Beste inwoner van de gemeente Baarle-Nassau, Voor u ligt het beleidsprogramma 2014 – 2018 van Keerpunt ’98. Hierin leest u de visie van Keerpunt ’98 op de toekomst van de gemeente Baarle-Nassau. We hebben dit beleidsprogramma op onderwerpen gerangschikt zodat u snel kunt lezen wat onze visie is op de onderwerpen die u belangrijk vindt. Uiteraard is het ons streven om al deze zaken te verwezenlijken, toch willen we u graag attent maken op wat volgens Keerpunt ’98 in de komende jaren de belangrijkste speerpunten voor onze gemeente en inwoners zullen worden. Goede zorg dichtbij voor iedereen Het eerste speerpunt betreft de zogenaamde decentralisaties in het sociaal domein. De gemeente krijgt nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, de uitbreiding van de WMO, het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt en passend onderwijs. De kwaliteit van deze voorzieningen moet voorop staan. Volgens Keerpunt ’98 moeten we de lokale kennis die we al hebben over deze onderwerpen, bijvoorbeeld bij de WMO-raad, aanwenden om goede afspraken te maken met een grote partner. Dat kan Breda of Tilburg zijn, maar ook een commerciële partij. Op deze wijze kunnen we garanderen dat er kwaliteit geleverd wordt en dat we zelf de regie voeren. Zelfstandig vooruit met Hertog Het tweede speerpunt betreft de samenwerking met Baarle-Hertog. Keerpunt ’98 onderschrijft volledig het besluit zoals dat door het GOB-plenair genomen is op 25 juni 2013. Kort gezegd wordt het huidige GOB opgewaardeerd naar een grensoverschrijdend openbaar lichaam. Een lichaam dat een eigen programma, begroting, bemensing en bestuur kent en de taken van gezamenlijk belang uitvoert. Uiteindelijk moet dit lichaam uitgroeien tot een zogenaamde Europese Gemeente, waarin democratisch gestemd kan worden op de samenstelling van het bestuur. Op deze wijze wordt een organisatie en bestuur gevormd dat recht doet aan de lokale gemeenschap, zodat we de gemeenschappelijke taken en ambities zo goed mogelijk kunnen invullen. Om dit te kunnen realiseren moet Baarle-Nassau zelfstandig blijven! Economische impuls Baarle Het derde speerpunt is wat Keerpunt ’98 betreft een economische impuls voor Baarle. De lokale economie zorgt voor werkgelegenheid, het behouden van jongeren en jonge gezinnen en voorzieningen zoals winkels. Om de gemeente aantrekkelijk te houden zal hier in geïnvesteerd moeten worden. Dit geldt dan met name voor de toeristische sector. Het toerisme kan een nog grotere bijdrage leveren aan de lokale economie door het uitvoeren van de nota “Toeristisch Baarle’ en het opstellen en uitvoeren van het Masterplan voor het centrum. Mocht u naar aanleiding van ons beleidsprogramma vragen of opmerkingen hebben, dan waarderen wij het als u deze aan ons kenbaar wil maken. Dat kan door contact op te nemen met: Jan van Tilburg 06-23786818 [email protected] Michiel Goos 06-23358992 [email protected] Michel Antens 06-13955194 [email protected] Tevens zijn wij te vinden op Facebook: https://www.facebook.com/keerpuntbaarle Met vriendelijke groet, Keerpunt ’98 1 Beleidsprogramma 2014-2018 Keerpunt ’98 - Verstandig Zelfstandig Uitgangspunten: 1. Wij zijn een politieke partij, geen belangengroepering. 2. Uitgaande van gelijke rechten voor, en in dienst van, alle inwoners bepalen gekozen bestuurders het beleid, daarbij ondersteund door de ambtelijke organisatie. 3. Op basis van gelijkwaardigheid en respect voor ieders identiteit willen we de samenwerking met Baarle-Hertog zodanig uitbouwen, dat we op die gebieden, die voor de gemeenschap Baarle als totaal van belang zijn, gezamenlijk zelfstandig beslissingen kunnen blijven nemen. 4. Wij zijn ons bewust van de bijzondere situatie van onze gemeente en willen die behouden. Waar nodig moeten we op deze basis samenwerking blijven zoeken met andere gemeenten. 5. Het uitgangspunt voor deze samenwerking(en) is de kwaliteit van de dienstverlening voor de inwoners. 6. Om uitgangspunt 3, 4 en 5 te verwezenlijken dient Baarle-Nassau zelfstandig te blijven. 7. De gemeente moet in alle openheid haar beleid vaststellen en uitvoeren. 8. Wij willen goede en actieve informatie/voorlichting aan de inwoners geven. 9. Wij willen inwoners tijdig en actief betrekken bij het tot stand komen van beleid. 10. Het gemeentelijke financiële beleid moet helder zijn, onze inwoners hebben het recht te weten waar hun belastinggeld aan besteed wordt. Onze politieke opstelling Wij willen ons blijven inzetten om tot een beleid te komen dat door zo veel mogelijk inwoners wordt gedragen. Op een constructieve wijze en in goed overleg met de overige fracties, in gewone mensentaal. Zonder om de pot te draaien. De debatten daar voeren waar ze thuis horen: in de openbare vergaderingen. Open, eerlijk en duidelijk naar de inwoners toe. Wij willen goede verhoudingen in het bestuur, maar tegelijkertijd ook duidelijkheid. De grenzen tussen bestuurlijke-, persoonlijke, familiale- en zakelijke verhoudingen moeten helder zijn. Er mag geen wazig gebied zijn waarin verschillende verhoudingen en belangen in elkaar overlopen. Bestuur en functioneren van de gemeenteraad De raad bepaalt het beleid en houdt zich bezig met besturen op hoofdlijnen. De raad neemt, in alle openheid, haar besluiten in de openbare raadsvergaderingen. De raadsinformatieavonden moeten veel meer dan nu het geval is gebruikt worden om deskundigen en betrokkenen aan het woord te laten, zodat de raadsleden goed geïnformeerd aan de raadsvergadering beginnen. De discussie en besluitvorming dienen in de raadsvergadering plaats te vinden. De raad is er immers om beleidskaders vast te stellen en te controleren. Van participatiemogelijkheden voor inwoners zal, waar mogelijk, gebruik worden gemaakt. We willen inspraak in een vroeg stadium zodat er nog echt invloed uitgeoefend kan worden op de besluitvorming. De verdergaande digitalisering zal hierbij een grote rol spelen om te waarborgen dat iedereen betrokken kan zijn bij de besluitvorming, en niet enkel een vaste groep betrokken inwoners. De rekenkamercommissie helpt de gemeenteraad bij de kaderstellende en met name de controlerende functie en zal een toenemende invloed moeten hebben bij de evaluatie van beleid. Zeker in het kader van de nieuwe taken die op Nederlandse gemeenten afkomen. Volgens Keerpunt ’98 zal bekeken moeten worden of verhoging van het budget voor de rekenkamercommissie noodzakelijk is. 2 Gelijke rechten voor iedereen Alle inwoners hebben gelijke rechten. Dat is wettelijk zo geregeld. Wij vinden dat de opstelling naar de inwoners toe steeds open en eerlijk moet zijn. Wat voor de een geldt, geldt ook voor de ander, ongeacht stand of positie. Om die reden dient zelfs de schijn van belangenverstrengeling te worden voorkomen. Vergunningen dienen te voldoen aan de regels die daartoe door de overheid zijn opgesteld, regels dienen voor iedereen op dezelfde wijze te worden gehandhaafd. Inwoners hebben ook gelijke plichten. Sancties moeten dus ook voor iedereen gelijk zijn. Hier geldt dus zeker niet het recht van de sterkste. Bestuurlijke toekomst Baarle De volgende drie onderwerpen geven de visie van Keerpunt ’98 weer op de bestuurlijke toekomst van Baarle. Wat Keerpunt ’98 betreft is de conclusie dat Baarle-Nassau zelfstandig moet blijven om alle uitdagingen op te kunnen pakken met maatwerk. I Samenwerking met Baarle-Hertog Samen met onze zustergemeente Baarle-Hertog moeten wij de gemeenschap “Baarle” besturen. Met respect voor elkaar, dus op basis van gelijkwaardigheid, kortom, als goede en betrouwbare partners. Een goede samenwerking levert namelijk winst op voor beide gemeenten en daarmee voor de totale bevolking van Baarle. Onze gemeenschap bestaat niet alleen uit twee gemeenten, de gemeenten behoren ook tot twee verschillende landen. Twee landen met elk hun eigen wetgeving. Wetgeving die niet altijd op elkaar is afgestemd. Om de verschillen in wetgeving te overbruggen zullen de beide gemeenten een aparte status moeten hebben in hun eigen land. Juist vanwege de ontwikkelingen rondom opschaling van gemeenten in Nederland is het nú tijd om samen met Baarle-Hertog een grote stap vooruit te zetten. Keerpunt ’98 onderschrijft dan ook volledig het historische besluit dat unaniem genomen is in het GOB-plenair van 25 juni 2013, waarin is besloten om intensief samen te werken met elkaar en als stip op de horizon een Europese Gemeente te vormen. Het Gemeenschappelijk Orgaan Baarle moet in eerste instantie worden doorontwikkeld naar een grensoverschrijdend openbaar lichaam (GOL) met rechtspersoonlijkheid, een eigen (programma)begroting en een eigen organisatie. Tot het taakgebied van dit openbaar lichaam behoren de taken die voor de gemeenschap als geheel van belang zijn. Taken die het individuele voorzieningenniveau betreffen, zoals uitkeringen, dienen niet in dit GOL te worden ondergebracht. Deze taken hebben geen invloed op, en worden niet beïnvloed door, de enclaves in Baarle. Zij dienen juist op een hoger niveau georganiseerd te worden, zodat de kwaliteit, privacy en continuïteit geborgd zijn. Hierover meer in het volgende onderwerp “Samenwerking met Nederlandse gemeenten”. Het GOL dient zich volgens Keerpunt ‘98 niet te beperken tot louter gezamenlijke uitvoering, zoals bijvoorbeeld het onderhoud van het riool. Veel meer dan nu het geval is, zullen Nassau en Hertog ook samen beleid moeten maken. Op het gebied van kunst, cultuur, sport en verenigingsleven kan in principe snel een gezamenlijk beleid en aanpak worden gerealiseerd. Op andere beleidsterreinen zal snel succes moeilijker zijn, maar niet minder belangrijk. Vooral door verschillende wetgeving en cultuur zal dit niet makkelijk zijn. Keerpunt ’98 denkt dan bijvoorbeeld aan ruimtelijke ordening, 3 volkshuisvesting maar zeker ook economie en toerisme. Toch zijn dit juist ook beleidsterreinen die het unieke en de identiteit van de gemeenschap bepalen. Keerpunt ’98 is dan ook van mening dat het GOL ambitieus opgezet dient te worden, om alle zaken die de gemeenschap aangaan lokaal te kunnen besturen en uitvoeren. Er is een tweede reden waarom een robuust GOL gerealiseerd dient te worden: uiteindelijk dient volgens Keerpunt ‘98 het GOL namelijk doorontwikkeld te worden naar een Europese Gemeente, met eigen verkiezingen en eigen bestuurders. Zo wordt volgens Keerpunt ’98 een bestuur en organisatie gerealiseerd die past bij de dagdagelijkse Baarlese gemeenschap. II Samenwerking met Nederlandse gemeenten Naast de samenwerking met Baarle-Hertog is ook de samenwerking met andere gemeenten in Nederland van groot belang. Op een aantal terreinen wordt overigens al succesvol samengewerkt. Inhoudelijk zal deze samenwerking zich vooral moeten richten op de bedrijfsvoering van de gemeente en de decentralisaties. De gemeente krijgt namelijk nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, de uitbreiding van de WMO, het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt en passend onderwijs. Zaken die zich richten op de individuele inwoner dus, zoals uitkeringen en andere voorzieningen. Keerpunt ’98 denkt dat deze zaken het best georganiseerd kunnen worden als je deze voor veel inwoners organiseert. Daarom moeten we volgens Keerpunt ’98 de lokale kennis die we al hebben over deze onderwerpen, bijvoorbeeld de kennis van de WMO-raad, aanwenden om goede afspraken te maken met een grote partner. Dat kan Breda of Tilburg zijn, maar eventueel ook een commerciële partij in het geval van de WMO zoals in Boekel. De kwaliteit van de dienstverlening van de burger dient voorop te staan bij het maken van deze keuze. Op deze wijze kunnen we garanderen dat er kwaliteit geleverd wordt én dat we zelf de regie voeren. Volgens Keerpunt ’98 is dat laatste niet het geval door een ambtelijke fusie aan te gaan met Alphen-Chaam en Gilze-Rijen. III Ambtelijke fusie Volgens Keerpunt ’98 is besluit van de gemeenteraad (uiteraard met uitzondering van Keerpunt ’98) om de intentie uit te spreken eind 2015 een ambtelijke fusie gerealiseerd te hebben met Alphen-Chaam en Gilze-Rijen geen goed idee. Ten eerste staat volgens Keerpunt ’98 dit besluit haaks op het besluit om intensief met Hertog te gaan samenwerken. Je kunt nu eenmaal niet bij twee verschillende partners je liefde betuigen. Ten tweede zou het aantal inwoners binnen de te vormen ambtelijke fusie nog steeds te weinig zijn om de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren.Ten derde zou de inbreng van Baarle-Nassau bij aansturing van dit gezamenlijke korps beperkt zijn: Gilze-Rijen is een veel grotere gemeente, met andere problematiek dan Baarle-Nassau. Daar komt nog bij dat een ambtelijke fusie kan leiden tot een bestuurlijke fusie ofwel herindeling. De gevolgen daarvan voor onze unieke enclave-situatie laat zich raden: deze wordt onbestuurbaar. IV Conclusie Volgens Keerpunt ’98 is de conclusie simpel: om alle taken en ambities zo goed mogelijk in te vullen en kwaliteit te leveren voor alle inwoners, dient Baarle-Nassau zelfstandig te blijven. Alleen op die manier kunnen we én de regie voeren over de organisatie van de nieuwe taken én met Baarle-Hertog zaken van gemeenschappelijk, lokaal belang ook lokaal borgen. 4 Dienstverlening Gemeenten krijgen de plicht om als eerste overheid te fungeren; dit betekent onder andere dat de inwoner op al zijn vragen over de overheid (ook als het bijvoorbeeld provinciale- of waterschapstaken betreft) in eerste instantie bij de gemeente terecht kan. Voor de inwoner is dit een goede zaak, die kan immers niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden en weet wie hij kan aanspreken als hij geen antwoord op zijn vraag krijgt. Keerpunt ’98 wil deze dienstverlening samen met andere gemeenten organiseren, zodat onze inwoners op professionele wijze en tegen acceptabele kosten een spoedig antwoord krijgen. Een ander onderdeel van de gedachte dat de gemeente de eerste overheid is, betekent ook dat inwoners voortaan kunnen verwachten dat gegevens die bij de overheid bekend zijn, ook aan het loket waar zij terecht komen bekend zijn. Keerpunt ’98 denkt dat dit een hele vooruitgang is waar het gaat om de klantvriendelijkheid van de gemeente, maar met de toegang tot gegevens, komt ook de verantwoordelijkheid om hier verantwoord mee om te gaan. We zullen deze ontwikkeling kritisch volgen waar het gaat om de privacy van inwoners. De openingstijden van het gemeentehuis moeten afgestemd zijn op de behoefte van de inwoners. Regelmatig moet geëvalueerd worden of de bestaande regeling nog aansluit bij die behoefte, indien nodig moet er een aanpassing plaatsvinden. Mensen die niet in de gelegenheid zijn binnen de reguliere openingstijden naar het gemeentehuis te komen, moeten op afspraak terecht kunnen. In een aantal gevallen kan het wenselijk zijn dat de gemeente mensen thuis bezoekt. Via het digitaal loket kan de inwoner al veel zaken via internet met de gemeente afhandelen of deze in ieder geval in gang zetten. Ook in onze gemeente moet deze service verder uitgebouwd worden. Inwoners kunnen dan echt zelf beslissen op welk moment zij contact willen met de gemeente. Informatie & Participatie De gemeente moet periodiek via een huis-aan-huis publicatie haar inwoners informeren. Ook de website heeft een belangrijke functie in de communicatie tussen de gemeente en haar inwoners. Direct belanghebbenden bij een besluit dienen door de gemeente actief te worden geïnformeerd. Om het bereik te vergroten kan de gemeente, naast de website, ook gebruik gaan maken van andere moderne media. Tevens moet de gemeente de stap maken van informeren naar participeren: er moeten randvoorwaarden geschapen worden waarbinnen inwoners en organisaties initiatieven kunnen ontplooien. Inwoners dienen dus niet enkel te worden betrokken bij beleidsvorming, maar de gemeente dient te participeren in maatschappelijke initiatieven. Daarbij is het van belang op te merken dat natuurlijk niet ieder initiatief meteen wordt ondersteund: er zal altijd een politieke afweging gemaakt worden of het initiatief een maatschappelijke meerwaarde heeft. De boodschap hier is wat Keerpunt ’98 betreft wel dat meedenken beter is dan enkel een initiatief af te keuren. Financiën Begrotingen dienen reëel opgesteld te worden. Te ruim begroten betekent dat de inwoner teveel belasting moet betalen of dat allerlei zaken niet uitgevoerd worden. Het argument voor dat laatste is dan vaak: “Er is geen geld voor”. Achteraf, als de rekening opgemaakt wordt, blijkt elke keer weer dat er een groot overschot is. Met zo’n overschot kan de gemeente vervolgens niet veel. Omdat de provincie, die toezicht houdt op de gemeentefinanciën, er niet van uitgaat dat er elk jaar geld over is, mag de gemeente dat overschot niet gebruiken om jaarlijks terugkerende lasten mee te dekken. Het 5 mag alleen maar ingezet worden om eenmalige uitgaven te dekken, bijvoorbeeld een weg aanleggen. Het kan dus niet gebruikt worden om de sociale sector te financieren, waardoor de mogelijkheden voor de gemeente om een sociaal beleid te voeren, ingeperkt worden. Ruim begroten gaat daarom altijd ten koste van de zwaksten in de samenleving! Zeker in tijden van bezuinigingen is een te ruime begroting met overschotten op de jaarrekening niet aan de inwoner uit te leggen. Daarom moet de begroting zo reëel mogelijk opgesteld worden, zodat er voldoende (financiële) ruimte is voor het totale beleid, van sociaal-cultureelwerk tot wegenbouw. Keerpunt ’98 blijft zich inzetten voor een evenwichtige, realistische begroting. Belastingen en lokale heffingen De woonlasten in onze gemeente zijn veruit de laagste in de regio. Aangezien het aantal en het niveau van voorzieningen in onze gemeente hoog is, kan geconcludeerd worden dat we goed presteren. Het streven moet zijn om de woonlasten op dit niveau te houden, zonder aan de dienstverlening te tornen. Behalve trendmatige verhogingen mogen de belastingen volgens Keerpunt ‘98 enkel verhoogd worden indien daar een behoorlijk maatschappelijk resultaat tegenover staat. Wij denken dan bijvoorbeeld aan de realisatie van het nieuwe “Janshove” of het aanpakken van het Cultureel Centrum. Het is aan de inwoner lastig uit te leggen dat er een verschil bestaat tussen een belasting en een heffing. Daarmee is ook verklaard waarom de hondenbelasting moeilijk uit te leggen is aan onze inwoners, zij krijgen er immers niet direct iets voor terug. Wat Keerpunt ’98 betreft stellen we de hondenbelasting dan ook ter discussie. Niet enkel zijn de argumenten die ooit (in de Middeleeuwen!) golden voor het instellen van de hondenbelasting, achterhaald: het beperken van zwerfhonden en de hondenkar als transportmiddel. Ook het feit dat de opbrengsten van deze belasting klein zijn en er ook nog allerlei handhavings- en administratiekosten zijn, rechtvaardigt een discussie over deze belasting. Handhaving Bij veel plannen van de gemeente is handhaving een hot item. Veel te vaak worden er plannen en regels gemaakt waarvan de naleving niet of nauwelijks gecontroleerd wordt. Als de gemeente regels niet of nauwelijks handhaaft, wordt de rechtszekerheid van de betrokken inwoners en bedrijven aangetast. Met andere woorden: je moet er als inwoner op kunnen rekenen dat de gemeente jouw rechten beschermd. Bovendien geeft de gemeente een verkeerd signaal af door niet adequaat te handhaven; regels zijn er immers om nageleefd te worden en dat geldt zowel voor de gemeente als voor anderen. In de afgelopen jaren is hard gewerkt om met name de bestemmingsplannen van de gemeente actueel te krijgen. Hiermee is de kous niet af; het is van belang om goed te blijven handhaven, zodat over een aantal jaar niet weer een situatie ontstaat waarbij de verschillen tussen hetgeen vergund is en hetgeen in de praktijk aanwezig is, gigantisch is. Ergernissen zoals zwerfvuil, wildparkeren en hondenpoep kunnen de leefbaarheid aantasten. Adequate handhaving is dus juist ook voor dit soort zaken van groot belang. Openbare orde en veiligheid Het lokaal veiligheidsbeleid staat of valt met een stevige en zichtbare inzet van de politie in buurten en wijken. De signalen uit de bevolking geven aan dat meer inzet van de politie soms noodzakelijk is. We moeten daarom als gemeente er bij de politie op aandringen dat er ondanks landelijke prioriteiten meer aandacht moet komen voor lokale problematiek en bijbehorende aanpak. Het veiligheidsgevoel van de 6 inwoners is daarbij belangrijk: oproepen dienen ten allen tijden serieus genomen te worden. Keerpunt ’98 vindt het daarom ook wenselijk dat diegene die een melding hebben gedaan, ook op de hoogte gesteld worden van het resultaat daarvan. De gemeente, en met name de gemeenteraad, heeft weinig invloed op de werking van de politie. Keerpunt ’98 wil bovenstaande wensen daarom blijven benadrukken via de burgemeester. De zorg voor veiligheid is niet alleen een taak van gemeente en politie, ook inwoners en verschillende maatschappelijke organisaties hebben hierin een belangrijke taak. Gelukkig nemen velen hun verantwoordelijkheid. Hulpdiensten Voor veel zaken op het gebied van hulpverlening en veiligheid (gezondheidszorg en politie) zijn de gemeente en inwoners afhankelijk van de inzet van anderen. Gedurende de afgelopen jaren heeft Keerpunt ‘98 er regelmatig op aangedrongen en ook vaak zelf het initiatief genomen om die inzet daar waar nodig te verbeteren. Ook de komende vier jaar zullen wij ons hiervoor sterk maken. De aanrijtijden van de ambulances overschrijden in de meeste gevallen de wettelijk voorgeschreven norm. Na opening van de ambulancepost in Ulvenhout is het aantal overschrijdingen wel gedaald, maar het resultaat is nog niet goed genoeg. Het nut en de noodzaak van het BLS team is al afdoende bewezen. Dat mag echter geen excuus zijn om de ambulancevoorziening niet te verbeteren. Hiervoor blijven wij ons inzetten! Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat de voorgeschreven normen niet altijd “nuttig” zijn: in het geval van bijvoorbeeld hartfalen is men vaak te laat om hulp te verlenen ook als men binnen de norm arriveert. Daarom moeten we als gemeente ook meer gaan inzetten op lokale oplossingen zoals een goed functionerend AED-netwerk met bijbehorende onderhoudsafspraken. Wij willen ons blijven inzetten voor verbetering van de samenwerking van de Nederlandse en Belgische politie en voldoende aanwezigheid van Nederlandse politie. Keerpunt ’98 vindt dat het nu echt tijd wordt om een gezamenlijk rampenplan op te stellen met BaarleHertog. Rampen houden nu eenmaal geen rekening met landsgrenzen. De discussie zal door verschillende wetgeving niet makkelijk zijn, maar juist de verschillende wetgeving geeft de noodzaak aan voor een gezamenlijke, lokale aanpak. Naast de ambulancezorg en de politie is nu ook de brandweerzorg geregionaliseerd. Keerpunt ’98 ziet in dat het voor sommige grotere investeringen beter kan zijn om dit regionaal te doen, maar bekijkt deze ontwikkeling toch met argusogen. We maken ons hierbij vooral zorgen over de vraag of de kwaliteit van de dienstverlening, als de regionalisering een feit is, ook op de lange termijn hetzelfde zal blijven. Daarnaast willen we ons sterk maken voor de positie van de vrijwilligers van de brandweer. Zonder betrokken vrijwilligers is het in Baarle immers niet mogelijk om een goede en betaalbare brandweer te behouden. Sociale Zaken De afdeling Sociale Zaken moet in haar benadering naar de cliënten toe ook werkelijk haar sociale gezicht laten zien. De afspraken die met de gemeente Tilburg zijn gemaakt over individuele voorzieningen werken volgens Keerpunt ‘98 naar behoren en kunnen worden uitgebreid. 7 De WMO is in onze gemeente tot nu toe op ruimhartige wijze ingevoerd. Wat Keerpunt ’98 betreft moet dat ook uitgangspunt blijven. De laatste aanbesteding van thuiszorg verdient absoluut geen schoonheidsprijs. Dit mag niet meer gebeuren. Er moet naar mogelijkheden gezocht worden om dit in de toekomst met veel minder onrust voor cliënten en werknemers te laten verlopen. Informatie over de diverse regelingen moet duidelijk verstrekt worden, de gemeente zelf moet hier een actieve rol in spelen en de zwakkere groepen in de samenleving benaderen. Het netwerk van mantelzorgers en professionals dat de gemeente heeft, kan hierin een rol spelen. We kunnen immers niet bij mensen achter de voordeur kijken. De laatste jaren is het gedachtegoed over allerlei sociale voorzieningen gekanteld: deze voorzieningen moeten niet meer worden gezien als een recht, maar meer als “terechte compensatie”. Inwoners moeten meer vanuit hun eigen kracht oplossingen zoeken. Het is volgens Keerpunt ’98 aan de gemeente om hier eerlijk in te zijn en de juiste randvoorwaarden te scheppen waardoor inwoners ook echt gestimuleerd worden om zelf oplossingen te zoeken. Niet alle problemen van inwoners kunnen binnen het eigen netwerk worden opgelost, een sociaal vangnet moet altijd blijven bestaan. Misbruik van regelingen bestaat, maar mag geen reden zijn om het niveau van de sociale voorzieningen onnodig te versoberen. Ontwikkelingen in het sociale domein De komende jaren worden de gemeente geconfronteerd met drie grote decentralisaties: Delen van de AWBZ worden overgeheveld naar de gemeente, ook de Jeugdzorg gaat vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente en de gemeente moet de nieuwe Arbeidsparticipatiewet gaan uitvoeren. Het is van groot belang dat deze nieuwe gemeentelijke taken in samenhang benaderd, ingevoerd en uitgevoerd gaan worden: a) Participatiewet Het kabinet wil een regeling voor alle mensen die kunnen werken, maar daarbij ondersteuning nodig hebben. In deze regeling worden de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wajong samengevoegd. Hiermee wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen (participeren) aan werk. Keerpunt ’98 is van mening dat alle voorzieningen die er in Baarle-Nassau zijn voor mensen, die ondersteuning bij het werk nodig hebben, blijven bestaan. Behouden BSW! Mensen van hier, werken hier. Inzet van deze personen als vrijwilliger, moet ook echt vrijwilligerswerk zijn en niet op regulier betaalde banen; hierbij moet zo veel mogelijk gebruik gemaakt worden van de van toepassing zijnde subsidiemogelijkheden/-financiële stimuleringsmaatregelen. b) AWBZ Het kabinet wil de komende jaren de omslag maken naar zorg dichtbij: Gemeenten kunnen, aldus het regeerakkoord, meer maatwerk bieden en inspelen op lokale omstandigheden en zorgbehoeften van cliënten. Oorspronkelijk was het de bedoeling de extramurale zorg (zorg die thuis aangeboden wordt) over te hevelen naar de gemeenten. Begin november 2013 heeft staatssecretaris Van Rijn besloten om de extramurale persoonlijke verzorging niet over te hevelen naar de verantwoordelijkheid van gemeenten, maar deze bij de zorgverzekeraars onder te brengen. Onder persoonlijke verzorging valt hulp bij het aankleden, eten, drinken, wassen, toiletgebruik e.d. en eenvoudige verpleegkundige 8 handelingen. De gedachte hierachter is, dat persoonlijke verzorging voor de meeste mensen samenhangt met de verpleging die zij ontvangen. De staatssecretaris wil dit in één hand houden. 5% van de mensen krijgt verzorging vanwege cognitieve problemen. De verzorging van deze groep gaat wel over naar gemeenten. De plannen voor de hervorming zijn op dit moment nog niet vastgesteld door de Kamer. Volgens Keerpunt ‘98 kunnen de aanwezige Zorgboerderijen in de gemeente, betrokken worden bij deze materie om zo een lokale, passende oplossing te bieden. c) Jeugdzorg Keerpunt ’98 is van mening dat elke inwoner van Baarle-Nassau recht heeft op goede, duurzame en effectieve zorg, die aansluit op de behoeften van die inwoner. Met ingang van 01-01-2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van alle zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn, dat de zorg en ondersteuning van deze groepen zoveel mogelijk plaatsvindt in de eigen omgeving en dat er uitgegaan wordt van de eigen kracht van het individu. Keerpunt ’98 onderschrijft deze uitgangspunten en wil er ook voor waken, dat de kwaliteit van de jeugdzorg gegarandeerd blijft. Een kleine gemeente als Baarle-Nassau heeft echter niet de capaciteiten daarvoor en zal daarom moeten samenwerken met andere gemeenten. Bij het tot stand komen van die samenwerking wil Keerpunt ’98 zich richten op gemeenten, die sterk staan t.o.v. de zorgaanbieders, waar samen de zorg ingekocht moet gaan worden, en die het voor de zorg beschikbare budget ook daadwerkelijk in willen zetten voor zorg! Wat Keerpunt ‘98 betreft zou een goed Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) een robuuste basisvoorziening moeten zijn. Complexere vraagstukken moeten op grotere schaal georganiseerd worden. “Janshove” De ontwikkelingen rondom een nieuw Janshove zijn van groot belang. Hoewel de gemeente hier nauwelijks een partij in is, moet alles in het werk gesteld worden om deze voorziening voor onze gemeenschap te behouden. De ontwikkelingen in het sociale domein leiden er namelijk toe dat ook ouderen steeds meer oplossingen moeten zoeken binnen hun eigen omgeving en netwerk. Het spreekt voor zich dat dit niet mogelijk is indien de ouderen buiten hun eigen gemeenschap moeten gaan wonen. Onderwijs en kinderopvang Met de komst van de Uilenpoort in Baarle en de Bremerpoort in Ulicoten zijn er uitstekende voorzieningen gerealiseerd voor het onderwijs. Basisscholen in onze gemeente, de peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang functioneren in deze nieuwe gebouwen. Niet alleen is hiermee een nieuw scholencomplex verkregen, er is ook sprake van een geheel nieuwe samenwerking tussen de verschillende voorzieningen voor onze kinderen. Onze nieuwe Brede Scholen moeten dermate goed georganiseerd zijn, dat het voor jonge ouders één van de extra redenen kan zijn die het aantrekkelijk maken om in Baarle-Nassau of Ulicoten te blijven wonen. Volgens Keerpunt ‘98 heeft het peuterspeelzaalwerk een educatieve meerwaarde ten opzichte van reguliere opvang. Vanwege gewijzigde wet- en regelgeving komt er wel druk te staan op dit soort voorzieningen. Waar mogelijk en wenselijk moet de gemeente sturen op aanbieden van dagarrangementen, bijvoorbeeld in combinatie met sport/schoolzwemmen. 9 Ouders in Baarle-Nassau hebben de mogelijkheid om ook te kiezen voor een Belgische basisschool. Keerpunt ’98 ziet dit als een verruiming van de keuzevrijheid voor onze inwoners waar het gaat om onderwijs. Passend Onderwijs Kinderen met een beperking of gedragsproblemen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat kan in het speciaal onderwijs, of met extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 2014 komt er een nieuw stelsel voor passend onderwijs. Dit verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Binnen samenwerkingsverbanden van scholen worden afspraken gemaakt over wat het onderwijs aan onderwijszorg levert en wat de gemeente levert, in het kader van het preventieve jeugdbeleid (en in de toekomst het gehele jeugdbeleid), levert. Op uitvoerend niveau moet een onderwijs-zorg aanbod voor een zorgleerling samen met gemeente (en jeugdzorgaanbieders) afgestemd worden. Dit geldt vanzelfsprekend alleen als de problematiek de onderwijszorg te boven gaat. Idealiter betekent dit dat onderwijs en gemeenten samen en in samenhang passend onderwijs en passende opvoed- en opgroeiondersteuning bieden voor het kind, het gezin en de docenten in de klas. In de eerste plaats ter versterking van de directe omgeving van een kind (het gezin, de klas) om te voorkomen dat kinderen extra zorg nodig hebben. Maar ook om, bij situaties van zwaardere problematiek, samen op te trekken bij de ondersteuning van het kind en zijn omgeving. De manier waarop scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten over hun samenwerking afspraken maken, is vrij. De samenwerkingsverbanden moeten eens per vier jaar het ondersteuningsplan opnieuw vaststellen. De gemeente kan het zorgplan van de samenwerkingsverbanden bekijken in het licht van de plannen in het bredere (jeugd)zorg domein. Samengevat is de rol van de gemeente volgens Keerpunt ‘98 het faciliteren van de scholen bij het opstellen van hun profiel en bijbehorende zorgplannen. Jongerenwerk Jongeren in onze gemeente kunnen vaak aardig op eigen benen staan. Velen zijn actief in het verenigingsleven, zoals sport en culturele verenigingen of bijvoorbeeld het bouwen van carnavalswagens. Om jongeren te ondersteunen en voor de jeugd die zich door bovengenoemde activiteiten niet aangesproken voelt en bijvoorbeeld op straat rondhangt, is het belangrijk dat het jongerenwerk behouden blijft. De invulling van het jongerenwerk verdient extra aandacht. Het betreft geen ‘van 9 tot 5’ baan. De jongerenwerker zal vooral op de plaatsen en op het tijdstip dat de doelgroep bereikt kan worden, actief moeten zijn. Tevens is het van belang dat er niet te vaak een “nieuwe” jongerenwerker komt: volgens Keerpunt ‘98 is een vertrouwensband met de doelgroep essentieel om daadwerkelijk iets te bereiken. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het drankgebruik onder jongeren, tot 18 jaar, in onze gemeente bovengemiddeld is. Hier ligt een taak voor het jongerenwerk, GGD, scholen, maar zeker ook voor de ouders. Verenigingsleven Of het nu ontspannings-, sport- of cultuurhistorische verenigingen betreft, ze zijn het cement van de samenleving. De sociale samenhang van een gemeenschap wordt in grote mate beïnvloed door het 10 verenigingsleven. Vanuit deze visie dienen de plaatselijke verenigingen dan ook benaderd te worden. Baarle heeft een rijk en bloeiend verenigingsleven, reden te meer dus om vanuit de gemeente ondersteuning te geven. Waar mogelijk en noodzakelijk in de vorm van subsidies, maar ook in de vorm van voorzieningen, en vergunningen. De toverwoorden hierbij zijn samenwerken en meedenken. Wie zijn eigen broek op kan houden heeft meer aan regelruimte dan aan subsidie. Voor veel verenigingen is het moeilijk om voldoende vrijwilligers te vinden. De gemeente zou haar rol als hoeder van de samenleving moeten nemen door slimme verbindingen te leggen tussen verenigingen. Sport Sportverenigingen hebben een belangrijke functie in onze samenleving. Sporten is gezond, maar ook het sociale contact is voor iedereen belangrijk. De meeste sportaccommodaties hebben al een flinke kwaliteitsimpuls gehad. Een goed onderhoudsplan, waarin o.a. de kwaliteit van de accommodaties geborgd wordt, zorgt ervoor dat de gemeente niet in één keer voor grote investeringen komt te staan. Een van de sportaccommodaties die nog verbetering behoeft is de kleedruimte van de atletiekvereniging. Keerpunt ’98 werkt graag mee aan een ruimte die recht doet aan de gerealiseerde atletiekbaan. De sportraad kan overigens een gesprekspartner van de gemeente worden, bijvoorbeeld met betrekking tot de accommodaties. De gemeente moet volgens Keerpunt ‘98, veel meer dan nu het geval is, sport stimuleren. Dit betreft alle inwoners, maar met name de jeugd. In samenwerking met scholen, verenigingen en wellicht de sportraad moeten er plannen gemaakt worden om meer mensen aan het sporten te krijgen. De gemeente zal vooral kaders moeten scheppen waarbinnen inwoners laagdrempelig aan sport kunnen doen. Kunst en Cultuur Keerpunt ’98 wil zich inzetten voor een cultuurbeleid dat tot doel heeft het cultureel erfgoed van de gemeente te behouden. Dit kunnen gebouwen, monumenten, dorpsgezichten, documenten of tradities zijn. Culturele evenementen op het gebied van o.a. muziek, theater en beeldende kunst vinden wij daarom belangrijk. Initiatieven van verenigingen of inwoners om kunst en cultuur in onze gemeente te realiseren kunnen dan ook rekenen op onze steun. Ook hier moet de gemeente meedenken en faciliteren. Kunst in de openbare ruimte is vaak een belangrijke drager van onze cultuur. De gemeente moet dan ook bij alle openbare werken een bedrag reserveren voor kunst. Om te zorgen dat hiervan ook de juiste kunst gerealiseerd wordt moet er een kunstcommissie komen waarin onder andere inwoners hierover kunnen meebeslissen. Bij cultuur is het belangrijk om de kansen die de bijzondere situatie die Baarle als enclavegemeente biedt, te benutten. Ook bij de herinrichting van het centrum van Baarle kan kunst gebruikt worden om de aandacht op de enclavesituatie te vestigen. Kunst en cultuur zijn bij uitstek onderwerpen die bekeken moeten worden op gemeenschapsniveau en niet binnen de eigen gemeentegrens. Samenwerking met Baarle-Hertog is hier zeker een must. 11 Cultureel Centrum Baarle Het cultureel centrum aan de Pastoor de Katerstraat is een belangrijke voorziening voor Baarle. Het heeft de functie van huis voor verenigingen, cultuur en ontmoeting. De kosten voor met name het warm stoken van alle ruimtes en de onderhoudsstaat van het gebouw, maken dat het noodzakelijk is om investeringen te doen om deze voorziening ook in de toekomst te kunnen handhaven. Voor Keerpunt ’98 staan hierbij de eerder genoemde functies ten gunste van verenigingen, cultuur en algehele ontmoeting centraal; ze moeten het belangrijkste uitgangspunt zijn. Daarnaast is een grote zaal voor bijvoorbeeld opvoeringen al lange tijd een behoefte van veel verenigingen. Het zou dan ook zonde zijn om te investeren in het cultureel centrum zonder een grote zaal te realiseren. Voor verenigingen die gebruik maken van het cultureel centrum zal de investering in de accommodatie veranderingen met zich meebrengen, zoals het (deels) vervallen van de eigen ruimte. Keerpunt ’98 wil de financiering van zowel de exploitatie van het gebouw als de aldaar gevestigde verenigingen integraal bekijken, zodat het gebouw op gezonde wijze geëxploiteerd kan worden en verenigingen, ondanks het wegvallen van een deel van hun (bar-)inkomsten hun activiteiten uit kunnen blijven voeren. De gemaakte inventarisatie van de (fysieke) ruimtebehoefte is een goede stap geweest. Er is duidelijk geworden welke ruimte (potentiële) gebruikers nodig achten. Daarmee is de kous echter niet af: veel (potentiële) gebruikers zitten nog met vragen rondom de gevolgen voor hun eigen begroting. Ook hoe het multifunctionele gebruik van ruimtes daadwerkelijk moet gaan werken, is een zorgpunt van hen. Keerpunt ‘98 deelt deze zorgen. Om te waarborgen dat (potentiële) gebruikers hun activiteiten kunnen en willen blijven uitvoeren, moeten zij betrokken worden bij het vervolg van het project. Keerpunt ‘98 is van mening dat veranderingen in de exploitatie en wellicht organisatie nodig zijn om een gezond en succesvol cultureel centrum te kunnen realiseren. Erfgoed Erfgoed is eigenlijk alles wat we als gemeenschap willen bewaren en doorgeven aan volgende generaties. Daarbij heeft erfgoed natuurlijk ook toeristische potentie. Daarom moeten we zuinig zijn op wat we hebben, er is namelijk al veel weg: er is bijvoorbeeld al vaak gesproken over de teloorgang van het karakteristieke van de Singel. Samen met Baarle-Hertog moeten we veel meer ten strijde trekken tegen het verdwijnen van die panden in ons dorp, die het een eigen gezicht geven. Hoewel wettelijk veel al verankerd is, moeten we zelf, zowel als gemeente als inwoners, ook bewust handelen. Het bewaren en uitdragen van erfgoed moet onderdeel zijn van de politieke afweging bij ruimtelijke besluiten. De heemkunde in Baarle is een buitengewoon bekwame partner in alle facetten van ons erfgoed. Juist daarom zal de heemkundekring hierbij actief betrokken moeten worden. Lokale economie Volgens Keerpunt ’98 kent de Baarlese economie vier peilers: de agrarische sector, het toerisme, de detailhandel en kleinschalige industrie. Plaatselijke ondernemers en bedrijven met een regionale voorziening moeten, daar waar mogelijk, alle medewerking krijgen. Het streven moet gericht zijn op voldoende vestigingsmogelijkheden voor de bedrijven. Voor de plaatselijke economie en dus voor de werkgelegenheid is het belangrijk dat de bedrijven die hier thuis horen, zich hier ook kunnen ontwikkelen. Ook hier zijn de toverwoorden meedenken en faciliteren. 12 De vrijkomende agrarische gebouwen die niet worden gesloopt, zullen een andere bestemming krijgen. Uiteraard moet passende bedrijvigheid waar mogelijk worden toegelaten, toch moeten we waken dat niet het hele buitengebied verandert in een bedrijventerrein. Bedrijven in deze gebouwen moeten passen in hun omgeving en mogen in geen geval een belemmering zijn voor de ontwikkeling van de aanwezige agrarische bedrijven, ook niet in de toekomst. Een heikel punt voor de lokale economie betreft de digitale infrastructuur. Ondernemers zijn hiervan in toenemende mate afhankelijk. Glasvezel is één van de manieren voor ondernemers om hierin te voorzien. Volgens Keerpunt ’98 is de gemeente niet in staat en is het niet juist om als gemeente zelf te investeren in deze voorziening. De focus moet liggen op belangenbehartiging bij de provincie voor onze ondernemers. Tevens kan de gemeente lokale ondernemers informeren over mogelijke ontwikkelingen in dit dossier en vooral het faciliteren van mogelijke collectieve inspanningen. Toerisme Toerisme is een belangrijke economische pijler voor de gemeente. Met de nota “Toeristisch Baarle” is de eerste stap gezet. Wat Keerpunt ’98 betreft ook de juiste stap. Het in de nota benoemde streven om de enclaves erkend te krijgen door UNESCO als werelderfgoed benadrukt de achterliggende visie. Kernwaarden zijn hier namelijk kwaliteit, historie en cultuur. Dat geeft aan wat voor soort toerisme we als Baarle willen aantrekken. Daarnaast zullen we meer moeten doen aan beleving. De enclavesituatie is wat wij te bieden hebben, maar dit is het straatbeeld nauwelijks zichtbaar. Buiten de punaises in het wegdek en de huisnummerbordjes zal er meer moeten gebeuren. Ook hiervoor staan goede ideeën in de nota “Toeristisch Baarle” en zullen dus met voorrang uitgewerkt moeten gaan worden. Pas dan zullen we de dagjestoeristen blijven aantrekken en mogelijk ook een ander publiek. Buiten de campings is er weinig verblijfstoerisme in de gemeente. Volgens Keerpunt ‘98 zijn er zeker mogelijkheden voor B&B en andere kleinschalige logies-vormen. Samen met een goede ontwikkeling van recreatie in onze buitengebieden en beleving in de natuur, met respect voor natuur en landschap, kan deze economische pijler verder verstevigd worden. Tevens kunnen er zo de gehele week bezoekers aangetrokken worden. Een voorzichtig bewijs hebben we al met het gebruik van de recentelijk ontwikkelde wandel- en fietsroutes in en om Baarle. De rol en toekomst van de VVV is ook geborgd met de nota “Toeristisch Baarle”. Dat is voor Keerpunt ’98 een belangrijk gegeven: wij zien een centrale rol weggelegd voor de VVV in de verdere ontwikkeling van het toerisme. Een andere voorwaarde voor het succesvol ontwikkelen van toerisme zijn de belangen van, maar ook financiering door ondernemers. Er zal dus gezocht moeten worden naar een manier om een substantiële financiering op te zetten die recht doet aan de belangen van de betrokken ondernemers. Natuur en landschap Onze gemeente kent, met het gebied dat loopt van het Turnhouts Vennengebied via het dal van het Merkske richting de Chaamse Bossen, een uitgestrekt natuurgebied. Dat moet waar mogelijk versterkt worden. De mate waarin de natuur beleefbaar is voor inwoners en bezoekers is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Wat Keerpunt ’98 betreft betekent dat het in hoge mate mogelijk moet zijn om de natuur in onze gemeente te beleven, zonder deze natuur te beschadigen. 13 Keerpunt ’98 denkt dat natuur en landschap vooral verbeterd kunnen worden door diverse belangenverenigingen met schijnbaar tegengestelde belangen met elkaar in gesprek te brengen over de mogelijkheden om natuur en landschap te verbeteren. De natuur wordt zo versterkt ten gunste van de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente, zonder de biodiversiteit en zonder de agrarische belangen onevenredig te schaden. Een klein budget om te waarborgen dat de diverse partijen met elkaar in gesprek blijven kan volgens ons wonderen doen. Bij gebleken succes moet dit budget structureel worden. Structuurvisie Keerpunt ’98 ziet een structuurvisie als belangrijkste sturingsmiddel om de belangen van alle gebruikers van het totale grondgebied in de gemeente in balans te houden. De structuurvisie is daarmee van groot belang: aan de ene kant schept het duidelijkheid voor zowel gemeente als inwoners en ondernemers, aan de andere kant kan het een toetsingsmiddel zijn bij projecten of andere initiatieven: “Past dit voorstel in het totaalplaatje?” Dit schept op zijn beurt duidelijkheid voor de omwonenden en projectontwikkelaars. Een ander voordeel van de structuurvisie is dat de gemeente dankzij de structuurvisie beter zicht heeft op welke gronden mogelijk strategisch aangekocht kunnen worden. Bij het opstellen en verder uitwerken van deze structuurvisie dient brede inspraak te worden georganiseerd. Op deze wijze komt een gedragen visie tot stand, die als onderlegger kan dienen voor toekomstige ruimtelijke plannen. Volgens Keerpunt ’98 is het daarbij vanzelfsprekend dat een extra investering aan de voorkant (inspraak) voor lagere kosten zorgt aan de achterkant (procedures). Buitengebied Het omvangrijke buitengebied van onze gemeente vervult een groot aantal functies. Het buitengebied is de ruimte waar de agrarische bedrijfstak thuishoort; het is de ruimte met een belangrijke functie voor natuur en landschap; het is de ruimte voor inwoners en toeristen om te recreëren. De laatste jaren is in het buitengebied de focus vooral op de intensieve veehouderij gelegd. Met het oog op volksgezondheid en het eventueel uitbreken van epidemieën maken wij ons zorgen over de schaalvergroting in de intensieve veehouderij. Omdat schaalvergroting wel verbeteringen biedt in het kader van dierenwelzijn en de economische kansen van de betrokken ondernemers, blijft dit een lastig dossier. Alle belangen zullen zorgvuldig moeten worden afgewogen. Bij de verdere ontwikkeling van de intensieve veehouderij dient volgens Keerpunt ‘98 de aanwezige milieuruimte benut te worden, voor ondernemers die kunnen én willen uitbreiden en niet louter voor pensioenvoorzieningen. Op deze manier is de toekomst voor de sector als geheel het best geborgd. Door diverse uitspraken van de Raad van State wordt de gemeente gedwongen om opnieuw duidelijke en vergaande keuzes te maken met betrekking tot de veehouderij in de bestemmingsplannen voor ons buitengebied. Een hele grote uitdaging die we volgens Keerpunt ‘98 samen met de ZLTO, natuur- en milieuverenigingen en andere belanghebbenden moeten oppakken. Recreatieparken Permanente bewoning op recreatieparken blijft een heet hangijzer. Keerpunt ’98 is voorstander van handhaving in het kader van deze permanente bewoning: op verschillende plaatsen wordt dubbelbestemming genoemd als oplossing voor de problematiek van permanente bewoning op recreatieparken. Hierbij wordt vaak verwezen naar andere parken in Noord-Brabant die al een dubbelbestemming hebben. Navraag (zowel bij de provincie als een van de parken die het betreft) leert 14 echter dat geen enkele van de aangehaalde voorbeelden daadwerkelijk een dubbelbestemming heeft. Wel zijn er vaak lange procedures gevoerd die voor de permanente bewoners veel tijd, geld en vooral frustratie hebben gekost. Keerpunt '98 wil de permanente bewoners van de recreatieparken geen wortel voorhouden door te stellen dat een dubbelbestemming dé oplossing is voor permanente bewoning van recreatieparken en aanverwante problemen. Daarmee zouden enkel valse verwachtingen worden gewekt. Tot er een betere oplossing is, zijn we daarom voorstander van het met rust laten van mensen met een persoonsgebonden gedoogbeschikking en handhaving in het geval mensen zich nu permanent op het park vestigen. Verkeer/verkeerscirculatieplan De verkeersdruk in het centrum neemt onaanvaardbare vormen aan. Wat Keerpunt ’98 betreft is de rondweg daarvoor de aangewezen oplossing: andere maatregelen kunnen tot gevolg hebben dat het verkeer de woonwijken in wordt gestuurd. Keerpunt ’98 is van mening dat voor het gereedkomen van de rondweg bekend moet zijn hoe de toekomstige verkeersstromen gaan lopen. Een van de knelpunten lijkt het landbouwverkeer te gaan worden. Volgens ons moet de gemeente streven naar het toelaten van landbouwverkeer op de rondweg. Indien dit echt onmogelijk is, moet bekeken worden of het wel mogelijk is om een aantrekkelijke alternatieve route te maken in overleg met de belanghebbenden. De rondweg biedt de gemeente nog een grote kans: de reconstructie van het centrum volgens het “Masterplan” (zie het kopje “openbare ruimte” hieronder). Deze reconstructie moet niet enkel gericht zijn op de nieuwe verkeersstromen maar ook op de problematiek rondom het laden en lossen. Grote delen van het buitengebied gaan ingericht worden als 60km-zone. Het belangrijkste argument is natuurlijk het vergroten van de verkeersveiligheid. Een belangrijk onderdeel hiervan is eenduidigheid: ook voor onbekenden moet het duidelijk zijn wat de bedoeling is. Echter: bij bijzonder onoverzichtelijke situaties moeten we als gemeente pragmatisch handelen, zodat de veiligste oplossing wordt gekozen. Ook van belang vindt Keerpunt ’98 de daadwerkelijke inrichting van deze wegen. Al te veel drempels of wegversmallingen leveren veel ergernis op en bemoeilijken het vlotte aanrijden van hulpdiensten. Door het instellen van 60km-zones worden er op een groot aantal wegen tevens veiligere fietsverbindingen gerealiseerd. Openbare ruimte Het al eerder genoemde “Masterplan” moet volgens Keerpunt ’98, behalve de verkeerstechnische aspecten, ook en vooral een impuls opleveren voor de kwaliteit van het centrum. Een bruisend centrum, met voldoende ruimte voor groen, wandelen en terrassen. Tevens dient er geïnvesteerd te worden in de beeldkwaliteit van het centrum. Na gereedkoming van de rondweg moet ook bewegwijzering en vriendelijke bereikbaarheid van het centrum gerealiseerd worden. De discussie over het autovrij of autoluw maken van het centrum zal in overleg met betrokkenen gevoerd moeten worden. Wat Keerpunt ’98 betreft doen we het op zijn “Meersel-Dreefs”: een plein-achtige bestrating waar vrij gewandeld kan worden. Op deze wijze kan het centrum op toeristisch drukke dagen vanzelf autoluw gemaakt worden en zijn de kom (en de ondernemers) op andere dagen goed bereikbaar. Keerpunt ’98 wil dus dat de reconstructie van het centrum na de komst van de rondweg ook bijdraagt aan de beeldkwaliteit van het dorp: de verlichting en de bestrating die gebruikt wordt, het aanzicht van 15 gebouwen en gevels en reclame-uitingen. Ook moeten we nu van de mogelijkheid gebruik maken om de trottoirs in het centrum onder handen te nemen, deze zijn in veel gevallen te krap en in slechte staat. Het doel is uiteindelijk om het centrum aantrekkelijk en veilig te maken. Niet alleen de kwaliteit van bestrating en trottoirs in het centrum kan een kwaliteitsimpuls gebruiken. Ook in de wijken is het belangrijk dat de straten er beter bij komen te liggen dan nu het geval is en dat de trottoirs goed begaanbaar zijn voor rolstoel, rollator, wandelstok en kinderwagen. Voor een prettige openbare ruimte zijn speelvoorzieningen onontbeerlijk. Er moet een beleids- en onderhoudsplan voor speelvoorzieningen komen. Hierin moet gelet worden op het feit dat kinderen in verschillende leeftijdscategorieën op een verschillende manier spelen. In overleg met buurtbewoners kunnen er nog meer speelvoorzieningen gerealiseerd worden. Openbaar groen Keerpunt ’98 ziet ook liever verschillende soorten groen dat regelmatiger wordt onderhouden dan nu het geval is. De realiteit is echter dat het huidige budget vele malen verhoogd zal moeten worden om hier aan te kunnen voldoen. In de (nieuwe) wijken willen wij daarom blijven inzetten op vooral groenblijvende beplanting die weinig onderhoud vraagt. Als inwoners in hun wijk goede ideeën hebben over de groenvoorzieningen, moeten zij hierbij door de gemeente gefaciliteerd worden. Op deze wijze kan er kwalitatief beter groen worden gerealiseerd én onderhouden worden met beperkte middelen. Het onderhoud van het houtgewas in plantsoenen moet planmatig worden aangepakt. Niet alle groen in een wijk hoeft in hetzelfde jaar kort gesnoeid te worden, maar elk jaar een gedeelte. Dan oogt het geheel altijd veel beter. Bij de herinrichting van het centrum dient, veel meer dan nu het geval is, ruimte te zijn voor openbaar groen. In het nog op te stellen “Masterplan” moet voor openbaar groen daarom voldoende aandacht zijn. Volkshuisvesting De ervaring heeft geleerd dat het labelen van woningen als starterswoningen op lange termijn meestal niet juridisch houdbaar is. Om woningen voor starters beschikbaar te houden is het daarom volgens Keerpunt ’98 het best om in het bestemmingsplan de uitbreidingsmogelijkheden van starterswoningen te beperken. Indien bewoners behoefte hebben aan meer ruimte, moeten zij kunnen doorstromen. Op deze manier komt er vanzelf weer een starterswoning vrij. Daarnaast moet dus gezorgd worden voor de beschikbaarheid van voldoende woningen of mogelijkheden voor doorstromers. Voor Keerpunt’98 is dit een belangrijke zaak: het behouden van starters/jongeren draagt bij aan een evenwichtige bevolkingssamenstelling wat weer zijn effect heeft op de diversiteit van voorzieningen. Het is voor Keerpunt ‘98 ook geen probleem als, ook om de vergrijzing op te vangen, jongeren van buiten de gemeente zich hier willen vestigen. De gemeente heeft nauwelijks nog grond in bezit. Mede gelet op het gebrek aan grondbezit is Keerpunt ’98 van mening dat de gemeente waar mogelijk mee moet werken aan kleinschalige bouwinitiatieven en collectief particulier opdrachtgeverschap. 16 Afval Sluikstortingen in het buitengebied komen steeds vaker voor en zijn een doorn in het oog van iedereen. Controle, handhaving en verwijdering kosten de gemeente en inwoners handenvol geld. Bovendien kan er niet altijd en overal tegelijkertijd gehandhaafd worden. Het is tijd om na te denken over een andere aanpak. Inzetten op preventie, bijvoorbeeld een discussie voeren over de tarieven van de milieustraat, om mensen aan te moedigen afval op de juiste wijze aan te bieden. Zwerfvuil is een ander probleem in onze gemeente. Het ziet er rommelig uit en werkt verloedering in de hand. Dit is duidelijk geen visitekaartje. De gemeente moet zich blijven aansluiten bij campagnes tegen zwerfvuil. Het gescheiden inzamelen van afval leidt tot lagere kosten van afvalverwerking, dit moet terugkomen in de afvalstoffenheffing die onze inwoners betalen. De egalisatiereserve moet gebruikt worden om schommelingen in de kosten te dekken en niet enkel om geld op te potten. Omdat het afvoeren en verwerken van snoeiafval geld kost, wordt volgens het principe “de vervuiler betaalt” gewerkt. Het onderhouden van groen mag volgens Keerpunt ’98 echter niet als “vervuilen” gezien worden. Bovendien wordt het afgevoerde materiaal in principe hergebruikt. Wij vinden dat de afvoer van deze producten in ieder geval het hele jaar gratis moet zijn. Om dit te bereiken moeten de ontwikkelingen rondom een biomassacentrale nauwlettend gevolgd worden, zodat de kosten van het verwerken van snoeiafval komen te vervallen. Milieu en Energie Op het gebied van milieu moet de gemeente een voortrekkersrol en een voorbeeldfunctie vervullen. Bovendien dient de gemeente de inwoners actief te informeren over mogelijkheden of initiatieven om milieuvriendelijker te wonen en te consumeren. Een goed voorbeeld hiervan is het grote oppervlak aan daken van stallen in onze gemeente. Dit biedt mogelijkheden om agrariërs in samenwerking met inwoners duurzame energie te laten produceren. De rol van de gemeente hierbij is vooral het aanjagen van de samenwerking. De eerder ingezette acties zoals het organiseren van de energiemarkt en het verspreiden van energiemeters moet ook zeker worden doorgezet. Door voorlichting op de scholen en in samenwerking met de scholen kan het succes nog verder vergroot worden. Speerpunten Zoals u in dit beleidsprogramma kunt lezen, vindt Keerpunt ’98 dat er nog veel verbeterd kan worden in Baarle. De volgende zaken hebben voor de komende vier jaar onze bijzondere aandacht: 1 Goede zorg dichtbij voor iedereen 2 Zelfstandig vooruit met Hertog 3 Economische impuls Baarle Beleidsprogramma 2014-2018 Keerpunt ’98 - Verstandig Zelfstandig 17
© Copyright 2024 ExpyDoc