is
voldoende gewapend om aan elk van bovengenoemde uitdagingen het hoofd te bieden.
Anderzijds wordt de organisatie verantwoordelijk gesteld door middel van een resultaatverbintenis in
de vorm van een samenwerkingsovereenkomst. De GR toch op afdoende wijze de democratische
controle blijven uitoefenen. Voor grote investeringen is de goedkeuring van de GR nodig.
Conclusie
In overweging nemende de voor- en nadelen van gebruik van een IVA kunnen we uit het voorgaande
besluiten dat het IVA de beste keuze is voor de omvorming van de grondregie.
Het IVA Grond- en Bouwbeleid wordt beperkt tot een gemeentelijk intern verzelfstandigd agentschap
in publiekrechtelijke vorm zonder rechtspersoonlijkheid belast met welbepaalde beleidsuitvoerende
taken van de gemeentelijk belang.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de raad om:
Artikel 1: op basis van de afweging van voor- en nadelen zoals neergeschreven in dit
motiveringsverslag, tot de omvorming van de Grondregie tot een gemeentelijke intern
verzelfstandigd agentschap in publiekrechtelijke vorm zonder rechtspersoonlijkheid:
genaamd IVA Grond- en Bouwbeleid
Artikel 2: in te stemmen met het huishoudelijk reglement voor het IVA Grond- en Bouwbeleid, waar
van de tekst hier volgt:
Huishoudelijk reglement IVA Grond- en Bouwbeleid
HOOFDSTUK 1: Voorwerp
Artikel 1 - Opdracht
§1 Binnen de stad Ieper wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid
opgericht onder de benaming “IVA Grond- en Bouwbeleid”, vroeger als feitelijke vereniging gekend
onder de naam “Grondregie”.
§2 Het IVA Grond- en Bouwbeleid heeft als opdracht het realiseren van de beleidsdoelstelling zoals
geformuleerd in het meerjarenplan. Er is een blijvende nood aan impulsen tot stadsvernieuwing: het
voeren van een actief grond- en pandenbeleid op het vlak van sociale huisvesting en huisvesting,
economische ontwikkeling, groen- en natuurvoorzieningen en ruimtelijke ingrepen.
§3 Bij het realiseren van de haar opgedragen beleidsdoelstelling(en) treedt het IVA Grond- en
Bouwbeleid op namens en onder de rechtspersoonlijkheid van de stad Ieper.
HOOFDSTUK 2: Aansturing en leiding
Artikel 2 - Sturing
§1 Het college van burgemeester en schepenen stuurt het IVA ’Grond en Bouwbeleid’ aan binnen het
kader van de beheersovereenkomst en het meerjarenplan en budget van de stad Ieper. Deze
beheersovereenkomst wordt, na onderhandeling, gesloten tussen het college van burgemeester en
schepenen en het in artikel 221§3 van het gemeentedecreet bedoelde hoofd van het agentschap.
Overeenkomstig artikel 223§1 van het gemeentedecreet regelt de beheersovereenkomst minstens
- de concretisering van de wijze waarop het IVA Grond- en Bouwbeleid de in artikel 1 van dit
besluit omschreven taken en doelstelling moet vervullen;
- de toekenning van de middelen voor de werking en de uitvoering van de opdracht van het IVA
Grond en Bouwbeleid;
- de voorwaarden waaronder eigen inkomsten en andere financiering mogen worden verworven
en aangewend;
- de informatieverstrekking aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3 - Leiding
§1 Overeenkomstig artikel 221§3 van het gemeentedecreet wordt één personeelslid aangeduid als
hoofd van het IVA Grond- en Bouwbeleid, hierna de directeur genoemd. De directeur wordt
aangesteld door het college van burgemeester en schepenen en staat onder het gezag van de
stadssecretaris.
§2 De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid is belast met de algemene leiding, de werking en
de buitengerechtelijke vertegenwoordiging van het IVA, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en
subdelegatie van deze bevoegdheden.
§3 De directeur van het IVA Grond – en Bouwbeleid is budgethouder voor het via budgethouderschap
gedelegeerd deel van het budget van het IVA, onverminderd de in de beheersovereenkomst bepaalde
mogelijkheid tot delegatie van deze bevoegdheid.
HOOFDSTUK 3: Strategisch raadgevend comité
Artikel 4 - Samenstelling
§1 Bij het IVA Grond- en Bouwbeleid wordt een strategisch raadgevend comité opgericht waarvan de
samenstelling rekening houdt met volgende regels:
• Het strategisch raadgevend comité bevat als leden:
o Secretaris van stad Ieper
o Financieel beheerder van stad Ieper,
o Diensthoofden en personeelsleden van stad Ieper, minstens de afdelingshoofden
Ruimtelijke Ordening en Centrale Administratie en Strategie en de verantwoordelijke
Huisvesting.
o Vertegenwoordigers van de gemeenteraad van de stad Ieper op een manier dat ieder
van de politieke fracties evenredig vertegenwoordigd is en met de gegarandeerde
vertegenwoordiging van iedere fractie.
• Het strategisch raadgevend comité kiest een voorzitter en ondervoorzitter. Het hoofd van het
IVA Grond en Bouwbeleid is secretaris van de vergadering.
• Het strategisch raadgevend comité komt 4 maal per jaar samen. De leden worden hiertoe
minstens 1 week vooraf uitgenodigd.
§2 Het college van burgemeester en schepenen duidt de effectieve leden aan overeenkomstig de
regels vermeld in artikel 4§1.
Artikel 5 – Bevoegdheid
§1 Het strategisch raadgevend comité heeft een adviserende bevoegdheid ten aanzien van zowel de
gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen als de directeur van het IVA Grond en
Bouwbeleid.
§2 De adviserende bevoegdheid van het strategisch raadgevend comité vertaalt zich in:
• De verplichting van de directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid om advies in te winnen bij
het strategisch raadgevend comité over alle inhoudelijke initiatieven ter realisatie van haar
opdracht geformuleerd in artikel 1§2.
• De mogelijk voor het strategisch raadgevend comité om te allen tijde een advies te formuleren
over een aangelegenheid die de werking van het IVA Grond en Bouwbeleid betreft.
• Het recht van het strategisch raadgevend comité om minstens eenmaal per kalenderjaar
geïnformeerd te worden over het gevolg dat aan hun adviezen werd gegeven.
Artikel 6 – Werking
§1 Het strategisch raadgevend comité kan de eigen werking nader regelen in een huishoudelijk
reglement dat er goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
§2 Het college van burgemeester en schepenen stelt het presentiegeld en de
verplaatsingsvergoedingen van de leden van het strategisch raadgevend comité vast.
Hoofdstuk 4: Operationele autonomie en beslissingsbevoegdheden van de directeur
Artikel 7 – Bevoegdheden
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid heeft de volgende bevoegdheden:
1. Inzake interne organisatie
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid is bevoegd om beslissingen te nemen in verband met
de interne organisatiestructuur van het agentschap en de organisatie van de operationele processen,
de werkzaamheden en het goed functioneren van het IVA Grond en Bouwbeleid
2. Inzake de uitvoering van het budget
De directeur heeft als budgethouder de bevoegdheid om in het kader van de uitvoering van de
opdracht van het IVA Grond en Bouwbeleid en binnen de grenzen gesteld in de beheersovereenkomst
beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen. Als budgethouder voor het IVA Grond en
Bouwbeleid gelden voor de directeur de regels die zijn vastgelegd bij besluiten van de gemeenteraad
en het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de opmaak van het meerjarenplan
en budget, de budgetwijzigingen, de uitgaven- en ontvangstenstromen en de financiële controle die
hierop wordt toegepast.
3. Inzake de uitvoering van personeelsbeleid
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid is als hoofd van het personeel, zoals bepaald in artikel
2, 6° van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 met betrekking tot de
rechtspositieregeling van het gemeente- en provinciepersoneel, bevoegd voor het dagelijks
personeelsbeheer voor de personeelsleden tewerkgesteld bij het IVA. De directeur oefent deze
bevoegdheid uit binnen de regels die zijn vastgesteld in de rechtspositieregeling en het
arbeidsreglement van het stadspersoneel van de stad Ieper.
4. Inzake interne controle binnen het IVA Grond en Bouwbeleid
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid is bevoegd voor de uitvoering van het systeem van
interne controle binnen de aan het IVA toegekende opdracht.
5. Specifieke delegaties
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid neemt alle beslissingen over:
- overheidsopdrachten betreffende leveringen en diensten in ontwerpfase, gunningsfase en
uitvoeringsfase voor zover het goedgekeurd bedrag van de opdracht niet hoger ligt dan het
bedrag waarbij een opdracht via een onderhandelingsprocedure tot stand kan komen met een
aangenomen factuur.
6. Handtekeningsbevoegdheid
De directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid heeft de handtekeningsbevoegdheid om alle
beslissingen, akten en briefwisseling te ondertekenen indien het om aangelegenheden gaat die onder
de aan hem gedelegeerde bevoegdheden vallen. In de overige gevallen geldt de regeling zoals
voorzien in het gemeentedecreet en het huishoudelijk reglement van de stad Ieper.
Artikel 8 – Vervanging
De bij dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan het personeelslid dat door de
directeur wordt belast met de waarneming van de functie van de directeur van het IVA Grond en
Bouwbeleid of die de directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid vervangt bij tijdelijke afwezigheid of
verhindering.
Hoofdstuk 5: Financiële en personele middelen
Artikel 9 – Financiële middelen
Het IVA Grond en Bouwbeleid beschikt voor de realisatie van de haar toegekende opdracht over
financiële middelen die integraal deel uitmaken van het toegekende budget en derhalve voor
vaststelling, uitvoering en evaluatie onderworpen is aan goedkeuring door de gemeenteraad. De aard
en omvang van de financiële middelen worden in de beheersovereenkomst verder gedetailleerd.
Artikel 10 – Personele middelen
Het IVA Grond en Bouwbeleid beschikt voor de realisatie van de haar toegekende opdracht over
eigen personele middelen door het IVA Grond- en Bouwbeleid aangesteld. Zij kan zich ook beroepen
op personele middelen die in de personeelsformatie van de stad Ieper voorzien zijn (integraal
gefinancierd uit het stadsbudget) en derhalve voor vaststelling, uitvoering en evaluatie onderworpen is
aan goedkeuring door de gemeenteraad. De aard en omvang van de financiering van de personele
middelen door de stad Ieper ter beschikking gesteld worden in de beheersovereenkomst verder
gedetailleerd.
Hoofdstuk 6: Controle, opvolging en toezicht
Artikel 11 - Opvolging
Het college van burgemeester en schepenen staat in voor de opvolging en het toezicht op het IVA
Grond en Bouwbeleid. Het college van burgemeester en schepenen kan op elk ogenblik aan de
directeur van het IVA Grond en Bouwbeleid informatie, rapportering en verantwoording vragen over
bepaalde aangelegenheden, onverminderd de rapporteringsverplichtingen uit het provinciedecreet
gekoppeld aan de toekenning van budgethouderschap .
Hoofdstuk 7: Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------10. Stedelijke regie grond en bouw. Verkaveling De Vloei fase 1 en 2. Bepaling verkoopprijs.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid en rechtsgrond
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
Feiten, context,motivering
De Stedelijke regie voor grond en bouw beschikt over een verkaveling voor duurzame wijk genaamd
‘De Vloei’ nabij de Zonnebeekseweg met een totale verkoopbare oppervlakte van 26.647 m². De
vergunning werd afgeleverd op 10 juni 2013.
Dit is een verkaveling met een duurzaam karakter waarbij gestreefd wordt naar laag energie gebruik
en waterzuivering op eigen terrein.
De verkaveling heeft ook een sociaal karakter en wordt gesubsidieerd door het Vlaams Gewest.
Deze verkaveling wordt samen met partners WVI, ons onderdak en Imfiro ontwikkeld.
Voor de stedelijke regie zullen er 104 percelen verkoopbaar zijn. De verkoopprijs moet voorgelegd
aan de gemeenteraad
Er werd een schattingsverslag dd 17 februari 2014 opgemaakt door Geomex bvba.
Er zou een onderscheid gemaakt worden in de verkoopprijs rekening houdend met de aard van de
percelen, sociale kavels of niet en het al of niet aanwezig zijn van deeltuinen.
De verkoop zal in fasen gebeuren.
Fase 1 betreft de loten tot de Zonnebeekseweg en de rivierzone (loten 1 tot en met 55 en omvat 32
loten van de Stedelijke Regie Grond en Bouw).
Fase 2 betreft de loten tussen rivierzone en feestzone (loten 56 tot en met 122 en omvat 26 loten van
de Stedelijke Regie Grond en Bouw).
Fase 1 en fase 2 zouden eerst verkoopbaar gesteld worden.
Fase 3 (loten 123 tot en met 192) wordt pas later verkoopbaar gesteld.
Er is een simulatie gemaakt waaruit blijkt dat met de voorgestelde verkoopprijs alle kosten
gerecupereerd worden met een bonus die toelaat toekomstige projecten te realiseren.
De voorgestelde prijs bevindt zich tussen enerzijds de prijzen voor kavels in sociale verkavelingen en
de prijzen die private verkavelaars toepassen. Hij ligt duidelijk onder de huidige marktprijs en valt op
deze manier zeker te verantwoorden binnen de doelstellingen van de Stedelijke regie voor grond en
bouw.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad
Artikel 1 : De nettoverkoopprijs van de percelen bouwgrond behorende aan de Stedelijke Regie voor
Grond en Bouw, in de verkaveling De Vloei, fase 1 en 2 gelegen nabij Zonnebeekseweg
de
en Meenseweg, kadastraal Ieper 2 Afdeling sectie B verkoop fase 1 en fase 2 wordt
vastgesteld op
- Vrije kavels met deeltuin 11 percelen tegen de prijs van 165,00 EUR/m²
- Vrije kavels zonder deeltuin 14 percelen tegen de prijs van 145,00 EUR/m²
- Sociale kavels met deeltuin aantal 25 percelen tegen de prijs van 135,00 EUR/m²
Artikel 2 : De 8 percelen rijwoningen in het project Vlabo worden gelijkgesteld met vrije kavels zonder
deeltuin en verkocht tegen de grondprijs van 145,00 EUR/m².
De verkoopprijs voor de urban villa (perceelnr 112) wordt vastgesteld op 24.000 EUR per
woonentiteit met een minimum van 8 woonentiteiten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11. Verkaveling De Vloei / samenwerkingsovereenkomst Vlabo. Goedkeuring.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Voorgeschiedenis
Samenwerkingsovereenkomst ‘bouw van koopwoningen en – appartementen te 8900 Ieper
verkaveling/ duurzame wijk De Vloei
Feiten, Context, Argumentatie
In 2012 werden er gesprekken opgestart met Vlabo (Vlaanderen Bouwt) vzw om de bouw van de 8
woningen en 1 urban villa waarvoor de stad geopteerd heeft deze zelf te ontwikkelen, door hen in
goede banen te laten verlopen.
Vlabo is een vzw die op een unieke wijze te werk gaat:
Vlabo treedt op als ‘projectregisseur’ en coördineert de werkzaamheden van alle betrokken
partijen. Vlabo stelt ervaring en deskundigheid ter beschikking op juridisch, technisch, organisatorisch,
financieel en administratief vlak.
Zij begeleiden en organiseren de bouw van woningen die door Vlabo en haar
selectiecommissie (d.i. een jury van deskundigen en betrokkenen (cfr. Infra)) zijn goedgekeurd qua
prijs-kwaliteitsverhouding.
De prestaties van Vlabo zoals voorzien in de samenwerkingsovereenkomst zijn niet onder
bezwarende titel. Vlabo wordt door de stad niet betaald en ontvangt geen enkele andere
tegenprestatie vanwege de stad. De samenwerkingsovereenkomst voorziet dat de gemeente recht
van opstal verleent. Het verlenen van recht van opstal door de stad gebeurt niet ten gunste van Vlabo,
maar van de aannemer(s) die de wedstrijd wint (winnen). Merk op dat dit ook de reden is waarom dit
niet onder de toepassing van de reglementering overheidsoverdrachten valt. De overeenkomst is niet
onder bezwarende titel en Vlabo is de enige vzw in Vlaanderen die dergelijke werking heeft.
Verder verloop van de procedure
Na het goedkeuren van deze samenwerkingsovereenkomsten wordt er een wedstrijd uitgeschreven
om een aannemer(s) als bouwhe(e)ren aan te stellen. Deze bouwhe(e)ren krijgt of krijgen het
de
opstalrecht om op de bouwgronden kadastraal gekend als Ieper, 2 afdeling, sectie B, deel van
perceelnummer 97b (percelen 41 tot en met 43 en 51 tot en met 55) en deel van perceelnummer 98a
(perceel 112) tegen de door de raad in punt 10 van deze gemeenteraadszitting goed te keuren prijs
van respectievelijk 145 EUR/m² voor de percelen 41 tot en met 43 en 51 tot en met 55 (de rijhuizen)
en 24.000 EUR per woonentiteit met een minimum van 8 woonentiteiten (of 192.000 EUR) voor (deel
van) het perceel 112 (de te bouwen urban villa).
Werkmethode aanstellen aannemer
De kandidatenteams bestaande uit aannemer en architect dienen een ontwerp met prijsberekening in
conform het wedstrijddossier. Een jury van deskundigen beoordeelt de inzendingen en selecteert één
project voor realisatie. De geselecteerde aannemer verkrijgt een opstalrecht en bouwt en verkoopt de
woningen. De grondeigenaar, stad Ieper, verkoopt de bijhorende grond aan de klanten van de
aannemer waardoor het opstalrecht van rechtswege eindigt.
Duur recht van opstal
Het recht van opstal wordt verleend voor een termijn van drie jaar.
Commissieloon Vlabo
3% op de kostprijs (exclusief erelonen) van de woningen en/of appartementen.
In de samenwerkingsovereenkomst worden volgende zaken opgenomen :
1. Doel en voorwerp van de overeenkomst
2. Werkwijze
3. Documenten
4. Grondprijs
5. Selectiecommissie
6. Beoordeling
7. Tijdschema
8. Commissieloon
9. Algemene bepalingen
De samenwerkingsovereenkomst is opgebouwd met de inbreng van iedere partner. Door de
samenwerkingsovereenkomst wordt de goede samenwerking tussen Vlabo vzw en de stad Ieper
bestendigd.
Financiële Gevolgen
De stad zal de verkoopprijs van de gronden ontvangen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.
Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen.
BESCHIKKEND GEDEELTE:
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad
Artikel 1 : akkoord te gaan om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met Vlabo vzw, Sint
Damiaanstraat 5, 3130 Betekom
Artikel 2 : het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van deze
beslissing.
Artikel 3 : de Burgemeester en Secretaris te machtigen om de samenwerkingsovereenkomst te
ondertekenen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------12. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Bellewaerde. Advies.
OVERWEGEND GEDEELTE:
Bevoegdheid.
Artikel 2.2.10. §4 van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de Gemeenteraad hun advies
aan de Provinciale commissie voor ruimtelijke ordening bezorgen uiterlijk de laatste dag van het
openbaar onderzoek.
Juridische grond.
Ruimtelijke Uitvoeringsplannen vinden hun wettelijke basis in de Vlaamse Codex Ruimtelijke
Ordening, in het bijzonder de artikelen 2.2.1. tem 2.2.18.
Art. 2.2.9. §1. De deputatie is belast met het opmaken van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Voorgeschiedenis
fase
Beslissing tot opmaak PRUP
Adviesvraag voorontwerp
Plenaire vergadering
Advies verzoek tot raadpleging
Ontheffing Plan-MER plicht
Voorlopige vaststelling ontwerp
PRUP
Openbaar onderzoek
actie
Deputatie
Advies college
Deputatie
Advies College
Dient MER
Provincieraad
Deputatie
datum
1 december 2011
18 februari 2013
25 februari 2013
12 augustus 2013
18 oktober 2013
23 december 2013
20 januari 2014 tot en met 21
maart 2014.
Feiten, Context, argumentatie.
Met de opmaak van een (provinciaal) ruimtelijk uitvoeringsplan wil de provincie een meer flexibel
ruimtelijk instrument aanbieden dan de geldende stringente BPA’s. De provincie wil, aan de hand van
de aanduiding van gebiedscategorie dagrecreatie, een plan dat de nodige flexibiliteit in zich heeft om
het hoofd te kunnen bieden aan de veranderende noden, nu en in de toekomst. Het kan evenwel niet
de bedoeling zijn de ‘flexibiliteit uit bedrijfseconomische overwegingen’ aan te wenden om de
beschikbare ruimte in het park onoordeelkundig vol te bouwen. De unieke waarde van het park heeft
nood aan een duidelijke richtlijn om toekomstige ontwikkelingen gericht het hoofd te kunnen bieden,
zodat beide 3 inrichtingspijlers evenwaardig naast elkaar kunnen blijven bestaan. Ook de
oordeelkundige inplanting van het park in het landschap moet goed worden overwogen en consequent
worden toegepast. Een oordeelkundige inplanting beperkt de hinder (zowel visueel als louter fysiek)
voor de omgeving en vergroot de aanvaarding van het park in de directe omgeving.
Al bij de opmaak van de BPA’s werd rekening gehouden met de mogelijkheid om te voorzien in
verblijfsrecreatie. Op vandaag is de vraag naar logies gekoppeld aan het thema van het park nog
steeds actueel. Bij de uitwerking van het RUP zal het aspect verblijfsrecreatie ingepast worden,
passend qua schaal en omvang binnen het gegeven attractiepark.
Onderstaande concepten met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van het park trachten de grote
lijnen van de ontwikkelde visie op het attractiepark op een bondige manier weer te geven.
Flexibiliteit: als basisprincipe flexibiliteit in bedrijfsvoering, indeling,…
Gradiënt : concept graduele overgang naar het landschap
De directe omgeving van de N8 kan meer bebouwing en grotere attracties
verdragen dan het achterliggende landschap.
Schaal en aantal laten afnemen verder van de N8.
Clustering: het clusteren van bebouwing op de site om een verspreide bebouwing tegen te
gaan.
Mobiliteit / parkeren:
Verhogen parkeeraanbod.
Aanlooproute waar mogelijk zo lang mogelijk maken.
Slimme signalisatieborden.
Buffering door twee systemen
Aanplant groenbuffer op de rand van het plangebied.
Tweede buffering vloeit rechtstreeks voort uit het gradiënt-concept.
De gevraagde aanpassingen nav het advies van het college in zitting van 18 februari 2013 t.a.v. de
plenaire vergadering werden grotendeels aangepast in het ontwerp, de elementen die niet
weerhouden werden in het ontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan worden hierna in bold
weergegeven:
Advies college dd. 18 februari 2013: Gunstig advies mits naleving van onder vermelde
opmerkingen.
Plan juridische toestand
Dit plan bevat foute vermelding
PRUP : RUP Bellewaerdepark ggk: 1/01/9999
Memorie van toelichting
P. 35
Onder 5.2. Plantoets moet vermeld dat enkele stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen in behandeling zijn, de aanvragen op het grondgebied van
Ieper werd echter reeds vergund, cfr. p. 16 overzicht stedenbouwkundige
vergunningen.
P. 42
Het maximaal aantal units werd afgestemd op het vigerende BPA waarbij in de zone
3b (op het BPA is enkel sprake van zone 3) 35 verblijfsunits per hectare mogelijk
waren, wat neerkwam op een 160tal verblijfseenheden.
Deze doelstelling werd niet overgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. De
stedenbouwkundige voorschrijven een max. van 100 individuele overnachtingen:
p. 58
Binnen zone 1 kunnen maximaal 30 verblijfseenheden van maximum 60m² voorzien
worden, waarbij de totale capaciteit van 100 individuele overnachtingen niet mag
overschreden worden.
De tegenstrijdigheid tussen beide plannen dient weggewerkt te worden. Er wordt
voorgesteld om het aantal verblijfseenheden o.b.v. het BPA over te nemen in de
stedenbouwkundige voorschriften en deze aan te passen naar een totale capaciteit
van 160 individuele overnachtingen.
P. 44
Menenstraat dient te worden vervangen door Meenseweg.
P. 47
8.6 Erfgoed
Gedenkkruis King’s Royal Rifle Corps op de parking kant Meenseweg wordt
langs weerszijde begrensd door een groene haagstructuur. T.h.v. de
achterzijde is er geen groene inkleding. Teneinde het gedenkteken visueel
los te zetten van het parkinggebeuren en de aanwezige houten
parkeerhuisjes, is het wenselijk om een groene omkadering aan te
leggen waarbij de achterzijde op hoogte van +- 3 m aangelegd wordt.
Deze groene visuele buffer kan meegenomen worden in de
stedenbouwkundige voorschriften.
Kasteel ’t Hoge: de afbeelding is niet correct, deze Normandische villa
werd reeds gesloopt. Het kasteel zelf bevindt zich aan westelijke zijn,
(witte vakwerkgevelarchitectuur)
P. 50
10.1 Opheffing geldende voorschriften
-
Voorliggend RUP heft de voorschriften op van het BPA Bellewaerde Park (MB
16/06/1989) te Ieper en …
Het nieuwe RUP overlapt niet volledig met het oude BPA. Deze tekst is in die zin niet
correct.
De percelen:
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066A 2
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066B 2
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066C 2
worden niet herbestemd met dit RUP.
Dit betekent dat een beperkt deel van het oude BPA behouden blijft.
Op perceel: 0066B 2 werd volgens de BPA voorschriften een verblijfsaccomodatie
voor 12 kamers met exploitatiewoning vergund op 15 mei 2012 onder dossiernr.
gemeente: 33011/27532/B/2012/95.
De percelen 0066A 2 en 0066C 2 zijn eigendom van VENNOOTSCHAP/IMMOFLOR
DIRK MARTENSSTR 22, 8200 – BRUGGE.
Deze drie percelen alsook de naastliggende percelen met het hotel en twee private
woningen aan westelijke zijde situeren zich in
Gewestplan
Oorspronkelijk gewestplan Ieper-Poperinge
met volgende bestemming(en)
gebieden voor dagrecreatie
-
Gunstige beslissing van de
Koning op 14/08/1979
Conform de bepalingen van de VCRO is de herbouw- en uitbreidingsmogelijkheid voor
een deze zonevreemde woningen en is de herbouwmogelijkheid voor de gebouwen
andere dan woningen (hotel en bijgebouwen) in recreatiegebied niet toegelaten.
VCRO
§3. De mogelijkheden (herbouw en uitbreiding voor woningen), vermeld in §1,
gelden niet in:
1°
ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2°
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg
aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk
uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding
“recreatie” sorteren.
Het is wenselijk om voormelde eigendommen in het plangebied op te nemen
waarbij een gepaste zonering met geëigende voorschriften rechtszekerheid
geeft aan de aanwezige vergunde en vergunde geachte functies. Voor de
woningen wordt voorgesteld om herbouwmogelijkheden met
uitbreidingsmogelijkheid te voorzien.
Percelen binnen plangebied BPA:
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066A 2
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066B 2
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0066C 2
Aanpalende percelen tot aan de Bellewaerdestraat – gewestplan gebied voor
dagrecreatie:
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0061R
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0075K
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0075R
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0078E
Afdeling: IEPER 16 AFD/ZILLEBEKE/, Sectie: A, Perceel: 0061S
Stedenbouwkundige voorschriften
- Artikel 0: Algemene stedenbouwkundige voorschriften
0.2. Algemene inrichtingsstudie
Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten,
herbouwen of verbouwen van gebouwen moet een algemene
inrichtingsstudie onderdeel uitmaken van het aanvraagdossier.
De algemene inrichtingsstudie dient zowel de huidige als de gewenste
indeling van de site weer te geven.
Het afdwingen van een algemene inrichtingsstudie is niet nodig voor kleinere
werken. De algemene inrichting ligt reeds vast.
De vereiste van aanplantingsplannen zoals voorzien in de kolom toelichting
en visie dient overgebracht te worden naar de verordenende voorschriften.
0.5. Waterbeheersing
Hemelwater van daken en verharde oppervlakken
Tenzij anders bepaald door de
milieuwetgeving dient alle hemelwater van de daken van de gebouwen en
verharde oppervlakken, te worden opgevangen in voldoende
gedimensioneerde reservoirs en bufferbekkens. Hergebruik van hemelwater
is verplicht.
Vervuild regenwater dient gebufferd en apart afgevoerd te worden naar de
riolering of gezuiverd op eigen terrein alvorens lozing, infiltratie of hergebruik.
Gelet dat de Gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake buffering
van hemelwater steeds van toepassing is, leidt dit voorschrift niet tot een
meerwaarde i.k.v. waterbeheersing. De gewestelijke reglementering biedt
voldoende garanties voor buffering van hemelwater.
Artikel 1: Zone voor dagrecreatie
Categorie van gebiedsaanduiding: ‘recreatie’
1.1. Bestemming
1.1.2 Ondergeschikt en in nevenbestemming aan de hoofdbestemming
zijn kantoren in functie van de bedrijfsvoering van het attractiepark
toegelaten.
In Bellewaerde zijn ook diverse shops en restaurants, snack-bars
aanwezig. Deze worden beter opgenomen bij de nevenbestemming.
Opmerking i.v.m. aantal individuele overnachtingen, zie memorie van
toelichting.
1.2 Inrichting en beheer
1.2.4 Er wordt specifieke aandacht gevraagd voor de beeldkwaliteit van
de gebouwen, zichtbaar vanaf de openbare weg. Nieuwe gebouwen
hebben een verzorgde afwerking naar de straatzijde (N8 Meenseweg)
toe.
Er moet steeds worden vermeden dat de achterkanten van de gebouwen
zich naar de straatzijde oriënteren.
Het creëren van blinde gevels, … naar de straatzijde is niet mogelijk.
De laatste bepaling zal soms problemen geven, het integreren van ‘valse’
raamopeningen mits ook zijn doel. Het is beter om een blinde gevel
gericht naar de straatzijde te laten begroeien of te bufferen met een
groene aanplanting.
Algemene opmerking: er wordt geen bezettingspercentage
toegepast. Het lijkt wenselijk om een veiligheidsmarge in te bouwen
in de voorschriften door een maximaal bezettingspercentage voor
gebouwen, dit steunend op de feitelijke toestand waarbij voldoende
marge gegeven wordt voor uitbreiding.
Artikel 2:
Zone 2 en 3 omvatten het restant van het oorspronkelijke kasteelpark van de
de
ste
14 tot de 20 eeuw. De actieve recreatie met harde inrichting en installaties
blijft beperkt tot de zuidelijke oever van de vijver.
Zone 2 dient als gronezone, met als functie:
Rustzone voor fauna en flora
Volwaardige buffering van het landschappelijke en
cultuurhistorische zeer waardevolle gebied van ‘Bellewaerde
Ridge’. De ankerplaatsaanduiding Ieperboog Zuid grenst
volledig aan het plangebied van dit ontwerp van RUP.
Deze zone dient enerzijds als relictzone van het middeleeuws
kasteelpark en als relictzone van het oorlogslandschap 1418.
De kleuraanduiding op het grafisch plan zou duidelijk leesbaar zijn als deze
zone een groene kleur krijgt.
-
In die zin dienen de stedenbouwkundige voorschriften als volgt aangepast te
worden zodat deze voornoemde kwaliteiten maximaal beschermd worden.
Zone 2 : Groenzone bedoeld als rustzone voor flora en fauna en
waardevolle landschappelijke en cultuurhistorische relictzone.
2.1. Zone 2 is bestemd als groenzone met als functie het behoud en
of versterking van de natuurlijke en landschappelijke waarden.
Toelichting: Dit deel van het attractiepark bleef behouden
als ongeschonden relict van het vooroorlogse
kasteeldomein. Anderzijds speelde het domein een hoofdrol
in de oorlogsgebeurtenissen vanaf oktober 1914 tot eind
1918.
2.2.1. In deze zone (artikel 2) worden mechanische attracties niet
toegelaten. In deze zone blijft het groene / landschappelijke karakter
van het park behouden en zo veel mogelijk versterkt.
Bebouwing is enkel toegelaten voor de huisvesting van graasdieren
en voor de opslag van materialen die nodig zijn voor het
landschappelijk beheer binnen deze zone (artikel 2) .
Toelichting: Binnen dergelijke groenzone kan graasbeheer
overwogen worden voor het duurzame beheersaanpak.
Daarvoor kunnen de nodige installaties voorzien worden.
2.2.2. Komt te vervallen.
2.2.3. Nieuwe verhardingen worden tot het absolute minimum beperkt,
enkel verhardingen noodzakelijk voor het reguliere beheer (zie hoger)
worden toegelaten. De verhardingen dienen waterdoorlaten te zijn.
Artikel 3: zone voor water met recreatief medegebruik
Categorie van gebiedsaanduiding: ‘overig groen’
3.1 Bestemming
3.1.1 Naast deze laagdynamische recreatie kan één al dan niet
mechanische attractie deels of volledig in deze zone worden voorzien op
voorwaarde:
- dat deze attractie aansluit op de zone 1 en niet op de zone 2
- dat deze attractie niet meer dan 20% van de zone 3 beslaat
De stedenbouwkundige voorschriften dienen aangevuld te worden:
Zone 2 (historische vijver) is bestemd als historische en ecologisch
waardevol watergebied, waarbij een actieve recreatieve inrichting enkel
wordt toegestaan langs de zuidelijke oever.
Het is opportuun om de toelichting dat de attractie zich boven het water
bevindt ook verordenend in te schrijven. Dit teneinde de natuurlijke
kwaliteit van de vijver niet te schaden.
Overdruk : zone met aandacht voor integratie in het landschap (overdruk)
De aanduiding van de overdruk duidt op een duidelijk onderscheid in
inrichting tussen de zone artikel 2 en de overdruk. Rekening houdend met
de hoger beschreven doelstelling van de inrichting van de zone artikel 2
zou geen bijkomende aanduiding van landschappelijke integratie nodig
mogen zijn. De inrichting zou hierop niet onderscheiden mogen worden.
Overdruk : zone met aandacht voor integratie in het landschap (overdruk)
Overdruk: groenbuffer categorie van gebiedsaanduiding: ‘overig groen’
De breedte van beide buffers staat nergens bepaald, op schaal
afgemeten bedragen deze respectievelijk 30 m en 5 m. Het is
wenselijk om de breedte in de voorschriften ook de vermelden.
T.h.v. de Bellewaerdestraat dient de groenbuffer breder voorzien te
worden dan huidige grafische weergave. Een breedte van 15 m is
hier wenselijk.
Gezien de ruimte aan de Bellewaerdestraat momenteel gebruikt
wordt i.f.v. het opslaan van houtafval, groenafval, e.d. is het
wenselijk om dit binnen de groenbuffer in de voorschriften te
verbieden.
Beeldkwaliteit
Het ontwerp bevat geen specifieke voorschriften die inspelen op het nastreven van
een sterke beeldkwaliteit van het park. Het beeld van Bellewaerde vanaf het openbaar
domein is een troef waarop ingezet kan worden, in het bijzonder op het beeld vanaf de
N8. Daarom is het zinvol daar specifieke voorschriften voor op te nemen:
beeldkwaliteit gebouwen en constructies, groene kwalitatieve aanleg, …
Publiciteit
Er worden geen stedenbouwkundige voorschriften over publiciteitsvoorzieningen
opgenomen. Bellewaerde moet zijn park kunnen identificeren door goede publiciteit:
vlaggen, zuil,… . De bouwverordening vaste publiciteit van de stad Ieper is vrij streng.
Deze verordening houdt geen rekening met een inrichting als Bellewaerde. Hier is het
wenselijk om geëigende voorschriften voor dit park toe te laten.
De in bold weergegeven opmerkingen hebben niet geleid tot een planaanpassing en dienen
hernomen te worden.
De opmerking met betrekking tot de vraag tot uitbreiding van het plangebied van het Provinciaal
Ruimtelijk Uitvoeringsplan werd niet weerhouden. De uitbreiding van de plancontour werd reeds
besproken op plenaire vergadering. De provincie is van oordeel dat het plangebied van het Provinciaal
Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bellewaerde dient beperkt te worden tot louter Bellewaerdepark. Dit vanuit
de erg specifieke situatie van dergelijk attractiepark alsook vanuit de bevoegdheidsverdeling (selectie
in PRS enerzijds versus zonevreemdheid als gemeentelijke bevoegdheid anderzijds)? Tenslotte werd
deze keuze genomen om het dossier niet nodeloos op andere vlakken te bezwaren. In die zin wordt
voorgesteld om deze opmerking niet opnieuw te stellen.
BESCHIKKEND GEDEELTE
Op basis van deze overwegingen besluit de gemeenteraad om:
Artikel 1. Voorliggend ontwerp van Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Bellewaerde gunstig te
adviseren, mits naleving van de onderstaande opmerkingen:
Memorie van toelichting
P. 49
8.6 Erfgoed
Gedenkkruis King’s Royal Rifle Corps op de parking kant Meenseweg wordt
langs weerszijde begrensd door een groene haagstructuur. T.h.v. de
achterzijde is er geen groene inkleding. Teneinde het gedenkteken visueel los
te zetten van het parkinggebeuren en de aanwezige houten parkeerhuisjes, is
het wenselijk om een groene omkadering aan te leggen waarbij de achterzijde
op hoogte van +- 3 m aangelegd wordt. Deze groene visuele buffer kan
meegenomen worden in de stedenbouwkundige voorschriften.
Kasteel ’t Hoge: de afbeelding is niet correct, deze Normandische villa werd
reeds gesloopt. Het kasteel zelf bevindt zich aan westelijke zijn, (witte
vakwerkgevelarchitectuur)
Het deel van het attractiepark ter hoogte van de vijver bleef behouden als
ongeschonden relict van het vooroorlogse kasteeldomein. Dit wordt niet
vermeld in de beschrijving van de historische waarde, deze focust zich op het
WOI verhaal.
Stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 1: Zone voor dagrecreatie
Categorie van gebiedsaanduiding: ‘recreatie’
1.2 Inrichting en beheer
Algemene opmerking: er wordt geen bezettingspercentage toegepast. Het
lijkt wenselijk om een veiligheidsmarge in te bouwen in de voorschriften
door een maximaal bezettingspercentage voor gebouwen, dit steunend
op de feitelijke toestand waarbij voldoende marge gegeven wordt voor
uitbreiding.
Overdruk: groenbuffer categorie van gebiedsaanduiding: ‘overig groen’
De breedte van beide buffers staat nergens bepaald, op schaal afgemeten
bedragen deze respectievelijk 30 m en 5 m. Het is wenselijk om de
breedte in de voorschriften ook de vermelden.
T.h.v. de Bellewaerdestraat dient de groenbuffer breder voorzien te
worden dan huidige grafische weergave. Een breedte van 15 m is hier
wenselijk.
Gezien de ruimte aan de Bellewaerdestraat momenteel gebruikt wordt
i.f.v. het opslaan van houtafval, groenafval, e.d. is het wenselijk om dit
binnen de groenbuffer in de voorschriften te verbieden.
Artikel 2.
Het advies aan de Provinciale commissie voor ruimtelijke ordening te bezorgen uiterlijk de
laatste dag van het openbaar onderzoek.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------13. Vragen en antwoorden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------14. Mededelingen.