Klik hier

KSE
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsregeling
2014-2015
Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur
Stijn Streuvelslaan 42
4873 EB Etten-Leur
tel. (076) 5015905
fax. (076) 5018944
e-mail: [email protected]
1
KSE
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Inhoud:
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
VIII.
IX.
Begrippen
Procedure
1. Algemene regels m.b.t. bevordering
2. Cijfers, verliespunten, spijbelen, fraude en niet op tijd inleveren
3. Bevordering, door-, op-, afstromen of doubleren
4. Sector-, profielkeuze
5. Beroep op de directie
Bevorderingsnormen brugklas
Bevorderingsnormen tweede klas
Bevorderingsnormen derde klas havo en vwo
Bevorderingsnormen derde klas mavo
Bevorderingsnormen havo-4
Bevorderingsnormen vwo-4/5
Bijlage uit de regelingen onregelmatigheden toetsen KSE 2010-2011
blz. 3
blz. 4
blz. 4
blz. 4
blz. 5
blz. 6
blz. 6
blz. 7
blz. 8
blz. 9
blz. 9
blz. 10
blz. 11
blz. 12
De MR heeft in haar vergadering d.d. 22 september 2014 ingestemd met deze
bevorderingsregeling 2014-2015.
Het CvB heeft in haar vergadering d.d.25 september 2014 deze bevorderingsregeling 20142015 vastgesteld.
2
KSE
2014-2015
I.
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Begrippen
Afdelingen:
De Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur kent een zestal afdelingen:
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Brugklas
Tweede klas mavo/ havo/vwo
Derde klas havo/ vwo
Derde en vierde klas mavo
Vierde en vijfde klas havo
Vierde, vijfde en zesde klas vwo
De vergadering van de bevorderingscommissie:
Een bijeenkomst, voorgezeten door de afdelingsleider van de betreffende leerlingen met de
mentor van deze leerlingen en 3 docenten die op de betreffende afdeling lesgeven. De
samenstelling van deze commissie wordt jaarlijks bepaald door de afdelingsleider. Indien het
op stemmen aankomt hebben alle deelnemers stemrecht en wordt er beslist bij meerderheid
van stemmen.
3
KSE
II.
1
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Procedure
Algemene regels m.b.t. bevordering:
1.1 Om bevorderd te worden moet vaststaan dat de leerling een redelijke kans heeft om de
volgende klas in dezelfde stream met goed gevolg te doorlopen. Of die redelijke kans er
is, wordt beoordeeld aan de hand van de resultaten en de factoren die bij de
totstandkoming van de resultaten een rol speelden. De mentoren hebben van tevoren
alle relevante informatie over de betreffende leerlingen opgevraagd bij de vakdocenten
van de leerlingen.
1.2
De KSE onderscheidt in het brugklasjaar de streams vwo, havo en mavo. Na de
brugklas zijn er de streams: mavo, havo, atheneum en gymnasium.
1.3
Indien twee docenten samen één vak met een rapportcijfer verzorgen, geven zij in
gezamenlijk overleg één rapportpunt
1.4
Tot en met de derde klassen zijn, voor wat bevordering, verliespunten en bespreking
betreft, alle vakken gelijkwaardig.
1.5
In de vergadering van de bevorderingscommissie wordt vastgesteld en benoemd wie
bevorderd zijn. Vervolgens wordt een leerling die bevorderd is en wil opstromen of op
eigen verzoek kiest voor een lagere stream besproken. Tenslotte worden àlle
leerlingen die in eerste instantie afgewezen zijn, besproken. De uitkomst van deze
bespreking kan zijn doubleren of afstromen. Alleen in uitzonderlijke gevallen is
bevordering een mogelijkheid. De schematische weergave per afdeling geeft de
stappen aan die achtereenvolgens doorlopen worden.
1.6
Een leerling die gedoubleerd heeft en hetzelfde leerjaar heeft overgedaan, wordt in
alle gevallen aan het eind van het gedoubleerde jaar besproken. Deze informatie
wordt ingebracht in de vergadering.
1.7
De mentor pleegt vóór de commissievergadering overleg met de ouders/verzorgers,
uitgaande van de voorliggende cijfers. De mening van de ouders wordt tijdens de
commissievergadering ingebracht door de mentor.
1.8.
Indien na afloop van een commissievergadering gegevens over een leerling bekend
worden die een mogelijke herziening van de genomen beslissing rechtvaardigen,
kunnen ouders schriftelijk om een revisievergadering vragen. Het betreft hier dan echt
nieuwe argumenten waarmee de leerling en/of zijn ouders komen, die ten tijde van de
bespreking niet bekend waren. Voorafgaand aan dit schriftelijke verzoek dienen zij
overleg gevoerd te hebben met de voorzitter van de bevorderingscommissie.
Verzoeken voor een revisievergadering dienen uiterlijk woensdag 15 juli 2015 om
12.00 uur in het bezit te zijn van de conrector onderwijs.
2
Cijfers, verliespunten, spijbelen, fraude en niet op tijd inleveren
2.1
Het laagste cijfer dat op het rapport vermeld wordt is het cijfer 3.
2.2
Onder een onvoldoende wordt verstaan het cijfer lager dan 5.45
2.3
Verliespunten (Klas 1 t/m 3) worden als volgt berekend:
2.4
5 = één verliespunt
4 = twee verliespunten
3 = drie verliespunten
De rapportcijfers worden berekend als jaarcijfers volgens de methode van het
4
KSE
2.5
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
voortschrijdend gemiddelde. Op het overgangsrapport tellen dus de cijfers van het
hele jaar mee.
Voor onregelmatigheden bij toetsen bestaat een notitie: “Regelingen
onregelmatigheden toetsen KSE 2010 - 2011”.
Hierin is geregeld welke procedure gevolgd moet worden bij fraude, spijbelen tijdens
een toets of het niet tijdig inleveren van een werkstuk of handelingsdeel. Het niet
verschijnen op een gemaakte afspraak om een proefwerk in te komen halen wordt in
de regeling ook genoemd als onregelmatigheid.
Bedoelde notitie is als bijlage aan deze bevorderingsregeling gehecht.
2.6
Op alle streams in alle leerjaren wordt aandacht besteed aan Rekenen. Enkel in de
voorexamenklassen is het vak opgenomen in het lesrooster en telt het dus ook in de
bevorderingsregeling, als volwaardig vak mee.
3
Bevordering, door-/ op-/ afstromen of doubleren
3.1
Algemeen
Op de vergadering van de bevorderingscommissie zal bij elke leerling de bespreking
gaan over de vraag over welke capaciteiten de betreffende leerling beschikt. Hieruit
zal blijken of de leerling:
• bevorderd wordt naar het volgende leerjaar van een niveau hoger liggende stream
(opstromen).
• bevorderd wordt naar het volgende leerjaar op dezelfde stream,
• doubleert op dezelfde stream
• bevorderd wordt naar het volgende leerjaar van een niveau lager liggende stream
(afstromen).
• doubleert in hetzelfde leerjaar, maar in een lagere stream.
• het advies krijgt een andere studierichting te gaan volgen.
3.2
Het besluit tot bevordering
Het besluit tot bevordering in dezelfde of naar een hogere stream wordt genomen
door de bevorderingscommissie. Er wordt gestreefd naar een unanieme beslissing.
Moet er gestemd worden, dan telt de meerderheid.
3.3
Tijdstip van bevorderen / op- / afstromen.
Geschiedt in principe uitsluitend aan het einde van het schooljaar.
3.4
Bevordering naar hogere stream.
Voor bevordering naar een hogere stream moet worden voldaan aan de volgende
drie
voorwaarden:
• 0 verliespunten;
• Een rekenkundig gemiddelde van de onafgeronde cijfers van minimaal een 8;
• Een positief besluit van de bevorderingscommissie. Het besluit van deze commissie
is bindend.
De bevordering naar een hogere stream kan plaatsvinden:
• Van mavo-1 naar havo-2
• Van havo-1 naar atheneum-2
• Van havo-1 naar gymnasium-2
• Van vwo-1 naar gymnasium 2 (*)
• Van mavo-2 naar havo-3,
(*)
De enige voorwaarde om van vwo-1 naar gymnasium-2 bevorderd te kunnen worden is -0verliespunten
5
KSE
2014-2015
•
•
3.5
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Van havo-2 naar vwo-3,
Van havo-3 naar vwo-4.
Afgewezen
Wanneer een leerling afgewezen wordt in dezelfde stream bespreekt de
bevorderingscommissie het vervolg van de schoolloopbaan van de leerling. De
mogelijkheden (zie 3.1) worden tijdens de commissievergadering besproken. Bij die
bespreking zijn de capaciteiten van de betreffende leerling uitgangspunt. De mening
van de bevorderingscommissie wordt als advies (*) aan de ouders meegegeven. De
ouders kunnen dit advies naast zich neer leggen. Hiervan wordt melding gemaakt in
het leerlingvolgsysteem (LVS). Het naast zich neerleggen van het advies is de
verantwoording van de ouders.
Onder alle omstandigheden geldt:
- Meer dan tweemaal hetzelfde leerjaar volgen is niet toegestaan.
- In twee opeenvolgende (niet-examen-) klassen doubleren is niet toegestaan.
- Zich terugtrekken voor het examen geldt als doubleren.
Voor van elders gekomen leerlingen geldt dat de voorafgaande schoolloopbaan in
aanmerking wordt genomen. In principe wordt het advies/de norm van de leverende
school overgenomen.
3.6
Bespreking
- Bij alle bespreekgevallen beslist de bevorderingscommissie. Deze beslissing is
bindend.
- Bij bespreking van een leerling zijn de capaciteiten van die leerling het uitgangspunt.
- De mentor koppelt de resultaten van de bespreking en de argumenten die daartoe
geleid hebben, terug naar de ouders.
4.
Sector-/ profielkeuze
Na de definitieve keuze kan in principe geen wijziging meer worden toegestaan in
een gekozen sector (mavo) of profiel (havo/vwo).
5.
Beroep op de directie
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de directie.
Bij de conrector onderwijs is beroep mogelijk op beslissingen, volgens deze regeling
getroffen, met inachtneming van het gestelde in 1.9 van de algemene regels m.b.t.
bevordering.
(*)
Wanneer een brugklasleerling niet bevorderd kan worden , ontstaat ook de mogelijkheid van
“afstromen of doubleren”. Hierbij is de uitslag van de bespreking tijdens de eindvergadering bindend,
geen advies.
6
KSE
III.
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsnormen brugklas
Aantal verliespunten
I.
II.
III.
Brugklas vwo
Aanvullende voorwaarde
0
1 ,2 of 3
4 en meer
Aantal verliespunten
I.
0
II.
III.
Brugklas havo
Aanvullende voorwaarde
rekenkundig gemiddelde
van de niet-afgeronde
cijfers 8.0 of hoger
4 en meer
I.
0
II.
III.
Resultaat
Bespreken atheneum – 2 of
gymnasium-2
havo – 2
Afgewezen.
Het vervolg van de loopbaan
wordt besproken.
1, 2, 3
Aantal verliespunten
Resultaat
Keuze: gymnasium-2 of
atheneum 2
atheneum – 2
Afgewezen.
Het vervolg van de loopbaan
wordt besproken.
Brugklas mavo
Aanvullende voorwaarde
rekenkundig gemiddelde
van de niet-afgeronde
cijfers 8 of hoger
Resultaat
Bespreken havo – 2
1, 2, 3
mavo – 2
4 en meer
Afgewezen.
Het vervolg van de loopbaan
wordt besproken.
7
KSE
IV.
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsnormen tweede klas
Aantal verliespunten
I.
0,1,2,3
G2 > G3
A2 > A3
H2 > H3
Aanvullende voorwaarde
Gezien de nieuwe “zak-/slaagregeling”
havo-5 en vwo-6, waarin de nadruk op
de vakken Ne, En en wi is komen te
liggen, zijn daarbij voor havo en vwo de
twee volgende punten van belang:
• Eén verliespunt voor de kernvakken
Nederlands, Engels en wiskunde mag.
• Bij twee verliespunten of meer voor
deze vakken, wordt er gezien de
verwachtingen omtrent
het verder volgen van de studie in de
derde en hogere jaren op deze streams,
een advies geformuleerd.
II.
I.
II.
Bevorderd
Afgewezen.
Het vervolg van de
loopbaan wordt
besproken.
4 en meer
Aantal verliespunten
0,1,2,3
Resultaat
M2 > M3
Aanvullende voorwaarde
4 en meer
8
Resultaat
bevorderd
Afgewezen.
Het vervolg van de
loopbaan wordt
besproken.
KSE
V.
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsnormen derde klas havo en vwo
Aantal verliespunten
I.
0,1,2,3
G3 > G4
A3 > A4
H3 > H4
Aanvullende voorwaarde
•Met maximaal 1 verliespunt in de
kernvakken Nederlands, Engels en
wiskunde
•Met 1 verliespunt voor Nederlands of
Engels en een tweede verliespunt voor
wiskunde mits gekozen wordt voor
wiskunde A of C in het vakkenpakket
voor de Tweede Fase (C&M kan op
havo ook zonder wiskunde gekozen
worden)
II.
bevorderd
Afgewezen.
Het vervolg van de
loopbaan wordt
besproken.
4 en meer
III.
Resultaat
. Bij 2 of meer verliespunten
voor de kernvakken
Nederlands, Engels en
wiskunde
Afgewezen.
Het vervolg van de
loopbaan wordt
besproken.
Van 3 havo naar mavo-4:
Bevordering van een derde klas havo naar een mavo-4 eindexamenklas kan alleen plaats
vinden als een leerling een examenpakket met daarin niet meer dan drie verliespunten kan
samenstellen.
VI.
Bevorderingsnormen derde klas mavo
M3 > M4
Aantal verliespunten
Aanvullende voorwaarde
Resultaat
0,1,2,3
Het totaal gemiddelde van alle
eindproefwerken moet minimaal gelijk
zijn aan of hoger dan 5.5
bevorderd
I.
II.
Afgewezen.
Het vervolg van de
loopbaan wordt
besproken.
4 en meer
9
KSE
VII.
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsnormen havo-4
Algemeen kader betreffende toetsing:
1. In havo-4 worden voortgangstoetsen gegeven en wordt met het schoolexamen (SE)
begonnen.
2. In havo-4 tellen cijfers voor het SE ook mee bij de berekening van het rapportcijfer.
3. Cijfers voor het SE blijven tijdens de gehele opleidingsperiode meetellen. Het gewogen
gemiddelde van deze cijfers is het eindcijfer voor het SE.
Uitgangspunten:
A. Bij de overgangsregeling moeten leerlingen voldoen aan regels betreffende:
1.
het schoolexamen èn
2.
het overgangsrapport.
B. Als een vak in havo-4 volledig wordt afgesloten met een SE dan telt op het
overgangsrapport alleen het eindcijfer van het SE mee. De berekeningswijze van
deze cijfers is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting.
C. Alle cijfers van het 1e, 2e en 3e rapport zijn cijfers met één decimaal; het cijfer op het
overgangsrapport is een geheel cijfer, waarbij ..,45 en hoger naar boven wordt
afgerond.
D. Een leerling met een eindcijfer lager dan 4 op het rapport kan niet worden bevorderd.
Bevorderingsnorm:
Een leerling wordt bevorderd naar het volgende leerjaar als hij voldoet aan onderstaande
regels voor het schoolexamen èn voor het overgangsrapport:
A.
Het totaalgemiddelde van alle eindproefwerken moet minimaal gelijk zijn aan of hoger
dan 5,5.
B.
In afwijking van de berekening van de cijfers bij het eindexamen gelden bij de
bevordering van havo-4 naar havo-5, de cijfers van alle vakken afzonderlijk. Er is dus
nog geen sprake van een combinatiecijfer!
C.
Het voldoen aan de examennorm, d.w.z.
a. geslaagd bij alles 6 of hoger;
of
b. geslaagd bij één 5 en de rest 6 of hoger,
of
c. geslaagd bij één 4, de rest 6 of hoger en gemiddeld 6,0 waarbij voor de
vakken Netl, Entl en wiskunde (A, of B ) geen 4 mag zijn behaald
of
d. geslaagd bij één 4 en één 5 of bij twee keer 5, de rest 6 of hoger en
gemiddeld 6,0 waarbij voor de vakken Netl, Entl en wiskunde (A, of B )
maximaal één 5 en geen cijfer lager dan 5 mag zijn.
D.
Leerlingen moeten OSB (oriëntatie op studie en beroep) met een voldoende of goed
hebben afgesloten. Voldoen zij hieraan niet dan moeten alsnog aanvullende
opdrachten (afhankelijk van waaruit het tekort bestaat) worden uitgevoerd alvorens
bevordering kan plaatsvinden.
E.
Het handelingsdeel van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke
opvoeding van het betreffende jaar moet met ‘voldoende’ of ‘goed’ zijn afgewerkt. Als
er een of meer onderdelen niet in orde zijn krijgt de betreffende leerling tot op de dag
van de rapportuitreiking de mogelijkheid om alsnog aan deze eis(en) te voldoen.
10
KSE
VIII.
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bevorderingsnormen vwo-4/5
Algemeen kader betreffende toetsing:
1.
In vwo-4 worden voortgangstoetsen gegeven en wordt met het schoolexamen (SE)
begonnen.
2.
In vwo-4/5 tellen cijfers voor het SE ook mee bij de berekening van het rapportcijfer.
3.
Cijfers voor het SE blijven tijdens de gehele opleidingsperiode meetellen. Het
gewogen gemiddelde van deze cijfers is het eindcijfer voor het SE.
Uitgangspunten:
A.
Bij de overgangsregeling moeten leerlingen voldoen aan regels betreffende:
1. het schoolexamen èn
2. het overgangsrapport.
B.
Als een vak in vwo-4 / 5 volledig wordt afgesloten met een SE dan telt op het
overgangsrapport alleen het eindcijfer van het SE mee. De berekeningswijze van
deze cijfers is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting. Zie verder bij
combinatiecijfer.
C.
Alle cijfers van het 1e, 2e en 3e rapport zijn cijfers met één decimaal; het cijfer op het
overgangsrapport is een geheel cijfer, waarbij ..,45 en hoger naar boven wordt
afgerond.
D.
Een leerling met een eindcijfer lager dan 4 op het rapport kan niet worden bevorderd.
Bevorderings norm:
Een leerling wordt bevorderd naar het volgende leerjaar als hij voldoet aan onderstaande
regels voor het schoolexamen èn voor het overgangsrapport:
A.
Het totaalgemiddelde van alle eindproefwerken moet minimaal gelijk zijn aan of hoger
dan 5,5.
B.
Het voldoen aan de examennorm, d.w.z.
a. geslaagd bij alles 6 of hoger;
of
b. geslaagd bij één 5 en de rest 6 of hoger,
of
c. geslaagd bij één 4, de rest 6 of hoger en gemiddeld 6,0 en geen 4 bij
Nederlands (Netl), Engels (Entl) of wiskunde (A, B of C).
of
d. geslaagd bij één 4 en één 5 of bij twee keer 5, de rest 6 of hoger en
gemiddeld 6,0 waarbij voor de vakken Netl, Entl en wiskunde (A, B of C)
maximaal één 5 en geen cijfer lager dan 5 mag zijn.
N.B. Combinatiecijfer
Het combinatiecijfer bestaat uit de vakken maatschappijleer, levensbeschouwing,
ANW, KCV (gymnasium) en het profielwerkstuk. Voor het berekenen van het
combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit
gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het
nabij liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5. De ondergrens voor
de afzonderlijke vakken is 4. Elk van deze cijfers telt even zwaar mee. Het
combinatiecijfer telt mee als één compensatiecijfer.
C.
Het handelingsdeel van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke
opvoeding van het betreffende jaar moet met een beoordeling ‘voldoende’(v) of ‘goed’
(g) worden uitgedrukt. Als er een of meer onderdelen niet in orde zijn krijgt de
betreffende leerling tot op de dag van de rapportuitreiking de mogelijkheid om alsnog
aan deze eis(en) te voldoen.
D.
Leerlingen moeten OSB (oriëntatie op studie en beroep)met een voldoende of goed
hebben afgesloten. Voldoen zij hieraan niet dan moeten alsnog aanvullende
opdrachten (afhankelijk van waaruit het tekort bestaat)worden uitgevoerd alvorens
bevordering kan plaatsvinden.
11
KSE
IX
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
Bijlage behorend bij de ‘Bevorderingsregeling KSE 2014 – 2015’
Uit de ‘Regelingen onregelmatigheden toetsen KSE 2010 – 2011’
ONREGELMATIGHEDEN BIJ NIET-EXAMENWERK
De docent/toezichthouder zorgt er bij elke toets voor, dat de uiterlijke omstandigheden
zodanig zijn of worden aangepast, dat de mogelijkheden voor onregelmatigheden zo
klein mogelijk worden gemaakt.
A
Procedure bij spijbelen / afwezigheid zonder geldige reden:
1. Indien een leerling een toets mist, waarvan de reden niet (tijdig) op school bekend is, dan
worden de ouders/verzorgers hiervan z.s.m. op de hoogte gebracht. Wanneer de leerling
18 jaar of ouder is, dan wordt zowel met de leerling zelf als met de ouders/verzorgers
contact opgenomen.
2. Wanneer blijkt dat er sprake is (geweest) van afwezigheid zonder geldige reden, dan
wordt hem/haar door de afdelingsleider hiervoor het cijfer 1 toegekend. Dit cijfer is
definitief en kan niet herkanst worden.
3. Het toekennen van deze 1 wordt schriftelijk dan wel per e-mail aan de ouders en bij
meerderjarigheid van de leerling ook aan hem/haar meegedeeld.
4. Ziekmelding wordt alleen aanvaard, indien deze verloopt volgens de normale procedure
en mits deze op de dag van de toets om 08.30 uur bij de receptie bekend is.
B Procedure bij het –ook na aansporing– niet (tijdig) inleveren van te maken
werk(stukken) c.q. het missen van een inhaalproefwerk etc.:
1. Indien een leerling een te maken werk(stuk) niet tijdig inlevert, of een proefwerk mist, dan
worden de ouders door de vakdocent hiervan op de hoogte gebracht en de leerling wordt
aangespoord, dit op zeer korte termijn alsnog te doen, waarbij meteen een datum
hiervoor wordt vastgelegd.
2. In dit contact van de vakdocent en de ouders worden de ouders (via een brief of een email) op de hoogte gebracht van de consequentie van het niet nakomen van deze
vervolgafspraak. Een afschrift van dit bericht wordt opgeslagen in het leerling-dossier en
opgenomen in het LVS.
3. Wanneer de leerling zich ook in 2e instantie niet aan de inleverafspraak/
proefwerkinhaalafspraak houdt, dan wordt hem/haar door de afdelingsleider hiervoor het
cijfer 1 toegekend. Dit cijfer is definitief en kan niet herkanst worden.
4. Het toekennen van deze 1 wordt ook schriftelijk dan wel per e-mail aan de ouders en bij
meerderjarigheid van de leerling ook aan hem/haar meegedeeld.
C
Procedure bij fraude:
1. Indien een toezichthouder waarneemt dat een leerling zich schuldig maakt aan een
frauduleuze handeling/onregelmatigheid, dan stelt hij de betreffende leerling hier
onmiddellijk van in kennis.
12
KSE
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
2. De leerling wordt – als het enigszins mogelijk is – in staat gesteld om het werk af te
maken. In geval van een schriftelijk werk krijgt de leerling een nieuw antwoordblad. Op
het oorspronkelijke blad wordt een melding van fraude aangetekend. Om te voorkomen
dat de leerling iets kan uitwissen wordt dit blad meteen ingenomen.
3. Na afloop van de toets wordt de afdelingsleider van het voorval in kennis gesteld. Deze
stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord.
4. Als uit dit onderzoek blijkt, dat er inderdaad sprake is van een aantoonbare
onregelmatigheid, dan krijgt de leerling door de afdelingsleider het cijfer 1 toegekend
voor deze toets. Dit cijfer is definitief en kan niet herkanst worden.
5. De ouders/verzorgers en bij meerderjarigheid ook de leerling zelf, worden schriftelijk van
de beslissing van de afdelingsleider in kennis gesteld.
6. Een leerling die door zo’n 1 een verliespunt teveel heeft om in bespreking gebracht te
worden wordt deze door de mentor bij de eindrapportvergadering alsnog in bespreking
gebracht, waarbij de discussie zal gaan over de vraag of de betreffende leerling
voldoende bagage/capaciteiten heeft voor het volgende leerjaar. Indien nodig stemt de
bevorderingscommissie hierover. De uitslag van deze stemming is bindend.
ONREGELMATIGHEDEN BIJ (SCHOOL-)EXAMENWERK
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige
onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zich niet of niet tijdig afmeldt
voor deelname aan (een zitting van) het SE of CE, met een geldige reden, kan de
afdelingsleider maatregelen nemen.
2. Maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen
kunnen worden zijn o.a.:
a) het toekennen van het cijfer 1.0 voor een toets van het SE of het CE;
b) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel
van het SE of het CE;
c) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt
na een hernieuwd examen in door de conrector of diens plaatsvervanger aan
te wijzen onderdelen.
d) Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op
een of meer onderdelen van het CE, legt de kandidaat dat examen af in het
volgend tijdvak van het CE, dan wel ten overstaan van de
staatsexamencommissie.
e) Het bepalen dat de kandidaat geen recht heeft op herkansing van een toets
van het betreffende SE.
2. Alvorens een beslissing ingevolge 1. wordt genomen, hoort de afdelingsleider de
kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten
bijstaan. De afdelingsleider deelt zijn beslissing aan de kandidaat mee, zo mogelijk
mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens
gewezen op het bepaalde in 4. De schriftelijke mededeling wordt toegezonden aan de
ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is.
3. De kandidaat kan tegen een beslissing van de afdelingsleider in beroep gaan bij de
examencommissie. Het beroep dient gericht te worden aan de voorzitter van de
13
KSE
2014-2015
BEVORDERINGSREGELING KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP
ETTEN-LEUR
examencommissie via email ([email protected]). De examencommissie bestaat uit de
conrector onderwijs en de afdelingsleiders van de examenklassen.
Indien na diens uitspraak alsnog feiten naar voren komen waarmee tot dan toe geen
rekening is gehouden, kan de kandidaat beroep aantekenen bij de door het bevoegd
gezag ingestelde commissie van beroep. Deze commissie bestaat uit de voorzitter van
college van bestuur of diens plaatsvervanger, de voorzitter van de personeelsgeleding
van de MR of diens plaatsvervanger en de voorzitter van de ouderraad of diens
plaatsvervanger.
Adres van de commissie : Postbus 159, 4870 AD Etten-Leur.
Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de
kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. De commissie
stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na het beroep, tenzij zij de termijn
met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken.
De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast, op welke wijze de kandidaat alsnog
in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen,
onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van 2.d. De commissie deelt haar
beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van
de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de conrector en aan de afdelingsleider.
14