Warenkennis Rund/boeuf Voorvoet buitenkant 1. Voorschenkel 2. Schoudermuis 3. Sukadestuk 4. Driehoekstuk 5. Bloemstuk 6. Puntborst 7. Dikke borst 8. Naborst 9. Dunne borst 10 Klaprib 11. Hals 12. Onderrib 13. Dikke rib 14. Fijne rib 15. Vang 16. Navelend 17. Dunne lende 18. Runderhaas 19. Dikke lende 20. Staartstuk 21. Runderstaart 22. Liesstuk 23. Spierstuk 24. Platte bil 25. Muis 26. Peeseind 27. Bovenbil Achtervoet buitenkant 1 Warenkennis Delen voorvoet 1. Voorschenkel/Gîte de devant Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met been en merg. Kort vezelig, los, bindweefsel met elkaar verbonden door vliezen. Veel bindweefsel. Hard. Om bouillon van te trekken, als stoofvlees A. Voorvoet, schouder Voorschenkel 2. Schoudermuis/Jumeau à bifteck Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Schoudermuis 2 Vlees met vetlaag; spiervezel wordt onderbroken door vlies. Lange fijne vezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Als braadstuk, bijvoorbeeld rosbief. Warenkennis 3. Sukadestuk/Macreuse à braiser Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees is opgebouwd uit grove lagen, die worden bijeengehouden door vetlagen en vliezen. Lange grove vezel. Veel bindweefsel. Hard. Om te stoven, te braiseren en te glaceren. Sukadestuk 4. Driehoekstuk/Macreuse à pot-au-feu Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees omgeven door vet en vliezen. Fijne middellange vezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Om te braden, als braadstuk, verwerkt in rollade. Driehoekstuk 5. Bloemstuk/Macreuse à bifteck Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Bloemstuk gedeeld Twee lagen vlees verbonden door vet en een vlieslaag. Zowel lange als korte, fijne vezels. Weinig bindweefsel. Halfhard. Om te sauteren of te braden, als rosbief of braadstuk. Bloemstuk 3 Warenkennis 6. Puntborst/Gros bout de poitrine Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees afgewisseld met een vetlaag. Grove, korte vezel. Veel bindweefsel. Hard. Als stoofvlees, bijvoorbeeld hachee. B. Borst en klapstuk Puntborst 7. Dikke borst/Milieu de poitrine Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Dikke borst 4 Vlees afgewisseld met een vetlaag. Grove, korte vezel en veel vliezen. Veel bindweefsel. Hard. Als stoofvlees en gehakt. Warenkennis 8. Naborst/Tendron, petite poitrine Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees afgewisseld met vetlaag. Grove, korte vezel en veel vliezen. Veel bindweefsel. Hard. Als stoofvlees, gehakt en rollade. Naborst 9. Dunne borst of klapstuk/Tendron, petite poitrine Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees afgewisseld met vetlagen, vliezen, sommige delen ook dooraderd met vet. Grove vezels. Veel bindweefsel. Halfhard. Om te stoven als stoofvlees, als rollade. Dunne borst Doorgaande rib C. Hals met doorgaande rib 5 Warenkennis 10. Klaprib of champrib/Plat de côtes couvert Samenstelling: Vlees opgebouwd uit lagen, die worden afgewisseld met vet. Grove structuur, hier en daar dooraderd met vet. Weinig bindweefsel. Hard. Om te koken, te braden als rollade. Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Klaprib 11. Hals/Collier Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees, verbonden door middel van vetopeenhopingen en vliezen. Grove, losse structuur. Veel bindweefsel. Hard. Als gehakt. Hals 12. Onderrib of pianostuk/Basse-côtes Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Onderrib 6 Vlees omgeven door dunne vetlaag en vlies. Grove vezel. Weinig bindweefsel. Hard. Als stoofvlees voor rollade. Onderrib, pianostuk Warenkennis Deksel Dikke rib met deksel 13. Dikke rib met en zonder deksel/Côte de boeuf, entrecôte couverte Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees omgeven door een loszittende vetrand. Middelfijne, korte vezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Als braadvlees, rollade. 14. Fijne rib/Côte de boeuf, entrecôte couverte Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees omgeven door een dunne vetrand. Fijne structuur, korte vezels. Weinig bindweefsel. Halfhard. Om te braden als rollade. Fijne rib Achtervoet binnenkant 7 Warenkennis Delen achtervoet 15. Vang/Flanchet Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees omgeven door vliezen en een dunne vetlaag; bestaat uit een deel hard rood vlees, vinkelap, het vangvlees en vang + navelend. Grove vleesvezel. Weinig bindweefsel. Hard en stug. Om te malen en te gebruiken als tartaar of gehakt. Vang a. Hard rood vlees c. Vangvlees/lap 8 b. Vinkelap Warenkennis 16. Vang en navelend/Flanchet et oeillet Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees omgeven door vliezen en een dunne vetlaag. Grove vleesvezel. Weinig bindweefsel. Hard en stug. Om te malen en te gebruiken als tartaar of gehakt. Vang en navelend 17. Dunne lende met haas/Aloyau de tranche Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees licht dooraderd met vet, afgedekt met harde vetlaag. Fijne, korte vleesvezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Als braadstuk, om te sauteren of te grilleren. Dunne lende met haas Entrecôte 9 Warenkennis 18. Runderhaas/Filet de boeuf Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees bestaat uit lange haas + kop, soms wat vetdooradering. Lange, fijne vleesvezel. Weinig tot geen bindweefsel. Zacht. Om te sauteren, te grilleren als tournedos of in zijn geheel. Runderhaas met ketting 19. Dikke lende/Rumsteck Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Dikke lende Dikke lende: a. Heupvlees b. Heuplap c. Zijlende d. Lendestuk 10 Diverse lagen vlees bijeengehouden door lagen bindweefsel. Bestaat uit heupvlees, heuplap, zijlende en Korte fijne en grove vezels. Veel bindweefsel. Halfhard tot hard. Om te sauteren, braden, als gehakt of rosbief. Warenkennis 20. Staartstuk/Pointe de culotte Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees dooraderd met vet. Korte grove vleesvezels. Weinig bindweefsel. Hard. Om te braden of als rosbief. Staartstuk 21. Runderstaart/Queue de boeuf Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met been en vliezen. Korte, grove vezels. Veel bindweefsel. Hard. Om te koken of als soepvlees. Runderstaart 22. Liesstuk of ezelstuk/Aiguilette baronne Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees bedekt en dooraderd met vet. Grove, korte vezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Als braadstuk of om te stoven. Liesstuk 11 Warenkennis 23. Spierstuk/La tranche grasse Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met zeer weinig vet, bestaande uit: dikke plaat, pijplapje, kogel en dunne plaat. Grove, korte vleesvezels. Weinig bindweefsel. Halfhard tot hard. Om te stoven of te braden. Spierstuk Spierstuk: a. Dikke plaat b. Pijplapje c. Kogel d. Dunne plaat 24. Platte bil/Gîte noix, aiguiltte de gîte noix Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Platte bil 12 Vlees met zeer weinig vet. Korte, grove vleesvezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Als braadvlees voor rosbief of als biefstuk. Warenkennis 25. Muis/Rond de gîte noix Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met zeer weinig vet, bedekt met vetlaag. Lange, fijne vleesvezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Om te braden als rosbief. Muis 26. Peeseind/Jumeau de jambe Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met harde pezen, vet en vliezen, bestaande uit: baklap, biefstukje, harinkje en stooflap. Korte, grove vezels. Veel bindweefsel. Hard. Om te koken of te stoven. ‘ Peeseïnd Peeseind: a. Baklap b. Biefstukje c. Harinkje d. Stooflap 13 Warenkennis 27. Bovenbil/Tende de tranche Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees met zeer weinig vet, bedekt met vetlaag, bestaande uit: bijkogel, deksellip, deksel, kogel en vastdeel. Lange, fijne vleesvezel. Weinig bindweefsel. Halfhard. Om te braden, te sauteren, te grilleren als rosbief, kogelbiefstuk of rollade. Bovenbil Bovenbil: a. Bijkogel b. Deksellip c. Deksel Bovenbil: d. Kogel 14 Bovenbil: e. Vastdeel Warenkennis Orgaanvlees 28. Runderlever/Foie de boeuf Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees zonder vet, sterk doorbloed, bijeengehouden door vliezen. Zeer korte vleesvezels. Weinig tot geen bindweefsel. Zacht. Om te sauteren en te koken. Runderlever 29. Rundertong/Langue de boeuf Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees bedekt met vet en taai vel. Korte vleesvezel. Weinig bindweefsel. Zacht. Om te koken, te roken, te pocheren, als vleeswaren. Rundertong 30. Rundernier/Rognons de boeuf Samenstelling: Structuur: Textuur: Stevigheid: Gebruik: Vlees-/nierdelen die door middel van vliezen met elkaar zijn verbonden en vetophopingen. Zeer korte vezels. Weinig bindweefsel. Hard. Koken of pocheren als vleeswaren. Rundernier 15 Warenkennis Onderverdeling Bestemming Kooktechniek 1. voorschenkel bouillon koken/trekken hachee blancheren Delen voorvoet A. Schouder stoven 2. schoudermuis B. Borst en klapstuk braadstuk braden tartaar sauteren 3. sukadestuk sukadelappen stoven, braiseren, glaceren 4. driehoekstuk braadstuk braden in de oven 5. bloemstuk rosbief braden bieflappen sauteren doorregen lappen stoven hachee stoven stooflappen stoven hachee stoven stooflappen stoven rollade braden hachee stoven gehakt sauteren stooflappen stoven rollade braden klapstuk koken rollade braden 11. hals gehakt sauteren 12. onderrib of pianostuk stooflappen stoven rollade braden stooflappen stoven rollade braden riblappen stoven rollade braden a. hard rood vlees a. gehakt sauteren b. vinkelap b. tartaar sauteren c. vangvlees c. stoofrollade stoven stooflappen stoven hacheevlees stoven 6. puntborst 7. dikke borst 8. naborst 9. dunne borst of klapstuk C. Hals met doorgaande rib 10. klaprib of champrib 13. dikke rib met en zonder deksel 14. fijne rib Delen achtervoet 15. Vang Vang 16. Vang en navelend 17. Dunne lende met haas 18. Runderhaas n.v.t. a. haas b. ketting 19. Dikke lende stoven lendestuk braden contrafilet braden entrecôte sauteren T-bone grilleren a. chateaubriand braden tournedos sauteren filet mignon sauteren, grilleren b. goulasjvlees sauteren, grilleren, stoven a. heupvlees a. soepvlees, gehakt trekken, braden b. heuplap b. biefstuk sauteren, grilleren c. zijlende c. d. rosbief, braden, sauteren, braden, Dikke lende d. lendestuk 16 rollade 20. Staartstuk n.v.t 21. Runderstaart n.v.t biefstuk rosbief grilleren braden blancheren, pocheren Warenkennis 22. Liesstuk of ezelstuk 23. Spierstuk Onderverdeling Bestemming Kooktechniek n.v.t. rosbief braden stooflappen stoven a. dikke plaat a. bieflappen sauteren, braden b. pijplapje b. bieflappen Hollandse biefstuk sauteren, braden tartaar 24. Platte bil c. kogel c. kogelbiefstuk sauteren d. dunne plaat d. bieflappen braden n.v.t. rosbief braden braadlappen braden 25. Muis n.v.t. rosbief/rookvlees braden 26. Peeseind a. baklap a. braadlappen braden b. biefstukje b. Hollandse biefstuk sauteren c. harinkje c. braadlappen braden d. stooflap d. stooflappen stoven a. bijkogel a. tartaar sauteren b. deksellip b. stooflappen stoven c. deksel c. braadlappen braden d. kogel d. kogelbiefstuk sauteren e. vastdeel e. braadlappen braden 27. Bovenbil Hollandse biefstuk Hollandse biefstuk Hollandse biefstuk sauteren sauteren Orgaanvlees 28. Runderlever 29. Rundertong 30. Rundernier vleeswaren blancheren, koken, pâté pocheren, sauteren vleeswaren blancheren, koken, tranches pocheren, roken vleeswaren blancheren, koken, pocheren Schema 17-5 Onderverdeling, bestemming en kooktechniek van rundvlees 17
© Copyright 2025 ExpyDoc