Consultatieverslag Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij 18

Consultatieverslag Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij
18 februari 2014
Consultatieverslag
Brabantse Zorgvuldigheidsscore
Veehouderij (BZV)
Tevens Nota van Inspraak en Reacties
Vastgesteld door Gedeputeerde Staten
18 februari 2014
Consultatieverslag BZV
Inleiding
De consultatie rond de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij bestond uit de volgende
onderdelen:
• Een consultatiebijeenkomst op 16 december.
• Inspraak van 29 november tot en met 27 december 2013.
• Bespreking met de partners in het Brabant Beraad, resulterend ni de nadere afspraken Brabant
Beraad van 20 januari 2014.
De uitkomsten hiervan zijn op hoofdlijnen besproken met de commissie Transitie Stad en Platteland
(TSP) van Provinciale Staten.
Dit consultatieverslag bestaat uit vier onderdelen:
1. Een korte samenvatting van de belangrijkste punten uit de consultatie, hoe deze verwerkt zijn en
de daarbij gehanteerde overwegingen.
2. Een overzicht van de wijzigingen in de BZV en de Nadere regels als gevolg van de consultatie.
3. Doorkijk naar de volgende BZV-versie.
4. De individuele inspraakreacties.
1. Hoofdpunten uit de consultatie
Op deze druk bezochte consultatiebijeenkomst bleek dat de consultatieversie op een breed draagvlak
kan rekenen. Wel zijn er de nodige opmerkingen over de inhoud: “De richting is goed, we hebben nog
wel wat opmerkingen over de inrichting”.
De BZV heeft van 29 november tot en met 27 december ter inzage gelegen. Er zijn 259 zienswijzen
ingediend. Er is waardering voor de ingezette koers en aanpak. Veel insprekers spreken hun zorgen /
bezwaren uit ten aanzien van het totale pakket van maatregelen voor een zorgvuldige veehouderij.
Kostenverhoging, verslechtering concurrentiepositie, afwachtende houding van de retail en twijfels aan
de juridische houdbaarheid zijn daarbij de meest geuite punten. De provincie spant zich maximaal ni
om - samen met de staatssecretaris - de retail te bewegen nieuwe verdienmodellen te entameren.
Uit de zienswijzen kwam een viertal hoofdpunten. In samenspraak met de partners in het Brabant
Beraad zijn deze als volgt verwerkt in de BZV.
Handelingsperspectief van enkele specifieke sectoren en biologische bedrijven
Uitgangspunt is dat er voor alle sectoren een reëel handelingsperspectief is. Dit leidt tot de volgende
aanpassingen:
o Biologische bedrijven zijn al in hoge mate zorgvuldig, zij voldoen bijna aan het gewenste eindbeeld
van de BZV, waarbij certificaten zorgvuldigheid geheel afdekken. Zeker bij hokdierbedrijven zijn
nog wel aanvullende stappen ten aanzien van gezondheid nodig. Indien biologische bedrijven met
een EKO-certificaat niet voldoende scoren volgens de systematiek van deze BZV, krijgen zij
daarvoor dispensatie als zij minimaal 40 punten scoren op de maatlat Fysieke Maatregelen
Gezondheid binnen de pijler Inrichting & Omgeving.
o Kleinere sectoren (schapen, konijnen en eenden) hebben nog geen certificaten. Als deze bedrijven
daardoor onvoldoende punten scoren kunnen zij via het Panel Zorgvuldige Veehouderij
dispensatie krijgen mits zij zich voldoende hebben ingespannen qua zorgvuldigheid.
o Voor vleeskalverenhouderijen wordt hun certificaat aan de aan de BZV toegevoegd, evenals
maatregelen die ammoniak reduceren en nog geen wettelijke emissiefactor hebben.
1
Consultatieverslag BZV
o
Voor pluimveebedrijven wordt het aantal in de BZV opgenomen certificaten uitgebreid.
Daarnaast krijgt erfbeplanting via een aanpassing in de maatlat biodiversiteit meer gewicht.
Volksgezondheid
Veel insprekers hadden de indruk dat volksgezondheid onvoldoende in de BZV is opgenomen. Al
tijdens de consultatieperiode is een werkgroep (met de veehouderijsector en gezondheidsorganisaties)
gestart om de bestaande certificaten uit te breiden zodat volksgezondheid daarin explicieter wordt
opgenomen. De uitkomsten daarvan worden zsm opgenomen in de BZV (versie 1.1). Specifiek
aandachtspunt daarbij is terugdringing van het antibioticagebruik, met name in de
vleeskalverenhouderij.
Daarnaast is het van belang samen met de partners in het Brabant Beraad helder te communiceren
over hoe gezondheid in de BZV is opgenomen. Tenslotte monitoren we de werking van de BZV, met
expliciete aandacht voor de mate waarin de BZV ertoe leidt dat veehouderijen maatregelen ten
aanzien van gezondheid treffen.
Mestverwerking
Diverse insprekers missen het belonen van bovenwettelijke inspanningen ten aanzien van
mestverwerking in de BZV. De partners in het Brabant Beraad verschillen van mening over de
wenselijkheid hiervan. Daarom voeren wij in de stuurgroep eerst het debat hierover. Indien de
uitkomst daarvan is dat mestverwerking toegevoegd kan worden aan de BZV gebeurt dit in de
eerstvolgende herziene versie.
West-Brabant
Diverse insprekers vragen om een uitzonderingspositie voor West-Brabant: daar geen verplichting
voor de BZV. Ook in West-Brabant moeten veehouderijbedrijven zorgvuldig zijn. Doordat in WestBrabant de veehouderijproblematiek aanzienlijk minder groot is, is het voor bedrijven daar
makkelijker te scoren op de maatlatten als geur, fijn stof en grondgebondenheid.
Daarnaast is een aantal kleinere wijzigingen en correcties doorgevoerd. Een aantal punten uit de
inspraak komt aan bod bij de eerste herzieningen van de BZV: energie en uitbreiding / differentiatie
opgenomen certificaten.
Criterium grondgebondenheid
Conform de Nadere afspraken in het Brabant Beraad is een criterium voor grondgebondenheid voor
veehouderijbedrijven in gebieden beperkingen veehouderij opgenomen in de Nadere regels (artikel 5).
2. Wijzigingen in de BZV en Nadere regels
Hieronder volgt een overzicht van de wijzigingen n.a.v. de consultatie en inspraak, gerubriceerd naar
inhoudelijke wijzigingen en tekstuele wijzingen. Daarnaast zijn diverse kleine tekstuele verbeteringen
doorgevoerd, deze zijn hieronder niet beschreven.
Inhoudelijke wijzigingen
-
Er is overgangsbeleid opgenomen, toetsing vindt plaats a.d.h.v. de BZV versie die geldig was op
moment van een volledige en ontvankelijke aanvraag van de bouwvergunning.
Voor sectoren waarvoor geen certificaten beschikbaar geldt geen minimumscore voor de pijler
certificaten. Wanneer deze bedrijven via de pijler Inrichting & Omgeving onvoldoende
2
Consultatieverslag BZV
-
-
-
-
-
mogelijkheden hebben de vereiste normscore te kunnen zij via het Panel Zorgvuldige Veehouderij
dispensatie krijgen mits zij zich voldoende hebben ingespannen qua zorgvuldigheid.
Biologische bedrijven met een EKO-certificaat hebben een uitzonderingspositie gekregen in de
BZV. Indien zij niet voldoende scoren volgens de systematiek van deze BZV, krijgen zij daarvoor
dispensatie als zij minimaal 40 punten scoren op de maatlat Fysieke Maatregelen Gezondheid
binnen de pijler Inrichting & Omgeving.
In de tabel met certificaten is het certificaat IKB Kalf toegevoegd en zijn de certificaten voor
pluimveehouderij uitgebreid.
Voor vleeskalveren zijn enkele emissiearme technieken uit de Maatlat Duurzame Veehouderij
opgenomen. Het gaat om technieken die nog niet erkend zijn, via de BZV wordt ontwikkeling
hiervan gestimuleerd.
Er is toegevoegd dat wij via monitoring volgen hoe de BZV wordt toegepast; het proces en de
prestaties. Via de reguliere monitoring van de provincie wordt jaarlijks het effect van het totale
beleid, inclusief de BZV op de belasting met o.a. geur, fijnstof en ammoniak bepaald.
Een aantal kleinere maatregelen is uit de maatlat biodiversiteit verwijderd. Omdat biologische
bedrijven een aparte positie krijgen is de score voor geen gebruik van bestrijdingsmiddelen uit deze
maatlat verwijderd. De andere maatregelen zoals extra erfbeplanting krijgt daardoor meer
gewicht.
In de Nadere Regels voor de BZV is een artikel opgenomen dat bepaald wanneer een bedrijf op
grond van de verordening ruimte 2014 grondgebonden is. Hiervan is sprake indien het bedrijf
tenminste 75 punten scoort op de maatlat P-lokaal van de BZV op het onderdeel “op grond in
eigen gebruik binnen straal van 15 km van productielocatie”.
Tekstuele verduidelijkingen / aanvullingen
-
-
-
Voor een aantal sectoren zijn er nog geen certificaten. Zodra er certificaten voor deze sectoren
beschikbaar komen worden deze via het Panel Zorgvuldige veehouderij toegevoegd aan de BZV.
Het Panel Zorgvuldige Veehouderij gaat periodiek na of de eisen voor certificaten substantieel
gewijzigd zijn. Indien dat het geval is leidt dit tot een andere puntenwaardering in de BZV. Bij
ingrijpender wijzigingen in certificaten kunnen ook de maatlatten in Inrichting & Omgeving
wijzigen.
Bij de borging van certificaten is toegevoegd:
o In het bestemmingsplan wordt vastgelegd dat een bedrijf aan de vereiste normscore van de
BZV moet voldoen. Met het puntensysteem van de BZV is het mogelijk dat de score in de
loop van de tijd verandert door (kleine) veranderingen in de bedrijfsvoering. De veehouder
moet ervoor zorgen dat de score te allen tijde 7 of hoger is. Hierbij wordt uitgegaan van
de BZV versie die geldig was bij de verlening van de bouwvergunning.
o De veehouder moet op verzoek van de gemeente een geldig certificaat kunnen tonen.
Desgewenst kan de gemeente de juistheid bij de certificerende instantie natrekken.
o Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij, worden periodiek
afgegeven en zijn doorgaans een jaar lang geldig, IKB-Rund is 2 jaar geldig
o Bij het certificaat Maatlat Duurzame Veehouderij wordt vóór de bouw o.b.v. het ontwerp
en offertes een MDV-ontwerp stalcertificaat afgegeven, dit is een prébeoordeling. Na
realisatie en oplevering van de stal vindt de beoordeling voor het MDV-stalcertificaat
plaats. De veehouder kan t.b.v. de BZV een prébeoordeling vragen. Desgewenst kan de
veehouder het MDV certificaat laten verlengen door het contract in stand te laten en zich
jaarlijks te laten auditen.
Veehouderijen hebben soms meerdere bedrijfsnummers (de zogenaamde UBN nummers) en
meerdere bouwblokken of inrichtingen. In de BZV is opgenomen dat de veehouder een
beschrijving van de UBN-nummers aanlevert. Deze UBN nummers worden in de webapplicatie
3
Consultatieverslag BZV
-
-
-
opgenomen, de webapplicatie sluit uit dat een UBN nummer voor meerdere uitbreidingen kan
worden gebruikt. Op deze manier wordt voorkomen dat gronden die bij een UBN nummer horen
voor uitbreidingen op andere locaties worden ingezet. De veehouder is verantwoordelijk voor de
aangeleverde gegevens en dat de bedrijfsvoering in overeenstemming is met de aanvraag.
Een fout in de puntenwaardering voor de maatlat Fysieke maatregelen Gezondheid is hersteld,
daarnaast is in deze tabel een nadere uitsplitsing van de meest voorkomende diercategoriën
opgenomen.
Bij de fosfaatproductie mag het bedrijf uitgaan van de forfaitaire fosfaatuitscheiding of de
daadwerkelijke excretie. Wanneer de daadwerkelijke excretie wordt gehanteerd moet dan
onderbouwd worden.
Bij ammoniak is de definitie “bestaande en nieuwe stallen” verduidelijkt, zodat duidelijker is dat de
BZV aanpassingen aan bestaande stallen waardeert.
4. Doorkijk naar de volgende BZV-versie
De versie 1.0 van de BZV treedt gelijktijdig met de Verordening ruimte 2014 in maart in werking.
Zoals afgesproken met Provinciale Staten en de partners in het Brabant Beraad stelt de provincie
uiterlijk in oktober 2014 een volgende versie van de BZV (versie 1.1) vast. Hierin wordt het
handelingsperspectief ten aanzien van grondgebondenheid voor veehouders in gebieden beperkingen
veehouderij vergroot. Daarnaast komen in deze versie aan de orde:
o Uitbreiding certificaten met volksgezondheid
o Energie
o Brandveiligheid
o Eventueel mestverwerking
Vaststelling van de volgende versie gebeurt samen met de partners in het Brabant Beraad; het Panel
Zorgvuldige Veehouderij adviseert.
4
Consultatieverslag BZV
nummer
reactie
Categorie
Inspraakreacties
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
Introductie van de BZV is onderdeel van een breed pakket van maatregelen en acties van Geen.
alle actoren voor een zorgvuldige veehouderij. Het creëren van nieuwe verdienmodellen
is onderdeel van hetzelfde pakket. Het primaat daarvoor ligt bij alle marktpartijen. Wij
spannen ons maximaal in om, samen met de staatssecretaris, de retail te bewegen nieuwe
verdienmodellen te entameren.
Algemeen
A01
Algemeen
De Retail komt haar afspraken in het Verbond van Den Bosch niet na. De
Provincie Noord-Brabant mag daarom de sector niet verplichten verdergaande
stappen t.a.v. zorgvuldigheid / duurzaamheid te nemen.
A02
Algemeen
Door aan in de BZV te sluiten op bestaande certificaten zijn die niet meer
Anders dan inspreker stelt zijn en blijven de certificaten bovenwettelijk. Immers, wij
Geen.
bovenwettelijk en leveren dus geen meerprijs meer op. Dat draait de transitie
verplichten veehouders niet via de BZV een bepaald certificaat te voeren. Het is één van
terug in plaats van aan te jagen. De kosten worden zo eenzijdig afgewenteld op de de keuzemogelijkheden voor een veehouder om de vereiste BZV-score te realiseren.
veehouders. Zonder economisch perspectief is de BZV onacceptabel.
A03
Algemeen
De BZV werkt kostenverhogend en de hogere kosten kunnen alleen terugverdiend De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf op het hem moverende redenen Geen.
worden door schaalvergroting. Middelgrote en kleine (familie) bedrijven
besluit uit te breiden. Of de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen
verdwijnen daardoor en dat is ongewenst.
automatisme. Op basis van de steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven die tussen
2007 en nu zijn uitgebreid voldoen aan de BZV. Wij zijn van mening dat de meerkosten
in de praktijk op voorhand geen beletsel hoeven zijn voor invoering van de BZV.
Een nader onderscheid in de BZV tussen familiebedrijven en grote bedrijven vinden wij
niet gewenst. De systematiek van de BZV bevat voldoende onderdelen waardoor
bedrijven, naar mate ze groter zijn, meer inspanning moeten doen om te scoren,
bijvoorbeeld de geur- en fijnstofbelasting.
A04
Algemeen
Neem een voorbeeld aan het Duitse verduurzamingssysteem, daarin neemt de
hele keten zijn verantwoordelijkheid en de overheid faciliteert dit.
A05
Algemeen
De consultatieversie BZV verstoort de onderlinge concurrentie in Nederland en in De afspraak in het Brabantberaad is dat de veehouderij in Noord-Brabant zorgvuldig
Europa ten nadele van de Brabantse veehouders.
moet worden. Daarbij is de analyse gemaakt dat de kansen voor de Brabantse
veehouderij op (inter)nationale markten liggen in kennisvoorsprong, kwaliteit en
innovatie. De BZV is onderdeel van het totaalpakket wat moet leiden tot de gewenste
zorgvuldige veehouderij.
A06
Algemeen
Extra regels voor een zorgvuldige veehouderij zijn alleen acceptabel als dat
beloond wordt vanuit de markt.
Geen.
Het Duitse systeem, waarin de retail kosten van duurzaamheidsmaatregelen
voorfinanciert, is een afspraak tussen veehouders en retail. Het is de verantwoordelijkheid
van die partijen en niet van de overheid om het initiatief te nemen, zoals ook is
afgesproken in het Verbond van Den Bosch. Mocht het zinvol en wenselijk zijn een
dergelijke afspraak te ondersteunen, dan zijn wij als partner in het Verbond daartoe
bereid.
Geen.
Introductie van de BZV is onderdeel van een breed pakket van maatregelen en acties van Geen.
alle actoren voor een zorgvuldige veehouderij. Het creëren van nieuwe verdienmodellen
is onderdeel van hetzelfde pakket. Het primaat daarvoor ligt bij alle marktpartijen. Waar
mogelijk ondersteunen wij dit onderdeel. Overigens blijkt uit de steekproef dat het binnen
de huidige markt mogelijk is een voldoende BZV score te realiseren.
1 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A08
Algemeen
De BZV is onvoldoende onderbouwd.
De BZV is ontworpen en ingericht met ondersteuning van de Wageningen Universiteit
en Researchcentre, Livestock Research, DLV en een breed netwerk aan andere
deskundigen. Het achtergronddocument dat beschikbaar is op brabant.nl geeft de
onderbouwing weer.
Geen.
A09
Algemeen
Prikkels die noodzakelijk zijn om een duurzame ontwikkeling structureel kunnen In de Ruwenberg is afgesproken dat er een maatlat komt, die dusdanig is ingericht dat de Geen.
bevorderen, ontbreken of schieten tekort. Het voorbereidingsbesluit d.d. 20
ondernemer keuzevrijheid heeft in het invullen van zorgvuldigheid op zijn bedrijf. De
september 2013 is een complete overval en roept veel weerstand op. Dit frustreert BZV is daarvan de invulling.
de afspraken van de Ruwenberg.
A10
Algemeen
Het is goed dat de overheid structurele verbetering in de veehouderij wil bereiken.
Maar de gezondheid van de Brabanders wordt alleen gediend als alle
veehouderijen uit de bebouwde kom en 100 meter daaromheen worden gesaneerd
en verplaatst. Dit kan gefinancierd worden uit provinciale middelen (12 mln.
reserve BIV, Essentgelden) en Europese fondsen.
A11
Algemeen
Inspreker verzoekt Gedeputeerde- en Provinciale Staten de nu gepresenteerde
De BZV is onderdeel van een afgewogen en met de partners in het Brabantberaad
Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij in te trekken. En met een afgewogen afgesproken beleidspakket dat beoogt de genoemde oplossingen te bieden.
beleidsplan te komen, dat oplossingen biedt voor de veehouderij, de burgers en de
natuur in ons mooie provincie.
A12
Algemeen
Toetsing van de BZV door de gemeenten vergt kennis die moet worden
ingehuurd, wat weer leidt tot hogere leges en daarmee lastenverzwaring.
Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV door deze zo eenvoudig mogelijk Geen
te maken. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning
van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform
"Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht.
A13
Algemeen
Het is verwarrend om in de Verordening Ruimte en BZV met verschillende
omrekenfactoren (GVE en NGE) te werken. Daarnaast bestaat de NGE als
omrekenfactor al enige jaren niet meer. Gaarne aanpassen.
De Grootvee-eenheid (GVE) wordt in de Verordening ruimte voor een geheel ander doel Geen.
gebruikt dan de NGE in de BZV.
De NGE norm is een maat voor de economische omvang en heeft in de BZV als doel om
verschillende diercategoriën binnen een bedrijf te kunnen wegen. De NGE norm leent
zich daar het beste voor. Omdat de NGE normen niet meer geactualiseerd worden
hebben wij deze opgenomen in bijlage 7 van de BZV.
De GVE norm in de ontwerp Verordening ruimte 2014 heeft een ander doel, deze is
gebruikt als maat voor de veebezetting / fosfaatproductie.
A14
Algemeen
Het stellen van een normscore heeft tot gevolg dat veehouders naar de gewenste
score gaan toerekenen en daarmee de voor duurzaamheid gewenste
mentaliteitsverandering achterwege blijft.
Met de BZV bieden wij de ondernemer keuzevrijheid om zelf te bepalen hoe hij
zorgvuldigheid op zijn bedrijf invult. De verplichting van een normscore maakt dat het
niet meer vrijblijvend is om hier over na te denken en dus ook daarnaar te handelen. In
onze optiek draagt dit bij aan de gewenste mentaliteitsverandering.
In het provinciale beleid, verwoord in de Vr 2014, liggen er gebieden 'beperking
veehouderij' rondom kernen en bebouwingsclusters, waarin verdere ontwikkeling van
intensieve veehouderij niet mogelijk is. Deze gebieden waren doorgaans meer dan 100
meter breed. De afgelopen jaren hebben wij via Ruimte voor Ruimte, VIV en BIV
geïnvesteerd in sanering. De Vr 2014 faciliteert sanering via het principe van Ruimte
voor Ruimte.
Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over urgentiegebieden.
Voor die gebieden maken gemeenten met burgers, boeren en andere betrokkenen zoals
banken een verbeterplan met concrete acties om de overlast weg te nemen.
Geen.
Geen.
Geen
2 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A16
Algemeen
De normscore van 7 punten is in veel gevallen pittig. De indruk wordt gewekt dat Constatering van inspreker is juist dat het in de praktijk erg moeilijk zal zijn om binnen
er nog veel meer mogelijk is (de tien), wat in de praktijk niet het geval is. In de
economische kaders een negen of tien te realiseren. Wij nemen het advies inzake de
communicatie helder neerzetten dat een score van 7 al heel goed is.
communicatie over de BZV ter harte.
Aandacht voor dit punt in
de communicatie.
A17
Algemeen
Wij ondersteunen verduurzaming van de veehouderijsector. Deze dient enerzijds Wij voelen ons gesterkt door deze ondersteuning.
de belasting van de omgeving (geur, fijn stof, verkeer, stikstofdepositie etc.) terug te
dringen en anderzijds de sector als belangrijke economische drager van onze
gemeente in stand te houden.
Geen.
A18
Algemeen
Inspreker is van mening dat als Brabant daadwerkelijk een voorbeeldfunctie wil
vervullen voor de rest van Europa, men zal in moeten zetten op zaken als het
creëren van korte en transparante regionale kringlopen én op lokale productie en
consumptie van voedsel. Men zal paal en perk moeten stellen aan het
intercontinentaal ‘gesleep’ met voer en voedsel. Kennis en kunde bruikbaar
moeten maken voor anderen. Mensen leren om zelf in hun voeding te voorzien, in
plaats van ze alsmaar voedsel te leveren. Maar dat heeft dicht bij huis als
consequentie dat de groeiverwachtingen van de veehouders ontmoedigd in plaats
van gestimuleerd moeten worden. De BZV zet echter nog steeds in op groei, op
‘meer van hetzelfde’. Elke stimulans naar andere vormen van voedselvoorziening
die zorgvuldiger omgaan met de aarde, haar bronnen en haar bewoners wordt
gemist.
A19
Algemeen
De BZV leidt tot schaalvergroting en concentraties van dieren en stallen, met alle De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf om moverende redenen besluit Geen.
risico's voor de volksgezondheid van dien. De BZV dient dit tegen te gaan en zo uit te breiden. Dat de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen
de evidente overbelaste situaties aan te pakken.
automatisme.
A20
Algemeen
Het is goed dat met de BZV de voorhoede gestuurd wordt. De pijn zit in het grote
peloton en in de achterhoede; de oldtimers, de stilzitters én de stilzetters worden
ongemoeid gelaten. De BZV wedt beleidsmatig op het verkeerde paard en schiet,
als het gaat om herstel van maatschappelijk draagvlak, ten ene male tekort.
De constatering dat de BZV alleen 'aangrijpt' op ontwikkelende bedrijven is juist, dit is
een bewuste keuze. De BZV is echter onderdeel van een breder beleidspakket, waarin
andere onderdelen als de gebiedsprofilering en de aanpak van overbelaste situaties
aangrijpen op het zorgvuldig maken van de door inspreker genoemde peloton en
achterhoede.
A21
Algemeen
De BZV draagt niet bij aan het herstel van de relatie tussen de sector en de
maatschappij, tussen de boeren en hun buren, tussen producenten en
consumenten. Er is volledig ingezet op de techniek. Daardoor is de BZV vooral
een regeling van, voor en door de sector. De gewone burger overziet dit slagveld
van gedetailleerde regels en regeltjes al lang niet meer. Ook biedt de BZV teveel
keuzevrijheid voor veehouders en is daarmee te vrijblijvend.
De BZV objectiveert en operationaliseert zorgvuldigheid en kan daarmee (als 'taal') een Geen.
bijdrage leveren aan de dialoog tussen veehouders en hun omgeving. Het is een bewuste
keuze de ondernemer keuzevrijheid te bieden omdat dit het mogelijk maakt
zorgvuldigheid bedrijfsspecifiek in te vullen. Daarmee is er geen sprake van
vrijblijvendheid: het vergt een stevige inspanning van ondernemers om de vereiste BZVscore te realiseren.
Wij zetten in op het sluiten van kringlopen op een veel kleinere schaal dan nu het geval Geen.
is, in ieder geval op het niveau van Noordwest Europa en waar mogelijk op regionaal of
lokaal niveau. Vanuit de huidige situatie is dat een transitie die tijd vergt en waarvoor het
primaat bij de marktpartijen ligt. Wij zien de BZV als een tijdelijke maatregel die in de
beginfase deze transitie ondersteunt.
Geen
3 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A22
Algemeen
De BZV schiet tekort als richtinggevend kompas voor een koers naar een
duurzame toekomst. De belangrijkste punten uit het Brabantberaad worden niet
gehonoreerd: gezondheid is niet leidend, geen integrale benadering van landbouw
en gezonde voeding, herstel regionale kringlopen en geen soelaas voor overbelaste
gebieden. De BZV leidt eerder tot concentratie.
Geen.
Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten
hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren
door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zet de
veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de acht
maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid.
Daarnaast beloont de BZV het sluiten van kringlopen via de maatlat
grondgebondenheid. De BZV werkt op het niveau van het individuele bedrijf. De BZV
één van de onderdelen van een samenhangend pakket van regelgeving en stimulering. De
gebiedsgerichte aanpak rond overbelaste situaties is belegd met andere onderdelen van
het beleidspakket zorgvuldige veehouderij. Met de partners van het Brabantberaad is een
afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een
verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen.
A23
Algemeen
De BZV is met de grote aandacht voor gezondheid een grote stap vooruit. Maar
de BZV draagt niet bij aan de terugdringing van overbelaste situaties. Dat is wel
nodig uit oogpunt van volksgezondheid. De vraag rijst dan of de BZV wel
voldoende winst voor de volksgezondheid oplevert.
Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied
wordt overschreden. De BZV is geen oplossing voor de overbelaste gebieden. Met de
partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van
urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete
acties om de overlast weg te nemen.
A24
Algemeen
Inspreker verzoekt het effect van de BZV op de integratie van volksgezondheid in
inrichting en bedrijfsvoering van veehouderijen te monitoren, evalueren en waar
nodig bij te stellen. De noodzaak hiervoor wordt groter als blijkt dat de beoogde
verbreding van de bestaande certificaten met volksgezondheidsmaatregelen niet
haalbaar blijkt.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV evalueren wij de Tekst in H7 aanvullen met
BZV iedere twee jaar. Om die evaluaties goed te kunnen uitvoeren monitoren wij de
monitoring.
manier waarop de BZV wordt toegepast. De door inspreker genoemde aspecten komen
daarbij aan de orde.
Wij willen daarnaast benadrukken dat de partijen van het Brabantberaad zich er terdege
van bewust zijn dat dier- en volksgezondheid onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
De partijen vinden een gezamenlijke aanpak op basis van het “One-Health” principe
noodzakelijk. Wij vinden het, in het kader van de transitie naar een zorgvuldige
veehouderij, de taak van de humane en veterinaire partners in het Brabantberaad om de
integratie van volksgezondheid in inrichting en bedrijfsvoering van veehouderijen te
bewaken. Daar waar hier voor acties nodig zijn worden deze in de stuurgroep
Brabantberaad besproken en zo nodig in gang gezet.
A25
Algemeen
De BZV richt zich op individuele bedrijven en houdt zeer beperkt rekening met de
aanwezigheid van andere bedrijven en aanwezige gevoelige bestemmingen. Het is
derhalve daarnaast noodzakelijk in zetten op een gebiedsaanpak om de wenselijke
volksgezondheidssituatie te bereiken.
Wij zijn met inspreker van mening dat een gebiedsaanpak noodzakelijk is. Dit valt echter Geen.
buiten het bestek van de BZV.
In de Verordening ruimte 2014 hebben wij gebiedsnormen voor geur en fijn stof
opgenomen, dit voorkomt het ontstaan van nieuwe overbelaste gebieden. En
ontwikkelingen in die gebieden moeten bijdragen aan afname van de overbelasting.
Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van
urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete
acties om de overlast weg te nemen.
Geen.
4 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A26
Algemeen
Wij adviseren aan de provincie om gemeenten te blijven stimuleren in het gesprek
tussen omwonenden, ondernemer en lokale overheid. In het behalen van de
gestelde ambitie voor sociale inpassing blijft de dialoog zeer belangrijk voor
vertrouwen in de in gang gezette transitie veehouderij.
Partijen in het Brabantberaad, waaronder de gemeenten, hebben het belang van de
dialoog onderschreven. De veehouder is verantwoordelijk voor de dialoog. In de
Verordening ruimte 2014 hebben wij opgenomen dat gemeenten er op toe moeten zien
dat er een zorgvuldige dialoog tussen ondernemers en burgers wordt gevoerd.
Geen
A27
Algemeen
Laat extra regelgeving t.o.v. varkenshouderij over aan de marktpartijen en
faciliteer dit proces als provincie Noord-Brabant.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van de Consultatieversie van de BZV streven wij ernaar Geen
dat er uiteindelijk één of meer certificaten (en daaraan gekoppelde marktconcepten) zijn
die zorgvuldigheid in de volle breedte borgen en in de gehele sector worden toegepast.
De uitdaging daarvoor ligt bij de marktpartijen. Aangezien deze situatie nog geenszins is
bereikt en de urgentie van de maatschappelijke problematiek rond de veehouderij hoog is
heeft de overheid in casu de provincie de verantwoordelijkheid om nu te interveniëren.
A28
Algemeen
Dit mag zo niet gebeuren; het is regelrechte discriminatie!
Geen.
A29
Algemeen
Ik ben tegen de invoering van de BZV.
A30
Algemeen
Inspreker verwijst naar een brief aan het ministerie van EZ ter veiligstelling en
bewaring van zijn rechten met betrekking tot een door inspreker ingediende claim
naar aanleiding van de Wet Herstructurering Varkenshouderij 1998 om te
verhinderen dat zijn aanspraken zouden worden getroffen door verjaring.
Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren.
Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren.
De door inspreker aangehaalde brief heeft geen relatie met de BZV.
A31
Algemeen
Met de serie (recente) provinciale besluiten inzake de veehouderij zal er van de
Uitvoeringsagenda Agrofood weinig terecht komen. Bedrijven zijn niet in staat de
kostenverhoging als gevolg van bovenwettelijke maatregelen terug te verdienen in
de markt. Wij zijn hier over verontwaardigd ook gezien de inspanningen die de
sector de afgelopen jaren al heeft gepleegd.
Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren. Doel van de BZV is de verduurzaming van
de sector aan te jagen en te borgen. In de Uitvoeringsagenda is afgesproken dat de
provincie de BZV zou opstellen.
Geen
A32
Algemeen
De BZV stimuleert veehouders stappen richting duurzaamheid te zetten en dat is Bij uitbreiding moet een veehouderij aan verscheidene criteria voldoen, de BZV is er
goed. Maar veel ondernemers komen niet aan de BZV toe als gevolg van de
daar één van. Uit het planMER voor de structuurvisie blijkt dat de meeste bedrijven
andere eisen in de Verordening ruimte als de normen voor geur, fijn stof en GVE. kunnen ontwikkelen binnen de normen voor geur en fijn stof. De GVE norm wordt
gewijzigd, het voorstel is om hierbij aan te sluiten op de systematiek van
mineralenkringlopen (P-lokaal) uit de BZV.
A33
Algemeen
De BZV zet in op People en Planet. Profit is echter nodig en zonder nieuw
verdienmodel leidt de BZV alleen maar tot schaalvergroting.
Geen.
Geen.
Geen.
De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf om moverende redenen besluit Geen.
uit te breiden. Dat de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen
automatisme.
Op basis van de steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven die tussen 2007 en nu zijn
uitgebreid voldoen aan de BZV. Wij zijn van mening dat de meerkosten in de praktijk
geen beletsel zijn voor invoering van de BZV.
5 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A35
Algemeen
Inspreker stelt dat de ontwerp Verordening Ruimte 2014 in strijd is met afspraken Inspreker reageert op de inhoud van de ontwerp Verordening ruimte 2014. De inspraak Geen.
in het Brabantberaad.
daarvoor heeft eerder plaatsgevonden en is afgesloten.
Inspreker verzoekt om de volgende onderdelen uit de Verordening Ruimte 2014
te verbeteren:
- haal de beperkingen voor het bouwblok en de GVE norm uit de verordening
- haal de normen voor geur en fijn stof uit de verordening
- toets ontwikkelingen die geen betrekking hebben op uitbreiding van het aantal
dieren niet aan de BZV.
A36
Algemeen
Inspreker is van mening dat de BZV te weinig aandacht heeft voor de
economische duurzaamheid en de sociale haalbaarheid voor familiebedrijven.
A37
Algemeen
Inspreker is van mening dat de BZV in overbelaste gebieden op het herstellen van In de Verordening ruimte 2014 verplichten wij gemeenten er op toe te zien dat er een
de verbinding moet richten. Inspreker is van mening dat hier een taak is
zorgvuldige dialoog gevoerd wordt tussen veehouders en hun omgeving.
weggelegd voor gemeenten. Dit mag niet volledig op het bord van de landbouw
en in het bijzonder de niet-overbelaste gebieden komen.
A38
Algemeen
In rapport van de commissie van Doorn is duidelijk opgenomen dat ook afnemers Wij zijn het met inspreker eens dat alle ketenpartijen een bijdrage dienen te leveren aan Geen.
zoals slachterijen meedoen aan duurzaamheid.
de verduurzaming van de veehouderij. Wij zijn daarover in gesprek met de ketenpartijen,
maar alle partijen moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen.
De BZV is één schakel in de transitie, zoals afgesproken in het Brabantberaad stellen wij,
in nauw overleg met de partners uit het Brabantberaad, nu de BZV vast.
A39
Algemeen
Inspreker is van mening dat de BZV leidt tot ongelijkheid in de beoordeling van
veehouderijen.
Inspreker is van mening dat veel knelgevallen al groter zijn dan 1,5 ha en deze
bedrijven kunnen niet meer ontwikkelen. De BZV draagt niet bij aan de oplossing
van de problemen op deze bedrijven.
Geen.
Wij delen de mening van inspreker niet, wij zijn van mening dat de BZV bedrijven op
een objectieve en gelijkwaardige wijze beoordeelt. Het gevolg is dat sommige sectoren of
bedrijven meer inspanningen moeten leveren om de vereiste BZV score te behalen. En
naast de BZV zullen er altijd andere afwegingen zijn of een bepaalde ontwikkeling al dan
niet gerealiseerd kan worden.
Wij zijn het met inspreker eens dat de BZV niet alle problemen oplost. Met de partners
van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden.
Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast
weg te nemen.
A40
Algemeen
In veel gebieden in Noord Brabant wordt de draagkracht van het gebied
overschreden. Inspreker is van mening dat in plaats van de individuele BZV
beoordeling van bedrijven moet gekeken naar de draagkracht van het gebied.
Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied
wordt overschreden. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt
over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan
gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen.
Wij hebben de steekproef BZV uitgevoerd om na te gaan of de BZV voldoende
Geen.
uitvoerbaar is voor veehouderijbedrijven, waarbij het economische en sociale aspect van
belang is. Op basis van de uitkomsten is de consultatieversie BZV vastgesteld.
Geen.
Geen.
6 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A41
Algemeen
Inspreker is van mening dat in delen van Noord Brabant de draagkracht van het
gebied wordt overschreden. Inspreker is van mening dat voordat de BZV wordt
ingevoerd, moet worden gekeken naar de draagkracht van het gebied en dat eerst
gebiedsprofielen moeten worden opgesteld. Inspreker is van mening dat in
afwachting van de gebiedsprofielen niet mag worden uitgebreid.
Inspreker is van mening dat de landelijke overheid daarin met regelgeving sturend
moet optreden bij het opstellen van gebiedsprofielen.
Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied Geen.
wordt overschreden. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt
over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan
gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen.
Door onder andere de provinciale norm voor geur en fijn stof voorkomen we het
ontstaan van nieuwe urgentiegebieden en stimuleren we dat de overlast afneemt. Wij zijn
daarom van mening dat de BZV nu al kan worden ingezet om gewenste ontwikkelingen
te faciliteren.
Voor het opstellen van een gebiedsprofiel zien wij met name een rol voor de gemeenten
en bewoners en gebruikers van het gebied. Indien noodzakelijk zullen wij de landelijke
overheid vragen om (aanpassing van) regelgeving.
A42
Algemeen
De BZV dient zich meer te richten op doelstellingen en handelingsperspectief voor De BZV gaat naar onze mening juist uit van doelstellingen in plaats van
ondernemers. Daarmee stimulerend op innovatie en ontwikkelingsruimte voor de middelvoorschriften. Uit de steekproef blijkt dat veehouders in principe voldoende
ondernemers.
handelingsperspectief hebben. De BZV geeft mogelijkheden voor innovaties en
ontwikkelruimte.
A43
Algemeen
Momenteel is er nog onvoldoende zicht op een acceptabele uitvoerbaarheid van
de BVZ, zowel voor ondernemers als overheid.
A44
Algemeen
De aangepaste opzet van BZV richting de drie blokken omgeving, certificaten en
omgeving is overigens een stap in de goede richting. Maar bovengenoemde
opmerkingen zullen naar onze mening op een passende manier verwerkt moeten
worden.
A45
Algemeen
Doordat het dorp naar ons toegroeit en aan de andere kant een
landbouwontwikkelingsgebied ligt krijgt ons bedrijf ongewild te maken met de
voorgrondbelasting en de achtergrondbelasting. Onze conclusie over de BZV is
dat dit een overbodige regeling is en dat er beter gekeken kan worden naar GVE
per ha. Of naar aantal ha per bedrijf.
A46
Algemeen
De normen voor geur en luchtkwaliteit in de Verordening ruimte leiden ertoe dat Bij uitbreiding moet een veehouderij aan verscheidene criteria voldoen, de BZV is er
daar één van. Uit het planMER voor de structuurvisie blijkt dat de meeste bedrijven
bedrijven op slot zitten en niet toe komen aan de BZV. Daardoor wordt de
kunnen ontwikkelen binnen de normen voor geur en fijn stof.
doelstelling dat 50% van de bedrijven aan de BZV kan voldoen niet gehaald.
A47
Algemeen
De BZV vergroot de uitvoeringslast van gemeenten. Wij willen hiervoor
gecompenseerd worden.
Geen.
Wij hebben via de steekproef de uitvoerbaarheid van de BZV onderzocht, de BZV is met Geen.
de ervaringen uit de steekproef bijgesteld.
Wij zijn van mening dat de BZV voldoende uitvoerbaar is.
Wij danken u voor uw positieve reactie, wij zullen de BZV op onderdelen aanpassen.
Wij zullen de BZV op
onderdelen aanpassen.
Geen.
De door inspreker aangehaalde normen voor geur volgen niet uit de BZV, maar de
Verordening ruimte 2014, deze heeft een separaat inspraaktraject gehad. Het door
inspreker voorgestelde alternatief is opgenomen in de ontwerp Verordening ruimte 2014
ten einde verantwoorde ontwikkeling van melkveebedrijven in de gebieden "beperking
veehouderij" mogelijk te maken. Ook deze bedrijven dienen zorgvuldig te zijn en
daarvoor aan de BZV getoetst te worden.
Geen.
Geen.
Wij zijn van mening dat de uitvoeringslasten beperkt zijn, door zoveel mogelijk aan te
sluiten bij de wettelijke taken die u heeft op het terrein van vergunningverlening en door
daarnaast zoveel mogelijk uit te gaan van onderdelen die door derden zijn geborgd.
Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van
gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform
"Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht.
7 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A48
Algemeen
Inspreker wil voorafgaand aan het aanpassen van het bestemmingsplan aan de
Verordening ruimte afspraken maken met de provincie over de vergoeding van
eventuele planschadeclaims.
Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013,
Geen.
hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in
procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als
daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling
getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg
van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV.
A49
Algemeen
De provincie pakt met de BZV een te zware rol, waardoor marktpartijen hun
verantwoordelijkheid niet meer kunnen of hoeven nemen.
In het Brabantberaad en de Uitvoeringsagenda Agrofood is afgesproken dat de provincie Geen.
de BZV zou ontwikkelen samen met de partners uit het Brabantberaad. Wij zien de BZV
vooralsnog als een tijdelijk instrument. Marktpartijen hebben en houden wel degelijk een
belangrijke rol.
A50
Algemeen
Inspreker maakt zich enige zorgen over de toepasbaarheid, in die zin dat het
puntensysteem bepaald niet eenvoudig lijkt en de nodige verduidelijking en/of
toelichting vooralsnog op zijn plaats lijkt.
Op basis van de steekproef en de vele positieve reacties zijn wij van mening dat de BZV
uitvoerbaar is. Op onderdelen zullen wij een en ander verduidelijken.
Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van
gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform
"Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht.
A51
Algemeen
Wij ondersteunen zoals eerder aangegeven de koerswijziging in de Verordening
We danken u voor uw positieve reactie.
ruimte 2014 die moet leiden tot een verduurzaming van de agrarische sector. De
BZV is met alle partners in het Brabantberaad ontwikkeld en wij hopen dat het
draagvlak voor de inzet van de BZV breed zal zijn.
Geen.
A52
Algemeen
Kunnen veehouderijen in concentratiegebieden even makkelijk een voldoende
BZV-score halen als bedrijven daarbuiten? Antwoord op deze vraag is cruciaal
voor het draagvlak van de BZV.
Wij zijn van mening dat alle veehouderijen in Noord Brabant zich moeten ontwikkelen
als zorgvuldige veehouderij. Wij willen bedrijven in West-Brabant niet uitzonderen.
Bedrijven in West-Brabant kunnen vanwege de lagere dichtheid aan bedrijven
makkelijker scoren op een aantal onderdelen op de BZV.
Geen.
A53
Algemeen
De BZV is behoorlijk ingewikkeld, het lijkt mogelijk met onderdelen die niet
Op basis van de steekproef en de vele positieve reacties zijn wij van mening dat de BZV
rechtstreeks bijdragen aan milieuwinst een voldoende score te halen, waardoor de uitvoerbaar is. Op basis van onder andere de steekproef en doordat er relatief veel
vraagt rijst of de gevraagde inspanning opweegt tegen de te realiseren milieuwinst. milieuthema's in de BZV zijn opgenomen verwachten wij een substantiële milieuwinst.
Geen.
A54
Algemeen
De gemeentelijke beleidsvrijheid om (al dan niet bepaalde) veehouderijbedrijven Gemeenten hebben nadrukkelijk de vrijheid en verantwoordelijkheid om eigen beleid te Geen.
wel of niet toe te staan, moet naar onze mening gegarandeerd blijven. Gemeenten voeren. Gemeenten kunnen ongewenste ontwikkelingen weigeren. Dit wordt niet anders
door de BZV.
moeten niet verplicht worden om binnen de gestelde normering
veehouderijbedrijven- in welke vorm dan ook- altijd toe te staan.
A55
Algemeen
Wij hebben ons eerder uitgesproken tegen de BZV als instrument om een
Wij vinden het jammer dat inspreker de BZV niet steunt. De provincie heeft, zoals
zorgvuldige veehouderij te bereiken. Wij vragen u daarom af te zien van de BZV. afgesproken in het Brabantberaad en de Uitvoeringsagenda Agrofood, de BZV met de
partners uit het Brabantberaad opgesteld.
Geen.
Geen.
8 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A56
Algemeen
Inspreker vraagt bevestiging dat eventuele planschadeclaims voor rekening van de Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013,
Geen.
provincie komen en vraagt ondersteuning in bezwaar- en beroepsprocedures rond hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in
de BZV.
procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als
daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling
getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg
van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV.
A57
Algemeen
Inspreker vraag aandacht voor haar rol als aanspreekpunt, vergunningverlener en
uitvoerder van beleid, met waardering voor het ingezette communicatietraject. Dit
vanwege de ervaring met andere provinciale regelgeving die in haar optiek te snel
is ingevoerd.
A58
Algemeen
Inspreker pleit ervoor dat de bepaling inzake geurhinder (artikel 6.4 lid 1 onder e Uw reactie heeft betrekking op de ontwerp Verordening ruimte 2014 en niet op de BZV. Geen.
en artikel 7.4 lid 1 onder e uit de ontwerp verordening) komt te vervallen en het Deze heeft een separaat inspraaktraject doorlopen.
geurbeleid blijft op het niveau waar het thuis hoort: het lokale niveau. Deze
maximale geurniveaus beperken de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op
meerdere locaties binnen haar gemeente. Zij vindt dit onacceptabel.
A59
Algemeen
Geen.
A60
Algemeen
Nogmaals wil ik melden dat ik de BZV een warm hart toe draag.
We danken u voor uw positieve reactie.
Succes met de verdere invulling aan de BZV.
Inspreker vraagt duidelijkheid over vorm en inhoud van gebiedsprofielen en welke Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van
planfiguur daarvoor geëigend dan wel vereist is.
urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete
acties om de overlast weg te nemen.
Voor het opstellen van een gebiedsprofiel zien wij met name een rol voor de gemeenten
en bewoners en gebruikers van het gebied. Indien noodzakelijk zullen wij de landelijke
overheid vragen om (aanpassing van) regelgeving.
A61
Algemeen
Wij danken u voor uw positieve reactie. Met de partners in het Brabant Beraad hebben
Voor inspreker is de BZV geslaagd als alle veehouders met een redelijke
inspanning voldoende handelingsperspectief hebben om te slagen voor de BZV en wij afgesproken dat de BZV een reëel handelingsperspectief voor alle sectoren moet
bieden. Wij passen de BZV hiertoe op een aantal punten aan.
daarmee stappen zetten naar een duurzame en zorgvuldige veehouderij die
wereldwijd toonaangevend is. De stappen naar een zorgvuldige veehouderij
worden groter als we er in slagen om via de keten meer toegevoegde waarde op
onze bedrijven te krijgen. De BZV is een product van alle Brabantse partijen.
Inspreker ondersteunt een score die veehouders stimuleert de goede dingen te
doen. De BZV is een gezamenlijke uitwerking van de kern van het Brabant
beraad: 'Ontwikkelruimte moet je verdienen'.
Bijstellingen tbv
handelingsperspectief
sectoren.
A62
Algemeen
In zijn algemeenheid hebben bedrijven voldoende handelingsperspectief om aan de BZV Bijstellingen tbv
Bedrijven met veel toegevoegde waarde (maatschappelijk en welzijn) moeten
handelingsperspectief
volgens inspreker bovengemiddeld kunnen scoren zodat voorkomen wordt dat de te voldoen. Voor enkele sectoren voeren wij aanpassingen in de BZV door.
sectoren.
BZV de ontwikkeling naar schaalvergroting en dichte bedrijven aanjaagt.
Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV door deze zo eenvoudig mogelijk Geen.
te maken.
Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van
gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform
"Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht.
Geen.
9 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
A63
Algemeen
Inspreker ondersteunt de (verplichting tot) omgevingsdialoog. Een ander
onderdeel van het beleidspakket waar de BZV deel van uit maakt is de
gebiedsprofilering. Deze is nog niet ver genoeg uitgewerkt om te kunnen
beoordelen. Inspreker bepleit een pragmatische invulling waarbij de
"overbelasting" wordt aangepakt op het niveau waar de problemen worden
ervaren en zijn ontstaan, het straat- of op buurtschapsniveau.
De gebiedsprofilering en sanering van overbelasting wordt momenteel door partners van Geen.
het Brabantberaad uitgewerkt, deze staat procedureel los van de BZV.
A64
Algemeen
Inspreker stemt alleen in met de Brabantse Zorgvuldigheidsscore als:
Deze zienswijze heeft betrekking op de ontwerp Verordening ruimte 2014 en niet op de Geen.
- de Verordening Ruimte aangepast wordt door de GVE-norm, geurnorm en fijn BZV. De afweging vindt plaats bij de besluitvorming over de Verordening ruimte 2014.
stofnorm uit de Verordening ruimte te halen;
- als ontwikkeling van grondgebonden veehouderijen in stedelijke gebieden en
'gebieden beperkingen veehouderij' mogelijk is mits deze aan de BZV voldoen en;
- ontwikkelingen waarbij het aantal dieren niet toeneemt niet aan de BZV hoeven
te worden getoetst.
A66
Algemeen
Inspreker ondersteunt de nieuwe driedeling in de BZV. De complexiteit is er
We danken u voor uw positieve reactie.
goeddeels uit door de scores te verbinden met al bestaande (duurzaamheid- en
kwaliteit) certificaten in plaats van de onderliggende managementmaatregelen. De
BZV is absoluut werkbaarder geworden. Niet alleen voor ondernemers, maar
zeker ook voor gemeenten die met de score moeten gaan werken.
Geen.
A68
Algemeen
In de visie van inspreker is de BZV op de lange termijn overbodig. Als de wensen Ook wij verwachten dat de BZV op termijn overbodig zal worden. Wij hopen dat de
inspreker mee blijft werken aan het opnemen van de zorgvuldigheidsthema's in
van samenleving en de eisen vanuit omgeving, welzijn, gezondheid en milieu
binnen de verschillende veehouderijsectoren stevig verankerd zijn in certificering certificaten en kwaliteitssystemen.
en kwaliteitssystemen, dan hoeft de overheid geen aanvullende eisen en
voorwaarden te stellen. Maar we realiseren ons dat we tijd nodig hebben om in de
huidige kwaliteitssystemen, die nu vooral op de interne bedrijfsvoering zijn
gericht, ook omgevingsvoorwaarden toetsbaar mee te nemen.
Geen.
A69
Algemeen
Ten slotte, inspreker streeft met het college van GS naar een werkbare BZV, die
veehouders stimuleert te verduurzamen. Dit doel ligt binnen handbereik. Voor
een aantal sectoren zijn aanpassingen nodig om de BZV, maar we vertrouwen
erop dat uw college deze aanpassingen door zal voeren.
A70
Algemeen
Inspreker heeft steeds getracht constructief en zeer gemotiveerd bij te dragen aan Wij danken u voor uw positieve reactie.
de ontwikkeling hiervan. Aldus ontstaat een instrument dat een bijdrage kan
leveren, aan de gewenste transitie van de veehouderij. Buiten de provincie uiten
wij ook wel eens onze zorgen m.b.t. tot de Maatlat BZV en hoe die mogelijk gaat
werken. De reactie is dan vaak: "Maar in Brabant gebeurt wel iets bijzonders".
Het is goed om dat ook eens van een ander te horen en wij beschouwen dit als een
compliment aan alle betrokkenen.
We danken u voor uw positieve reactie. Op enkele onderdelen zullen wij de BZV
aanpassen.
Gevolg voor BZV
Zie bij de specifieke
onderdelen.
Geen.
10 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A71
Algemeen
Inspreker beschouwt de BZV samen met de Dialoog en de Gebiedsprofilering als
een totaalpakket als uitwerking van de richtinggevende afspraken in het Akkoord
van de Ruwenberg. Inspreker waardeert de BZV als een goede eerste aanzet.
De door inspreker aangehaalde zaken zijn inderdaad onderdeel van een totaalpakket.
Geen.
De dialoog en gebiedsprofilering wordt momenteel door partners van het Brabantberaad
uitgewerkt, deze staan procedureel los van de BZV.
A72
Algemeen
Inspreker vraagt er op toe te zien dat er op het moment van inwerkingtreding van Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van
de BZV en Verordening er een eveneens goed ontwikkeld stelsel van
urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete
gebiedsprofileringen beschikbaar is. Mocht dit om moverende redenen niet lukken acties om de overlast weg te nemen.
verzoeken wij u een tijdelijk noodverband te leggen dat met name in de
concentratiegebieden voorkomt dat daar de veestapel doorgroeit. Wij gaan er
daarbij van uit dat ook de melk- en rundveehouderij hier onderdeel van uit maakt.
Gebiedsprofileringen kunnen dit op termijn overnemen. Dit als uitwerking van
zowel het nationale beleid als het Akkoord van de Ruwenberg.
Geen.
A73
Algemeen
Inspreker mist een procesafspraak die inzichtelijk maakt welke onderdelen op
De Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood geeft de gevraagde procesaanpak.
welk moment worden aangepakt. Een voorbeeld: Het sluiten van de kringlopen op
Noordwest Europese schaal is een afspraak die alle partijen hebben onderschreven
en waarin op dit moment nog niet in is voorzien. Hoe gaan we dit realiseren en
welke stappen staan ons daarbij voor ogen.
Geen.
A74
Algemeen
Inspreker acht een GVE norm een uiterst geschikt instrument, simpel,
In de BZV hanteren wij geen GVE norm, inspreker doelt op de norm in de ontwerp
controleerbaar, zonder ingewikkelde administratie en niet fraudegevoelig om de
Verordening ruimte 2014. De argumenten van de inspreker zijn meegenomen in de
grondgebondenheid van de melkveehouderij te borgen, te voorkomen dat deze
afwegingen bij de Verordening ruimte 2014.
sector "los van de grond" komt. Uiteindelijk is een norm van ongeveer 2 GVE/ ha
passend te noemen. Een dergelijk perspectief biedt de sector ook de mogelijkheid
hierop in de bedrijfsvoering te anticiperen.
Geen.
A75
Algemeen
Uit een steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven nu al voldoende scoort.
Tevens stelt inspreker vast dat de aanwezige overlast niet is afgenomen. Deze
constateringen roepen bij ons het beeld op van een wellicht te beperkte ambitie
tegen de achtergrond van de omvang van de problematiek.
Naast de BZV moeten bedrijven aan andere voorwaarden voldoen, wij streven naar een Geen.
samenhangend pakket. Om nieuwe overlastgebieden te voorkomen en om bestaande
overlast te verminderen hebben wij onder andere normen voor geur en fijn stof in de
Verordening ruimte 2014 opgenomen. Een bedrijf dat aan de BZV voldoet kan overlast
veroorzaken. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de
aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met
concrete acties om de overlast weg te nemen.
A76
Algemeen
Inspreker vraagt nadrukkelijker aandacht voor water, natuur en landschap dan
thans in de BZV is opgenomen. Dit aspect zal tevens in de gebiedsprofileringen
meegenomen dienen te worden.
Wij zullen uitbreiding met deze thema's meenemen in een volgende versie van de BZV.
Deze thema's kunnen mogelijk opgenomen worden in gebiedsprofileringen, inspreker is
betrokken bij dat proces en kan daar samen met de andere partners mede invulling aan
geven.
Geen.
11 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
A77
Algemeen
Tot slot maakt inspreker van de gelegenheid gebruik om veel waardering uit te
spreken over de inzet van het provinciaal bestuur en haar medewerkers op dit
dossier. Bij het realiseren van de ambitie om richting 2020 de meest duurzame
veehouderij van de wereld in Brabant te hebben gerealiseerd kunt u op onze
medewerking blijven rekenen.
Wij danken u voor uw waardering en medewerking.
Geen.
A78
Algemeen
Gezien de twijfel aan de juridische houdbaarheid is inspreker van mening dat de
BZV verder niet in procedure mag worden gebracht en dat de financiële
consequenties voor rekening van de provincie zijn.
Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013,
Geen
hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in
procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als
daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling
getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg
van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV.
A79
Algemeen
Cliënten stellen zich op het standpunt dat aan de BZV geen concrete
doelstellingen ten grondslag liggen en reeds daarom van vaststelling dient te
worden afgezien. Het is volstrekt onduidelijk aan welke doelstellingen moet
worden getoetst. Nergens staat immers in de BZV de gewenste toestand concreet
omschreven. Een doelstelling dient namelijk specifiek, meetbaar, acceptabel,
realistisch en tijdgebonden te zijn.
De essentie van de BZV is dat wij de veehouder keuzevrijheid laten om zorgvuldigheid
op zijn bedrijf in te vullen. Daar horen geen 'vinklijsten' of een nauw omschreven
gewenste toestand bij. Deze zal van bedrijf tot bedrijf verschillen en daar willen wij niet
in treden. Door het systeem van maatlatten en certificaten geven wij wel de richting aan
waarin de zorgvuldigheid moet worden ingevuld. Aan de hand daarvan kan iedere
veehouder voor zijn bedrijf inzichtelijk maken wat de -door hem zelf bepaaldetoepassing van de BZV betekent.
Geen.
A80
Algemeen
Er is geen adequaat beleid en regelgeving in de BZV of verordening ruimte
vastgelegd om
bovengenoemde zaken zoals de nog steeds optredende groei in het volume van
stoppende bedrijven te regelen.
De BZV grijpt aan op bedrijfsniveau; door inspreker genoemde zaken spelen op
gebiedsniveau. De Verordening ruimte stuurt op gebiedsniveau, onder andere via de
normen voor geur en fijn stof. Met de partners in het Brabantberaad hebben wij
afspraken gemaakt om de overlast in urgentiegebieden weg te nemen.
Geen
A81
Algemeen
Wij zien geen interventies om de stijgende groei van het aantal dieren een halt toe Met de partners in het Brabantberaad hebben wij afspraken gemaakt om de overlast in
urgentiegebieden weg te nemen.
te roepen in overbelaste gebieden. Herstel van de balans veehouderij – burgers
dient eveneens te zijn uitgewerkt voor u een besluit neemt.
A82
Algemeen
Clustering van grote IV in directe omgeving van woningen dient te worden
De BZV stuurt en stimuleert in de maatlat Fysieke maatregelen gezondheid onder andere Geen.
afgebouwd omdat gezondheidsrisico's worden vergroot. Meer dieren op elkaar
op afstand tussen bedrijven. Daarnaast stuurt en stimuleert de BZV via de maatlatten
geeft meer infectiedruk. Ook stijgt hierdoor de achtergrondbelasting van geluid,
voor geur en fjin stof op de afstand tussen bedrjiven en woningen.
geur, fijnstof, ammoniak, endotoxinen, etc. De BZV kent geen beleid op clustering
& cumulatieve effecten. Hierdoor zullen ongewenste ontwikkelingen blijven
plaatsvinden in de nabijheid van clusters woningen en
lintbebouwing. In de huidige gemeentelijke bestemmingsplannen wordt dit risico
onvoldoende onderkend of genegeerd.
Geen
12 (van 35)
Consultatieverslag BZV
nummer
reactie
Categorie
Inspraakreacties
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
Hoofdstukken
H101
Hoofdstuk 1
Inspreker is van mening dat niet duidelijk is welke partners in het Brabantberaad
hebben meegewerkt aan de BZV en verzoekt dit op te helderen. Inspreker is
vooral benieuwd naar de input van het ODBN.
Een belangrijke vraag is dan ook of de BZV (goed) handhaafbaar is. Dit aspect is
tot op heden onderbelicht gebleven.
Bij het opstellen van de BZV is afgestemd met onder andere gemeenten, waterschappen, Geen.
retail, ketenpartijen, veehouders, burgergroeperingen, BMF, ZLTO, dierenartsen, etc.
Via de gemeenten zijn omgevingsdiensten geïnformeerd.
Met deze partners, in het bijzonder de gemeenten, hebben wij ook aandacht besteed aan
de handhaafbaarheid. Dit heeft mede geleid tot de huidige opzet die aansluit bij
bestaande informatiestromen tussen veehouderijbedrijven en overheden. Dit neemt niet
weg dat de BZV een nieuw fenomeen is en dus de toepassing ervan de nodige aandacht
behoeft. Wij hebben daarom samen met gemeenten een Implementatieteam ter
ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld, met een digitaal platform
"Zorgvuldige veehouderij 2020". Aan dit Implementatieteam neemt ook het ODBN
deel.
H201
Hoofdstuk 2
Inspreker is van mening dat de pijlers Certificaten, Inrichting&omgeving en
Innovatie niet los van elkaar kunnen worden gezien. Inspreker vraagt vanwege de
overlap om ze samen te voegen.
Inspreker vraagt verduidelijking over de wachtkamermaatregelen, het Panel
Zorgvuldige Veehouderij en nieuwe geborgde certificaten.
Wij zijn van mening dat de overlap tussen de pijlers beperkt is, de pijlers vullen elkaar
Geen.
juist aan. Bovendien zijn de maatlatten binnen Inrichting & Omgeving dusdanig
opgesteld dat er geen dubbelingen zijn met certificaten. De pijler Certificaten voegt
bedrijfsvoeringsmaatregelen toe en de pijler Innovatie is er voor bedrijven die zo
vernieuwend zijn dat ze op de andere pijlers nog niet kunnen scoren. Deze driedeling is
een belangrijk uitgangspunt van de BZV, wij voegen deze niet samen.
Wij zijn van mening dat de wachtkamermaatregelen, het Panel Zorgvuldige Veehouderij
en nieuwe geborgde certificaten voldoende in de BZV zijn beschreven.
H202
Hoofdstuk 2
Inspreker pleit voor het opnemen van biodiversiteit in het bodemleven en
verscheidenheid van rassen.
H203
Hoofdstuk 2
Dit zijn zaken die volgen uit de bedrijfsvoering. Dit soort maatregelen nemen wij mee als Geen.
er een certificaat is dat dit borgt, dit is nu nog niet het geval. Wij nemen dit niet op in de
BZV.
Inspreker is van mening dat een duidelijke visie op duurzaamheid ontbreekt en dat Wij zijn van mening dat er niet één visie op duurzaamheid is, wij bieden bedrijven zoveel Geen.
mogelijk ruimte om zelf te kiezen, afhankelijk van het gebied waar het bedrijf gelegen is
de BZV een samenraapsel van maatregelen is.
en bijvoorbeeld een marktconcept waar de veehouder mee werkt.
Inspreker constateert dat bepaalde maatregelen tegenstrijdig zijn, waardoor
Maatregelen zijn inderdaad op onderdelen soms tegenstrijdig, maar deze sluiten wel aan
bedrijven geen 10 kunnen scoren.
bij de praktijk en de wet- en regelgeving. Bovendien kan een veehouder kiezen, het is niet
verplicht alle maatregelen te treffen.
Een score van een 10 is niet nodig, een bedrijf slaagt voor de BZV met een score van 7.
13 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H204
Hoofdstuk 2
Inspreker verzoekt de BZV uit te breiden met energiebesparende maatregelen, het Energie heeft voor deze eerste versie een lage prioriteit gekregen, en is daarom niet
Geen.
voeren van losse grondstoffen en mestverbranding.
opgenomen in de BZV 1.0. Najaar 2014 komt een eerste aanpassing van de BZV.
Energie wordt daarin betrokken. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en verbranding voeren wij overleg met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs
wordt dit in de eerstvolgende versie van de BZV toegevoegd. Het voeren van losse
grondstoffen is moeilijk te controleren, wij nemen dit niet op in de BZV.
H205
Hoofdstuk 2
Inspreker verzoekt om zonnepanelen te waarderen in de BZV.
H301
Hoofdstuk 3
H302
Hoofdstuk 3
H303
Hoofdstuk 3
H304
Hoofdstuk 3
H305
H306
Energie heeft vanuit de partners een lage prioriteit gekregen, en is daarom niet
Geen.
opgenomen ni de BZV 1.0. Bij volgende versies van de BZV bekijken wij opnieuw welke
thema's in de BZV kunnen worden opgenomen.
Inspreker is van mening dat de steekproef te gering van omvang is en geen goed
De steekproef is naar onze mening van voldoende omvang. Het gaat hier overigens om Geen.
beeld geeft van de haalbaarheid van de BZV.
bedrijven die in het verleden al een bedrijfsontwikkeling hebben met bovenwettelijke
Inspreker vraagt wat hoeveel bedrijven voor dusdanig hoge investeringen komt te onderdelen. Bedrijven waren dus blijkbaar in staat om de investeringen te doen. De
staan dat zij niet meer kunnen ontwikkelen.
meerkosten als gevolg van de BZV zijn naar onze mening in principe haalbaar.
Inspreker vraagt hoe groot de extra kosten zijn voor de BZV ten opzichte van de
wettelijke normen.
Inspreker verzoekt duidelijkheid te geven over hoe gemengde bedrijven getoetst
moeten worden.
Inspreker stelt dat het onduidelijk is hoe de BZV geborgd is. Inspreker vraagt
duidelijkheid over hoe om te gaan met veranderingen in de bedrijfsvoering die al
dan niet in de vergunning veranderen.
Inspreker stelt dat voor schapen geen maatlatten zijn.
Bij gemengde bedrijven worden diercategoriën op basis van NGE bij elkaar opgeteld, dit Geen.
is beschreven in hoofdstuk 3 van de consultatieversie.
Veranderingen in de bedrijfsvoering zijn toegestaan zolang het bedrijf kan aantonen dat Verduidelijken.
het een voldoende BZV-score realiseert.
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt dat biologische bedrijven niet aan de BZV kunnen voldoen en
verzoekt om een aanpassing van de BZV.
BZV aanpassen.
Biologische bedrijven zijn voorlopers op het gebied van zorgvuldige veehouderij. Door
hun geheel andere opzet kunnen met name pluimvee-, varkens- en geitenbedrijven
moeilijk aan de BZV voldoen. Bedrijven met een EKO-certificaat voldoen al in hoge
mate aan het wensbeeld: één certificaat dat de gehele zorgvuldigheid van een bedrijf
borgt. Op dit moment borgt het EKO-certificaat nog onvoldoende de
gezondheidsaspecten. Daarom hebben bedrijven met een EKO-certificaat een
uitzonderingspositie in de BZV. Indien zij niet voldoende score volgens de systematiek
van deze BZV, krijgen zij daarvoor dispensatie als een minimaal aantal punten op de
maatlat Fysieke Maatregelen Gezondheid binnen de pijler scoren, samen met het EKO.
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt dat de BZV niet voorziet in de diercategorie paarden, daarvoor zijn Paardenhouderijen zijn in de Vr 2014 geen veehouderij en hoeven dus niet te voldoen
bv geen certificaten.
aan de BZV. Gemeenten kunnen in voorkomende gevallen bedrijven toetsen aan de
BZV. Voor paarden zijn inderdaad nog geen certificaten, de BZV voorziet in een
adequate procedure voor die sectoren zodat ook zij een reëel handelingsperspectief
hebben.
Voor schapen zijn nog niet alle maatlatten operationeel, hiervoor zijn correctiefactoren,
zie hoofdstuk 3 en bijlage 8 van de consultatieversie. Voor nog niet alle sectoren zijn
certificaten beschikbaar. Dit geldt ook voor bedrijven met schapen. Wanneer er geen
certificaten beschikbaar zijn geldt er geen minimumscore op de pijler certificaten.
Geen.
Geen.
14 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H307
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat certificaten fraudegevoelig zijn.
Inspreker vraagt zich af of deze eenmalig worden afgegeven, hoe lang ze geldig
zijn en hoe deze gecontroleerd worden.
Inspreker vraagt hoe om te gaan met tussentijdse wijzigingen van certificaten.
Wij waarderen bij de BZV alleen certificaten die door onafhankelijke instanties
Tekst in BZV
gecontroleerd zijn, daarmee is de fraudegevoeligheid minimaal.
verduidelijken
Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV), worden
periodiek afgegeven en zijn doorgaans een jaar lang geldig. Bij certificaten is bv het IKBRund 2 jaar geldig. Een veehouder kan verzoeken om het MDV certificaat te verlengen.
Het Panel Zorgvuldige Veehouderij gaat periodiek na of de eisen voor certificaten
substantieel gewijzigd zijn. Indien dat het geval is leidt dit tot een andere
puntenwaardering in de BZV.
H308
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt dat in de BZV niet duidelijk is aan welke overige voorwaarden een Wij hebben in die opsomming een aantal zaken genoemd, deze is niet volledig. De
bedrijf moet voldoen om te mogen uitbreiden, onder andere de ruimtelijke
overige voorwaarden staan elders beschreven, onder andere in de Verordening ruimte.
kwaliteitsverbetering ontbreekt in de opsomming.
H309
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat de steekproef te gering van omvang is om als basis
voor de BZV te dienen. Inspreker is van mening dat het niet mogelijk is dat de
helft van de bedrijven aan de BZV kan voldoen.
De steekproef is naar onze mening van voldoende omvang. Ons uitgangspunt is dat
Geen.
bedrijven een reëel handelingsperspectief moeten hebben, hetgeen wij met de steekproef
hebben getoetst. Het is daarbij geen doelstelling dat de helft van de bedrijven in hun
huidige opzet een voldoende score moet kunnen halen.
H310
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt de gecombineerde opgave van een bedrijf betrekking kan hebben
op meerdere locaties. Inspreker is het niet duidelijk hoe met de verstrekking van
deze informatie dient te worden omgegaan i.v.m. de borging van de score voor
mineralenkringlopen.
Inspreker stelt dat de gecombineerde opgave wat betreft mest uitgaat van de
huidige veestapel en niet over de veestapel na ontwikkeling, welke relevant is in
het kader van de BZV.
Wij zijn van mening dat de veehouder moet aantonen welke locaties hij heeft en via de
Verduidelijken
gecombineerde opgave moet hij aantonen hoe de puntenscore in de BZV is. De
veehouder moet deze gegevens jaarlijks, op verzoek van de gemeente, kunnen
overleggen. De veehouder levert bij een uitbreiding van de bebouwing t.b.v. de BZV een
beschrijving van de UBN nummers die van belang zijn. Deze UBN nummers worden in
de webapplicatie opgenomen, de webapplicatie sluit uit dat een UBN nummer voor
meerdere uitbreidingen kan worden gebruikt.
De veehouder dient vooraf te onderbouwen, op basis van gecombineerde opgaves uit het
verleden, hoe hij de beoogde puntenscore na bedrijfsontwikkeling kan realiseren. Indien
gewenst kan de gemeente hierbij de AAB om advies vragen.
H311
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt dat de certificaten die nodig zijn voor de borging van de BZV pas
worden afgegeven als een bedrijf conform dit certificaat produceert. Deze
informatie kan dus niet beschikbaar worden gesteld bij vergunningverlening.
De informatie is beschikbaar voordat vergunningverlening plaatsvind. T.b.v. het
certificaat Maatlat Duurzame Veehouderij kan een prébeoordeling voor een nieuwe stal
worden aangevraagd. De overige certificaten kunnen vooraf aan een bestaand bedrijf
worden toegekend, zodat die ook geldt voor de nieuwe stal(len).
H312
Hoofdstuk 3
Inspreker is niet duidelijk wat met gebiedsprofielen wordt bedoeld, of deze in
voorbereiding zijn en of dit daadwerkelijk een toetsingscriterium wordt.
Inspreker vraagt hoe deze verankerd worden en wat de kaders daarbij zijn.
In het Brabantberaad is afgesproken dat gebiedsprofielen worden opgesteld. Gemeenten Geen.
stellen deze in overleg met boeren, burgers en andere belanghebbenden op, er is
derhalve op provinciaal niveau geen (toetsings)kader.
H313
Hoofdstuk 3
Inspreker vraag hoe GS omgaan met veranderingen in de bedrijfsvoering
waardoor een bedrijf niet meer voldoet aan de BZV.
Veranderingen in de bedrijfsvoering zijn toegestaan zolang het bedrijf kan aantonen dat
het voldoet aan de BZV score.
IN BZV duidelijker
aangeven dat de Vr en
andere wetgeving leidend
zijn.
Geen.
Verduidelijken in BZV.
15 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
H314
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat de vleeskalverhouderij een duurzame ontwikkeling
Wij passen de BZV aan, zodat vleeskalverhouders ook handelingsperspectief hebben op
heeft doorgemaakt, maar de BZV biedt deze sector onvoldoende
de maatlat voor ammoniak.
handelingsperspectief. Er zijn nog onvoldoende erkende systemen om ammoniak,
geur en fijn stof te reduceren. Inspreker vraagt het handelingsperspectief en de
keuzevrijheden van de ondernemers vergroten, inspreker vraagt een
sectorspecifieke BZV.
Inspreker is van mening dat de BZV de concurrentiepositie van de kalversector
niet mag verslechteren.
H315
Hoofdstuk 3
Inspreker heeft scharrelvleeskuikens en presteert zo bovenwettelijk op meerdere
fronten. Hij beschrijft dat het bedrijf op meerdere fronten een voorbeeldbedrijf is.
Inspreker is van mening dat de BZV onvoldoende handelingsperspectief heeft
voor scharrelvleeskuikens.
Inspreker stelt voor om voetzoollaesies op te nemen in de BZV, dit zegt iets over
geur, dierenwelzijn en kwaliteit van de mest.
Inspreker is van mening dat scharrelvleeskuikens goed scoren op
antibioticagebruik, geur en fijn stof.
Inspreker vraagt om -zolang er geen specifieke getallen over geur, stof en
ammoniak zijn voor scharrelvleeskuikenbedrijven- de erkenning van het Beter
Leven Keurmerk genoeg zou moeten zijn om te voldoen aan de BZV.
Gevolg voor BZV
Maatlat ammoniak
aanpassen
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
NOG BEZIEN NAV
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. DISCUSSIE PLUIMVEE
Dit verschilt el enigermate per sector.
Het hanteren van voetzoolleasies in de BZV is niet gewenst i.v.m. uitvoeringsproblemen.
Als bedrijven goed scoren op antibiotica, geur en fijn stof, dan kunnen bedrijven daarmee
punten halen in de BZV.
Er zijn op dit moment nog geen certificaten die dusdanig integraal zijn dat een bedrijf op
basis van alleen zo'n certificaat kwalificeert voor de BZV.
H316
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat slechts 25 % van de vleeskuikenbedrijven aan de BZV Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
Geen.
kunnen voldoen en is van mening dat de BZV lat te hoog ligt.
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben.
De sector heeft veel bereikt t.a.v. dierenwelzijn en antibiotica.
Dit verschilt wel enigermate per sector.
H318
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat de haalbaarheid van de BZV-score te sterk verschilt
per sector. Vooral de pluimveesector loopt vast en mestverwerking is niet in de
score opgenomen.
Aanpassen certificaten
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. pluimvee en maatlat
biodiversiteit.
Dit verschilt wel enigermate per sector. Met het oog op een voldoende
handelingsperspectief voor de pluimveesector voeren wij enige aanpassingen in de
certificaten en de maatlat biodiversiteit door.
Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg
met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende
versie van de BZV toegevoegd.
H320
Hoofdstuk 3
Inspreker vraagt meer aandacht voor de impact van de veehouderij op de
volksgezondheid.
Inspreker is van mening dat middels onderzoek meer duidelijkheid moet komen
over de invloed van de veehouderij op de volksgezondheid. Daarbij moet ook
gekeken worden naar de invloed van andere sectoren (industrie, verkeer).
Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten
hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren
door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zet de
veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de acht
maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid.
Er lopen op dit moment diverse onderzoeken naar het effect van de veehouderij op de
volksgezondheid.
Geen.
16 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H321
Hoofdstuk 3
Inspreker is van mening dat het SKAL certificaat te laag gewaardeerd wordt in de
BZV en is van mening dat bedrijven met zo'n certificaat vrijgesteld moeten
worden van de BZV.
Inspreker stelt dat het aantal punten voor het ontvangen van bezoek op het bedrijf
hoger is dan het hebben van een SKAL certificaat.
Inspreker vindt het niet rechtvaardig dat een bepaalde oppervlakte groen binnen
het bouwblok meer punten oplevert dan dezelfde hoeveelheid natuur buiten het
bouwblok.
Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke
maatregelen gezondheid.
Een basispunt voor certificaten heeft een zwaarder gewicht in de eindscore. De
omrekenfactor voor certificaten is 40, die voor Inrichting & Omgeving 250.
Aanpassen voor
biologische bedrijven.
H323
Hoofdstuk 3
Inspreker vindt het niet rechtvaardig dat de haalbaarheid van de BZV-score te
sterk verschilt per sector.
H324
Hoofdstuk 3
H325
Hoofdstuk 3
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
Geen.
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben.
Dit verschilt wel enigermate per sector.
Inspreker vraagt op welke wijze handhaving/toezicht is een plek krijgt in de BZV. Handhaving en toezicht is een rol van het bevoegd gezag, in hoofdstuk 3 van de
Geen.
consultatieversie van de BZV is aangegeven op welke wijze de BZV de borging
plaatsvindt.
Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV. Wij hebben samen met
gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en
omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we het digitaal platform "Zorgvuldige
veehouderij 2020" ingericht. Hierbij is ook aandacht voor handhaving en toezicht.
Inspreker vraagt op welke wijze de BZV geborgd is in de omgevingsvergunning en
vraagt flexibiliteit.
Inspreker stelt dat er geen flexibiliteit is als het rekenmodel met de individuele
maatregelen zoals het aantal nestkastjes wordt gekoppeld aan de aanvraag en de
voorwaarden aan de vergunning.
Inspreker vraagt wat er gebeurt als bedrijven niet aan de voorwaarden voldoen en
hoe lang die voorwaarden gelden.
Inspreker vraagt naar de consequenties voor het bedrijf als bijvoorbeeld de
certificaateisen strenger worden, is het dan voldoende als het bedrijf voldoet aan
de certificaateisen zoals die golden bij de vergunningverlening.
Tekst in BZV
De BZV is gekoppeld aan de omgevingsvergunning, onderdeel bouwen. De
milieuvergunning of melding ihkv de WABO moet overeenkomstig de bouwvergunning verduidelijken
en de BZV zijn. De bedrijfsvoering mag wijzigen, mits het bedrijf aantoonbaar aan de
BZV blijft voldoen. Het rekenmodel is hierbij slechts ondersteunend.
De handhaving van een zorgvuldige veehouderij ligt bij gemeenten en is afhankelijk van
de keuze hoe zij dit vorm geven in hun bestemmingsplan. Wat voor systeem de gemeente
ook kiest; er moet een duidelijke mogelijkheid zijn om handhavend op te treden wanneer
bedrijven niet (meer) aan de BZV score voldoen; bijvoorbeeld doordat de bedrijfsvoering
in strijd is met het bestemmingsplan of de verleende omgevingsvergunning (voorheen
vrijstelling).
Periodiek gaan wij na of de eisen voor certificaten substantieel gewijzigd zijn. Indien dat
het geval is leidt dit tot een andere puntenwaardering in de BZV.
17 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H326
Hoofdstuk 3
Inspreker stelt dat de BZV voor een aantal kleinere sectoren, zoals pluimvee,
geiten, kalveren en konijnen, onvoldoende handelingsperspectief biedt. De
belangrijkste reden is het ontbreken of onvoldoende beschikbaar zijn van erkende
technieken om ammoniak, geur en fijn stof te kunnen reduceren.
Inspreker stelt een groep veehouders met veel maatschappelijke waardering
(biologische veehouders, schapenhouders en ondernemers met Volwaard kippen)
en hoog dierwelzijnsniveau te weinig handelingsperspectief hebben. Zij kunnen
vanwege de sterke focus in de BZV op volksgezondheid en het terugdringen van
emissies moeilijk voldoen aan de criteria.
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben.
Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare
inspraakreacties voeren wij de volgende aanpassingen door:
- pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit .
- biologische bedrijven: deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een
minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid.
- kleine sectoren als konijnen: voor hen geldt geen minimumscore ten aanzien van
certificaten (omdat deze ontbreken). Kunnen zij onvoldoende punten halen dan kunnen
zij dispensatie bij het Panel zorgvuldige Veehouderij aanvragen, mits zij zich voldoende
richting zorgvuldigheid ontwikkelen.
- vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak.
- geiten: waardering certificaat Kwalitgeit aangepast ivm eisen antibiotica.
Aanpassen voor
biologische bedrijven,
bedrijven met
vleeskalveren, kleine
sectoren, pluimvee.
H327
Hoofdstuk 3
De scoresystematiek van de BZV met zijn keuzevrijheid en het gereinge aantal
extra punten vertoont te weinig stimulans voor een echte vernieuwing naar
duurzaamheid. Dat nu al de helft van de bedrijven een voldoende score haalt is
wat dat betreft tekenend. Daarmee is de veehouderji nooit zorgvuldig in 2020.
Het realiseren van de benodigde score vraagt veehouders een behoorlijk aantal
Geen.
bovenwettelijke stappen te nemen. Dat de helft van de bedrijven in de steekproef BZV al
een voldoende score haalt betekent dat er in Brabant al behoorljik wat bedrijven zijn die
dit soort stappen zetten. Via de BZV zal dit aantal toenemen. Via monitoring en
evaluatie volgen wij de effectiviteit vna de BZV richtnig een zorgvuldige veehdouerij in
2020 en stellen deze zo nodig bij.
H401
Hoofdstuk 4
Inspreker geeft aan dat voor schapen geen certificaten beschikbaar zijn en vraagt
of hiervoor alternatieven zijn om in de BZV te kunnen scoren.
Inspreker werkt volgens IKB Rund.
Voor schapen zijn inderdaad nog geen certificaten, de BZV voorziet in een adequate
procedure voor die sectoren zodat ook zij een reëel handelingsperspectief hebben.
Geen.
H402
Hoofdstuk 4
Inspreker stelt dat welzijnsvriendelijke huisvesting van pluimvee te laag scoort.
In het onderdeel Certificaten is door WUR een score gemaakt voor dierenwelzijn, dit is
in het achtergronddocument toegelicht. Wij achten dit een reële waardering.
Geen.
H403
Hoofdstuk 4
Inspreker is van mening dat de BZV onderdelen bevat die nadelig zijn voor de
biologische sector, zo wordt bijvoorbeeld niet gekeken naar antibioticagebruik
terwijl dit in de biologische landbouw erg laag is.
Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke
maatregelen gezondheid.
Bij certificaten is het antibioticagebruik meegenomen.
Aanpassen voor
biologische bedrijven.
H404
Hoofdstuk 4
Inspreker is van mening dat het SKAL certificaat te laag gewaardeerd wordt in de
BZV en is van mening dat bedrijven met zo'n certificaat vrijgesteld moeten
worden van de BZV.
Inspreker stelt dat het aantal punten voor het ontvangen van bezoek op het bedrijf
hoger is dan het hebben van een SKAL certificaat.
Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke
maatregelen gezondheid.
Een basispunt voor certificaten heeft een zwaarder gewicht in de eindscore. De
omrekenfactor voor certificaten is 40, die voor Inrichting & Omgeving 250.
Aanpassen voor
biologische bedrijven.
18 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
H405
Hoofdstuk 4
Inspreker is van mening dat certificaten van ketenpartijen niet bedoeld zijn als
wettelijk kader. Inspreker vreest dat de industrie teveel invloed krijgt, terwijl zijn
niet betrokken is bij de ontwikkeling van de BZV.
Bij de BZV hebben wij onafhankelijke deskundigen certificaten laten beoordelen op een Geen.
aantal thema's die voor de BZV relevant zijn. Wij gaan daarbij alleen uit van certificaten
die door derden worden gecontroleerd worden. Ketenpartijen krijgen hiermee een
belangrijke rol in de verduurzaming, maar de onafhankelijkheid is naar onze mening
voldoende geborgd.
H406
Hoofdstuk 4
Inspreker stelt dat bij een kleine sector als de melkgeitenhouderij er minder
certificaten beschikbaar zijn. Daarmee is de mogelijkheid om via certificaten
voldoende punten te scoren bij deze sector onevenredig en onredelijk klein.
Voor geiten is Kwaligeit beschikbaar, dit levert voldoende punten voor het onderdeel
certificaten van de BZV.
Voor een dergelijke sector vinden wij het geen probleem dat het aantal certificaten
beperkt is.
H407
Hoofdstuk 4
Inspreker stelt dat Kwaligeit bovenwettelijke eisen stelt aan het antibioticagebruik Kort nadat de Consultatieversie van de BZV door ons is vastgesteld is antibiotica in
en is van mening dat dit meegenomen moet worden in de waardering van
Kwaligeit opgenomen. In hoofdstuk 9 van de Consultatieversie is dat al vermeld en in het
Kwaligeit in de BZV.
rekenmodel is daar al rekening mee gehouden. In de definitieve versie van de BZV wordt
het aangepaste aantal punten voor Kwaligeit opgenomen.
H408
Hoofdstuk 4
Inspreker is van mening dat certificaten fraudegevoelig zijn. Inspreker vraagt zich Wij waarderen bij de BZV alleen certificaten die door onafhankelijke instanties
Geen.
af of deze eenmalig worden afgegeven, hoe lang ze geldig zijn en hoe deze
gecontroleerd zijn. Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij,
gecontroleerd worden.
worden periodiek afgegeven en zijn een jaar lang geldig. Veehouders kunnen desgewenst
het certificaat voor de Maatlat Duurzame Veehouderij laten verlengen. Daarmee zijn er
naar onze mening voldoende borgen op juistheid van certificaten.
De gemeente kan bij twijfel bij de certificerende instantie controleren of een bedrijf een
geldig certificaat heeft.
H409
Hoofdstuk 4
Inspreker vreest dat de ontwikkeling van certificaten duur is. Inspreker is van
Certificaten zijn zeer relevant omdat op deze manier veel breder en intensiever een
mening dat weinig bedrijven een certificaat gaan krijgen en vraagt af hoe relevant zorgvuldige bedrijfsvoering geborgd kan worden. Certificaten horen bij een zorgvuldige
certificaten zijn.
veehouderij. Veel bedrijven hebben al één of meer certificaten, onder andere door
verplichtingen binnen de keten. Het is aan markt- en ketenpartijen om nieuwe
certificaten te ontwikkelen of bestaande uit te breiden. Zij maken daarbij een afweging
tussen de daarmee gepaard gaande kosten en de te genereren baten.
Geen.
H501
Hoofdstuk 5
Inspreker vraagt wat de emissie van fijn stof is bij schapen.
Geen.
H502
Hoofdstuk 5
Geen.
Inspreker is van mening dat de regeling strijdigheden bevat, voor diergezondheid De BZV bevat lijsten met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf
is het van belang dat er geen mensen op het erf komen die mogelijk ziektekiemen. kan kiezen. Deze lijsten bevatten maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en
ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te
Bij verbinding met omgeving wordt het toelaten van mensen beloond.
kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen.
H503
Hoofdstuk 5
H504
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat mestverwerking in de BZV moet worden opgenomen. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg
met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende
versie van de BZV toegevoegd.
Inspreker vraagt bij ammoniak een heldere definitie van 'nieuwe stal' op te nemen. Wij verduidelijken de definitie voor een nieuwe stal.
Voor schapen is nog geen emissiefactor, zie bijlage 4 van de Consultatieversie.
Gevolg voor BZV
Geen.
In de definitieve versie van
de BZV het aangepaste
aantal punten voor
Kwaligeit opnemen.
geen
De definitie voor een
nieuwe stal verduidelijken.
19 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H505
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat door de eisen van de verordening stikstof het voor
nieuwe stallen vrijwel onmogelijk is om punten te scoren.
Wij zijn van mening dat er nu al maatregelen voorhanden zijn voor nieuwe stallen die
Geen.
verdergaan dan de eisen van de verordening stikstof, de ontwikkeling van deze
technieken zal zich de komende jaren doorzetten. Bedrijven die deze technieken inzetten
worden daarvoor beloond.
H507
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat bedrijven met grond teveel punten halen. Inspreker is
van mening dat over diverse maatlatten het niet realistisch is om 100 punten te
halen, inspreker is van mening dat als een bedrijf de best beschikbare technieken
toepast het maximale aantal punten zou moeten halen.
Het hebben van grond draagt bij aan het sluiten van de kringlopen op bedrijfsniveau en
daarom waarderen wij dat in de BZV.
Op dit moment kan inderdaad op sommige maatlatten nog niet het maximale aantal
punten worden gehaald. Omdat een bedrijf ook niet het maximale aantal punten hoeft
te halen is dit geen probleem. Op de maatlatten voor geur, ammoniak en fijn stof haalt
een bedrijf met de best beschikbare technieken de hoogste score.
H508
Hoofdstuk 5
Inspreker vraagt of maatregelen die in de 'wachtkamer' staan nu al punten scoren. Maatregelen die in de wachtkamer staan scoren nu nog geen punten.
H510
Hoofdstuk 5
Inspreker vraagt de BZV uit te breiden met maatregelen voor energie, losse
voercomponenten en mestverwerking.
Inspreker stelt dat er te weinig mogelijkheden zijn voor geurreductie voor
pluimvee.
Inspreker vraagt om minder gewicht toe te kennen aan biodiversiteit omdat
bedrijven zonder grond er niet op kunnen scoren.
Inspreker vraagt om maatregelen als medicijngebruik en entstoffen op te nemen.
Inspreker vreest dat de ontwikkeling van certificaten duur is. Inspreker is van
mening dat weinig bedrijven een certificaat gaan krijgen en vraagt af hoe relevant
certificaten zijn.
H511
Hoofdstuk 5
H512
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat het te ver gaat dat bestrijdingsmiddelen niet meer zijn De BZV eist niet dat er geen bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt. Bedrijven die Geen.
toegestaan.
geen bestrijdingsmiddelen gebruiken kunnen in de maatlat biodiversiteit punten
verdienen.
Inspreker is van mening dat de BZV slechts focust op bepaalde onderdelen
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
aanpassen voor biologische
waardoor biologische bedrijven onvoldoende kunnen scoren.
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. bedrijven
Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare
inspraakreacties voeren wij voor biologische bedrijven de volgende aanpassingen door:
deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40)
op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid.
H513
Hoofdstuk 5
Geen.
Geen.
Energie heeft bij de prioritering een lage prioriteit gekregen, op diverse wijzen wordt dit Geen.
thema al gestimuleerd.
Bij pluimvee zijn nu nog weinig mogelijkheden voor geurreductie, wij gaan er vanuit dat
in de toekomst meer technieken beschikbaar komen.
Het is de keus van het bedrijf om al dan niet grond bij het bedrijf te hebben, wij willen
bedrijven die maatregelen nemen voor biodiversiteit stimuleren. Via de certificaten
waarderen wij bedrijven die weinig antibiotica gebruiken.
Inspreker is van mening dat biologische bedrijven onvoldoende kunnen scoren op Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke
mineralenkringlopen. De BZV houdt te weinig rekening met kringlopen tussen
maatregelen gezondheid.
bedrijven, deze zijn vaak op meer dan 15 km van elkaar gelegen.
Aanpassen voor
biologische bedrijven.
20 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
H514
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat zoönosen moeilijk te bestrijden zijn en dat de beste
optie is om dieren te concentreren op grote bedrijven.
Inspreker is van mening dat maatregelen t.b.v. Verbinding met de Omgeving
haaks staan op de preventie van zoönosen.
Zoönosen ontstaan op meerdere manieren. Dit hangt van meer factoren af dan de
Geen.
concentratie van dieren en omvang van bedrijven.
Bij de BZV hebben wij voor zoönosen met de HACCP-benadering (Hazard Analysis and
Critical Control Points voor de risicobeoordeling en –beheersing) gehanteerd. Daarmee
is een lijst met keuzemaatregelen gemaakt.
De BZV bevat in zijn algemeenheid bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald
thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die
maatregelen te kiezen die in hun situatie het beste passen.
H515
Hoofdstuk 5
Inspreker vraagt vakmanschap op te nemen in de BZV.
H516
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de score voor geurbelasting moet aansluiten bij de
wettelijke norm van 14.
Bij de steekproef is informatie over vakmanschap geïnventariseerd, er zijn teveel
Geen.
praktische nadelen om dit in deze versie van de BZV op te nemen.
Wij zijn bij de individuele bedrijfsscore voor geurhinder op verspreid liggende woningen Geen.
(buitengebied) uitgegaan van de provinciale gebiedsnorm (achtergrondbelasting) van
20% kans op geurhinder. Wij vinden dat bij een kans op hinder onder deze provinciale
norm in ieder geval sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Daarom kiezen wij
ervoor dat pas onder deze waarde kan worden gescoord voor de BZV. Voor de
individuele bedrijfsscore in een bebouwde kom sluiten we wel aan bij de gemeentelijke
praktijk en dus de standaardnormen uit de wet. Dat doen we omdat deze normen wel
passen bij ons oordeel over een goed woon- en leefklimaat.
H517
Hoofdstuk 5
H518
Hoofdstuk 5
H519
Hoofdstuk 5
H520
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat bij ammoniak de score gebaseerd is op emissie, terwijl Wij gaan in de BZV zoveel mogelijk uit van het handelingsperspectief voor de veehouder, Geen.
iedereen wordt afgerekend op depositie.
daarom gaan wij uit van de emissie.
Emissie reducerende maatregelen leiden tot een lagere depositie.
Inspreker vraagt om in de BZV de term fosfaat te gebruiken in plaats van fosfor. Wij zullen de term fosfaat hanteren.
In de BZV hanteren we
consequent de term
fosfaat.
Geen
Inspreker vraagt om mestverwerking op bedrijfsniveau op te nemen in de BZV.
Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg
met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende
versie van de BZV toegevoegd.
Geen.
Inspreker verzoekt om bij mineralenkringlopen aan te sluiten bij de mestwetgeving Bij de mestwetgeving wordt bij boer-boertransport uitgegaan van 20 km. In de BZV
en regionale afzet te zien als mest die binnen 20 km van het bedrijf aangewend.
hebben wij een andere doel dan de mestwetgeving. Wij willen lokale kringlopen sluiten
en gaan daarbij uit van grond die bij het bedrijf hoort. Een afstand van 15 km vinden wij
daarbij passend.
H521
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief
biedt omdat er nog geen technieken voor reductie van geur en fijn stof zijn.
Inspreker ziet tegenstrijdigheden in de BZV. Inspreker vreest dat met de huidige
BZV alleen grote uitbreidingen rendabel zijn.
Gevolg voor BZV
Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof
Geen.
beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen. Tot die tijd
corrigeert de BZV hiervoor.
De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf
kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en
ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te
kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. Uit de steekproef blijkt dat de helft
van de bedrijven in hun huidige opzet een voldoende BZV-score kunnen halen. Daarmee
hebben ook kleinere uitbreidingen een reëel perspectief.
21 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H522
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief
biedt omdat er nog geen technieken voor reductie van geur en fijn stof zijn.
Inspreker vreest dat door de BZV gesloten stalsystemen worden gestimuleerd
terwijl voor andere aspecten juist open stallen gewenst zijn.
Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof
Geen.
beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen. Tot die tijd
corrigeert de BZV hiervoor.
De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf
kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en
ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te
kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. Wij zijn van mening dat er bij open
stalsystemen voldoende mogelijkheden zijn voor reductie van emissies.
H523
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof
biedt omdat er onvoldoende maatregelen beschikbaar zijn.
beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen.
Tot die tijd corrigeert de BZV hiervoor. Wij zijn van mening dat geitenbedrijven in
voldoende mate op andere onderdelen kunnen scoren.
H525
Hoofdstuk 5
Inspreker voert geen dieren aan, daarom is geen spoelplaats en quarantaineruimte
nodig. Inspreker vindt het niet redelijk dat hij daardoor minder punten scoort dan
bedrijven die wel dieren aanvoeren. Inspreker verzoekt om gesloten bedrijven te
waarderen.
Bij de maatlat "Fysieke maatregelen gezondheid" hebben wij maatregelen gewaardeerd Geen.
die fysiek op een bedrijf aanwezig zijn. Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals gesloten
bedrijven kunnen door middel van certificaten worden gewaardeerd. Mogelijk komen er
op termijn certificaten die borgen dat bedrijven gesloten zijn.
H526
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat volksgezondheid pas kan worden opgenomen als er
meer duidelijkheid is uit onderzoek, omdat uit de voorlopige onderzoeken geen
enkel risico voor de volksgezondheid blijkt.
De BZV stuurt en stimuleert op het voorkleinen van gezondheidsrisico's door de HACCP- Geen.
aanpak. Deze is goed onderbouwd. Daarnaast is er van geur en fijn stof voldoende
bekend over de effecten van veehouderijbedrijven op de gezondheid in de omgeving.
Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten
hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren
door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zetten de
veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de negen
maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid.
H529
Hoofdstuk 5
Inspreker vindt de keuze voor GVE normen onjuist. Inspreker is van mening dat
afzet van mest op grotere afstand gewaardeerd moet worden.
In de BZV wordt de GVE norm niet gehanteerd. Wij waarderen de aanwending van
mest op grond die bij het bedrijf, ook als deze op meer dan 15 km ligt.
Geen.
H530
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5
H532
Hoofdstuk 5
Wij hebben de fosfaatefficiency, waar inspreker op doelt, opgenomen in het onderdeel
Certificaten.
De BZV waardeert zowel de inspanningen om de geuremissie als de geurimpact te
verminderen.
De waardering van ammoniak in de BZV staat los van de uitspraken van de Raad van
State.
Geen.
H531
Inspreker verzoekt om het efficiënt benutten van voer en mineralen op te nemen
in de BZV.
Inspreker is van mening dat de BZV juist inspanningen om de geuroverlast te
beperken moet waarderen in plaats van de geurimpact.
Inspreker is van mening dat ammoniak niet goed getoetst kan worden door
recente uitspraken van de Raad van State over de verordening stikstof.
H533
Hoofdstuk 5
Geen.
Geen.
Geen.
Inspreker verzoekt om actuele gegevens over achtergrondconcentratie van geur te Gemeenten beschikken over de informatie die nodig is om de achtergrondgegevens voor Geen.
leveren.
geur te berekenen, deze heeft de gemeente voor meerdere doelen nodig; monitoring,
beoordelen van ruimtelijke plannen, etc. Wij vinden het primair een taak van de
gemeenten en omgevingsdiensten om actuele gegevens beschikbaar te hebben en in haar
beleid te gebruiken.
22 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H534
Hoofdstuk 5
Luchtwassers zijn niet inzetbaar voor pluimveehouderijen. Alternatieven als
kleinere groepen worden niet beloond in de markt. Graag puntenwaardering
aanpassen.
Voor pluimvee zijn nog weinig goed werkende luchtwassers beschikbaar, we gaan er
Aanpassingen tbv
vanuit dat deze of alternatieve systemen op termijn beschikbaar komen. Naar aanleiding pluimvee
van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij voor pluimvee de volgende
aanpassingen door: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit .
H535
Hoofdstuk 5
Inspreker verzoekt om biodiversiteit minder zwaar te wegen in de BZV omdat hij De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf Geen.
grond moet kopen om te kunnen scoren.
kan kiezen. Er zijn voldoende andere maatlatten waar bedrijven op kunnen scoren.
H539
Hoofdstuk 5
Inspreker vraagt te verduidelijken wat met geurimpact wordt bedoeld en of de
geurimpact van veehouderijen onderling verschilt. De geurbeleving van een
melkveehouderij is bijvoorbeeld geheel anders dan van een pluimveehouderij.
H540
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV niet alle duurzaamheidsthema's bevat en
Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg
vraagt mestverwerking en energie toe te voegen.
met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende
Inspreker is van mening dat door in de huidige opzet mestafzet in de omgeving te versie van de BZV toegevoegd.
waarderen, veehouders niet worden gestimuleerd om te voldoen aan de wettelijke
eisen t.a.v. mestverwerking.
Geen.
H541
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV in de maatlat "fysieke maatregelen
gezondheid" onvoldoende maatregelen bevat voor kleinere sectoren.
Inspreker verzoekt pluimveebedrijven te laten scoren op het all-in-allout systeem
en andere sectoren wanneer er geen dieren worden aangevoerd. Inspreker
verzoekt om maatregelen t.b.v. het stalklimaat op te nemen.
Bij de maatlat "Fysieke maatregelen gezondheid" hebben wij maatregelen gewaardeerd
die fysiek op een bedrijf aanwezig zijn. Hierbij zijn ook maatregelen t.b.v. stalklimaat
opgenomen. Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals gesloten bedrijven kunnen door middel
van certificaten worden gewaardeerd. Mogelijk komen er op termijn certificaten die
borgen dat bedrijven gesloten zijn.
Geen.
H542
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat in de pluimvee- en kalverhouderij moeilijk kunnen
scoren op geurreductie omdat er nauwelijks technieken voorhanden zijn.
Inspreker is van mening dat emissiereductie strijdig is met dierenwelzijn.
Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij de volgende
aanpassingen door:
- pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit .
- vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak.
Geen.
De geurimpact is de geurbelasting volgens de wet geurhinder en veehouderijen, deze wet Geen.
houdt rekening met de geurbeleving.
De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf
kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en
ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te
kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen.
H543
Hoofdstuk 5
Inspreker verzoekt de BZV te wijzigen zodat pluimveehouderij beter kunnen
scoren op fijn stof, door de toetswaarde in de BZV op te hogen of door emissie
reducerende maatregelen extra te waarderen.
Pluimveebedrijven scoren vaak laag op fijn stof. We gaan er vanuit dat systemen op
termijn beschikbaar komen waarmee pluimveebedrijven hoger kunnen scoren.
Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij voor pluimvee de
volgende aanpassingen door: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat
biodiversiteit .
Geen.
23 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H544
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat de BZV via de kringloopwijzer voor rundvee
managementmaatregelen voor ammoniakemissie moet waarderen.
Inspreker is van mening dat mest van scharrelvleeskuikens van nature veel droger
is en daardoor een lagere emissie van ammoniak en geur heeft Voetzoollaesie
score is hiervoor een betrouwbare indicator en is onafhankelijk gecontroleerd.
Zodra de kringloopwijzer wettelijk is vastgelegd en er zekerheid is over de
Geen.
ammoniakemissie zullen wij met de partners beoordelen of de kringloopwijzer kan
worden opgenomen in een volgende versie de BZV.
Voor voetzoollaesies, een managementmaatregel, geldt een vergelijkbare redenering: dit
kan via certificaten binnen de BZV worden toegevoegd.
H545
Hoofdstuk 5
Inspreker verzoekt om in de BZV naast de forfaitaire fosfaatnorm ook
bedrijfsspecifieke normen toe te staan.
Inspreker verzoekt om biologische pluimvee- en varkensbedrijven de grens van 15
km voor mestafzet te verruimen. Biologische bedrijven moet mest afzetten naar
andere biologische bedrijven en deze liggen vaak op meer dan 15 km.
Wij zijn in de consultatieversie al uitgegaan van de mogelijkheid van zowel forfaitaire als
bedrijfsspecifieke norm.
Voor het sluiten van lokale kringlopen willen wij het maximum van 15 km blijven
gebruiken.
Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke
maatregelen gezondheid.
Bij P-lokaal verduidelijken
hoe e.e.a. bepaald moet
worden.
BZA aanpassen voor
biologische bedrijven.
H546
Hoofdstuk 5
Wij zijn van mening dat de uitspraken van de Raad van State op los staan van de BZV.
Geen.
H547
Hoofdstuk 5
Inspreker is van mening dat door recente uitspraken van de Raad van State over
de verordening stikstof in de BZV niet gesteld kan worden dat de afstand tot
natuurgebied geen invloed heeft op de score.
De BZV laat belangrijke delen van de mineralenkrinloop zoals de mineralen in
het eindproduct buiten beschouwing en stuurt daarmee onvoldoende op het
sluiten van kringlopen. De BZV werkt het concept community farming
onvoldoende uit.
H601
Hoofdstuk 6
Inspreker is van mening dat het Panel Zorgvuldige Veehouderij niet mag
stagneren en snel moet adviseren.
Inspreker vraagt hoeveel aanvragen het panel krijgt te verwerken, wie in het Panel
zitting krijgt en hoe GS voor voldoende capaciteit zorgt.
Geen.
Wij zullen op korte termijn het Panel Zorgvuldige Veehouderij instellen en er voor
zorgen dat dit snel kan adviseren.
Wij verwachten op basis van de steekproef dat veel bedrijven voor de BZV kunnen slagen
en dat een beperkt aantal bedrijven zo vernieuwend is dat zij voor advies via het Panel
gaan. Wij zullen zorgdragen voor voldoende capaciteit. De samenstelling van het Panel is
nog niet bekend, wij zien hier een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's
uit de BZV.
H602
Hoofdstuk 6
Inspreker heeft vraagtekens en twijfels bij de effectiviteit van de BZV op de
verduurzaming van de veehouderij.
Inspreker is positief over de certificaten en dat er een Panel Zorgvuldige
Veehouderij komt. Inspreker hoopt dat naast de vertegenwoordigers van de
overheid en de sector ook belangenbehartigers van volksgezondheid,
voedselveiligheid en bewoners zeggenschap krijgen in het Panel Zorgvuldige
Veehouderij.
Wij verwachten dat de BZV een stimulans voor veehouderijen zal zijn om te
Geen
verduurzamen.
De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier
een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV.
H603
Hoofdstuk 6
Inspreker is positief over de mogelijkheid om te scoren op Innovatie.
Inspreker is van mening dat innovatie breed dient te worden uitgelegd. En dat
daarbij maatregelen worden gestimuleerd die de BZV doelen dienen.
Inspreker vraagt wie in het Panel Zorgvuldige Veehouderij komen en hoe zij
innovaties beoordelen.
De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier Geen.
een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV.
Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan het realiseren van een
Zorgvuldige veehouderij.
De BZV stuurt en stimuleert via de maatlat mineralen kringlopen op het sluiten van
Geen
mineralen kringlopen op lokale schaal. Streven is om ni een volgende versie van de BZV,
via certificaten, de sturing op gesloten mineralen kringlopen verder uit te bouwen.
Community farming hangt met veel aspecten samen. Via een aantal maatlatten als
verbinding en mineralen kringlopen draagt de BZV hier aan bij.
24 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
H604
Hoofdstuk 6
Inspreker is van mening dat innovatie geen sluitpost moet zijn, deze moet
minimaal nevengeschikt zijn aan de andere pijlers.
Inspreker vraagt wie in het panel zitten, welke sectoren erin vertegenwoordigd
zijn, wat de werkwijze is en hoe zij innovaties beoordeelt.
Het Panel Zorgvuldige Veehouderij is geen sluitpost, wel zijn wij van mening dat
Geen.
bedrijven eerst moeten beoordelen hoe zij scoren op de onderdelen Inrichting &
Omgeving en Certificaten.
De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier
een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV.
Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan de BZV doelen.
H606
Hoofdstuk 6
Inspreker is positief over de mogelijkheid om te scoren op Innovatie.
Inspreker is van mening dat innovatie breed dient te worden uitgelegd. En dat
daarbij maatregelen worden gestimuleerd die de BZV doelen dienen.
Inspreker stelt voor om via het Panel punten te laten verdienen voor onderdelen
die nog niet in de BZV zitten zoals brandveilige stallen.
Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan de doelen van zorgvuldige
veehouderij, brandveiligheid wordt in de eerstvolgende herziene versie van de BZV
opgenomen.
H607
Hoofdstuk 6
Inspreker verzoekt om de BZV voor de pluimveehouderij, geitenhouderij en
kalverhouderij sectorspecifiek te maken zodat ook die sectoren aan de BZV
kunnen voldoen.
Inspreker stelt voor om kleine sectoren zoals de konijnenhouderij,
schapenhouderij en biologische varkens- en pluimveehouderij te beoordelen via
het Panel Zorgvuldige Veehouderij.
Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk
BZV aanpassen als
gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. beschreven.
Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare
inspraakreacties voeren wij de volgende aanpassingen door:
- pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit .
- biologische bedrijven: deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een
minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid.
- kleine sectoren als konijnen: voor hen geldt geen minimumscore ten aanzien van
certificaten (omdat deze ontbreken). Kunnen zij onvoldoende punten halen dan kunnen
zij dispensatie bij het Panel zorgvuldige Veehouderij aanvragen, mits zij zich voldoende
richting zorgvuldigheid ontwikkelen.
- vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak.
- geiten: waardering Kwalitgeit aangepast ivm toevoeging eisen inzake antibiotica.
H701
Hoofdstuk 7
Inspreker is van mening dat volksgezondheid te weinig aandacht heeft gekregen in
de BZV. Inspreker vindt volksgezondheid een essentiële voorwaarde waar
bedrijven aan moeten voldoen voordat de andere BZV onderdelen mogen worden
getoetst.
Inspreker is van mening dat pathogenen en resistentie bacteriën op en in ons
voedsel een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid.
Wij zijn het met inspreker eens dat voedselveiligheid en volksgezondheid meer aandacht Geen.
moet krijgen in de BZV. In hoofdstuk 2 van de Consultatieversie hebben wij aangegeven
dat de huidige beschikbare certificaten als IKB / bedrijfsgezondheidsplan en dergelijke
vooral sturen op de veterinaire aspecten en op de aspecten van voedselveiligheid en niet
op volksgezondheid. Het is het wenselijk deze certificaten dusdanig uit te breiden dat ze
alle drie genoemde aspecten dekken of eventueel nieuwe certificaten te ontwikkelen die
dit borgen. ZLTO en volksgezondheidsorganisaties nemen stappen die er toe moeten
leiden dat dit op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd wordt.
Geen.
25 (van 35)
Consultatieverslag BZV
nummer
reactie
Categorie
Inspraakreacties
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
Bijlagen
B01
Bijlagen
Inspreker vindt het niet terecht dat bedrijven geen punten verdienen als de
bouwblokken tegen elkaar grenzen omdat ondernemers daar niets aan kunnen
doen.
Naarmate er minder afstand is tussen bedrijven zijn de risico's voor gezondheid groter.
Geen.
Door hiermee rekening te houden in de score stimuleren we dat veehouders die dicht op
andere bedrijven zitten extra maatregelen treffen om gezondheidsrisico's te verkleinen.
B02
Bijlagen
Inspreker is van mening dat bedrijven die geen dieren aanvoeren punten
verdienen.
Inspreker is van mening dat voor een overdekte buitenuitloop net zoveel punten
verdienen als wanneer geen uitloop aanwezig is.
Inspreker is het niet duidelijk hoe de afstand tussen bedrijven moet worden
bepaald.
Inspreker stelt dat het niet terecht is dat bedrijven geen punten krijgen als de
permanente opslag van vaste mest is afgedekt. Echter wanneer de permanente
opslag van vaste mest niet afgedekt is, worden wel punten toegekend.
In de maatlat voor fysieke maatregelen voor gezondheid is omwille van o.a. de
uitvoerbaarheid en de controleerbaarheid voor zowel de veehouder als het bevoegd gezag
gekozen om alleen fysiek aanwezige maatregelen te waarderen.
Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals het al dan niet aanvoeren van dieren worden alleen
gewaardeerd als via een certificaat is geborgd dat ze worden toegepast.
Een overdekte buitenuitloop heeft meer risico's voor de gezondheid dan wanneer er geen
uitloop is en krijgt terecht minder punten.
De afstand tussen bedrijven wordt bepaald door de kortste afstand tussen de
bouwblokken te meten, wij zullen dit verduidelijken in de BZV.
In tegenstelling tot wat inspreker stelt krijgen bedrijven punten als de permanente opslag
van vaste mest is afgedekt. Wanneer de permanente opslag van vaste mest niet afgedekt
is, worden geen punten toegekend.
Wij zullen verduidelijken
dat de afstand tussen
bedrijven wordt bepaald
door de kortste afstand
tussen de bouwblokken te
meten.
B03
Bijlagen
Het is aan de veehouder hoe hij geurreductie realiseert. Wij stimuleren niet uitsluitend
luchtwassers, ook andere erkende systemen met een lagere geurfactor krijgen punten.
Geen.
B04
Bijlagen
Inspreker is van mening dat alleen luchtwassers worden gestimuleerd en dat
veehouders worden ontmoedigd om andere geur reducerende systemen toe te
passen.
Inspreker is van mening dat stallen voor gespeende biggen ten onrechte geen
NGE's krijgen en daarom ten onrechte niet meewegen in de BZV score.
B05
Bijlagen
B06
B07
In bijlage 7 van de Consultatieversie is, in tegenstelling tot wat inspreker stelt, een NGE
factor voor gespeende biggen opgenomen. Gespeende biggen tellen mee in de BZV
score.
Inspreker is van mening dat nu de VR2014 ook erfbeplanting toestaan buiten het Wij zijn het met inspreker eens, wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting
bouwblok, de BZV ook erfbeplanting buiten het bouwblok moet waarderen.
buiten het bouwblok gewaardeerd wordt.
Geen.
Bijlagen
Inspreker verzoekt om in de BZV naast de forfaitaire fosfaatnorm ook
bedrijfsspecifieke normen toe te staan.
BZV aanpassen zodat
bedrijven met zowel een
forfaitaire norm als met
een onderbouwde
bedrijfsspecifieke norm
mogen werken.
Bijlagen
Inspreker geeft enkele suggesties voor maatregelen die in de BZV kunnen worden De voorgestelde maatregelen zijn reeds opgenomen in de maatlat biodiversiteit, bijlage 5, Geen.
opgenomen t.b.v. Natuur en Landschapselementen in de maatlat biodiversiteit . onderdeel Natuur & Landschapselementen.
Het gaat om specifieke maatregelen die meerwaarde hebben voor het landschap
of bepaalde diersoorten, bv bomenlaan i.p.v. een rij bomen in een kaal landschap,
een vogelhaag en schuil- en nestplaatsen.
Wij passen de BZV op dit punt aan.
Wij zullen de BZV
aanpassen zodat ook
erfbeplanting buiten het
bouwblok gewaardeerd
wordt.
26 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
B08
Bijlagen
B09
Bijlagen
B10
Bijlagen
Inspreker vindt het niet terecht dat melkveebedrijven geen punten scoren voor
afstand tot het bedrijf van de buren.
Inspreker is van mening dat de biodiversiteit in Nederland niet toeneemt als
bedrijven 4 gewassen telen.
Inspreker verzoekt versteviging van reeds bestaande natuur (EHS/Natura 2000)
teneinde meer samenhang te creëren en daarmee het draagvlak voor het
voorkomen van soorten. Veeteelt bedrijven kunnen “stepping stones” vormen
tussen bestaande groene ruimte.
Inspreker verzoekt populaties van specifieke soorten te verstevigen door soortspecifieke aanpassingen.
In tegenstelling tot wat inspreker stelt kunnen melkveebedrijven punten verdienen als de Geen.
afstand tot de buren meer dan 100 meter bedraagt.
Deskundigen verwachten dat de biodiversiteit toeneemt als bedrijven meerdere gewassen Geen.
telen.
Wij zetten door ons beleid reeds in op versteviging van bestaande natuur. Uw suggesties Geen.
kunnen van betekenis zijn bij de lokale inrichting van bedrijven, erfbeplanting en natuur
op het bedrijf. Veehouders en gemeenten kunnen daarbij gebruik maken van uw
suggesties. Wij zien geen verband met de BZV.
B11
Bijlagen
Inspreker mist in bijlage 6 de mogelijkheid voor afzet van mest via voermest- of
afzetcontracten zoals genoemd in het hoofdstuk mineralenkringlopen.
In de steekproef is de duur van (voer-) mestcontracten geïnventariseerd en of er een
afname- / leveringsplicht zou zijn. Bij de geïnterviewde bedrijven bleken dergelijke
contracten echter niet beschikbaar. Daarom zijn deze contracten niet in de bijlage
opgenomen. Per abuis is de mogelijkheid voor voer-mestcontracten in de hoofdtekst over
mineralenkringlopen blijven staan.
B12
Bijlagen
Inspreker is van mening dat nu de VR2014 ook erfbeplanting toestaan buiten het Wij zijn het met inspreker eens, wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting
bouwblok, de BZV ook erfbeplanting buiten het bouwblok moet waarderen.
buiten het bouwblok gewaardeerd wordt.
Inspreker vindt de vraag over gewasbeschermingsmiddelen niet helder.
Wij zijn het met inspreker eens dat de vraag over gewasbeschermingsmiddelen inderdaad
niet helder is.
Wij zullen de BZV
aanpassen zodat ook
erfbeplanting buiten het
bouwblok gewaardeerd
wordt.
Wij zullen de vraag over
gewasbeschermingsmiddel
en verduidelijken.
B13
Bijlagen
Inspreker vindt het in verband met de kans op een uitbraak van zoönosen niet
wenselijk dat varkens- en kippenbedrijven dicht bij elkaar in de buurt liggen.
In de BZV krijgen bedrijven punten als de afstand meer dan 100 meter bedraagt,
daarnaast krijgen bedrijven punten als er binnen het bedrijf bv geen combinatie van
pluimvee en varkens is. Op dit moment is er onvoldoende aanleiding om dichtbij elkaar
gelegen bedrijven te beperken. De BZV leent zich hier overigens ook niet voor, de BZV
is een stimuleringsinstrument.
Geen.
Deze verordening ((EEG) nr. 2759/75) is per 1 juli 2008 ingetrokken.
Geen
Wij zullen in de BZV de
tekst in het hoofdstuk
Minereralenkringlopen
over de waardering van
mest via voermest- of
afzetcontracten
verwijderen.
Juridische aspecten
J01
J02
Juridische
houdbaarheid
Juridische
houdbaarheid
De consultatieversie BZV is in strijd met Europese markt verordening
varkens/varkensvlees.
De consultatieversie BZV is in strijd met het zorgvuldigheidsprincipe.
Het is ons niet duidelijk wat inspreker met deze opmerking bedoelt nu deze niet nader is Geen
gemotiveerd. De BZV is in onze ogen een instrument dat de ontwikkeling naar
zorgvuldige veehouderij objectiveert. Daardoor draagt de BZV bij aan een gelijke,
geobjectiveerde benadering van deze ontwikkeling en dus ook aan het
zorgvuldigheidsprincipe.
27 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
J03
Juridische
houdbaarheid
De noodzaak van de BZV is niet of onvoldoende onderbouwd.
In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen.
noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze
vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van
een goed woon-, werk- en leefklimaat in Brabant.
J04
Juridische
houdbaarheid
De BZV maakt net als andere beleidsmaatregelen (ontheffingen, bouwstop,
verordening stikstof) verplaatsing van mijn bedrijf onmogelijk.
Moderne bedrijven blijken met een reële inspanning aan de eisen aan de BZV te kunnen Geen
voldoen. De BZV maakt alleen ontwikkelingen die niet voldoende zorgvuldig zijn
onmogelijk. De overige genoemde beleidsmaatregelen staan los van de BZV.
J05
Juridische
houdbaarheid
De BZV wordt als toetsingskader gesteld bij de verlening van de
omgevingsvergunning, onderdeel bouwen. Op het moment dat de vergunning is
verleend en de bebouwing is opgericht conform deze vergunning, is daarmee de
uitvoering afgerond. Vindt er nog een toetsing plaats aan de daadwerkelijke
uitvoering van de BZV en zo ja , wie moet daarvoor zorg dragen?
Na uitvoering dient er toetsing plaats te vinden op het juiste gebruik binnen de
bestemming zorgvuldige veehouderij. De gemeente is in deze bevoegd gezag.
Tekst verduidelijken.
J06
Juridische
houdbaarheid
Het is niet toegestaan bovenwettelijke eisen te stellen. De BZV is daarmee
juridisch niet houdbaar.
Zoals wij in de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 hebben
aangegeven is de provincie bevoegd nadere eisen te stellen omdat deze voortvloeien uit
een provinciaal belang, namelijk een goed woon-, werk- en leefklimaat in de provincie
Noord-Brabant. De generieke wettelijke vereisten zijn hiertoe niet voldoende.
Geen
J07
Juridische
houdbaarheid
Inspreker heft sterke twijfel, gelet op jurisprudentie, of de BZV dierenwelzijn en
volksgezondheid wel ruimtelijk relevant zijn. Daarmee betwijfelt inspreker de
juridische houdbaarheid van de BZV.
Wij zijn met inspreker eens dat de ruimtelijke relevantie van dierenwelzijn en
Geen
volksgezondheid grotendeels respectievelijk gedeeltelijk afwezig is. Omdat de BZV
daarnaast een groot aantal aspecten behelst waarvan de ruimtelijke relevantie niet ter
discussie staat en beoordeling dus niet louter op de twee genoemde thema's stoelt achten
wij de juridische houdbaarheid toereikend. Dit wordt ondersteund door jurisprudentie,
zoals aangegeven in onze juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013.
J08
Juridische
houdbaarheid
Inspreker betwijfelt of het mogelijk is een adequate bestemmingsregeling
Zorgvuldige veehouderij in bestemmingsplannen op te nemen als de BZV
regelmatig gewijzigd wordt.
De tekst van de BZV
Om door inspreker gesignaleerd probleem te vermijden blijft de versie van de BZV die
gebruikt is bij de vergunningverlening het toetsingskader voor de desbetreffende situatie. verhelderen.
Pas wanneer er een nieuwe vergunning wordt aangevraagd wordt de dan geldende
nieuwere versie van de BZV relevant.
J09
Juridische
houdbaarheid
Inspreker voorziet dat de veranderende BZV tot rechtsonzekerheid zal leiden,
zowel tijdens de vergunningsprocedure als na verlening.
Om door inspreker gesignaleerd probleem te vermijden blijft de versie van de BZV die
De tekst van de BZV
gebruikt is bij de vergunningverlening het toetsingskader voor de desbetreffende situatie. verhelderen.
Pas wanneer er een nieuwe vergunning wordt aangevraagd wordt de dan geldende
nieuwere versie van de BZV relevant.
J10
Juridische
houdbaarheid
De VR2014 stelt normen aan geur en lucht. De Verordening is echter een
instrument dat zijn grondslag vindt in de Wro, terwijl de specifieke wetgeving
(bijvoorbeeld Wgv) andere normen stelt. Daarnaast hebben gemeenten veelal een
eigen Geurverordening, terwijl er in de BZV eigen (strengere) geurnormen
worden gehanteerd.
Het eerste deel van de reactie betreft de Verordening ruimte en valt buiten het bestek van Geen
deze inspraak. De BZV stelt geen normen ten aanzien van geur, maar voorziet in een
score wanneer een veehouderij minder geur emitteert of minder geuroverlast veroorzaakt
dan wettelijk is toegestaan. De daarbij gehanteerde referentiewaarden sluiten aan bij de
wettelijke normen.
28 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
J11
Juridische
houdbaarheid
Er zijn verschillende bedrijven die geen omgevingsvergunning voor het onderdeel De borging van de BZV verloopt via de bestemming zorgvuldige veehouderij. Een bedrijf De tekst van de BZV
milieu hebben, maar een melding. Het is echter niet mogelijk om voorschriften te moet steeds voldoen aan die vereisten.
verhelderen.
verbinden aan een melding, zodat onze vraag is hoe hiermee wordt omgegaan en
geborgd wordt dat deze bedrijven ook aan de BZV voldoen.
J12
Juridische
houdbaarheid
Opgemerkt wordt dat de BZV tevens van toepassing is op gebouwen waar dieren De BZV-score wordt bepaald over het gehele bedrijf, dus bestaande gebouwen en
De tekst van de BZV
in worden gehouden maar niet gehuisvest worden, bijvoorbeeld melkstallen en
uitbreiding. Binnen dit geheel zijn er voldoende mogelijkheden om een voldoende BZV- verhelderen.
wachtruimten. Op deze stallen zit geen uitbreiding van NGE en emissies. Voor
score te realiseren.
een dergelijke uitbreiding is het niet mogelijk om aan de BZV te gaan voldoen.
J13
Juridische
houdbaarheid
De nationale wetgeving regelt al een aanvaardbare leefomgeving voor wat betreft
geur. De BZV en Vr stellen ieder verschillende, scherpere normen. Inspreker
vraagt zich of het juridisch houdbaar is om ontwikkelingsruimte afhankelijk te
stellen van bovenwettelijke voorwaarden omtrent het aspect geur.
In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Brabant
Geen.
noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze
vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van
een goed woon-, werk- en leefklimaat in Brabant.
J14
Juridische
houdbaarheid
Het is niet toegestaan bovenwettelijke eisen te stellen. De BZV is daarmee
juridisch niet houdbaar.
In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen
noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze
vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van
een goed woon-, werk- en leefklimaat in Noord-Brabant.
J15
Juridische
houdbaarheid
Tekst BZV verhelderen /
aanvullen.
J16
Juridische
houdbaarheid
J17
Juridische
houdbaarheid
Inspreker verzoekt een overgangsrecht op te nemen voor het geval de BZV wijzigt In de nadere regels is een overgangsbepaling opgenomen die er op is gericht dat voor de
tijdens een vergunningsprocedure.
toepassing van de BZV de datum van de volledige en ontvankelijke bouwaanvraag
bepalend is.
Inspreker verzoekt een overgangsrechtelijke bepaling op te nemen voor de
Deze reactie richt zich niet tegen de BZV maar tegen de regels in de Verordening ruimte
bedrijven aan wie een ontheffing is verleend van de Verordening ruimte,
2014. Wij wijzen er op dat in de Verordening ruimte in artikel 40 lid 3 daaromtrent
bijvoorbeeld bij bedrijfsverplaatsingen.
overgangsrecht is opgenomen.
Het is inspreker onduidelijk wat het precieze toepassingsbereik van de BZV is gelet Op 17 december 2013 hebben wij het statenvoorstel Vr 2014 vastgesteld dat gevraagde
duidelijkheid biedt.
op de in de Vr 2014 nog door te voeren wijzigingen naar aanleiding van de
inspraak en naar aanleiding van de vernietiging van het besluit om de
reconstructieplannen in te trekken.
J18
Juridische
houdbaarheid
In de Concept Verordening Ruimte 2014 (VR2014) heeft u aangegeven dat een Ja, de VR2014 is hierin leidend.
bouwvlak van een bedrijf onder bepaalde voorwaarden groter mag worden dan
1,5 ha. U heeft daarin expliciet de voorwaarden benoemd. In de BZV neemt u
deze beperking opnieuw op en geeft aan dat er uitzonderingen mogelijk zijn.
Echter, in de BZV geeft u niet aan wat de uitzonderingsvoorwaarden zijn. Is het
in dit kader juist om te veronderstellen dat de VR2014 leidend is ten opzichte van
de BZV?
Tekst BZV verhelderen.
J19
Juridische
houdbaarheid
Inspreker onderschrijft het principe van de BZV, waarbij ontwikkelingsruimte
gekoppeld wordt aan een zorgvuldige bedrijfsvoering. Inspreker verzoekt om
bovenop de toegestane omvang van het bouwblok een zogenaamd
duurzaamheidsvlak toe te voegen voor maatregelen als sleufsilo's, graansilo's en
silo's voor de opslag en verwerking van mest.
In de Vr 2014 kunnen voerplaten buiten het bouwblok worden aangelegd. Daarnaast
kunnen bouwblokken groter zijn dan 1,5 ha ingeval volledige grondgebondenheid (2
gve/ha) en innovatieve bedrijfsconcepten.
Gevolg voor BZV
Geen.
Geen.
Geen.
29 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
J20
Juridische
houdbaarheid
De BZV lijkt weinig toe te voegen aan bestaande regelgeving, zeker
melkveehouders kunnen makkelijk een voldoende score halen. Is dit een manier
om nu de BZV te introduceren en vervolgens de teugels aan te trekken? Hoe
kunnen ondernemers hiertegen protesteren?
Zoals uit de steekproef BZV blijkt hebben veel bedrijven nog een uitdaging om een
voldoende BZV-score te realiseren. De melkveebedrijven in de steekproef scoren relatief
makkelijk. Van de door inspreker veronderstelde 'verborgen agenda' is ook geen sprake.
Geen.
J21
Juridische
houdbaarheid
Juridische
houdbaarheid
Inspreker stelt voor pas nieuwe eisen aan de veehouderij te stellen als deze
voldoende onderzocht zijn, zoals bij volksgezondheid.
Een omgevingsvergunning bouwen is een gebonden beschikking en daardoor
kunnen er geen voorwaarden of voorschriften aan de vergunning worden
verbonden. Gelet op de jurisprudentie op basis van artikel 56 Woningwet (oud) en
artikel 2.22 lid 2 Wabo is het niet haalbaar om de aspecten uit de
zorgvuldigheidsscore als voorwaarde aan de omgevingsvergunning voor het
bouwen te kunnen koppelen.
In de BZV zijn alleen maatregelen opgenomen waarvan nut en noodzaak onderbouwd Geen.
zijn.
Wij gaan niet uit van het koppelen van voorwaarden aan de omgevingsvergunning
Geen
bouwen. De borging van maatregelen uit de BZV vindt plaats via het bestemmingsplan;
bijvoorbeeld door voorwaardelijke bepalingen of door het opnemen van voorwaarden
aan een vrijstelling of wijziging van het bestemmingsplan.
J23
Juridische
houdbaarheid
Een groot gedeelte van de in de BZV genoemde aspecten betreft volgens inspreker
geen provinciaal belang: geur, fijn stof, endotoxinen, dierenwelzijn, mineralen
kringlopen en verbinding. Deze zijn ofwel geregeld in nationale of Europese
wetgeving dan wel zijn het lokale aspecten waar de gemeente bevoegd gezag is.
In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen.
noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze
vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van
een goed woon-, werk- en leefklimaat in Noord-Brabant.
J24
Juridische
houdbaarheid
Een provinciale regeling waarbij alle bouwvlakken op de muur zijn komen vast te
staan is niet aanvaardbaar aangezien het in strijd is met een goede ruimtelijke
ordening om aan een positief bestemd gebruik geen enkele uitbreiding meer toe te
staan. Hierdoor kan de BZV niet als uitgangspunt gelden voor het verdienen van
uitbreidingsruimte.
Zoals in de Structuurvisie ruimte staat aangegeven is de ruimtelijke druk vanuit de
veehouderij dusdanig, dat het ongeclausuleerd benutten van bestaande
uitbreidingsruimte op bouwblokken zou leiden een onaanvaardbare verslechtering van
het woon- werk- en leefklimaat in Noord-Brabant. Overigens zetten de VR 2014 en
BZV geen 'slot op de muur', maar stellen zij voorwaarden aan het uitbreiden van de
bebouwing.
J25
Juridische
houdbaarheid
Inspreker acht het onaanvaardbaar dat bedrijven die thans een 7 scoren, geldt dat
het bouwvlak op de muur is begrensd. Dit heeft tot gevolg dat bestaande
ontwikkelruimte wordt afgenomen en er bij uitbreidingen eerst opnieuw moet
worden aangetoond dat de veehouderij relevante aspecten beter regelt dan de wet
voorschrijft.
Zoals in de Structuurvisie ruimte staat aangegeven is de ruimtelijke druk vanuit de
veehouderij dusdanig, dat het ongeclausuleerd benutten van bestaande
uitbreidingsruimte op bouwblokken zou leiden een onaanvaardbare verslechtering van
het woon- werk- en leefklimaat in Noord-Brabant.
J26
Juridische
houdbaarheid
Er is geen draagvlak voor de BZV, zoals blijkt uit de geringe bereidheid om mee te Wij delen de analyse van inspreker van de bereidheid tot deelname aan de steekproef
werken aan de steekproef BZV. Deze is daarmee niet representatief. De krappe
niet. De BZV bevat voor het overgrote deel ruimtelijk relevante aspecten.
tijdsplanning gedurende de ontwikkeling van het instrument zorgt voor een extra
afbreukrisico. Alleen wanneer in de BZV wordt gekozen voor ruimtelijke relevante
en op dit moment voldoende uitvoerbare en controleerbare maatregelen, wordt de
kans op acceptatie van dit instrument groter.
Geen.
J27
Juridische
houdbaarheid
Juridische
houdbaarheid
Ook zijn wij nog niet geheel gerust op de juridische houdbaarheid van de regeling. Op basis van de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november achten wij de
juridische houdbaarheid toereikend.
Wij verzoeken u in ieder geval zorg te dragen voor een duidelijke en werkbare
Wij streven een duidelijke en werkbare BZV na. Waar nodig verhelderen wij de BZV.
BZV-regeling.
Geen.
J22
J28
Geen.
Waar nodig verhelderen
wij de BZV.
30 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
J29
Juridische
houdbaarheid
Inspreker heft sterke twijfel, gelet op jurisprudentie, of de BZV dierenwelzijn en
volksgezondheid wel ruimtelijk relevant zijn. Daarmee blijft er te lang onzekerheid
doordat dit eerst via jurisprudentie moet blijken, hetgeen leidt tot afbrokkeling van
het vertrouwen in de overheid en planschadeclaims. Voor de laatste houden wij de
provincie verantwoordelijk.
Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013,
Geen.
hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in
procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als
daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling
getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg
van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV.
J30
Juridische
houdbaarheid
Inspreker interpreteert artikel 6.4 van de Verordening ruimte zo dat een
wijzigingsprocedure nodig is van de bouwstop af te wijken. Deze procedure is te
zwaar. De procedure voor ontheffing zou zo makkelijk mogelijk moeten zijn. Een
binnenplanse afwijking voor het toekennen van bouwmogelijkheden is zwaar
genoeg en biedt voldoende waarborgen.
Deze reactie richt zich niet tegen de BZV maar tegen de Vr2014. De Verordening
Geen
ruimte is op dit punt gewijzigd vastgesteld. Zie verder de Nota van inspraak Verordening
ruimte 2014 (onder 3.5.10) waarin nader op deze reactie is ingegaan.
J31
Juridische
houdbaarheid
De bestemming zorgvuldige veehouderij is onduidelijk en overbodig, toetsen op
zorgvuldigheid kan bij het verlenen van de bouwvergunning en dat volstaat. Het
betreft immers een momentopname bij vergunningverlening.
Anders dan inspreker zijn wij van mening dat het vereiste van zorgvuldige veehouderij
een permanente vereiste is.
J32
Juridische
houdbaarheid
Inspreker verzoekt om voor bedrijven een overgangsregeling te creëren die hen in
staat stelt om bijvoorbeeld binnen 6 maanden na inwerkingtreding van dit
bestemmingsplan rechtstreeks gebruik te maken van de mogelijkheden van dit
bestemmingsplan. Dit om te voorkomen dat bedrijven die in een recent
bestemmingsplan ontwikkelingsmogelijkheden hebben gekregen opnieuw kosten
moeten maken. Zeker als in dat bestemmingsplan al getoetst is op
zorgvuldigheidsaspecten als volksgezondheid en landschappelijke inpassing.
Deze reactie richt zich tegen de Verordening ruimte 2014 en niet tegen de BZV. In de
Vr14 is bepaald wanneer de BZV van toepassing is. De reactie van insprekers is onder
3.16.1 van de Nota van inspraak behandeld. Waar inspreker aangeeft dat in het recent
vastgestelde bestemmingsplan al aandacht is gegeven aan diverse aspecten van
zorgvuldige veehouderij, wijzen wij er op dat het voor die bedrijven dan waarschijnlijk
redelijk eenvoudig is om aan de eisen die in de Vr2014 en de BZV worden gesteld.
J33
Juridische
houdbaarheid
Inspreker heeft twijfels over de juridische houdbaarheid van de BZV. Inspreker
hoopt dat een werkbare BZV bij de rechter overeind blijft. Toch is het verstandig
om ook de terugvaloptie goed in beeld te hebben. Voor ons is het belangrijk dat
als de BZV bij de rechter strandt normale bedrijfsontwikkelingen in de
veehouderij mogelijk blijven.
Geen.
In de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 zijn wij ingegaan op
genoemd risico. De Verordening ruimte (statenvoorstel d.d. 17 december 2013) is
dusdanig opgesteld dat bij onverhoopt (gedeeltelijk) onverbindend verklaren van de BZV
de bestemming zorgvuldige veehouderij in stand laat.
J34
Juridische
houdbaarheid
Daarnaast heeft de commissie MER negatief commentaar gegeven op de Ontwerp
Verordening ruimte 2014 en Ontwerp Structuurvisie RO 2010 - partiële
herziening 2014, welke van invloed is op de juridische houdbaarheid. Wij
vernemen graag een inhoudelijke reactie van de provincie omtrent dit punt.
Geen.
De commissie MER heeft als taak te adviseren over de uitgangspunten van het
voorgenomen beleid. Het is daarbij niet hun expertise noch hun bevoegdheid om in te
gaan op juridische houdbaarheid van stukken. Verder hebben wij inhoudelijk uitgebreid
gereageerd op het advies van de commissie MER in de Nota van advies en inspraak van
de Structuurvisie RO.
J35
Juridische
houdbaarheid
Inspreker verzoekt vormverandering van bouwvlakken voor
duurzaamheidsmaatregelen toe te staan.
Deze reactie richt zich niet tegen de BZV. Vormverandering van bouwblokken is volgens Geen
de Vr 2014 mogelijk binnen de gestelde maximale oppervlakte (1,5 ha).
Geen.
31 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
J36
Juridische
houdbaarheid
De provincie is niet bevoegd milieuaspecten in de Verordening ruimte op te
nemen.
Zoals wij in de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 hebben
aangegeven is de provincie bevoegd nadere eisen te stellen omdat deze voortvloeien uit
een provinciaal belang, namelijk een goed woon-, werk- en leefklimaat in de provincie
Noord-Brabant. De generieke wettelijke vereisten zijn hiertoe niet voldoende.
Geen
J37
Juridische
houdbaarheid
Gezien de juridische risico's dienen nu al vorozieningen getroffen te worden vor
het geval de BZV juridisch onderuit gaat.
De VR 2014 is dusdanig opgezet dat, zou de BZV onverbindend verklaard worden, de
verlpichting voor veehouders om zorgvuldig te werken blijft.
Geen
Inspreker heeft binnen de inspraaktermijn geen aanvullende zienswijze meer ingediend.
Geen.
Procedurele aspecten
P01
Procedureel
Inspreker behoudt zich het recht voor om met aanvullende zienswijze te komen of
vult de zienswijze nog aan.
Inspreker vraagt of aan de BZV getoetst moet worden bij alleen uitbreiding van
dieraantallen op vigerende vergunningen of ook op renovatie, dan wel nieuwbouw
van oude bestaande stallen.
Inspreker is van mening dat een inspraaktermijn van vier weken te krap is en
verzoekt deze termijn te verruimen dan wel een nieuwe gelegenheid te bieden om
in te spreken.
P02
Procedureel
P03
Procedureel
P04
Procedureel
Inspreker wil gebruik maken van de mogelijkheid om te reageren en zal de inhoud De inspraaktermijn is formeel gesloten op 27 december 2013. Vanwege de
Geen.
van de reactie in de loop van januari 2014 toesturen.
vakantieperiode hebben we alle zienswijzen die tot en met 6 januari 2014 zijn ontvangen
meegenomen. Zienswijzen van na 6 januari 2014 hebben wij buiten behandeling
gelaten. Inspreker heeft overigens geen reactie meer gestuurd.
P05
Procedureel
Inspreker verwijst naar een bijlage, deze ontbreekt.
De BZV is alleen van toepassing op uitbreiding van de bebouwing ten behoeve van het
Geen.
uitoefenen van veehouderij. In de Verordening ruimte 2014 is nader uitgewerkt wanneer
aan de BZV moet worden getoetst.
De termijn van vier weken is conform de wettelijke eisen. Daarnaast hebben wij een zo
Geen.
zorgvuldig mogelijk proces doorlopen om de BZV te ontwikkelen. Op diverse wijzen
hebben we over de BZV gecommuniceerd, de conceptversie stond op onze website en we
hebben o.a. afstemming gezocht via werkconferenties, een werkgroep, etc.
Nu niet duidelijk is wat inspreker bedoelt kunnen wij niet reageren op de zienswijze.
Geen.
32 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
P06
Procedureel
Inspreker vraagt wie wanneer bepaalt wat er in de BZV wordt aangepast en op
welke procedure daarvoor wordt gevolgd.
Gedeputeerde Staten stellen het uitvoeringsbesluit van de BZV vast. GS zijn bevoegd om Geen.
de BZV door middel van een uitvoeringsbesluit te wijzigen.
In hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV hebben wij uitgelegd hoe dit
plaatsvindt.
GS herzien de BZV periodiek om innovaties mee te kunnen pakken en om het
scoreniveau mee te laten bewegen met de verdere verduurzaming van de sector.
Ketenpartijen kunnen gewijzigde of nieuwe certificaten aandragen. GS kan door middel
van het uitvoeringsbesluit certificaten toevoegen aan de BZV of de te behalen
hoeveelheid punten aanpassen.
Het Panel Zorgvuldige Veehouderij adviseert GS over het toevoegen van certificaten en
maatregelen in de BZV.
Het toevoegen van "wachtkamermaatregelen' en certificaten kan in principe op elk
gewenst moment, dus als deze zich aandienen. Ten minste één keer in de twee jaar
evalueren de provincie en partners de BZV. Daarbij gaan zij na of de BZV effectief
bijdraagt aan de ontwikkeling van een zorgvuldige veehouderij en stellen de BZV daartoe
zo nodig bij. Dit gebeurt tenminste één maal in de vier jaar.
P07
Procedureel
Inspreker vraagt naar het tijdspad voor aanpassing van de BZV.
Geen.
P08
Procedureel
P09
Procedureel
Inspreker verzoekt om haar inspraakreacties herkenbaar op te nemen in de
definitieve voorstellen voor de BZV.
Inspreker verwijst naar een bijlage en heeft de verkeerde bijlage meegestuurd.
In hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV hebben wij uitgelegd wat het
tijdspad is. We willen de BZV minimaal eenmaal in de vier jaar bijstellen en zonodig
vaker.
Wji geven in dit consultatieverslag een overzicht van de wijzigingen.
Nu niet duidelijk is wat inspreker bedoelt kunnen wij niet reageren op de zienswijze.
Geen.
Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat de inspreker een oudere softwareversie
gebruikt. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die in Excel
2007 (of nieuwer) werkt. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer
gebruiksgemak.
Geen.
Geen.
Rekenmodel
R01
Rekenmodel
Het rekenmodel BZV verwerkt invoergegevens niet op alle tabbladen in de BZV
score.
R02
Rekenmodel
De correctiefactor in de rekenmodel is niet alleen afhankelijk van het bedrijfstype, De correctiefactor hangt inderdaad af van de invoer op andere tabbladen. Bedrijven met Geen.
maar ook van de invoer op andere tabbladen. Inspreker verzoekt een vaste waarde alleen melkvee kunnen bijvoorbeeld niet scoren op de maatlat geurreductie. Als de
voor de correctiefactor op te nemen.
gebruiker in dat tabblad desondanks een score berekent, dan wordt de correctiefactor
aangepast. Het rekenmodel is flexibel om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op
praktijksituaties. Daartoe zijn op onderdelen omwille van de werkbaarheid
vereenvoudigingen doorgevoerd. Het rekenmodel kan niet alle fouten bij het invoeren
afvangen, de gegevens moeten met de nodige zorg worden ingevoerd.
In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak.
33 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
R03
Rekenmodel
In het rekenmodel kunnen maatlatten die voor sommige bedrijven niet van
toepassing zijn wel worden ingevuld. Inspreker verzoekt om een rekenmodel
waarbij voor die situatie een aantal maatlatten niet kunnen worden ingevuld.
Het rekenmodel is flexibel om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op
praktijksituaties. Daartoe zijn op onderdelen omwille van de werkbaarheid
vereenvoudigingen doorgevoerd. Het rekenmodel kan niet alle fouten bij het invoeren
afvangen, de gegevens moeten met de nodige zorg worden ingevoerd.
Geen
In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak.
R04
Rekenmodel
Inspreker kan fouten in het rekenmodel niet verwijderen en herstellen.
Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat de inspreker een oudere softwareversie
gebruikt. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die in Excel
2007 (of nieuwer) werkt. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer
gebruiksgemak.
Geen.
R05
Rekenmodel
Inspreker vraagt om extra invoerregels in het rekenmodel voor meer stallen en
diercategoriën.
Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die meer invoerregels
bevat. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak.
Geen.
R06
Rekenmodel
Inspreker kan het rekenmodel niet vinden op de website en vraagt wanneer de
webapplicatie beschikbaar is.
Het rekenmodel is op twee plaatsen op de website te vinden:
www.ruimtelijkeplannen.brabant.nl/?phID=9AB4026B-D24B-41F4-8C73CAA464D71CE6 en op www.brabant.nl/bzv.
In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak.
Geen.
R08
Rekenmodel
Inspreker geeft enkele suggesties voor maatregelen die in de BZV kunnen worden Inspreker geeft goede suggesties. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op een Geen.
opgenomen t.b.v. Verbeteren soortenrijkdom en Groen op het erf in de maatlat
juiste toepassing bij veehouders. Uw suggesties zijn te gedetailleerd om op te nemen in de
biodiversiteit. Het gaat om specifieke maatregelen die meerwaarde hebben voor BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden.
het landschap of bepaalde diersoorten, waarbij rekening wordt gehouden met de
in het gebied voorkomende soorten en bijvoorbeeld het collectief aanleggen van
poelen.
R09
Rekenmodel
Inspreker geeft enkele suggesties voor nadere specificaties voor maatregelen die in Inspreker geeft goede suggesties. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op een Geen.
de BZV kunnen worden opgenomen tv Schuil- en nestplaatsen en Groen op het juiste toepassing bij veehouders. Uw suggesties zijn te gedetailleerd om op te nemen in de
BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden.
erf in de maatlat biodiversiteit. Het gaat om specifieke maatregelen die
meerwaarde hebben voor het landschap of bepaalde diersoorten, bv de vorm en
inhoud van vogel- en vleermuiskasten, de ophanghoogte van nestkastjes etc.
R10
Rekenmodel
Inspreker geeft aan dat in het rekenmodel bij biodiversiteit geen rekening
gehouden wordt met biologische bestrijdingsmiddelen als een kruidenrijke
perceelrand.
Inspreker geeft een goede suggestie. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op
een juiste toepassing bij veehouders. Uw suggestie is te gedetailleerd om op te nemen in
de BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden.
Geen.
R11
Rekenmodel
Inspreker vraagt in het tabblad ammoniak om extra invoerregels in het
rekenmodel voor meer stallen en diercategoriën.
Inspreker vraag of het tabblad ammoniak ingevuld moet worden als de bestaande
stallen gesloopt worden.
Inspreker vraagt om in dit tabblad ammoniak in te gaan op het salderen van
ammoniakrechten.
Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie beschikbaar gesteld die meer
invoerregels bevat.
Bestaande stallen die gesloopt worden dienen te worden ingevoerd in het tabblad onder
het kopje bestaande stallen.
Het salderen van ammoniakrechten sluit niet aan bij het uitgangspunt dat een bedrijf
punten kan verdienen als het emissie reducerende maatregelen neemt. Salderen met
ammoniakrechten nemen we niet op in de BZV.
Tekst over ammoniak
verduidelijken.
34 (van 35)
Consultatieverslag BZV
Inspraakreacties
nummer
reactie
Categorie
Samenvatting
Reactie GS
Gevolg voor BZV
R12
Rekenmodel
Inspreker vraagt om het invulformulier van het rekenmodel klantvriendelijker te
maken door: alleen vragen te laten beantwoorden die voor de desbetreffende
sector van belang zijn en om een eenvoudige tool toe te voegen zodat de
aanvrager geen fijn stof berekening hoeft te maken.
In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak.
Geen.
Voor fijnstofberekeningen zijn eenvoudige en gratis rekentools beschikbaar, deze nemen
we niet op in de webapplicatie.
O01
Overig
Inspreker is van mening dat de verslagen van de consultatiebijeenkomst niet
volledig zijn. Inspreker is van mening dat er teveel eenrichtingsverkeer was en te
weinig ruimte voor individuele bedrijven.
Wij hebben in de verslagen alleen de hoofdlijnen van de consultatiebijeenkomst
opgenomen. Wij zijn voorts van mening dat u op diverse manieren voldoende ruimte
heeft gekregen om uw zienswijze kenbaar te maken.
O02
Overig
Inspreker is van mening dat de NGE normen in de BZV en de GVE normen in de De NGE normen hebben als doel om verschillende diercategoriën binnen een bedrijf te
Verordening ruimte 2014 achterhaald zijn en verzoekt deze met elkaar in
kunnen wegen. De NGE norm leent zich daar het beste voor.
overeenstemming te brengen.
De GVE norm in de ontwerp Verordening ruimte 2014 heeft een ander doel.
Overig
Geen.
Geen.
35 (van 35)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
257
A en R Lavrijsen Lauwers
A Toone handel en transport bv
A.M.M. van der Biezen
a.m.m. van heesch
adrie kuijpers
Agrapork Someren vof
Agrifirm
Akker van den MHM
Baltussen MTS en BV
Bankers-Derikx Vof
Beheermy Piggy Freaks Langenboom BV
Bekkers G.A.J.H.
Bennenbroek H.W.
Bervoets Bedaf Bv
Bouwens GJA
Brabantse Milieufederatie
Postelsedijk 11 A 5541 nm REUSEL
Postbus 25 5375 ZG REEK
Van Rijckevorselweg 6 5382 jk VINKEL
Rozenstraat 3 5492 hn SINT-OEDENRODE
Molendijk 2 a 5096 bp HULSEL
Dooleggersbaan 12 5712 rg SOMEREN
landgoedlaan 20 7325 AW APELDOORN
Reekseweg 10 5453 KL LANGENBOOM
Broeksteen 2 5446 XR WANROIJ
Paardekopweg 16 5754 pz DEURNE
Elleboogstraat 2 5453 SJ LANGENBOOM
Woud 7 5258 VK BERLICUM NB
Zonnewende 3 5753 RX DEURNE
Klein Bedaf 3 5111 PH BAARLE-NASSAU
Kruiskampweg 25 5386 RS GEFFEN
Spoorlaan 434 b 5038 CH TILBURG
3518986
3518960
3518993
3519090
3518810
3519273
3518330
3519248
3518877
3518974
3519251
3519167
3519158
3519355
3519073
3521741
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
252
32
33
34
Broek v.d. J.A.
Broek van den A.J.P.
Brouwers
Buixcks boeren bv
Coolen V.O.F.
de 4Vennekeshoeve
De Beer Leende
De Elleboog Bv
De Kinderen - van Kreij
De Krulstaart BV
De Pijlstaart VOF
De Rietbunder melkveebedrijf
De Schaepsdyck
De Vocht - Hopman VOF
De Wolfbosch BV
delissen
Den Hollander Advocaten
Dierenbescherming
Dijk van H.A.W.
dijk van p m
Berkhoek 1 5427 ES BOEKEL
Dooleggersbaan 12 5712 rg SOMEREN
Vuchtvenweg 5 5752 RL DEURNE
Klokkestraat 1 5131 RD ALPHEN
Kuilerstraat 7 5712 pa SOMEREN
Broekstraat 28 5688 JX OIRSCHOT
Burgemeester Vogelslaan 6 5595 XH LEENDE
Elleboogstraat 2 5453 SJ LANGENBOOM
Paddegraafweg 6 5249 PR ROSMALEN
Trienenbergweg 4 5754 PJ DEURNE
Pijlstaartweg 13 5721 SK ASTEN
Het Goor 9 5427 PH BOEKEL
Langenbergseweg 18 5126 px GILZE
Kantje 37 5388 XC NISTELRODE
Wolfsbosscheweg 29 5421 ZV GEMERT
Elsendorpseweg 74 5424 SB ELSENDORP
Postbus 50 3240 AB MIDDELHARNIS
postbus 85980 2508 CR DEN HAAG
Volkelseweg 32 5427 RB BOEKEL
Kievitlaan 6 5409 tj ODILIAPEEL
3518857
3519282
3519058
3519362
3519489
3519328
3519098
3519245
3519145
3519222
3519386
3519315
3509579
3518769
3518860
3518243
3520278
3518697
3518858
3518748
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P09
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A08; A42; A43; A44; H503; H529; H530; ;
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P09
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06; A38; H503; J21; P01
A02; A03; A05; J01; J02; J03; P01
A70; A71; A72; A73; A74; A75; A76; A77; B13;
H546; J33; P08
A29
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06; A38; H526; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
H521
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
B05
H304; H401; H501; P02; R01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A30
A45
A79; J07; J14; J23; J24; J25; J26; J36
P04
A05
A06
nummer
1 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
35
36
37
38
39
40
Donkers
Donkers-Bennenbroek VOF
Dutchpork
Elzen Farm
Fa Hama
Fa Wink & Boll
Gerele Peel 22 5424 TM ELSENDORP
Beemdkant 19 5737 Rb LIESHOUT
van Lanschotstraat 65 4885 JE ACHTMAAL
Langstraat 15 A 5428 NA VENHORST
Broekkant 12 5437 ND BEERS NB
Veldstraat 32 4261 TB WIJK EN AALBURG
3518906
3519178
3519265
3519040
3519193
3519267
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Fa. Van Kuijk
fokzeugen bedrijf Bervoets bv
Fokzeugenbedrijf Bervoets Bv
Gebr Laarakker VOF
gebr. [email protected]
Gebr. van Dommelen
Gebr. Van Vechel
Gebr.Loeff
Gebr.v Dommelen
Gedovar bv
Gemeente Asten
Maastrichterweg 144 5556 VA VALKENSWAARD
Hoogeind 4 5111 em BAARLE-NASSAU
Hoogeind 4 5111 EM BAARLE NASSAU
Laarakkerdijk 12 5541 NP REUSEL
Laarakkerdijk 14 5541 NP REUSEL
De Busvelden 1 5528 NR HOOGELOON
Voorste Heistraat 7 5091 JA OOST WEST EN MIDDELBEERS
Kloosterlaan 1 6029 PR STERKSEL
Eind 10 5561 BC RIETHOVEN
sonseweg 16 5681 bj BEST
Postbus 290 5720 AG ASTEN
3519070
3519357
3519337
3518909
3518938
3519052
3518929
3518802
3518840
3519012
3518098
52
53
54
55
56
250
Gemeente Bernheze
Gemeente Cuijk
Gemeente Etten-Leur
gemeente Landerd
Gemeente Landerd
Gemeente Maasdonk
Postbus 19 5384 ZG HEESCH
Postbus 10001 5430 DA CUIJK
Postbus 10100 4870 GA ETTEN-LEUR
Kerkstraat 39 5411 EA ZEELAND
Postbus 35 5410 AA ZEELAND
Postbus 5 5386 ZG GEFFEN
3518100
3518093
3518099
3518654
3517519
3520164
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A35; A36; A37; A65; B05; B06; H405; H514;
H515; H603; O01; P01; P06
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06; A38; H526; P01
A06; A38; H526; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A46; A47; A48; B11; H203; H308; H323; H531;
H532; H533; J07; O02
A49; A50; J27
A47; A51; H324
A52; A53; A54; A65; J27; J28
H101; H201; J17; P03; R06
H101; H201; J17; P03; R06
A39; A56; A57; A58; H325; H604; J08; J29; J30; J31
57
58
59
Gemeente Oisterwijk
Gemeente Oss
Gemeente Someren
Postbus 10101 5060 GA OISTERWIJK
Postbus 5 5340 BA OSS
Postbus 290 5710 AG SOMEREN
3518675 A17; H509; H601; J18
3518092 A55; A56; A57; A58; H325; H604; J08; J29; J30
3517142 A12; A13; A14; B01; H305; H306; H307; H308;
H309; H502; H503; J05; J07; J08; J09; J10; J11
60
251
61
62
63
64
Gemeente Woensdrecht
Gemeente Woudrichem
Gemert van W.
Gerrits vof
GGD-en in Brabant
Gils van W.J.M.
Postbus 24 4630 AA HOOGERHEIDE
Postbus 6 4285 ZG WOUDRICHEM
Gijzelsestraat 1 5268 KM HELVOIRT
Gagelweg 9 5451 NE MILL
postbus 3024 5003 DA TILBURG
Molenakkerstraat 12 5066 PV MOERGESTEL
3519021
3520165
3518724
3518851
3518728
3518863
nummer
A12; H301; H302; H303
A65; A78
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A23; A24; A25; A26
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
2 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
Goijaarts LMM
Groot de W.A.L.
Hazelberg bv
Hazenberg Beheer BV
heeswijk van mjw
Heijde-Agri BV
Hendriks
Hendrikx landbouw bv /beekerloop
Henk Gerrits Fokzeugenbedrijf
Hermans F.
Hermans v. Hoof MJC
Het Gevlocht BV
hoevarko bv
Hoeve Burglust
Hoeven Varkens Bv
Holva b.v. en M.j.m. Hollanders
Hopman L.W.M.
Houbraken-Vlassak VOF
Hout van J.
Huijben L.A.G.
j van genugten varkenshouderij bv
j verweij broers
J.J.M.Ansems Varkenshouderij
JOVAR BV
jurgens vleesvarkens bv
Kuijpers varkenshouderij
Lavar B.V.
Lavrijsen MJF
LBB Wintjes Vof
Leijten varkenshouderij
Leker BV
m.m.h.a. Bankers
m.t.s.van els
Maatschap Dieker-Vosters
Maatschap Manders Sauve'
maatschap roozen
Maatschap van Balkom
Steeg 36 5482 wn SCHIJNDEL
Gijzelsestraat 12 5074 RS BIEZENMORTEL
Postbus 25 5375 ZG REEK
Servennenstraat 11 5066 PS MOERGESTEL
Het Goor 5 a 5427 PH BOEKEL
Zandkant 15 5845 EV SINT ANTHONIS
Lamperen 26 5446 PT WANROIJ
Ommelsbroek 12 5724 aa OMMEL
Paradijs 51 5424 TN ELSENDORP
Lottersestraat 4 5095 EE HOOGE MIERDE
Ganzestraat 40 A 5527 Ja HAPERT
Gevlochtsebaan 4 5725 RD HEUSDEN
Eindhovensedijk 23 5688 gn OIRSCHOT
Boslust 8 5131 BW ALPHEN
Eindhovensedijk 25 5688 GN OIRSCHOT
Willibrordushoek 13 5466 RD VEGHEL
Koolwijksestraat 3 5373 KB KOOLWIJK
Kluisweg 17 6028 RA GASTEL
Heikantse Beemd 1 5703 JS HELMOND
Kievitlaan 8 5409 TJ ODILIAPEEL
sonseweg 16 5681 bj BEST
Biestsestraat 118 5084 HV BIEST-HOUTAKKER
Smeelakkers 10 5096 CJ HULSEL
Schuifelenberg 19 5411 LL ZEELAND
De Kuipersweg 6 zeeland 5411 rc ZEELAND
Bekenweg 10 5556 XM VALKENSWAARD
Aarleseweg 34 5684 LN BEST
Castersedijk 14 A 5527 JS HAPERT
De Quayweg 49 5445 NP LANDHORST
Molenstraat 26 5268 ke HELVOIRT
Lekerseweg 1 5428 NJ VENHORST
Bruggenseweg 9 5752 sc DEURNE
Rooije-Hoefsedijk 38 5421 xp GEMERT
Biestsestraat 104 5084 HV BIEST-HOUTAKKER
Kromme Heitraksedijk 5 5758 PD NEERKANT
Schipstaarten 3 5534 ae NETERSEL
Oude Bosschebaan 22 5074 RD BIEZENMORTEL
3518902
3519320
3518954
3518819
3519003
3518752
3519046
3519213
3519164
3519290
3518833
3519383
3518775
3518844
3518771
3519043
3518915
3518854
3519024
3518894
3519015
3518796
3519055
3519365
3518746
3519119
3518886
3519081
3519161
3518874
3519001
3519233
3518969
3519065
3519205
3519128
3518932
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
J04
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P09
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A29
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
nummer
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
3 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Naam
Lijst van indieners
Adres
Stuknr
Reactie(s)
nummer
102
103
104
Maatschap van Gisbergen-roijmans
De Gagel 20 5095 AH HOOGE MIERDE
Madou M.
Meijelseweg 70 5725 RH HEUSDEN GEM ASTEN
Martien van Genugten, "BURCHTHOF B.V." Vleutstraat 3 5681 PA BEST
3518880 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
3519169 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
3519061 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
105
259
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
245
130
131
132
133
134
135
mbf. Tomassen
3519037
3521495
3519392
3519202
3518996
3518900
3518758
3518763
3519092
3518791
3519295
3530364
3518998
3518835
3519006
3518871
3519317
3519372
3519359
3518808
3519311
3518778
3518984
3518816
3519199
3518798
3520156
3519367
3518949
3519287
3519262
3519339
3519330
Megastallen Nee
Meerakker van de B.
Meulendijks
Meulenmeesters C.F.M.
Meulenmeesters F.M.
mil van mljc
Montfort van P.J.M.
Mts Adriaans-Peeters
mts huybers-meulenbroeks
mts j.f. caeyers-l.a.m.louwers
MTS Jordans-Jacobs
mts Loverbos-Koppens
Mts Thelosen-Kersten
Mts van Benthum
Mts van de Pas-Mollen
Mts van de Weijer
Mts van den Elsen- van Grinsven
Mts van den Heuvel
mts van der Wijst
MTS van der Zanden
mts vd pas
Mts. Bouwmans - van Hees
Mts. Reijrink-Raijmakers
Mts. Wouters-Van Gompel
MTSReintjes
Mullink Vark B.V.
MVG VARKENSBEDRIJF VOF
N&J van den Borne-Tops
Nederheide Bv
Nederlandse Vakbond Varkenshouders
Nooren & Daniels vof
Nooren & Daniesl vof
Loon 60 5757 AD LIESSEL
[email protected]
Oostelijke Randweg 2 5492 HZ SINT-OEDENRODE
Hemelrijkseweg 30 5752 RE DEURNE
Lekerseweg 1 5428 NJ VENHORST
Elsendorpseweg 28 a 5424 TC ELSENDORP
Lamperen 6 5446 pt WANROIJ
Burgemeester Aartslaan 41 5571 TR BERGEIJK
Bosrandweg 1 5754 PX DEURNE
Straatsedijk 2 a 5091 sg OOST WEST EN MIDDELBEERS
Schatersdijk 34 5575 xh LUYKSGESTEL
Korte Dijk 10 5411 BJ ZEELAND
Dijkstraat 56 5721 AR ASTEN
Dellenweg 25 5453 JL LANGENBOOM
Boxmeerseweg 18 5845 ET SINT ANTHONIS
Bredasedijk 24 5571 VC BERGEIJK
Loonseweg 20 5841 CR OPLOO
Morschehoef 7 a 5469 SM ERP
Besterd 2 5761 pp BAKEL
Grote Baan 4 5428 nh VENHORST
De Bleek 32 5425 RX DE MORTEL
Koebosakkers 4 5528 bv HOOGELOON
Mathijseind 7 5761 PS BAKEL
Lage Haghorst 9 5087 TX DIESSEN
Hulselseweg 10 5531 PE BLADEL
Lange Schoolstraat 55 5454 NZ SINT HUBERT
Ontginningsweg 5 5409 TC ODILIAPEEL
VLEUTSTRAAT 8 A 5681 PA BEST
Molenheide 1 5541 RV REUSEL
Nederheide 4 5761 RT BAKEL
Postbus 591 3770 AN BARNEVELD
Oetelaarsestraat 29 5481 XH SCHIJNDEL
Oetelaarsestraat 29 5481 XH SCHIJNDEL
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A80; A81; A82; H327; H547; J37
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A28
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
H503; P09
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06
H315
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A03; H406; H407; H522; H525
H523
4 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
136
244
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
Oort van A.M.
Oort van P.A.M.
Otten F.
Overbeek van w.d.j
p bankers en zoon holding bv
p bertens
P van Genugten Varkens BV
P.F.G.J. van den Berg
parksche veld vof
parksche veld vof
peeters
Peters H.
Peters van Dommelen V.O.F
PWS Ulen
Indieganger 4 5591 EB HEEZE
Hoogstraat 13 B 5406 TH UDEN
Spiekweg 1 B 5447 PG RIJKEVOORT
Achterdonksestraat 1 5472 ps LOOSBROEK
Klein Bruggen 10 5752 se DEURNE
Winkelsestraat 31 5074 nd BIEZENMORTEL
Sint-Oedenrodeseweg 69 5681 PJ BEST
Bosweg 4 5754 PV DEURNE
Park 13 5446 ph WANROIJ
Peelsteeg 4 5446 nc WANROIJ
Ullingen 2 5846 aw LEDEACKER
Oudedijk 129 5409 SC ODILIAPEEL
Oudedijk 80 b 5409 SC ODILIAPEEL
Roerdompweg 2 5725 RS HEUSDEN
3511711
3520156
3519153
3519034
3519305
3519347
3518990
3519240
3519104
3519107
3518963
3518750
3519230
3519323
255
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
254
161
162
163
164
165
249
166
167
Raaymakers J.
Relou Varkensfokkerij BV
Rijkers beheer BV
Rijnen B.
Rijt van der M.H.J.
Roefs
Rommedreef
Rooijakkers
rovers de peelhoeve
Ruijter de Q.W.J.
School J.
Sleweva B.V.
Smits J.
SP afdeling Bernheze
spanjers
Spanjers-Roefs- van Kroonenburg
stal de Grachtenhoeve/R&S advies BV
Stichting Bernhezer Buitenwacht
Swinkels J.J.P.G.
Swinkels V.O.F.
v.d. Zanden v. Sleeuwen V.O.F.
Vabor Holland BV
Boekelseweg 1 5469 SZ ERP
Wollenbergseweg 4 a 5451 NV MILL
Ir van Meelweg 5 5512 NN VESSEM
Broekstraat 31 5688 JX OIRSCHOT
Kooldertweg 3 5406 NP UDEN
Grindweg 9 4634 PP WOENSDRECHT
Breemhorstsedijk 8 5425 XR DE MORTEL
venbergweg 17 5724 SV ASTEN
Ruitersweg 1 uden 5406 ne UDEN
Oud Brandevoort 12 5706 NE HELMOND
Loosbroeksestraat 4 5384 SV HEESCH
Zondveldstraat 40 5465 PJ VEGHEL
Kreijtenberg 4 5763 PR MILHEEZE
3521203
3519190
3519125
3518761
3518957
3518683
3518952
3518869
3518828
3519349
3519031
3518813
3518976
3521219
3518838
3519184
3519207
3518718
3519095
3520163
3519140
3519148
A05; A08; A09; A10; J14
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P09
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
B08; B09; H516; H517; H518; H519; H520; J20;
P07
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A27
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06; J19
A05
A59; H204; H409; H534; H535; H536; H537
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
B07; B10; J22; R08; R09; R10
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A40; A41
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A18; A19; A20; A21; A22; H602; H701
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
nummer
kapelweg 40 5684 NT BEST
Pallande 1 b 5688 NH OIRSCHOT
Langegracht 4 a 5091 SJ OOST WEST EN MIDDELBEERS
Venhofstraat 7 5384 SZ HEESCH
Ommezwanksedijk 13 5754 PT DEURNE
Broekstraat 28 5731 RB MIERLO
Biesthoekstraat 16 5408 PT VOLKEL
Heibloem 4 5541 RB REUSEL
5 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
Van Aaken V.O.F.
Van Balkom Agro bv
Van Berkel Veehouderij VOF
Van den Borne
Van den Borne V.O.F.
van den Elzen
van der Wielen-Brands BV
Van Dijk Leende vof
van Dommelen
Van Doorn Vleeskuikens Vof
Van Dun Advies BV
Molendijk 5 5096 BP HULSEL
Molenhoefstraat 15 5071 rl UDENHOUT
Burgemeester van Erpstraat 11 5351 AR BERGHEM
Peel 2 5541 NH REUSEL
Molenweg 12 5531 PN BLADEL
Rietven 1 b 5427 lp BOEKEL
Ossestraat 6 5367 NE MACHAREN
Burgemeester Vogelslaan 3 5595 XH LEENDE
Hoenderstraat 9 5846 AE LEDEACKER
Jan Van Den Boomstraat 9 5473 VZ HEESWIJK
Dorpsstraat 54 5113 TE ULICOTEN
3519134
3518788
3518805
3518904
3518846
3519300
3518966
3519075
3519087
3518979
3517509
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
H316
A16; B02; B03; B04; H310; H311; H312; H313;
H503; H504; H505; H507; H508; J06; J07; J12;
J13; J15; J16; J34; R02; R03; R04; R05
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
van Els-Adriaans
Van ERP
Van Erp Pork
van Gemert Haaren VOF
van gemert smulders cv
Van Gerwen Advies
van heesch
van iersel
Van Kroonenburg Spanjers
Van Leeuwen
van Limpt van den Borne VOF
van meer
van meer
Van Meer Beerens VOF
Van Nuland Langenboom BV
van nuland nistelrode bv
Van Ooij Agr Bedr BV
Van Raak Vleesvee
van uden vof
VanKerkhof V.O.F.
varkensbedrijf
Varkensbedrijf Donkers VOF
Varkensbedrijf Nabuurs
Elsendorpseweg 80 5424 SB ELSENDORP
Loosbroekseweg 74 5388 VP NISTELRODE
Schijndelseweg 75 5491 TA SINT-OEDENRODE
Belversedijk 3 5076 RC HAAREN
Klein Laar 1 5268 kx HELVOIRT
Heijtmorgen 10 5375 AN REEK
Kattenberg 4 5688 jm OIRSCHOT
Schoorstraat 59 5071 rc UDENHOUT
Pallande 1 b 5688 NH OIRSCHOT
Bosrandweg 3 5754 PX DEURNE
't Holland 13 5541 PK REUSEL
Castersedijk 20 5527 js HAPERT
Molenweg 5 5528 ng HOOGELOON
De Pan 11 5527 JC HAPERT
Gasthuisstraat 20 5453 RL LANGENBOOM
't Broek 3 5388 xj NINISTELRODESTELRODE
Clarinetweg 36 5753 rb DEURNE
De Luther 23 5095 AC HOOGE MIERDE
Leiweg 16 5386 kr GEFFEN
Heiakkerweg 6 5091 KW OOST WEST EN MIDDELBEERS
Mosstraat 25 5121 zj RIJEN
Scheepstal 10 5703 JP HELMOND
Papenvoortsesteeg 6 5449 AB RIJKEVOORT-DE WALSERT
3518918
3518825
3519116
3518883
3519049
3519187
3519155
3519078
3519181
3518971
3518921
3519175
3519172
3518793
3519303
3519298
3519062
3518912
3519238
3519113
3518849
3518687
3518866
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A31; A32; H318
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06
A06
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
H318; H402; H511
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
J04
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
nummer
6 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
varkensfokbedrijf van der Ven bv
varkenshouderij rukven
Verbruggen E.P.J.
Verhagen T.H.A.
Verhees C.H.M.
Verhoeven
vervest
Vlemminx Varkens VOF
Vlemmix
vlierbos vof
VOF Bankers-Seegers
vof coppene-paridaans
Vof de Maaskant
vof G van Gils.
VOF Heijligers - van Gennip
VOF landbouwbedrijf Aarts
vof oud meir
VOF Sommers-Nooijen
VOF van de Laar
VOF van Duijnhoven
VOF van Heertum-Emonds
VOF van Hoof
VOF van Rooij-vd Broek
VOF varkensbedrijf Gerritsen
VOF vd Heijden
Vof wassenberg
vogels vof
vondervoort bv
Vos-van Engeland vof
Vugts W
W van Cuijk
W.van Bree
Wili BV
Wouters
Zebregts P.
zlto
Molenhoeve 9 a 5388 tt NISTELRODE
Rukven 6 5473 vs HEESWIJK-DINTHER
Verlorenhoek 3 5446 XL WANROIJ
Strikseweg 4 A 5406 PS UDEN
Meemortel 44 6021 AG BUDEL
Groesvlaas 4 5763 PD MILHEEZE
Hongarijesedijk 10 5571 xc BERGEIJK
Polsdonken 1 5688 LE OIRSCHOT
Mullemsedijk 16 5844 AR STEVENSBEEK
Loonsestraat 6 5371 pj NEERLOON
Bruggenseweg 14 5752 SC DEURNE
Grote Aardweg 5 5521 rj EERSEL
Achterdijk 56 5451 nn MILL
Ollandseweg 142 5491 XC SINT-OEDENRODE
Eiermijndreef 3 5764 RH DE RIPS
Franse Hoef 19 5531 PD BLADEL
Meirweg 1 a 5094 be LAGE MIERDE
Peelkant 57 5845 EG SINT ANTHONIS
Heerlijkheidsweg 1 5491 RD SINT-OEDENRODE
Weverspad 1 5491 RL SINT-OEDENRODE
Olieëindsestraat 15 5481 xn SCHIJNDEL
Langstraat 65 5752 RK DEURNE
Puttendijk 5 5571 LR BERGEIJK
Kerkendijk 90 5712 EW SOMEREN
Blake Beemd 14 6027 NW SOERENDONK
Zandhoek 5 5427 pj BOEKEL
Hoek 10 a 5469 Nk ERP
Gemertseweg 10 5427 ET BOEKEL
Donderdonksedijk 4 5492 VK SINT-OEDENRODE
Belversedijk 4 5076 RC HAAREN
Dorshout 5 5406 ND UDEN
De Aa 5 a 5427 PK BOEKEL
Breemhorstsedijk 8 5425 XR DE MORTEL
Hulselseweg 10 5531 PE BLADEL
Alphensebaan 54 5126 PZ GILZE
Brakenweg 4 5087 th DIESSEN
3518755
3519131
3520160
3519137
3519369
3519028
3519216
3518892
3519254
3519110
3519259
3518935
3519196
3519084
3519325
3518926
3519308
3518897
3518941
3518782
3519122
3519225
3519009
3519210
3519143
3519285
3519101
3519380
3518785
3519017
3518766
3519486
3518948
3518527
3518842
3518281
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A06
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
P09
A05
A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
J04
H314
nummer
202
203
247
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
7 (van 8)
Consultatieverslag BZV
volg-
Lijst van indieners
Naam
Adres
Stuknr
Reactie(s)
258
ZLTO
Postbus 100 5201 AC 'S-HERTOGENBOSCH
237
238
239
240
241
242
243
ZLTO afd Oosterhout
ZLTO afdeling
ZLTO Afdeling Waalwijk Geertruidenber
ZLTO altena-Biesbosch
ZLTO vakgroep Biologisch
Zwanenburg Vastgoed bv
Zwijgers-Behr vof
Ter Horst 21 4909 as OOSTEIND
Voorstraat 18 4921 SJ MADE
Baljuwstraat 7 4944 vt RAAMSDONK
Midgraaf 22 4286 LZ ALMKERK
Buitendijk 1 4924 EG DRIMMELEN
Nieuwedijk 2 5409 sb ODILIAPEEL
Steenplaats 3 4926 SV LAGE ZWALUWE
3520277 A61; A62; A63; A64; A65; A66; A68; A69; B12;
H205; H326; H540; H541; H542; H543; H544;
H545; H606; H607; J33; R12
3519228 A33; A65; H320
3519257 A65
3519293 A65
3519334 A05
3519242 H202; H321; H403; H404; H512; H513
3519314 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01
3519151 A03
nummer
8 (van 8)