I ^ NOV. zm - DCMR Milieudienst Rijnmond

m
DCMR
Parallelweg 1
Postbus 843
milieudienst
3100 AV Schiedam
H. Sprong
Heukelumseweg 5
4147 EW ASPEREN
010 - 246 80 00
Rijnmond
T
F
010 - 246 82 83
E
jp.vannieuwenliuizen@dcmrnl
W www.dcmrnl
BESLUIT van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
Ons kenmerk
Uw Kenmerk
Bijlagen
21864431
Datum
I ^ NOV. zm
Contactpersoon
Doorkiesnr.
Afdeling
J.P. van Nieuwenhuizen
0 1 0 - 2 4 6 84 97
Expertisecentrum
Onderwerp
Ontheffing ex artikel 8.1a, eerste lid, van de Wet luchtvaart, voor het met een paramotor opstijgen
van en/of landen op een terrein gelegen aan de Lingedijk te Oosterwijk, gemeente Leerdam op 15
november 2014.
Geachte heer Sprong,
Op 31 oktober 2014 heb ik uw verzoek ontvangen voor het verkrijgen van een ontheffing van het
verbod om buiten een luchthaven met een paramotor te mogen landen en opstijgen. Het betreft een
verzoek om 2 starts en 2 landingen uit te voeren op 15 november 2014 van en naar een terrein
gelegen aan de Lingedijk te Oosterwijk, gemeente Leerdam.
Uw aanvraag is getoetst aan de Beleidsregel landen op en opstijgen van terreinen anders dan van
luchthavens Zuid-Holland 2013 (hierna: Beleidsregel leo). Ik heb vastgesteld dat uw aanvraag niet
voldoet aan de eisen van artikel 13 van die Beleidsregel. Het genoemde terrein bevindt zich namelijk
in een Natura2000-gebied.
De Omgevingsdienst Haaglanden toetst of voortug-aanvragen waarvan de terreinen binnen een
Natura2000-gebieden liggen, een Natuurbeschermingswetvergunning op basis van de
Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk is. Op 11 november 2014 heeft de Omgevingsdienst
Haaglanden aan mij per e-mail kenbaar gemaakt dat een Natuurbeschermingswetvergunning niet
noodzakelijk is.
Blad 1 van 4
Ons kenmerk
21864431
m
•CMR
Met de burgemeester van Leerdam heb ik overleg gevoerd over uw aanvraag. Deze heeft op 13
milieudienst
november 2014 per e-mail verklaard geen bezwaar te hebben tegen het uitvoeren van
de
aangevraagde vluchten. In zijn bericht geeft de burgemeester aan dat de politie heeft
aangegeven
Rijninond
dat de organisatie zorg dient te dragen voor voldoende afzetting ondersteund door vrijwilligers van
de organisatie. Zij dienen toezicht te houden op een veilig verloop. De brandweer heeft geen
opmerkingen. Zij hebben aangegeven de TUG melding door te zullen sturen naar de repressieve
dienst zodat zij hiervan op de hoogte zijn.
BESLUIT
Gelet op het vorenstaande heb ik besloten, op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart, artikel
35, eerste lid van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en de Beleidsregel leo:
aan de heer H. Sprong een eenmalige tug-ontheffing te verlenen van het verbod om met een
luchtvaartuig te mogen landen op en/of opstijgen van een terrein gelegen aan de Lingedijk te
Oosterwijk, gemeente Leerdam;
de hierna opgenomen voorschriften te verbinden aan dit besluit
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Het aanvraagformulier inclusief de bijlagen waarop de locatiegegevens zijn aangegeven
maken deel uit van deze ontheffing.
Deze ontheffing geldt enkel op 15 november 2014 voor een maximum van 2 starts en 2
landingen op een terrein gelegen aan de Lingedijk te Oosterwijk, gemeente Leerdam.
Van de ontheffing kan gebruik gemaakt worden gedurende de uniforme daglichtperiode.
De ontheffinghouder voorkomt of beperkt zoveel als mogelijk de overlast en schade voor
omwonenden en de omgeving.
De ontheffinghouder zorgt er voor dat (één van) de gezagvoerder(s) beschikt over een
afschrift van deze ontheffing.
De ontheffinghouder geeft ten minste 24 uur voor het gebruik van de ontheffing aan
gedeputeerde staten van Zuid-Holland, de minister van Infrastructuur & Milieu, de
burgemeester van de gemeente Leerdam en de Nationale Politie kennis van het voornemen
de ontheffing te gebruiken. In deze melding moeten in ieder geval de navolgende gegevens
zijn opgenomen:
• kenmerk van de ontheffing;
• informatie over de betreffende locatie;
• soort en kenmerk luchtvaartuig(en);
• vluchtdatum en tijdstippen waarop de vluchten worden uitgevoerd, en
• indien de vluchten verbonden zijn aan een evenement, de naam van het evenement.
Aan de minister van Infrastructuur & Milieu kan deze melding verzonden worden naar
[email protected]. Aan gedeputeerde staten kan dit naar [email protected] worden
verzonden. Aan de Nationale Politie kan dit naar dlvplvt@klpd,politie,nl worden verzonden.
Naar aanleiding van de in voorschrift 6 aangegeven verplichte 'voormelding' merk ik nog het
volgende op.
Blad 2 van 2
Ons kenmerk
21864431
m
•CMR
Op een locatie mogen binnen een kalenderjaar maximaal een bepaald aantal vliegtuigbewegingen
worden uitgevoerd. Na een voormelding moet ik ervan uitgaan dat het aantal vergunde
milieudienst
vliegtuigbewegingen ook daadwerkelijk is uitgevoerd (art. 18 onder 3 en onder 4 van de Beleidsregel
Rijnmond
leo); in de meeste gevallen betekent dit dat de betreffende locatie wordt aangemerkt als
'volgevlogen' en gedurende de rest van het kalenderjaar niet meer mag worden gebruikt. De praktijk
wijst echter uit dat dit maximale aantal toegestane vliegtuigbewegingen vaak niet wordt gehaald.
Om te voorkomen dat een locatie ten onrechte wordt aangemerkt als 'volgevlogen', verzoek ik u om
binnen 72 uur een namelding uit te voeren indien u niet het vergunde aantal vliegtuigbewegingen
heeft uitgevoerd. U kunt deze namelding verzenden naar [email protected] en
dlvplvt(S),klpd.politie.ni. Ik verzoek u in de namelding op te nemen: het kenmerk van uw ontheffing,
informatie over de betreffende locatie en het aantal daadwerkelijk uitgevoerde landingen en starts.
Indien omwonenden melden dat zij overlast ondervinden, verzoek ik u om hen mede te delen dat zij
contact kunnen opnemen met de meldkamer van de DCMR: 0888 - 333 555.
Het verlenen van deze ontheffing houdt niet in dat een start of landing, ondanks dat deze
overeenkomstig deze ontheffing zou worden uitgevoerd, kan plaatsvinden. De burgemeester van de
gemeente waarin het terrein ligt, kan op grond van zijn bevoegdheid met betrekking tot de openbare
orde de uitvoering ervan tegenhouden. Tevens kan de Inspectie Leefomgeving en Transport de
uitvoering van starts of landingen tegenhouden op grond van haar bevoegdheid ten aanzien van de
(vlieg)veiligheid.
Ik maak u er tevens op attent dat deze ontheffing onverlet laat dat u dient te voldoen aan de
relevante bepalingen van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en de Wet
luchtvaart, voor zover die in de procedure tot verlening van deze ontheffing niet zijn getoetst,
alsmede overige wetgeving, zoals de Flora- en Faunawet.
BEZWAAR
Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet
binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden,
onder vermelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van de envelop en het bezwaarschrift.
Het bezwaar dient gericht te worden aan:
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland t.a.v. het Awb-secretariaat
Postbus 90602
2509 LP Den Haag
Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop
kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de
Rechtbank 's-Gravenhage, postbus 20302, 2500 EH Den Haag een verzoek tot het treffen van een
voorlopige voorziening worden ingediend.
Blad 3 van 3
Ons kenmerk
21864431
m
•CMR
Ik verzoek u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan:
DCMR Milieudienst Rijnmond
milieudienst
ta.v. mw. mr. S. Eekhout
Rijnmond
Postbus 843
3100 AV Schiedam
Hoogachtend,
Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland,
Voor dezen.
reauhoofd geluid DCMR Milieudienst Rijnmond
Kopie verstuurd aan:
De burgemeester van de gemeente Leerdam, Postbus 15, 4140 AA Leerdam
Inspectie Leefomgeving & Transport, [email protected]
De Nationale Politie, [email protected]
Blad 4 van 4