Praktijkhandreiking onderhoud en verbetering

Praktijkhandreiking onderhoud en verbetering woningcorporaties
Tot de uitgaven van een woningcorporatie behoren de uitgaven met betrekking tot onderhoud en
verbetering van vastgoed. Het antwoord op de vraag wanneer er voor de vennootschapsbelasting
sprake is van een onderhoudsuitgave en wanneer van een uitgave met betrekking tot verbetering is in
de jurisprudentie redelijk uitgekristalliseerd. Maar een dergelijke kwalificatie blijft uiteindelijk afhankelijk
van de feiten en omstandigheden van het individuele geval.
Voor toepassing van dit fiscale kwalificatieleerstuk in de praktijk is in 2009 door BDO en de
Belastingdienst een handreiking gegeven (zgn. ‘BDO-lijst’). De Belastingdienst heeft deze handreiking
recentelijk geëvalueerd. Op basis van zijn ervaringen in de praktijk, heeft de Belastingdienst de
oorspronkelijke handreiking op onderdelen aangepast. Bovendien is het geldende fiscale kader dat
voor de toepassing van de lijst van kracht is, in de handreiking beschreven. Dat leidt naar verwachting
tot meer duidelijkheid voor de praktijk.
De nieuwe praktijkhandreiking onderhoud en verbetering woningcorporaties is in concept-vorm aan de
grote fiscale advieskantoren voorgelegd. Aan deze kantoren is de mogelijkheid geboden op de
handreiking te reageren. Dat heeft verschillende reacties opgeleverd. Deze zijn door de
Belastingdienst beoordeeld en gewogen. Dat heeft geleid tot verschillende wijzigingen in de conceptversie. De definitieve praktijkhandreiking onderhoud verbetering is nu vastgesteld.
De nieuwe praktijkhandreiking verschilt op een aantal onderdelen van de oorspronkelijke ‘BDO-lijst’.
De praktijkhandreiking bestaat uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 1 is een globale schets opgenomen
van het relevante huidige kader voor de fiscale duiding van uitgaven voor onderhoud en verbetering.
In de hoofdstukken 2 tot en met 4 wordt deze schets nader uitgewerkt. De aangepaste BDO-lijst is
opgenomen in hoofdstuk 5, met daarin als belangrijkste wijzigingen:
 uitgaven die voortvloeien uit verplichtingen of wensen vanwege voorschriften op het terrein
van veiligheid en of milieu, worden aangemerkt als verbeteringsuitgaven.
In de vorige versie was aangegeven dat in beginsel sprake was van onderhoudsuitgaven;
 bij uitgaven vanwege het gebruik van andere, duurdere materialen, worden de meerkosten als
verbeteringsuitgaven aangemerkt.
Deze wijzigingen hebben geleid tot enkele aanpassingen in de lijst van hoofdstuk 5.
1 oktober 2014
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Notitie onderhoud verbetering woningcorporaties 2014
Historie
Tot de uitgaven van een woningbouwcorporatie behoren de uitgaven met betrekking tot
onderhoud en verbetering van vastgoed. De vraag wanneer er sprake is van een
onderhoudsuitgave en wanneer van een uitgave met betrekking tot verbetering is in de
jurisprudentie redelijk uitgekristalliseerd, echter een kwalificatie blijft afhankelijk van de
feiten van het individuele geval.
Binnen de corporatiewereld zien we echter op dit gebied vaak uitgaven die bij elke
corporatie in één of andere vorm voorkomen. In 2009 is een opsomming gemaakt van
werkzaamheden op dit gebied, die binnen de corporatiewereld veelvuldig voorkomen.
Vervolgens is op basis van de jurisprudentie een fiscale kwalificatie gegeven aan de
benoemde werkzaamheden (de zogenoemde ‘BDO-lijst’). Aan de Belastingdienst is in
2009 verzocht zich akkoord te verklaren met de gegeven kwalificaties.
De Belastingdienst heeft vervolgens geantwoord de BDO-lijst niet te accorderen. Wel
heeft hij het volgende verklaard:
De werkzaamheden van een woningcorporatie worden fiscaal gekwalificeerd aan de
hand van de regels welke goed koopmansgebruik stelt. De gangbare jurisprudentie en de
hoofdregels hieruit gelden als uitgangspunt. Wanneer een corporatie werkzaamheden
verricht welke op de bovengenoemde lijst uit de memo van BDO voorkomen, dan is de
Belastingdienst bereid af te spreken dat de kwalificatie welke BDO aan deze
werkzaamheden geeft – waarbij BDO de hoofdlijnen van goed koopmansgebruik volgt in zijn algemeenheid gevolgd kan worden. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat
de inspecteur ten allen tijde de mogelijkheid heeft om in een individueel geval de
kwalificatie ter discussie te stellen. Deze afspraak geldt voor de indiening van de aangifte
vennootschapsbelasting 2006 t/m 2008. In de loop van 2010 zullen de (adviseurs van de)
woningcorporaties en de Belastingdienst evalueren hoe deze afspraak in de praktijk
uitvalt. Onder deze voorwaarde is de belastingdienst bereid de lijst van BDO als een
(begin van een) leidraad te beschouwen, welke de woningcorporaties in de praktijk bij de
aangifte vennootschapsbelasting kunnen hanteren.
De hiervoor genoemde evaluatie heeft tot 2013 niet plaatsgevonden. Na een interne
evaluatie in 2013 legt de Belastingdienst in dit document zijn zienswijze van de
contouren van de behandeling van onderhouds- en verbeteringsuitgaven bij
woningcorporaties vast. Na een schets van de relevante contouren binnen goed
koopmansgebruik (art. 3.25 Wet Inkomstenbelasting 2001), wordt daarna in een lijst een
fiscale kwalificatie aan werkzaamheden gegeven. De Belastingdienst is bereid deze lijst
als een (begin van een) leidraad te beschouwen, welke een woningcorporatie in de
praktijk bij het opstellen van een aangifte vennootschapsbelasting kan hanteren. Met dien
verstande dat de inspecteur te allen tijde de mogelijkheid heeft om in een individueel
geval de toepassing van de lijst en daarmee de overeenkomstige kwalificatie te
beoordelen.
1
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
Fiscale definities ‘onderhoud’ en ‘verbetering’ .................................................................. 3
Verplicht integraal activeren van onderhoudsuitgaven ...................................................... 3
Verplicht gedeeltelijk activeren van onderhoudsuitgaven .................................................. 4
Nadere invulling aan de hand van rechtspraak ................................................................... 5
Gecorrigeerde ‘BD(O)-lijst’................................................................................................ 7
2
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
1. Fiscale definities ‘onderhoud’ en ‘verbetering’
Bij fiscaalrechtelijke kwalificatie ‘onderhoud’ of ‘verbetering’ komt het voor goed
koopmansgebruik aan op de aard van de werkzaamheden in bouwtechnische of
installatietechnische zin. De rechters beoordelen wat er aan materiaal aanwezig is aan de
vooravond van de (onderhouds- of verbeterings-)werkzaamheden.
Onderhoud: als de werkzaamheden naar hun aard dienen om de onroerende zaak – in
vergelijking met de toestand waarin deze zich bij stichting of na latere verandering
bevond – in bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruitgang op te heffen
(o.m. BNB 1957/1901, BNB 1958/296 en BNB 1998/413). Daarbij kan het betreffen een
bedrijfsmiddel of een onderdeel waarop apart wordt afgeschreven. Te denken is aan
kosten van herstelling of vernieuwing van onderdelen van gebouwen, welke versleten zijn
(B 5916). Dit ook indien de kosten van omvangrijke aard zijn (B 3702).
Onderhoudsuitgaven moeten in aftrek worden gebracht, tenzij zich een
uitzonderingssituatie voordoet (onderdelen 2 + 3).
Verbetering: als de werkzaamheden dienen om aan de onroerende zaak een wezenlijke
verandering aan te brengen, waardoor de onroerende zaak naar inrichting, aard of omvang
een wijziging heeft ondergaan (o.m. BNB 1980/231).
Verbeteringsuitgaven worden geactiveerd.
2. Verplicht integraal activeren van onderhoudsuitgaven
In een aantal situaties moeten ondernemers alle onderhoudsuitgaven activeren.
Aan de rechtspraak kunnen we de volgende situaties ontlenen:
2.1 ‘Gebruiksklaar maken’
Als een ondernemer een pand verwerft en (tot enkele jaren na verwerving) daaraan
werkzaamheden laat verrichten om het in de staat te brengen waarin hij het voor zijn
bedrijf wil gebruiken, gaan de kosten van die werkzaamheden, onverschillig of het
onderhouds- of verbeteringskosten betreft, deel uitmaken van de fiscale
aanschaffingskosten van het pand (o.a. BNB 1959/6).
“Tot enkele jaren na verwerving”. Het aantal jaren is afhankelijk van feiten en
omstandigheden. Rechtspraak: werkzaamheden na 2 jaar (VN 1981, blz. 1303) en na 4
jaar (VN 1988/3236,22): geen activering, maar aftrekbare onderhoudsuitgaven.
2.2 Sloop-nieuwbouw
In sloop-nieuwbouwsituaties worden alle uitgaven voor de nieuwbouw geactiveerd,
onverschillig of het onderhouds- of verbeteringskosten betreft.
2.3 ‘Extra afschrijven’
Wanneer een onroerende zaak door een abnormale gebeurtenis (brand, overstroming,
oorlogsgeweld en dergelijke) fysiek beschadigd raakt, kan de ondernemer een extra
1
In deze werkversie wordt alleen verwezen naar VN- en BNB-nummers.
3
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
afschrijving toerekenen aan het jaar waarin deze onvoorziene gebeurtenis zich voordeed.
Deze calamiteit ziet op de gehele of gedeeltelijke teloorgang van aanwezige
werkeenheden. Men noemt dit ‘extra afschrijven.’ De schade is dan zo ernstig of
omvangrijk, dat de herstelkosten als kapitaaluitgaven of aanschaffings- of
voortbrengingskosten moeten worden beschouwd (B 8546).
Als hersteluitgaven 25% of meer bedragen dan de fiscale kostprijs (niet: fiscale
boekwaarde) van het bedrijfsmiddel, dan dienen alle uitgaven als verbetering te worden
aangemerkt omdat dan sprake is van een bijzondere afschrijving (vgl. BNB 1991/125).
2.4 Ingrijpende verbouwing, algehele vernieuwing, radicale vernieuwing (winstsfeer)
Wanneer er sprake is van een ‘ingrijpende verbouwing’, een ‘algehele vernieuwing’ of
een ‘radicale vernieuwing’ in de winstsfeer worden (achterstallig) onderhoud en
verbetering in één bedrag geactiveerd, een kostenaftrek is volledig uitgesloten.
Als een onroerende zaak technisch en economisch gezien hoogst verouderd is, worden
alle renovatie-uitgaven geactiveerd (BNB 1958/14).
Idem als van een onroerende zaak een gedeelte bouwvallig is, welk gedeelte wordt
afgebroken, en in het overblijvende gedeelte een groot aantal veranderingen en
vernieuwingen wordt aangebracht (BNB 1958/296).
Gezien Hof Amsterdam V-N 1996/2101 is het mogelijk dat zelfstandige delen van een
pand radicaal zijn vernieuwd (activeren van de uitgaven) en dat de werkzaamheden aan
de overige (onder)delen van het pand niet leiden tot radicale vernieuwing van die overige
(onder)delen. In de uitgaven voor de overige (onder)delen kunnen dus onderhoudskosten
zitten.
2.5 Vervanging apart afgeschreven onderdelen
De kosten van de vervanging van een onderdeel van een bedrijfsmiddel of van een
onderdeel van een complex, waarvoor apart een afschrijving is berekend dan wel een
voorziening is gevormd, moet men 1) activeren wanneer in de afschrijving van het
onderdeel rekening is gehouden met de vervanging ervan, dan wel 2) de uitgaven
afboeken op de hiervoor gevormde voorziening.
2.6 Hoge afschrijvingspercentages
Als het afschrijvingspercentage ‘zekere bandbreedtes’ niet te boven gaat, zijn
onderhoudskosten of achterstallige onderhoudsuitgaven ineens aftrekbaar. Het gaat dan
om herstel van de oude toestand. De uitgave ziet op het verleden. Indien het echter
duidelijk is dat de waardevermindering, doordat onderhoud achterwege is gebleven, is
verwerkt in de voorheen toegepaste afschrijvingen, moet de uitgave worden geactiveerd
en afgeschreven. Met deze uitgave is dan al in het verleden rekening gehouden (o.m.
BNB 1955/132). Onderhoud moet worden geactiveerd indien afschrijvingen mede
strekken tot dekking van de waardevermindering, welke het gevolg is van het achterwege
blijven van onderhoudswerkzaamheden (vgl. BNB 1955/132).
3. Verplicht gedeeltelijk activeren van onderhoudsuitgaven
In een aantal situaties moeten ondernemers onderhoudsuitgaven gedeeltelijk activeren.
Aan de rechtspraak kunnen we de volgende situaties ontlenen:
3.1 Splitsing van kosten bij ‘modernisering’
Als een object wordt gemoderniseerd, moeten de uitgaven worden gesplitst. De kosten
4
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
voor verbetering komen niet in aftrek voor zover ze meer bedragen dan de kosten van
onderhoud die men bij herstel in de oorspronkelijke toestand (loutere herstelling of
vernieuwing van hetgeen versleten is) had moeten maken. Overige verbeteringskosten
mogen wel in aftrek worden gebracht (o.m. B 5916, B 7140, BNB 1957/190 en BNB
1980/231)). Daarbij moet worden gelet op de aard van het uitgevoerde werk en de
toestand waarin het gebouw zich bij de stichting en mogelijke latere veranderingen
bevond, doch niet op de staat van onderhoud van het gebouw tijdens de verkrijging door
de tegenwoordige bezitter (B 6375).
Voor het verschil met een modernisering die leidt tot een wezenlijke verbetering wordt
verwezen naar 2.4.
3.2 Aanzienlijke kosten toerekenbaar aan vorige eigenaar (Bodemplaat-arresten)
Gedeeltelijke activering kan verplicht zijn wanneer een gebruikt vastgoed wordt
aangekocht, waarna de koper - nadat hij het pand een zekere periode in gebruik heeft
gehad - groot onderhoud aan een versleten onderdeel uitvoert of laat uitvoeren:
Als een versleten onderdeel van een bedrijfsmiddel wordt vernieuwd en de kosten van
deze vernieuwing in verhouding tot de aanschaffingskosten van het bedrijfsmiddel
aanzienlijk zijn, eist goedkoopmansgebruik dat de vernieuwingskosten worden
geactiveerd voor zover zij niet in hoofdzaak zijn veroorzaakt door het gebruik dat van dat
bedrijfsmiddel is gemaakt na de aanschaffing ervan door de ondernemer (BNB 1989/157
en BNB 1992/136).
‘Aanzienlijk’ is in BNB 1992/136 niet duidelijk gedefinieerd middels een percentage. Het
lijkt op basis van de cijfers in de genoemde arresten dat 20% in ieder geval aanzienlijk is.
‘In hoofdzaak’ is tenminste 70%. Grondslag is de fiscale kostprijs van het bedrijfsmiddel.
In het kader van de VSO’s is goedgekeurd dat de bodemplaatarresten niet naar analogie
worden toegepast bij overgang van de vrijgestelde naar de belaste periode (geen wisseling
van eigenaar). Bij aankoop van een bedrijfsmiddel/pakket bestaande woningen door een
woco worden de bodemplaatarresten echter wel toegepast (wel wisseling van eigenaar).
4. Nadere invulling aan de hand van rechtspraak

Onderhoud is alleen mogelijk aan iets dat al aanwezig is aan de onroerende zaak.
Voorbeeld: aanbrengen van een verdiepingsvloer die er voorheen niet was: geen
onderhoud, maar verbetering.
 Onderhoud is alleen mogelijk aan iets dat nog aanwezig is aan de onroerende zaak.
Voorbeeld: een bij stichting aangebracht zijraam dat later is dichtgemetseld wordt na
jaren weer aangebracht: geen onderhoud maar verbetering.
 Het enkele feit dat werkzaamheden verplicht zijn o.g.v. verscherpte milieuwetgeving
betekent niet dat daarom sprake is van onderhoud (BNB 1998/413). Criterium is en
blijft of de werkzaamheden naar hun aard hebben gediend om de onroerende zaak in
bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruitgang op te heffen.
Denkbare situaties:
a) Reeds aanwezige, maar versleten vloeistofdichte vloer wordt o.g.v. de
(ongewijzigde) milieuwetgeving vervangen door een nieuwe vloer met dezelfde
specificaties: geheel onderhoud.
b) Idem, maar vervanging door een vloer die aan verscherpte milieuwetgeving
voldoet: meerkosten t.o.v. een nieuwe vloer die slechts aan de oude wetgeving
voldoet zijn verbeteringsuitgaven. De rest vormt onderhoud.
5
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES







c) Reeds aanwezige gewone, al dan niet versleten, niet-vloeistofdichte vloer wordt
o.g.v. verscherpte milieuwetgeving vervangen door een vloeistofdichte vloer:
meerkosten t.o.v. een gewone, niet-vloeistofdichte vloer zijn verbeteringsuitgaven.
De rest vormt onderhoud.
‘Verplichte werkzaamheden’ o.g.v. andere voorschriften
Voorbeeld: veiligheidsvoorschriften; gelijk aan de behandeling van werkzaamheden
o.g.v. verscherpte milieuwetgeving.
Als ‘herstel in oude toestand’ niet nuttig of noodzakelijk is: toch onderhoud.
Onderhoud met andere materialen
Voorbeelden:
- ‘Herstel’ met andere materialen duurder dan herstel met de oorspronkelijke
materialen: herstel met andere materialen is onderhoud tot het niveau dat herstel
met oorspronkelijke materialen zou kosten. Meerkosten activeren.
- ‘Herstel’ met andere materialen goedkoper dan met oorspronkelijke materialen:
geheel onderhoud.
‘Achterstallig onderhoud’ is ook onderhoud. Dat de uitgaven relatief hoog zijn, is
irrelevant.
Anders: zie onder paragraaf 2 en 3. Bijvoorbeeld: achterstallig onderhoud activeren
wanneer een pand gebruiksklaar wordt gemaakt; of wanneer door middel van aparte of
heel hoge afschrijvingen of dotaties aan onderhoudsvoorzieningen al rekening is
gehouden met de slijtage die het onderhoud veroorzaakt.
Uitgaven voor ‘optimalisering’ en ‘modernisering’ van onderdelen van een onroerende
zaak kwalificeren in principe als verbetering, maar komen tot het bedrag dat normaal
onderhoud van die onderdelen zou hebben gekost toch als onderhoudskosten in aftrek
(BNB 1957/190: uitgaven voor verbetering van de bestaande verwarming en voor
vervanging van de stookinstallatie door een modernere vormden gedeeltelijk
onderhoudskosten).
Uitgaven voor herstel van geleden schade: zie ‘extra afschrijven’ onder punt 2, eerst
een bijzondere afschrijving toepassen en vervolgens de uitgaven voor de
herstelwerkzaamheden activeren (BNB 1991/125).
Uitgaven omvatten tegelijkertijd onderhoud en verbetering: splitsing van de uitgaven
vereist. Voorbeeld: vervangen van het dak door een vergelijkbaar dak. Tegelijkertijd
wordt voorheen niet aanwezig isolatiemateriaal aangebracht. Uitgaven voor het dak
zijn onderhoudskosten. De uitgaven voor de isolatie moeten geactiveerd worden.
6
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
5. Gecorrigeerde ‘BD(O)-lijst’
Behandeling van uitgaven voor werkzaamheden in een situatie dat geen bijzondere
regel uit bovenstaande uiteenzetting van toepassing is. De lijsten met werkzaamheden
komen overeen met de oorspronkelijke BD(O)-lijst. De fiscale beoordeling/actie is op
onderdelen aangepast.
A. Te activeren uitgaven
De volgende onderhoudswerkzaamheden zorgen voor een verbetering van de
bestaande situatie. De kosten die betrekking hebben op deze werkzaamheden dienen te
worden geactiveerd.
Uitgangspunt: iets aanbrengen wat er voorheen niet was: activeren.
Let op: in de voorbeelden van onderdeel A is er van uitgegaan dat er iets wordt
aangebracht wat er voorheen niet was. De kwalificatie geldt daarom niet bij
vervanging.
Werkzaamheid
Het storten van een
bergingsvloer
Het aanbrengen van
nachtventilatie in de
kozijnen
Een badkamer uitbreiden
door deel van de
zijkamer erbij te trekken
Het verbeteren van
entreedeuren
Het verbeteren van
mechanische ventilatie
Het aanbrengen van
branddetectie apparaten
en een
videofooninstallatie
Het plaatsen van
dakkapellen
Het realiseren van
tussenbouw, zijnde
overdekte overgang
tussen woning en
bijvoorbeeld garagebox
Fiscale beoordeling
Verbetering
Actie
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Verbetering
Activeren
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
7
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Het overnemen van
tussenbouw en kort
daarna uitvoeren van
onderhoud c.q.
verbetering.
Het isoleren van een
berging
Het realiseren van een
luifel
Ventilatiemogelijkheden
aanbrengen in een
nieuwe keuken
Het aanbrengen van een
2e toilet, inclusief
tegelwerk en fonteintje.
Het verwijderen van een
schoorsteenmantel en
kasten voor het plaatsen
van een nog niet
aanwezige afvoer
Het plaatsen van een
buitenberging inclusief
straatwerk en het
aanbrengen van elektra
en een aansluitpunt voor
een wasmachine
Het plaatsen van een
extra vaatwasmachine
aansluiting
Het plaatsen van Isoglas
voorzetramen
Het vergroten van een
kamer
Het aanbrengen of
uitbreiden van een
meterkast
Het verplaatsen van een
keukenblok naar de
bijkeuken inclusief
installatie werk
Indien de ‘slijtage’ niet is
veroorzaakt in de eigendomsperiode
van de woningcorporatie zal er
sprake zijn van achterstallig
onderhoud dat conform
jurisprudentie geactiveerd moet
worden.
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
In de keuken wordt een nieuw
keukenblok aangebracht. Het oude
keukenblok wordt verplaatst naar de
bijkeuken. Ten opzichte van de oude
situatie is dit een verbetering
(eventueel splitsen kosten).
Activeren
Activeren
8
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Het slopen van een dak
om isolatie aan te
brengen.
Het aanbrengen van
vluchtdeuren
Uitgaven ten behoeve
van veilig wonen zoals
het aanbrengen van
veiligheidssloten
Een Cv-ketel verplaatsen
naar vliering, inclusief
het omleggen van
leidingen en aanbrengen
van omtimmering.
Het aanbrengen van
liftaanpassingen
Verlaagd plafond
toepassen om leidingen
weg te werken
Het bekleden van
schoorstenen
Het aanbrengen van isolatie is een
verbetering ten opzicht van de oude
situatie. Het slopen van het dak
houdt verband met het aanbrengen
van isolatie.
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
De ketel wordt niet onderhouden. Er
worden nieuwe leidingen aangelegd.
Verbetering
Activeren
Verbetering.
Activeren
Activeren
Er wordt iets aangebracht op een
Activeren
plaats waar het plafond voorheen niet
was. Veroorzaakt door verleggen van
leidingen. Geen onderhoud
Verbetering.
Activeren
Toevoegingen Belastingdienst
Het toevoegen van
hekwerken, schuttingen
e.a. tuinvoorzieningen.
Het aanbrengen van
buitenverlichting aan het
object.
Het vergroten van een
woning.
(vloeroppervlak/nuttige
ruimte)
Het aanbrengen van een
(vaste) vlizotrap.
Het beloopbaar maken
van de zoldervliering.
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
Verbetering
Activeren
9
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Het aanbrengen of
vergroten van
dakvensters.
I.g.v. aanbrengen: activeren.
I.g.v. vergroting: meerkosten t.o.v.
vervanging bestaande dakvensters
activeren
Asbestsanering: er wordt
iets verwijderd. Dat is
strikt gezien in
bouwkundig opzicht
geen herstel.
In beginsel verbetering. Echter wel
t.l.v. het resultaat indien de
verwijdering niet leidt tot hogere
jaarlijkse nutsprestaties en bij de
afschrijving niet al rekening is
gehouden met de kosten en door
verwijdering en vervanging de
levensduur niet wordt verlengd
(BNB 1998/16)
Verbetering
Energetische- en
geriefsverbeteringen (op
verzoek eerder laten
verbeteren van bv de
energieprestatie)
I.g.v. aanbrengen:
activeren.
I.g.v. vergroting:
meerkosten t.o.v.
vervanging
bestaande
dakvensters
activeren
Activeren, tenzij
BNB 1998/16
Activeren
10
B. Uitgaven voor werkzaamheden die (deels) ten laste van het resultaat kunnen worden
gebracht als onderhoudskosten.
Uitgangspunten:
Onderhouden of vervangen van het bestaande met hetzelfde materiaal is onderhoud.
Onderhouden of vervangen van het bestaande met andere materialen: splitsen van
kosten in onderhoud en verbetering indien duurder dan met hetzelfde materiaal.
Bij sommige werkzaamheden kan er ook gedeeltelijk sprake zijn van verbetering door het
aanbrengen van andere, nieuwere materialen. De kosten van deze verbetering worden ten laste
van het resultaat gebracht voor zover het niet duurder is dan herstel in oude toestand. Als wel
duurder: meerkosten activeren.
NB: Er zijn ook werkzaamheden waarbij geen materialen worden aangebracht.
Werkzaamheid
Controleren van
riolering.
Fiscale beoordeling
Onderhoudswerkzaamheden
Reinigen van gevels.
Onderhoudswerkzaamheden
Actie
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Onderhoud aan
dakbedekking.
Reinigen van dakgoten.
Voor zover er geen verbeteringen
worden aangebracht is er sprake van
onderhoud.
De kosten van eventuele verbetering
worden ten laste van het resultaat
gebracht voor zover het niet duurder
is dan herstel in oude toestand. Als
wel duurder: meerkosten activeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Schilderen van de
kozijnen en deuren aan
de buitenzijde en de
binnenzijde van de
panden.
Onderhouden van
tuinen bij de diverse
gebouwen en het
reinigen van de sloot.
Reinigen en
onderhouden van de
schoorstenen van de
diverse panden.
Herstellen van houtrot
bij boeidelen en
windveren.
Onderhouden en
keuren van de liften.
Schilderwerk is onderhoud aan de
binnen- en buitenzijde.
Controleren en
onderhouden van de
mechanische ventilatie
Reinigen en vervangen
van bitumen daken.
Onderhoudskosten
Schoonmaken van de
kunststofkozijnen van
diverse panden.
Vervangen en
herstellen van metselen voegwerk.
Vervangen van de
hemelwaterafvoer.
Onderhoudswerkzaamheden
Aftrek (evt. deels
activeren).
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Onderhoudskosten. Ziet niet op
onderhoud van tuinen bij woningen
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Onderhoudskosten
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Onderhoudskosten
Onderhoudskosten
Onderhoudskosten wanneer door
bitumen wordt vervangen.
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudswerkzaamheden als
hetzelfde materiaal. Anders de
meerkosten activeren (bijv. pvc
vervangen door zink).
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Aftrek (evt. deels
activeren).
11
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Herstellen van
straatwerk.
Onderhouden van de
bestaande
binnenriolering van
diverse panden.
Vervangen van
‘gewone deuren’ door
brandwerende deuren.
Vervangen van
zachtboard en PVC
plafonds door
brandwerend materiaal.
Divers
geveltimmerwerk bij
schilderbeurt.
Schilderwerk.
Er is in deze situatie geen sprake van
een wezenlijke verandering of
modernisering (zelfde materialen)
Onderhoudswerkzaamheden
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Meerkosten zijn verbetering.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Meerkosten zijn verbetering.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Onderhoud indien timmerwerk al
aanwezig
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Het bestaande schilderwerk wordt
onderhouden.
Vervangen van
dakpannen.
Onderhoud mits dezelfde pannen
Vervangen van
zonweringen.
Onderhoudswerkzaamheden mits
dezelfde zonwering. Ander, duurder
materiaal: meerkosten activeren.
Als vervanging met hetzelfde
materiaal, dan onderhoud. Ander,
duurder materiaal: meerkosten
activeren.
Vervanging met gelijkwaardig
materiaal is onderhoud.
Vervangen en
bekleding van een
berging.
Vervangen van
hardglas ramen.
Uitvoeren van
kozijnreparaties
Aanbrengen van de
CV-installatie.
Inclusief onvoorziene
en voortijdige
vervanging.
De kosten die betrekking hebben op
herstel in oude staat kwalificeren als
onderhoudskosten.
De oude CV-installatie zal worden
vervangen door een HR-installatie.
Als HR duurder is, dan zijn de
meerkosten verbetering. De kosten
van verbetering mogen ten laste van
het resultaat indien niet duurder dan
herstel in oude toestand.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Aftrek (evt. deels
activeren).
12
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Het wijzigen van
gaskachels naar een
Cv-systeem en
warmwater
voorziening.
Werkzaamheden aan
installaties (n.a.v.
veiligheidsinspecties).
Afdichten van kieren
met brandwerende pur.
Vervangen van een
radiator door een ander
type.
Vervangen van een
vloer of balklaag.
Vervangen van
(koperen) leidingen
onder de vloer door
nieuwe (polytheen)
leidingen.
Vervangen van alle
raam- en deurkozijnen
door kunststof of
gecertificeerd hardhout.
Vervangen van een
groepenkast.
Afschilderen van
nieuwe gips-plafonds.
Modernisering. Meerkosten
activeren.
Deels aftrek, deels
activeren
Als verbetering i.v.m. verscherpte
wetgeving: activeren. Als reeds
aanwezige onderdelen worden
vervangen door dezelfde (nieuwe)
onderdelen: onderhoud
Met behulp van brandwerende pur
wordt de situatie in oude staat
hersteld.
Vervanging door gelijkwaardig type
is onderhoud. Vervanging door beter
type is verbetering. Dan meerkosten
activeren. Als beter type niet duurder
is: geheel onderhoud.
De vloer of balklaag zal zijn
stevigheid door verloop van tijd
hebben verloren. Door de vervanging
wordt deze teruggebracht in de oude
staat. Als met hetzelfde materiaal:
onderhoud. Als met ander materiaal:
meerprijs activeren als het andere
materiaal duurder is.
Als de oude leidingen vervangen
worden door leidingen van
modernere materialen die duurder
zijn: meerkosten activeren.
Als geen meerkosten: geheel
onderhoud.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Indien de oude kozijnen zullen
worden vervangen door moderne
materialen is er in beginsel sprake
van verbetering. Als duurder:
meerkosten activeren. Als niet
duurder; geheel onderhoud
Onderhoud als vervanging door
gelijkwaardige groepenkast.
Uitgebreidere kast: meerkosten
activeren.
De nieuwe plafonds zijn aangebracht
ter vervanging van oude
gipsplafonds. Het schilderwerk maakt
deel uit van deze vervanging.
Aftrek (evt. deels
activeren).
Aftrek
Aftrek (evt. deels
activeren).
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud (evt.
deels activeren)
13
Aftrek (evt. deels
activeren)
Aftrek (evt. deels
activeren).
Aftrek
FISCALE PRAKTIJKHANDREIKING
ONDERHOUD EN VERBETERING WONINGCORPORATIES
Kleurverschil in het
oorspronkelijke
metselwerk herstellen.
Het vervangen van
oorspronkelijke
raamdorpelstenen in
verband met
kleurverschil.
Ontgraven onder
funderingsbalk in
verband met toegang
onder woonkamer.
Reinigen van daken en
preventief
impregneren.
Het betreft herstel in oude toestand.
Aftrek
Het betreft herstel in oude toestand.
Aftrek
Dit zijn noodzakelijke
werkzaamheden om bij de
woonkamer te kunnen komen i.v.m.
onderhoud.
Reinigen is onderhoud, preventief
impregneren verbetering.
Ten laste van het
resultaat als
onderhoud.
Aftrek resp.
activeren.
14