Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag Bodemenergie NL T.a.v. de heer Martin Bloemendal Postbus 377 3440 AJ WOERDEN Directoraat-Generaal Ruimte en Water Water en Bodem Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20904 2500 EX Den Haag Contactpersoon ir. P.A. Kouwenhoven T 06-52740007 peter.kouwenhoven©minienm nl Datum Betreft 29 oktober 2014 Problemen rond certificering BRL 11000 en BRL 6000-21 Ons kenmerk IENM/BSK-2014/241118 Geachte heer Bloemendal, Naar aanleiding van een briefwisseling tussen GGBN en BodemenergieNL enerzijds en het ministerie van Infrastructuur en Milieu enerzijds, over problemen rond de erkenningsregeling met betrekking tot bodemenergiesystemen en een daarop volgend overleg op 13 oktober 2014 in Utrecht bij Bodem+, bericht ik u het vol gende. In de Regeling bodemkwaliteit is opgenomen dat per 1 oktober 2014 alleen bedrij ven die beschikken over een erkenning werkzaamheden mogen uitvoeren aan bodemenergiesystemen. Certificering en erkenning dient voor het ondergrondse deel plaats te vinden overeenkomstig de BRL 11000 en voor het bovengrondse deel overeenkomstig de BRL 6000-21. Deze wijziging van de Regeling bodemkwa liteit is op 30 september 2013 in de Staatscourant (nr. 26827) gepubliceerd, met een overgangstermijn van 1 jaar. De briefwisseling is begonnen met een brief van GGBN van 20 maart 2014, gericht aan de heer Ruwiel van het ministerie van IenM. Het belangrijkste element in die brief was het verzoek om uitstel van de erkenningsregeling met 6 maanden, om dat veel bedrijven om een aantal redenen niet in staat zijn tijdig een certificaat en vervolgens een erkenning van Bodem+ te verkrijgen. Tevens werd verzocht om een aantal vereenvoudigingen in de BRL 11000, waarbij aangeboden werd om mee te denken. Na ruggespraak met IenM hebben Bodem+ en SIKB naar aanlei ding van deze brief een overleg gehad met GGBN op 28 maart 2014. De in dat overleg besproken opties zijn daarna ook nog eens vastgelegd in een brief van de heer Kouwenhoven van IenM aan GGBN, d.d. 19 mei 2014. De belangrijkste bood schap in het mondelinge overleg en in de brief was: uitstel van de erkenningsre geling is op korte termijn niet mogelijk, omdat deze al is gepubliceerd in de Staatscourant, met het moment van in werking treden. Bovendien zijn geen sig nalen ontvangen van SIKB, KvINL en certificerende instellingen dat de datum van 1 oktober 2014 niet haalbaar zou zijn. Tevens werd geadviseerd om met Bodem energieNL de praktische zaken rondom opleidingen en examens te bespreken. Het aanbod om mee te denken over aanpassing van BRL 11000 is door SIKB in dank aangenomen. Inmiddels ligt er een gewijzigde BRL 11000. Pagina 1 van 3 Eind september en begin oktober hebben zowel GGBN als BodemenergieNL brie ven gericht aan de heer Kouwenhoven van IenM met de mededeling dat veel be drijven niet in staat zijn om tijdig een certificaat en erkenning te verkrijgen en daarom het verzoek om 3 of 6 maanden te ‘gedogen’, wat in zou houden dat be drijven zonder erkenning wel werkzaamheden uit zouden kunnen voeren, zonder dat daarbij handhavend opgetreden zou worden. Alvorens op dit verzoek in te gaan wil ik in deze brief allereerst de aanleiding en de totstandkoming van de erkenningsregeling schetsen. In 2009 is begonnen met de voorbereiding van het Wijzigingsbesluit bodemener giesystemen. De basis hiervoor is gelegen in de EU Richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (2009/28/EG). In dat kader is er vanuit de brancheorganisatie van de bodemenergiebedrijven de roep gekomen om een systeem van kwaliteitsborging in het leven te roepen. Er werden namelijk te veel bodemenergiesystemen ontworpen en geïnstalleerd waarbij de prestaties bij lange na niet voldeden aan de verwachtingen. Bodemenergiesystemen dreig den daarmee een negatief imago te krijgen. In het Wijzigingsbesluit is daarom een ‘kapstokje’ opgenomen om op basis van de Regeling bodemkwaliteit, nadere eisen te stellen aan ontwerp, installatie en beheer van bodemenergiesystemen. De branche heeft vervolgens zelf de regels opgesteld, met SIKB als coördinerende instantie voor het ondergrondse deel van de bodemenergiesystemen (BRL 11000) en KBI (nu KvINL) als coördinator voor de bovengrondse installaties (BRL 600021). De branche heeft ook zelf het opleidingenprogramma opgezet. Examens wor den door CITO afgenomen. Hiermee is de erkenningsregeling in feite een regeling van de branche zelf, binnen een publieke context. De datum van in werking treden is na overleg met de bran che vastgesteld. SIKB, KvINL, Bodem+, de Rijksdienst voor Ondernemend Neder land en de brancheorganisatie hebben de voorlichting en communicatie over de regelingen op zich genomen. Een deel van de bedrijven heeft inmiddels een er kenning. De ervaring leert dat er bij de invoering van elke regeling aanloopproblemen zijn. Ook in het onderhavige geval van de erkenningsregeling voor bodemenergiesys temen is duidelijk dat er rondom opleidingen, diploma’s en certificaten praktische problemen zijn. IenM heeft hier begrip voor en zal de Inspectie voor Leefomgeving en Transport berichten over de aard van de aanloopproblemen. In het overleg op 13 oktober heeft IenM duidelijk gemaakt dat ‘gedogen’ niet aan de orde is, niet formeel en niet informeel. Dat zou de positie van bedrijven die wel een erkenning hebben aantasten. Deze bedrijven hebben geld en menskracht be steed om aan de eisen te kunnen voldoen. Ondertussen heeft IenM wel oog voor de aanloopproblemen. In het overleg op 13 oktober is daarom besproken dat nu alles op alles moet worden gezet om ervoor te zorgen dat de bedrijven die nog geen erkenning hebben die binnen enkele maanden wel hebben. Daartoe is een aantal praktische afspraken gemaakt. Bodem+ gaat meer menskracht inzetten voor een snelle afhandeling van erken ningaanvragen. Bovendien kunnen bedrijven, om het verkrijgen van de erkenning Pagina 2 van 3 verder te versnellen, al vooruitlopend op examens en certificaten een erkenning aanvragen. Bodem+ zal ook anticiperen op de nieuwe BRL 11000 en een erken ning afgeven overeenkomstig de certificeringeisen die per 1 januari 2015 gelden. BodemenergieNL zal CITO vragen of er vaker examens kunnen worden afgelegd en of de uitslag eerder bekend kan worden gemaakt. BodemenergieNL zal ook in gesprek gaan met de certificerende instellingen om te proberen de capaciteit voor de certificering op orde te brengen en te vragen of de proceduretijd kan worden verkort. Vanuit meerdere oogpunten is het van belang dat de branche voor bodemenergie systemen goed blijft functioneren. IenM wil daarom graag in gesprek blijven met de brancheorganisaties. Bodem+ zal maandelijks rapporteren over de voortgang bij het aanvragen van erkenningen. Op deze manier kan een vinger aan de pols worden gehouden. Hoogachtend, DE DIRECTEUR WATER EN BODEM, drs. E.B. Alwayn Pagina 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc