© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 1 / 32 Inhoudstafel Trotter SLO drama 1 1.1 1.2 1.3 De specifieke lerarenopleiding drama Toelatingsvoorwaarden Algemene doelstellingen Lerarencompetenties/ eindkwalificaties 3 3 3 3 2 Wie is wie? 4 3 Academische jaarkalender 2014 – 2015 5 4 Opleidingsprogramma SLO drama 7 5 5.1 5.2 5.3 5.4 Lesrooster Aanwezigheid Credits verwerven Vakgebied pedagogische en didactische vorming i.h. opleidingsprogr. Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma 8 9 9 9 9 6 Formulieren 17 7 7.1 7.2 7.3 7.4 Voorzieningen Bibliotheek Studentenparticipatie Studentenbegeleiding Ombuds 18 18 18 18 18 8 Wat is… verklarende trefwoordenlijst 19 9 9.1 9.2 Bijlage Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen Protocol examens 21 21 30 © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 2 / 32 De Trotter Deze Trotter is je gids voor alle vragen in verband met de lerarenopleiding drama. Hij is te gebruiken in combinatie met de Wegwijzer Studenten, de digitale studiegids en de Onderwijs- en Examenregeling. Je kunt de Trotter verkrijgen op het secretariaat, op het bureau van de lerarenopleiding en via Blackboard. 1 De specifieke lerarenopleiding drama De SLO is een voltijdse eenjarige opleiding (60 studiepunten) maar kan ook deeltijds worden gevolgd. 1.1 Toelatingsvoorwaarden Met een diploma van academische bachelor drama, in het studiegebied muziek en podiumkunsten, kun je inschrijven voor de specifieke lerarenopleiding drama samen met de inschrijving voor de master. Het diploma van leraar kan pas worden behaald na het behalen van de mastergraad. 1.2 Algemene doelstellingen – De student verwerft binnen de lerarenopleiding didactische en pedagogische competenties. – De student verbindt de didactische en pedagogische competenties met vakinhoudelijke competenties uit de bachelor/masteropleiding waardoor de student de artistieke en vaktechnische competenties kan aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk. – De student verfijnt zijn communicatieve en reflectieve vermogens vanuit leraarsperspectief. – De student is een bezield, creatief lesgever die de passie van de artistieke beleving kan doorgeven aan verscheidene doelgroepen. 1.3 Lerarencompetenties/ eindkwalificaties De basiscompetenties van de leraar (naar een besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007) worden als uitgangspunt genomen voor de formulering van de eindkwalificaties. Ook de eindkwalificaties van de initiële opleidingen dans, drama of muziek vormen daarbij ook een belangrijk referentiekader. Het is immers enkel de combinatie van de professionele vakkennis (verworven in de basisopleiding) én de psychopedagogische en vakdidactische inzichten in de lespraktijk (opgebouwd in de lerarenopleidingen) die garant staan voor kwaliteitsvolle leraars. Daarnaast is ook de brede inzetbaarheid een referentiekader voor de eindkwalificaties. De SLO erkent immers het belang van de oriëntatie op een ruim afnemend veld: DKO, KSO en HKO maar ook de kunsteducatieve sector wordt tot het afnemend veld gerekend. De eindkwalificaties vind je beschreven in de digitale studiegids; http://ects.ap.be © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 3 / 32 2 Wie is wie? Coördinatie opleiding Opleidingshoofd SLO en Annouk Van artistiek coördinator Moorsel SLO dans Artistiek coördinator Bob Selderslaghs SLO drama Artistiek coördinator SLO muziek Linda Germeys [email protected] 03 244 18 16 0476 82 55 40 [email protected] 03 244 18 14 0485 78 08 15 [email protected] 03 244 18 17 0498 48 57 57 Ondersteuning opleiding Ombudspersoon Jodka Crabbe [email protected] 03 244 18 05 Onthaal Manu Mores en Stefanie François [email protected] 03 244 18 00 Secretariaat Wendy Cortois [email protected] Fax: 03 238 90 17 Studentenbegeleiding Floris Lammens [email protected] 03 244 18 22 03 244 18 03 Docenten SLO drama Didactiek van het artistiek leren Communicatie Jan Staes – [email protected] Linda Germeys – [email protected] Linda Germeys – [email protected] Ontwikkelingspsychologie Bob Selderslaghs – [email protected] Annouk Van Moorsel – [email protected] Vakdidactiek initiatie & expressie Bob Selderslaghs – [email protected] Vakdidactiek spreken Eva De Hondt – [email protected] Vakdidactiek acteren Jan Bollen – [email protected] Vakdidactiek woordkunst Kris Philips – [email protected] Regie & scenografie Barbara Vandendriessche – [email protected] Natalie Gordon – [email protected] Educatief project Sanne Caluwaerts – [email protected] Anne Vandevelde – [email protected] Supervisie Bob Selderslaghs – [email protected] © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 4 / 32 3 Academische jaarkalender 2014 – 2015 SEMESTER 1 Week van tot de 36 1/sep 7/sep examens 2 examenkans 37 8/sep 38 15/sep 39 22/sep 40 29/sep 41 6/okt 42 13/okt 43 20/okt 44 27/okt 45 3/nov 46 10/nov 16/nov lesweek (ma 10/nov brugdag) 47 17/nov 23/nov lesweek 48 24/nov 30/nov lesweek 49 1/dec 7/dec lesweek 50 8/dec 51 15/dec 14/dec lesweek lesweek 21/dec ma 15/dec indienen preservicestage periode 2 52 22/dec 28/dec kerstvakantie 1 29/dec 2 5/jan 4/jan kerstvakantie lesweek 11/jan start preservicestage periode 2 3 12/jan 18/jan lesweek – examens 4 19/jan 25/jan gezamenlijke examens 5 26/jan 1/feb gezamenlijke examens 14/sep do 11/sep examencommissie slo drama di 16/sep proloog 21/sep do 18/sep infovergadering slo dans/slo drama 28/sep lesweek 5/okt lesweek lesweek 12/okt vr 10/okt stagemarkt 19/okt lesweek lesweek 26/okt ma 20/okt indienen preservicestage periode 1 herfstvakantie vr 31/okt indienen inservicestage semester 1 of 2/nov volledig schooljaar lesweek 9/nov start preservicestage periode 1 © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 5 / 32 SEMESTER 2 6 2/feb 7 9/feb 8 16/feb 9 23/feb 10 2/mrt 11 9/mrt 12 16/mrt 8/mrt lesweek lesweek 15/mrt ma 9/mrt indienen inservicestage semester 2 Lesweek / projectweek Cadenza 22/mrt za 21/mrt open campusdag 13 23/mrt 29/mrt lesweek 14 30/mrt 5/apr lesweek 15 6/apr 12/apr paasvakantie 16 13/apr 19/apr paasvakantie 17 20/apr 18 27/apr 26/apr lesweek lesweek 3/mei vr 1/mei feest van de arbeid 19 4/mei 20 11/mei 21 18/mei 22 25/mei 23 1/jun 24/mei lesweek examens 31/mei ma 25/mei pinkstermaandag Examens 7/jun ma 1/jun inleveren verslagen, taken & portfolio 24 8/jun 14/jun examens 25 15/jun 21/jun examens 26 22/jun 27 29/jun 28/jun examens ma 29/jun examencommissies 5/jul di 30/jun departementale proclamatie 28-34 6/jul 8/feb lesweek lesweek 15/feb ma 9/feb indienen preservicestage periode 3 22/feb krokusvakantie lesweek 1/mrt start preservicestage periode 3 10/mei lesweek lesweek 17/mei do 14/mei o.l.h. hemelvaart (vr 15/mei brugdag) 23/aug zomervakantie de 35 24/aug 30/aug examens 2 examenkans 36 31/aug 6/sep examens 2 examenkans 37 7/sep de 13/sep vr 11/sep examencommissie slo drama © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 6 / 32 4 Opleidingsprogramma SLO drama Het opleidingsprogramma (60 studiepunten) bestaat uit een theoretische component (vakgebied pedagogische en didactische vorming, 30 stp.) en een praktijkcomponent (30 stp.). Indien je een geïndividualiseerd studietraject volgt, dien je het opleidingsonderdeel didactiek van het artistiek leren steeds op te nemen voor of gelijktijdig met de vakdidactieken en de observatiestage. Achtereenvolgens kunnen de stage en als laatste het portfolio in het studietraject worden opgenomen opleidingsonderdeel Contact uren Studie tijd Studie omvang Studie Examen/ Herexamen punten PE 60 120 180 6 E 30 30 40 60 60 140 90 90 180 3 3 6 E PE PE X X X X X 30 40 30 60 140 60 90 180 90 3 6 3 PE PE PE X X X (260) (640) (900) 30 90 165 60 270 180 90 90 180 90 270 180 90 3 6 3 9 6 3 E P P P P E 0 0 0 0 0 X 90 720 90 90 720 90 3 24 3 E P E 0 0 X Vakgebied pedagogische en didactische vorming Didactiek van het artistiek leren Ontwikkelingspsychologie Communicatie Vakdidactiek initiatie & expressie Vakdidactiek spreken Vakdidactiek woordkunst Vakdidactiek acteren X Vakgebied praktijk preservice of inservice (30 studiepunten) Preservice Observatiestage Educatief Project Regie & scenografie Stage 9 Stage 6 Portfolio Inservice Observatiestage Stage Portfolio 15 30 Totalen preservice 305 1495 1800 60 Totalen inservice 260 1540 1800 60 E = examen PE = examen + permanente evaluatie P = permanente evaluatie de X = wel 2 zittijd de 0 = geen 2 zittijd Studenten die zich inschrijven voor inservice of preservice stage volgen 10u supervisie. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 7 / 32 5 Lesrooster dag begin einde opleidingsonderdeel docent periode lokaal maandag 09.30 12.00 Vakdidactiek acteren Jan Bollen sem. 1 307 (12 lessen: van 22/09 tot 17/12) 12.30 15.00 Vakdidactiek initiatie & Bob Selderslaghs expressie sem. 1 + 2 57 (16 lessen: van 22/09 tot 09/02) 10.00 13.00 Regie & scenografie Barbara sem. 2 307 Vandendriessche (11 lessen: van 02/02 tot 11/05. eerste 2 lessen op 02/02 en 09/02 tot 11.30 ) dinsdag 10.00 13.00 contacturen Educatief Project (preservice) N. Gordon 30/09 Zwarte zaal: P.Renschaw 7/10 iedereen A. Vandevelde 14 & 21/10 Witte zaal: S. Caluwaerts 18/11 iedereen 9/06 435: slo drama + nader te bepalen Zwarte zaal: slo dans Witte zaal: slo muziek Zie onthaal en BB 12.30 14.30 Supervisie inservice & Bob Selderslaghs preservice stage sem. 1 + 2 vergaderzaal (4 sessies: 04/11, 06/01, 24/02 en 21/04) woensdag 09.00 11.00 Didactiek van het artistiek leren Jan Staes sem. 1 + 2 Linda Germeys (30 lessen: van 24/09 58 tot 03/06) 11.00 13.00 Ontwikkelingspsychologie Annouk Van sem. 1 Moorsel (15 lessen: van 24/09 58 tot 21/01) donderdag 09.30 11.30 Vakdidactiek woordkunst Kris Philips 12.00 14.00 sem. 1 58 (10 lessen: van 25/09 tot 04/12) 09.30 12.30 Vakdidactiek spreken Eva De Hondt sem. 1 + 2 58 (10 lessen: van 11/12 tot 19/03) vrijdag 08.30 10.30 Communicatie groep 1 Linda Germys & sem. 2 11.00 13.00 Communicatie groep 2 Bob Selderslaghs (15 lessen: van 06/02 58 tot 22/05) Let op voor wijzigingen! Deze worden meegedeeld via Blackboard en het digitaal beeldscherm. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 8 / 32 5.1 Aanwezigheid De aanwezigheid in lessen met permanente evaluatie (P, kijk hiervoor in het opleidingsprogramma onder de kolom evaluatie) is door de concrete invulling van die lessen en de hieraan gekoppelde manier van evalueren een voorwaarde voor het toekennen van een cijfer. Bij opleidingsonderdelen met permanente evaluatie* (P) is de aanwezigheid dus verplicht! De aanwezigheden worden door de docent genoteerd in de lessen. De puntenberekening gebeurt op basis van de effectieve aanwezigheden en gewettigde afwezigheden t.o.v. het aantal effectief gegeven lessen per academiejaar. Indien je niet aanwezig kan zijn in de les, kan je dit telefonisch melden aan het onthaal en wordt dit via het postvakje aan de betrokken docent meegedeeld. Je bent echter pas gewettigd afwezig als je over een medisch attest beschikt Dit attest bezorg je aan de betrokken docent én op het secretariaat. De ongewettigde afwezigheden van een student bij onderwijsactiviteiten worden als volgt verrekend in de quotering: afwezig aanwezig maximum te behalen 0% 100% 20/20 10% 90% 18/20 20% 80% 16/20 30% 70% 14/20 40% 60% 12/20 50% 50% 10/20 In lessen waar de aanwezigheid geen voorwaarde is om de credit te kunnen behalen) en die enkel worden beoordeeld op basis van examen (E) is de aanwezigheid niet verplicht (hoewel de aanwezigheid de slaagkans gevoelig kan verhogen). 5.2 Credits verwerven Je verwerft een credit voor een opleidingsonderdeel wanneer je tenminste 10/20 behaalt. Je moet slagen voor elke deelproef van het opleidingsonderdeel om voor het volledige opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien je voor een deelproef niet slaagt, wordt het laagste cijfer van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en word je voor het hele opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende examenperiode. 5.3 Vakgebied pedagogische en didactische vorming in het opleidingsprogramma Hier wordt een algemeen theoretisch kader geschetst in relatie tot de kunsten en tot het leraarsberoep. De theoretische opleidingsonderdelen didactiek van het artistiek leren, ontwikkelingspsychologie en communicatie worden gezamenlijk georganiseerd voor SLO dans, drama en muziek. De verschillende vakdidactieken bereiden je zeer concreet voor op het lesgeven in een bepaalde discipline. 5.4 Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma De praktijkcomponent bestaat uit observatiestage © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 9 / 32 (doe)stage o Preservice (als student-stagiair): wie dit traject volgt kiest voor een praktijkopleiding die wordt gestuurd vanuit de opleiding. o Inservice (als leraar in opleiding of LIO): wie dit traject kiest heeft een aanstelling in het onderwijs. o Combinatie Indien je niet de volledige praktijkcomponent inservice kan opnemen, kan je voor een combinatie van preservice/inservice stage opteren. Hierbij wordt het aantal lesuren 1 binnen je aanstelling opgeteld en omgezet in studiepunten (zie onderstaande tabel). De resterende studiepunten kunnen vervolgens d.m.v. preservice stage worden ingevuld: studiepunten 5.4.1 96 (tot 143) 6 144 (tot 191) 9 192 (tot 239) 12 240 (tot 287) 15 288 (tot 335) 18 336 (tot 383) 21 384 (tot 431) 24 supervisie portfolio Observatiestage – Je observeert 15 lessen binnen een stageschool. – Je kiest hiervoor uit een lijst die je vindt op blackboard of je stelt nog een andere stageschool voor aan de coördinator van de opleiding. – Je bespreekt je stageplanning met de vakdidacticus/coördinator. – Je observeert alleen lessen van leraars die minimum 2 jaar lesgeven en in het bezit zijn van een pedagogisch diploma. – Je vraagt toelating aan de stageschool om te komen observeren. – Je kan starten met je observaties na de introductieles ‘observeren’ in de les Didactiek van het artistiek leren én na toelating van de opleiding en de stageschool. – Je observeert: 9 lessen Drama: Keuze uit: (Algemene) Verbale Vorming, Dramatische Expressie, Toneel, Voordracht, Welsprekendheid, Repertoirestudie, Literaire Creatie, Initiatie, Muzische Vorming, Regie, Musical… Verschillende onderwijsvormen: DKO, KSO, privéscholen of andere Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen 3 lessen Muziek: Verschillende onderwijsvormen: DKO, KSO, privéscholen of andere, met hieraan gekoppeld verschillende disciplines (AML, samenzang, instrument…). Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen. Minimum 2 verschillende scholen. 1 Er wordt gerekend in blokken van drie studiepunten met een minimum van 6 studiepunten. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 10 / 32 3 lessen Dans: Verschillende onderwijsvormen: privé/dagonderwijs, DKO, KSO, HO verschillende genres (klassieke dans, modern hedendaagse dans, dansinitiatie…) Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen. Minimum 2 verschillende scholen. – De planning van je observatiestage vul je in op het formulier “observatiestage”. 2 – Dit formulier voeg je toe aan je het observatieverslag* . – Dit observatieverslag wordt ingeleverd op het secretariaat voor 1 juni en later toegevoegd aan het portfolio.” Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder Stageschool Student Lerarenopleiding Antwerpen 1. Je kiest stageplaatsen uit de 1.de coördinator/docenten lijst of je zoekt een aantal geven advies inzake de keuze interessante stageplaatsen en van de te observeren lessen formulieren bespreekt dit eerst met vakdidacticus docent of coördinator. 2.Je vraagt de toestemming aan de directie van de stageschool 3. De directie verleent de toestemming 4. De les wordt geobserveerd en observatiestage genoteerd. 5.Na de les wordt het formulier 'observatiestage' afgestempeld of ondertekend 6. Je maakt een observatieverslag 2 Voor alle termen met een * vind je achteraan een verklarende trefwoordenlijst © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 11 / 32 5.4.2 (Doe)stage Preservice Voor: – Je zoekt samen met de coördinator/vakdidacticus voor elke discipline een stageplaats. Hiervoor wordt o.m. een “stagemarkt” georganiseerd waar stagescholen en studenten contacten kunnen leggen in functie van de stages. Er kan ook een lijst worden geraadpleegd met door de opleiding aanbevolen stageplaatsen. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door de opleidingscoördinator. Opgelet: je mag enkel stage lopen bij vakleerkrachten die minimum 2 jaar lesgeven en in het bezit zijn van een pedagogisch diploma. – Na goedkeuring neem je zelf contact op met de stageschool en de mentor/vakleraar en maak je praktische afspraken. – De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per stageschool. Opgelet: inservice en preservice stages op aparte formulieren indienen). Je krijgt hiervoor per stageperiode een link via Blackboard-organisaties-studenten KC SLO dans/drama/muziek. Na goedkeuring van de stage krijg je een bevestiging per mail met een overzicht van de door jou ingevulde gegevens (opgelet: geen formulier = geen stage). – De opleiding stuurt hierop een raamovereenkomst* aan de betrokken directies. – Deze wordt ondertekend door de opleiding en de stageplaats. – Per discipline wordt lesgegeven aan verschillende niveaus of aan verschillende doelgroepen, minimum 3, maximum 10 lessen per niveau/doelgroep/stage. – Je geeft maximum 3 lesuren per dag. – Het volledige stagepakket moet gespreid worden over minimum 2 stageperiodes. M.a.w. je kan niet al je stagelessen plannen binnen 1 stageperiode. Tijdens: – Je verricht 25 lesuren stage: 10 lesuren voor Stage 6 en 15 lesuren voor Stage 9. Je geeft telkens minstens 3 uren les aan eenzelfde groep leerlingen en binnen eenzelfde stageschool. – Je observeert telkens vooraf 1 les en maakt hiervan een verslag. – Je maakt voor elke stageles een lesvoorbereiding en een verslag (zelfevaluatie). – Bij de keuze van de stageplaatsen hou je rekening met de verschillende doelgroepen (kinderen, jongeren, volwassenen) én met de verschillende onderwijsvormen (DKO, KSO, privéscholen en/of andere). – Minimum drie van de onderstaande vakken dienen in de gehele stage aan bod te komen: – Initiatie of Muzische Vorming – Algemene Verbale Vorming – Verbale Vorming – Dramatische Expressie – Toneel – Voordracht – Repertoirestudie – Toneelgeschiedenis – Welsprekendheid – Literaire Creatie – Musical – Regie – Op vooraf bepaalde data is er een supervisiebijeenkomst (zie lesrooster). De supervisie is een onderdeel van het preservicetraject en derhalve is de aanwezigheid verplicht. – Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders en de coördinator: Eva De Hondt: [email protected], 0485/18.92.42 © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 12 / 32 – – – – – – Jan Bollen: [email protected], 0473/40.38.51 Kris Philips: [email protected], 0485/64.12.35 Bob Selderslaghs: [email protected], 0485/78.08.15 Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor, stagebegeleider en opleidingscoördinator met daarin (week na week verder aangevuld): – Observatieverslagen* (1 verslag per geobserveerde les van de klas waar de stage plaatsvindt). – Agenda – Alle lesvoorbereidingen*: studenten preservice maken voor elke les een uitgewerkte lesvoorbereiding. De inhoud van de stagemap vormt de basis voor het portfolio*. Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én per mail. Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: je verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én per mail. Bij niet opvolgen van het stagereglement kan de coördinator beslissen de stage op te schorten. Na: – Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders en de mentoren het formulier verslag lesbegeleiding* en/of verslag synthese* – De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze evaluatie wordt bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de stage. – Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van stages over verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool, per academiejaar ingeleverd (uiterlijke inleverdatum: zie academische jaarkalender) en uiteindelijk toegevoegd aan portfolio. Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder Stageschool Student Lerarenopleiding Antwerpen 1 Je overlegt over de 1. De coördinator/docenten stageplaatsen met de geven advies inzake de keuze vakdidacticus en de coördinator. van de stageplaats 2. Je vraagt toestemming aan de 2. De opleiding organiseert een stageschool (dat kan reeds op de stagemarkt formulier stagemarkt) 3. de directie verleent toestemming 4. Je vult het digitale formulier Stageformulier via stages in link 5. Per stageplaats wordt een Raamovereenkomst raamovereenkomst opgemaakt. Deze wordt ondertekend door de opleiding en de stageschool 6. De (vak)mentor 6. Je geeft de stagelessen het observeert de stage, verloop hiervan is te volgen via de bespreekt, stuurt bij 6. Je wordt begeleid door de Lesvoorbereiding stagebegeleider(s) Verslag stagemap © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 lesbegeleiding 13 / 32 7. De mentor/leraar 7. Op het einde van alle stages 9. Er wordt een beoordeling maakt een wordt alles samengevoegd in een opgemaakt beoordeling portfolio Verslag synthese Inservice Voor: – Je stelt bij inschrijving de stageplaats en de omvang van de stage voor aan de coördinator. Jij staaft dit door een voorlopige goedkeuring van zijn directie met het formulier inservice voor de grensdata voor inschrijving (zie jaarkalender) – De opleiding stuurt dan een LIObaanovereenkomst aan de betrokken directies/mentoren. – Deze wordt ondertekend door alle partijen, één exemplaar wordt terugbezorgd aan het secretariaat. – De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per stageschool, inservice en preservice stages op aparte formulieren). Je krijgt hiervoor per stageperiode een link via Blackboard-organisaties-studenten KC SLO dans/drama/muziek. Na goedkeuring van de stage krijg je een bevestiging per mail met een overzicht van de door jou ingevulde gegevens Tijdens: – Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders en de coördinator: Eva De Hondt: [email protected], 0485/18.92.42 Jan Bollen: [email protected], 0473/40.38.51 Kris Philips: [email protected], 0485/64.12.35 Bob Selderslaghs: [email protected], 0485/78.08.15 – Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars. – Voor de begeleiding van de stages worden de formulieren verslag lesbegeleiding en/of verslag synthese gebruikt. – Op vooraf bepaalde data (zie lesrooster) is er een supervisiebijeenkomst. De supervisie is een onderdeel van het inservicetraject en derhalve is de aanwezigheid verplicht. – Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor en stagebegeleider met daarin (week na week verder aangevuld): – Agenda – Lesplannen – Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én per mail. – Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: de student verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én per mail. Na: – Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders het formulier verslag lesbegeleiding* en/of verslag synthese*. – De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze evaluatie wordt bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de stage. – Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van stages over verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool, per academiejaar voor 1 juni op het secretariaat van het Koninklijk Conservatorium en uiteindelijk toegevoegd aan portfolio. Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je op de volgende bladzijde: © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 14 / 32 Stageschool Student 1. De stageschool 1.Je bent werknemer in een heeft de student onderwijsinstelling; hij heeft een aangenomen als LIObaan Lerarenopleiding Antwerpen formulieren 3. Voor instellingen, andere formulier inservice personeelslid (LIO baan) 2. De directie 2. Je vraagt het statuut van “leraar engageert zich voor in opleiding” aan de stageschool de samenwerking met de lerarenopleiding inzake de begeleiding van de inservicestage 3. Je brengt de lerarenopleiding op de hoogte van zijn opdracht ( aantal dan officiële DKO-scholen uren en periode van aanstelling). of KSO, wordt onderzocht of een samenwerking mogelijk is. 5. Je vult het digitale stageformulier Stageformulier via in link 4. Per student en per LIObaan- stageplaats wordt een overeenkomst LIObaanovereenkomst opgemaakt. Deze wordt ondertekend door de opleiding, de stageschool en de student. 6. De mentor 6. Je geeft lessen en vervult 6. Je wordt begeleid door Verslag begeleidt de student bijbehorende opdrachten de opleiding lesbegeleiding 7. De Mentor en/of 7. Er wordt een beoordeling Verslag synthese mentor/leraar maken opgemaakt een beoordeling 5.4.3 Supervisie Supervisie omvat 4 contactmomenten (zie lesrooster) gericht op het reflecteren op de eigen manier van werken met als doel een persoonsgericht leertraject te doorlopen. Het aanleren of verder uitbouwen van je vermogen tot reflectie is de kerntaak van supervisie. Je blikt terug op ervaringen en gaat ze onderzoeken, ruimer kaderen, bevragen, toetsen, aanpassen en handelingsalternatieven uitproberen. Je medestudenten spelen ook een belangrijke rol in dit proces via het uitwisselen van ervaringen en informatie en de feedback die je van elkaar ontvangt. Aanwezigheid op de contactmomenten is verplicht voor alle studenten die ingeschreven zijn voor (doe)stage. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 15 / 32 5.4.4 Portfolio In het portfolio bundel je al je activiteiten uit de praktijkcomponent van het programma. Volgende onderdelen mogen niet ontbreken: - Inhoudstafel - formulier observatiestage en verslagen observatiestage - Stage o Per stageblok Agenda Lesplan (inservice) en/of lesvoorbereidingen (preservice) Zelfevaluatie per les Verslagen lesbegeleiding en/of syntheseverslagen Algemeen besluit - Onderzoek o Je doet een onderzoek naar de functionele gehelen of basiscompetenties van een leraar: welke competentie(s) moet jij nog verbeteren of verdiepen met het oog op een voldoende beheersing/verworvenheid ervan? o Kies 1 basiscompetentie uit die je wil verwerven/ verbreden/ verdiepen/ verbeteren. o Je formuleert een voorstel (aan welke competentie wil je werken?) en een plan van aanpak (hoe ga je te werk om de gekozen competentie te versterken?) en presenteert dit aan de opleidingscoördinator. o Na goedkeuring ga je aan de slag. o Rapporteer alle acties die je ondernomen hebt en schrijf hierover een “reflectieverslag basiscompetenties”. Voeg toe aan je portfolio. 5.4.5 Educatief project De kernopdracht van de student in het Educatief Project is een project op poten te zetten met een specifieke doelgroep, buiten het reguliere onderwijssysteem. Daaronder vallen activiteiten als voorbereidingen/plannen maken, het bepalen van een werkwijze die onderwijskundig en didactisch verantwoord is, het kiezen van het didactisch materiaal, het bijhouden van een dag- of logboek, het organiseren van een toonmoment, het beoordelen (evaluatie) van het eigen begeleiden en dat van de deelnemers, het motiveren van de deelnemers, het geven van individuele begeleiding en het werken aan een goede sfeer bij de omgang met individuele deelnemers en groepen. De docenten van het Educatief Project geven een theoretische omkadering tijdens de contacturen (zie lesrooster). De contacturen zijn een onderdeel van dit opleidingsonderdeel en derhalve is de aanwezigheid verplicht. Vervolgens krijgt elke student een begeleider toegewezen die ondersteuning biedt bij de praktische uitwerking van zijn/haar Educatief Project. Docenten/begeleiders: Natalie Gordon, Sanne Caluwaerts, Anne Vandevelde. 5.4.6 Regie & scenografie Regie & scenografie is een combinatie van begeleide praktijk/atelier en zelfstandige praktijk. Tijdens de contacturen verwerft de student een inzicht in de betekenis van regie & scenografie en in hoe deze theateraspecten zich tot elkaar verhouden. De student verwerkt de (basis)principes ervan in een scenisch concept dat hij in de vorm van een maquette presenteert. Hij kan daarbij een link leggen naar de lespraktijk (voorstellingen en/of toonmomenten in het DKO, KSO, privéscholen, kunsteducatieve sector, liefhebberscircuit e.a.). © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 16 / 32 6 Formulieren Alle formulieren zijn te downloaden via blackboard en op papier te verkrijgen op het secretariaat. Inservice (aanvraag) Met dit formulier vraag je de toestemming aan de directeur om een inservice stage te doen in zijn school. Op basis van dit document wordt de LIObaanovereenkomst gemaakt. Lesvoorbereiding Hierop maak je eventueel je lesvoorbereidingen; dat kan digitaal, maar ook handgeschreven. Lesplan Dit formulier helpt je voor het opbouwen van een lessenreeks binnen een bepaalde periode. Observatiestage Hierop vul je in waar je bent gaan observeren. Je laat dit ook telkens tekenen of afstempelen door de betrokkenen. Stages (preservice + inservice) Dit digitale formulier vul je in per stageschool en apart voor preservice en inservice stages zodat wij alle benodigde gegevens met betrekking tot je stage ter onzer beschikking hebben. Je ontvangt hiervoor een link via het secretariaat, je kan het hele jaar daar inschrijven voor de verschillende stageperiodes doch elke stageperiode wordt afgesloten op een bepaalde datum (zie jaarkalender). Inschrijven voor die stageperiode is dan niet meer mogelijk. Raamovereenkomst De overeenkomst voor stages wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter ondertekening. LIObaanovereenkomst Dit formulier wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter ondertekening. De student of de stageschool zelf bezorgt dit document ondertekend terug. Verslag lesbegeleiding Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie van jouw stagelessen ((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Zij vullen dit in en bezorgen het ons via jou terug (toevoegen aan het portfolio). Verslag Synthese Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie van jouw stage ((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Het synthese formulier wordt gebruikt voor de beoordeling van jouw lespraktijk na afronding van een stageblok. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 17 / 32 7 Voorzieningen 7.1 Bibliotheek Meer informatie over de leeszaal, uitleendienst en de collectie m.b.t. muziek vind je in de wegwijzer voor studenten en de bibliotheekwegwijzer. Naast het aanbod van onze bibliotheek kan je voor vakliteratuur inzake onderwijs ook een kijkje nemen in de bibliotheek van het departement BLS, Verschansingstraat 29, 2000 Antwerpen, T 03 259 01 27, [email protected]. 7.2 Studentenparticipatie In de lerarenopleiding besteden we op een systematische manier aandacht aan de kwaliteit van onze opleidingen. Hiervoor bestaan o.a. opleidingsraden voor de lerarenopleidingen dans, drama en muziek waarin opleidingshoofden, docenten en studenten zetelen. Elk jaar zijn we op zoek naar kandidaat studenten om te zetelen in deze raad. Je kan je hiervoor kandidaat stellen bij je coördinator of bij het opleidingshoofd SLO. 7.3 Studentenbegeleiding Om je studietraject zo optimaal mogelijk te laten verlopen organiseren de opleidingen studentenbegeleiding. Wanneer je vragen of hulp nodig hebt kan je terecht bij de coördinatoren en de docenten van jouw opleiding. De studentenbegeleider voor het departement Koninklijk Conservatorium is Floris Lammens. 7.4 Ombuds Bij geschillen kan je beroep doen op een ombudspersoon. Deze persoon is niet betrokken bij de opleiding maar wel vertrouwd met het departement. Voor de lerarenopleidingen is de ombuds Jodka Crabbe. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 18 / 32 8 Wat is… verklarende trefwoordenlijst Agenda De agenda is een opsomming van lesmomenten in de tijd met vermelding van één tot enkele kernwoorden in verband met de inhoud van de les. De agenda staat in rechtstreekse relatie met de lesvoorbereiding. Lesplan Het lesplan is een planning van een lessenreeks van vakantie tot vakantie; over een schooljaar: Periode 1: van september tot aan de herfstvakantie Periode 2: van de herfst- tot aan de kerstvakantie Periode 3: van de kerst- tot aan de krokusvakantie Periode 4: van de krokus- tot aan de paasvakantie Periode 5: van de paas- tot aan de grote vakantie In het lesplan wordt kort en bondig beschreven wat je wil doen, vertrekkend van wat je op het einde van de lessenreeks wil bereiken en zo les na les opbouwend. Het accent ligt hier op het traject dat je met een leerling of een klas wil afleggen in functie van de doelstellingen. Lesvoorbereiding De lesvoorbereiding is een schriftelijke neerslag van activiteiten die in de les zullen worden aangereikt aan de leerling volgens een welbepaalde structuur: Introductie/opwarming, kern van de les, slot. De lesvoorbereiding bevat volgende elementen: 1 Doelstellingen: wat wil ik bereiken? 2 Beginsituatie: aan wie geef ik de les? 3 Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te bereiken? 4 Organisatie van de les: Hoe organiseer ik het lesverloop? 5 Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik? (demonstreren, vertellen, doceren, groeps/individuele opdracht,…) 6 Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les? 7 Onderwijsleermiddelen. Welke muziek, partituur, tekst, beeld- of ander materiaal gebruik ik? Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter beschikking. Gebruik ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht. Alle elementen van de lesvoorbereiding moeten schriftelijk worden genoteerd en voorhanden zijn op de stageplaats voor aanvang van de desbetreffende les. Observatieverslag In de lessen didactiek van het artistiek leren wordt aandacht besteed aan de techniek van het observeren. Naast de identificatiegegevens van de geobserveerde les zullen de vragen dienen als leidraad voor het observatieverslag, behorend bij het opleidingsonderdeel “observatiestage”. Het observatieverslag wordt besloten met een reflectie over de ganse observatieperiode (zie ook tekst “observatieopdracht”) en wordt ingeleverd (zie jaarkalender) en later ook toegevoegd aan portfolio. Permanente evaluatie Permanente evaluatie (P), is een evaluatievorm waarbij de student beoordeeld wordt op zijn activiteit en medewerking in de klas, op het uitvoeren van taken, het voorleggen van thuis voorbereide opdrachten, etc. Daar deze beoordeling tijdens de lessen gebeurt, is de aanwezigheid van de studenten onontbeerlijk. Uiteraard is de aanwezigheid op zich geen beoordelingscriterium, doch wel een vertrekpunt voor het toekennen van een cijfer: bij 100% aanwezigheid vertrekt men voor de toekenning van het cijfer van de maximum score 20/20, bij 90% aanwezigheid vertrekt men bij de toekenning van het cijfer van 90% van de maximum score = 18/20, enz. Wanneer men minder dan de © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 19 / 32 helft van de lessen aanwezig is geweest kan men nooit meer voldoende behalen op het deel dat wordt beoordeeld via permanente evaluatie. Let wel: gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid meegeteld. De betrokken docent en het secretariaat dienen hier wel vooraf van op de hoogte te worden gebracht. Welke opleidingsonderdelen worden beoordeeld via P en voor welk percentage vind je terug in de respectievelijke opleidingsprogramma’s in de kolom evaluatie. Stagebesluit per stageblok In het stagebesluit geef je een persoonlijke samenvatting van je ervaring met de desbetreffende stage: hoe heb je het lesgeven ervaren, is dit wat je ervan verwachtte, hoe is het contact met de doelgroep(en) geweest, wat heb je hieruit geleerd, hoe heb je het desbetreffende schoolklimaat ervaren, waar sta je na deze stage, waarin ben je gegroeid, wat zijn je aandachtspunten? Stagebesluit na afronding van alle stages Je geeft een kritische beschouwing van het eigen functioneren binnen het onderwijs. Je reflecteert over je verschillende stage-ervaringen en je totale leertraject . Stageovereenkomst Officieel document (zie formulieren) dat de samenwerking tussen de opleiding, de stageschool en de student wettelijk regelt. Deze overeenkomst moet ondertekend worden door de drie partijen. Portfolio In het portfolio wordt de student gevraagd te reflecteren over de opgedane stage-ervaringen en deze te confronteren met de eigen verworven kennis, vaardigheden, attitudes (inhoud van het verslag: zie werkwijze). Het portfolio wordt gebundeld als een geheel, doch met een duidelijke indeling per stageblok. Op het einde schrijft je een algemeen besluit waarin je reflecteert over jouw leerervaringen. Het portfolio wordt beoordeeld op taal, presentatie, inhoud, volledigheid en reflectie. Verslag lesbegeleiding Het verslag lesbegeleiding is een instrument voor het begeleiden van de stagelessen. Het verslag wordt ingevuld door de mentor of vakmentor en de stagebegeleider en aan de student bezorgd. De formulieren worden toegevoegd aan het portfolio.. Verslag synthese Het verslag synthese is een instrument voor het beoordelen van de stage. Het verslag wordt ingevuld door de mentor of vakmentor en de stagebegeleider. De formulieren die je zelf in ontvangst neemt worden toegevoegd aan het portfolio. Formulieren die later dan de inleverdatum van het portfolio worden bezorgd kunnen worden nagestuurd naar de opleiding. Zelfevaluatie Na elke les blik je terug op je functioneren als leraar tijdens de voorbije les. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 20 / 32 9 Bijlage 9.1 Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen o Omschrijvingen Art. 1 Stage Stage is een opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of een onderwijsactiviteit, waarbij een student gedurende een bepaalde periode taken uitvoert in een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de verworven competenties te toetsten aan de realiteit en verder in te oefenen, wat resulteert in beroepservaring. Voor de duidelijkheid en transparantie worden het betrokken opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of de onderwijsactiviteit, benoemd met stage, conform de onderrichtingen studiefiche en studiegids, eventueel met aanvullingen. Art. 2 Stagebegeleider Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt. Art. 3 Stagegever Instelling of persoon die aan een studentstagiair de mogelijkheid biedt, om in het kader van een opleiding één of meerdere stageperiodes te volbrengen. Art. 4 Stagementor Persoon aangesteld door de stagegever, die de studentstagiair tijdens de stage begeleidt. Art. 5 Stageovereenkomst Document opgemaakt in drievoud waarbij tussen de 3 betrokken partijen (Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, de studentstagiair en de stagegever), bepaalde rechten en plichten worden afgesproken en bepaald. Art. 6 Stageplaats Daadwerkelijke plaats waar de stage doorgaat. Art. 7 Student-stagiair Student van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen die in het in het kader van zijn opleiding één of meerdere stageperiodes volbrengt. o Toepassingsgebied en kader Art. 8 Toepassingsgebied Dit stagereglement is van toepassing op: de studentstagiair de stagegever de stagementor de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel waaronder stage ressorteert de stagebegeleider © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 21 / 32 Art. 9 Studiefiche De stageperiodes zijn als onderdeel van de opleiding beschreven in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel [artikel 4 van de Stageovereenkomst]. De beschrijving, de volledigheid, de uitvoering en de evaluatie ervan vallen onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel. De studiefiche, opgenomen in de toetredingsovereenkomst, wordt ook aan de stagegever overhandigd voor “gelezen en goedgekeurd”. Art. 10 Stageovereenkomst Voor elke stageperiode wordt een stage-overeenkomst opgemaakt. Voor preservice stages wordt een raamovereenkomst opgemaakt tussen KCA en de stageschool voor het stagepakket van alle stagiairs. Voor de inservice stages wordt een LIObaanovereenkomst opgesteld per studentstagiair per periode. Art. 11 De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel Het is de taak van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel om toe te zien op de naleving van het stagereglement en de bepalingen opgenomen in de betreffende en betrokken studiefiche. Art. 12 Kosten De prestaties van de studentstagiair worden niet bezoldigd. Uitzondering: inservice stage: de student verwerft hier het statuut “leraar in opleiding” (LIO) en wordt bezoldigd volgens bekwaamheidsbewijs “andere”. o Keuze van stagegever en stageplaats A - binnenland Art. 13 Stagegever en stageplaats worden aangeboden Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Criteria: - Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij/zij lesgeeft aan kinderen, jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs. - Vakgerichte, gespecialiseerde begeleiding - Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding - Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever Werkwijze: - Er wordt een stagemarkt georganiseerd. Hier kunnen aanbieders van stages en studenten contacten leggen. - Een lijst van stagescholen/stagementoren die partners van KCA zijn in de opleiding van de student tot leraar aanbevolen, wordt ter beschikking. - De stageplaatsen worden individueel toegekend in samenspraak met de student. - Bij niet consensus bepaalt de opleiding waar de student stage loopt. - Na toekenning van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de stageschool en de stagementor en maakt praktische afspraken. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 22 / 32 - - - De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan in die periode niet plaatsvinden. De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) ter bevestiging aan de betrokken directies en/of mentoren. De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider bezoekt de student en geeft feedback over zijn functioneren. Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider zich steeds op het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van hun aanwezigheid. Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor. Deze is bij preservicestage tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage bezoekt hij de student en geeft feedback over zijn functioneren. De stagementor begeleidt de student tijdens de volledige stage. De stagegever of de stagementor bezorgt de student na de stage een stagebeoordeling via de formulieren “verslag lesbegeleiding” (verslag na observatie/begeleiding van een les) en “syntheseverslag” (syntheseverslag na observatie/begeleiding van verscheidene lessen). Art. 14 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Zie artikel 13 en 15 Art. 15 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: De student formuleert zelf een voorstel van stageplaats in overleg met de verantwoordelijken voor de stage. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door de opleidingscoördinator. Bij nietconsensus bepaalt de opleiding waar de student stage zal lopen. Criteria: - Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen, jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs. - Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding - Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding - Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever - Stageplaatsen bevinden zich bij voorkeur in de regio Antwerpen, Stageplaatsen in andere regio’s worden uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van de stagebegeleider en de coördinator. Werkwijze: - Na goedkeuring door de opleiding neemt de student zelf contact op met de stageschool en de stagementor en maakt praktische afspraken. - De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan in die periode niet plaatsvinden. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 23 / 32 - De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) of een LIObaanovereenkomst (inservice) ter bevestiging aan de betrokken directies en/of mentoren. - De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider bezoekt de student en geeft feedback over zijn functioneren. - Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider zich steeds op het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van de aanwezigheid. - Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor. Deze is bij preservicestage tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage bezoekt hij de student en geeft feedback over zijn functioneren. De stagementor begeleidt de student tijdens de volledige stage. - De stagegever (stagementor) bezorgt de student na de stage een stagebeoordeling via de formulieren “verslag lesbegeleiding” (verslag na observatie/begeleiding van een les) en “syntheseverslag” (syntheseverslag na observatie/begeleiding van verscheidene lessen). (On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een stageplaats niet goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de student stagiair. Criteria: - Verscheidenheid; van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen, jongeren en volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs, DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs. - Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding - Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding - Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever - Stageplaatsen enkel in de regio Antwerpen (preservice), stageplaatsen in andere regio’s worden enkel uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van de coördinator. - De stagementor is ten minste 2 jaar afgestudeerd als leraar in het onderwijs, of als deskundige in de sector waar de stage plaatsheeft. De stagementor heeft tenminste 2 jaar werkervaring. Wanneer aan de criteria hoger vermeld niet wordt voldaan, zal de stageplaats niet worden goedgekeurd. Beroep hiertegen is niet mogelijk. Er zal in overleg met de student worden gezocht naar een andere stageplaats. Bij niet-consensus bepaalt de opleiding waar de student stage zal lopen. B – buitenland (= buiten de grenzen van België) Art. 16 Stagegever en stageplaats worden aangeboden Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Zie artikel 13 Art. 17 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Zie artikel 13 en 15 Art. 18 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Zie artikel 15 (On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een stageplaats niet goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de studentstagiair. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 24 / 32 Zie artikel 15 Art. 19 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel, ook wanneer de student zelf dient in te staan voor de keuze van de stagegever en de stageplaats, zorgt ervoor dat de stage enkel kan doorgaan op plaatsen gedekt door de hogeschoolpolis (bv. niet in landen of streken van oorlog of oproer) Bij twijfel dient contact opgenomen te worden met de directie personeel (+32 3 213 93 32 - [email protected]). Indien de studentstagiair meent activiteiten te moeten ontplooien die niet gedekt zijn door de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel en de hogeschoolpolis, handelt hij in eigen naam en is de hogeschool de facto/de jure niet verantwoordelijk. De hierboven bedoelde en vermelde activiteiten kunnen nooit in aanmerking komen voor evaluatiepunten in het kader van zijn opleiding. De opgedane expertise kan wel via de AUHA EVC-procedure in aanmerking komen voor het behalen van een “bewijs van bekwaamheid”. o Aan- en afwezigheid, inhaalstage De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst. Art. 20 Werktijden De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst. Art. 21 Afwezigheid Bij afwezigheid van de studentstagiair wordt volgende procedure gevolgd: De student verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de coördinator minimum een dag vooraf (bij overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per mail. Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: de student verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de coördinator minimaal een dag vooraf (bij overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per mail. Art. 22 Wettiging afwezigheid Om te bepalen of een afwezigheid van een studentstagiair al dan niet gewettigd is, worden volgende procedure en criteria gehanteerd: De student is gewettigd afwezig enkel wanneer de afwezigheid kan gestaafd worden met een geldig doktersattest én wanneer de procedure correct wordt opgevolgd. Indien aan één van beide voorwaarden niet wordt voldaan wordt de afwezigheid als onwettig beschouwd. Art. 23 Te weinig uren stage Wanneer een studentstagiair omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de vooraf bepaalde en gestelde uren stage, worden volgende procedure en criteria gehanteerd: Bij ongewettigde en gewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de stagebegeleider en de coördinator een inhaalstage worden opgelegd door de opleiding. Bij ongewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de stagebegeleider en de coördinator én na een gesprek met de student, de stage worden stopgezet. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 25 / 32 Art. 24 Inhaalstage Wanneer de student omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de gestelde uren stage, kan een “inhaalstage” georganiseerd worden. Hierbij worden volgende procedure en criteria gehanteerd: De opleiding kan in consensus met de stagegever een inhaalstage opleggen wanneer de student onvoldoende de beoogde lerarencompetenties heeft bereikt in het desbetreffende stage-onderdeel volgens de opleiding. Een inhaalstage vindt plaats op initiatief van de opleiding in overleg met de stagegever. De student kan een inhaalstage niet afdwingen. Voor de inhaalstage gelden dezelfde criteria en werkwijze als voor de stage. o Preventie, Gezondheid en Milieu Art. 25 Onthaal De stagegever staat in voor het onthaal van de studentstagiair op de stageplaats. Hij bezorgt de studentstagiair de noodzakelijke informatie met betrekking tot het arbeidsreglement, de veiligheidsvoorschriften (bv het dragen van werkkledij,…), eerste hulp bij ongevallen, noodprocedures, de aanwijzingen en gedragsregels (bv. roken,…) eigen aan de stageplaats. De persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. werkkledij, handschoenen,…) worden door de stagegever ter beschikking gesteld van de studentstagiair. Art. 26 Werkpostfiche en risicoanalyse Aangezien de stage, zoals gedefinieerd in artikel 1, overeenkomt met de omschrijving van stage vanuit welzijnsoogpunt (Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs), is de stagegever verplicht om een risicoanalyse en een werkpostfiche op te stellen. Art. 27 Regelgeving van de stageplaats De studentstagiair is verplicht het arbeidsreglement, de regelgeving inzake roken, de voorschriften eigen aan de onderneming en/of sector en de werkvoorschriften die voortvloeien uit de risicoanalyse na te leven. Art. 28 Risicoanalyse van een werkpost Stap 0 De opleidingsonderdeelverantwoordelijke voert een screening uit van de stageplaats (school, bedrijf, instelling,…). De stageplaats moet uiteraard een pedagogische meerwaarde bezitten, zonder de veiligheid van de student in gevaar te brengen. Hij gaat na of de stageplaats een risicoanalyse en werkpostfiche voor de werknemers ter beschikking heeft. Heeft de stageplaats een preventieadviseur en arbeidsgeneesheer in dienst? Indien niet, door wie worden deze functies vervuld? Op basis van deze screening kan de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke beslissen of de voorgenomen stageplaats al dan niet geschikt is voor het veilig uitvoeren van een stage. Stap 1 Heeft de stageplaats een risicoanalyse en/of werkpostfiche ter beschikking van de eigen werknemers? JA: vraag ze op en voeg deze toe aan de stageovereenkomst. NEE: de stageplaats zal een risicoanalyse moeten opmaken. De Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen stelt hiervoor enkele modeldocumenten ter beschikking. Voor de keuze van het juiste document, zie stap 2. Stap 2 De stageplaats betreft een: © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 26 / 32 BEDRIJF/INSTELLING/ORGANISATIE/…: de stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model C”. Vervolg zie stap 4. SCHOOL: zie stap 3. Stap 3 De stage vindt plaats in het kader van: LERARENOPLEIDING KLEUTER, LAGER, SECUNDAIR (algemene vakken, lichamelijke opvoeding , muzische opvoeding), SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING, BANABA BUITENGEWOON ONDERWIJS of POSTGRADUAAT NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER: De stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model A”. Vervolg zie stap 4. LERARENOPLEIDING (secundair technische vakken): de stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model B”. Vervolg zie stap 4. Stap 4 De student dient het document over te maken aan de directie van de stageplaats. Wanneer het document is ingevuld en ondertekend dient het te worden bezorgd aan de opleidingsonderdeelverantwoordelijke, samen met de stageovereenkomst. Art. 29 Studentongeval Afgezien het feit dat de studentstagiair een dubbelstatuut heeft (student en werknemer) worden ongevallen van een studentstagiair niet beschouwd en behandeld volgens de arbeidsongevallenwet, maar wel als “studentongeval”. Meer informatie over de aangifte van een studentongeval is te vinden: * in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu * op de website via www.ap.be/gezondheid * bij de medewerker personeel-preventie (+32 3 220 56 16 - [email protected]). Art. 30 Moederschapsbescherming Meer informatie over moederschapsbescherming is te vinden in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu of op de website via www.ap.be/gezondheid. o Verzekeringen Art. 31 Meer informatie over de verzekeringen ( burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen; reizen en verblijven in het buitenland ) is te bekomen bij de directie Personeel via (+32 3 220 56 16 - [email protected] o Bepalingen, taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden Art. 32 Wettelijke bepalingen Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (BS 4 oktober 2004) met wijzigingen door het KB van 30 september 2005 (BS 13 oktober 2005) en het KB van 2 juni 2006 (BS 17 juli 2006). © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 27 / 32 Art. 33 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagebegeleider - De stagebegeleider onderhoudt het contact met de stagegever (stagementor) en de opleidingscoördinator in functie van de begeleiding van de student stagiair. - Bij het betreden van de stageschool meldt de stagebegeleider zich steeds op het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van zijn aanwezigheid. - De stagebegeleider begeleidt de student tijdens de hele stage. - De stagebegeleider bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de student. - De stagebegeleider vult een formulier “lesverslag en/of synthese verslag stagebegeleiding” in en bezorgt dit aan de student. Art. 34 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagegever De stagegever garandeert een optimale begeleiding van de student (cf. criteria en procedures in het stagereglement) Art. 35 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagementor - De stagementor onderhoudt het contact met de opleidingscoördinator in functie van de begeleiding van de student stagiair. - De stagementor begeleidt de student tijdens de hele stage. - De stagementor bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de student. 3 - De stagementor vult het formulier “lesverslag en/of synthese verslag stagebegeleiding” in en bezorgt dit aan de student voor 1 juni. Art. 36 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de studentstagiair De student engageert zich om zo goed mogelijk de lestaken en de daarmee samenhangende activiteiten uit te voeren. Hij/zij houdt rekening met de richtlijnen vanuit de lerarenopleiding en met de eisen en verwachtingen van de stageschool. Stage opdracht onderwijs Voorbereiding Na bepaling van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de stageschool en de mentor en maakt praktische afspraken na goedkeuring door de stageschool. De planning dient te gebeuren in overleg met de stagebegeleider van de opleiding. De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan dan bijgevolg in die periode niet plaatsvinden. De preservice-stages starten pas na de inlevering van de goedgekeurde planning. Het stageformulier wordt meegestuurd als addendum bij de stage-overeenkomst. Observeren Telkens men aan een andere groep lesgeeft, observeert men de groep gedurende minimum 1 les en hiervan maakt men een verslag. Lesgeven De preservicestage bestaat uit stage-blokken (5 lessen = 3 studiepunten). 3 Dit kan eventueel ook gebeuren door de mentor/directeur, dit is afhankelijk van de takenverdeling van de betrokken stageschool. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 28 / 32 Van iedere les wordt vooraf een lesvoorbereiding gemaakt. De lesvoorbereiding bevat volgende elementen: Doelstellingen: wat wil ik bereiken? Beginsituatie: aan wie geef ik de les? Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te bereiken? Organisatie van de les: Hoe organiseer ik het lesverloop? Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik? (demonstreren, vertellen, doceren, groeps/individuele opdracht,…) Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les? Onderwijsleermiddelen. Welke muziek, partituur, tekst, beeld- of ander materiaal gebruik ik? Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter beschikking. Gebruik ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht. Evalueren Na de les maakt de student een kort reflectie van zijn les met de positieve punten en met de onderdelen die niet helemaal verliepen zoals gepland. Stagemap De stagemap is een belangrijk element in de communicatie tussen student – stagementor– stagebegeleider en moet beschikbaar zijn tijdens de stagelessen. De stagemap bevat volgende onderdelen: 1. Agenda van de stage 2. Observatieverslagen 3. Lesvoorbereidingen + zelfevaluatie van de lessen die reeds zijn gegeven (tot op de dag geactualiseerd) 4. profielen van leerlingen (muziek) 5. Evaluaties stagebegeleider/stagementor (eventueel, indien reeds voorhanden) Stage-opdracht educatief project Procedure Na de inleidende contacturen met de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke formuleren de studenten een projectvoorstel. Zij omschrijven daarbij hun doelgroep, hun doelstellingen, het kader,... (kortom: wie, wat, waar, wanneer?) Het voorstel van het Educatief Project dient vervolgens goedgekeurd te worden door de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke en door de opleidingscoördinator. De student maakt een werkplanning op die resulteert in een toonmoment en bezorgt die aan de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke. De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke staat in voor de begeleiding van de student. Hij bezoekt de student geregeld tijdens de uitvoering van het Educatief Project, en stuurt bij waar nodig. Na afronding van het Educatief Project organiseert de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke een evaluerend gesprek met de studenten. Na afronding van het Educatief Project dient de student een reflectieverslag in bij de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke: dat verslag is een soort dagboek of logboek van het © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 29 / 32 Educatief Project in al zijn facetten, waarbij kort nota wordt gemaakt van de werking, de evolutie, het functioneren van de deelnemers én het eigen functioneren binnen het project. De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke maakt een schriftelijke evaluatie van elke student. 9.2 Protocol examens 9.2.1 Organisatie Planning De examens kunnen worden georganiseerd vanaf de opening van de eerste examenperiode. Er wordt een examenweek zie jaarplanning. Deze week is dan verder een lesvrije week in de SLO . Voor de juiste data kan de onderwijskalender worden geraadpleegd in de Trotter. De examenplanning wordt ad valvas en via blackboard bekendgemaakt. Voor de planning van mondelinge examens schrijft de student zich in op intekenlijsten. Studenten die niet deelnemen aan het examen verwittigen de betrokken docent en het secretariaat. Voor deelname aan de tweede examenperiode is een inschrijving bij de secretariaatsmedewerker van de lerarenopleiding verplicht. Verloop De examens worden afgenomen door de betrokken docenten zonder externe jury. Indien gewenst kunnen examens van collega’s worden bijgewoond (interne jury). Dit kan in bepaalde gevallen wenselijk zijn doch dit is geen standaardprocedure. De opleidingscoördinator kan als intern jurylid fungeren bij alle examens. 9.2.2 Inhoud De studiefiches in de digitale studiegids worden elk academiejaar geactualiseerd. Daarin worden afspraken opgenomen over lessen, examens, projecten, ... 9.2.3 Evaluatievormen (zie ook digitale studiegids) Mondeling examen of schriftelijk examen afgenomen door de vakdocent: tijdens de examenperiodes op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen. Procestoets permanent door de vakdocent: – observatie van het functioneren van de student tijdens de contacturen, microteaching, oefeningen in het kader van de opleiding en stages, op vooraf aangekondigde tijdstippen en locaties. – Taken en opdrachten ter ondersteuning van dit functioneren binnen te leveren op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen. De taken en opdrachten bieden de mogelijkheid tot de evaluatie van de competenties inzake reflectie en zelfstandig leren van de student. Evaluatie/studievoortgangsgesprekken door de opleidingscoördinator en betrokken docenten: na afronding van het eerste semester op afspraak. Toonmoment met vakjury en publiek: op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen. Stagebeoordeling door de stagebegeleider van de opleiding en de mentor van de stageschool. 9.2.4 Evaluatiecriteria Mondeling examen of schriftelijk examen en toonmoment met vakjury en publiek: de doelstellingen per opleidingsonderdeel zijn opgenomen in de digitale studiegids, zij zijn geformuleerd in kennis, vaardigheden en attitudes; de examenopgaven toetsen de mate waarin deze verworven zijn. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 30 / 32 Bij procestoets permanent wordt de aanwezigheid van de student als basisvoorwaarde gesteld voor de mogelijkheid voor de toekenning van het punt. De ongewettigde afwezigheden van een student worden verrekend volgens % aanwezigheid. Overzichtstabel: 0% afwezigheid → 100% aanwezig 20/20 kan max. worden behaald 10% 90% 18/20 20% 80% 16/20 30% 70% 14/20 40% 60% 12/20 50% 50% 10/20. Registratieprocedure aanwezigheden: – de docenten vullen aanwezigheidslijsten in op het moment dat de lessen worden gegeven. – Via die lijsten wordt geteld hoeveel lessen de student afwezig was in verhouding met het totaal aantal gegeven lessen. – Dit wordt verwerkt in het totaalpunt volgens de verhouding zoals vermeld in de studiegids; dit kan variëren naargelang het opleidingsonderdeel. – Let wel : iemand die ziek is, brengt een doktersbriefje binnen op het secretariaat en is zo gewettigd afwezig. Gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid meegeteld. – Bij afwezigheid worden de betrokken docent én het secretariaat verwittigd. Evaluatie/studievoortgangsgesprekken hebben een dubbele functie: de student krijgt kwalitatieve feedback over zijn functioneren, de opleiding krijgt kwalitatieve feedback over haar functioneren. Daarnaast zijn deze gesprekken vooral ook een instrument voor studentenbegeleiding. Stagebeoordeling: via de stagebeoordeling wordt gepeild naar een integratie van de lerarencompetenties zoals geformuleerd door de overheid (2007). De competenties zijn aangevuld met artistieke competenties zodat ze aan de specificiteit van het kunstonderwijs tegemoet komen. 9.2.5 Deliberaties Tijdens de deliberaties moeten alle stemgerechtigden aanwezig zijn Een deliberatie is vertrouwelijk. Discretie naar studenten toe is dan ook vereist. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 31 / 32 Contact Koninklijk Conservatorium Antwerpen Desguinlei 25 2018 Antwerpen Tel. +32 (0)3 244 18 00 Fax +32 (0)3 238 90 17 [email protected] AP Hogeschool Antwerpen Centrale administratie Keizerstraat 15 2000 Antwerpen Tel. +32 (0)3 213 93 00 Fax +32 (0)3 213 93 41 [email protected] www.ap.be EHBO Onthaal Conservatorium: Bewaking deSingel: 03 244 18 00 0497 522 920 (intern 1800) (intern: *920) e Voor EHBO en ice packs kan je terecht in het secretariaat of op de 3 verdieping, Beel hoog in het kiné-osteopathielokaal (lokaal 399) of naast de kleedkamers. Spoed Algemeen noodnummer (binnen- en buitenland): UZA (Universitair Ziekenhuis Antwerpen) Sint-Vincentius Ziekenhuis Sint-Augustinus Ziekenhuis 112 tel. 03 821 38 06 tel. 03 285 20 21 tel. 03 443 39 00 Meebrengen: identiteitskaart + SIS-kaart van de patiënt en bij ongevallen een verzekeringsdocument. Bij ongevallen: rekeningen bijhouden voor terugbetaling. © AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015 32 / 32
© Copyright 2024 ExpyDoc