Gids voor studenten lerarenopleiding drama_2014-2015

© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
1 / 32
Inhoudstafel Trotter SLO drama
1
1.1
1.2
1.3
De specifieke lerarenopleiding drama
Toelatingsvoorwaarden
Algemene doelstellingen
Lerarencompetenties/ eindkwalificaties
3
3
3
3
2
Wie is wie?
4
3
Academische jaarkalender 2014 – 2015
5
4
Opleidingsprogramma SLO drama
7
5
5.1
5.2
5.3
5.4
Lesrooster
Aanwezigheid
Credits verwerven
Vakgebied pedagogische en didactische vorming i.h. opleidingsprogr.
Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma
8
9
9
9
9
6
Formulieren
17
7
7.1
7.2
7.3
7.4
Voorzieningen
Bibliotheek
Studentenparticipatie
Studentenbegeleiding
Ombuds
18
18
18
18
18
8
Wat is… verklarende trefwoordenlijst
19
9
9.1
9.2
Bijlage
Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen
Protocol examens
21
21
30
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
2 / 32
De Trotter
Deze Trotter is je gids voor alle vragen in verband met de lerarenopleiding drama. Hij is te gebruiken
in combinatie met de Wegwijzer Studenten, de digitale studiegids en de Onderwijs- en
Examenregeling. Je kunt de Trotter verkrijgen op het secretariaat, op het bureau van de
lerarenopleiding en via Blackboard.
1 De specifieke lerarenopleiding drama
De SLO is een voltijdse eenjarige opleiding (60 studiepunten) maar kan ook deeltijds worden gevolgd.
1.1 Toelatingsvoorwaarden
Met een diploma van academische bachelor drama, in het studiegebied muziek en podiumkunsten,
kun je inschrijven voor de specifieke lerarenopleiding drama samen met de inschrijving voor de
master.
Het diploma van leraar kan pas worden behaald na het behalen van de mastergraad.
1.2 Algemene doelstellingen
– De student verwerft binnen de lerarenopleiding didactische en pedagogische competenties.
– De student verbindt de didactische en pedagogische competenties met vakinhoudelijke
competenties uit de bachelor/masteropleiding waardoor de student de artistieke en vaktechnische
competenties kan aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk.
– De student verfijnt zijn communicatieve en reflectieve vermogens vanuit leraarsperspectief.
– De student is een bezield, creatief lesgever die de passie van de artistieke beleving kan doorgeven
aan verscheidene doelgroepen.
1.3 Lerarencompetenties/ eindkwalificaties
De basiscompetenties van de leraar (naar een besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007)
worden als uitgangspunt genomen voor de formulering van de eindkwalificaties. Ook de
eindkwalificaties van de initiële opleidingen dans, drama of muziek vormen daarbij ook een belangrijk
referentiekader. Het is immers enkel de combinatie van de professionele vakkennis (verworven in de
basisopleiding) én de psychopedagogische en vakdidactische inzichten in de lespraktijk (opgebouwd
in de lerarenopleidingen) die garant staan voor kwaliteitsvolle leraars. Daarnaast is ook de brede
inzetbaarheid een referentiekader voor de eindkwalificaties. De SLO erkent immers het belang van de
oriëntatie op een ruim afnemend veld: DKO, KSO en HKO maar ook de kunsteducatieve sector wordt
tot het afnemend veld gerekend.
De eindkwalificaties vind je beschreven in de digitale studiegids; http://ects.ap.be
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
3 / 32
2 Wie is wie?
Coördinatie opleiding
Opleidingshoofd SLO en Annouk Van
artistiek coördinator
Moorsel
SLO dans
Artistiek coördinator
Bob Selderslaghs
SLO drama
Artistiek coördinator
SLO muziek
Linda Germeys
[email protected]
03 244 18 16
0476 82 55 40
[email protected]
03 244 18 14
0485 78 08 15
[email protected]
03 244 18 17
0498 48 57 57
Ondersteuning opleiding
Ombudspersoon
Jodka Crabbe
[email protected]
03 244 18 05
Onthaal
Manu Mores en
Stefanie François
[email protected]
03 244 18 00
Secretariaat
Wendy Cortois
[email protected]
Fax: 03 238 90 17
Studentenbegeleiding
Floris Lammens
[email protected]
03 244 18 22
03 244 18 03
Docenten SLO drama
Didactiek van het artistiek leren
Communicatie
Jan Staes – [email protected]
Linda Germeys – [email protected]
Linda Germeys – [email protected]
Ontwikkelingspsychologie
Bob Selderslaghs – [email protected]
Annouk Van Moorsel – [email protected]
Vakdidactiek initiatie & expressie
Bob Selderslaghs – [email protected]
Vakdidactiek spreken
Eva De Hondt – [email protected]
Vakdidactiek acteren
Jan Bollen – [email protected]
Vakdidactiek woordkunst
Kris Philips – [email protected]
Regie & scenografie
Barbara Vandendriessche –
[email protected]
Natalie Gordon – [email protected]
Educatief project
Sanne Caluwaerts – [email protected]
Anne Vandevelde – [email protected]
Supervisie
Bob Selderslaghs – [email protected]
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
4 / 32
3 Academische jaarkalender 2014 – 2015
SEMESTER 1
Week
van
tot
de
36
1/sep
7/sep examens 2 examenkans
37
8/sep
38
15/sep
39
22/sep
40
29/sep
41
6/okt
42
13/okt
43
20/okt
44
27/okt
45
3/nov
46
10/nov
16/nov lesweek (ma 10/nov brugdag)
47
17/nov
23/nov lesweek
48
24/nov
30/nov lesweek
49
1/dec
7/dec lesweek
50
8/dec
51
15/dec
14/dec lesweek
lesweek
21/dec ma 15/dec indienen preservicestage periode 2
52
22/dec
28/dec kerstvakantie
1
29/dec
2
5/jan
4/jan kerstvakantie
lesweek
11/jan start preservicestage periode 2
3
12/jan
18/jan lesweek – examens
4
19/jan
25/jan gezamenlijke examens
5
26/jan
1/feb gezamenlijke examens
14/sep do 11/sep examencommissie slo drama
di 16/sep proloog
21/sep do 18/sep infovergadering slo dans/slo drama
28/sep lesweek
5/okt lesweek
lesweek
12/okt vr 10/okt stagemarkt
19/okt lesweek
lesweek
26/okt ma 20/okt indienen preservicestage periode 1
herfstvakantie
vr 31/okt indienen inservicestage semester 1 of
2/nov volledig schooljaar
lesweek
9/nov start preservicestage periode 1
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
5 / 32
SEMESTER 2
6
2/feb
7
9/feb
8
16/feb
9
23/feb
10
2/mrt
11
9/mrt
12
16/mrt
8/mrt lesweek
lesweek
15/mrt ma 9/mrt indienen inservicestage semester 2
Lesweek / projectweek Cadenza
22/mrt za 21/mrt open campusdag
13
23/mrt
29/mrt lesweek
14
30/mrt
5/apr lesweek
15
6/apr
12/apr paasvakantie
16
13/apr
19/apr paasvakantie
17
20/apr
18
27/apr
26/apr lesweek
lesweek
3/mei vr 1/mei feest van de arbeid
19
4/mei
20
11/mei
21
18/mei
22
25/mei
23
1/jun
24/mei lesweek
examens
31/mei ma 25/mei pinkstermaandag
Examens
7/jun ma 1/jun inleveren verslagen, taken & portfolio
24
8/jun
14/jun examens
25
15/jun
21/jun examens
26
22/jun
27
29/jun
28/jun examens
ma 29/jun examencommissies
5/jul di 30/jun departementale proclamatie
28-34
6/jul
8/feb lesweek
lesweek
15/feb ma 9/feb indienen preservicestage periode 3
22/feb krokusvakantie
lesweek
1/mrt start preservicestage periode 3
10/mei lesweek
lesweek
17/mei do 14/mei o.l.h. hemelvaart (vr 15/mei brugdag)
23/aug zomervakantie
de
35
24/aug
30/aug examens 2 examenkans
36
31/aug
6/sep examens 2 examenkans
37
7/sep
de
13/sep vr 11/sep examencommissie slo drama
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
6 / 32
4 Opleidingsprogramma SLO drama
Het opleidingsprogramma (60 studiepunten) bestaat uit een theoretische component (vakgebied
pedagogische en didactische vorming, 30 stp.) en een praktijkcomponent
(30 stp.). Indien je een geïndividualiseerd studietraject volgt, dien je het opleidingsonderdeel
didactiek van het artistiek leren steeds op te nemen voor of gelijktijdig met de vakdidactieken en de
observatiestage. Achtereenvolgens kunnen de stage en als laatste het portfolio in het studietraject
worden opgenomen
opleidingsonderdeel
Contact
uren
Studie
tijd
Studie
omvang
Studie Examen/ Herexamen
punten PE
60
120
180
6
E
30
30
40
60
60
140
90
90
180
3
3
6
E
PE
PE
X
X
X
X
X
30
40
30
60
140
60
90
180
90
3
6
3
PE
PE
PE
X
X
X
(260)
(640)
(900)
30
90
165
60
270
180
90
90
180
90
270
180
90
3
6
3
9
6
3
E
P
P
P
P
E
0
0
0
0
0
X
90
720
90
90
720
90
3
24
3
E
P
E
0
0
X
Vakgebied pedagogische en
didactische vorming







Didactiek van het artistiek
leren
Ontwikkelingspsychologie
Communicatie
Vakdidactiek initiatie &
expressie
Vakdidactiek spreken
Vakdidactiek woordkunst
Vakdidactiek acteren
X
Vakgebied praktijk preservice of
inservice (30 studiepunten)
Preservice

Observatiestage

Educatief Project

Regie & scenografie

Stage 9

Stage 6

Portfolio
Inservice

Observatiestage

Stage

Portfolio
15
30
Totalen preservice
305
1495
1800
60
Totalen inservice
260
1540
1800
60
E = examen
PE = examen + permanente evaluatie
P = permanente evaluatie
de
X = wel 2 zittijd
de
0 = geen 2 zittijd
Studenten die zich inschrijven voor inservice of preservice stage volgen 10u supervisie.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
7 / 32
5 Lesrooster
dag
begin einde opleidingsonderdeel
docent
periode
lokaal
maandag
09.30 12.00 Vakdidactiek acteren
Jan Bollen
sem. 1
307
(12 lessen: van 22/09
tot 17/12)
12.30 15.00 Vakdidactiek initiatie &
Bob Selderslaghs
expressie
sem. 1 + 2
57
(16 lessen: van 22/09
tot 09/02)
10.00 13.00 Regie & scenografie
Barbara
sem. 2
307
Vandendriessche (11 lessen: van 02/02
tot 11/05. eerste 2
lessen op 02/02 en
09/02 tot 11.30 )
dinsdag
10.00 13.00 contacturen Educatief
Project (preservice)
N. Gordon
30/09
Zwarte zaal:
P.Renschaw
7/10
iedereen
A. Vandevelde
14 & 21/10
Witte zaal:
S. Caluwaerts
18/11
iedereen
9/06
435: slo drama
+ nader te bepalen
Zwarte zaal: slo
dans
Witte zaal: slo
muziek
Zie onthaal en BB
12.30 14.30 Supervisie inservice &
Bob Selderslaghs
preservice stage
sem. 1 + 2
vergaderzaal
(4 sessies:
04/11, 06/01, 24/02
en 21/04)
woensdag
09.00 11.00 Didactiek van het artistiek
leren
Jan Staes
sem. 1 + 2
Linda Germeys
(30 lessen: van 24/09
58
tot 03/06)
11.00 13.00 Ontwikkelingspsychologie
Annouk Van
sem. 1
Moorsel
(15 lessen: van 24/09
58
tot 21/01)
donderdag
09.30 11.30 Vakdidactiek woordkunst
Kris Philips
12.00 14.00
sem. 1
58
(10 lessen: van 25/09
tot 04/12)
09.30 12.30 Vakdidactiek spreken
Eva De Hondt
sem. 1 + 2
58
(10 lessen: van 11/12
tot 19/03)
vrijdag
08.30 10.30 Communicatie groep 1
Linda Germys &
sem. 2
11.00 13.00 Communicatie groep 2
Bob Selderslaghs
(15 lessen: van 06/02
58
tot 22/05)
Let op voor wijzigingen! Deze worden meegedeeld via Blackboard en het digitaal beeldscherm.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
8 / 32
5.1 Aanwezigheid
De aanwezigheid in lessen met permanente evaluatie (P, kijk hiervoor in het opleidingsprogramma
onder de kolom evaluatie) is door de concrete invulling van die lessen en de hieraan gekoppelde
manier van evalueren een voorwaarde voor het toekennen van een cijfer. Bij opleidingsonderdelen
met permanente evaluatie* (P) is de aanwezigheid dus verplicht!
De aanwezigheden worden door de docent genoteerd in de lessen. De puntenberekening gebeurt op
basis van de effectieve aanwezigheden en gewettigde afwezigheden t.o.v. het aantal effectief
gegeven lessen per academiejaar. Indien je niet aanwezig kan zijn in de les, kan je dit telefonisch
melden aan het onthaal en wordt dit via het postvakje aan de betrokken docent meegedeeld. Je bent
echter pas gewettigd afwezig als je over een medisch attest beschikt Dit attest bezorg je aan de
betrokken docent én op het secretariaat.
De ongewettigde afwezigheden van een student bij onderwijsactiviteiten worden als volgt verrekend in
de quotering:
afwezig
aanwezig
maximum
te behalen
0%
100%
20/20
10%
90%
18/20
20%
80%
16/20
30%
70%
14/20
40%
60%
12/20
50%
50%
10/20
In lessen waar de aanwezigheid geen voorwaarde is om de credit te kunnen behalen) en die enkel
worden beoordeeld op basis van examen (E) is de aanwezigheid niet verplicht (hoewel de
aanwezigheid de slaagkans gevoelig kan verhogen).
5.2 Credits verwerven
Je verwerft een credit voor een opleidingsonderdeel wanneer je tenminste 10/20 behaalt.
Je moet slagen voor elke deelproef van het opleidingsonderdeel om voor het volledige
opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien je voor een deelproef niet slaagt, wordt het laagste cijfer
van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en word je voor het hele
opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende examenperiode.
5.3 Vakgebied pedagogische en didactische vorming in het opleidingsprogramma
Hier wordt een algemeen theoretisch kader geschetst in relatie tot de kunsten en tot het
leraarsberoep.
De theoretische opleidingsonderdelen didactiek van het artistiek leren, ontwikkelingspsychologie en
communicatie worden gezamenlijk georganiseerd voor SLO dans, drama en muziek.
De verschillende vakdidactieken bereiden je zeer concreet voor op het lesgeven in een bepaalde
discipline.
5.4 Vakgebied praktijk in het opleidingsprogramma
De praktijkcomponent bestaat uit
 observatiestage
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
9 / 32

(doe)stage
o Preservice (als student-stagiair): wie dit traject volgt kiest voor een praktijkopleiding
die wordt gestuurd vanuit de opleiding.
o Inservice (als leraar in opleiding of LIO): wie dit traject kiest heeft een aanstelling in
het onderwijs.
o Combinatie
Indien je niet de volledige praktijkcomponent inservice kan opnemen, kan je voor een
combinatie van preservice/inservice stage opteren. Hierbij wordt het aantal lesuren
1
binnen je aanstelling opgeteld en omgezet in studiepunten (zie onderstaande tabel).
De resterende studiepunten kunnen vervolgens d.m.v. preservice stage worden
ingevuld:
studiepunten


5.4.1
96 (tot 143)
6
144 (tot 191)
9
192 (tot 239)
12
240 (tot 287)
15
288 (tot 335)
18
336 (tot 383)
21
384 (tot 431)
24
supervisie
portfolio
Observatiestage
– Je observeert 15 lessen binnen een stageschool.
– Je kiest hiervoor uit een lijst die je vindt op blackboard of je stelt nog een andere stageschool voor
aan de coördinator van de opleiding.
– Je bespreekt je stageplanning met de vakdidacticus/coördinator.
– Je observeert alleen lessen van leraars die minimum 2 jaar lesgeven en in het bezit zijn van een
pedagogisch diploma.
– Je vraagt toelating aan de stageschool om te komen observeren.
– Je kan starten met je observaties na de introductieles ‘observeren’ in de les Didactiek van het
artistiek leren én na toelating van de opleiding en de stageschool.
– Je observeert:
9 lessen Drama:
Keuze uit: (Algemene) Verbale Vorming, Dramatische Expressie, Toneel, Voordracht,
Welsprekendheid, Repertoirestudie, Literaire Creatie, Initiatie, Muzische Vorming, Regie,
Musical…
Verschillende onderwijsvormen: DKO, KSO, privéscholen of andere
Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen
3 lessen Muziek:
Verschillende onderwijsvormen: DKO, KSO, privéscholen of andere, met hieraan gekoppeld
verschillende disciplines (AML, samenzang, instrument…).
Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen.
Minimum 2 verschillende scholen.
1
Er wordt gerekend in blokken van drie studiepunten met een minimum van 6 studiepunten.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
10 / 32
3 lessen Dans:
Verschillende onderwijsvormen: privé/dagonderwijs, DKO, KSO, HO verschillende genres
(klassieke dans, modern hedendaagse dans, dansinitiatie…)
Verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, volwassenen.
Minimum 2 verschillende scholen.
– De planning van je observatiestage vul je in op het formulier “observatiestage”.
2
– Dit formulier voeg je toe aan je het observatieverslag* .
– Dit observatieverslag wordt ingeleverd op het secretariaat voor 1 juni en later toegevoegd aan het
portfolio.”
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder
Stageschool
Student
Lerarenopleiding Antwerpen
1. Je kiest stageplaatsen uit de
1.de coördinator/docenten
lijst of je zoekt een aantal
geven advies inzake de keuze
interessante stageplaatsen en
van de te observeren lessen
formulieren
bespreekt dit eerst met
vakdidacticus docent of
coördinator.
2.Je vraagt de toestemming aan
de directie van de stageschool
3. De directie
verleent de
toestemming
4. De les wordt geobserveerd en
observatiestage
genoteerd.
5.Na de les wordt het
formulier
'observatiestage'
afgestempeld of
ondertekend
6. Je maakt een observatieverslag
2
Voor alle termen met een * vind je achteraan een verklarende trefwoordenlijst
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
11 / 32
5.4.2 (Doe)stage
Preservice
Voor:
– Je zoekt samen met de coördinator/vakdidacticus voor elke discipline een stageplaats. Hiervoor
wordt o.m. een “stagemarkt” georganiseerd waar stagescholen en studenten contacten kunnen
leggen in functie van de stages. Er kan ook een lijst worden geraadpleegd met door de opleiding
aanbevolen stageplaatsen. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door de
opleidingscoördinator. Opgelet: je mag enkel stage lopen bij vakleerkrachten die minimum 2 jaar
lesgeven en in het bezit zijn van een pedagogisch diploma.
– Na goedkeuring neem je zelf contact op met de stageschool en de mentor/vakleraar en maak je
praktische afspraken.
– De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per stageschool.
Opgelet: inservice en preservice stages op aparte formulieren indienen). Je krijgt hiervoor per
stageperiode een link via Blackboard-organisaties-studenten KC SLO dans/drama/muziek. Na
goedkeuring van de stage krijg je een bevestiging per mail met een overzicht van de door jou
ingevulde gegevens (opgelet: geen formulier = geen stage).
– De opleiding stuurt hierop een raamovereenkomst* aan de betrokken directies.
– Deze wordt ondertekend door de opleiding en de stageplaats.
– Per discipline wordt lesgegeven aan verschillende niveaus of aan verschillende doelgroepen,
minimum 3, maximum 10 lessen per niveau/doelgroep/stage.
– Je geeft maximum 3 lesuren per dag.
– Het volledige stagepakket moet gespreid worden over minimum 2 stageperiodes. M.a.w. je kan niet
al je stagelessen plannen binnen 1 stageperiode.
Tijdens:
– Je verricht 25 lesuren stage: 10 lesuren voor Stage 6 en 15 lesuren voor Stage 9. Je geeft telkens
minstens 3 uren les aan eenzelfde groep leerlingen en binnen eenzelfde stageschool.
– Je observeert telkens vooraf 1 les en maakt hiervan een verslag.
– Je maakt voor elke stageles een lesvoorbereiding en een verslag (zelfevaluatie).
– Bij de keuze van de stageplaatsen hou je rekening met de verschillende doelgroepen (kinderen,
jongeren, volwassenen) én met de verschillende onderwijsvormen (DKO, KSO, privéscholen en/of
andere).
– Minimum drie van de onderstaande vakken dienen in de gehele stage aan bod te komen:
– Initiatie of Muzische Vorming
– Algemene Verbale Vorming
– Verbale Vorming
– Dramatische Expressie
– Toneel
– Voordracht
– Repertoirestudie
– Toneelgeschiedenis
– Welsprekendheid
– Literaire Creatie
– Musical
– Regie
– Op vooraf bepaalde data is er een supervisiebijeenkomst (zie lesrooster). De supervisie is een
onderdeel van het preservicetraject en derhalve is de aanwezigheid verplicht.
– Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders en de coördinator:
Eva De Hondt: [email protected], 0485/18.92.42
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
12 / 32
–
–
–
–
–
–
Jan Bollen: [email protected], 0473/40.38.51
Kris Philips: [email protected], 0485/64.12.35
Bob Selderslaghs: [email protected], 0485/78.08.15
Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars
Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor, stagebegeleider en
opleidingscoördinator met daarin (week na week verder aangevuld):
– Observatieverslagen* (1 verslag per geobserveerde les van de klas waar de stage plaatsvindt).
– Agenda
– Alle lesvoorbereidingen*: studenten preservice maken voor elke les een uitgewerkte
lesvoorbereiding.
De inhoud van de stagemap vormt de basis voor het portfolio*.
Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator
zo snel mogelijk telefonisch én per mail.
Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: je verwittigt de stagegever,
de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én per mail.
Bij niet opvolgen van het stagereglement kan de coördinator beslissen de stage op te schorten.
Na:
– Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders en de mentoren het formulier verslag
lesbegeleiding* en/of verslag synthese*
– De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen
assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze evaluatie wordt
bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de stage.
– Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van stages over
verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool, per academiejaar ingeleverd
(uiterlijke inleverdatum: zie academische jaarkalender) en uiteindelijk toegevoegd aan portfolio.
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je hieronder
Stageschool
Student
Lerarenopleiding Antwerpen
1 Je overlegt over de
1. De coördinator/docenten
stageplaatsen met de
geven advies inzake de keuze
vakdidacticus en de coördinator.
van de stageplaats
2. Je vraagt toestemming aan de
2. De opleiding organiseert een
stageschool (dat kan reeds op de
stagemarkt
formulier
stagemarkt)
3. de directie
verleent
toestemming
4. Je vult het digitale formulier
Stageformulier via
stages in
link
5. Per stageplaats wordt een
Raamovereenkomst
raamovereenkomst opgemaakt.
Deze wordt ondertekend door
de opleiding en de stageschool
6. De (vak)mentor
6. Je geeft de stagelessen het
observeert de stage, verloop hiervan is te volgen via de
bespreekt, stuurt bij
6. Je wordt begeleid door de
Lesvoorbereiding
stagebegeleider(s)
Verslag
stagemap
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
lesbegeleiding
13 / 32
7. De mentor/leraar
7. Op het einde van alle stages
9. Er wordt een beoordeling
maakt een
wordt alles samengevoegd in een
opgemaakt
beoordeling
portfolio
Verslag synthese
Inservice
Voor:
– Je stelt bij inschrijving de stageplaats en de omvang van de stage voor aan de coördinator. Jij staaft
dit door een voorlopige goedkeuring van zijn directie met het formulier inservice voor de grensdata
voor inschrijving (zie jaarkalender)
– De opleiding stuurt dan een LIObaanovereenkomst aan de betrokken directies/mentoren.
– Deze wordt ondertekend door alle partijen, één exemplaar wordt terugbezorgd aan het secretariaat.
– De stageplanning wordt ingevuld op het digitale formulier stages (1 formulier per stageschool,
inservice en preservice stages op aparte formulieren). Je krijgt hiervoor per stageperiode een link
via Blackboard-organisaties-studenten KC SLO dans/drama/muziek. Na goedkeuring van de stage
krijg je een bevestiging per mail met een overzicht van de door jou ingevulde gegevens
Tijdens:
– Je wordt begeleid vanuit de opleiding door de stagebegeleiders en de coördinator:
Eva De Hondt: [email protected], 0485/18.92.42
Jan Bollen: [email protected], 0473/40.38.51
Kris Philips: [email protected], 0485/64.12.35
Bob Selderslaghs: [email protected], 0485/78.08.15
– Je wordt begeleid vanuit de stageschool door de mentoren of vakleraars.
– Voor de begeleiding van de stages worden de formulieren verslag lesbegeleiding en/of verslag
synthese gebruikt.
– Op vooraf bepaalde data (zie lesrooster) is er een supervisiebijeenkomst. De supervisie is een
onderdeel van het inservicetraject en derhalve is de aanwezigheid verplicht.
– Tijdens de stage ligt een stagemap in de klas ter inzage voor de vakmentor en stagebegeleider met
daarin (week na week verder aangevuld):
– Agenda
– Lesplannen
– Bij afwezigheid verwittig je de stageschool, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator
zo snel mogelijk telefonisch én per mail.
– Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: de student verwittigt de
stagegever, de stagebegeleider, de (vak)mentor en de coördinator zo snel mogelijk telefonisch én
per mail.
Na:
– Voor de evaluatie van de stage gebruiken de stagebegeleiders het formulier verslag lesbegeleiding*
en/of verslag synthese*.
– De stageschool kan voor de evaluatie van de stage ook gebruik maken van een eigen
assessmentsysteem. Van de evaluatie is een schriftelijke neerslag vereist. Deze evaluatie wordt
bezorgd aan de student door de stageschool na afronding van de stage.
– Alle gegevens van alle stages worden verzameld in het portfolio: bij spreiding van stages over
verschillende academiejaren worden verslagen per stageschool, per academiejaar voor 1 juni op
het secretariaat van het Koninklijk Conservatorium en uiteindelijk toegevoegd aan portfolio.
Een overzicht van hoe je te werk moet gaan vind je op de volgende bladzijde:
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
14 / 32
Stageschool
Student
1. De stageschool
1.Je bent werknemer in een
heeft de student
onderwijsinstelling; hij heeft een
aangenomen als
LIObaan
Lerarenopleiding Antwerpen
formulieren
3. Voor instellingen, andere
formulier inservice
personeelslid (LIO
baan)
2. De directie
2. Je vraagt het statuut van “leraar
engageert zich voor
in opleiding” aan de stageschool
de samenwerking met
de lerarenopleiding
inzake de begeleiding
van de inservicestage
3. Je brengt de lerarenopleiding op
de hoogte van zijn opdracht ( aantal dan officiële DKO-scholen
uren en periode van aanstelling).
of KSO, wordt onderzocht of
een samenwerking mogelijk
is.
5. Je vult het digitale stageformulier
Stageformulier via
in
link
4. Per student en per
LIObaan-
stageplaats wordt een
overeenkomst
LIObaanovereenkomst
opgemaakt. Deze wordt
ondertekend door de
opleiding, de stageschool
en de student.
6. De mentor
6. Je geeft lessen en vervult
6. Je wordt begeleid door
Verslag
begeleidt de student
bijbehorende opdrachten
de opleiding
lesbegeleiding
7. De Mentor en/of
7. Er wordt een beoordeling Verslag synthese
mentor/leraar maken
opgemaakt
een beoordeling
5.4.3 Supervisie
Supervisie omvat 4 contactmomenten (zie lesrooster) gericht op het reflecteren op de eigen manier
van werken met als doel een persoonsgericht leertraject te doorlopen. Het aanleren of verder
uitbouwen van je vermogen tot reflectie is de kerntaak van supervisie. Je blikt terug op ervaringen en
gaat ze onderzoeken, ruimer kaderen, bevragen, toetsen, aanpassen en handelingsalternatieven
uitproberen. Je medestudenten spelen ook een belangrijke rol in dit proces via het uitwisselen van
ervaringen en informatie en de feedback die je van elkaar ontvangt. Aanwezigheid op de
contactmomenten is verplicht voor alle studenten die ingeschreven zijn voor (doe)stage.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
15 / 32
5.4.4 Portfolio
In het portfolio bundel je al je activiteiten uit de praktijkcomponent van het programma. Volgende
onderdelen mogen niet ontbreken:
- Inhoudstafel
- formulier observatiestage en verslagen observatiestage
- Stage
o Per stageblok
 Agenda
 Lesplan (inservice) en/of lesvoorbereidingen (preservice)
 Zelfevaluatie per les
 Verslagen lesbegeleiding en/of syntheseverslagen
 Algemeen besluit
- Onderzoek
o Je doet een onderzoek naar de functionele gehelen of basiscompetenties van een
leraar: welke competentie(s) moet jij nog verbeteren of verdiepen met het oog op een
voldoende beheersing/verworvenheid ervan?
o Kies 1 basiscompetentie uit die je wil verwerven/ verbreden/ verdiepen/ verbeteren.
o Je formuleert een voorstel (aan welke competentie wil je werken?) en een plan van
aanpak (hoe ga je te werk om de gekozen competentie te versterken?) en presenteert
dit aan de opleidingscoördinator.
o Na goedkeuring ga je aan de slag.
o Rapporteer alle acties die je ondernomen hebt en schrijf hierover een “reflectieverslag
basiscompetenties”. Voeg toe aan je portfolio.
5.4.5
Educatief project
De kernopdracht van de student in het Educatief Project is een project op poten te zetten met een
specifieke doelgroep, buiten het reguliere onderwijssysteem. Daaronder vallen activiteiten als
voorbereidingen/plannen maken, het bepalen van een werkwijze die onderwijskundig en didactisch
verantwoord is, het kiezen van het didactisch materiaal, het bijhouden van een dag- of logboek, het
organiseren van een toonmoment, het beoordelen (evaluatie) van het eigen begeleiden en dat van de
deelnemers, het motiveren van de deelnemers, het geven van individuele begeleiding en het werken
aan een goede sfeer bij de omgang met individuele deelnemers en groepen. De docenten van het
Educatief Project geven een theoretische omkadering tijdens de contacturen (zie lesrooster). De
contacturen zijn een onderdeel van dit opleidingsonderdeel en derhalve is de aanwezigheid verplicht.
Vervolgens krijgt elke student een begeleider toegewezen die ondersteuning biedt bij de praktische
uitwerking van zijn/haar Educatief Project.
Docenten/begeleiders: Natalie Gordon, Sanne Caluwaerts, Anne Vandevelde.
5.4.6 Regie & scenografie
Regie & scenografie is een combinatie van begeleide praktijk/atelier en zelfstandige praktijk. Tijdens
de contacturen verwerft de student een inzicht in de betekenis van regie & scenografie en in hoe deze
theateraspecten zich tot elkaar verhouden. De student verwerkt de (basis)principes ervan in een
scenisch concept dat hij in de vorm van een maquette presenteert. Hij kan daarbij een link leggen
naar de lespraktijk (voorstellingen en/of toonmomenten in het DKO, KSO, privéscholen,
kunsteducatieve sector, liefhebberscircuit e.a.).
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
16 / 32
6 Formulieren
Alle formulieren zijn te downloaden via blackboard en op papier te verkrijgen op het secretariaat.
Inservice (aanvraag)
Met dit formulier vraag je de toestemming aan de directeur om een inservice stage te doen in zijn
school. Op basis van dit document wordt de LIObaanovereenkomst gemaakt.
Lesvoorbereiding
Hierop maak je eventueel je lesvoorbereidingen; dat kan digitaal, maar ook handgeschreven.
Lesplan
Dit formulier helpt je voor het opbouwen van een lessenreeks binnen een bepaalde periode.
Observatiestage
Hierop vul je in waar je bent gaan observeren. Je laat dit ook telkens tekenen of afstempelen door de
betrokkenen.
Stages (preservice + inservice)
Dit digitale formulier vul je in per stageschool en apart voor preservice en inservice stages zodat wij
alle benodigde gegevens met betrekking tot je stage ter onzer beschikking hebben. Je ontvangt
hiervoor een link via het secretariaat, je kan het hele jaar daar inschrijven voor de verschillende
stageperiodes doch elke stageperiode wordt afgesloten op een bepaalde datum (zie jaarkalender).
Inschrijven voor die stageperiode is dan niet meer mogelijk.
Raamovereenkomst
De overeenkomst voor stages wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter
ondertekening.
LIObaanovereenkomst
Dit formulier wordt opgestuurd door het secretariaat naar de stageschool ter ondertekening. De
student of de stageschool zelf bezorgt dit document ondertekend terug.
Verslag lesbegeleiding
Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie van jouw
stagelessen ((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Zij vullen dit in en bezorgen het ons
via jou terug (toevoegen aan het portfolio).
Verslag Synthese
Dit formulier wordt door jou bezorgd aan alle betrokkenen bij de begeleiding/evaluatie van jouw stage
((vak)mentoren, de directies en de stagebegeleiders). Het synthese formulier wordt gebruikt voor de
beoordeling van jouw lespraktijk na afronding van een stageblok.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
17 / 32
7 Voorzieningen
7.1 Bibliotheek
Meer informatie over de leeszaal, uitleendienst en de collectie m.b.t. muziek vind je in de wegwijzer
voor studenten en de bibliotheekwegwijzer. Naast het aanbod van onze bibliotheek kan je voor
vakliteratuur inzake onderwijs ook een kijkje nemen in de bibliotheek van het departement BLS,
Verschansingstraat 29, 2000 Antwerpen,
T 03 259 01 27, [email protected].
7.2 Studentenparticipatie
In de lerarenopleiding besteden we op een systematische manier aandacht aan de kwaliteit van onze
opleidingen. Hiervoor bestaan o.a. opleidingsraden voor de lerarenopleidingen dans, drama en
muziek waarin opleidingshoofden, docenten en studenten zetelen. Elk jaar zijn we op zoek naar
kandidaat studenten om te zetelen in deze raad. Je kan je hiervoor kandidaat stellen bij je coördinator
of bij het opleidingshoofd SLO.
7.3 Studentenbegeleiding
Om je studietraject zo optimaal mogelijk te laten verlopen organiseren de opleidingen
studentenbegeleiding. Wanneer je vragen of hulp nodig hebt kan je terecht bij de coördinatoren en de
docenten van jouw opleiding.
De studentenbegeleider voor het departement Koninklijk Conservatorium is Floris Lammens.
7.4 Ombuds
Bij geschillen kan je beroep doen op een ombudspersoon. Deze persoon is niet betrokken bij de
opleiding maar wel vertrouwd met het departement. Voor de lerarenopleidingen is de ombuds Jodka
Crabbe.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
18 / 32
8 Wat is… verklarende trefwoordenlijst
Agenda
De agenda is een opsomming van lesmomenten in de tijd met vermelding van één tot enkele
kernwoorden in verband met de inhoud van de les. De agenda staat in rechtstreekse relatie met de
lesvoorbereiding.
Lesplan
Het lesplan is een planning van een lessenreeks van vakantie tot vakantie; over een schooljaar:
Periode 1: van september tot aan de herfstvakantie
Periode 2: van de herfst- tot aan de kerstvakantie
Periode 3: van de kerst- tot aan de krokusvakantie
Periode 4: van de krokus- tot aan de paasvakantie
Periode 5: van de paas- tot aan de grote vakantie
In het lesplan wordt kort en bondig beschreven wat je wil doen, vertrekkend van wat je op het einde
van de lessenreeks wil bereiken en zo les na les opbouwend. Het accent ligt hier op het traject dat je
met een leerling of een klas wil afleggen in functie van de doelstellingen.
Lesvoorbereiding
De lesvoorbereiding is een schriftelijke neerslag van activiteiten die in de les zullen worden aangereikt
aan de leerling volgens een welbepaalde structuur:
Introductie/opwarming, kern van de les, slot.
De lesvoorbereiding bevat volgende elementen:
1 Doelstellingen: wat wil ik bereiken?
2 Beginsituatie: aan wie geef ik de les?
3 Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te bereiken?
4 Organisatie van de les: Hoe organiseer ik het lesverloop?
5 Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik? (demonstreren, vertellen, doceren,
groeps/individuele opdracht,…)
6 Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les?
7 Onderwijsleermiddelen. Welke muziek, partituur, tekst, beeld- of ander materiaal gebruik ik?
Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter beschikking. Gebruik
ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht. Alle elementen van de lesvoorbereiding
moeten schriftelijk worden genoteerd en voorhanden zijn op de stageplaats voor aanvang van de
desbetreffende les.
Observatieverslag
In de lessen didactiek van het artistiek leren wordt aandacht besteed aan de techniek van het
observeren. Naast de identificatiegegevens van de geobserveerde les zullen de vragen dienen als
leidraad voor het observatieverslag, behorend bij het opleidingsonderdeel “observatiestage”. Het
observatieverslag wordt besloten met een reflectie over de ganse observatieperiode (zie ook tekst
“observatieopdracht”) en wordt ingeleverd (zie jaarkalender) en later ook toegevoegd aan portfolio.
Permanente evaluatie
Permanente evaluatie (P), is een evaluatievorm waarbij de student beoordeeld wordt op zijn activiteit
en medewerking in de klas, op het uitvoeren van taken, het voorleggen van thuis voorbereide
opdrachten, etc. Daar deze beoordeling tijdens de lessen gebeurt, is de aanwezigheid van de
studenten onontbeerlijk. Uiteraard is de aanwezigheid op zich geen beoordelingscriterium, doch wel
een vertrekpunt voor het toekennen van een cijfer: bij 100% aanwezigheid vertrekt men voor de
toekenning van het cijfer van de maximum score 20/20, bij 90% aanwezigheid vertrekt men bij de
toekenning van het cijfer van 90% van de maximum score = 18/20, enz. Wanneer men minder dan de
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
19 / 32
helft van de lessen aanwezig is geweest kan men nooit meer voldoende behalen op het deel dat wordt
beoordeeld via permanente evaluatie. Let wel: gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid
meegeteld. De betrokken docent en het secretariaat dienen hier wel vooraf van op de hoogte te
worden gebracht. Welke opleidingsonderdelen worden beoordeeld via P en voor welk percentage vind
je terug in de respectievelijke opleidingsprogramma’s in de kolom evaluatie.
Stagebesluit per stageblok
In het stagebesluit geef je een persoonlijke samenvatting van je ervaring met de desbetreffende stage:
hoe heb je het lesgeven ervaren, is dit wat je ervan verwachtte, hoe is het contact met de
doelgroep(en) geweest, wat heb je hieruit geleerd, hoe heb je het desbetreffende schoolklimaat
ervaren, waar sta je na deze stage, waarin ben je gegroeid, wat zijn je aandachtspunten?
Stagebesluit na afronding van alle stages
Je geeft een kritische beschouwing van het eigen functioneren binnen het onderwijs. Je reflecteert
over je verschillende stage-ervaringen en je totale leertraject .
Stageovereenkomst
Officieel document (zie formulieren) dat de samenwerking tussen de opleiding, de stageschool en de
student wettelijk regelt. Deze overeenkomst moet ondertekend worden door de drie partijen.
Portfolio
In het portfolio wordt de student gevraagd te reflecteren over de opgedane stage-ervaringen en deze
te confronteren met de eigen verworven kennis, vaardigheden, attitudes (inhoud van het verslag: zie
werkwijze). Het portfolio wordt gebundeld als een geheel, doch met een duidelijke indeling per
stageblok. Op het einde schrijft je een algemeen besluit waarin je reflecteert over jouw leerervaringen.
Het portfolio wordt beoordeeld op taal, presentatie, inhoud, volledigheid en reflectie.
Verslag lesbegeleiding
Het verslag lesbegeleiding is een instrument voor het begeleiden van de stagelessen. Het verslag
wordt ingevuld door de mentor of vakmentor en de stagebegeleider en aan de student bezorgd. De
formulieren worden toegevoegd aan het portfolio..
Verslag synthese
Het verslag synthese is een instrument voor het beoordelen van de stage. Het verslag wordt ingevuld
door de mentor of vakmentor en de stagebegeleider. De formulieren die je zelf in ontvangst neemt
worden toegevoegd aan het portfolio. Formulieren die later dan de inleverdatum van het portfolio
worden bezorgd kunnen worden nagestuurd naar de opleiding.
Zelfevaluatie
Na elke les blik je terug op je functioneren als leraar tijdens de voorbije les.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
20 / 32
9 Bijlage
9.1 Stagereglement Specifieke Lerarenopleidingen
o
Omschrijvingen
Art. 1 Stage
Stage is een opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of een onderwijsactiviteit, waarbij
een student gedurende een bepaalde periode taken uitvoert in een reële werksituatie. De stage heeft
als doel om de verworven competenties te toetsten aan de realiteit en verder in te oefenen, wat
resulteert in beroepservaring.
Voor de duidelijkheid en transparantie worden het betrokken opleidingsonderdeel, deel van een
opleidingsonderdeel of de onderwijsactiviteit, benoemd met stage, conform de onderrichtingen
studiefiche en studiegids, eventueel met aanvullingen.
Art. 2
Stagebegeleider
Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage
daadwerkelijk begeleidt.
Art. 3
Stagegever
Instelling of persoon die aan een studentstagiair de mogelijkheid biedt, om in het kader van een
opleiding één of meerdere stageperiodes te volbrengen.
Art. 4
Stagementor
Persoon aangesteld door de stagegever, die de studentstagiair tijdens de stage begeleidt.
Art. 5
Stageovereenkomst
Document opgemaakt in drievoud waarbij tussen de 3 betrokken partijen (Artesis Plantijn Hogeschool
Antwerpen, de studentstagiair en de stagegever), bepaalde rechten en plichten worden afgesproken
en bepaald.
Art. 6
Stageplaats
Daadwerkelijke plaats waar de stage doorgaat.
Art. 7
Student-stagiair
Student van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen die in het in het kader van zijn opleiding één of
meerdere stageperiodes volbrengt.
o
Toepassingsgebied en kader
Art. 8
Toepassingsgebied
Dit stagereglement is van toepassing op:
de studentstagiair
de stagegever
de stagementor
de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel waaronder stage ressorteert
de stagebegeleider
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
21 / 32
Art. 9
Studiefiche
De stageperiodes zijn als onderdeel van de opleiding beschreven in de studiefiche van het betrokken
opleidingsonderdeel [artikel 4 van de Stageovereenkomst]. De beschrijving, de volledigheid, de
uitvoering en de evaluatie ervan vallen onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke van
het opleidingsonderdeel.
De studiefiche, opgenomen in de toetredingsovereenkomst, wordt ook aan de stagegever
overhandigd voor “gelezen en goedgekeurd”.
Art. 10 Stageovereenkomst
Voor elke stageperiode wordt een stage-overeenkomst opgemaakt.
Voor preservice stages wordt een raamovereenkomst opgemaakt tussen KCA en de stageschool voor
het stagepakket van alle stagiairs.
Voor de inservice stages wordt een LIObaanovereenkomst opgesteld per studentstagiair per periode.
Art. 11 De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel
Het is de taak van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel om toe te zien op de naleving
van het stagereglement en de bepalingen opgenomen in de betreffende en betrokken studiefiche.
Art. 12 Kosten
De prestaties van de studentstagiair worden niet bezoldigd.
Uitzondering: inservice stage: de student verwerft hier het statuut “leraar in opleiding” (LIO) en wordt
bezoldigd volgens bekwaamheidsbewijs “andere”.
o
Keuze van stagegever en stageplaats
A - binnenland
Art. 13 Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats
aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Criteria:
- Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij/zij lesgeeft aan kinderen, jongeren en
volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met
ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs,
DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Vakgerichte, gespecialiseerde begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
Werkwijze:
- Er wordt een stagemarkt georganiseerd. Hier kunnen aanbieders van stages en studenten
contacten leggen.
- Een lijst van stagescholen/stagementoren die partners van KCA zijn in de opleiding van de
student tot leraar aanbevolen, wordt ter beschikking.
- De stageplaatsen worden individueel toegekend in samenspraak met de student.
- Bij niet consensus bepaalt de opleiding waar de student stage loopt.
- Na toekenning van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de stageschool en de
stagementor en maakt praktische afspraken.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
22 / 32
-
-
-
De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en
aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de
digitale formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het
digitale formulier gesloten en kan geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden
ingevuld. De stage kan in die periode niet plaatsvinden.
De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) ter bevestiging aan de
betrokken directies en/of mentoren.
De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider bezoekt de
student en geeft feedback over zijn functioneren.
Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider zich steeds op
het secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van hun aanwezigheid.
Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor. Deze is bij
preservicestage tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage bezoekt hij de student en
geeft feedback over zijn functioneren. De stagementor begeleidt de student tijdens de
volledige stage.
De stagegever of de stagementor bezorgt de student na de stage een stagebeoordeling via de
formulieren “verslag lesbegeleiding” (verslag na observatie/begeleiding van een les) en
“syntheseverslag” (syntheseverslag na observatie/begeleiding van verscheidene lessen).
Art. 14 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van
stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 13 en 15
Art. 15 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan
worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
De student formuleert zelf een voorstel van stageplaats in overleg met de verantwoordelijken voor de
stage. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door de opleidingscoördinator. Bij nietconsensus bepaalt de opleiding waar de student stage zal lopen.
Criteria:
- Verscheidenheid: van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen, jongeren en
volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met
ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs,
DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
- Stageplaatsen bevinden zich bij voorkeur in de regio Antwerpen, Stageplaatsen in andere
regio’s worden uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van de stagebegeleider
en de coördinator.
Werkwijze:
- Na goedkeuring door de opleiding neemt de student zelf contact op met de stageschool en de
stagementor en maakt praktische afspraken.
- De student vult de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en
aparte formulieren voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de digitale
formulieren worden ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale
formulier gesloten en kan geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld.
De stage kan in die periode niet plaatsvinden.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
23 / 32
- De opleiding stuurt hierop een stageraamovereenkomst (preservice) of een LIObaanovereenkomst
(inservice) ter bevestiging aan de betrokken directies en/of mentoren.
- De opleiding duidt één of meerdere stagebegeleiders aan. De stagebegeleider bezoekt de student en geeft
feedback over zijn functioneren.
- Bij het betreden van de stageschool melden zowel student als stagebegeleider zich steeds op het
secretariaat of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van de aanwezigheid.
- Op de stageplaats wordt de begeleiding gegarandeerd door de stagementor. Deze is bij preservicestage
tijdens de stagelessen aanwezig, bij inservicestage bezoekt hij de student en geeft feedback over zijn
functioneren. De stagementor begeleidt de student tijdens de volledige stage.
- De stagegever (stagementor) bezorgt de student na de stage een stagebeoordeling via de formulieren
“verslag lesbegeleiding” (verslag na observatie/begeleiding van een les) en “syntheseverslag”
(syntheseverslag na observatie/begeleiding van verscheidene lessen).
(On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een stageplaats niet
goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de student stagiair.
Criteria:
- Verscheidenheid; van de student wordt verwacht dat hij lesgeeft aan kinderen, jongeren en
volwassenen in de lagere, de middelbare en de hogere graad of beginners/met
ervaring/gevorderden, lagere graad: DKO, basisonderwijs (muzische vakken), privé onderwijs,
DKO, KSO, ASO, TSO, BSO, privéonderwijs.
- Gespecialiseerde, vakgerichte begeleiding
- Ondersteunende praktische en pedagogische begeleiding
- Optimale communicatie tussen opleiding en stagegever
- Stageplaatsen enkel in de regio Antwerpen (preservice), stageplaatsen in andere regio’s
worden enkel uitzonderlijk toegelaten op aanvraag, mits goedkeuring van de coördinator.
- De stagementor is ten minste 2 jaar afgestudeerd als leraar in het onderwijs, of als deskundige
in de sector waar de stage plaatsheeft. De stagementor heeft tenminste 2 jaar werkervaring.
Wanneer aan de criteria hoger vermeld niet wordt voldaan, zal de stageplaats niet worden
goedgekeurd.
Beroep hiertegen is niet mogelijk. Er zal in overleg met de student worden gezocht naar een andere
stageplaats. Bij niet-consensus bepaalt de opleiding waar de student stage zal lopen.
B – buitenland (= buiten de grenzen van België)
Art. 16 Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats
aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 13
Art. 17 Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van
stagegevers en –plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 13 en 15
Art. 18 Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan
worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Zie artikel 15
(On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een stageplaats niet
goed te keuren, en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de studentstagiair.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
24 / 32
Zie artikel 15
Art. 19 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel, ook wanneer de student zelf dient in te staan voor
de keuze van de stagegever en de stageplaats, zorgt ervoor dat de stage enkel kan doorgaan op
plaatsen gedekt door de hogeschoolpolis (bv. niet in landen of streken van oorlog of oproer)
Bij twijfel dient contact opgenomen te worden met de directie personeel
(+32 3 213 93 32 -  [email protected]).
Indien de studentstagiair meent activiteiten te moeten ontplooien die niet gedekt zijn door de
verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel en de hogeschoolpolis, handelt hij in eigen naam en is
de hogeschool de facto/de jure niet verantwoordelijk. De hierboven bedoelde en vermelde activiteiten
kunnen nooit in aanmerking komen voor evaluatiepunten in het kader van zijn opleiding.
De opgedane expertise kan wel via de AUHA EVC-procedure in aanmerking komen voor het behalen
van een “bewijs van bekwaamheid”.
o
Aan- en afwezigheid, inhaalstage
De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de
gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst.
Art. 20 Werktijden
De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de
gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst.
Art. 21 Afwezigheid
Bij afwezigheid van de studentstagiair wordt volgende procedure gevolgd:
De student verwittigt de stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de coördinator minimum
een dag vooraf (bij overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per mail.
Bij onverwachte wijzigingen in het lesrooster geldt dezelfde procedure: de student verwittigt de
stagegever, de stagebegeleider, de stagementor en de coördinator minimaal een dag vooraf (bij
overmacht zo snel mogelijk) telefonisch én per mail.
Art. 22 Wettiging afwezigheid
Om te bepalen of een afwezigheid van een studentstagiair al dan niet gewettigd is, worden volgende
procedure en criteria gehanteerd:
De student is gewettigd afwezig enkel wanneer de afwezigheid kan gestaafd worden met een geldig
doktersattest én wanneer de procedure correct wordt opgevolgd. Indien aan één van beide
voorwaarden niet wordt voldaan wordt de afwezigheid als onwettig beschouwd.
Art. 23 Te weinig uren stage
Wanneer een studentstagiair omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de vooraf
bepaalde en gestelde uren stage, worden volgende procedure en criteria gehanteerd:
Bij ongewettigde en gewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de stagebegeleider
en de coördinator een inhaalstage worden opgelegd door de opleiding.
Bij ongewettigde afwezigheid kan, na overleg met de stagegever, de stagebegeleider en de
coördinator én na een gesprek met de student, de stage worden stopgezet.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
25 / 32
Art. 24 Inhaalstage
Wanneer de student omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de gestelde uren stage,
kan een “inhaalstage” georganiseerd worden. Hierbij worden volgende procedure en criteria
gehanteerd:
De opleiding kan in consensus met de stagegever een inhaalstage opleggen wanneer de student
onvoldoende de beoogde lerarencompetenties heeft bereikt in het desbetreffende stage-onderdeel
volgens de opleiding. Een inhaalstage vindt plaats op initiatief van de opleiding in overleg met de
stagegever. De student kan een inhaalstage niet afdwingen.
Voor de inhaalstage gelden dezelfde criteria en werkwijze als voor de stage.
o
Preventie, Gezondheid en Milieu
Art. 25 Onthaal
De stagegever staat in voor het onthaal van de studentstagiair op de stageplaats. Hij bezorgt de
studentstagiair de noodzakelijke informatie met betrekking tot het arbeidsreglement, de
veiligheidsvoorschriften (bv het dragen van werkkledij,…), eerste hulp bij ongevallen, noodprocedures,
de aanwijzingen en gedragsregels (bv. roken,…) eigen aan de stageplaats.
De persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. werkkledij, handschoenen,…) worden door de stagegever
ter beschikking gesteld van de studentstagiair.
Art. 26 Werkpostfiche en risicoanalyse
Aangezien de stage, zoals gedefinieerd in artikel 1, overeenkomt met de omschrijving van stage
vanuit welzijnsoogpunt (Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van
stagiairs), is de stagegever verplicht om een risicoanalyse en een werkpostfiche op te stellen.
Art. 27 Regelgeving van de stageplaats
De studentstagiair is verplicht het arbeidsreglement, de regelgeving inzake roken, de voorschriften
eigen aan de onderneming en/of sector en de werkvoorschriften die voortvloeien uit de risicoanalyse
na te leven.
Art. 28 Risicoanalyse van een werkpost
Stap 0
De opleidingsonderdeelverantwoordelijke voert een screening uit van de stageplaats (school, bedrijf,
instelling,…). De stageplaats moet uiteraard een pedagogische meerwaarde bezitten, zonder de
veiligheid van de student in gevaar te brengen. Hij gaat na of de stageplaats een risicoanalyse en
werkpostfiche voor de werknemers ter beschikking heeft. Heeft de stageplaats een preventieadviseur
en arbeidsgeneesheer in dienst? Indien niet, door wie worden deze functies vervuld?
Op basis van deze screening kan de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke beslissen of de
voorgenomen stageplaats al dan niet geschikt is voor het veilig uitvoeren van een stage.
Stap 1
Heeft de stageplaats een risicoanalyse en/of werkpostfiche ter beschikking van de eigen werknemers?
JA: vraag ze op en voeg deze toe aan de stageovereenkomst.
NEE: de stageplaats zal een risicoanalyse moeten opmaken. De Artesis Plantijn Hogeschool
Antwerpen stelt hiervoor enkele modeldocumenten ter beschikking. Voor de keuze van het juiste
document, zie stap 2.
Stap 2
De stageplaats betreft een:
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
26 / 32
BEDRIJF/INSTELLING/ORGANISATIE/…: de stageplaats dient gebruik te maken van het formulier
“risicoanalyse model C”. Vervolg zie stap 4.
SCHOOL: zie stap 3.
Stap 3
De stage vindt plaats in het kader van:
LERARENOPLEIDING KLEUTER, LAGER, SECUNDAIR (algemene vakken, lichamelijke opvoeding ,
muzische opvoeding), SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING, BANABA BUITENGEWOON
ONDERWIJS of POSTGRADUAAT NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER: De stageplaats dient
gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model A”. Vervolg zie stap 4.
LERARENOPLEIDING (secundair technische vakken): de stageplaats dient gebruik te maken van het
formulier “risicoanalyse model B”. Vervolg zie stap 4.
Stap 4
De student dient het document over te maken aan de directie van de stageplaats. Wanneer het
document is ingevuld en ondertekend dient het te worden bezorgd aan de opleidingsonderdeelverantwoordelijke, samen met de stageovereenkomst.
Art. 29 Studentongeval
Afgezien het feit dat de studentstagiair een dubbelstatuut heeft (student en werknemer) worden
ongevallen van een studentstagiair niet beschouwd en behandeld volgens de arbeidsongevallenwet,
maar wel als “studentongeval”.
Meer informatie over de aangifte van een studentongeval is te vinden:
* in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu
* op de website via www.ap.be/gezondheid
* bij de medewerker personeel-preventie (+32 3 220 56 16 -  [email protected]).
Art. 30 Moederschapsbescherming
Meer informatie over moederschapsbescherming is te vinden in de informatiebrochure preventie,
gezondheid en milieu of op de website via www.ap.be/gezondheid.
o
Verzekeringen
Art. 31
Meer informatie over de verzekeringen ( burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen;
reizen en verblijven in het buitenland ) is te bekomen bij de directie Personeel via (+32 3 220 56 16
-  [email protected]
o
Bepalingen, taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden
Art. 32 Wettelijke bepalingen
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (BS 4 oktober
2004) met wijzigingen door het KB van 30 september 2005 (BS 13 oktober 2005) en het KB van 2 juni
2006 (BS 17 juli 2006).
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
27 / 32
Art. 33 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagebegeleider
- De stagebegeleider onderhoudt het contact met de stagegever (stagementor) en de
opleidingscoördinator in functie van de begeleiding van de student stagiair.
- Bij het betreden van de stageschool meldt de stagebegeleider zich steeds op het secretariaat
of bij de directie zodat de stageschool op de hoogte is van zijn aanwezigheid.
- De stagebegeleider begeleidt de student tijdens de hele stage.
- De stagebegeleider bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de student.
- De stagebegeleider vult een formulier “lesverslag en/of synthese verslag stagebegeleiding” in
en bezorgt dit aan de student.
Art. 34 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagegever
De stagegever garandeert een optimale begeleiding van de student (cf. criteria en procedures in het
stagereglement)
Art. 35 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagementor
- De stagementor onderhoudt het contact met de opleidingscoördinator in functie van de
begeleiding van de student stagiair.
- De stagementor begeleidt de student tijdens de hele stage.
- De stagementor bezoekt de student tijdens de stage en geeft feedback aan de student.
3
- De stagementor vult het formulier “lesverslag en/of synthese verslag stagebegeleiding” in en
bezorgt dit aan de student voor 1 juni.
Art. 36 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de studentstagiair
De student engageert zich om zo goed mogelijk de lestaken en de daarmee samenhangende
activiteiten uit te voeren. Hij/zij houdt rekening met de richtlijnen vanuit de lerarenopleiding en met de
eisen en verwachtingen van de stageschool.
Stage opdracht onderwijs
 Voorbereiding
Na bepaling van de stageplaats neemt de student zelf contact op met de stageschool en de
mentor en maakt praktische afspraken na goedkeuring door de stageschool.
De planning dient te gebeuren in overleg met de stagebegeleider van de opleiding. De student vult
de praktische gegevens in op het digitale stageformulier, 1 per stageplaats en aparte formulieren
voor preservice en inservice. Er zijn verschillende stageperiodes; de digitale formulieren worden
ingevuld per periode uiterlijk zie jaarkalender. Hierna wordt het digitale formulier gesloten en kan
geen formulier voor de desbtreffende periode meer worden ingevuld. De stage kan dan bijgevolg
in die periode niet plaatsvinden.
De preservice-stages starten pas na de inlevering van de goedgekeurde planning.
Het stageformulier wordt meegestuurd als addendum bij de stage-overeenkomst.

Observeren
Telkens men aan een andere groep lesgeeft, observeert men de groep gedurende minimum 1 les
en hiervan maakt men een verslag.

Lesgeven
De preservicestage bestaat uit stage-blokken (5 lessen = 3 studiepunten).
3
Dit kan eventueel ook gebeuren door de mentor/directeur, dit is afhankelijk van de takenverdeling van de betrokken
stageschool.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
28 / 32
Van iedere les wordt vooraf een lesvoorbereiding gemaakt.
De lesvoorbereiding bevat volgende elementen:





Doelstellingen: wat wil ik bereiken?
Beginsituatie: aan wie geef ik de les?
Lesverloop met leerinhouden: hoe ga ik te werk om mijn doel te bereiken?
Organisatie van de les: Hoe organiseer ik het lesverloop?
Didactische werkvormen: welke werkvorm gebruik ik? (demonstreren,
vertellen, doceren, groeps/individuele opdracht,…)
 Tijdsorganisatie: hoeveel tijd besteed ik aan elk deel van de les?
 Onderwijsleermiddelen. Welke muziek, partituur, tekst, beeld- of ander
materiaal gebruik ik?
Er is een voorgedrukt lesvoorbereidingsblad (zowel digitaal als op papier) ter beschikking. Gebruik
ervan wordt gezien als een hulpmiddel doch is niet verplicht.

Evalueren
Na de les maakt de student een kort reflectie van zijn les met de positieve punten en met de
onderdelen die niet helemaal verliepen zoals gepland.

Stagemap
De stagemap is een belangrijk element in de communicatie tussen student – stagementor–
stagebegeleider en moet beschikbaar zijn tijdens de stagelessen.
De stagemap bevat volgende onderdelen:
1. Agenda van de stage
2. Observatieverslagen
3. Lesvoorbereidingen + zelfevaluatie van de lessen die reeds zijn gegeven (tot op
de dag geactualiseerd)
4. profielen van leerlingen (muziek)
5. Evaluaties stagebegeleider/stagementor (eventueel, indien reeds voorhanden)
Stage-opdracht educatief project
Procedure

Na de inleidende contacturen met de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke formuleren de
studenten een projectvoorstel. Zij omschrijven daarbij hun doelgroep, hun doelstellingen, het
kader,... (kortom: wie, wat, waar, wanneer?)

Het voorstel van het Educatief Project dient vervolgens goedgekeurd te worden door de
opleidingsonderdeel-verantwoordelijke en door de opleidingscoördinator.

De student maakt een werkplanning op die resulteert in een toonmoment en bezorgt die aan
de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke.

De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke staat in voor de begeleiding van de student. Hij
bezoekt de student geregeld tijdens de uitvoering van het Educatief Project, en stuurt bij waar
nodig.

Na afronding van het Educatief Project organiseert de opleidingsonderdeel-verantwoordelijke
een evaluerend gesprek met de studenten.

Na afronding van het Educatief Project dient de student een reflectieverslag in bij de
opleidingsonderdeel-verantwoordelijke: dat verslag is een soort dagboek of logboek van het
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
29 / 32
Educatief Project in al zijn facetten, waarbij kort nota wordt gemaakt van de werking, de
evolutie, het functioneren van de deelnemers én het eigen functioneren binnen het project.

De opleidingsonderdeel-verantwoordelijke maakt een schriftelijke evaluatie van elke student.
9.2 Protocol examens
9.2.1 Organisatie
Planning
De examens kunnen worden georganiseerd vanaf de opening van de eerste examenperiode.
Er wordt een examenweek zie jaarplanning. Deze week is dan verder een lesvrije week in de SLO .
Voor de juiste data kan de onderwijskalender worden geraadpleegd in de Trotter.
De examenplanning wordt ad valvas en via blackboard bekendgemaakt.
Voor de planning van mondelinge examens schrijft de student zich in op intekenlijsten. Studenten die
niet deelnemen aan het examen verwittigen de betrokken docent en het secretariaat.
Voor deelname aan de tweede examenperiode is een inschrijving bij de secretariaatsmedewerker van
de lerarenopleiding verplicht.
Verloop
De examens worden afgenomen door de betrokken docenten zonder externe jury.
Indien gewenst kunnen examens van collega’s worden bijgewoond (interne jury). Dit kan in bepaalde
gevallen wenselijk zijn doch dit is geen standaardprocedure. De opleidingscoördinator kan als intern
jurylid fungeren bij alle examens.
9.2.2 Inhoud
De studiefiches in de digitale studiegids worden elk academiejaar geactualiseerd. Daarin worden
afspraken opgenomen over lessen, examens, projecten, ...
9.2.3 Evaluatievormen (zie ook digitale studiegids)
Mondeling examen of schriftelijk examen afgenomen door de vakdocent: tijdens de
examenperiodes op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen.
Procestoets permanent door de vakdocent:
– observatie van het functioneren van de student tijdens de contacturen, microteaching, oefeningen in
het kader van de opleiding en stages, op vooraf aangekondigde tijdstippen en locaties.
– Taken en opdrachten ter ondersteuning van dit functioneren binnen te leveren op vooraf
aangekondigde tijdstippen en plaatsen. De taken en opdrachten bieden de mogelijkheid tot de
evaluatie van de competenties inzake reflectie en zelfstandig leren van de student.
Evaluatie/studievoortgangsgesprekken door de opleidingscoördinator en betrokken docenten: na
afronding van het eerste semester op afspraak.
Toonmoment met vakjury en publiek: op vooraf aangekondigde tijdstippen en plaatsen.
Stagebeoordeling door de stagebegeleider van de opleiding en de mentor van de stageschool.
9.2.4 Evaluatiecriteria
Mondeling examen of schriftelijk examen en toonmoment met vakjury en publiek: de
doelstellingen per opleidingsonderdeel zijn opgenomen in de digitale studiegids, zij zijn geformuleerd
in kennis, vaardigheden en attitudes; de examenopgaven toetsen de mate waarin deze verworven
zijn.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
30 / 32
Bij procestoets permanent wordt de aanwezigheid van de student als basisvoorwaarde gesteld voor
de mogelijkheid voor de toekenning van het punt. De ongewettigde afwezigheden van een student
worden verrekend volgens % aanwezigheid.
Overzichtstabel:
0% afwezigheid →
100% aanwezig
20/20 kan max. worden behaald
10%
90%
18/20
20%
80%
16/20
30%
70%
14/20
40%
60%
12/20
50%
50%
10/20.
Registratieprocedure aanwezigheden:
– de docenten vullen aanwezigheidslijsten in op het moment dat de lessen worden gegeven.
– Via die lijsten wordt geteld hoeveel lessen de student afwezig was in verhouding met het totaal
aantal gegeven lessen.
– Dit wordt verwerkt in het totaalpunt volgens de verhouding zoals vermeld in de studiegids; dit kan
variëren naargelang het opleidingsonderdeel.
– Let wel : iemand die ziek is, brengt een doktersbriefje binnen op het secretariaat en is zo gewettigd
afwezig. Gewettigde afwezigheden worden niet als afwezigheid meegeteld.
– Bij afwezigheid worden de betrokken docent én het secretariaat verwittigd.
Evaluatie/studievoortgangsgesprekken hebben een dubbele functie: de student krijgt kwalitatieve
feedback over zijn functioneren, de opleiding krijgt kwalitatieve feedback over haar functioneren.
Daarnaast zijn deze gesprekken vooral ook een instrument voor studentenbegeleiding.
Stagebeoordeling: via de stagebeoordeling wordt gepeild naar een integratie van de
lerarencompetenties zoals geformuleerd door de overheid (2007). De competenties zijn aangevuld
met artistieke competenties zodat ze aan de specificiteit van het kunstonderwijs tegemoet komen.
9.2.5 Deliberaties
Tijdens de deliberaties moeten alle stemgerechtigden aanwezig zijn
Een deliberatie is vertrouwelijk. Discretie naar studenten toe is dan ook vereist.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
31 / 32
Contact
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
Desguinlei 25
2018 Antwerpen
Tel. +32 (0)3 244 18 00
Fax +32 (0)3 238 90 17
[email protected]
AP Hogeschool Antwerpen
Centrale administratie
Keizerstraat 15
2000 Antwerpen
Tel. +32 (0)3 213 93 00
Fax +32 (0)3 213 93 41
[email protected]
www.ap.be
EHBO
Onthaal Conservatorium:
Bewaking deSingel:
03 244 18 00
0497 522 920
(intern 1800)
(intern: *920)
e
Voor EHBO en ice packs kan je terecht in het secretariaat of op de 3 verdieping,
Beel hoog in het kiné-osteopathielokaal (lokaal 399) of naast de kleedkamers.
Spoed
Algemeen noodnummer (binnen- en buitenland):
UZA (Universitair Ziekenhuis Antwerpen)
Sint-Vincentius Ziekenhuis
Sint-Augustinus Ziekenhuis
112
tel. 03 821 38 06
tel. 03 285 20 21
tel. 03 443 39 00
Meebrengen: identiteitskaart + SIS-kaart van de patiënt en bij ongevallen een verzekeringsdocument.
Bij ongevallen: rekeningen bijhouden voor terugbetaling.
© AP- Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Trotter SLO drama 2014 - 2015
32 / 32