“Rijden tot hij erbij omvalt” - supportersclub gianni vermeersch

I
WIELRENNEN VLAAMSE DUINENCROSS KOKSIJDE
SPORT WEST G VRIJDAG 21 NOVEMBER 2014
(SA04/2)
“Rijden tot hij erbij omvalt”
EX-RENNER STEFAAN VERMEERSCH EN CROSSENDE ZOON GIANNI OVER VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST
KLERKEN q Stefaan
Vermeersch (47) won in
31 jaar tijd 220 wedstrijden op de weg, maar
werd nooit prof. Zoon
Gianni (22) slaagde daar
intussen wel in. Als crosser welteverstaan. Stefaan : “Ik koerste louter
op karakter, Gianni heeft
veel meer talent.”
DOOR TOM VANDENBUSSCHE
“De komende twee weekends, te
beginnen met Koksijde, moet Gianni rijden tot hij erbij omvalt”,
knipoogt Stefaan. “Het is cru om
te zeggen, maar dat nieuwe puntensysteem (waarbij de top
50 startgerechtigd is in de Wereldbeker, red.) is voor Gianni een vergiftigd geschenk geweest. Als je het
nu bekijkt, was hij vorig seizoen
te goed in het begin. Kijk naar
Zonhoven. Hij eindigt er als
twaalfde en pakt zes punten. Vorig jaar werd hij daar als belofte
derde, goed voor 15 punten. Ja
jongen, vandaag heb je goed gereden,
maar je bent wel negen punten kwijt.
Ruddervoorde idem dito.” Gianni
knikt. “Als ik in Niel had gewonnen, kreeg ik evenveel punten als
de 20ste in een Wereldbekercross.
Het is daar dat er punten te verdienen vallen, zo simpel is het.
Kijk, ik ben tevreden over mijn
seizoen tot nu toe, maar evident is
het niet. Vorig jaar startte ik altijd
vooraan, nu sta ik op de vierde rij.
Je bent aangewezen op diegene
voor je. Als de deur dichtgaat, kun
je niets doen.” Stefaan : “Zondag
in Gavere zijn er maar twee teruggekeerd : hij en Nys. De rest is
blijven hangen of teruggevallen.”
Wat verwacht je van Koksijde ?
Gianni : “Dat was mijn zwart
beest. Om een of andere reden
lukte het nooit. Tot vorig jaar,
toen ik er derde werd.”
Stefaan : “Ik ben vooral blij dat
het een brede start is, zodat hij de
kans zal krijgen om op te schuiven. Hij mag zich natuurlijk ook
niet opblazen, want bij de profs
betaal je dat cash.”
Gianni : “Het niveau ligt gewoon
een stuk hoger. Bij de beloften
kun je dat bij een mindere start al
eens rechtzetten, maar tussen die
toppers...” (blaast)
Stefaan : “Het is bij jou ook een
mentale kwestie, hé.”
Gianni : (schudt hoofd) “Je moet
mee zijn, want ze rijden zo snel.”
Stefaan : “In Gavere kon je toch
ook nog opschuiven ?”
Wat met het WK in Tabor ?
Gianni : “Als junior reed ik daar al
eens een WK. Ik werd vijfde en
Gianni Vermeersch: “Het is vooral in de Wereldbeker dat er punten te verdienen vallen.” (Foto Coghe)
“Het WK ? Tabor ligt
me, maar we moeten
realistisch zijn”
GIANNI VERMEERSCH
eerste Belg. Mijn mooiste herinnering tot nu toe, want een week
ervoor was ik niet eens zeker van
mijn selectie. Het is een cross die
me ligt, maar als je eens verder
denkt… We moeten realistisch
zijn. België heeft geen wereldkampioen, dus ook een mannetje
minder in de selectie. Als er zeven
mee mogen, zal het veel zijn.”
Stefaan : “Het zal nipt zijn. We
gaan ervan uit dat hij er niet bij is.
Dan kun je niet ontgoocheld zijn.
Wat wel is : (kijkt Gianni aan) nu
ben je nog niet top. Stel dat je dat
in januari wel bent…”
Gianni : “Ik schat dat ik momenteel op 85 à 90 procent zit.”
Stefaan, jij komt uit een echt
koersgezin. Ook je broers Geert
en Peter koersten.
Stefaan : “Ik was aspirant toen ik
ermee begon. Toen was koersen
op die leeftijd nog verboden, maar
in Roeselare konden we dat wel,
op een toerke van 800 meter. Ik
was al blij als ik kon volgen. Op
mijn 15de zei mijn vader dat ik in
het Westhoekcriterium moest
gaan koersen. Nonkel Geert won
daar de strijdlust, jij moet dat daar
ook winnen. Wat gebeurde. Als junior won ik amper twee keer. Het
is pas bij de liefhebbers dat ik echt
een winnaar ben geworden.”
Gianni, toen je vader in 2006 stopte, begon jij net te crossen.
Gianni : “Papa’s laatste koers in
Hooglede was in hetzelfde weekend als Ruddervoorde. Dat vergeet
ik nooit, want ik mocht rijden met
de helm van Kenny Vanlaere, die
toen een speciaal exemplaar had.
Weet je, op de dag van mijn debuut moest hij ook koersen.”
“We gaan ervan uit
dat Gianni er niet
bij is op het WK”
STEFAAN VERMEERSCH
Stefaan : “Ik ben toen eerst naar
jou komen kijken. Weet je nog, in
Eernegem ? Ik was met de auto,
mijn vrouw is daar toen gebleven
en ik ben met de mecanicien naar
Varsenare doorgereden.”
Gianni : “Ik had als aspirant trouwens ook al even gekoerst. Toen
was er een strijd tussen ons om
om ter dichtst te eindigen. (zucht)
Ik heb hem nooit kunnen kloppen…” (algemeen gebulder)
Stefaan : “Eén keer ben je er dicht
bij geweest.”
Gianni : “Ik werd derde of vierde
en dacht : nu is het me eindelijk
gelukt... Niet dus. Hij won die
dag.” (Stefaan proest het uit)
“Gianni heeft meer talent, ik was leper”
KLERKEN q Wie van de twee
was/is nu eigenlijk de beste ?
“Ik heb altijd gezegd : ik had
geen talent”, verheft Stefaan
zijn stem. “Neen, echt waar. Je
mag dat vragen aan mijn
vrouw : bij mij was het louter op
karakter.” Gianni schudt het
hoofd. “220 koersen winnen alleen op karakter is onmogelijk.”
Maar Stefaan blijft bij zijn stuk.
“Ik kon bij wijze van spreken
1000 keer doodgaan. Gianni, jij
hebt meer talent. Ik heb het al
1000 keer gezegd. Het is alleen
te hopen dat hij het beter kan
opbouwen dan ik.”
DE LEEPSTE
Stefaan Vermeersch in 2004 met
de toen 11-jarige Gianni na afloop
van de Kattekoers. (Foto a-RN)
Rest nog één vraag : wie was er
het leepst ? Stefaan wijst meteen zichzelf aan. “Ik zei vroeger
dikwijls dat Gianni bij de jeugd
zo dom was als ik slim was. Ik
vind trouwens dat hij nog altijd
te braaf is. In Gavere heeft hij de
hele koers – maar dan ook de
héle koers – alleen gereden, hé.
Ik zou dat nooit van mijn leven
gedaan hebben.” (TVB)
Gianni : “Daarna ben ik er een
paar jaar mee gestopt. Ik was regelmatig, maar eindigde in de
wegritten tussen plaats vijf en
tien. En dan was het altijd van :
het zal niet zoals zijn vader zijn. Op
een bepaald moment was ik dat
beu en ben ik gestopt. Toen ben ik
beginnen te tennissen, maar…”
Stefaan : (grijnst) “Daar was het
ook rap mee gedaan.”
Gianni : “En uiteindelijk ben ik
herbegonnen door in de winter
toertochten te rijden. Ik heb toen
voor mijn goeie punten op school
een crossfiets gekregen. En een
jaar later kreeg ik weer eentje.”
Stefaan : “Tot er hier uiteindelijk
vier van die exemplaren stonden.
(knipoogt) Ik herinner me nog
zijn eerste cross. Mijn vrouw en ik
gingen er in onze zondagskleren
naartoe. Plots zei Rony De Vos :
met welke wielen ga je in de wisselzone staan ? (lacht) Ik wist niet
waarover hij het had.”
Gianni : “Het was een moeilijk
begin, maar in de Vlaamse CyclocrossCup, waar de eerstejaars met
een apart rugnummer reden, won
ik er wel een stuk of zes.”
Gianni, je idool was Sven Vanthourenhout.
Gianni : “Sven reed net als mijn
vader bij Mez. Ik vergeet nooit de
GP Etienne De Wilde in Laarne in
het jaar dat Sven in Tabor wereldkampioen was geworden. Op de
weg had hij natuurlijk geen regenboogtrui aan, maar wel van
die sokjes. Na de koers heb ik die
van hem gekregen.”
Stefaan : “In de zevende hemel
was hij...”
Gianni : “Toen ik begon te crossen, heb ik eens een paar carbon
wielen van Sven gekregen. Maar
in mijn eerste cross dat ik ermee
reed, viel ik in de start. Oh neen,
die wielen gaan toch niet kapot zijn,
was mijn eerste gedacht. Maar gelukkig was er niets aan. Ik keek
echt op naar Sven. (grijnst) En nu
rijd ik er zelf tegen.”
Gianni, maak jij een duidelijke
keuze voor het veld ? Ook voor de
weg heb je immers talent…
Gianni : “Je moet wel, zeker als
prof. Bij de jeugd kun je dat misschien combineren, maar ik heb
dat nooit gedaan.”
Stefaan : “Het is beter zo voor
hem. Gianni is een heel goeie
coureur, maar geen topper. Voor
een WorldTourploeg weegt hij
nog te licht. Wat blijft er dan
over : Topsport Vlaanderen en
Wanty. Wel, dan vind ik dat hij
veel beter zit bij Sunweb-Napoleon Games. Als je ziet welk programma hij kan rijden als voorbereiding op het veldritseizoen.
Maar als crosser moet je wel in
dat klieksje geraken. Elke cross in
de top tien eindigen... Eenmaal je
daarin slaagt, zit je goed.”