Concept Verslag Bestuurlijk Overleg Zoetwaterregio West-Nederland Datum bespreking 13 oktober 2014, 9:30-11:30 uur Aanwezig Leden van het BO; P. Poelmann (HDSR, voorzitter), J. Kromwijk (HDSR), A. Straathof (Rijnland), H. Oosters (vervangt G. de Jonge, HHSK), D. Veldhuizen (Vallei en Veluwe), H. Weber (prov. ZH), J. Geluk (Hollandse Delta), A. van den Berg (Delfland), I. Konterman (DP Rijnmond Drechtsteden) Ambtelijk; F. van Woerden (Delfland), L. van Doorn (HDSR), J. Willemsen (HHSK), P. Beerling (prov. Utrecht), L. Absil (prov. ZH), A. Houdijk (prov. NH), A. Blauw (RWS MN), J. Smits (Hollandse Delta), D. Kern (Rijnland), Omdat de bestuurlijke organisatie van het platform op de agenda staat zijn de sectoren deze keer niet uitgenodigd Afgemeld Tijd 9.30 – 9.35 Y. Heijsman (RWS MN), J. de Bondt (AGV), J. Geldhof (prov. NH), R. de Vries (prov. Utrecht), L. Kohshiek (HHNK, agendalid) Agendapunt 1. Opening en mededelingen Afmeldingen ontvangen van Y. Heijsman, J. Geldhof (PNH), R. de Vries (PU), J. de Bondt (AGV) en G. de Jonge (HHSK). Oosters vervangt De Jonge. De Vries heeft Weber verzocht om punten in te brengen namens de Provincie Utrecht. De inbreng van AGV is meegeven aan de secretaris. Ina Konterman stelt zich voor, zij volgt Emmy Meijers op namens RijnmondDrechtsteden. Op Prinsjesdag is het Deltaprogramma gepresenteerd, met daarin een zoetwaterstrategie en maatregelen inclusief een mooi pakket voor onze regio. Om deze mijlpaal te vieren wordt gebak geserveerd. 9.35 – 9.50 2. Voorstel aanpassing bestuurlijk platform Poelmann licht toe waarom een wijziging in het voorzitterschap is geagendeerd. In het vorige bestuurlijk overleg kreeg hij veel bijval om het voorzitterschap te continueren. Hij heeft in tussentijd nagedacht over zijn positie. Gelet op de inhoud van de werkzaamheden, met maatregelenpakket en voorzieningenniveau, waar respectievelijk waterschappen en provincies het voortouw zullen hebbe. Op basis daarvan stelt hij voor om met ingang van de volgende vergadering het voorzitterschap over te dragen aan Weber, waarbij Poelmann vice-voorzitter blijft. Ten aanzien van de vertegenwoordiging in landelijke gremia blijft Poelmann de vertegenwoordiger in het BPZ namens West Nederland. Overigens zit Weber ook in het BPZ namens Zuidwestelijke Delta. Weber neemt met genoegen deze taak op zich. Geluk is blij dat WSHD de mogelijkheid krijgt om in dit overleg deel te nemen. Hij constateert dat het briefhoofd aanpassing behoeft. 1 Oosters onderstreept het belang van deelname Geluk en Konterman. Hij mist gemeentelijke vertegenwoordigers. Hij stelt vraagtekens bij de uitnodiging voor maatschappelijke organisaties, gelet op eerdere afspraken om bespreking Deltaprogramma en bijvoorbeeld verdieping van de haven te scheiden. Dat gesprek zou volgens Oosters moeten plaatsvinden met de betrokken waterschappen. Geluk ziet zoetwaterregio ook als een klankbordgroep, waarbij presentie maatschappelijke partijen wenselijk is. Over vertegenwoordiging gemeenten meent Geluk dat dat vooral via de uitvoering van projecten moet gaan. Weber benadrukt dat het niet de bedoeling is om in dit overleg in een onderhandeling te komen over bijvoorbeeld de verdieping van de Haven, maar wel informatie uitwisselen. Als de haven niet bij West NL betrokken zou zijn, loop je het risico dat de afstemming over allerlei verscillende sporen gaat lopen. De personele unies (Geluk, Weber en Konterman) zullen afstemming met het gebiedsoverleg Rijnmond Drechtsteden borgen. Straathof biedt aan dat Rijnland waar relevant ook een afvaardiging in RD levert. Desnoods afhankelijk van de agenda als het gaat ook de KWA of de greenport Boskoop. Weber, Geluk en Konterman geven aan dat zij een en ander zullen bewaken. Conclusie: Poelmann wil verder nadenken over de vertegenwoordiging van gemeenten in dit overleg. Hij verzoekt het ambtelijk overleg ook met diverse opties te onderzoeken. Verder stelt hij voor dat de vergaderlocatie van dit platform Houten zal blijven. 9.50 – 10:30 3. Werkplan zoetwaterregio West-Nederland najaar 2014 / eerste helft 2015 Kern geeft toelichting op het werkplan. Hij benadrukt dat het zwaartepunt van de uitvoering bij de eigen organisaties ligt. Dit overleg blijft belangrijk voor de vertegenwoordiging richting Deltaprogramma en de afstemming over het uitvoeringsprogramma, zoals uitvoering van eigen plannen en voorzieningenniveau. En om elkaar te informeren over andere ontwikkelingen, zoals verdieping van de haven. Konterman wijst er nogmaals op dat de uitvoeringsmaatregelen voor zoet water weliswaar buiten de scope van het gebiedsoverleg Rijnmond Drechtsteden vallen maar dat zoetwater wel onderdeel is van de voorkeursstrategie Rijnmond-Drechtsteden en op dat niveau ook in RD aan de orde is. Ook RD communiceert richting Deltaprogramma, dus dat behoeft goede afstemming. Afgesproken wordt dat zo lang er geen aanleiding is voor een andere route de regionale vertegenwoordiging via het BO van de zoetwaterregio West-Nederland verloopt. Oosters geeft aan dat verankering in Waterbeheerplannen mogelijk tot vertraging in uitvoering leidt omdat dat aan de nieuwe besturen is. Straathof sluit zich daarbij aan. Ontwikkeling van lasten kan beperkend zijn voor (fasering van de) maatregelen en met name voor de uitwerking van het voorzieningenniveau. Blauw merkt op dat intern RWS reeds een eigen traject loopt om maatregelen te borgen. 2 Besluiten: instemming met het werkplan, afzien van intentieverklaring, bevestiging van de rol van het bestuurlijk platform richting het Deltaprogramma. 10:30 – 10:40 4. Stand van zaken uitvoeringsorganisatie KWA Ubink presenteert de stand van zaken. De sheets van de presentatie zijn bij het verslag gevoegd. Reacties: Straathof is enthousiast, maar stelt wel vragen bij de tijd die nodig is voor verkenning. Waarom kunnen we niet al met concrete onderdelen beginnen? Ubink geeft aan dat waar mogelijk of synergie is te pakken de uitvoering naar voren wordt gehaald. Poelmann vraagt aandacht voor meekoppelen mogelijkheden voor recreatievaart. Ubink heeft aandacht voor meekoppelkansen in project opgenomen. Konterman vraagt naar de bestuurlijke afstemming met het Rijk. Ubink geeft aan dat dat zoveel mogelijk via het bestuurlijk platform West NL gebeurt. Daarnaast is er communicatie direct uit het project, maar die gaat alleen over de scope van de 1e fase, namelijk uitbreiding van het aantal kuubs. Oosters heeft zorgen over de planning, gelet op onteigeningen die altijd veel tijd kosten. Een proces met gemeenten en bewoners kost tijd. Ubink beaamt dit. Van Woerden vraagt naar de mate van detail waarop maatregelen worden uitgewerkt. Ubink geeft aan dat dit mede afhankelijk is van wat er nodig is voor het gebiedsproces. Dat kan betekenen dat het nodig is om enkele stappen terug te gaan in het proces teneinde het gebied goed mee te nemen bij de afweging van de voorkeursvariant (inclusief gevolgen voor burgers) Poelmann dankt Ubink voor de presentatie en de toelichting. 10.40 – 11.00 5. Startnotitie voorzieningenniveau Kern geeft een korte toelichting. De provincies hebben een startnotitie opgesteld voor het voorzieningen niveau. In de notitie zijn uitgangspunten opgenomen voor het uitrollen. Daarbij is aangesloten op de nationale kaders en processen. In de startnotitie is een balans gezocht tussen aan de slag gaan en tijd nemen voor zorgvuldige uitwerking. Weber benadrukt de samenwerking in de uitwerking en geeft aan ambitie te hebben om aan de slag te gaan, net als dat we in het opstellen van het maatregelenpakket voorop hebben gelopen. Smits vult aan dat er vanuit landelijke uitwerking reeds pilots worden voorbereid, waarvan Bernisse er een is. De pilot zal ook in dit overleg aan de orde komen. Van den Berg geeft aan dat het voorzieningenniveau zich niet moet beperken tot hoe het nu is maar ook moet kijken hoe de leveringszekerheid of aanvoer kan worden verbeterd. Weber stelt nog een ander punt aan de orde: dat in het Deltaprogramma slechts geld is geprogrammeerd en vastgelegd voor een 1e fase tot 2021. Het voorzieningenniveau kan helpen om de druk erop te houden om aan te geven dat er nog een 2e fase (2021-2028) moet komen. Oosters waarschuwt dat het geld bij de waterschappen de komende tijd niet 3 over de plinten zal klotsen. Poelmann begrijpt de behoefte aan realiteitszin, maar wil toch ambitie erin houden. Straathof geeft aan dat het voorzieningenniveau bedoeld is om ook de gebruikers op hun verantwoordelijkheid te wijzen om zelf maatregelen te nemen. De inzet van gebruikers is daarmee mede bepalend geweest om het geld voor de 1e fase te krijgen. Besluit: Poelmann stelt vast dat we op basis van deze startnotitie aan de start gaan, waarbij de provincies het voortouw nemen. 11.00 – 11.15 6. Opdracht naar Han Weber en Patrick Poelmann voor BPZ 31 oktober en bestuurlijke conferentie 27 november Ten aanzien van de voorbereiding van het BPZ 31 oktober: Geluk vraagt naar de financieringsregeling van maatregelen uit het Deltaprogramma. Weber gaat er vanuit dat dit in het BPZ van 31 oktober aan de orde komt. Poelmann benadrukt de diversiteit van de maatregelen in het Deltaprogramma (bijvoorbeeld een concrete maatregel zoasl KWA tegenover de meer programmatische aanpak voor Hoog Nederland. Hij wil geen generieke regeling maar maatwerk. Weber vraagt ambtelijk het net op te halen om te zien welke mogelijkheden er zijn. Op dit moment is werkt het ambtelijke programmabureau nog samen met de regio aan mogelijke oplossingen. Op 23 oktober is een bijeenkomst hierover. Actie: Kern zegt toe de oogst van die sessie en de gevolgen/aandachtspunten vanuit specifiek West-Nederland in de annotatie voor het BPZ op te nemen. Poelmann vraagt om de annotatie voor het BPZ te delen met de vergadering. Ten aanzien van de vertegenwoordiging bij de bestuurlijke conferentie 27 november: Poelmann, Weber, De Jonge, Van den Berg en Straathof zullen aanwezig zijn. 11.15 – 11.20 7. Verslag vorig overleg N.a.v. het verslag: uitnodiging van Straathof om volgend overleg in Leiden te organiseren wordt aangenomen. Straathof zegt gebak toe. 8. Rondvraag en sluiting De vergadering wordt rond 11:15 gesloten 4
© Copyright 2024 ExpyDoc