Consultatieverslag Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij 18 februari 2014 Consultatieverslag Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) Tevens Nota van Inspraak en Reacties Vastgesteld door Gedeputeerde Staten 18 februari 2014 Consultatieverslag BZV Inleiding De consultatie rond de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij bestond uit de volgende onderdelen: • Een consultatiebijeenkomst op 16 december. • Inspraak van 29 november tot en met 27 december 2013. • Bespreking met de partners in het Brabant Beraad, resulterend ni de nadere afspraken Brabant Beraad van 20 januari 2014. De uitkomsten hiervan zijn op hoofdlijnen besproken met de commissie Transitie Stad en Platteland (TSP) van Provinciale Staten. Dit consultatieverslag bestaat uit vier onderdelen: 1. Een korte samenvatting van de belangrijkste punten uit de consultatie, hoe deze verwerkt zijn en de daarbij gehanteerde overwegingen. 2. Een overzicht van de wijzigingen in de BZV en de Nadere regels als gevolg van de consultatie. 3. Doorkijk naar de volgende BZV-versie. 4. De individuele inspraakreacties. 1. Hoofdpunten uit de consultatie Op deze druk bezochte consultatiebijeenkomst bleek dat de consultatieversie op een breed draagvlak kan rekenen. Wel zijn er de nodige opmerkingen over de inhoud: “De richting is goed, we hebben nog wel wat opmerkingen over de inrichting”. De BZV heeft van 29 november tot en met 27 december ter inzage gelegen. Er zijn 259 zienswijzen ingediend. Er is waardering voor de ingezette koers en aanpak. Veel insprekers spreken hun zorgen / bezwaren uit ten aanzien van het totale pakket van maatregelen voor een zorgvuldige veehouderij. Kostenverhoging, verslechtering concurrentiepositie, afwachtende houding van de retail en twijfels aan de juridische houdbaarheid zijn daarbij de meest geuite punten. De provincie spant zich maximaal ni om - samen met de staatssecretaris - de retail te bewegen nieuwe verdienmodellen te entameren. Uit de zienswijzen kwam een viertal hoofdpunten. In samenspraak met de partners in het Brabant Beraad zijn deze als volgt verwerkt in de BZV. Handelingsperspectief van enkele specifieke sectoren en biologische bedrijven Uitgangspunt is dat er voor alle sectoren een reëel handelingsperspectief is. Dit leidt tot de volgende aanpassingen: o Biologische bedrijven zijn al in hoge mate zorgvuldig, zij voldoen bijna aan het gewenste eindbeeld van de BZV, waarbij certificaten zorgvuldigheid geheel afdekken. Zeker bij hokdierbedrijven zijn nog wel aanvullende stappen ten aanzien van gezondheid nodig. Indien biologische bedrijven met een EKO-certificaat niet voldoende scoren volgens de systematiek van deze BZV, krijgen zij daarvoor dispensatie als zij minimaal 40 punten scoren op de maatlat Fysieke Maatregelen Gezondheid binnen de pijler Inrichting & Omgeving. o Kleinere sectoren (schapen, konijnen en eenden) hebben nog geen certificaten. Als deze bedrijven daardoor onvoldoende punten scoren kunnen zij via het Panel Zorgvuldige Veehouderij dispensatie krijgen mits zij zich voldoende hebben ingespannen qua zorgvuldigheid. o Voor vleeskalverenhouderijen wordt hun certificaat aan de aan de BZV toegevoegd, evenals maatregelen die ammoniak reduceren en nog geen wettelijke emissiefactor hebben. 1 Consultatieverslag BZV o Voor pluimveebedrijven wordt het aantal in de BZV opgenomen certificaten uitgebreid. Daarnaast krijgt erfbeplanting via een aanpassing in de maatlat biodiversiteit meer gewicht. Volksgezondheid Veel insprekers hadden de indruk dat volksgezondheid onvoldoende in de BZV is opgenomen. Al tijdens de consultatieperiode is een werkgroep (met de veehouderijsector en gezondheidsorganisaties) gestart om de bestaande certificaten uit te breiden zodat volksgezondheid daarin explicieter wordt opgenomen. De uitkomsten daarvan worden zsm opgenomen in de BZV (versie 1.1). Specifiek aandachtspunt daarbij is terugdringing van het antibioticagebruik, met name in de vleeskalverenhouderij. Daarnaast is het van belang samen met de partners in het Brabant Beraad helder te communiceren over hoe gezondheid in de BZV is opgenomen. Tenslotte monitoren we de werking van de BZV, met expliciete aandacht voor de mate waarin de BZV ertoe leidt dat veehouderijen maatregelen ten aanzien van gezondheid treffen. Mestverwerking Diverse insprekers missen het belonen van bovenwettelijke inspanningen ten aanzien van mestverwerking in de BZV. De partners in het Brabant Beraad verschillen van mening over de wenselijkheid hiervan. Daarom voeren wij in de stuurgroep eerst het debat hierover. Indien de uitkomst daarvan is dat mestverwerking toegevoegd kan worden aan de BZV gebeurt dit in de eerstvolgende herziene versie. West-Brabant Diverse insprekers vragen om een uitzonderingspositie voor West-Brabant: daar geen verplichting voor de BZV. Ook in West-Brabant moeten veehouderijbedrijven zorgvuldig zijn. Doordat in WestBrabant de veehouderijproblematiek aanzienlijk minder groot is, is het voor bedrijven daar makkelijker te scoren op de maatlatten als geur, fijn stof en grondgebondenheid. Daarnaast is een aantal kleinere wijzigingen en correcties doorgevoerd. Een aantal punten uit de inspraak komt aan bod bij de eerste herzieningen van de BZV: energie en uitbreiding / differentiatie opgenomen certificaten. Criterium grondgebondenheid Conform de Nadere afspraken in het Brabant Beraad is een criterium voor grondgebondenheid voor veehouderijbedrijven in gebieden beperkingen veehouderij opgenomen in de Nadere regels (artikel 5). 2. Wijzigingen in de BZV en Nadere regels Hieronder volgt een overzicht van de wijzigingen n.a.v. de consultatie en inspraak, gerubriceerd naar inhoudelijke wijzigingen en tekstuele wijzingen. Daarnaast zijn diverse kleine tekstuele verbeteringen doorgevoerd, deze zijn hieronder niet beschreven. Inhoudelijke wijzigingen - Er is overgangsbeleid opgenomen, toetsing vindt plaats a.d.h.v. de BZV versie die geldig was op moment van een volledige en ontvankelijke aanvraag van de bouwvergunning. Voor sectoren waarvoor geen certificaten beschikbaar geldt geen minimumscore voor de pijler certificaten. Wanneer deze bedrijven via de pijler Inrichting & Omgeving onvoldoende 2 Consultatieverslag BZV - - - - - mogelijkheden hebben de vereiste normscore te kunnen zij via het Panel Zorgvuldige Veehouderij dispensatie krijgen mits zij zich voldoende hebben ingespannen qua zorgvuldigheid. Biologische bedrijven met een EKO-certificaat hebben een uitzonderingspositie gekregen in de BZV. Indien zij niet voldoende scoren volgens de systematiek van deze BZV, krijgen zij daarvoor dispensatie als zij minimaal 40 punten scoren op de maatlat Fysieke Maatregelen Gezondheid binnen de pijler Inrichting & Omgeving. In de tabel met certificaten is het certificaat IKB Kalf toegevoegd en zijn de certificaten voor pluimveehouderij uitgebreid. Voor vleeskalveren zijn enkele emissiearme technieken uit de Maatlat Duurzame Veehouderij opgenomen. Het gaat om technieken die nog niet erkend zijn, via de BZV wordt ontwikkeling hiervan gestimuleerd. Er is toegevoegd dat wij via monitoring volgen hoe de BZV wordt toegepast; het proces en de prestaties. Via de reguliere monitoring van de provincie wordt jaarlijks het effect van het totale beleid, inclusief de BZV op de belasting met o.a. geur, fijnstof en ammoniak bepaald. Een aantal kleinere maatregelen is uit de maatlat biodiversiteit verwijderd. Omdat biologische bedrijven een aparte positie krijgen is de score voor geen gebruik van bestrijdingsmiddelen uit deze maatlat verwijderd. De andere maatregelen zoals extra erfbeplanting krijgt daardoor meer gewicht. In de Nadere Regels voor de BZV is een artikel opgenomen dat bepaald wanneer een bedrijf op grond van de verordening ruimte 2014 grondgebonden is. Hiervan is sprake indien het bedrijf tenminste 75 punten scoort op de maatlat P-lokaal van de BZV op het onderdeel “op grond in eigen gebruik binnen straal van 15 km van productielocatie”. Tekstuele verduidelijkingen / aanvullingen - - - Voor een aantal sectoren zijn er nog geen certificaten. Zodra er certificaten voor deze sectoren beschikbaar komen worden deze via het Panel Zorgvuldige veehouderij toegevoegd aan de BZV. Het Panel Zorgvuldige Veehouderij gaat periodiek na of de eisen voor certificaten substantieel gewijzigd zijn. Indien dat het geval is leidt dit tot een andere puntenwaardering in de BZV. Bij ingrijpender wijzigingen in certificaten kunnen ook de maatlatten in Inrichting & Omgeving wijzigen. Bij de borging van certificaten is toegevoegd: o In het bestemmingsplan wordt vastgelegd dat een bedrijf aan de vereiste normscore van de BZV moet voldoen. Met het puntensysteem van de BZV is het mogelijk dat de score in de loop van de tijd verandert door (kleine) veranderingen in de bedrijfsvoering. De veehouder moet ervoor zorgen dat de score te allen tijde 7 of hoger is. Hierbij wordt uitgegaan van de BZV versie die geldig was bij de verlening van de bouwvergunning. o De veehouder moet op verzoek van de gemeente een geldig certificaat kunnen tonen. Desgewenst kan de gemeente de juistheid bij de certificerende instantie natrekken. o Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij, worden periodiek afgegeven en zijn doorgaans een jaar lang geldig, IKB-Rund is 2 jaar geldig o Bij het certificaat Maatlat Duurzame Veehouderij wordt vóór de bouw o.b.v. het ontwerp en offertes een MDV-ontwerp stalcertificaat afgegeven, dit is een prébeoordeling. Na realisatie en oplevering van de stal vindt de beoordeling voor het MDV-stalcertificaat plaats. De veehouder kan t.b.v. de BZV een prébeoordeling vragen. Desgewenst kan de veehouder het MDV certificaat laten verlengen door het contract in stand te laten en zich jaarlijks te laten auditen. Veehouderijen hebben soms meerdere bedrijfsnummers (de zogenaamde UBN nummers) en meerdere bouwblokken of inrichtingen. In de BZV is opgenomen dat de veehouder een beschrijving van de UBN-nummers aanlevert. Deze UBN nummers worden in de webapplicatie 3 Consultatieverslag BZV - - - opgenomen, de webapplicatie sluit uit dat een UBN nummer voor meerdere uitbreidingen kan worden gebruikt. Op deze manier wordt voorkomen dat gronden die bij een UBN nummer horen voor uitbreidingen op andere locaties worden ingezet. De veehouder is verantwoordelijk voor de aangeleverde gegevens en dat de bedrijfsvoering in overeenstemming is met de aanvraag. Een fout in de puntenwaardering voor de maatlat Fysieke maatregelen Gezondheid is hersteld, daarnaast is in deze tabel een nadere uitsplitsing van de meest voorkomende diercategoriën opgenomen. Bij de fosfaatproductie mag het bedrijf uitgaan van de forfaitaire fosfaatuitscheiding of de daadwerkelijke excretie. Wanneer de daadwerkelijke excretie wordt gehanteerd moet dan onderbouwd worden. Bij ammoniak is de definitie “bestaande en nieuwe stallen” verduidelijkt, zodat duidelijker is dat de BZV aanpassingen aan bestaande stallen waardeert. 4. Doorkijk naar de volgende BZV-versie De versie 1.0 van de BZV treedt gelijktijdig met de Verordening ruimte 2014 in maart in werking. Zoals afgesproken met Provinciale Staten en de partners in het Brabant Beraad stelt de provincie uiterlijk in oktober 2014 een volgende versie van de BZV (versie 1.1) vast. Hierin wordt het handelingsperspectief ten aanzien van grondgebondenheid voor veehouders in gebieden beperkingen veehouderij vergroot. Daarnaast komen in deze versie aan de orde: o Uitbreiding certificaten met volksgezondheid o Energie o Brandveiligheid o Eventueel mestverwerking Vaststelling van de volgende versie gebeurt samen met de partners in het Brabant Beraad; het Panel Zorgvuldige Veehouderij adviseert. 4 Consultatieverslag BZV nummer reactie Categorie Inspraakreacties Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV Introductie van de BZV is onderdeel van een breed pakket van maatregelen en acties van Geen. alle actoren voor een zorgvuldige veehouderij. Het creëren van nieuwe verdienmodellen is onderdeel van hetzelfde pakket. Het primaat daarvoor ligt bij alle marktpartijen. Wij spannen ons maximaal in om, samen met de staatssecretaris, de retail te bewegen nieuwe verdienmodellen te entameren. Algemeen A01 Algemeen De Retail komt haar afspraken in het Verbond van Den Bosch niet na. De Provincie Noord-Brabant mag daarom de sector niet verplichten verdergaande stappen t.a.v. zorgvuldigheid / duurzaamheid te nemen. A02 Algemeen Door aan in de BZV te sluiten op bestaande certificaten zijn die niet meer Anders dan inspreker stelt zijn en blijven de certificaten bovenwettelijk. Immers, wij Geen. bovenwettelijk en leveren dus geen meerprijs meer op. Dat draait de transitie verplichten veehouders niet via de BZV een bepaald certificaat te voeren. Het is één van terug in plaats van aan te jagen. De kosten worden zo eenzijdig afgewenteld op de de keuzemogelijkheden voor een veehouder om de vereiste BZV-score te realiseren. veehouders. Zonder economisch perspectief is de BZV onacceptabel. A03 Algemeen De BZV werkt kostenverhogend en de hogere kosten kunnen alleen terugverdiend De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf op het hem moverende redenen Geen. worden door schaalvergroting. Middelgrote en kleine (familie) bedrijven besluit uit te breiden. Of de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen verdwijnen daardoor en dat is ongewenst. automatisme. Op basis van de steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven die tussen 2007 en nu zijn uitgebreid voldoen aan de BZV. Wij zijn van mening dat de meerkosten in de praktijk op voorhand geen beletsel hoeven zijn voor invoering van de BZV. Een nader onderscheid in de BZV tussen familiebedrijven en grote bedrijven vinden wij niet gewenst. De systematiek van de BZV bevat voldoende onderdelen waardoor bedrijven, naar mate ze groter zijn, meer inspanning moeten doen om te scoren, bijvoorbeeld de geur- en fijnstofbelasting. A04 Algemeen Neem een voorbeeld aan het Duitse verduurzamingssysteem, daarin neemt de hele keten zijn verantwoordelijkheid en de overheid faciliteert dit. A05 Algemeen De consultatieversie BZV verstoort de onderlinge concurrentie in Nederland en in De afspraak in het Brabantberaad is dat de veehouderij in Noord-Brabant zorgvuldig Europa ten nadele van de Brabantse veehouders. moet worden. Daarbij is de analyse gemaakt dat de kansen voor de Brabantse veehouderij op (inter)nationale markten liggen in kennisvoorsprong, kwaliteit en innovatie. De BZV is onderdeel van het totaalpakket wat moet leiden tot de gewenste zorgvuldige veehouderij. A06 Algemeen Extra regels voor een zorgvuldige veehouderij zijn alleen acceptabel als dat beloond wordt vanuit de markt. Geen. Het Duitse systeem, waarin de retail kosten van duurzaamheidsmaatregelen voorfinanciert, is een afspraak tussen veehouders en retail. Het is de verantwoordelijkheid van die partijen en niet van de overheid om het initiatief te nemen, zoals ook is afgesproken in het Verbond van Den Bosch. Mocht het zinvol en wenselijk zijn een dergelijke afspraak te ondersteunen, dan zijn wij als partner in het Verbond daartoe bereid. Geen. Introductie van de BZV is onderdeel van een breed pakket van maatregelen en acties van Geen. alle actoren voor een zorgvuldige veehouderij. Het creëren van nieuwe verdienmodellen is onderdeel van hetzelfde pakket. Het primaat daarvoor ligt bij alle marktpartijen. Waar mogelijk ondersteunen wij dit onderdeel. Overigens blijkt uit de steekproef dat het binnen de huidige markt mogelijk is een voldoende BZV score te realiseren. 1 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A08 Algemeen De BZV is onvoldoende onderbouwd. De BZV is ontworpen en ingericht met ondersteuning van de Wageningen Universiteit en Researchcentre, Livestock Research, DLV en een breed netwerk aan andere deskundigen. Het achtergronddocument dat beschikbaar is op brabant.nl geeft de onderbouwing weer. Geen. A09 Algemeen Prikkels die noodzakelijk zijn om een duurzame ontwikkeling structureel kunnen In de Ruwenberg is afgesproken dat er een maatlat komt, die dusdanig is ingericht dat de Geen. bevorderen, ontbreken of schieten tekort. Het voorbereidingsbesluit d.d. 20 ondernemer keuzevrijheid heeft in het invullen van zorgvuldigheid op zijn bedrijf. De september 2013 is een complete overval en roept veel weerstand op. Dit frustreert BZV is daarvan de invulling. de afspraken van de Ruwenberg. A10 Algemeen Het is goed dat de overheid structurele verbetering in de veehouderij wil bereiken. Maar de gezondheid van de Brabanders wordt alleen gediend als alle veehouderijen uit de bebouwde kom en 100 meter daaromheen worden gesaneerd en verplaatst. Dit kan gefinancierd worden uit provinciale middelen (12 mln. reserve BIV, Essentgelden) en Europese fondsen. A11 Algemeen Inspreker verzoekt Gedeputeerde- en Provinciale Staten de nu gepresenteerde De BZV is onderdeel van een afgewogen en met de partners in het Brabantberaad Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij in te trekken. En met een afgewogen afgesproken beleidspakket dat beoogt de genoemde oplossingen te bieden. beleidsplan te komen, dat oplossingen biedt voor de veehouderij, de burgers en de natuur in ons mooie provincie. A12 Algemeen Toetsing van de BZV door de gemeenten vergt kennis die moet worden ingehuurd, wat weer leidt tot hogere leges en daarmee lastenverzwaring. Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV door deze zo eenvoudig mogelijk Geen te maken. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht. A13 Algemeen Het is verwarrend om in de Verordening Ruimte en BZV met verschillende omrekenfactoren (GVE en NGE) te werken. Daarnaast bestaat de NGE als omrekenfactor al enige jaren niet meer. Gaarne aanpassen. De Grootvee-eenheid (GVE) wordt in de Verordening ruimte voor een geheel ander doel Geen. gebruikt dan de NGE in de BZV. De NGE norm is een maat voor de economische omvang en heeft in de BZV als doel om verschillende diercategoriën binnen een bedrijf te kunnen wegen. De NGE norm leent zich daar het beste voor. Omdat de NGE normen niet meer geactualiseerd worden hebben wij deze opgenomen in bijlage 7 van de BZV. De GVE norm in de ontwerp Verordening ruimte 2014 heeft een ander doel, deze is gebruikt als maat voor de veebezetting / fosfaatproductie. A14 Algemeen Het stellen van een normscore heeft tot gevolg dat veehouders naar de gewenste score gaan toerekenen en daarmee de voor duurzaamheid gewenste mentaliteitsverandering achterwege blijft. Met de BZV bieden wij de ondernemer keuzevrijheid om zelf te bepalen hoe hij zorgvuldigheid op zijn bedrijf invult. De verplichting van een normscore maakt dat het niet meer vrijblijvend is om hier over na te denken en dus ook daarnaar te handelen. In onze optiek draagt dit bij aan de gewenste mentaliteitsverandering. In het provinciale beleid, verwoord in de Vr 2014, liggen er gebieden 'beperking veehouderij' rondom kernen en bebouwingsclusters, waarin verdere ontwikkeling van intensieve veehouderij niet mogelijk is. Deze gebieden waren doorgaans meer dan 100 meter breed. De afgelopen jaren hebben wij via Ruimte voor Ruimte, VIV en BIV geïnvesteerd in sanering. De Vr 2014 faciliteert sanering via het principe van Ruimte voor Ruimte. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over urgentiegebieden. Voor die gebieden maken gemeenten met burgers, boeren en andere betrokkenen zoals banken een verbeterplan met concrete acties om de overlast weg te nemen. Geen. Geen. Geen 2 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A16 Algemeen De normscore van 7 punten is in veel gevallen pittig. De indruk wordt gewekt dat Constatering van inspreker is juist dat het in de praktijk erg moeilijk zal zijn om binnen er nog veel meer mogelijk is (de tien), wat in de praktijk niet het geval is. In de economische kaders een negen of tien te realiseren. Wij nemen het advies inzake de communicatie helder neerzetten dat een score van 7 al heel goed is. communicatie over de BZV ter harte. Aandacht voor dit punt in de communicatie. A17 Algemeen Wij ondersteunen verduurzaming van de veehouderijsector. Deze dient enerzijds Wij voelen ons gesterkt door deze ondersteuning. de belasting van de omgeving (geur, fijn stof, verkeer, stikstofdepositie etc.) terug te dringen en anderzijds de sector als belangrijke economische drager van onze gemeente in stand te houden. Geen. A18 Algemeen Inspreker is van mening dat als Brabant daadwerkelijk een voorbeeldfunctie wil vervullen voor de rest van Europa, men zal in moeten zetten op zaken als het creëren van korte en transparante regionale kringlopen én op lokale productie en consumptie van voedsel. Men zal paal en perk moeten stellen aan het intercontinentaal ‘gesleep’ met voer en voedsel. Kennis en kunde bruikbaar moeten maken voor anderen. Mensen leren om zelf in hun voeding te voorzien, in plaats van ze alsmaar voedsel te leveren. Maar dat heeft dicht bij huis als consequentie dat de groeiverwachtingen van de veehouders ontmoedigd in plaats van gestimuleerd moeten worden. De BZV zet echter nog steeds in op groei, op ‘meer van hetzelfde’. Elke stimulans naar andere vormen van voedselvoorziening die zorgvuldiger omgaan met de aarde, haar bronnen en haar bewoners wordt gemist. A19 Algemeen De BZV leidt tot schaalvergroting en concentraties van dieren en stallen, met alle De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf om moverende redenen besluit Geen. risico's voor de volksgezondheid van dien. De BZV dient dit tegen te gaan en zo uit te breiden. Dat de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen de evidente overbelaste situaties aan te pakken. automatisme. A20 Algemeen Het is goed dat met de BZV de voorhoede gestuurd wordt. De pijn zit in het grote peloton en in de achterhoede; de oldtimers, de stilzitters én de stilzetters worden ongemoeid gelaten. De BZV wedt beleidsmatig op het verkeerde paard en schiet, als het gaat om herstel van maatschappelijk draagvlak, ten ene male tekort. De constatering dat de BZV alleen 'aangrijpt' op ontwikkelende bedrijven is juist, dit is een bewuste keuze. De BZV is echter onderdeel van een breder beleidspakket, waarin andere onderdelen als de gebiedsprofilering en de aanpak van overbelaste situaties aangrijpen op het zorgvuldig maken van de door inspreker genoemde peloton en achterhoede. A21 Algemeen De BZV draagt niet bij aan het herstel van de relatie tussen de sector en de maatschappij, tussen de boeren en hun buren, tussen producenten en consumenten. Er is volledig ingezet op de techniek. Daardoor is de BZV vooral een regeling van, voor en door de sector. De gewone burger overziet dit slagveld van gedetailleerde regels en regeltjes al lang niet meer. Ook biedt de BZV teveel keuzevrijheid voor veehouders en is daarmee te vrijblijvend. De BZV objectiveert en operationaliseert zorgvuldigheid en kan daarmee (als 'taal') een Geen. bijdrage leveren aan de dialoog tussen veehouders en hun omgeving. Het is een bewuste keuze de ondernemer keuzevrijheid te bieden omdat dit het mogelijk maakt zorgvuldigheid bedrijfsspecifiek in te vullen. Daarmee is er geen sprake van vrijblijvendheid: het vergt een stevige inspanning van ondernemers om de vereiste BZVscore te realiseren. Wij zetten in op het sluiten van kringlopen op een veel kleinere schaal dan nu het geval Geen. is, in ieder geval op het niveau van Noordwest Europa en waar mogelijk op regionaal of lokaal niveau. Vanuit de huidige situatie is dat een transitie die tijd vergt en waarvoor het primaat bij de marktpartijen ligt. Wij zien de BZV als een tijdelijke maatregel die in de beginfase deze transitie ondersteunt. Geen 3 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A22 Algemeen De BZV schiet tekort als richtinggevend kompas voor een koers naar een duurzame toekomst. De belangrijkste punten uit het Brabantberaad worden niet gehonoreerd: gezondheid is niet leidend, geen integrale benadering van landbouw en gezonde voeding, herstel regionale kringlopen en geen soelaas voor overbelaste gebieden. De BZV leidt eerder tot concentratie. Geen. Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zet de veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de acht maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid. Daarnaast beloont de BZV het sluiten van kringlopen via de maatlat grondgebondenheid. De BZV werkt op het niveau van het individuele bedrijf. De BZV één van de onderdelen van een samenhangend pakket van regelgeving en stimulering. De gebiedsgerichte aanpak rond overbelaste situaties is belegd met andere onderdelen van het beleidspakket zorgvuldige veehouderij. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. A23 Algemeen De BZV is met de grote aandacht voor gezondheid een grote stap vooruit. Maar de BZV draagt niet bij aan de terugdringing van overbelaste situaties. Dat is wel nodig uit oogpunt van volksgezondheid. De vraag rijst dan of de BZV wel voldoende winst voor de volksgezondheid oplevert. Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied wordt overschreden. De BZV is geen oplossing voor de overbelaste gebieden. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. A24 Algemeen Inspreker verzoekt het effect van de BZV op de integratie van volksgezondheid in inrichting en bedrijfsvoering van veehouderijen te monitoren, evalueren en waar nodig bij te stellen. De noodzaak hiervoor wordt groter als blijkt dat de beoogde verbreding van de bestaande certificaten met volksgezondheidsmaatregelen niet haalbaar blijkt. Zoals aangegeven in hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV evalueren wij de Tekst in H7 aanvullen met BZV iedere twee jaar. Om die evaluaties goed te kunnen uitvoeren monitoren wij de monitoring. manier waarop de BZV wordt toegepast. De door inspreker genoemde aspecten komen daarbij aan de orde. Wij willen daarnaast benadrukken dat de partijen van het Brabantberaad zich er terdege van bewust zijn dat dier- en volksgezondheid onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De partijen vinden een gezamenlijke aanpak op basis van het “One-Health” principe noodzakelijk. Wij vinden het, in het kader van de transitie naar een zorgvuldige veehouderij, de taak van de humane en veterinaire partners in het Brabantberaad om de integratie van volksgezondheid in inrichting en bedrijfsvoering van veehouderijen te bewaken. Daar waar hier voor acties nodig zijn worden deze in de stuurgroep Brabantberaad besproken en zo nodig in gang gezet. A25 Algemeen De BZV richt zich op individuele bedrijven en houdt zeer beperkt rekening met de aanwezigheid van andere bedrijven en aanwezige gevoelige bestemmingen. Het is derhalve daarnaast noodzakelijk in zetten op een gebiedsaanpak om de wenselijke volksgezondheidssituatie te bereiken. Wij zijn met inspreker van mening dat een gebiedsaanpak noodzakelijk is. Dit valt echter Geen. buiten het bestek van de BZV. In de Verordening ruimte 2014 hebben wij gebiedsnormen voor geur en fijn stof opgenomen, dit voorkomt het ontstaan van nieuwe overbelaste gebieden. En ontwikkelingen in die gebieden moeten bijdragen aan afname van de overbelasting. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. Geen. 4 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A26 Algemeen Wij adviseren aan de provincie om gemeenten te blijven stimuleren in het gesprek tussen omwonenden, ondernemer en lokale overheid. In het behalen van de gestelde ambitie voor sociale inpassing blijft de dialoog zeer belangrijk voor vertrouwen in de in gang gezette transitie veehouderij. Partijen in het Brabantberaad, waaronder de gemeenten, hebben het belang van de dialoog onderschreven. De veehouder is verantwoordelijk voor de dialoog. In de Verordening ruimte 2014 hebben wij opgenomen dat gemeenten er op toe moeten zien dat er een zorgvuldige dialoog tussen ondernemers en burgers wordt gevoerd. Geen A27 Algemeen Laat extra regelgeving t.o.v. varkenshouderij over aan de marktpartijen en faciliteer dit proces als provincie Noord-Brabant. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van de Consultatieversie van de BZV streven wij ernaar Geen dat er uiteindelijk één of meer certificaten (en daaraan gekoppelde marktconcepten) zijn die zorgvuldigheid in de volle breedte borgen en in de gehele sector worden toegepast. De uitdaging daarvoor ligt bij de marktpartijen. Aangezien deze situatie nog geenszins is bereikt en de urgentie van de maatschappelijke problematiek rond de veehouderij hoog is heeft de overheid in casu de provincie de verantwoordelijkheid om nu te interveniëren. A28 Algemeen Dit mag zo niet gebeuren; het is regelrechte discriminatie! Geen. A29 Algemeen Ik ben tegen de invoering van de BZV. A30 Algemeen Inspreker verwijst naar een brief aan het ministerie van EZ ter veiligstelling en bewaring van zijn rechten met betrekking tot een door inspreker ingediende claim naar aanleiding van de Wet Herstructurering Varkenshouderij 1998 om te verhinderen dat zijn aanspraken zouden worden getroffen door verjaring. Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren. Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren. De door inspreker aangehaalde brief heeft geen relatie met de BZV. A31 Algemeen Met de serie (recente) provinciale besluiten inzake de veehouderij zal er van de Uitvoeringsagenda Agrofood weinig terecht komen. Bedrijven zijn niet in staat de kostenverhoging als gevolg van bovenwettelijke maatregelen terug te verdienen in de markt. Wij zijn hier over verontwaardigd ook gezien de inspanningen die de sector de afgelopen jaren al heeft gepleegd. Gezien de urgentie van de maatschappelijke problemen rond de veehouderij in NoordBrabant is het noodzakelijk te interveniëren. Doel van de BZV is de verduurzaming van de sector aan te jagen en te borgen. In de Uitvoeringsagenda is afgesproken dat de provincie de BZV zou opstellen. Geen A32 Algemeen De BZV stimuleert veehouders stappen richting duurzaamheid te zetten en dat is Bij uitbreiding moet een veehouderij aan verscheidene criteria voldoen, de BZV is er goed. Maar veel ondernemers komen niet aan de BZV toe als gevolg van de daar één van. Uit het planMER voor de structuurvisie blijkt dat de meeste bedrijven andere eisen in de Verordening ruimte als de normen voor geur, fijn stof en GVE. kunnen ontwikkelen binnen de normen voor geur en fijn stof. De GVE norm wordt gewijzigd, het voorstel is om hierbij aan te sluiten op de systematiek van mineralenkringlopen (P-lokaal) uit de BZV. A33 Algemeen De BZV zet in op People en Planet. Profit is echter nodig en zonder nieuw verdienmodel leidt de BZV alleen maar tot schaalvergroting. Geen. Geen. Geen. De BZV is van toepassing op het moment dat een bedrijf om moverende redenen besluit Geen. uit te breiden. Dat de BZV daarbij een extra schaal vergrotend effect heeft is geen automatisme. Op basis van de steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven die tussen 2007 en nu zijn uitgebreid voldoen aan de BZV. Wij zijn van mening dat de meerkosten in de praktijk geen beletsel zijn voor invoering van de BZV. 5 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A35 Algemeen Inspreker stelt dat de ontwerp Verordening Ruimte 2014 in strijd is met afspraken Inspreker reageert op de inhoud van de ontwerp Verordening ruimte 2014. De inspraak Geen. in het Brabantberaad. daarvoor heeft eerder plaatsgevonden en is afgesloten. Inspreker verzoekt om de volgende onderdelen uit de Verordening Ruimte 2014 te verbeteren: - haal de beperkingen voor het bouwblok en de GVE norm uit de verordening - haal de normen voor geur en fijn stof uit de verordening - toets ontwikkelingen die geen betrekking hebben op uitbreiding van het aantal dieren niet aan de BZV. A36 Algemeen Inspreker is van mening dat de BZV te weinig aandacht heeft voor de economische duurzaamheid en de sociale haalbaarheid voor familiebedrijven. A37 Algemeen Inspreker is van mening dat de BZV in overbelaste gebieden op het herstellen van In de Verordening ruimte 2014 verplichten wij gemeenten er op toe te zien dat er een de verbinding moet richten. Inspreker is van mening dat hier een taak is zorgvuldige dialoog gevoerd wordt tussen veehouders en hun omgeving. weggelegd voor gemeenten. Dit mag niet volledig op het bord van de landbouw en in het bijzonder de niet-overbelaste gebieden komen. A38 Algemeen In rapport van de commissie van Doorn is duidelijk opgenomen dat ook afnemers Wij zijn het met inspreker eens dat alle ketenpartijen een bijdrage dienen te leveren aan Geen. zoals slachterijen meedoen aan duurzaamheid. de verduurzaming van de veehouderij. Wij zijn daarover in gesprek met de ketenpartijen, maar alle partijen moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De BZV is één schakel in de transitie, zoals afgesproken in het Brabantberaad stellen wij, in nauw overleg met de partners uit het Brabantberaad, nu de BZV vast. A39 Algemeen Inspreker is van mening dat de BZV leidt tot ongelijkheid in de beoordeling van veehouderijen. Inspreker is van mening dat veel knelgevallen al groter zijn dan 1,5 ha en deze bedrijven kunnen niet meer ontwikkelen. De BZV draagt niet bij aan de oplossing van de problemen op deze bedrijven. Geen. Wij delen de mening van inspreker niet, wij zijn van mening dat de BZV bedrijven op een objectieve en gelijkwaardige wijze beoordeelt. Het gevolg is dat sommige sectoren of bedrijven meer inspanningen moeten leveren om de vereiste BZV score te behalen. En naast de BZV zullen er altijd andere afwegingen zijn of een bepaalde ontwikkeling al dan niet gerealiseerd kan worden. Wij zijn het met inspreker eens dat de BZV niet alle problemen oplost. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. A40 Algemeen In veel gebieden in Noord Brabant wordt de draagkracht van het gebied overschreden. Inspreker is van mening dat in plaats van de individuele BZV beoordeling van bedrijven moet gekeken naar de draagkracht van het gebied. Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied wordt overschreden. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. Wij hebben de steekproef BZV uitgevoerd om na te gaan of de BZV voldoende Geen. uitvoerbaar is voor veehouderijbedrijven, waarbij het economische en sociale aspect van belang is. Op basis van de uitkomsten is de consultatieversie BZV vastgesteld. Geen. Geen. 6 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A41 Algemeen Inspreker is van mening dat in delen van Noord Brabant de draagkracht van het gebied wordt overschreden. Inspreker is van mening dat voordat de BZV wordt ingevoerd, moet worden gekeken naar de draagkracht van het gebied en dat eerst gebiedsprofielen moeten worden opgesteld. Inspreker is van mening dat in afwachting van de gebiedsprofielen niet mag worden uitgebreid. Inspreker is van mening dat de landelijke overheid daarin met regelgeving sturend moet optreden bij het opstellen van gebiedsprofielen. Wij zijn het met inspreker eens dat er gebieden zijn waar de draagkracht van het gebied Geen. wordt overschreden. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. Door onder andere de provinciale norm voor geur en fijn stof voorkomen we het ontstaan van nieuwe urgentiegebieden en stimuleren we dat de overlast afneemt. Wij zijn daarom van mening dat de BZV nu al kan worden ingezet om gewenste ontwikkelingen te faciliteren. Voor het opstellen van een gebiedsprofiel zien wij met name een rol voor de gemeenten en bewoners en gebruikers van het gebied. Indien noodzakelijk zullen wij de landelijke overheid vragen om (aanpassing van) regelgeving. A42 Algemeen De BZV dient zich meer te richten op doelstellingen en handelingsperspectief voor De BZV gaat naar onze mening juist uit van doelstellingen in plaats van ondernemers. Daarmee stimulerend op innovatie en ontwikkelingsruimte voor de middelvoorschriften. Uit de steekproef blijkt dat veehouders in principe voldoende ondernemers. handelingsperspectief hebben. De BZV geeft mogelijkheden voor innovaties en ontwikkelruimte. A43 Algemeen Momenteel is er nog onvoldoende zicht op een acceptabele uitvoerbaarheid van de BVZ, zowel voor ondernemers als overheid. A44 Algemeen De aangepaste opzet van BZV richting de drie blokken omgeving, certificaten en omgeving is overigens een stap in de goede richting. Maar bovengenoemde opmerkingen zullen naar onze mening op een passende manier verwerkt moeten worden. A45 Algemeen Doordat het dorp naar ons toegroeit en aan de andere kant een landbouwontwikkelingsgebied ligt krijgt ons bedrijf ongewild te maken met de voorgrondbelasting en de achtergrondbelasting. Onze conclusie over de BZV is dat dit een overbodige regeling is en dat er beter gekeken kan worden naar GVE per ha. Of naar aantal ha per bedrijf. A46 Algemeen De normen voor geur en luchtkwaliteit in de Verordening ruimte leiden ertoe dat Bij uitbreiding moet een veehouderij aan verscheidene criteria voldoen, de BZV is er daar één van. Uit het planMER voor de structuurvisie blijkt dat de meeste bedrijven bedrijven op slot zitten en niet toe komen aan de BZV. Daardoor wordt de kunnen ontwikkelen binnen de normen voor geur en fijn stof. doelstelling dat 50% van de bedrijven aan de BZV kan voldoen niet gehaald. A47 Algemeen De BZV vergroot de uitvoeringslast van gemeenten. Wij willen hiervoor gecompenseerd worden. Geen. Wij hebben via de steekproef de uitvoerbaarheid van de BZV onderzocht, de BZV is met Geen. de ervaringen uit de steekproef bijgesteld. Wij zijn van mening dat de BZV voldoende uitvoerbaar is. Wij danken u voor uw positieve reactie, wij zullen de BZV op onderdelen aanpassen. Wij zullen de BZV op onderdelen aanpassen. Geen. De door inspreker aangehaalde normen voor geur volgen niet uit de BZV, maar de Verordening ruimte 2014, deze heeft een separaat inspraaktraject gehad. Het door inspreker voorgestelde alternatief is opgenomen in de ontwerp Verordening ruimte 2014 ten einde verantwoorde ontwikkeling van melkveebedrijven in de gebieden "beperking veehouderij" mogelijk te maken. Ook deze bedrijven dienen zorgvuldig te zijn en daarvoor aan de BZV getoetst te worden. Geen. Geen. Wij zijn van mening dat de uitvoeringslasten beperkt zijn, door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de wettelijke taken die u heeft op het terrein van vergunningverlening en door daarnaast zoveel mogelijk uit te gaan van onderdelen die door derden zijn geborgd. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht. 7 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A48 Algemeen Inspreker wil voorafgaand aan het aanpassen van het bestemmingsplan aan de Verordening ruimte afspraken maken met de provincie over de vergoeding van eventuele planschadeclaims. Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013, Geen. hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV. A49 Algemeen De provincie pakt met de BZV een te zware rol, waardoor marktpartijen hun verantwoordelijkheid niet meer kunnen of hoeven nemen. In het Brabantberaad en de Uitvoeringsagenda Agrofood is afgesproken dat de provincie Geen. de BZV zou ontwikkelen samen met de partners uit het Brabantberaad. Wij zien de BZV vooralsnog als een tijdelijk instrument. Marktpartijen hebben en houden wel degelijk een belangrijke rol. A50 Algemeen Inspreker maakt zich enige zorgen over de toepasbaarheid, in die zin dat het puntensysteem bepaald niet eenvoudig lijkt en de nodige verduidelijking en/of toelichting vooralsnog op zijn plaats lijkt. Op basis van de steekproef en de vele positieve reacties zijn wij van mening dat de BZV uitvoerbaar is. Op onderdelen zullen wij een en ander verduidelijken. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht. A51 Algemeen Wij ondersteunen zoals eerder aangegeven de koerswijziging in de Verordening We danken u voor uw positieve reactie. ruimte 2014 die moet leiden tot een verduurzaming van de agrarische sector. De BZV is met alle partners in het Brabantberaad ontwikkeld en wij hopen dat het draagvlak voor de inzet van de BZV breed zal zijn. Geen. A52 Algemeen Kunnen veehouderijen in concentratiegebieden even makkelijk een voldoende BZV-score halen als bedrijven daarbuiten? Antwoord op deze vraag is cruciaal voor het draagvlak van de BZV. Wij zijn van mening dat alle veehouderijen in Noord Brabant zich moeten ontwikkelen als zorgvuldige veehouderij. Wij willen bedrijven in West-Brabant niet uitzonderen. Bedrijven in West-Brabant kunnen vanwege de lagere dichtheid aan bedrijven makkelijker scoren op een aantal onderdelen op de BZV. Geen. A53 Algemeen De BZV is behoorlijk ingewikkeld, het lijkt mogelijk met onderdelen die niet Op basis van de steekproef en de vele positieve reacties zijn wij van mening dat de BZV rechtstreeks bijdragen aan milieuwinst een voldoende score te halen, waardoor de uitvoerbaar is. Op basis van onder andere de steekproef en doordat er relatief veel vraagt rijst of de gevraagde inspanning opweegt tegen de te realiseren milieuwinst. milieuthema's in de BZV zijn opgenomen verwachten wij een substantiële milieuwinst. Geen. A54 Algemeen De gemeentelijke beleidsvrijheid om (al dan niet bepaalde) veehouderijbedrijven Gemeenten hebben nadrukkelijk de vrijheid en verantwoordelijkheid om eigen beleid te Geen. wel of niet toe te staan, moet naar onze mening gegarandeerd blijven. Gemeenten voeren. Gemeenten kunnen ongewenste ontwikkelingen weigeren. Dit wordt niet anders door de BZV. moeten niet verplicht worden om binnen de gestelde normering veehouderijbedrijven- in welke vorm dan ook- altijd toe te staan. A55 Algemeen Wij hebben ons eerder uitgesproken tegen de BZV als instrument om een Wij vinden het jammer dat inspreker de BZV niet steunt. De provincie heeft, zoals zorgvuldige veehouderij te bereiken. Wij vragen u daarom af te zien van de BZV. afgesproken in het Brabantberaad en de Uitvoeringsagenda Agrofood, de BZV met de partners uit het Brabantberaad opgesteld. Geen. Geen. 8 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A56 Algemeen Inspreker vraagt bevestiging dat eventuele planschadeclaims voor rekening van de Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013, Geen. provincie komen en vraagt ondersteuning in bezwaar- en beroepsprocedures rond hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in de BZV. procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV. A57 Algemeen Inspreker vraag aandacht voor haar rol als aanspreekpunt, vergunningverlener en uitvoerder van beleid, met waardering voor het ingezette communicatietraject. Dit vanwege de ervaring met andere provinciale regelgeving die in haar optiek te snel is ingevoerd. A58 Algemeen Inspreker pleit ervoor dat de bepaling inzake geurhinder (artikel 6.4 lid 1 onder e Uw reactie heeft betrekking op de ontwerp Verordening ruimte 2014 en niet op de BZV. Geen. en artikel 7.4 lid 1 onder e uit de ontwerp verordening) komt te vervallen en het Deze heeft een separaat inspraaktraject doorlopen. geurbeleid blijft op het niveau waar het thuis hoort: het lokale niveau. Deze maximale geurniveaus beperken de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op meerdere locaties binnen haar gemeente. Zij vindt dit onacceptabel. A59 Algemeen Geen. A60 Algemeen Nogmaals wil ik melden dat ik de BZV een warm hart toe draag. We danken u voor uw positieve reactie. Succes met de verdere invulling aan de BZV. Inspreker vraagt duidelijkheid over vorm en inhoud van gebiedsprofielen en welke Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van planfiguur daarvoor geëigend dan wel vereist is. urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. Voor het opstellen van een gebiedsprofiel zien wij met name een rol voor de gemeenten en bewoners en gebruikers van het gebied. Indien noodzakelijk zullen wij de landelijke overheid vragen om (aanpassing van) regelgeving. A61 Algemeen Wij danken u voor uw positieve reactie. Met de partners in het Brabant Beraad hebben Voor inspreker is de BZV geslaagd als alle veehouders met een redelijke inspanning voldoende handelingsperspectief hebben om te slagen voor de BZV en wij afgesproken dat de BZV een reëel handelingsperspectief voor alle sectoren moet bieden. Wij passen de BZV hiertoe op een aantal punten aan. daarmee stappen zetten naar een duurzame en zorgvuldige veehouderij die wereldwijd toonaangevend is. De stappen naar een zorgvuldige veehouderij worden groter als we er in slagen om via de keten meer toegevoegde waarde op onze bedrijven te krijgen. De BZV is een product van alle Brabantse partijen. Inspreker ondersteunt een score die veehouders stimuleert de goede dingen te doen. De BZV is een gezamenlijke uitwerking van de kern van het Brabant beraad: 'Ontwikkelruimte moet je verdienen'. Bijstellingen tbv handelingsperspectief sectoren. A62 Algemeen In zijn algemeenheid hebben bedrijven voldoende handelingsperspectief om aan de BZV Bijstellingen tbv Bedrijven met veel toegevoegde waarde (maatschappelijk en welzijn) moeten handelingsperspectief volgens inspreker bovengemiddeld kunnen scoren zodat voorkomen wordt dat de te voldoen. Voor enkele sectoren voeren wij aanpassingen in de BZV door. sectoren. BZV de ontwikkeling naar schaalvergroting en dichte bedrijven aanjaagt. Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV door deze zo eenvoudig mogelijk Geen. te maken. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht. Geen. 9 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS A63 Algemeen Inspreker ondersteunt de (verplichting tot) omgevingsdialoog. Een ander onderdeel van het beleidspakket waar de BZV deel van uit maakt is de gebiedsprofilering. Deze is nog niet ver genoeg uitgewerkt om te kunnen beoordelen. Inspreker bepleit een pragmatische invulling waarbij de "overbelasting" wordt aangepakt op het niveau waar de problemen worden ervaren en zijn ontstaan, het straat- of op buurtschapsniveau. De gebiedsprofilering en sanering van overbelasting wordt momenteel door partners van Geen. het Brabantberaad uitgewerkt, deze staat procedureel los van de BZV. A64 Algemeen Inspreker stemt alleen in met de Brabantse Zorgvuldigheidsscore als: Deze zienswijze heeft betrekking op de ontwerp Verordening ruimte 2014 en niet op de Geen. - de Verordening Ruimte aangepast wordt door de GVE-norm, geurnorm en fijn BZV. De afweging vindt plaats bij de besluitvorming over de Verordening ruimte 2014. stofnorm uit de Verordening ruimte te halen; - als ontwikkeling van grondgebonden veehouderijen in stedelijke gebieden en 'gebieden beperkingen veehouderij' mogelijk is mits deze aan de BZV voldoen en; - ontwikkelingen waarbij het aantal dieren niet toeneemt niet aan de BZV hoeven te worden getoetst. A66 Algemeen Inspreker ondersteunt de nieuwe driedeling in de BZV. De complexiteit is er We danken u voor uw positieve reactie. goeddeels uit door de scores te verbinden met al bestaande (duurzaamheid- en kwaliteit) certificaten in plaats van de onderliggende managementmaatregelen. De BZV is absoluut werkbaarder geworden. Niet alleen voor ondernemers, maar zeker ook voor gemeenten die met de score moeten gaan werken. Geen. A68 Algemeen In de visie van inspreker is de BZV op de lange termijn overbodig. Als de wensen Ook wij verwachten dat de BZV op termijn overbodig zal worden. Wij hopen dat de inspreker mee blijft werken aan het opnemen van de zorgvuldigheidsthema's in van samenleving en de eisen vanuit omgeving, welzijn, gezondheid en milieu binnen de verschillende veehouderijsectoren stevig verankerd zijn in certificering certificaten en kwaliteitssystemen. en kwaliteitssystemen, dan hoeft de overheid geen aanvullende eisen en voorwaarden te stellen. Maar we realiseren ons dat we tijd nodig hebben om in de huidige kwaliteitssystemen, die nu vooral op de interne bedrijfsvoering zijn gericht, ook omgevingsvoorwaarden toetsbaar mee te nemen. Geen. A69 Algemeen Ten slotte, inspreker streeft met het college van GS naar een werkbare BZV, die veehouders stimuleert te verduurzamen. Dit doel ligt binnen handbereik. Voor een aantal sectoren zijn aanpassingen nodig om de BZV, maar we vertrouwen erop dat uw college deze aanpassingen door zal voeren. A70 Algemeen Inspreker heeft steeds getracht constructief en zeer gemotiveerd bij te dragen aan Wij danken u voor uw positieve reactie. de ontwikkeling hiervan. Aldus ontstaat een instrument dat een bijdrage kan leveren, aan de gewenste transitie van de veehouderij. Buiten de provincie uiten wij ook wel eens onze zorgen m.b.t. tot de Maatlat BZV en hoe die mogelijk gaat werken. De reactie is dan vaak: "Maar in Brabant gebeurt wel iets bijzonders". Het is goed om dat ook eens van een ander te horen en wij beschouwen dit als een compliment aan alle betrokkenen. We danken u voor uw positieve reactie. Op enkele onderdelen zullen wij de BZV aanpassen. Gevolg voor BZV Zie bij de specifieke onderdelen. Geen. 10 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A71 Algemeen Inspreker beschouwt de BZV samen met de Dialoog en de Gebiedsprofilering als een totaalpakket als uitwerking van de richtinggevende afspraken in het Akkoord van de Ruwenberg. Inspreker waardeert de BZV als een goede eerste aanzet. De door inspreker aangehaalde zaken zijn inderdaad onderdeel van een totaalpakket. Geen. De dialoog en gebiedsprofilering wordt momenteel door partners van het Brabantberaad uitgewerkt, deze staan procedureel los van de BZV. A72 Algemeen Inspreker vraagt er op toe te zien dat er op het moment van inwerkingtreding van Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van de BZV en Verordening er een eveneens goed ontwikkeld stelsel van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete gebiedsprofileringen beschikbaar is. Mocht dit om moverende redenen niet lukken acties om de overlast weg te nemen. verzoeken wij u een tijdelijk noodverband te leggen dat met name in de concentratiegebieden voorkomt dat daar de veestapel doorgroeit. Wij gaan er daarbij van uit dat ook de melk- en rundveehouderij hier onderdeel van uit maakt. Gebiedsprofileringen kunnen dit op termijn overnemen. Dit als uitwerking van zowel het nationale beleid als het Akkoord van de Ruwenberg. Geen. A73 Algemeen Inspreker mist een procesafspraak die inzichtelijk maakt welke onderdelen op De Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood geeft de gevraagde procesaanpak. welk moment worden aangepakt. Een voorbeeld: Het sluiten van de kringlopen op Noordwest Europese schaal is een afspraak die alle partijen hebben onderschreven en waarin op dit moment nog niet in is voorzien. Hoe gaan we dit realiseren en welke stappen staan ons daarbij voor ogen. Geen. A74 Algemeen Inspreker acht een GVE norm een uiterst geschikt instrument, simpel, In de BZV hanteren wij geen GVE norm, inspreker doelt op de norm in de ontwerp controleerbaar, zonder ingewikkelde administratie en niet fraudegevoelig om de Verordening ruimte 2014. De argumenten van de inspreker zijn meegenomen in de grondgebondenheid van de melkveehouderij te borgen, te voorkomen dat deze afwegingen bij de Verordening ruimte 2014. sector "los van de grond" komt. Uiteindelijk is een norm van ongeveer 2 GVE/ ha passend te noemen. Een dergelijk perspectief biedt de sector ook de mogelijkheid hierop in de bedrijfsvoering te anticiperen. Geen. A75 Algemeen Uit een steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven nu al voldoende scoort. Tevens stelt inspreker vast dat de aanwezige overlast niet is afgenomen. Deze constateringen roepen bij ons het beeld op van een wellicht te beperkte ambitie tegen de achtergrond van de omvang van de problematiek. Naast de BZV moeten bedrijven aan andere voorwaarden voldoen, wij streven naar een Geen. samenhangend pakket. Om nieuwe overlastgebieden te voorkomen en om bestaande overlast te verminderen hebben wij onder andere normen voor geur en fijn stof in de Verordening ruimte 2014 opgenomen. Een bedrijf dat aan de BZV voldoet kan overlast veroorzaken. Met de partners van het Brabantberaad is een afspraak gemaakt over de aanpak van urgentiegebieden. Voor die gebieden wordt een verbeterplan gemaakt met concrete acties om de overlast weg te nemen. A76 Algemeen Inspreker vraagt nadrukkelijker aandacht voor water, natuur en landschap dan thans in de BZV is opgenomen. Dit aspect zal tevens in de gebiedsprofileringen meegenomen dienen te worden. Wij zullen uitbreiding met deze thema's meenemen in een volgende versie van de BZV. Deze thema's kunnen mogelijk opgenomen worden in gebiedsprofileringen, inspreker is betrokken bij dat proces en kan daar samen met de andere partners mede invulling aan geven. Geen. 11 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV A77 Algemeen Tot slot maakt inspreker van de gelegenheid gebruik om veel waardering uit te spreken over de inzet van het provinciaal bestuur en haar medewerkers op dit dossier. Bij het realiseren van de ambitie om richting 2020 de meest duurzame veehouderij van de wereld in Brabant te hebben gerealiseerd kunt u op onze medewerking blijven rekenen. Wij danken u voor uw waardering en medewerking. Geen. A78 Algemeen Gezien de twijfel aan de juridische houdbaarheid is inspreker van mening dat de BZV verder niet in procedure mag worden gebracht en dat de financiële consequenties voor rekening van de provincie zijn. Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013, Geen hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV. A79 Algemeen Cliënten stellen zich op het standpunt dat aan de BZV geen concrete doelstellingen ten grondslag liggen en reeds daarom van vaststelling dient te worden afgezien. Het is volstrekt onduidelijk aan welke doelstellingen moet worden getoetst. Nergens staat immers in de BZV de gewenste toestand concreet omschreven. Een doelstelling dient namelijk specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden te zijn. De essentie van de BZV is dat wij de veehouder keuzevrijheid laten om zorgvuldigheid op zijn bedrijf in te vullen. Daar horen geen 'vinklijsten' of een nauw omschreven gewenste toestand bij. Deze zal van bedrijf tot bedrijf verschillen en daar willen wij niet in treden. Door het systeem van maatlatten en certificaten geven wij wel de richting aan waarin de zorgvuldigheid moet worden ingevuld. Aan de hand daarvan kan iedere veehouder voor zijn bedrijf inzichtelijk maken wat de -door hem zelf bepaaldetoepassing van de BZV betekent. Geen. A80 Algemeen Er is geen adequaat beleid en regelgeving in de BZV of verordening ruimte vastgelegd om bovengenoemde zaken zoals de nog steeds optredende groei in het volume van stoppende bedrijven te regelen. De BZV grijpt aan op bedrijfsniveau; door inspreker genoemde zaken spelen op gebiedsniveau. De Verordening ruimte stuurt op gebiedsniveau, onder andere via de normen voor geur en fijn stof. Met de partners in het Brabantberaad hebben wij afspraken gemaakt om de overlast in urgentiegebieden weg te nemen. Geen A81 Algemeen Wij zien geen interventies om de stijgende groei van het aantal dieren een halt toe Met de partners in het Brabantberaad hebben wij afspraken gemaakt om de overlast in urgentiegebieden weg te nemen. te roepen in overbelaste gebieden. Herstel van de balans veehouderij – burgers dient eveneens te zijn uitgewerkt voor u een besluit neemt. A82 Algemeen Clustering van grote IV in directe omgeving van woningen dient te worden De BZV stuurt en stimuleert in de maatlat Fysieke maatregelen gezondheid onder andere Geen. afgebouwd omdat gezondheidsrisico's worden vergroot. Meer dieren op elkaar op afstand tussen bedrijven. Daarnaast stuurt en stimuleert de BZV via de maatlatten geeft meer infectiedruk. Ook stijgt hierdoor de achtergrondbelasting van geluid, voor geur en fjin stof op de afstand tussen bedrjiven en woningen. geur, fijnstof, ammoniak, endotoxinen, etc. De BZV kent geen beleid op clustering & cumulatieve effecten. Hierdoor zullen ongewenste ontwikkelingen blijven plaatsvinden in de nabijheid van clusters woningen en lintbebouwing. In de huidige gemeentelijke bestemmingsplannen wordt dit risico onvoldoende onderkend of genegeerd. Geen 12 (van 35) Consultatieverslag BZV nummer reactie Categorie Inspraakreacties Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV Hoofdstukken H101 Hoofdstuk 1 Inspreker is van mening dat niet duidelijk is welke partners in het Brabantberaad hebben meegewerkt aan de BZV en verzoekt dit op te helderen. Inspreker is vooral benieuwd naar de input van het ODBN. Een belangrijke vraag is dan ook of de BZV (goed) handhaafbaar is. Dit aspect is tot op heden onderbelicht gebleven. Bij het opstellen van de BZV is afgestemd met onder andere gemeenten, waterschappen, Geen. retail, ketenpartijen, veehouders, burgergroeperingen, BMF, ZLTO, dierenartsen, etc. Via de gemeenten zijn omgevingsdiensten geïnformeerd. Met deze partners, in het bijzonder de gemeenten, hebben wij ook aandacht besteed aan de handhaafbaarheid. Dit heeft mede geleid tot de huidige opzet die aansluit bij bestaande informatiestromen tussen veehouderijbedrijven en overheden. Dit neemt niet weg dat de BZV een nieuw fenomeen is en dus de toepassing ervan de nodige aandacht behoeft. Wij hebben daarom samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld, met een digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020". Aan dit Implementatieteam neemt ook het ODBN deel. H201 Hoofdstuk 2 Inspreker is van mening dat de pijlers Certificaten, Inrichting&omgeving en Innovatie niet los van elkaar kunnen worden gezien. Inspreker vraagt vanwege de overlap om ze samen te voegen. Inspreker vraagt verduidelijking over de wachtkamermaatregelen, het Panel Zorgvuldige Veehouderij en nieuwe geborgde certificaten. Wij zijn van mening dat de overlap tussen de pijlers beperkt is, de pijlers vullen elkaar Geen. juist aan. Bovendien zijn de maatlatten binnen Inrichting & Omgeving dusdanig opgesteld dat er geen dubbelingen zijn met certificaten. De pijler Certificaten voegt bedrijfsvoeringsmaatregelen toe en de pijler Innovatie is er voor bedrijven die zo vernieuwend zijn dat ze op de andere pijlers nog niet kunnen scoren. Deze driedeling is een belangrijk uitgangspunt van de BZV, wij voegen deze niet samen. Wij zijn van mening dat de wachtkamermaatregelen, het Panel Zorgvuldige Veehouderij en nieuwe geborgde certificaten voldoende in de BZV zijn beschreven. H202 Hoofdstuk 2 Inspreker pleit voor het opnemen van biodiversiteit in het bodemleven en verscheidenheid van rassen. H203 Hoofdstuk 2 Dit zijn zaken die volgen uit de bedrijfsvoering. Dit soort maatregelen nemen wij mee als Geen. er een certificaat is dat dit borgt, dit is nu nog niet het geval. Wij nemen dit niet op in de BZV. Inspreker is van mening dat een duidelijke visie op duurzaamheid ontbreekt en dat Wij zijn van mening dat er niet één visie op duurzaamheid is, wij bieden bedrijven zoveel Geen. mogelijk ruimte om zelf te kiezen, afhankelijk van het gebied waar het bedrijf gelegen is de BZV een samenraapsel van maatregelen is. en bijvoorbeeld een marktconcept waar de veehouder mee werkt. Inspreker constateert dat bepaalde maatregelen tegenstrijdig zijn, waardoor Maatregelen zijn inderdaad op onderdelen soms tegenstrijdig, maar deze sluiten wel aan bedrijven geen 10 kunnen scoren. bij de praktijk en de wet- en regelgeving. Bovendien kan een veehouder kiezen, het is niet verplicht alle maatregelen te treffen. Een score van een 10 is niet nodig, een bedrijf slaagt voor de BZV met een score van 7. 13 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H204 Hoofdstuk 2 Inspreker verzoekt de BZV uit te breiden met energiebesparende maatregelen, het Energie heeft voor deze eerste versie een lage prioriteit gekregen, en is daarom niet Geen. voeren van losse grondstoffen en mestverbranding. opgenomen in de BZV 1.0. Najaar 2014 komt een eerste aanpassing van de BZV. Energie wordt daarin betrokken. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en verbranding voeren wij overleg met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende versie van de BZV toegevoegd. Het voeren van losse grondstoffen is moeilijk te controleren, wij nemen dit niet op in de BZV. H205 Hoofdstuk 2 Inspreker verzoekt om zonnepanelen te waarderen in de BZV. H301 Hoofdstuk 3 H302 Hoofdstuk 3 H303 Hoofdstuk 3 H304 Hoofdstuk 3 H305 H306 Energie heeft vanuit de partners een lage prioriteit gekregen, en is daarom niet Geen. opgenomen ni de BZV 1.0. Bij volgende versies van de BZV bekijken wij opnieuw welke thema's in de BZV kunnen worden opgenomen. Inspreker is van mening dat de steekproef te gering van omvang is en geen goed De steekproef is naar onze mening van voldoende omvang. Het gaat hier overigens om Geen. beeld geeft van de haalbaarheid van de BZV. bedrijven die in het verleden al een bedrijfsontwikkeling hebben met bovenwettelijke Inspreker vraagt wat hoeveel bedrijven voor dusdanig hoge investeringen komt te onderdelen. Bedrijven waren dus blijkbaar in staat om de investeringen te doen. De staan dat zij niet meer kunnen ontwikkelen. meerkosten als gevolg van de BZV zijn naar onze mening in principe haalbaar. Inspreker vraagt hoe groot de extra kosten zijn voor de BZV ten opzichte van de wettelijke normen. Inspreker verzoekt duidelijkheid te geven over hoe gemengde bedrijven getoetst moeten worden. Inspreker stelt dat het onduidelijk is hoe de BZV geborgd is. Inspreker vraagt duidelijkheid over hoe om te gaan met veranderingen in de bedrijfsvoering die al dan niet in de vergunning veranderen. Inspreker stelt dat voor schapen geen maatlatten zijn. Bij gemengde bedrijven worden diercategoriën op basis van NGE bij elkaar opgeteld, dit Geen. is beschreven in hoofdstuk 3 van de consultatieversie. Veranderingen in de bedrijfsvoering zijn toegestaan zolang het bedrijf kan aantonen dat Verduidelijken. het een voldoende BZV-score realiseert. Hoofdstuk 3 Inspreker stelt dat biologische bedrijven niet aan de BZV kunnen voldoen en verzoekt om een aanpassing van de BZV. BZV aanpassen. Biologische bedrijven zijn voorlopers op het gebied van zorgvuldige veehouderij. Door hun geheel andere opzet kunnen met name pluimvee-, varkens- en geitenbedrijven moeilijk aan de BZV voldoen. Bedrijven met een EKO-certificaat voldoen al in hoge mate aan het wensbeeld: één certificaat dat de gehele zorgvuldigheid van een bedrijf borgt. Op dit moment borgt het EKO-certificaat nog onvoldoende de gezondheidsaspecten. Daarom hebben bedrijven met een EKO-certificaat een uitzonderingspositie in de BZV. Indien zij niet voldoende score volgens de systematiek van deze BZV, krijgen zij daarvoor dispensatie als een minimaal aantal punten op de maatlat Fysieke Maatregelen Gezondheid binnen de pijler scoren, samen met het EKO. Hoofdstuk 3 Inspreker stelt dat de BZV niet voorziet in de diercategorie paarden, daarvoor zijn Paardenhouderijen zijn in de Vr 2014 geen veehouderij en hoeven dus niet te voldoen bv geen certificaten. aan de BZV. Gemeenten kunnen in voorkomende gevallen bedrijven toetsen aan de BZV. Voor paarden zijn inderdaad nog geen certificaten, de BZV voorziet in een adequate procedure voor die sectoren zodat ook zij een reëel handelingsperspectief hebben. Voor schapen zijn nog niet alle maatlatten operationeel, hiervoor zijn correctiefactoren, zie hoofdstuk 3 en bijlage 8 van de consultatieversie. Voor nog niet alle sectoren zijn certificaten beschikbaar. Dit geldt ook voor bedrijven met schapen. Wanneer er geen certificaten beschikbaar zijn geldt er geen minimumscore op de pijler certificaten. Geen. Geen. 14 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H307 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat certificaten fraudegevoelig zijn. Inspreker vraagt zich af of deze eenmalig worden afgegeven, hoe lang ze geldig zijn en hoe deze gecontroleerd worden. Inspreker vraagt hoe om te gaan met tussentijdse wijzigingen van certificaten. Wij waarderen bij de BZV alleen certificaten die door onafhankelijke instanties Tekst in BZV gecontroleerd zijn, daarmee is de fraudegevoeligheid minimaal. verduidelijken Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV), worden periodiek afgegeven en zijn doorgaans een jaar lang geldig. Bij certificaten is bv het IKBRund 2 jaar geldig. Een veehouder kan verzoeken om het MDV certificaat te verlengen. Het Panel Zorgvuldige Veehouderij gaat periodiek na of de eisen voor certificaten substantieel gewijzigd zijn. Indien dat het geval is leidt dit tot een andere puntenwaardering in de BZV. H308 Hoofdstuk 3 Inspreker stelt dat in de BZV niet duidelijk is aan welke overige voorwaarden een Wij hebben in die opsomming een aantal zaken genoemd, deze is niet volledig. De bedrijf moet voldoen om te mogen uitbreiden, onder andere de ruimtelijke overige voorwaarden staan elders beschreven, onder andere in de Verordening ruimte. kwaliteitsverbetering ontbreekt in de opsomming. H309 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat de steekproef te gering van omvang is om als basis voor de BZV te dienen. Inspreker is van mening dat het niet mogelijk is dat de helft van de bedrijven aan de BZV kan voldoen. De steekproef is naar onze mening van voldoende omvang. Ons uitgangspunt is dat Geen. bedrijven een reëel handelingsperspectief moeten hebben, hetgeen wij met de steekproef hebben getoetst. Het is daarbij geen doelstelling dat de helft van de bedrijven in hun huidige opzet een voldoende score moet kunnen halen. H310 Hoofdstuk 3 Inspreker stelt de gecombineerde opgave van een bedrijf betrekking kan hebben op meerdere locaties. Inspreker is het niet duidelijk hoe met de verstrekking van deze informatie dient te worden omgegaan i.v.m. de borging van de score voor mineralenkringlopen. Inspreker stelt dat de gecombineerde opgave wat betreft mest uitgaat van de huidige veestapel en niet over de veestapel na ontwikkeling, welke relevant is in het kader van de BZV. Wij zijn van mening dat de veehouder moet aantonen welke locaties hij heeft en via de Verduidelijken gecombineerde opgave moet hij aantonen hoe de puntenscore in de BZV is. De veehouder moet deze gegevens jaarlijks, op verzoek van de gemeente, kunnen overleggen. De veehouder levert bij een uitbreiding van de bebouwing t.b.v. de BZV een beschrijving van de UBN nummers die van belang zijn. Deze UBN nummers worden in de webapplicatie opgenomen, de webapplicatie sluit uit dat een UBN nummer voor meerdere uitbreidingen kan worden gebruikt. De veehouder dient vooraf te onderbouwen, op basis van gecombineerde opgaves uit het verleden, hoe hij de beoogde puntenscore na bedrijfsontwikkeling kan realiseren. Indien gewenst kan de gemeente hierbij de AAB om advies vragen. H311 Hoofdstuk 3 Inspreker stelt dat de certificaten die nodig zijn voor de borging van de BZV pas worden afgegeven als een bedrijf conform dit certificaat produceert. Deze informatie kan dus niet beschikbaar worden gesteld bij vergunningverlening. De informatie is beschikbaar voordat vergunningverlening plaatsvind. T.b.v. het certificaat Maatlat Duurzame Veehouderij kan een prébeoordeling voor een nieuwe stal worden aangevraagd. De overige certificaten kunnen vooraf aan een bestaand bedrijf worden toegekend, zodat die ook geldt voor de nieuwe stal(len). H312 Hoofdstuk 3 Inspreker is niet duidelijk wat met gebiedsprofielen wordt bedoeld, of deze in voorbereiding zijn en of dit daadwerkelijk een toetsingscriterium wordt. Inspreker vraagt hoe deze verankerd worden en wat de kaders daarbij zijn. In het Brabantberaad is afgesproken dat gebiedsprofielen worden opgesteld. Gemeenten Geen. stellen deze in overleg met boeren, burgers en andere belanghebbenden op, er is derhalve op provinciaal niveau geen (toetsings)kader. H313 Hoofdstuk 3 Inspreker vraag hoe GS omgaan met veranderingen in de bedrijfsvoering waardoor een bedrijf niet meer voldoet aan de BZV. Veranderingen in de bedrijfsvoering zijn toegestaan zolang het bedrijf kan aantonen dat het voldoet aan de BZV score. IN BZV duidelijker aangeven dat de Vr en andere wetgeving leidend zijn. Geen. Verduidelijken in BZV. 15 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS H314 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat de vleeskalverhouderij een duurzame ontwikkeling Wij passen de BZV aan, zodat vleeskalverhouders ook handelingsperspectief hebben op heeft doorgemaakt, maar de BZV biedt deze sector onvoldoende de maatlat voor ammoniak. handelingsperspectief. Er zijn nog onvoldoende erkende systemen om ammoniak, geur en fijn stof te reduceren. Inspreker vraagt het handelingsperspectief en de keuzevrijheden van de ondernemers vergroten, inspreker vraagt een sectorspecifieke BZV. Inspreker is van mening dat de BZV de concurrentiepositie van de kalversector niet mag verslechteren. H315 Hoofdstuk 3 Inspreker heeft scharrelvleeskuikens en presteert zo bovenwettelijk op meerdere fronten. Hij beschrijft dat het bedrijf op meerdere fronten een voorbeeldbedrijf is. Inspreker is van mening dat de BZV onvoldoende handelingsperspectief heeft voor scharrelvleeskuikens. Inspreker stelt voor om voetzoollaesies op te nemen in de BZV, dit zegt iets over geur, dierenwelzijn en kwaliteit van de mest. Inspreker is van mening dat scharrelvleeskuikens goed scoren op antibioticagebruik, geur en fijn stof. Inspreker vraagt om -zolang er geen specifieke getallen over geur, stof en ammoniak zijn voor scharrelvleeskuikenbedrijven- de erkenning van het Beter Leven Keurmerk genoeg zou moeten zijn om te voldoen aan de BZV. Gevolg voor BZV Maatlat ammoniak aanpassen Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk NOG BEZIEN NAV gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. DISCUSSIE PLUIMVEE Dit verschilt el enigermate per sector. Het hanteren van voetzoolleasies in de BZV is niet gewenst i.v.m. uitvoeringsproblemen. Als bedrijven goed scoren op antibiotica, geur en fijn stof, dan kunnen bedrijven daarmee punten halen in de BZV. Er zijn op dit moment nog geen certificaten die dusdanig integraal zijn dat een bedrijf op basis van alleen zo'n certificaat kwalificeert voor de BZV. H316 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat slechts 25 % van de vleeskuikenbedrijven aan de BZV Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk Geen. kunnen voldoen en is van mening dat de BZV lat te hoog ligt. gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. De sector heeft veel bereikt t.a.v. dierenwelzijn en antibiotica. Dit verschilt wel enigermate per sector. H318 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat de haalbaarheid van de BZV-score te sterk verschilt per sector. Vooral de pluimveesector loopt vast en mestverwerking is niet in de score opgenomen. Aanpassen certificaten Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. pluimvee en maatlat biodiversiteit. Dit verschilt wel enigermate per sector. Met het oog op een voldoende handelingsperspectief voor de pluimveesector voeren wij enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit door. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende versie van de BZV toegevoegd. H320 Hoofdstuk 3 Inspreker vraagt meer aandacht voor de impact van de veehouderij op de volksgezondheid. Inspreker is van mening dat middels onderzoek meer duidelijkheid moet komen over de invloed van de veehouderij op de volksgezondheid. Daarbij moet ook gekeken worden naar de invloed van andere sectoren (industrie, verkeer). Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zet de veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de acht maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid. Er lopen op dit moment diverse onderzoeken naar het effect van de veehouderij op de volksgezondheid. Geen. 16 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H321 Hoofdstuk 3 Inspreker is van mening dat het SKAL certificaat te laag gewaardeerd wordt in de BZV en is van mening dat bedrijven met zo'n certificaat vrijgesteld moeten worden van de BZV. Inspreker stelt dat het aantal punten voor het ontvangen van bezoek op het bedrijf hoger is dan het hebben van een SKAL certificaat. Inspreker vindt het niet rechtvaardig dat een bepaalde oppervlakte groen binnen het bouwblok meer punten oplevert dan dezelfde hoeveelheid natuur buiten het bouwblok. Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. Een basispunt voor certificaten heeft een zwaarder gewicht in de eindscore. De omrekenfactor voor certificaten is 40, die voor Inrichting & Omgeving 250. Aanpassen voor biologische bedrijven. H323 Hoofdstuk 3 Inspreker vindt het niet rechtvaardig dat de haalbaarheid van de BZV-score te sterk verschilt per sector. H324 Hoofdstuk 3 H325 Hoofdstuk 3 Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk Geen. gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. Dit verschilt wel enigermate per sector. Inspreker vraagt op welke wijze handhaving/toezicht is een plek krijgt in de BZV. Handhaving en toezicht is een rol van het bevoegd gezag, in hoofdstuk 3 van de Geen. consultatieversie van de BZV is aangegeven op welke wijze de BZV de borging plaatsvindt. Wij zetten in op een goede uitvoerbaarheid van de BZV. Wij hebben samen met gemeenten een Implementatieteam ter ondersteuning van gemeenten en omgevingsdiensten ingesteld. Daarnaast hebben we het digitaal platform "Zorgvuldige veehouderij 2020" ingericht. Hierbij is ook aandacht voor handhaving en toezicht. Inspreker vraagt op welke wijze de BZV geborgd is in de omgevingsvergunning en vraagt flexibiliteit. Inspreker stelt dat er geen flexibiliteit is als het rekenmodel met de individuele maatregelen zoals het aantal nestkastjes wordt gekoppeld aan de aanvraag en de voorwaarden aan de vergunning. Inspreker vraagt wat er gebeurt als bedrijven niet aan de voorwaarden voldoen en hoe lang die voorwaarden gelden. Inspreker vraagt naar de consequenties voor het bedrijf als bijvoorbeeld de certificaateisen strenger worden, is het dan voldoende als het bedrijf voldoet aan de certificaateisen zoals die golden bij de vergunningverlening. Tekst in BZV De BZV is gekoppeld aan de omgevingsvergunning, onderdeel bouwen. De milieuvergunning of melding ihkv de WABO moet overeenkomstig de bouwvergunning verduidelijken en de BZV zijn. De bedrijfsvoering mag wijzigen, mits het bedrijf aantoonbaar aan de BZV blijft voldoen. Het rekenmodel is hierbij slechts ondersteunend. De handhaving van een zorgvuldige veehouderij ligt bij gemeenten en is afhankelijk van de keuze hoe zij dit vorm geven in hun bestemmingsplan. Wat voor systeem de gemeente ook kiest; er moet een duidelijke mogelijkheid zijn om handhavend op te treden wanneer bedrijven niet (meer) aan de BZV score voldoen; bijvoorbeeld doordat de bedrijfsvoering in strijd is met het bestemmingsplan of de verleende omgevingsvergunning (voorheen vrijstelling). Periodiek gaan wij na of de eisen voor certificaten substantieel gewijzigd zijn. Indien dat het geval is leidt dit tot een andere puntenwaardering in de BZV. 17 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H326 Hoofdstuk 3 Inspreker stelt dat de BZV voor een aantal kleinere sectoren, zoals pluimvee, geiten, kalveren en konijnen, onvoldoende handelingsperspectief biedt. De belangrijkste reden is het ontbreken of onvoldoende beschikbaar zijn van erkende technieken om ammoniak, geur en fijn stof te kunnen reduceren. Inspreker stelt een groep veehouders met veel maatschappelijke waardering (biologische veehouders, schapenhouders en ondernemers met Volwaard kippen) en hoog dierwelzijnsniveau te weinig handelingsperspectief hebben. Zij kunnen vanwege de sterke focus in de BZV op volksgezondheid en het terugdringen van emissies moeilijk voldoen aan de criteria. Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij de volgende aanpassingen door: - pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit . - biologische bedrijven: deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. - kleine sectoren als konijnen: voor hen geldt geen minimumscore ten aanzien van certificaten (omdat deze ontbreken). Kunnen zij onvoldoende punten halen dan kunnen zij dispensatie bij het Panel zorgvuldige Veehouderij aanvragen, mits zij zich voldoende richting zorgvuldigheid ontwikkelen. - vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak. - geiten: waardering certificaat Kwalitgeit aangepast ivm eisen antibiotica. Aanpassen voor biologische bedrijven, bedrijven met vleeskalveren, kleine sectoren, pluimvee. H327 Hoofdstuk 3 De scoresystematiek van de BZV met zijn keuzevrijheid en het gereinge aantal extra punten vertoont te weinig stimulans voor een echte vernieuwing naar duurzaamheid. Dat nu al de helft van de bedrijven een voldoende score haalt is wat dat betreft tekenend. Daarmee is de veehouderji nooit zorgvuldig in 2020. Het realiseren van de benodigde score vraagt veehouders een behoorlijk aantal Geen. bovenwettelijke stappen te nemen. Dat de helft van de bedrijven in de steekproef BZV al een voldoende score haalt betekent dat er in Brabant al behoorljik wat bedrijven zijn die dit soort stappen zetten. Via de BZV zal dit aantal toenemen. Via monitoring en evaluatie volgen wij de effectiviteit vna de BZV richtnig een zorgvuldige veehdouerij in 2020 en stellen deze zo nodig bij. H401 Hoofdstuk 4 Inspreker geeft aan dat voor schapen geen certificaten beschikbaar zijn en vraagt of hiervoor alternatieven zijn om in de BZV te kunnen scoren. Inspreker werkt volgens IKB Rund. Voor schapen zijn inderdaad nog geen certificaten, de BZV voorziet in een adequate procedure voor die sectoren zodat ook zij een reëel handelingsperspectief hebben. Geen. H402 Hoofdstuk 4 Inspreker stelt dat welzijnsvriendelijke huisvesting van pluimvee te laag scoort. In het onderdeel Certificaten is door WUR een score gemaakt voor dierenwelzijn, dit is in het achtergronddocument toegelicht. Wij achten dit een reële waardering. Geen. H403 Hoofdstuk 4 Inspreker is van mening dat de BZV onderdelen bevat die nadelig zijn voor de biologische sector, zo wordt bijvoorbeeld niet gekeken naar antibioticagebruik terwijl dit in de biologische landbouw erg laag is. Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. Bij certificaten is het antibioticagebruik meegenomen. Aanpassen voor biologische bedrijven. H404 Hoofdstuk 4 Inspreker is van mening dat het SKAL certificaat te laag gewaardeerd wordt in de BZV en is van mening dat bedrijven met zo'n certificaat vrijgesteld moeten worden van de BZV. Inspreker stelt dat het aantal punten voor het ontvangen van bezoek op het bedrijf hoger is dan het hebben van een SKAL certificaat. Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. Een basispunt voor certificaten heeft een zwaarder gewicht in de eindscore. De omrekenfactor voor certificaten is 40, die voor Inrichting & Omgeving 250. Aanpassen voor biologische bedrijven. 18 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS H405 Hoofdstuk 4 Inspreker is van mening dat certificaten van ketenpartijen niet bedoeld zijn als wettelijk kader. Inspreker vreest dat de industrie teveel invloed krijgt, terwijl zijn niet betrokken is bij de ontwikkeling van de BZV. Bij de BZV hebben wij onafhankelijke deskundigen certificaten laten beoordelen op een Geen. aantal thema's die voor de BZV relevant zijn. Wij gaan daarbij alleen uit van certificaten die door derden worden gecontroleerd worden. Ketenpartijen krijgen hiermee een belangrijke rol in de verduurzaming, maar de onafhankelijkheid is naar onze mening voldoende geborgd. H406 Hoofdstuk 4 Inspreker stelt dat bij een kleine sector als de melkgeitenhouderij er minder certificaten beschikbaar zijn. Daarmee is de mogelijkheid om via certificaten voldoende punten te scoren bij deze sector onevenredig en onredelijk klein. Voor geiten is Kwaligeit beschikbaar, dit levert voldoende punten voor het onderdeel certificaten van de BZV. Voor een dergelijke sector vinden wij het geen probleem dat het aantal certificaten beperkt is. H407 Hoofdstuk 4 Inspreker stelt dat Kwaligeit bovenwettelijke eisen stelt aan het antibioticagebruik Kort nadat de Consultatieversie van de BZV door ons is vastgesteld is antibiotica in en is van mening dat dit meegenomen moet worden in de waardering van Kwaligeit opgenomen. In hoofdstuk 9 van de Consultatieversie is dat al vermeld en in het Kwaligeit in de BZV. rekenmodel is daar al rekening mee gehouden. In de definitieve versie van de BZV wordt het aangepaste aantal punten voor Kwaligeit opgenomen. H408 Hoofdstuk 4 Inspreker is van mening dat certificaten fraudegevoelig zijn. Inspreker vraagt zich Wij waarderen bij de BZV alleen certificaten die door onafhankelijke instanties Geen. af of deze eenmalig worden afgegeven, hoe lang ze geldig zijn en hoe deze gecontroleerd zijn. Alle certificaten, behalve dat voor Maatlat Duurzame Veehouderij, gecontroleerd worden. worden periodiek afgegeven en zijn een jaar lang geldig. Veehouders kunnen desgewenst het certificaat voor de Maatlat Duurzame Veehouderij laten verlengen. Daarmee zijn er naar onze mening voldoende borgen op juistheid van certificaten. De gemeente kan bij twijfel bij de certificerende instantie controleren of een bedrijf een geldig certificaat heeft. H409 Hoofdstuk 4 Inspreker vreest dat de ontwikkeling van certificaten duur is. Inspreker is van Certificaten zijn zeer relevant omdat op deze manier veel breder en intensiever een mening dat weinig bedrijven een certificaat gaan krijgen en vraagt af hoe relevant zorgvuldige bedrijfsvoering geborgd kan worden. Certificaten horen bij een zorgvuldige certificaten zijn. veehouderij. Veel bedrijven hebben al één of meer certificaten, onder andere door verplichtingen binnen de keten. Het is aan markt- en ketenpartijen om nieuwe certificaten te ontwikkelen of bestaande uit te breiden. Zij maken daarbij een afweging tussen de daarmee gepaard gaande kosten en de te genereren baten. Geen. H501 Hoofdstuk 5 Inspreker vraagt wat de emissie van fijn stof is bij schapen. Geen. H502 Hoofdstuk 5 Geen. Inspreker is van mening dat de regeling strijdigheden bevat, voor diergezondheid De BZV bevat lijsten met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf is het van belang dat er geen mensen op het erf komen die mogelijk ziektekiemen. kan kiezen. Deze lijsten bevatten maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te Bij verbinding met omgeving wordt het toelaten van mensen beloond. kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. H503 Hoofdstuk 5 H504 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat mestverwerking in de BZV moet worden opgenomen. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende versie van de BZV toegevoegd. Inspreker vraagt bij ammoniak een heldere definitie van 'nieuwe stal' op te nemen. Wij verduidelijken de definitie voor een nieuwe stal. Voor schapen is nog geen emissiefactor, zie bijlage 4 van de Consultatieversie. Gevolg voor BZV Geen. In de definitieve versie van de BZV het aangepaste aantal punten voor Kwaligeit opnemen. geen De definitie voor een nieuwe stal verduidelijken. 19 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H505 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat door de eisen van de verordening stikstof het voor nieuwe stallen vrijwel onmogelijk is om punten te scoren. Wij zijn van mening dat er nu al maatregelen voorhanden zijn voor nieuwe stallen die Geen. verdergaan dan de eisen van de verordening stikstof, de ontwikkeling van deze technieken zal zich de komende jaren doorzetten. Bedrijven die deze technieken inzetten worden daarvoor beloond. H507 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat bedrijven met grond teveel punten halen. Inspreker is van mening dat over diverse maatlatten het niet realistisch is om 100 punten te halen, inspreker is van mening dat als een bedrijf de best beschikbare technieken toepast het maximale aantal punten zou moeten halen. Het hebben van grond draagt bij aan het sluiten van de kringlopen op bedrijfsniveau en daarom waarderen wij dat in de BZV. Op dit moment kan inderdaad op sommige maatlatten nog niet het maximale aantal punten worden gehaald. Omdat een bedrijf ook niet het maximale aantal punten hoeft te halen is dit geen probleem. Op de maatlatten voor geur, ammoniak en fijn stof haalt een bedrijf met de best beschikbare technieken de hoogste score. H508 Hoofdstuk 5 Inspreker vraagt of maatregelen die in de 'wachtkamer' staan nu al punten scoren. Maatregelen die in de wachtkamer staan scoren nu nog geen punten. H510 Hoofdstuk 5 Inspreker vraagt de BZV uit te breiden met maatregelen voor energie, losse voercomponenten en mestverwerking. Inspreker stelt dat er te weinig mogelijkheden zijn voor geurreductie voor pluimvee. Inspreker vraagt om minder gewicht toe te kennen aan biodiversiteit omdat bedrijven zonder grond er niet op kunnen scoren. Inspreker vraagt om maatregelen als medicijngebruik en entstoffen op te nemen. Inspreker vreest dat de ontwikkeling van certificaten duur is. Inspreker is van mening dat weinig bedrijven een certificaat gaan krijgen en vraagt af hoe relevant certificaten zijn. H511 Hoofdstuk 5 H512 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat het te ver gaat dat bestrijdingsmiddelen niet meer zijn De BZV eist niet dat er geen bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt. Bedrijven die Geen. toegestaan. geen bestrijdingsmiddelen gebruiken kunnen in de maatlat biodiversiteit punten verdienen. Inspreker is van mening dat de BZV slechts focust op bepaalde onderdelen Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk aanpassen voor biologische waardoor biologische bedrijven onvoldoende kunnen scoren. gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. bedrijven Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij voor biologische bedrijven de volgende aanpassingen door: deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. H513 Hoofdstuk 5 Geen. Geen. Energie heeft bij de prioritering een lage prioriteit gekregen, op diverse wijzen wordt dit Geen. thema al gestimuleerd. Bij pluimvee zijn nu nog weinig mogelijkheden voor geurreductie, wij gaan er vanuit dat in de toekomst meer technieken beschikbaar komen. Het is de keus van het bedrijf om al dan niet grond bij het bedrijf te hebben, wij willen bedrijven die maatregelen nemen voor biodiversiteit stimuleren. Via de certificaten waarderen wij bedrijven die weinig antibiotica gebruiken. Inspreker is van mening dat biologische bedrijven onvoldoende kunnen scoren op Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke mineralenkringlopen. De BZV houdt te weinig rekening met kringlopen tussen maatregelen gezondheid. bedrijven, deze zijn vaak op meer dan 15 km van elkaar gelegen. Aanpassen voor biologische bedrijven. 20 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS H514 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat zoönosen moeilijk te bestrijden zijn en dat de beste optie is om dieren te concentreren op grote bedrijven. Inspreker is van mening dat maatregelen t.b.v. Verbinding met de Omgeving haaks staan op de preventie van zoönosen. Zoönosen ontstaan op meerdere manieren. Dit hangt van meer factoren af dan de Geen. concentratie van dieren en omvang van bedrijven. Bij de BZV hebben wij voor zoönosen met de HACCP-benadering (Hazard Analysis and Critical Control Points voor de risicobeoordeling en –beheersing) gehanteerd. Daarmee is een lijst met keuzemaatregelen gemaakt. De BZV bevat in zijn algemeenheid bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te kiezen die in hun situatie het beste passen. H515 Hoofdstuk 5 Inspreker vraagt vakmanschap op te nemen in de BZV. H516 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de score voor geurbelasting moet aansluiten bij de wettelijke norm van 14. Bij de steekproef is informatie over vakmanschap geïnventariseerd, er zijn teveel Geen. praktische nadelen om dit in deze versie van de BZV op te nemen. Wij zijn bij de individuele bedrijfsscore voor geurhinder op verspreid liggende woningen Geen. (buitengebied) uitgegaan van de provinciale gebiedsnorm (achtergrondbelasting) van 20% kans op geurhinder. Wij vinden dat bij een kans op hinder onder deze provinciale norm in ieder geval sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Daarom kiezen wij ervoor dat pas onder deze waarde kan worden gescoord voor de BZV. Voor de individuele bedrijfsscore in een bebouwde kom sluiten we wel aan bij de gemeentelijke praktijk en dus de standaardnormen uit de wet. Dat doen we omdat deze normen wel passen bij ons oordeel over een goed woon- en leefklimaat. H517 Hoofdstuk 5 H518 Hoofdstuk 5 H519 Hoofdstuk 5 H520 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat bij ammoniak de score gebaseerd is op emissie, terwijl Wij gaan in de BZV zoveel mogelijk uit van het handelingsperspectief voor de veehouder, Geen. iedereen wordt afgerekend op depositie. daarom gaan wij uit van de emissie. Emissie reducerende maatregelen leiden tot een lagere depositie. Inspreker vraagt om in de BZV de term fosfaat te gebruiken in plaats van fosfor. Wij zullen de term fosfaat hanteren. In de BZV hanteren we consequent de term fosfaat. Geen Inspreker vraagt om mestverwerking op bedrijfsniveau op te nemen in de BZV. Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende versie van de BZV toegevoegd. Geen. Inspreker verzoekt om bij mineralenkringlopen aan te sluiten bij de mestwetgeving Bij de mestwetgeving wordt bij boer-boertransport uitgegaan van 20 km. In de BZV en regionale afzet te zien als mest die binnen 20 km van het bedrijf aangewend. hebben wij een andere doel dan de mestwetgeving. Wij willen lokale kringlopen sluiten en gaan daarbij uit van grond die bij het bedrijf hoort. Een afstand van 15 km vinden wij daarbij passend. H521 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief biedt omdat er nog geen technieken voor reductie van geur en fijn stof zijn. Inspreker ziet tegenstrijdigheden in de BZV. Inspreker vreest dat met de huidige BZV alleen grote uitbreidingen rendabel zijn. Gevolg voor BZV Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof Geen. beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen. Tot die tijd corrigeert de BZV hiervoor. De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. Uit de steekproef blijkt dat de helft van de bedrijven in hun huidige opzet een voldoende BZV-score kunnen halen. Daarmee hebben ook kleinere uitbreidingen een reëel perspectief. 21 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H522 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief biedt omdat er nog geen technieken voor reductie van geur en fijn stof zijn. Inspreker vreest dat door de BZV gesloten stalsystemen worden gestimuleerd terwijl voor andere aspecten juist open stallen gewenst zijn. Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof Geen. beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen. Tot die tijd corrigeert de BZV hiervoor. De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. Wij zijn van mening dat er bij open stalsystemen voldoende mogelijkheden zijn voor reductie van emissies. H523 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV voor geitenbedrijven onvoldoende perspectief Voor geiten zijn inderdaad nog geen technieken voor ammoniak, geur en fijn stof biedt omdat er onvoldoende maatregelen beschikbaar zijn. beschikbaar, we gaan er vanuit dat deze op termijn beschikbaar komen. Tot die tijd corrigeert de BZV hiervoor. Wij zijn van mening dat geitenbedrijven in voldoende mate op andere onderdelen kunnen scoren. H525 Hoofdstuk 5 Inspreker voert geen dieren aan, daarom is geen spoelplaats en quarantaineruimte nodig. Inspreker vindt het niet redelijk dat hij daardoor minder punten scoort dan bedrijven die wel dieren aanvoeren. Inspreker verzoekt om gesloten bedrijven te waarderen. Bij de maatlat "Fysieke maatregelen gezondheid" hebben wij maatregelen gewaardeerd Geen. die fysiek op een bedrijf aanwezig zijn. Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals gesloten bedrijven kunnen door middel van certificaten worden gewaardeerd. Mogelijk komen er op termijn certificaten die borgen dat bedrijven gesloten zijn. H526 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat volksgezondheid pas kan worden opgenomen als er meer duidelijkheid is uit onderzoek, omdat uit de voorlopige onderzoeken geen enkel risico voor de volksgezondheid blijkt. De BZV stuurt en stimuleert op het voorkleinen van gezondheidsrisico's door de HACCP- Geen. aanpak. Deze is goed onderbouwd. Daarnaast is er van geur en fijn stof voldoende bekend over de effecten van veehouderijbedrijven op de gezondheid in de omgeving. Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de BZV: de meeste opgenomen certificaten hebben betrekking op gezondheidsaspecten van de veehouderij. Dit kan nog verbeteren door volksgezondheid explicieter op te nemen in de certificaten. Hiervoor zetten de veehouderijsector en gezondheidsorganisaties momenteel stappen. Vier van de negen maatlatten binnen de pijler Inrichting & Omgeving hebben betrekking op gezondheid. H529 Hoofdstuk 5 Inspreker vindt de keuze voor GVE normen onjuist. Inspreker is van mening dat afzet van mest op grotere afstand gewaardeerd moet worden. In de BZV wordt de GVE norm niet gehanteerd. Wij waarderen de aanwending van mest op grond die bij het bedrijf, ook als deze op meer dan 15 km ligt. Geen. H530 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 H532 Hoofdstuk 5 Wij hebben de fosfaatefficiency, waar inspreker op doelt, opgenomen in het onderdeel Certificaten. De BZV waardeert zowel de inspanningen om de geuremissie als de geurimpact te verminderen. De waardering van ammoniak in de BZV staat los van de uitspraken van de Raad van State. Geen. H531 Inspreker verzoekt om het efficiënt benutten van voer en mineralen op te nemen in de BZV. Inspreker is van mening dat de BZV juist inspanningen om de geuroverlast te beperken moet waarderen in plaats van de geurimpact. Inspreker is van mening dat ammoniak niet goed getoetst kan worden door recente uitspraken van de Raad van State over de verordening stikstof. H533 Hoofdstuk 5 Geen. Geen. Geen. Inspreker verzoekt om actuele gegevens over achtergrondconcentratie van geur te Gemeenten beschikken over de informatie die nodig is om de achtergrondgegevens voor Geen. leveren. geur te berekenen, deze heeft de gemeente voor meerdere doelen nodig; monitoring, beoordelen van ruimtelijke plannen, etc. Wij vinden het primair een taak van de gemeenten en omgevingsdiensten om actuele gegevens beschikbaar te hebben en in haar beleid te gebruiken. 22 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H534 Hoofdstuk 5 Luchtwassers zijn niet inzetbaar voor pluimveehouderijen. Alternatieven als kleinere groepen worden niet beloond in de markt. Graag puntenwaardering aanpassen. Voor pluimvee zijn nog weinig goed werkende luchtwassers beschikbaar, we gaan er Aanpassingen tbv vanuit dat deze of alternatieve systemen op termijn beschikbaar komen. Naar aanleiding pluimvee van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij voor pluimvee de volgende aanpassingen door: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit . H535 Hoofdstuk 5 Inspreker verzoekt om biodiversiteit minder zwaar te wegen in de BZV omdat hij De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf Geen. grond moet kopen om te kunnen scoren. kan kiezen. Er zijn voldoende andere maatlatten waar bedrijven op kunnen scoren. H539 Hoofdstuk 5 Inspreker vraagt te verduidelijken wat met geurimpact wordt bedoeld en of de geurimpact van veehouderijen onderling verschilt. De geurbeleving van een melkveehouderij is bijvoorbeeld geheel anders dan van een pluimveehouderij. H540 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV niet alle duurzaamheidsthema's bevat en Over het al dan niet opnemen van mestverwerking en -verbranding voeren wij overleg vraagt mestverwerking en energie toe te voegen. met de partners in het Brabant Beraad. Mogelijkerwijs wordt dit in de eerstvolgende Inspreker is van mening dat door in de huidige opzet mestafzet in de omgeving te versie van de BZV toegevoegd. waarderen, veehouders niet worden gestimuleerd om te voldoen aan de wettelijke eisen t.a.v. mestverwerking. Geen. H541 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV in de maatlat "fysieke maatregelen gezondheid" onvoldoende maatregelen bevat voor kleinere sectoren. Inspreker verzoekt pluimveebedrijven te laten scoren op het all-in-allout systeem en andere sectoren wanneer er geen dieren worden aangevoerd. Inspreker verzoekt om maatregelen t.b.v. het stalklimaat op te nemen. Bij de maatlat "Fysieke maatregelen gezondheid" hebben wij maatregelen gewaardeerd die fysiek op een bedrijf aanwezig zijn. Hierbij zijn ook maatregelen t.b.v. stalklimaat opgenomen. Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals gesloten bedrijven kunnen door middel van certificaten worden gewaardeerd. Mogelijk komen er op termijn certificaten die borgen dat bedrijven gesloten zijn. Geen. H542 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat in de pluimvee- en kalverhouderij moeilijk kunnen scoren op geurreductie omdat er nauwelijks technieken voorhanden zijn. Inspreker is van mening dat emissiereductie strijdig is met dierenwelzijn. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij de volgende aanpassingen door: - pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit . - vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak. Geen. De geurimpact is de geurbelasting volgens de wet geurhinder en veehouderijen, deze wet Geen. houdt rekening met de geurbeleving. De BZV bevat een lijst met keuzemaatregelen die bovenwettelijk zijn waaruit een bedrijf kan kiezen. Deze lijst bevat maatregelen die gunstig zijn voor een bepaald thema en ongunstig zijn voor een ander thema. Bedrijven hebben de ruimte om die maatregelen te kiezen die in een bepaalde situatie het beste passen. H543 Hoofdstuk 5 Inspreker verzoekt de BZV te wijzigen zodat pluimveehouderij beter kunnen scoren op fijn stof, door de toetswaarde in de BZV op te hogen of door emissie reducerende maatregelen extra te waarderen. Pluimveebedrijven scoren vaak laag op fijn stof. We gaan er vanuit dat systemen op termijn beschikbaar komen waarmee pluimveebedrijven hoger kunnen scoren. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij voor pluimvee de volgende aanpassingen door: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit . Geen. 23 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H544 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat de BZV via de kringloopwijzer voor rundvee managementmaatregelen voor ammoniakemissie moet waarderen. Inspreker is van mening dat mest van scharrelvleeskuikens van nature veel droger is en daardoor een lagere emissie van ammoniak en geur heeft Voetzoollaesie score is hiervoor een betrouwbare indicator en is onafhankelijk gecontroleerd. Zodra de kringloopwijzer wettelijk is vastgelegd en er zekerheid is over de Geen. ammoniakemissie zullen wij met de partners beoordelen of de kringloopwijzer kan worden opgenomen in een volgende versie de BZV. Voor voetzoollaesies, een managementmaatregel, geldt een vergelijkbare redenering: dit kan via certificaten binnen de BZV worden toegevoegd. H545 Hoofdstuk 5 Inspreker verzoekt om in de BZV naast de forfaitaire fosfaatnorm ook bedrijfsspecifieke normen toe te staan. Inspreker verzoekt om biologische pluimvee- en varkensbedrijven de grens van 15 km voor mestafzet te verruimen. Biologische bedrijven moet mest afzetten naar andere biologische bedrijven en deze liggen vaak op meer dan 15 km. Wij zijn in de consultatieversie al uitgegaan van de mogelijkheid van zowel forfaitaire als bedrijfsspecifieke norm. Voor het sluiten van lokale kringlopen willen wij het maximum van 15 km blijven gebruiken. Wij passen voor biologische bedrijven de BZV aan. Zij kunnen, naast het EKOcertificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. Bij P-lokaal verduidelijken hoe e.e.a. bepaald moet worden. BZA aanpassen voor biologische bedrijven. H546 Hoofdstuk 5 Wij zijn van mening dat de uitspraken van de Raad van State op los staan van de BZV. Geen. H547 Hoofdstuk 5 Inspreker is van mening dat door recente uitspraken van de Raad van State over de verordening stikstof in de BZV niet gesteld kan worden dat de afstand tot natuurgebied geen invloed heeft op de score. De BZV laat belangrijke delen van de mineralenkrinloop zoals de mineralen in het eindproduct buiten beschouwing en stuurt daarmee onvoldoende op het sluiten van kringlopen. De BZV werkt het concept community farming onvoldoende uit. H601 Hoofdstuk 6 Inspreker is van mening dat het Panel Zorgvuldige Veehouderij niet mag stagneren en snel moet adviseren. Inspreker vraagt hoeveel aanvragen het panel krijgt te verwerken, wie in het Panel zitting krijgt en hoe GS voor voldoende capaciteit zorgt. Geen. Wij zullen op korte termijn het Panel Zorgvuldige Veehouderij instellen en er voor zorgen dat dit snel kan adviseren. Wij verwachten op basis van de steekproef dat veel bedrijven voor de BZV kunnen slagen en dat een beperkt aantal bedrijven zo vernieuwend is dat zij voor advies via het Panel gaan. Wij zullen zorgdragen voor voldoende capaciteit. De samenstelling van het Panel is nog niet bekend, wij zien hier een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV. H602 Hoofdstuk 6 Inspreker heeft vraagtekens en twijfels bij de effectiviteit van de BZV op de verduurzaming van de veehouderij. Inspreker is positief over de certificaten en dat er een Panel Zorgvuldige Veehouderij komt. Inspreker hoopt dat naast de vertegenwoordigers van de overheid en de sector ook belangenbehartigers van volksgezondheid, voedselveiligheid en bewoners zeggenschap krijgen in het Panel Zorgvuldige Veehouderij. Wij verwachten dat de BZV een stimulans voor veehouderijen zal zijn om te Geen verduurzamen. De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV. H603 Hoofdstuk 6 Inspreker is positief over de mogelijkheid om te scoren op Innovatie. Inspreker is van mening dat innovatie breed dient te worden uitgelegd. En dat daarbij maatregelen worden gestimuleerd die de BZV doelen dienen. Inspreker vraagt wie in het Panel Zorgvuldige Veehouderij komen en hoe zij innovaties beoordelen. De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier Geen. een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV. Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan het realiseren van een Zorgvuldige veehouderij. De BZV stuurt en stimuleert via de maatlat mineralen kringlopen op het sluiten van Geen mineralen kringlopen op lokale schaal. Streven is om ni een volgende versie van de BZV, via certificaten, de sturing op gesloten mineralen kringlopen verder uit te bouwen. Community farming hangt met veel aspecten samen. Via een aantal maatlatten als verbinding en mineralen kringlopen draagt de BZV hier aan bij. 24 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV H604 Hoofdstuk 6 Inspreker is van mening dat innovatie geen sluitpost moet zijn, deze moet minimaal nevengeschikt zijn aan de andere pijlers. Inspreker vraagt wie in het panel zitten, welke sectoren erin vertegenwoordigd zijn, wat de werkwijze is en hoe zij innovaties beoordeelt. Het Panel Zorgvuldige Veehouderij is geen sluitpost, wel zijn wij van mening dat Geen. bedrijven eerst moeten beoordelen hoe zij scoren op de onderdelen Inrichting & Omgeving en Certificaten. De samenstelling van het Panel Zorgvuldige Veehouderij is nog niet bekend, wij zien hier een rol voor onafhankelijke deskundigen voor de thema's uit de BZV. Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan de BZV doelen. H606 Hoofdstuk 6 Inspreker is positief over de mogelijkheid om te scoren op Innovatie. Inspreker is van mening dat innovatie breed dient te worden uitgelegd. En dat daarbij maatregelen worden gestimuleerd die de BZV doelen dienen. Inspreker stelt voor om via het Panel punten te laten verdienen voor onderdelen die nog niet in de BZV zitten zoals brandveilige stallen. Het Panel zal aanvragen beoordelen op de bijdrage aan de doelen van zorgvuldige veehouderij, brandveiligheid wordt in de eerstvolgende herziene versie van de BZV opgenomen. H607 Hoofdstuk 6 Inspreker verzoekt om de BZV voor de pluimveehouderij, geitenhouderij en kalverhouderij sectorspecifiek te maken zodat ook die sectoren aan de BZV kunnen voldoen. Inspreker stelt voor om kleine sectoren zoals de konijnenhouderij, schapenhouderij en biologische varkens- en pluimveehouderij te beoordelen via het Panel Zorgvuldige Veehouderij. Wij hebben de BZV zo ingericht dat de systematiek en de normering zoveel mogelijk BZV aanpassen als gelijk is en bedrijven in de verschillende sectoren een reëel handelingsperspectief hebben. beschreven. Dit verschilt wel enigermate per sector. Naar aanleiding van deze en vergelijkbare inspraakreacties voeren wij de volgende aanpassingen door: - pluimvee: enige aanpassingen in de certificaten en de maatlat biodiversiteit . - biologische bedrijven: deze kunnen, naast het EKO-certificaat, volstaan met een minimum aantal punten (40) op de maatlat fysieke maatregelen gezondheid. - kleine sectoren als konijnen: voor hen geldt geen minimumscore ten aanzien van certificaten (omdat deze ontbreken). Kunnen zij onvoldoende punten halen dan kunnen zij dispensatie bij het Panel zorgvuldige Veehouderij aanvragen, mits zij zich voldoende richting zorgvuldigheid ontwikkelen. - vleeskalverenhouderijen: meer systemen in de maatlat voor ammoniak. - geiten: waardering Kwalitgeit aangepast ivm toevoeging eisen inzake antibiotica. H701 Hoofdstuk 7 Inspreker is van mening dat volksgezondheid te weinig aandacht heeft gekregen in de BZV. Inspreker vindt volksgezondheid een essentiële voorwaarde waar bedrijven aan moeten voldoen voordat de andere BZV onderdelen mogen worden getoetst. Inspreker is van mening dat pathogenen en resistentie bacteriën op en in ons voedsel een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Wij zijn het met inspreker eens dat voedselveiligheid en volksgezondheid meer aandacht Geen. moet krijgen in de BZV. In hoofdstuk 2 van de Consultatieversie hebben wij aangegeven dat de huidige beschikbare certificaten als IKB / bedrijfsgezondheidsplan en dergelijke vooral sturen op de veterinaire aspecten en op de aspecten van voedselveiligheid en niet op volksgezondheid. Het is het wenselijk deze certificaten dusdanig uit te breiden dat ze alle drie genoemde aspecten dekken of eventueel nieuwe certificaten te ontwikkelen die dit borgen. ZLTO en volksgezondheidsorganisaties nemen stappen die er toe moeten leiden dat dit op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd wordt. Geen. 25 (van 35) Consultatieverslag BZV nummer reactie Categorie Inspraakreacties Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV Bijlagen B01 Bijlagen Inspreker vindt het niet terecht dat bedrijven geen punten verdienen als de bouwblokken tegen elkaar grenzen omdat ondernemers daar niets aan kunnen doen. Naarmate er minder afstand is tussen bedrijven zijn de risico's voor gezondheid groter. Geen. Door hiermee rekening te houden in de score stimuleren we dat veehouders die dicht op andere bedrijven zitten extra maatregelen treffen om gezondheidsrisico's te verkleinen. B02 Bijlagen Inspreker is van mening dat bedrijven die geen dieren aanvoeren punten verdienen. Inspreker is van mening dat voor een overdekte buitenuitloop net zoveel punten verdienen als wanneer geen uitloop aanwezig is. Inspreker is het niet duidelijk hoe de afstand tussen bedrijven moet worden bepaald. Inspreker stelt dat het niet terecht is dat bedrijven geen punten krijgen als de permanente opslag van vaste mest is afgedekt. Echter wanneer de permanente opslag van vaste mest niet afgedekt is, worden wel punten toegekend. In de maatlat voor fysieke maatregelen voor gezondheid is omwille van o.a. de uitvoerbaarheid en de controleerbaarheid voor zowel de veehouder als het bevoegd gezag gekozen om alleen fysiek aanwezige maatregelen te waarderen. Bedrijfsvoeringsmaatregelen zoals het al dan niet aanvoeren van dieren worden alleen gewaardeerd als via een certificaat is geborgd dat ze worden toegepast. Een overdekte buitenuitloop heeft meer risico's voor de gezondheid dan wanneer er geen uitloop is en krijgt terecht minder punten. De afstand tussen bedrijven wordt bepaald door de kortste afstand tussen de bouwblokken te meten, wij zullen dit verduidelijken in de BZV. In tegenstelling tot wat inspreker stelt krijgen bedrijven punten als de permanente opslag van vaste mest is afgedekt. Wanneer de permanente opslag van vaste mest niet afgedekt is, worden geen punten toegekend. Wij zullen verduidelijken dat de afstand tussen bedrijven wordt bepaald door de kortste afstand tussen de bouwblokken te meten. B03 Bijlagen Het is aan de veehouder hoe hij geurreductie realiseert. Wij stimuleren niet uitsluitend luchtwassers, ook andere erkende systemen met een lagere geurfactor krijgen punten. Geen. B04 Bijlagen Inspreker is van mening dat alleen luchtwassers worden gestimuleerd en dat veehouders worden ontmoedigd om andere geur reducerende systemen toe te passen. Inspreker is van mening dat stallen voor gespeende biggen ten onrechte geen NGE's krijgen en daarom ten onrechte niet meewegen in de BZV score. B05 Bijlagen B06 B07 In bijlage 7 van de Consultatieversie is, in tegenstelling tot wat inspreker stelt, een NGE factor voor gespeende biggen opgenomen. Gespeende biggen tellen mee in de BZV score. Inspreker is van mening dat nu de VR2014 ook erfbeplanting toestaan buiten het Wij zijn het met inspreker eens, wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting bouwblok, de BZV ook erfbeplanting buiten het bouwblok moet waarderen. buiten het bouwblok gewaardeerd wordt. Geen. Bijlagen Inspreker verzoekt om in de BZV naast de forfaitaire fosfaatnorm ook bedrijfsspecifieke normen toe te staan. BZV aanpassen zodat bedrijven met zowel een forfaitaire norm als met een onderbouwde bedrijfsspecifieke norm mogen werken. Bijlagen Inspreker geeft enkele suggesties voor maatregelen die in de BZV kunnen worden De voorgestelde maatregelen zijn reeds opgenomen in de maatlat biodiversiteit, bijlage 5, Geen. opgenomen t.b.v. Natuur en Landschapselementen in de maatlat biodiversiteit . onderdeel Natuur & Landschapselementen. Het gaat om specifieke maatregelen die meerwaarde hebben voor het landschap of bepaalde diersoorten, bv bomenlaan i.p.v. een rij bomen in een kaal landschap, een vogelhaag en schuil- en nestplaatsen. Wij passen de BZV op dit punt aan. Wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting buiten het bouwblok gewaardeerd wordt. 26 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV B08 Bijlagen B09 Bijlagen B10 Bijlagen Inspreker vindt het niet terecht dat melkveebedrijven geen punten scoren voor afstand tot het bedrijf van de buren. Inspreker is van mening dat de biodiversiteit in Nederland niet toeneemt als bedrijven 4 gewassen telen. Inspreker verzoekt versteviging van reeds bestaande natuur (EHS/Natura 2000) teneinde meer samenhang te creëren en daarmee het draagvlak voor het voorkomen van soorten. Veeteelt bedrijven kunnen “stepping stones” vormen tussen bestaande groene ruimte. Inspreker verzoekt populaties van specifieke soorten te verstevigen door soortspecifieke aanpassingen. In tegenstelling tot wat inspreker stelt kunnen melkveebedrijven punten verdienen als de Geen. afstand tot de buren meer dan 100 meter bedraagt. Deskundigen verwachten dat de biodiversiteit toeneemt als bedrijven meerdere gewassen Geen. telen. Wij zetten door ons beleid reeds in op versteviging van bestaande natuur. Uw suggesties Geen. kunnen van betekenis zijn bij de lokale inrichting van bedrijven, erfbeplanting en natuur op het bedrijf. Veehouders en gemeenten kunnen daarbij gebruik maken van uw suggesties. Wij zien geen verband met de BZV. B11 Bijlagen Inspreker mist in bijlage 6 de mogelijkheid voor afzet van mest via voermest- of afzetcontracten zoals genoemd in het hoofdstuk mineralenkringlopen. In de steekproef is de duur van (voer-) mestcontracten geïnventariseerd en of er een afname- / leveringsplicht zou zijn. Bij de geïnterviewde bedrijven bleken dergelijke contracten echter niet beschikbaar. Daarom zijn deze contracten niet in de bijlage opgenomen. Per abuis is de mogelijkheid voor voer-mestcontracten in de hoofdtekst over mineralenkringlopen blijven staan. B12 Bijlagen Inspreker is van mening dat nu de VR2014 ook erfbeplanting toestaan buiten het Wij zijn het met inspreker eens, wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting bouwblok, de BZV ook erfbeplanting buiten het bouwblok moet waarderen. buiten het bouwblok gewaardeerd wordt. Inspreker vindt de vraag over gewasbeschermingsmiddelen niet helder. Wij zijn het met inspreker eens dat de vraag over gewasbeschermingsmiddelen inderdaad niet helder is. Wij zullen de BZV aanpassen zodat ook erfbeplanting buiten het bouwblok gewaardeerd wordt. Wij zullen de vraag over gewasbeschermingsmiddel en verduidelijken. B13 Bijlagen Inspreker vindt het in verband met de kans op een uitbraak van zoönosen niet wenselijk dat varkens- en kippenbedrijven dicht bij elkaar in de buurt liggen. In de BZV krijgen bedrijven punten als de afstand meer dan 100 meter bedraagt, daarnaast krijgen bedrijven punten als er binnen het bedrijf bv geen combinatie van pluimvee en varkens is. Op dit moment is er onvoldoende aanleiding om dichtbij elkaar gelegen bedrijven te beperken. De BZV leent zich hier overigens ook niet voor, de BZV is een stimuleringsinstrument. Geen. Deze verordening ((EEG) nr. 2759/75) is per 1 juli 2008 ingetrokken. Geen Wij zullen in de BZV de tekst in het hoofdstuk Minereralenkringlopen over de waardering van mest via voermest- of afzetcontracten verwijderen. Juridische aspecten J01 J02 Juridische houdbaarheid Juridische houdbaarheid De consultatieversie BZV is in strijd met Europese markt verordening varkens/varkensvlees. De consultatieversie BZV is in strijd met het zorgvuldigheidsprincipe. Het is ons niet duidelijk wat inspreker met deze opmerking bedoelt nu deze niet nader is Geen gemotiveerd. De BZV is in onze ogen een instrument dat de ontwikkeling naar zorgvuldige veehouderij objectiveert. Daardoor draagt de BZV bij aan een gelijke, geobjectiveerde benadering van deze ontwikkeling en dus ook aan het zorgvuldigheidsprincipe. 27 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV J03 Juridische houdbaarheid De noodzaak van de BZV is niet of onvoldoende onderbouwd. In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen. noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van een goed woon-, werk- en leefklimaat in Brabant. J04 Juridische houdbaarheid De BZV maakt net als andere beleidsmaatregelen (ontheffingen, bouwstop, verordening stikstof) verplaatsing van mijn bedrijf onmogelijk. Moderne bedrijven blijken met een reële inspanning aan de eisen aan de BZV te kunnen Geen voldoen. De BZV maakt alleen ontwikkelingen die niet voldoende zorgvuldig zijn onmogelijk. De overige genoemde beleidsmaatregelen staan los van de BZV. J05 Juridische houdbaarheid De BZV wordt als toetsingskader gesteld bij de verlening van de omgevingsvergunning, onderdeel bouwen. Op het moment dat de vergunning is verleend en de bebouwing is opgericht conform deze vergunning, is daarmee de uitvoering afgerond. Vindt er nog een toetsing plaats aan de daadwerkelijke uitvoering van de BZV en zo ja , wie moet daarvoor zorg dragen? Na uitvoering dient er toetsing plaats te vinden op het juiste gebruik binnen de bestemming zorgvuldige veehouderij. De gemeente is in deze bevoegd gezag. Tekst verduidelijken. J06 Juridische houdbaarheid Het is niet toegestaan bovenwettelijke eisen te stellen. De BZV is daarmee juridisch niet houdbaar. Zoals wij in de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 hebben aangegeven is de provincie bevoegd nadere eisen te stellen omdat deze voortvloeien uit een provinciaal belang, namelijk een goed woon-, werk- en leefklimaat in de provincie Noord-Brabant. De generieke wettelijke vereisten zijn hiertoe niet voldoende. Geen J07 Juridische houdbaarheid Inspreker heft sterke twijfel, gelet op jurisprudentie, of de BZV dierenwelzijn en volksgezondheid wel ruimtelijk relevant zijn. Daarmee betwijfelt inspreker de juridische houdbaarheid van de BZV. Wij zijn met inspreker eens dat de ruimtelijke relevantie van dierenwelzijn en Geen volksgezondheid grotendeels respectievelijk gedeeltelijk afwezig is. Omdat de BZV daarnaast een groot aantal aspecten behelst waarvan de ruimtelijke relevantie niet ter discussie staat en beoordeling dus niet louter op de twee genoemde thema's stoelt achten wij de juridische houdbaarheid toereikend. Dit wordt ondersteund door jurisprudentie, zoals aangegeven in onze juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013. J08 Juridische houdbaarheid Inspreker betwijfelt of het mogelijk is een adequate bestemmingsregeling Zorgvuldige veehouderij in bestemmingsplannen op te nemen als de BZV regelmatig gewijzigd wordt. De tekst van de BZV Om door inspreker gesignaleerd probleem te vermijden blijft de versie van de BZV die gebruikt is bij de vergunningverlening het toetsingskader voor de desbetreffende situatie. verhelderen. Pas wanneer er een nieuwe vergunning wordt aangevraagd wordt de dan geldende nieuwere versie van de BZV relevant. J09 Juridische houdbaarheid Inspreker voorziet dat de veranderende BZV tot rechtsonzekerheid zal leiden, zowel tijdens de vergunningsprocedure als na verlening. Om door inspreker gesignaleerd probleem te vermijden blijft de versie van de BZV die De tekst van de BZV gebruikt is bij de vergunningverlening het toetsingskader voor de desbetreffende situatie. verhelderen. Pas wanneer er een nieuwe vergunning wordt aangevraagd wordt de dan geldende nieuwere versie van de BZV relevant. J10 Juridische houdbaarheid De VR2014 stelt normen aan geur en lucht. De Verordening is echter een instrument dat zijn grondslag vindt in de Wro, terwijl de specifieke wetgeving (bijvoorbeeld Wgv) andere normen stelt. Daarnaast hebben gemeenten veelal een eigen Geurverordening, terwijl er in de BZV eigen (strengere) geurnormen worden gehanteerd. Het eerste deel van de reactie betreft de Verordening ruimte en valt buiten het bestek van Geen deze inspraak. De BZV stelt geen normen ten aanzien van geur, maar voorziet in een score wanneer een veehouderij minder geur emitteert of minder geuroverlast veroorzaakt dan wettelijk is toegestaan. De daarbij gehanteerde referentiewaarden sluiten aan bij de wettelijke normen. 28 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS J11 Juridische houdbaarheid Er zijn verschillende bedrijven die geen omgevingsvergunning voor het onderdeel De borging van de BZV verloopt via de bestemming zorgvuldige veehouderij. Een bedrijf De tekst van de BZV milieu hebben, maar een melding. Het is echter niet mogelijk om voorschriften te moet steeds voldoen aan die vereisten. verhelderen. verbinden aan een melding, zodat onze vraag is hoe hiermee wordt omgegaan en geborgd wordt dat deze bedrijven ook aan de BZV voldoen. J12 Juridische houdbaarheid Opgemerkt wordt dat de BZV tevens van toepassing is op gebouwen waar dieren De BZV-score wordt bepaald over het gehele bedrijf, dus bestaande gebouwen en De tekst van de BZV in worden gehouden maar niet gehuisvest worden, bijvoorbeeld melkstallen en uitbreiding. Binnen dit geheel zijn er voldoende mogelijkheden om een voldoende BZV- verhelderen. wachtruimten. Op deze stallen zit geen uitbreiding van NGE en emissies. Voor score te realiseren. een dergelijke uitbreiding is het niet mogelijk om aan de BZV te gaan voldoen. J13 Juridische houdbaarheid De nationale wetgeving regelt al een aanvaardbare leefomgeving voor wat betreft geur. De BZV en Vr stellen ieder verschillende, scherpere normen. Inspreker vraagt zich of het juridisch houdbaar is om ontwikkelingsruimte afhankelijk te stellen van bovenwettelijke voorwaarden omtrent het aspect geur. In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Brabant Geen. noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van een goed woon-, werk- en leefklimaat in Brabant. J14 Juridische houdbaarheid Het is niet toegestaan bovenwettelijke eisen te stellen. De BZV is daarmee juridisch niet houdbaar. In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van een goed woon-, werk- en leefklimaat in Noord-Brabant. J15 Juridische houdbaarheid Tekst BZV verhelderen / aanvullen. J16 Juridische houdbaarheid J17 Juridische houdbaarheid Inspreker verzoekt een overgangsrecht op te nemen voor het geval de BZV wijzigt In de nadere regels is een overgangsbepaling opgenomen die er op is gericht dat voor de tijdens een vergunningsprocedure. toepassing van de BZV de datum van de volledige en ontvankelijke bouwaanvraag bepalend is. Inspreker verzoekt een overgangsrechtelijke bepaling op te nemen voor de Deze reactie richt zich niet tegen de BZV maar tegen de regels in de Verordening ruimte bedrijven aan wie een ontheffing is verleend van de Verordening ruimte, 2014. Wij wijzen er op dat in de Verordening ruimte in artikel 40 lid 3 daaromtrent bijvoorbeeld bij bedrijfsverplaatsingen. overgangsrecht is opgenomen. Het is inspreker onduidelijk wat het precieze toepassingsbereik van de BZV is gelet Op 17 december 2013 hebben wij het statenvoorstel Vr 2014 vastgesteld dat gevraagde duidelijkheid biedt. op de in de Vr 2014 nog door te voeren wijzigingen naar aanleiding van de inspraak en naar aanleiding van de vernietiging van het besluit om de reconstructieplannen in te trekken. J18 Juridische houdbaarheid In de Concept Verordening Ruimte 2014 (VR2014) heeft u aangegeven dat een Ja, de VR2014 is hierin leidend. bouwvlak van een bedrijf onder bepaalde voorwaarden groter mag worden dan 1,5 ha. U heeft daarin expliciet de voorwaarden benoemd. In de BZV neemt u deze beperking opnieuw op en geeft aan dat er uitzonderingen mogelijk zijn. Echter, in de BZV geeft u niet aan wat de uitzonderingsvoorwaarden zijn. Is het in dit kader juist om te veronderstellen dat de VR2014 leidend is ten opzichte van de BZV? Tekst BZV verhelderen. J19 Juridische houdbaarheid Inspreker onderschrijft het principe van de BZV, waarbij ontwikkelingsruimte gekoppeld wordt aan een zorgvuldige bedrijfsvoering. Inspreker verzoekt om bovenop de toegestane omvang van het bouwblok een zogenaamd duurzaamheidsvlak toe te voegen voor maatregelen als sleufsilo's, graansilo's en silo's voor de opslag en verwerking van mest. In de Vr 2014 kunnen voerplaten buiten het bouwblok worden aangelegd. Daarnaast kunnen bouwblokken groter zijn dan 1,5 ha ingeval volledige grondgebondenheid (2 gve/ha) en innovatieve bedrijfsconcepten. Gevolg voor BZV Geen. Geen. Geen. 29 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV J20 Juridische houdbaarheid De BZV lijkt weinig toe te voegen aan bestaande regelgeving, zeker melkveehouders kunnen makkelijk een voldoende score halen. Is dit een manier om nu de BZV te introduceren en vervolgens de teugels aan te trekken? Hoe kunnen ondernemers hiertegen protesteren? Zoals uit de steekproef BZV blijkt hebben veel bedrijven nog een uitdaging om een voldoende BZV-score te realiseren. De melkveebedrijven in de steekproef scoren relatief makkelijk. Van de door inspreker veronderstelde 'verborgen agenda' is ook geen sprake. Geen. J21 Juridische houdbaarheid Juridische houdbaarheid Inspreker stelt voor pas nieuwe eisen aan de veehouderij te stellen als deze voldoende onderzocht zijn, zoals bij volksgezondheid. Een omgevingsvergunning bouwen is een gebonden beschikking en daardoor kunnen er geen voorwaarden of voorschriften aan de vergunning worden verbonden. Gelet op de jurisprudentie op basis van artikel 56 Woningwet (oud) en artikel 2.22 lid 2 Wabo is het niet haalbaar om de aspecten uit de zorgvuldigheidsscore als voorwaarde aan de omgevingsvergunning voor het bouwen te kunnen koppelen. In de BZV zijn alleen maatregelen opgenomen waarvan nut en noodzaak onderbouwd Geen. zijn. Wij gaan niet uit van het koppelen van voorwaarden aan de omgevingsvergunning Geen bouwen. De borging van maatregelen uit de BZV vindt plaats via het bestemmingsplan; bijvoorbeeld door voorwaardelijke bepalingen of door het opnemen van voorwaarden aan een vrijstelling of wijziging van het bestemmingsplan. J23 Juridische houdbaarheid Een groot gedeelte van de in de BZV genoemde aspecten betreft volgens inspreker geen provinciaal belang: geur, fijn stof, endotoxinen, dierenwelzijn, mineralen kringlopen en verbinding. Deze zijn ofwel geregeld in nationale of Europese wetgeving dan wel zijn het lokale aspecten waar de gemeente bevoegd gezag is. In de Structuurvisie ruimte geven Provinciale Staten aan waarom het in Noord-Brabant Geen. noodzakelijk is nadere eisen aan de ontwikkeling van de veehouderij te stellen. Deze vloeien voort uit de grote ruimtelijke druk vanuit de sector in relatie tot het nastreven van een goed woon-, werk- en leefklimaat in Noord-Brabant. J24 Juridische houdbaarheid Een provinciale regeling waarbij alle bouwvlakken op de muur zijn komen vast te staan is niet aanvaardbaar aangezien het in strijd is met een goede ruimtelijke ordening om aan een positief bestemd gebruik geen enkele uitbreiding meer toe te staan. Hierdoor kan de BZV niet als uitgangspunt gelden voor het verdienen van uitbreidingsruimte. Zoals in de Structuurvisie ruimte staat aangegeven is de ruimtelijke druk vanuit de veehouderij dusdanig, dat het ongeclausuleerd benutten van bestaande uitbreidingsruimte op bouwblokken zou leiden een onaanvaardbare verslechtering van het woon- werk- en leefklimaat in Noord-Brabant. Overigens zetten de VR 2014 en BZV geen 'slot op de muur', maar stellen zij voorwaarden aan het uitbreiden van de bebouwing. J25 Juridische houdbaarheid Inspreker acht het onaanvaardbaar dat bedrijven die thans een 7 scoren, geldt dat het bouwvlak op de muur is begrensd. Dit heeft tot gevolg dat bestaande ontwikkelruimte wordt afgenomen en er bij uitbreidingen eerst opnieuw moet worden aangetoond dat de veehouderij relevante aspecten beter regelt dan de wet voorschrijft. Zoals in de Structuurvisie ruimte staat aangegeven is de ruimtelijke druk vanuit de veehouderij dusdanig, dat het ongeclausuleerd benutten van bestaande uitbreidingsruimte op bouwblokken zou leiden een onaanvaardbare verslechtering van het woon- werk- en leefklimaat in Noord-Brabant. J26 Juridische houdbaarheid Er is geen draagvlak voor de BZV, zoals blijkt uit de geringe bereidheid om mee te Wij delen de analyse van inspreker van de bereidheid tot deelname aan de steekproef werken aan de steekproef BZV. Deze is daarmee niet representatief. De krappe niet. De BZV bevat voor het overgrote deel ruimtelijk relevante aspecten. tijdsplanning gedurende de ontwikkeling van het instrument zorgt voor een extra afbreukrisico. Alleen wanneer in de BZV wordt gekozen voor ruimtelijke relevante en op dit moment voldoende uitvoerbare en controleerbare maatregelen, wordt de kans op acceptatie van dit instrument groter. Geen. J27 Juridische houdbaarheid Juridische houdbaarheid Ook zijn wij nog niet geheel gerust op de juridische houdbaarheid van de regeling. Op basis van de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november achten wij de juridische houdbaarheid toereikend. Wij verzoeken u in ieder geval zorg te dragen voor een duidelijke en werkbare Wij streven een duidelijke en werkbare BZV na. Waar nodig verhelderen wij de BZV. BZV-regeling. Geen. J22 J28 Geen. Waar nodig verhelderen wij de BZV. 30 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV J29 Juridische houdbaarheid Inspreker heft sterke twijfel, gelet op jurisprudentie, of de BZV dierenwelzijn en volksgezondheid wel ruimtelijk relevant zijn. Daarmee blijft er te lang onzekerheid doordat dit eerst via jurisprudentie moet blijken, hetgeen leidt tot afbrokkeling van het vertrouwen in de overheid en planschadeclaims. Voor de laatste houden wij de provincie verantwoordelijk. Zoals wij in de juridische analyse, behorend bij ons besluit d.d. 25 november 2013, Geen. hebben aangegeven achten wij de juridische houdbaarheid voldoende om de BZV in procedure te brengen. In die analyse zijn wij ook ingegaan op de kans op planschade. Als daarvan sprake is, wat wij niet verwachten, heeft de wetgever daarvoor een regeling getroffen. De noodzaak voor het aanpassen van bestemmingsplannen is voorts het gevolg van de verordening ruimte en -afhankelijk van wat voor systematiek de gemeente toepastniet van de BZV. J30 Juridische houdbaarheid Inspreker interpreteert artikel 6.4 van de Verordening ruimte zo dat een wijzigingsprocedure nodig is van de bouwstop af te wijken. Deze procedure is te zwaar. De procedure voor ontheffing zou zo makkelijk mogelijk moeten zijn. Een binnenplanse afwijking voor het toekennen van bouwmogelijkheden is zwaar genoeg en biedt voldoende waarborgen. Deze reactie richt zich niet tegen de BZV maar tegen de Vr2014. De Verordening Geen ruimte is op dit punt gewijzigd vastgesteld. Zie verder de Nota van inspraak Verordening ruimte 2014 (onder 3.5.10) waarin nader op deze reactie is ingegaan. J31 Juridische houdbaarheid De bestemming zorgvuldige veehouderij is onduidelijk en overbodig, toetsen op zorgvuldigheid kan bij het verlenen van de bouwvergunning en dat volstaat. Het betreft immers een momentopname bij vergunningverlening. Anders dan inspreker zijn wij van mening dat het vereiste van zorgvuldige veehouderij een permanente vereiste is. J32 Juridische houdbaarheid Inspreker verzoekt om voor bedrijven een overgangsregeling te creëren die hen in staat stelt om bijvoorbeeld binnen 6 maanden na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan rechtstreeks gebruik te maken van de mogelijkheden van dit bestemmingsplan. Dit om te voorkomen dat bedrijven die in een recent bestemmingsplan ontwikkelingsmogelijkheden hebben gekregen opnieuw kosten moeten maken. Zeker als in dat bestemmingsplan al getoetst is op zorgvuldigheidsaspecten als volksgezondheid en landschappelijke inpassing. Deze reactie richt zich tegen de Verordening ruimte 2014 en niet tegen de BZV. In de Vr14 is bepaald wanneer de BZV van toepassing is. De reactie van insprekers is onder 3.16.1 van de Nota van inspraak behandeld. Waar inspreker aangeeft dat in het recent vastgestelde bestemmingsplan al aandacht is gegeven aan diverse aspecten van zorgvuldige veehouderij, wijzen wij er op dat het voor die bedrijven dan waarschijnlijk redelijk eenvoudig is om aan de eisen die in de Vr2014 en de BZV worden gesteld. J33 Juridische houdbaarheid Inspreker heeft twijfels over de juridische houdbaarheid van de BZV. Inspreker hoopt dat een werkbare BZV bij de rechter overeind blijft. Toch is het verstandig om ook de terugvaloptie goed in beeld te hebben. Voor ons is het belangrijk dat als de BZV bij de rechter strandt normale bedrijfsontwikkelingen in de veehouderij mogelijk blijven. Geen. In de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 zijn wij ingegaan op genoemd risico. De Verordening ruimte (statenvoorstel d.d. 17 december 2013) is dusdanig opgesteld dat bij onverhoopt (gedeeltelijk) onverbindend verklaren van de BZV de bestemming zorgvuldige veehouderij in stand laat. J34 Juridische houdbaarheid Daarnaast heeft de commissie MER negatief commentaar gegeven op de Ontwerp Verordening ruimte 2014 en Ontwerp Structuurvisie RO 2010 - partiële herziening 2014, welke van invloed is op de juridische houdbaarheid. Wij vernemen graag een inhoudelijke reactie van de provincie omtrent dit punt. Geen. De commissie MER heeft als taak te adviseren over de uitgangspunten van het voorgenomen beleid. Het is daarbij niet hun expertise noch hun bevoegdheid om in te gaan op juridische houdbaarheid van stukken. Verder hebben wij inhoudelijk uitgebreid gereageerd op het advies van de commissie MER in de Nota van advies en inspraak van de Structuurvisie RO. J35 Juridische houdbaarheid Inspreker verzoekt vormverandering van bouwvlakken voor duurzaamheidsmaatregelen toe te staan. Deze reactie richt zich niet tegen de BZV. Vormverandering van bouwblokken is volgens Geen de Vr 2014 mogelijk binnen de gestelde maximale oppervlakte (1,5 ha). Geen. 31 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV J36 Juridische houdbaarheid De provincie is niet bevoegd milieuaspecten in de Verordening ruimte op te nemen. Zoals wij in de juridische analyse bij ons besluit d.d. 25 november 2013 hebben aangegeven is de provincie bevoegd nadere eisen te stellen omdat deze voortvloeien uit een provinciaal belang, namelijk een goed woon-, werk- en leefklimaat in de provincie Noord-Brabant. De generieke wettelijke vereisten zijn hiertoe niet voldoende. Geen J37 Juridische houdbaarheid Gezien de juridische risico's dienen nu al vorozieningen getroffen te worden vor het geval de BZV juridisch onderuit gaat. De VR 2014 is dusdanig opgezet dat, zou de BZV onverbindend verklaard worden, de verlpichting voor veehouders om zorgvuldig te werken blijft. Geen Inspreker heeft binnen de inspraaktermijn geen aanvullende zienswijze meer ingediend. Geen. Procedurele aspecten P01 Procedureel Inspreker behoudt zich het recht voor om met aanvullende zienswijze te komen of vult de zienswijze nog aan. Inspreker vraagt of aan de BZV getoetst moet worden bij alleen uitbreiding van dieraantallen op vigerende vergunningen of ook op renovatie, dan wel nieuwbouw van oude bestaande stallen. Inspreker is van mening dat een inspraaktermijn van vier weken te krap is en verzoekt deze termijn te verruimen dan wel een nieuwe gelegenheid te bieden om in te spreken. P02 Procedureel P03 Procedureel P04 Procedureel Inspreker wil gebruik maken van de mogelijkheid om te reageren en zal de inhoud De inspraaktermijn is formeel gesloten op 27 december 2013. Vanwege de Geen. van de reactie in de loop van januari 2014 toesturen. vakantieperiode hebben we alle zienswijzen die tot en met 6 januari 2014 zijn ontvangen meegenomen. Zienswijzen van na 6 januari 2014 hebben wij buiten behandeling gelaten. Inspreker heeft overigens geen reactie meer gestuurd. P05 Procedureel Inspreker verwijst naar een bijlage, deze ontbreekt. De BZV is alleen van toepassing op uitbreiding van de bebouwing ten behoeve van het Geen. uitoefenen van veehouderij. In de Verordening ruimte 2014 is nader uitgewerkt wanneer aan de BZV moet worden getoetst. De termijn van vier weken is conform de wettelijke eisen. Daarnaast hebben wij een zo Geen. zorgvuldig mogelijk proces doorlopen om de BZV te ontwikkelen. Op diverse wijzen hebben we over de BZV gecommuniceerd, de conceptversie stond op onze website en we hebben o.a. afstemming gezocht via werkconferenties, een werkgroep, etc. Nu niet duidelijk is wat inspreker bedoelt kunnen wij niet reageren op de zienswijze. Geen. 32 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV P06 Procedureel Inspreker vraagt wie wanneer bepaalt wat er in de BZV wordt aangepast en op welke procedure daarvoor wordt gevolgd. Gedeputeerde Staten stellen het uitvoeringsbesluit van de BZV vast. GS zijn bevoegd om Geen. de BZV door middel van een uitvoeringsbesluit te wijzigen. In hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV hebben wij uitgelegd hoe dit plaatsvindt. GS herzien de BZV periodiek om innovaties mee te kunnen pakken en om het scoreniveau mee te laten bewegen met de verdere verduurzaming van de sector. Ketenpartijen kunnen gewijzigde of nieuwe certificaten aandragen. GS kan door middel van het uitvoeringsbesluit certificaten toevoegen aan de BZV of de te behalen hoeveelheid punten aanpassen. Het Panel Zorgvuldige Veehouderij adviseert GS over het toevoegen van certificaten en maatregelen in de BZV. Het toevoegen van "wachtkamermaatregelen' en certificaten kan in principe op elk gewenst moment, dus als deze zich aandienen. Ten minste één keer in de twee jaar evalueren de provincie en partners de BZV. Daarbij gaan zij na of de BZV effectief bijdraagt aan de ontwikkeling van een zorgvuldige veehouderij en stellen de BZV daartoe zo nodig bij. Dit gebeurt tenminste één maal in de vier jaar. P07 Procedureel Inspreker vraagt naar het tijdspad voor aanpassing van de BZV. Geen. P08 Procedureel P09 Procedureel Inspreker verzoekt om haar inspraakreacties herkenbaar op te nemen in de definitieve voorstellen voor de BZV. Inspreker verwijst naar een bijlage en heeft de verkeerde bijlage meegestuurd. In hoofdstuk 7 van de Consultatieversie van de BZV hebben wij uitgelegd wat het tijdspad is. We willen de BZV minimaal eenmaal in de vier jaar bijstellen en zonodig vaker. Wji geven in dit consultatieverslag een overzicht van de wijzigingen. Nu niet duidelijk is wat inspreker bedoelt kunnen wij niet reageren op de zienswijze. Geen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat de inspreker een oudere softwareversie gebruikt. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die in Excel 2007 (of nieuwer) werkt. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. Geen. Geen. Rekenmodel R01 Rekenmodel Het rekenmodel BZV verwerkt invoergegevens niet op alle tabbladen in de BZV score. R02 Rekenmodel De correctiefactor in de rekenmodel is niet alleen afhankelijk van het bedrijfstype, De correctiefactor hangt inderdaad af van de invoer op andere tabbladen. Bedrijven met Geen. maar ook van de invoer op andere tabbladen. Inspreker verzoekt een vaste waarde alleen melkvee kunnen bijvoorbeeld niet scoren op de maatlat geurreductie. Als de voor de correctiefactor op te nemen. gebruiker in dat tabblad desondanks een score berekent, dan wordt de correctiefactor aangepast. Het rekenmodel is flexibel om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op praktijksituaties. Daartoe zijn op onderdelen omwille van de werkbaarheid vereenvoudigingen doorgevoerd. Het rekenmodel kan niet alle fouten bij het invoeren afvangen, de gegevens moeten met de nodige zorg worden ingevoerd. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. 33 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV R03 Rekenmodel In het rekenmodel kunnen maatlatten die voor sommige bedrijven niet van toepassing zijn wel worden ingevuld. Inspreker verzoekt om een rekenmodel waarbij voor die situatie een aantal maatlatten niet kunnen worden ingevuld. Het rekenmodel is flexibel om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op praktijksituaties. Daartoe zijn op onderdelen omwille van de werkbaarheid vereenvoudigingen doorgevoerd. Het rekenmodel kan niet alle fouten bij het invoeren afvangen, de gegevens moeten met de nodige zorg worden ingevoerd. Geen In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. R04 Rekenmodel Inspreker kan fouten in het rekenmodel niet verwijderen en herstellen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat de inspreker een oudere softwareversie gebruikt. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die in Excel 2007 (of nieuwer) werkt. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. Geen. R05 Rekenmodel Inspreker vraagt om extra invoerregels in het rekenmodel voor meer stallen en diercategoriën. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie gemaakt die meer invoerregels bevat. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. Geen. R06 Rekenmodel Inspreker kan het rekenmodel niet vinden op de website en vraagt wanneer de webapplicatie beschikbaar is. Het rekenmodel is op twee plaatsen op de website te vinden: www.ruimtelijkeplannen.brabant.nl/?phID=9AB4026B-D24B-41F4-8C73CAA464D71CE6 en op www.brabant.nl/bzv. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. Geen. R08 Rekenmodel Inspreker geeft enkele suggesties voor maatregelen die in de BZV kunnen worden Inspreker geeft goede suggesties. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op een Geen. opgenomen t.b.v. Verbeteren soortenrijkdom en Groen op het erf in de maatlat juiste toepassing bij veehouders. Uw suggesties zijn te gedetailleerd om op te nemen in de biodiversiteit. Het gaat om specifieke maatregelen die meerwaarde hebben voor BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden. het landschap of bepaalde diersoorten, waarbij rekening wordt gehouden met de in het gebied voorkomende soorten en bijvoorbeeld het collectief aanleggen van poelen. R09 Rekenmodel Inspreker geeft enkele suggesties voor nadere specificaties voor maatregelen die in Inspreker geeft goede suggesties. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op een Geen. de BZV kunnen worden opgenomen tv Schuil- en nestplaatsen en Groen op het juiste toepassing bij veehouders. Uw suggesties zijn te gedetailleerd om op te nemen in de BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden. erf in de maatlat biodiversiteit. Het gaat om specifieke maatregelen die meerwaarde hebben voor het landschap of bepaalde diersoorten, bv de vorm en inhoud van vogel- en vleermuiskasten, de ophanghoogte van nestkastjes etc. R10 Rekenmodel Inspreker geeft aan dat in het rekenmodel bij biodiversiteit geen rekening gehouden wordt met biologische bestrijdingsmiddelen als een kruidenrijke perceelrand. Inspreker geeft een goede suggestie. Gemeenten moeten de BZV toetsen en toezien op een juiste toepassing bij veehouders. Uw suggestie is te gedetailleerd om op te nemen in de BZV, dit zou tot problemen bij de uitvoering leiden. Geen. R11 Rekenmodel Inspreker vraagt in het tabblad ammoniak om extra invoerregels in het rekenmodel voor meer stallen en diercategoriën. Inspreker vraag of het tabblad ammoniak ingevuld moet worden als de bestaande stallen gesloopt worden. Inspreker vraagt om in dit tabblad ammoniak in te gaan op het salderen van ammoniakrechten. Op 20 december 2013 hebben we een aangepaste versie beschikbaar gesteld die meer invoerregels bevat. Bestaande stallen die gesloopt worden dienen te worden ingevoerd in het tabblad onder het kopje bestaande stallen. Het salderen van ammoniakrechten sluit niet aan bij het uitgangspunt dat een bedrijf punten kan verdienen als het emissie reducerende maatregelen neemt. Salderen met ammoniakrechten nemen we niet op in de BZV. Tekst over ammoniak verduidelijken. 34 (van 35) Consultatieverslag BZV Inspraakreacties nummer reactie Categorie Samenvatting Reactie GS Gevolg voor BZV R12 Rekenmodel Inspreker vraagt om het invulformulier van het rekenmodel klantvriendelijker te maken door: alleen vragen te laten beantwoorden die voor de desbetreffende sector van belang zijn en om een eenvoudige tool toe te voegen zodat de aanvrager geen fijn stof berekening hoeft te maken. In het voorjaar van 2014 komt er een webapplicatie met meer gebruiksgemak. Geen. Voor fijnstofberekeningen zijn eenvoudige en gratis rekentools beschikbaar, deze nemen we niet op in de webapplicatie. O01 Overig Inspreker is van mening dat de verslagen van de consultatiebijeenkomst niet volledig zijn. Inspreker is van mening dat er teveel eenrichtingsverkeer was en te weinig ruimte voor individuele bedrijven. Wij hebben in de verslagen alleen de hoofdlijnen van de consultatiebijeenkomst opgenomen. Wij zijn voorts van mening dat u op diverse manieren voldoende ruimte heeft gekregen om uw zienswijze kenbaar te maken. O02 Overig Inspreker is van mening dat de NGE normen in de BZV en de GVE normen in de De NGE normen hebben als doel om verschillende diercategoriën binnen een bedrijf te Verordening ruimte 2014 achterhaald zijn en verzoekt deze met elkaar in kunnen wegen. De NGE norm leent zich daar het beste voor. overeenstemming te brengen. De GVE norm in de ontwerp Verordening ruimte 2014 heeft een ander doel. Overig Geen. Geen. 35 (van 35) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 257 A en R Lavrijsen Lauwers A Toone handel en transport bv A.M.M. van der Biezen a.m.m. van heesch adrie kuijpers Agrapork Someren vof Agrifirm Akker van den MHM Baltussen MTS en BV Bankers-Derikx Vof Beheermy Piggy Freaks Langenboom BV Bekkers G.A.J.H. Bennenbroek H.W. Bervoets Bedaf Bv Bouwens GJA Brabantse Milieufederatie Postelsedijk 11 A 5541 nm REUSEL Postbus 25 5375 ZG REEK Van Rijckevorselweg 6 5382 jk VINKEL Rozenstraat 3 5492 hn SINT-OEDENRODE Molendijk 2 a 5096 bp HULSEL Dooleggersbaan 12 5712 rg SOMEREN landgoedlaan 20 7325 AW APELDOORN Reekseweg 10 5453 KL LANGENBOOM Broeksteen 2 5446 XR WANROIJ Paardekopweg 16 5754 pz DEURNE Elleboogstraat 2 5453 SJ LANGENBOOM Woud 7 5258 VK BERLICUM NB Zonnewende 3 5753 RX DEURNE Klein Bedaf 3 5111 PH BAARLE-NASSAU Kruiskampweg 25 5386 RS GEFFEN Spoorlaan 434 b 5038 CH TILBURG 3518986 3518960 3518993 3519090 3518810 3519273 3518330 3519248 3518877 3518974 3519251 3519167 3519158 3519355 3519073 3521741 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 252 32 33 34 Broek v.d. J.A. Broek van den A.J.P. Brouwers Buixcks boeren bv Coolen V.O.F. de 4Vennekeshoeve De Beer Leende De Elleboog Bv De Kinderen - van Kreij De Krulstaart BV De Pijlstaart VOF De Rietbunder melkveebedrijf De Schaepsdyck De Vocht - Hopman VOF De Wolfbosch BV delissen Den Hollander Advocaten Dierenbescherming Dijk van H.A.W. dijk van p m Berkhoek 1 5427 ES BOEKEL Dooleggersbaan 12 5712 rg SOMEREN Vuchtvenweg 5 5752 RL DEURNE Klokkestraat 1 5131 RD ALPHEN Kuilerstraat 7 5712 pa SOMEREN Broekstraat 28 5688 JX OIRSCHOT Burgemeester Vogelslaan 6 5595 XH LEENDE Elleboogstraat 2 5453 SJ LANGENBOOM Paddegraafweg 6 5249 PR ROSMALEN Trienenbergweg 4 5754 PJ DEURNE Pijlstaartweg 13 5721 SK ASTEN Het Goor 9 5427 PH BOEKEL Langenbergseweg 18 5126 px GILZE Kantje 37 5388 XC NISTELRODE Wolfsbosscheweg 29 5421 ZV GEMERT Elsendorpseweg 74 5424 SB ELSENDORP Postbus 50 3240 AB MIDDELHARNIS postbus 85980 2508 CR DEN HAAG Volkelseweg 32 5427 RB BOEKEL Kievitlaan 6 5409 tj ODILIAPEEL 3518857 3519282 3519058 3519362 3519489 3519328 3519098 3519245 3519145 3519222 3519386 3519315 3509579 3518769 3518860 3518243 3520278 3518697 3518858 3518748 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P09 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A08; A42; A43; A44; H503; H529; H530; ; A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P09 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06; A38; H503; J21; P01 A02; A03; A05; J01; J02; J03; P01 A70; A71; A72; A73; A74; A75; A76; A77; B13; H546; J33; P08 A29 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06; A38; H526; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 H521 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 B05 H304; H401; H501; P02; R01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A30 A45 A79; J07; J14; J23; J24; J25; J26; J36 P04 A05 A06 nummer 1 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) 35 36 37 38 39 40 Donkers Donkers-Bennenbroek VOF Dutchpork Elzen Farm Fa Hama Fa Wink & Boll Gerele Peel 22 5424 TM ELSENDORP Beemdkant 19 5737 Rb LIESHOUT van Lanschotstraat 65 4885 JE ACHTMAAL Langstraat 15 A 5428 NA VENHORST Broekkant 12 5437 ND BEERS NB Veldstraat 32 4261 TB WIJK EN AALBURG 3518906 3519178 3519265 3519040 3519193 3519267 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 Fa. Van Kuijk fokzeugen bedrijf Bervoets bv Fokzeugenbedrijf Bervoets Bv Gebr Laarakker VOF gebr. [email protected] Gebr. van Dommelen Gebr. Van Vechel Gebr.Loeff Gebr.v Dommelen Gedovar bv Gemeente Asten Maastrichterweg 144 5556 VA VALKENSWAARD Hoogeind 4 5111 em BAARLE-NASSAU Hoogeind 4 5111 EM BAARLE NASSAU Laarakkerdijk 12 5541 NP REUSEL Laarakkerdijk 14 5541 NP REUSEL De Busvelden 1 5528 NR HOOGELOON Voorste Heistraat 7 5091 JA OOST WEST EN MIDDELBEERS Kloosterlaan 1 6029 PR STERKSEL Eind 10 5561 BC RIETHOVEN sonseweg 16 5681 bj BEST Postbus 290 5720 AG ASTEN 3519070 3519357 3519337 3518909 3518938 3519052 3518929 3518802 3518840 3519012 3518098 52 53 54 55 56 250 Gemeente Bernheze Gemeente Cuijk Gemeente Etten-Leur gemeente Landerd Gemeente Landerd Gemeente Maasdonk Postbus 19 5384 ZG HEESCH Postbus 10001 5430 DA CUIJK Postbus 10100 4870 GA ETTEN-LEUR Kerkstraat 39 5411 EA ZEELAND Postbus 35 5410 AA ZEELAND Postbus 5 5386 ZG GEFFEN 3518100 3518093 3518099 3518654 3517519 3520164 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A35; A36; A37; A65; B05; B06; H405; H514; H515; H603; O01; P01; P06 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06; A38; H526; P01 A06; A38; H526; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A46; A47; A48; B11; H203; H308; H323; H531; H532; H533; J07; O02 A49; A50; J27 A47; A51; H324 A52; A53; A54; A65; J27; J28 H101; H201; J17; P03; R06 H101; H201; J17; P03; R06 A39; A56; A57; A58; H325; H604; J08; J29; J30; J31 57 58 59 Gemeente Oisterwijk Gemeente Oss Gemeente Someren Postbus 10101 5060 GA OISTERWIJK Postbus 5 5340 BA OSS Postbus 290 5710 AG SOMEREN 3518675 A17; H509; H601; J18 3518092 A55; A56; A57; A58; H325; H604; J08; J29; J30 3517142 A12; A13; A14; B01; H305; H306; H307; H308; H309; H502; H503; J05; J07; J08; J09; J10; J11 60 251 61 62 63 64 Gemeente Woensdrecht Gemeente Woudrichem Gemert van W. Gerrits vof GGD-en in Brabant Gils van W.J.M. Postbus 24 4630 AA HOOGERHEIDE Postbus 6 4285 ZG WOUDRICHEM Gijzelsestraat 1 5268 KM HELVOIRT Gagelweg 9 5451 NE MILL postbus 3024 5003 DA TILBURG Molenakkerstraat 12 5066 PV MOERGESTEL 3519021 3520165 3518724 3518851 3518728 3518863 nummer A12; H301; H302; H303 A65; A78 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A23; A24; A25; A26 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 2 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) Goijaarts LMM Groot de W.A.L. Hazelberg bv Hazenberg Beheer BV heeswijk van mjw Heijde-Agri BV Hendriks Hendrikx landbouw bv /beekerloop Henk Gerrits Fokzeugenbedrijf Hermans F. Hermans v. Hoof MJC Het Gevlocht BV hoevarko bv Hoeve Burglust Hoeven Varkens Bv Holva b.v. en M.j.m. Hollanders Hopman L.W.M. Houbraken-Vlassak VOF Hout van J. Huijben L.A.G. j van genugten varkenshouderij bv j verweij broers J.J.M.Ansems Varkenshouderij JOVAR BV jurgens vleesvarkens bv Kuijpers varkenshouderij Lavar B.V. Lavrijsen MJF LBB Wintjes Vof Leijten varkenshouderij Leker BV m.m.h.a. Bankers m.t.s.van els Maatschap Dieker-Vosters Maatschap Manders Sauve' maatschap roozen Maatschap van Balkom Steeg 36 5482 wn SCHIJNDEL Gijzelsestraat 12 5074 RS BIEZENMORTEL Postbus 25 5375 ZG REEK Servennenstraat 11 5066 PS MOERGESTEL Het Goor 5 a 5427 PH BOEKEL Zandkant 15 5845 EV SINT ANTHONIS Lamperen 26 5446 PT WANROIJ Ommelsbroek 12 5724 aa OMMEL Paradijs 51 5424 TN ELSENDORP Lottersestraat 4 5095 EE HOOGE MIERDE Ganzestraat 40 A 5527 Ja HAPERT Gevlochtsebaan 4 5725 RD HEUSDEN Eindhovensedijk 23 5688 gn OIRSCHOT Boslust 8 5131 BW ALPHEN Eindhovensedijk 25 5688 GN OIRSCHOT Willibrordushoek 13 5466 RD VEGHEL Koolwijksestraat 3 5373 KB KOOLWIJK Kluisweg 17 6028 RA GASTEL Heikantse Beemd 1 5703 JS HELMOND Kievitlaan 8 5409 TJ ODILIAPEEL sonseweg 16 5681 bj BEST Biestsestraat 118 5084 HV BIEST-HOUTAKKER Smeelakkers 10 5096 CJ HULSEL Schuifelenberg 19 5411 LL ZEELAND De Kuipersweg 6 zeeland 5411 rc ZEELAND Bekenweg 10 5556 XM VALKENSWAARD Aarleseweg 34 5684 LN BEST Castersedijk 14 A 5527 JS HAPERT De Quayweg 49 5445 NP LANDHORST Molenstraat 26 5268 ke HELVOIRT Lekerseweg 1 5428 NJ VENHORST Bruggenseweg 9 5752 sc DEURNE Rooije-Hoefsedijk 38 5421 xp GEMERT Biestsestraat 104 5084 HV BIEST-HOUTAKKER Kromme Heitraksedijk 5 5758 PD NEERKANT Schipstaarten 3 5534 ae NETERSEL Oude Bosschebaan 22 5074 RD BIEZENMORTEL 3518902 3519320 3518954 3518819 3519003 3518752 3519046 3519213 3519164 3519290 3518833 3519383 3518775 3518844 3518771 3519043 3518915 3518854 3519024 3518894 3519015 3518796 3519055 3519365 3518746 3519119 3518886 3519081 3519161 3518874 3519001 3519233 3518969 3519065 3519205 3519128 3518932 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 J04 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P09 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A29 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 nummer 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 3 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Naam Lijst van indieners Adres Stuknr Reactie(s) nummer 102 103 104 Maatschap van Gisbergen-roijmans De Gagel 20 5095 AH HOOGE MIERDE Madou M. Meijelseweg 70 5725 RH HEUSDEN GEM ASTEN Martien van Genugten, "BURCHTHOF B.V." Vleutstraat 3 5681 PA BEST 3518880 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 3519169 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 3519061 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 105 259 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 245 130 131 132 133 134 135 mbf. Tomassen 3519037 3521495 3519392 3519202 3518996 3518900 3518758 3518763 3519092 3518791 3519295 3530364 3518998 3518835 3519006 3518871 3519317 3519372 3519359 3518808 3519311 3518778 3518984 3518816 3519199 3518798 3520156 3519367 3518949 3519287 3519262 3519339 3519330 Megastallen Nee Meerakker van de B. Meulendijks Meulenmeesters C.F.M. Meulenmeesters F.M. mil van mljc Montfort van P.J.M. Mts Adriaans-Peeters mts huybers-meulenbroeks mts j.f. caeyers-l.a.m.louwers MTS Jordans-Jacobs mts Loverbos-Koppens Mts Thelosen-Kersten Mts van Benthum Mts van de Pas-Mollen Mts van de Weijer Mts van den Elsen- van Grinsven Mts van den Heuvel mts van der Wijst MTS van der Zanden mts vd pas Mts. Bouwmans - van Hees Mts. Reijrink-Raijmakers Mts. Wouters-Van Gompel MTSReintjes Mullink Vark B.V. MVG VARKENSBEDRIJF VOF N&J van den Borne-Tops Nederheide Bv Nederlandse Vakbond Varkenshouders Nooren & Daniels vof Nooren & Daniesl vof Loon 60 5757 AD LIESSEL [email protected] Oostelijke Randweg 2 5492 HZ SINT-OEDENRODE Hemelrijkseweg 30 5752 RE DEURNE Lekerseweg 1 5428 NJ VENHORST Elsendorpseweg 28 a 5424 TC ELSENDORP Lamperen 6 5446 pt WANROIJ Burgemeester Aartslaan 41 5571 TR BERGEIJK Bosrandweg 1 5754 PX DEURNE Straatsedijk 2 a 5091 sg OOST WEST EN MIDDELBEERS Schatersdijk 34 5575 xh LUYKSGESTEL Korte Dijk 10 5411 BJ ZEELAND Dijkstraat 56 5721 AR ASTEN Dellenweg 25 5453 JL LANGENBOOM Boxmeerseweg 18 5845 ET SINT ANTHONIS Bredasedijk 24 5571 VC BERGEIJK Loonseweg 20 5841 CR OPLOO Morschehoef 7 a 5469 SM ERP Besterd 2 5761 pp BAKEL Grote Baan 4 5428 nh VENHORST De Bleek 32 5425 RX DE MORTEL Koebosakkers 4 5528 bv HOOGELOON Mathijseind 7 5761 PS BAKEL Lage Haghorst 9 5087 TX DIESSEN Hulselseweg 10 5531 PE BLADEL Lange Schoolstraat 55 5454 NZ SINT HUBERT Ontginningsweg 5 5409 TC ODILIAPEEL VLEUTSTRAAT 8 A 5681 PA BEST Molenheide 1 5541 RV REUSEL Nederheide 4 5761 RT BAKEL Postbus 591 3770 AN BARNEVELD Oetelaarsestraat 29 5481 XH SCHIJNDEL Oetelaarsestraat 29 5481 XH SCHIJNDEL A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A80; A81; A82; H327; H547; J37 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A28 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 H503; P09 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06 H315 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A03; H406; H407; H522; H525 H523 4 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) 136 244 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 Oort van A.M. Oort van P.A.M. Otten F. Overbeek van w.d.j p bankers en zoon holding bv p bertens P van Genugten Varkens BV P.F.G.J. van den Berg parksche veld vof parksche veld vof peeters Peters H. Peters van Dommelen V.O.F PWS Ulen Indieganger 4 5591 EB HEEZE Hoogstraat 13 B 5406 TH UDEN Spiekweg 1 B 5447 PG RIJKEVOORT Achterdonksestraat 1 5472 ps LOOSBROEK Klein Bruggen 10 5752 se DEURNE Winkelsestraat 31 5074 nd BIEZENMORTEL Sint-Oedenrodeseweg 69 5681 PJ BEST Bosweg 4 5754 PV DEURNE Park 13 5446 ph WANROIJ Peelsteeg 4 5446 nc WANROIJ Ullingen 2 5846 aw LEDEACKER Oudedijk 129 5409 SC ODILIAPEEL Oudedijk 80 b 5409 SC ODILIAPEEL Roerdompweg 2 5725 RS HEUSDEN 3511711 3520156 3519153 3519034 3519305 3519347 3518990 3519240 3519104 3519107 3518963 3518750 3519230 3519323 255 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 254 161 162 163 164 165 249 166 167 Raaymakers J. Relou Varkensfokkerij BV Rijkers beheer BV Rijnen B. Rijt van der M.H.J. Roefs Rommedreef Rooijakkers rovers de peelhoeve Ruijter de Q.W.J. School J. Sleweva B.V. Smits J. SP afdeling Bernheze spanjers Spanjers-Roefs- van Kroonenburg stal de Grachtenhoeve/R&S advies BV Stichting Bernhezer Buitenwacht Swinkels J.J.P.G. Swinkels V.O.F. v.d. Zanden v. Sleeuwen V.O.F. Vabor Holland BV Boekelseweg 1 5469 SZ ERP Wollenbergseweg 4 a 5451 NV MILL Ir van Meelweg 5 5512 NN VESSEM Broekstraat 31 5688 JX OIRSCHOT Kooldertweg 3 5406 NP UDEN Grindweg 9 4634 PP WOENSDRECHT Breemhorstsedijk 8 5425 XR DE MORTEL venbergweg 17 5724 SV ASTEN Ruitersweg 1 uden 5406 ne UDEN Oud Brandevoort 12 5706 NE HELMOND Loosbroeksestraat 4 5384 SV HEESCH Zondveldstraat 40 5465 PJ VEGHEL Kreijtenberg 4 5763 PR MILHEEZE 3521203 3519190 3519125 3518761 3518957 3518683 3518952 3518869 3518828 3519349 3519031 3518813 3518976 3521219 3518838 3519184 3519207 3518718 3519095 3520163 3519140 3519148 A05; A08; A09; A10; J14 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P09 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 B08; B09; H516; H517; H518; H519; H520; J20; P07 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A27 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06; J19 A05 A59; H204; H409; H534; H535; H536; H537 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 B07; B10; J22; R08; R09; R10 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A40; A41 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A18; A19; A20; A21; A22; H602; H701 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 nummer kapelweg 40 5684 NT BEST Pallande 1 b 5688 NH OIRSCHOT Langegracht 4 a 5091 SJ OOST WEST EN MIDDELBEERS Venhofstraat 7 5384 SZ HEESCH Ommezwanksedijk 13 5754 PT DEURNE Broekstraat 28 5731 RB MIERLO Biesthoekstraat 16 5408 PT VOLKEL Heibloem 4 5541 RB REUSEL 5 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 Van Aaken V.O.F. Van Balkom Agro bv Van Berkel Veehouderij VOF Van den Borne Van den Borne V.O.F. van den Elzen van der Wielen-Brands BV Van Dijk Leende vof van Dommelen Van Doorn Vleeskuikens Vof Van Dun Advies BV Molendijk 5 5096 BP HULSEL Molenhoefstraat 15 5071 rl UDENHOUT Burgemeester van Erpstraat 11 5351 AR BERGHEM Peel 2 5541 NH REUSEL Molenweg 12 5531 PN BLADEL Rietven 1 b 5427 lp BOEKEL Ossestraat 6 5367 NE MACHAREN Burgemeester Vogelslaan 3 5595 XH LEENDE Hoenderstraat 9 5846 AE LEDEACKER Jan Van Den Boomstraat 9 5473 VZ HEESWIJK Dorpsstraat 54 5113 TE ULICOTEN 3519134 3518788 3518805 3518904 3518846 3519300 3518966 3519075 3519087 3518979 3517509 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 H316 A16; B02; B03; B04; H310; H311; H312; H313; H503; H504; H505; H507; H508; J06; J07; J12; J13; J15; J16; J34; R02; R03; R04; R05 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 van Els-Adriaans Van ERP Van Erp Pork van Gemert Haaren VOF van gemert smulders cv Van Gerwen Advies van heesch van iersel Van Kroonenburg Spanjers Van Leeuwen van Limpt van den Borne VOF van meer van meer Van Meer Beerens VOF Van Nuland Langenboom BV van nuland nistelrode bv Van Ooij Agr Bedr BV Van Raak Vleesvee van uden vof VanKerkhof V.O.F. varkensbedrijf Varkensbedrijf Donkers VOF Varkensbedrijf Nabuurs Elsendorpseweg 80 5424 SB ELSENDORP Loosbroekseweg 74 5388 VP NISTELRODE Schijndelseweg 75 5491 TA SINT-OEDENRODE Belversedijk 3 5076 RC HAAREN Klein Laar 1 5268 kx HELVOIRT Heijtmorgen 10 5375 AN REEK Kattenberg 4 5688 jm OIRSCHOT Schoorstraat 59 5071 rc UDENHOUT Pallande 1 b 5688 NH OIRSCHOT Bosrandweg 3 5754 PX DEURNE 't Holland 13 5541 PK REUSEL Castersedijk 20 5527 js HAPERT Molenweg 5 5528 ng HOOGELOON De Pan 11 5527 JC HAPERT Gasthuisstraat 20 5453 RL LANGENBOOM 't Broek 3 5388 xj NINISTELRODESTELRODE Clarinetweg 36 5753 rb DEURNE De Luther 23 5095 AC HOOGE MIERDE Leiweg 16 5386 kr GEFFEN Heiakkerweg 6 5091 KW OOST WEST EN MIDDELBEERS Mosstraat 25 5121 zj RIJEN Scheepstal 10 5703 JP HELMOND Papenvoortsesteeg 6 5449 AB RIJKEVOORT-DE WALSERT 3518918 3518825 3519116 3518883 3519049 3519187 3519155 3519078 3519181 3518971 3518921 3519175 3519172 3518793 3519303 3519298 3519062 3518912 3519238 3519113 3518849 3518687 3518866 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A31; A32; H318 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06 A06 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 H318; H402; H511 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 J04 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 nummer 6 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) varkensfokbedrijf van der Ven bv varkenshouderij rukven Verbruggen E.P.J. Verhagen T.H.A. Verhees C.H.M. Verhoeven vervest Vlemminx Varkens VOF Vlemmix vlierbos vof VOF Bankers-Seegers vof coppene-paridaans Vof de Maaskant vof G van Gils. VOF Heijligers - van Gennip VOF landbouwbedrijf Aarts vof oud meir VOF Sommers-Nooijen VOF van de Laar VOF van Duijnhoven VOF van Heertum-Emonds VOF van Hoof VOF van Rooij-vd Broek VOF varkensbedrijf Gerritsen VOF vd Heijden Vof wassenberg vogels vof vondervoort bv Vos-van Engeland vof Vugts W W van Cuijk W.van Bree Wili BV Wouters Zebregts P. zlto Molenhoeve 9 a 5388 tt NISTELRODE Rukven 6 5473 vs HEESWIJK-DINTHER Verlorenhoek 3 5446 XL WANROIJ Strikseweg 4 A 5406 PS UDEN Meemortel 44 6021 AG BUDEL Groesvlaas 4 5763 PD MILHEEZE Hongarijesedijk 10 5571 xc BERGEIJK Polsdonken 1 5688 LE OIRSCHOT Mullemsedijk 16 5844 AR STEVENSBEEK Loonsestraat 6 5371 pj NEERLOON Bruggenseweg 14 5752 SC DEURNE Grote Aardweg 5 5521 rj EERSEL Achterdijk 56 5451 nn MILL Ollandseweg 142 5491 XC SINT-OEDENRODE Eiermijndreef 3 5764 RH DE RIPS Franse Hoef 19 5531 PD BLADEL Meirweg 1 a 5094 be LAGE MIERDE Peelkant 57 5845 EG SINT ANTHONIS Heerlijkheidsweg 1 5491 RD SINT-OEDENRODE Weverspad 1 5491 RL SINT-OEDENRODE Olieëindsestraat 15 5481 xn SCHIJNDEL Langstraat 65 5752 RK DEURNE Puttendijk 5 5571 LR BERGEIJK Kerkendijk 90 5712 EW SOMEREN Blake Beemd 14 6027 NW SOERENDONK Zandhoek 5 5427 pj BOEKEL Hoek 10 a 5469 Nk ERP Gemertseweg 10 5427 ET BOEKEL Donderdonksedijk 4 5492 VK SINT-OEDENRODE Belversedijk 4 5076 RC HAAREN Dorshout 5 5406 ND UDEN De Aa 5 a 5427 PK BOEKEL Breemhorstsedijk 8 5425 XR DE MORTEL Hulselseweg 10 5531 PE BLADEL Alphensebaan 54 5126 PZ GILZE Brakenweg 4 5087 th DIESSEN 3518755 3519131 3520160 3519137 3519369 3519028 3519216 3518892 3519254 3519110 3519259 3518935 3519196 3519084 3519325 3518926 3519308 3518897 3518941 3518782 3519122 3519225 3519009 3519210 3519143 3519285 3519101 3519380 3518785 3519017 3518766 3519486 3518948 3518527 3518842 3518281 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A06 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 P09 A05 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 J04 H314 nummer 202 203 247 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 7 (van 8) Consultatieverslag BZV volg- Lijst van indieners Naam Adres Stuknr Reactie(s) 258 ZLTO Postbus 100 5201 AC 'S-HERTOGENBOSCH 237 238 239 240 241 242 243 ZLTO afd Oosterhout ZLTO afdeling ZLTO Afdeling Waalwijk Geertruidenber ZLTO altena-Biesbosch ZLTO vakgroep Biologisch Zwanenburg Vastgoed bv Zwijgers-Behr vof Ter Horst 21 4909 as OOSTEIND Voorstraat 18 4921 SJ MADE Baljuwstraat 7 4944 vt RAAMSDONK Midgraaf 22 4286 LZ ALMKERK Buitendijk 1 4924 EG DRIMMELEN Nieuwedijk 2 5409 sb ODILIAPEEL Steenplaats 3 4926 SV LAGE ZWALUWE 3520277 A61; A62; A63; A64; A65; A66; A68; A69; B12; H205; H326; H540; H541; H542; H543; H544; H545; H606; H607; J33; R12 3519228 A33; A65; H320 3519257 A65 3519293 A65 3519334 A05 3519242 H202; H321; H403; H404; H512; H513 3519314 A01; A02; A03; A04; A05; J01; J02; J03; P01 3519151 A03 nummer 8 (van 8)
© Copyright 2024 ExpyDoc