PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GOUDEN APPEL OOSTROZEBEKE TOELICHTINGSNOTA ONTWERP – SEPTEMBER 2014 Dienst Ruimtelijke Planning Koning-Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) t 050/ 40 35 33 (secretariaat) f 050/ 40 33 76 [email protected] www.west-vlaanderen.be Diensthoofd Stephaan Barbery Projectbegeleider Wouter Billiet Projectcoördinator Wouter Billiet Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.1 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen in zitting van 02/10/2014 de provinciegriffier G. Anthierens voorzitter E. Spincemaille voor eensluitend afschrift, namens de deputatie, Stephaan Barbery de adviseur dienst ruimtelijke planning procedure datum Wijziging ../../…. Beslissing opmaak ../../…. Plenaire vergadering ../../….-../../…. Openbaar onderzoek Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.2 1 Inhoudstafel 1 Inhoudstafel ................................................................................................... 3 2 Inleiding en aanleiding tot opmaak ................................................................ 5 3 Situering en begrenzing ................................................................................. 6 4 Feitelijke en juridische toestand .................................................................... 8 5 Algemene planningscontext ......................................................................... 13 5.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) ......................................................... 13 5.2 Afbakening agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS) ...................................... 13 5.3 Provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS-WV) ..................................................... 16 5.4 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke (GRS Oostrozebeke) ............... 17 6 Motivatie en gebiedsgericht onderzoek BEK ................................................. 19 6.1 Kwalitatieve benadering ................................................................................... 19 6.2 Kwantitatieve benadering ................................................................................. 21 6.3 Besluit ........................................................................................................... 24 7 Onderzoek- en overlegproces ....................................................................... 26 7.1 Inleiding......................................................................................................... 26 7.2 Onderzoek milieu-effecten ................................................................................ 26 7.3 Ruimtelijk veiligheidsrapport ............................................................................. 28 7.4 Toetsing plan bij andere sectoren ...................................................................... 28 7.5 Besluit ........................................................................................................... 29 8 Motivatie bedrijventerrein transportzone ..................................................... 30 8.1 Beleidscontext ................................................................................................ 30 8.2 Actualisatie herlokalisatievraag ......................................................................... 30 8.3 Conclusie ....................................................................................................... 32 9 Doelstellingen en visie van het RUP ............................................................. 33 9.1 Realisatie van een watergebonden bedrijventerrein (BEK) .................................... 33 9.2 Herlocalisatie van de transportbedrijven en parkeerdruk vrachtwagens uit Oostrozebeke ........................................................................................................... 33 9.3 Kwaliteitsvolle, duurzame inrichting en dubbel ruimtegebruik ............................... 33 9.4 Afdoende buffering en landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein ............. 34 9.5 Mobiliteitsaspecten .......................................................................................... 34 9.6 Oplossing bieden aan de waterproblematiek ....................................................... 35 10 Doorvertaling in de voorschriften ................................................................. 36 11 Watertoets ................................................................................................... 37 11.1 Algemeen .................................................................................................... 37 11.2 Terreintoets ................................................................................................. 37 11.3 Plantoets ..................................................................................................... 41 Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.3 11.4 Conclusie .................................................................................................... 41 12 Planproces.................................................................................................... 42 13 Voorschriften die strijdig zijn met het RUP - Ruimtebalans .......................... 43 14 Overzicht planbaten, planschade, kapitaalschade- en gebruikerscompensatie 44 15 Bijlage .......................................................................................................... 45 Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.4 2 Inleiding en aanleiding tot opmaak Met voorliggend plan wordt ruimte voorzien voor het bijzonder economisch knooppunt te Oostrozebeke. De aanleiding voor de opmaak van een provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan voor het bijzonder economisch knooppunt Oostrozebeke (BEK) is de aanduiding van het bedrijventerrein langs het Kanaal Roeselare-Leie te Oostrozebeke als te onderzoeken bijzondere concentratie van economische activiteiten in de 2de wijziging van het RSV. In het informatief gedeelte van het RSV wordt aangegeven dat omwille van de watergebonden potenties te Oostrozebeke een watergebonden bedrijventerrein kan onderzocht worden in het gebied ten noorden van het kanaal Roeselare-Leie, tussen het bestaande bedrijf Spano en de Hulstestraat. Wanneer de watergebonden potenties van het omliggende stedelijke gebied en specifiek economische knooppunten aantoonbaar uitgeput zijn, kan een uitbreiding op deze locatie overwogen worden. Het richtinggevend gedeelte van het RSV stelt dat via een gebiedsgericht en geïntegreerd onderzoeks- en overlegproces concrete mogelijkheden dienen onderzocht te worden. Dit onderzoeks- en overlegproces moet de geldende regelgeving (milieueffecten, passende beoordeling indien nodig, ruimtelijke veiligheid, landbouwtoets) ter zake implementeren en kan desgevallend leiden tot de opmaak van een RUP. De bevoegde overheid voor dit onderzoek en de opmaak van het RUP is hier de provincie. Naast dit regionaal watergebonden bedrijventerrein wordt in voorliggend plan ook ruimte voorzien voor een lokale transportzone. In het GRS van Oostrozebeke (goedgekeurd op 23 maart 2006) werd een behoefte aangetoond voor 2.6ha voor een specifiek lokaal bedrijventerrein voor transportbedrijven. De gemeente nam reeds een planinitiatief voor een lokaal bedrijventerrein in het RUP Spookkasteel ten noorden van het plangebied. Hierin werd het specifiek lokaal bedrijventerrein voor de transportbedrijven niet meegenomen. Het GRS hield reeds rekening met een mogelijk regionaal watergebonden bedrijventerrein langs het Kanaal Roeselare-Leie en situeerde de lokale bedrijvenzone en de specifieke lokale bedrijvenzone voor de transportbedrijven ten noorden van het watergebonden bedrijventerrein, tussen het bedrijf Spano en de Hulstestraat. Vanuit ruimtelijk oogpunt is het logisch om de overgebleven zone ten zuiden van het RUP Spookkasteel volledig mee te nemen in voorliggend plan. Om deze reden wordt deze lokale transportzone ook meegenomen in dit provinciaal RUP. Er werd op 6 maart 2014 een delegatie gekregen van de gemeente voor deze transportzone, conform art. 2.2.1 §2 VCRO. In deze toelichtingsnota wordt ingegaan op de kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van het watergebonden bedrijventerrein, conform de bepalingen uit het RSV. Daarnaast wordt ook de onderbouwing uit het GRS van Oostrozebeke voor de transportzone geëvalueerd en geactualiseerd. Dit resulteert in een plan waarin zowel ruimte voorzien wordt voor een lokaal als een regionaal (watergebonden) bedrijventerrein. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.5 3 Situering en begrenzing Het plangebied is gelegen in de provincie West-Vlaanderen, in de gemeente Oostrozebeke, tussen het regionaal stedelijk gebied van Roeselare en het specifiek economisch knooppunt Wielsbeke. Specifiek is het gelegen langs het kanaal Roeselare-Leie. Situering kanaal Roeselare-Leie Het kanaal doorkruist de gemeenten Roeselare, Izegem, Ingelmunster, Oostrozebeke en Wielsbeke. In het stedelijk gebied Roeselare (gemeenten Roeselare, Izegem en Ingelmunster) en het specifiek economisch knooppunt Wielsbeke zijn verschillende bedrijventerreinen langs dit kanaal gelegen. In Oostrozebeke, ten westen van het plangebied, ligt een van de grootste solitaire bedrijven langs het kanaal Roeselare-Leie, de site van het bedrijf Spano. Voor dit bedrijf werd reeds een gewestelijk RUP opgemaakt waarin een uitbreiding voor het bedrijf werd opgenomen. Onderstaande luchtfoto geeft de verschillende bedrijvenzones langs het kanaal weer. Te Oostrozebeke is een bedrijvenzone ingekleurd die de uitbreiding van Spano, het lokaal bedrijventerrein en het watergebonden bedrijventerrein van het BEK weergeeft. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.6 Luchtfoto met verschillende industriezones langs het kanaal en de voorgestelde locatie voor het BEK (Bron: POM West-Vlaanderen) Het plangebied voor het RUP is gesitueerd ten zuidwesten van het hoofddorp Oostrozebeke. Het wordt begrensd door het gewestelijk RUP Spano (besluit Vlaamse Regering van 4 juli 2003) in het westen, het Kanaal Roeselare-Leie (en de N382) in het zuiden, de Hulstestraat in het oosten en een toekomstig lokaal bedrijventerrein van Oostrozebeke langs de Leegstraat uit het gemeentelijk RUP Spookkasteel (besluit Deputatie van 24 mei 2007) in het noorden. In voorliggend plan wordt de zone voor het BEK en de herlocalisatie voor de transportbedrijven meegenomen. Ligging Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.7 4 Feitelijke en juridische toestand De feitelijke, bestaande toestand wordt weergegeven hieronder via een topografische kaart en luchtfoto: Het plangebied bestaat uit aaneengesloten agrarisch gebied. Ten noorden van het gebied loopt een oude spoorwegbedding. Ten zuiden loopt een hoogspanningslijn. Recent werd nieuwe wegenis aangelegd zoals voorzien in het RUP Spookkasteel. De Goudenappelstraat werd aangelegd als interne wegenis voor het lokaal bedrijventerrein, de Nieuwenhovestraat ontsluit de Goudenappelstraat naar de N382. De percelen in het plangebied kennen voornamelijk een landbouwgebruik. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.8 Het plangebied is volgens het geldende gewestplan gelegen in agrarisch gebied. Gewestplan Roeselare-Tielt (KB 17/12/1979 en latere wijzigingen) Het plangebied sluit aan bij de gemeentelijke en gewestelijke rup’s Spookkasteel en Spano. Het gewestelijk RUP geeft een planologische oplossing en uitbreidingsmogelijkheden aan een historisch gegroeid bedijf. Het gemeentelijk RUP Spookkasteel voorziet in een lokale bedrijvenzone en een ontsluitingsweg richting de N382. Grafisch plan gewestelijk rup “Historisch gegroeid bedrijf Spano” te Oostrozebeke Grafisch plan gemeentelijk RUP Spookkasteel te Oostrozebeke Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.9 Atlas van de buurtwegen De atlas van de buurtwegen dateert van voor de aanleg van de spoorweg, het kanaal en de N382. Op de kaart wordt aangegeven dat er nog een buurtweg dwars door het plangebied loopt (chemin 13). De buurtweg dateert van voor de aanleg van het kanaal. Op dit ogenblik is hij niet meer aanwezig op het terrein. Bij de concrete invulling van het terrein zal de ontwikkelaar moeten nagaan of hier niet beter een afschaffing of verlegging van de buurtweg wordt aangevraagd. Voor het trage wegenverkeer (fietsers, voetgangers) wordt verder in deze toelichtingsnota ingegaan op hoe zij het terrein kunnen bereiken. Hier zal rekening gehouden worden met de recente structuren (kanaal en spoorwegbedding) en het gewenst beleid. Het plangebied is niet gelegen in een SBZ(Habitat-, vogelrichtlijngebied of ramsar) of VENgebied. Ook in de omgeving zijn er geen dergelijke zones aanwezig. Uit de biologische waarderingskaart blijkt dat ten zuiden van het plangebied, de grens met de N382 aangeduid wordt als biologisch waardevol. Verder zijn er geen biologisch waardevolle elementen in het plangebied aanwezig zijn. In het gebied zijn evenmin landschappelijk waardevolle elementen aanwezig. In of aansluitend bij het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen en/of stads- en dorpsgezichten gelegen. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.10 Biologische waarderingskaart Landschapsatlas Hieronder volgen nog een aantal terreinfoto’s: Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.11 Plangebied vanaf N382 Plangebied vanaf Hulstestraat Oude spoorweg bedding in plangebied Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.12 5 Algemene planningscontext 5.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor 4 structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, economische knooppunten en lijninfrastructuren. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke niveau. Vanuit het RSV wordt onderstreept dat het ruimtelijk beleid de economische sterkte van iedere subregio moet ondersteunen. Het aanbodbeleid in de economische knooppunten is een essentiële beleidsmaatregel tegen uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van economische activiteiten. Dit aanbodbeleid steunt op een gefaseerde ontwikkeling en een differentiatie van bedrijventerreinen. Op 17 december 2010 werd het addendum van het RSV definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Hierin werd de bijzondere economische concentratie te Oostrozebeke expliciet vernoemd en aangeduid als te onderzoeken locatie. De selectie van Oostrozebeke kadert binnen het verzekeren van het aanwenden van potenties voor regionale bedrijventerreinen via het voeren van een aanbodbeleid aansluitend bij bestaande clusters/concentraties. De concrete inkleuring via een RUP moet voorafgegaan worden door een gebiedsgericht en geïntegreerd onderzoeks- en overlegproces waarbinnen de concrete ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht worden. Tevens wordt gesteld dat dit onderzoeksen overlegproces alle regelgeving (onder meer milieueffecten op planniveau, passende beoordeling, ruimtelijke veiligheid) ter zake moet implementeren. 5.2 Afbakening agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS) Visie op het gebied vanuit AGNAS In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft de Vlaamse overheid, in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen, in 2008 een ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Leiestreek. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Leiestreek is het plangebied gelegen in de deelruimte Zuidelijke Leievallei. De visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding. Ze vormt de basis voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, die de bestemmingen op perceelsniveau vastleggen. Het plangebied is gelegen binnen een ruimtelijk-functioneel samenhangend gebied te vrijwaren voor de land- en tuinbouw. Concreet werd dit vertaald via de herbevestiging van het agrarisch gebied. De oude spoorwegbedding Ingelmunster-Oostrozebeke die door het plangebied loopt werd bijkomend geselecteerd als een bovenlokaal landschappelijk en ecologisch waardevol lineair Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.13 element. Het ruimtelijk beleid is gericht op het behoud van de hoofdfunctie (landbouw, bos, natuur) waarin deze elementen zijn gelegen, maar vrijwaart voldoende ruimte voor het realiseren van een hydrologische, landschappelijke en ecologische basiskwaliteit die de verbindende functie ondersteunt. Structuurvisie plangebied Herbevestigd gebied regio Leiestreek De gewestplanbestemming werd voor wat betreft het plangebied als het plangebied van het gewestelijk RUP Spano alsook het gemeentelijk RUP Spookkasteel herbevestigd. Op dat ogenblik stelde de omzendbrief dat opties uit structuurplannen konden uitgevoerd worden. Ondanks dat het plangebied volledig voorgesteld werd als bedrijventerrein in het GRS werd het toch mee opgenomen in de herbevestiging. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.14 Na deze herbevestiging in 2008 werd in het RSV, bij de herziening van 2010 aangegeven dat hier toch een watergebonden bedrijventerrein kon onderzocht worden. Afwijking van omzendbrief RO/2010/01 betreffende ruimtelijk beleid binnen HAG Randvoorwaarden uit de omzendbrief Conform de omzendbrief RO/2010/01 mogen binnen de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden, gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven geen betekenisvolle afbreuk doen aan de ruimtelijk – functionele samenhang van de agrarische macrostructuur. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Afwijken van dit algemeen uitgangspunt kan enkel mits uitdrukkelijke en grondige motivatie door de initiatiefnemer. Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moet komen zijn: • Onderzoek naar alternatieve locaties; • Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur; • Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw. Gemeentelijke en provinciale opties zullen steeds getoetst worden aan de ruimtelijke doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een degelijk onderbouwde verantwoording of motivering in die zin moet bijgevolg steeds een wezenlijk deel uitmaken van (de toelichting bij) deze gemeentelijke en provinciale plannen. Hierna wordt ingegaan op bovenstaande randvoorwaarden: Herstellen van het planologisch evenwicht De afbakening van de gewenste agrarische, natuur- en bosstructuur is een planningsproces dat in heel Vlaanderen nog niet concreet verder is afgerond. Verschillende gebieden werden aangeduid als nog verder te onderzoeken op korte en lange termijn. Deze gebieden staan nog ter discussie en een concreet planningsproces dient nog gevoerd te worden. Het RSV bevat voor de verschillende gebieden een ruimtebalans die aangeeft hoeveel ha’s er voorzien worden voor deze functies in Vlaanderen. Het plan zet het gebied volledig om van agrarisch gebied naar een bedrijfsbestemming. Binnen het plangebied kunnen geen compensaties worden uitgewerkt. In de onmiddellijke omgeving van het planinitiatief is landbouwgebied en de kern van Oostrozebeke gelegen. Het plangebied grenst tevens aan het kanaal. Er zijn in de omgeving geen directe mogelijkheden om percelen te bestemmen als landbouwgebied. Evenmin zullen als industriegebied bestemde gebieden langs het kanaal ingezet worden als compensatiegebied gezien de strategische keuzes om in te zetten op uitbouw van de mogelijkheden langs het kanaal (zie ook verder motivatie voor het BEK). Als planinitiatiefnemende overheid ziet de provincie dan ook geen mogelijkheden tot compensatie. Gezien de oefening met betrekking tot de gewestelijke RUP’s voor het bepalen van de natuurlijke en agrarische structuur nog niet is afgewerkt voor heel West-Vlaanderen, is het dan ook aangewezen dat de Vlaamse Overheid de oppervlakte die met dit planinitiatief verdwijnt, opvangt in de zoeklocaties van de in opmaak zijnde en toekomstige gewestelijke RUP’s. Gezien ze als partner in deze processen mee aan tafel zit, zal de provincie deze zoektocht mee begeleiden. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.15 Onderzoek naar alternatieve locaties. De keuze voor de locatie volgt rechtstreeks uit het richtinggevend gedeelte van het RSV (2010) dat werd goedgekeurd na de herbevestiging van het agrarisch gebied (2008). Indien toch zou gezocht worden naar alternatieve locaties blijkt dat in de onmiddellijke omgeving, ook de andere gebieden herbevestigd werden als agrarisch gebied. Concreet moet op zoek gegaan worden naar locaties langs het Kanaal Roeselare-Leie. Mogelijke andere locaties situeren zich ten zuiden van het kanaal of ten noorden meer oostwaarts. De locaties gelegen ten zuiden van het kanaal maken deel uit van een veel ruimer en samenhangender open ruimte gebied. Een watergebonden bedrijventerrein aanleggen in dit gebied zal een versnippering teweegbrengen in een op dit ogenblik nog vrij gaaf open ruimte geheel. Locaties meer oostwaarts zijn enkel locaties aansluitend aan de bebouwing richting Wielsbeke aangewezen. Concreet wordt dit gebied doorsneden door wegenis en is er versnipperde bebouwing aanwezig. Een aaneengesloten planinitiatief voor een degelijk gebufferd regionaal watergebonden bedrijventerrein is hier niet mogelijk. De voorliggende locatie, aansluitend bij het historisch gegroeid bedrijf Spano en het lokaal bedrijventerrein is als bijzonder economisch knooppunt de meest aangewezen locatie. Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur. Voor het BEK werd een landbouwgevoeligheidsanalyse opgemaakt (augustus 2011) om de impact op het landbouwareaal in te schatten. De gegevens van de LGA dateren van 2008 en gaven een vrij gevoelig beeld weer, onder meer een huiskavel van een landbouwbedrijf lag in het plangebied. Intussen is de actuele situatie anders. De percelen in het gebied werden onteigend door de WVI en het bedrijf Spano. De gronden binnen het plangebied worden op dit ogenblik gebruikt door 2 landbouwers, de bedrijven Lannoo en Vanhaecke. De bedrijfszetel van het bedrijf Lannoo was vroeger gevestigd binnen het plangebied van het gewestelijk RUP Spano, de gebouwen van dit bedrijf staan er nog steeds. Het bedrijf werd naar aanleiding van dit planinitiatief geherlokaliseerd in Meulebeke. Voorlopig kan het bedrijf de nog niet ontwikkelde gronden verder gebruiken. Het bedrijf Vanhaecke heeft zijn bedrijfszetel aan de overzijde van het kanaal. Het betreft een kippenbedrijf. Het bedrijf is deels actief op de gronden van Spano en de WVI. Er kan geconcludeerd worden dat de impact van het planinitiatief voor het BEK Oostrozebeke op de landbouwfunctie en -structuren beperkt is. . Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen. Zoals eerder aangehaald worden binnen het RUP geen voorstellen gedaan voor planologische ruil en worden ook geen ruilgronden voorzien. Als flankerende maatregel voor de getroffen landbouwers, worden financiële vergoedingen voorgesteld conform de geldende regelgeving. 5.3 Provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS-WV) Het PRS West-Vlaanderen werd op 6 maart 2002 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Op 11 februari 2014 werd het addendum PRS goedgekeurd. Het Kanaal Roeselare-Leie is in het PRS geselecteerd als een secundaire waterweg die ten zuiden van Oostrozebeke aantakt op de Leie, een hoofdwaterweg uit het RSV. In het PRS wordt het kanaal Roeselare-Leie aanzien als de belangrijkste secundaire waterweg in de provincie. Vanaf Roeselare tot aan de gemeentegrens met Oostrozebeke is het kanaal opgenomen in het regionaal stedelijk gebied van Roeselare. Langs het kanaal zijn watergebonden bedrijven en zones voor overslag aangeduid. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.16 Oostrozebeke ligt volgens het PRS WVL in de deelruimte Middenruimte. In deze ruimte is de uitbouw van het kanaal Roeselare-Leie bepalend voor het te voeren ruimtelijke beleid. Aan het kanaal moeten locaties worden gevrijwaard exclusief voor de vestiging van watergebonden activiteiten. Specifiek vermeldt het PRS dat Oostrozebeke hoofddorp is om de verstedelijking aan de as Roeselare-Leie te bundelen en om mogelijke potenties voor watergebonden bedrijvigheid te concentreren. Het addendum PRS neemt een aantal inrichtingsprincipes op voor een duurzame en kwalitatieve inrichting van bedrijventerreinen. Een zuinig en kwalitatief ruimtegebruik staat voorop. Daarnaast wordt gestreefd naar aandacht voor een hoogwaardige kwalitatieve beeldvorming (materiaalgebruik, vormgeving, integratie bufferbekkens en natuurlijke en landschappelijke elementen, kwaliteit openbare ruimte, lichthinder), CO2-neutraliteit en duurzaam energiegebruik, gezamenlijk gebruik van bedrijfsfuncties (parking, opslagruimtes en waterbekkens), gedifferentieerde typologie voor bedrijfsgebouwen, intensief ruimtegebruik (stapelen en/of hoge bezettingsgraad), gezamenlijk gebruik van transportmiddelen, duurzaam vervoer (zoals trein, bus, fiets, ...) stimuleren en multifunctioneel en complementair ruimtegebruik nastreven. 5.4 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke (GRS Oostrozebeke) In haar GRS wil Oostrozebeke de economische dynamiek in de gemeente verder versterken en de potenties naar de toekomst maximaal benutten. De gemeente is voorstander van de ontwikkeling van een watergebonden regionaal bedrijventerrein in Oostrozebeke langs het kanaal Roeselare-Leie. Daarnaast voorziet de gemeente in het GRS ten noorden van de voorgestelde locatie voor watergebonden bedrijven een lokaal bedrijventerrein voor de herlocalisatie van transportfirma’s en vrachtwagens uit Oostrozebeke. Er werd nog geen planinitiatief gestart om het lokaal bedrijventerrein voor de herlocalisatie te realiseren. Er werd afgesproken met de gemeente de bestemming van dit bedrijventerrein op te nemen in het planproces voor het bijzonder economisch knooppunt. De motivatie voor dit lokaal bedrijventerrein gebeurde reeds op lokaal niveau in het GRS. Verder in voorliggende nota wordt specifiek ingegaan op deze motivatie en gebeurt een actualisatie. Het gebied tussen de bedrijventerreinzone, het kanaal en de kern van Oostrozebeke wordt in het GRS geselecteerd als een bouwvrije zone. Tevens wordt het belang van de oude spoorwegbedding als recreatieve en ecologische as in dit landbouwgebied benadrukt. Deze as wordt geselecteerd vanaf de Hulstestraat tot aan de uitloper van de kern van Oostrozebeke. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.17 Gewenste ruimtelijke structuur kanaalgebied uit het GRS Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.18 6 Motivatie en gebiedsgericht onderzoek BEK 6.1 Kwalitatieve benadering Logistieke poort West-Vlaanderen (2008) Om de concurrentiepositie van Vlaanderen te versterken wordt ingezet op de ontwikkeling van logistieke poorten en het competitiever maken van de logistiek in Vlaanderen. Hiertoe werd het “extended gateway” concept voor Vlaanderen uitgewerkt. Er gebeurde een uitwerking van een strategie voor de verdere ontwikkeling van de provincie WestVlaanderen als logistieke topregio, geïnspireerd op het concept van de “extended gateway”. Er wordt onderzocht hoe een betere verknoping tussen de havens en hinterlandlocaties kan leiden tot kansen voor de logistiek. Hiertoe worden logistieke hotspots geselecteerd die aangeven waar het best ingezet wordt op het uitbouwen van logistiek. De geselecteerde hotspots worden in een aantal netwerken geclusterd. Specifiek in het zuiden van WestVlaanderen is het gebied rond de assen van het Kanaal Roeselare-Leie en de Leie, en Kortrijk geclusterd binnen een “industriële cluster”. Studie aanbodbeleid voor watergebonden bedrijven en watergebonden overslaglocaties agentschap Economie (2008-2009) In deze studie wordt onderzocht of er voldoende watergebonden locaties aanwezig zijn en waar er bijkomend aanbod dient gecreëerd te worden. Het gehele waternet in Vlaanderen werd hierbij onderzocht. Uit de analyse van de bestaande toestand in Vlaanderen blijkt dat de economische zwaartepunten nabij waterwegen gelegen zijn langs het Albertkanaal, tussen Antwerpen en Brussel, het Kanaal Bocholt-Herentals en het zuiden van WestVlaanderen (Leie, Kanaal Roeselare –Leie en het kanaal Bossuit - Kortrijk). De behoefte aan bijkomende watergebonden bedrijventerreinen voor 2020 werd op arrondissementsniveau onderzocht op basis van verschillende scenario’s. De behoeftes in het arrondissement Roeselare en Kortrijk worden apart berekend. Gent en Antwerpen Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.19 hebben als zeehavengebied een grote behoefte. Voor de arrondissementen Roeselare en Kortrijk wordt geconcludeerd dat ze samen met de arrondissementen Sint-Niklaas, Brugge en Hasselt een middelmatige behoefte aan bijkomende ruimte voor watergebonden bedrijvigheid hebben tegen 2020. Een gemiddeld cijfer voor het kanaal Roeselare-Leie schommelt rond 30ha. Toekomstmogelijkheden van het Kanaal Roeselare-Leie (studie W&Z – lopende) W&Z onderzocht mogelijke toekomstvisies voor het Kanaal Roeselare-Leie en welke ruimtelijke ingrepen hiervoor noodzakelijk zijn. In de studie wordt gewezen op het huidig belang van het Kanaal Roeselare-Leie voor watergebonden activiteiten. Door de jaren is het kanaal verder geëvolueerd. Op dit ogenblik is het verantwoordelijk voor ong. de helft van de trafiek op de Leie. De toekomstvisie voor het kanaal wil dat het kanaal deze positie houdt en blijft inspelen op vragen uit de markt. In de studie wordt aangegeven dat naargelang de keuze van meer doorgedreven ontwikkelingsrichtingen voor de verdere evolutie van het kanaal een aantal infrastructuurwerken noodzakelijk zijn. Ook in een nulalternatief zijn er een aantal werken noodzakelijk (nieuwe brug Ingelmunster, vernieuwing sifons). Er wordt in de studie aangedrongen dat de bedrijven langs het kanaal zich kunnen blijven ontwikkelen en dat blijvend de keuze wordt gemaakt om bedrijven die gebruik maken van de waterweg hier te situeren. Er wordt ook gewezen op de noodzaak van eveneens een goede ontsluiting voor deze bedrijven te garanderen via de weg. De wegontsluiting is noodzakelijk omdat afvoer en verdeling van de aangevoerde goederen voor het grootste deel over de weg gebeurt. Gebiedsstudie Roeselare-Leie, Interreg IIIB – Canal Link project (2005) Deze studie ging op zoek naar kansen en mogelijkheden in het gebied rond het kanaal Roeselare-Leie. Het projectgebied rond het kanaal wordt aanzien als een “rasterstad”. Er wordt onderzocht hoe meer ruimtelijke samenhang kan gecreëerd worden binnen de verschillende structuren van deze rasterstad. Hiertoe worden verschillende projecten via een ontwerpend onderzoek uitgewerkt. Ook het project “industrieterrein Oostrozebeke” wordt uitgewerkt vanuit dit rasterstadprincipe. De volledige zone tot aan de Hulstestraat wordt meegenomen als toekomstig industrieterrein. Concreet wordt in het ontwerpend onderzoek gekeken hoe een groenstructuur langs en in het bedrijventerrein kan bijdragen tot het verhogen van de landschappelijke, economische en ecologische kwaliteiten. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.20 Gewestelijk RUP Spano, lokaal bedrijventerrein Spookkasteel en lokaal bedrijventerrein voor transport, watergebonden bedrijventerrein BEK Oostrozebeke (Bron: studie Canal Link) 6.2 Kwantitatieve benadering Theoretische benadering – taakstelling vanuit het PRS Voor de planperiode 2007-2012 werd in de tweede herziening van het RSV (besluit Vlaamse Regering 17 december 2010) de brutoruimtevraag voor de bedrijventerreinen voor WestVlaanderen via een subregionale methode berekend op 1532ha, inclusief de benodigde ijzeren voorraad. Deze dient verminderd met 347ha die teveel bestemd werd in de vorige planningsperiode, wat een effectieve taakstelling betekent van 1215ha voor de planperiode 2007-2012. Om te bepalen wat het resterende pakket aan bedrijventerreinen is om een theoretische onderbouwing vanuit deze taakstelling te geven aan het BEK, moeten de oppervlaktes aan bedrijventerreinen die uitvoering geven aan de taakstelling in kaart worden gebracht. Het addendum van het PRS (goedgekeurd in de provincieraad van 27 juni 2013) berekent hoeveel ha nog beschikbaar is indien alle planinitiatieven voor de stedelijke gebieden en SPEK’s worden gerealiseerd. De ha’s voor bedrijvigheid die worden gereserveerd zijn ruime richtcijfers, in Torhout wordt gerekend met 20ha i.p.v. 15ha waar het huidig planproces nu van uit gaat. Uit deze vergelijking tussen de taakstelling en de schatting van de planprocessen blijkt dat nog ong. 12ha beschikbaar is. Deze berekening houdt rekening met alle geplande initiatieven en geeft aan dat het planproces van het BEK nog binnen de overblijvende taakstelling gerealiseerd kan worden. Hieronder volgt een tabel met een geactualiseerde monitoring van de lopende initiatieven ten aanzien van de beschikbare 1215ha: planinitatief herbestemmingen tot 1/7/2011 goedgekeurde rup's sinds 1/7/2011 invulling (in ha) opmerkingen 687,55 10,21 Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.21 opties GRS'n afbakening Diksmuide afbakening Tielt afbakening Veurne afbakening Waregem afbakening Menen afbakening Torhout SPEK De Hille SPEK Breestraat SPEK Kortemark TOTAAL 0,00 (nog niet gerealiseerd of voorzien in een RUP) 15,14 42,00 (voorzien in voorontwerp) 0,00 (geen impact op de ruimte) 0,00 (geschorst) 0,00 (geschorst) 15,00 (voorzien in voorontwerp) 23,50 14,31 14,60 822,31 Beschikbaar binnen taakstelling 392,69 Hieruit blijkt dat er op dit ogenblik binnen de geactualiseerde taakstelling van 1215ha nog ruim 390ha beschikbaar is. Het planinitiatief voor het BEK Oostrozebeke kadert binnen de taakstelling. Er hoeft geen aanspraak gemaakt te worden op het reservepakket op Vlaams niveau. Aanbod-behoefte- ruimtemonitor Op 10 oktober 2013 keurde de deputatie een nota goed waarin het aanbod en de vraag in West-Vlaanderen naar bedrijvigheid per RESOC werd onderzocht. Oostrozebeke behoort tot de RESOC Midden-West-Vlaanderen. Uit de nota blijkt dat er binnen dit gebied in het algemeen voldoende aanbod aanwezig is om de behoefte aan bedrijventerreinen (lokaal en regionaal) in te vullen. In het addendum van het RSV werd bepaald dat in Oostrozebeke specifiek watergebonden bedrijvigheid dient onderzocht te worden. Daarom wordt specifiek ook nagegaan wat het huidig aanbod aan watergebonden bedrijvigheid is in deze regio. Hierna volgt een kaart met tabel met de op dit ogenblik bestemde bedrijventerreinen langs het Kanaal Roeselare- Leie. Daarbij is ook vermeld of het wel of geen watergebonden bedrijventerreinen zijn. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.22 OBJECTID TERREIN GEMEENTE OPP in ha 2685 Kanaal (watergebonden) Roeselare 21,43 2725 Waterstraat Ingelmunster 0,48 2741 Gentseheerweg Noord Izegem 2,85 2764 Roeselare 16,54 3122 BPA Schaapbruggestr (watergebonden) Kaaistraat Roeselare 27,71 3123 Haven (De Pilders) 2 Roeselare 19,43 3124 Haven (De Pilders) Roeselare 101,37 3179 Ingelmunsterstraat 12,83 3263 Vaartstraat-Oost Izegem / Ingelmunster Wielsbeke 3289 Lekkenstraat art17 Roeselare 22,76 3396 Mandeldal uitbreiding Izegem 63,95 3397 Mandeldal 1 Izegem 93,68 3535 Spookkasteel Oostrozebeke 52,48 9228 Carlu Ingelmunster 0,34 9238 Gentstraat Ingelmunster 3,05 9328 nr. 2 Vijfwegen Izegem 0,16 10587 nr. 5 Wielsbekestraat Wielsbeke 1,00 55,02 Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.23 12154 Sasbrug Art.41 (watergebonden) Izegem 16,98 12158 Sasbrug Art.39 (watergebonden) Izegem 2,78 2764 BPA Lekkenstr. Roeselare 23,50 3264 Vaartstraat Wielsbeke 34,94 3264 Vaartstraat (watergebonden) Wielsbeke 2,60 Bron: POM West-Vlaanderen In totaal is er 576ha bedrijvenzone langs het Kanaal Roeselare-Leie, hiervan werd 60ha bestemd voor watergebonden bedrijven. Van deze 60 ha zijn nog volgende terreinen niet ingevuld: Beschikbaar aanbod voor TDL en watergebonden bedrijvigheid binnen een zone van 1000 meter uit de as van het kanaal Roeselare-Leie Gemeente Type aanbod Izegem Niet-bouwrijp aanbod van intercommunale Roeselare Bouwrijp aanbod Wielsbeke Niet-bouwrijp aanbod Type terrein Specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter Specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter Specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter Opp. in ha 13,74 0,33 2,37 Bron: POM West-Vlaanderen Op dit ogenblik is het bouwrijpe aanbod langs het kanaal erg beperkt. Binnen het planningsproces voor de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Roeselare (definitief vastgesteld op 21 november 2008) werd specifiek in Izegem ruimte voorzien voor een watergebonden bedrijventerrein. Dit terrein werd tot op heden nog niet bouwrijp gemaakt. Ook in Wielsbeke is er nog een 2.5ha niet bouwrijp aanbod aanwezig. 6.3 Besluit Vanuit de randvoorwaarden uit de structuurplannen is een zone voor watergebonden bedrijvigheid in Oostrozebeke langs het Kanaal Roeselare-Leie verdedigbaar. Vanuit de sectorale studies wordt het belang van het kanaal voor watergebonden bedrijvigheid ondersteund. Inzetten op bijkomend aanbod voor watergebonden bedrijvigheid op de voorgestelde locatie te Oostrozebeke, langs het kanaal aan de N382 past binnen deze visies. Naar behoefteraming is er op dit ogenblik een dubbel verhaal. Er is een aanbod van ong. 1617ha aan zones voor watergebonden bedrijvigheid langs het kanaal. Er is echter geen aanbod aan bouwrijpe gronden voor watergebonden bedrijvigheid. Het is noodzakelijk deze problematiek aan te pakken. Op dit ogenblik is er nog een theoretisch aanbod beschikbaar binnen de taakstelling die werd opgelegd vanuit het addendum RSV, ook indien rekening gehouden wordt met de geplande initiatieven is er nog ruimte binnen de taakstelling voor het BEK. Gezien vanuit de algemene principes van het RSV gekozen wordt om voor bedrijvigheid in te zetten op een gefaseerd aanbodbeleid en gezien de strategische ligging van de voorgestelde Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.24 zone langs het kanaal is het aangewezen om het planningsproces voor het watergebonden bedrijventerrein te Oostrozebeke verder te zetten en een RUP op te maken om deze bestemmingsmatig vast te leggen. De bestemmingswijziging is echter niet voldoende om een aanbodbeleid te kunnen realiseren. Gelet op de problematiek van het bouwrijp maken van gronden lijkt het opzetten van een projectstructuur ter begeleiding en monitoring van de effectieve ontwikkeling van bedrijventerreinen langs het kanaal aangewezen. Om tot een ruimtelijk kwalitatief geheel te komen wordt ook het gemeentelijk lokaal bedrijventerrein meegenomen in het planningsproces. In deze zone zal conform de opties uit het GRS ruimte voorzien worden voor de herlokalisatie van transportbedrijven en vrachtwagens in Oostrozebeke. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.25 7 Onderzoek- en overlegproces 7.1 Inleiding Het richtinggevend gedeelte van het RSV stelt dat via een gebiedsgericht en geïntegreerd onderzoeks- en overlegproces de concrete mogelijkheden van het bijzonder economisch knooppunt dienen onderzocht te worden. Hierboven werd ingegaan op de motivering voor bijkomende watergebonden bedrijvigheid op de site. Tevens werd een onderzoek- en overlegproces gevoerd met de cel VR en de cel mer om de mogelijke gevolgen van bijkomende bedrijvigheid op deze locatie te onderzoeken en de geldende regelgeving (milieueffecten, ruimtelijke veiligheid) ter zake te implementeren. Er is door het plan geen mogelijke betekenisvolle aantasting van speciale beschermingszones. Er is dan ook geen passende beoordeling opgemaakt. Hieronder worden de bevindingen en randvoorwaarden uit deze onderzoeken besproken en aangegeven hoe ze worden meegenomen in het planningsproces. 7.2 Onderzoek milieu-effecten Algemeen Het onderzoek tot milieueffectrapportage liep van februari tot mei 2014. Er werd een screeningsnota opgesteld waarin de verschillende mogelijke effecten van het planinitiatief werden onderzocht. Indien er negatieve effecten optreden worden milderende maatregelen voorgesteld. De screening werd goedgekeurd op 11 juni 2014. Dit betekent dat er geen significante milieueffecten door het planinitiatief worden verwacht en een plan-MER geen bijkomende informatie zal opleveren en niet nodig is. Hieronder worden de verschillende disciplines besproken, de mogelijke effecten van de bijkomende bedrijvenzone op deze disciplines en aangegeven hoe in het RUP rekening gehouden wordt met deze effecten. De uitgewerkte screeningsnota is opgenomen in bijlage van voorliggend RUP. Bodem en Water Het mogelijk negatief effect voor deze discipline wordt veroorzaakt door de mogelijke wijzigingen in bodemgebruik en waterhuishouding door uitbreidingen van verhardingen, constructies en gebouwen. Het RUP neemt maatregelen op in de voorschriften om deze wijzigingen te milderen. Ook blijft de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en geldende sectorale wetgeving van toepassing waardoor mogelijke effecten worden gemilderd. Fauna, Flora en Biodiversiteit Met het rup wordt een niet-biologisch waardevol gebied ingenomen voor bedrijvigheid. Als milderende maatregel wordt een groenbuffer van 3.4ha voorzien die wordt aangelegd met streekeigen groen. De breedte van de buffer varieert van 20m tot 60m breed. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.26 Cultureel erfgoed, m.i.v. het architectonisch en archeologisch erfgoed en het Landschap Ten noorden van het plangebied bevindt zich een gekende archeologische vindplaats. De kans is reëel dat er ook binnen het plangebied archeologische vondsten voorkomen. Er is een risico op verstoring of vernietiging van archeologisch erfgoed. Het RUP neemt als milderende maatregel hiertoe een verplicht archeologisch vooronderzoek op. Indien bij dit detectieonderzoek archeologische sporen worden gevonden zal overgegaan worden tot een archeologisch onderzoek. Daarnaast blijft ook de vigerende sectorwetgeving van toepassing. Verder wordt naar landschappelijke afwerking een groenbuffer opgelegd die tot doel heeft een duidelijke afscherming van de bedrijvigheid te bewerkstelligen. Mobiliteit De bijkomende bedrijvigheid zal leiden tot een verhoogde verkeersintensiteit op de Nieuwenhovestraat (ontsluitingsweg bedrijventerrein richting N382) en de N382. Tevens wordt in het plan een gemeenschappelijke vrachtwagenparking mogelijk. Daarnaast wordt langs de N382 kade-infrastructuur mogelijk, waarbij over de N382 overslag van goederen van en naar het kanaal mogelijk wordt. De effecten van de bijkomende bedrijvenzone van het vrachtverkeer op het wegennet blijft beperkt gezien het hier in hoofdzaak gaat over een watergebonden bedrijventerrein. In de screeningsnota wordt berekend wat het bijkomende effect is van de realisatie van de bedrijvigheid uit het RUP. De verhoging van de verkeerscapaciteit (58 pae tijdens de ochtendspits) zal de capaciteit van de weg niet overschrijden. Er wordt ook ingegaan op de effecten van de realisatie van de omliggende planinitiatieven (RUP Lobeek, RUP Breestraat en RUP Spookkasteel), gecumuleerd met het effect van de realisatie van het de bedrijvigheid van het PRUP. Er werden ook tellingen georganiseerd om de restcapaciteit van de wegen te kunnen inschatten. Op dit ogenblik bedraagt de capaciteitsbenutting van de kruising Nieuwenhovestraat/N382 35%. Ter hoogte van de kruising wordt door de geplande cumuleerde ontwikkelingen een stijging van 155pae richting Ingelmunster en 181pae richting Waregem verwacht tijdens het ochtendspitsuur. Hierdoor stijgt de capaciteitsbenutting naar ong. 50%. Problemen treden op vanaf 80% benutting. Op heden is er nog voldoende restcapaciteit, ook na de geplande ontwikkelingen. Geluid en Licht – Lucht Er wordt van het planinitiatief geen significant of aanzienlijk gevolg op deze disciplines verwacht. De vigerende sectorwetgeving (o.a. milieuwetgeving) zal nageleefd moeten worden. Mens – Ruimtelijke aspecten Het bedrijventerrein heeft een hinder naar omwonenden. Hiertoe wordt in het RUP een streekeigen bufferstrook voorzien. Deze bufferzone is min. 20m breed. In het plangebied wordt ook ruimte voorzien om vrachtwagens die in het weekend in Oostrozebeke parkeren op te vangen. Zo wordt het woonweefsel van Oostrozebeke ontlast. Daarnaast blijft vigerende sectorale wetgeven (o.a. milieuwetgeving) van toepassing. Gezondheid – Veiligheid van de mens De voorschriften laten SEVESO-inrichtingen toe. Om het effect hiervan correct in te schatten werd een ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt (zie hieronder). Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.27 7.3 Ruimtelijk veiligheidsrapport De procedure tot opmaak van het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) liep van februari tot juni 2014. Het rapport werd goedgekeurd op 5 juni 2014. Het RVR is opgenomen als bijlage van voorliggend RUP. In het RVR werd onderzocht of SEVESO-inrichtingen op het bedrijventerrein vanuit het oogpunt directe mensrisico’s mogelijk zijn. Er wordt in het rapport aanbevolen om geen algemene beperking hiertoe op te nemen. Er wordt tevens voorgesteld het rapport en de kaarten die hierin zijn opgenomen mee te nemen in het plan als richtinggevend element om aan te geven waar bedrijven met SEVESO-gevaarlijke producten al dan niet kunnen worden ingeplant. De verschillende kaarten zijn opgenomen in bijlage. Tevens wordt voorgesteld in de stedenbouwkundige voorschriften volgende bepaling op te nemen: “De inplanting van inrichtingen, zoals bedoeld in art. 3 van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, is toegelaten voor zover ze voldoen aan de in Vlaanderen gehanteerde risicocriteria”. Er wordt ook gesteld dat er in de toelichtende kolom kan verwezen worden naar de zoneringskaarten uit het RVR. Deze aanbevelingen worden overgenomen in het RUP. Daarnaast zijn er nog een aantal bijkomende aandachtspunten vanuit het RVR geformuleerd: - Uit de zoneringskaarten blijkt dat de opslagmogelijkheden voor giftige gassen en stoffen zijn vrij beperkt zijn. - Bij ingebruikname van het bedrijventerrein dienen noodroutes uitgewerkt te worden in overleg met de interventiediensten. - Inplanting van nieuwe kwetsbare locaties (bijv. scholen) en nieuw woongebied op kortere afstand van het bedrijventerrein heeft gevolgen op de opgemaakte zoneringskaarten. - Er dienen voldoende technische en organisatorische maatregelen getroffen te worden om ongevallen met effecten naar milieu te vermijden en de gevolgen ervan te beperken. - Er wordt aanbevolen om geen SEVESO-installaties onder druk binnen de 250m van de ondergrondse leidingstraat in te planten. Voor de inplanting van atmosferische tanks binnen een afstand van 50m van de leidingstraat worden geen domino-effecten verwacht. Het RUP neemt geen bepalingen die de bestaande vigerende sectorale wetgeving (seveso, milieuwetgeving,…) ter zake aanpast. De aandachtspunten worden gevat via deze sectorale wetgeving. 7.4 Toetsing plan bij andere sectoren Naar aanleiding van de plenaire vergadering van 24 april 2014 werden verschillende sectoren om advies gevraagd. Het gaat hierbij om volgende adviesinstanties: - CBS Oostrozebeke - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.28 - Departement Ruimte Vlaanderen - West-Vlaanderen - afdeling Adviseren en Participeren Lokaal - PROCORO West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed - Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling - Agentschap Ondernemen - Waterwegen en Zeekanaal NV - Afdeling Bovenschelde - Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer - Technische dienst Waterlopen - Agentschap Wegen en Verkeer - Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn West-Vlaanderen Uit deze adviesronde blijkt dat er geen principiële bezwaren zijn vanuit de sectoren op het planinitiatief en dat een bijkomend watergebonden bedrijventerrein te Oostrozebeke vanuit de sectoren kan worden bijgetreden. 7.5 Besluit Uit bovenstaande kan besloten worden dat het gevoerde planproces gedragen wordt door de verschillende sectoren en dat verschillende mogelijke effecten voldoende onderzocht werden. Het voorliggend plan houdt rekening met de opmerkingen en aanbevelingen die naar aanleiding van de onderzoeken en de raadpleging van de sectoren werden geformuleerd. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.29 8 Motivatie transportzone 8.1 Beleidscontext Het GRS van Oostrozebeke werd goedgekeurd op 23 maart 2006. In het goedkeuringsbesluit werd akkoord gegaan met een behoefte van 2,6ha voor een specifiek bedrijventerrein voor de herlokalisatie van de transportbedrijven en de herlokalisatie van de geparkeerde vrachtwagens in het centrum. 8.2 Actualisatie herlokalisatievraag Naar aanleiding van de opmaak van het RUP werd gekozen om de bevraging van de transportbedrijven te hernemen gezien reeds een aantal bedrijven herlokaliseerden. De verschillende transportbedrijven werden in februari 2014 aangeschreven en bevraagd naar hun behoeften: Bedrijf Herlokalisatievraag? Eric Vermeersch Neen, geherlokaliseerd naar Wielsbeke Euro Flanders Neen, geherlokaliseerd naar Tielt Durieux Neen, bedrijf is gestopt Impens Neen, blijft ter plaatse: Heeft voldoende ruimte Vrachtwagens zijn meestal onderweg, alleen tijdens het weekend staan er een paar, de rest staat bij de resp. bedrijven. Hoofdzakelijk kantoorfunctie ter plaatse – ook geen garage meer. Verkotrans Neen, geherlokaliseerd naar Heule Destotrans Ja, vraagt 1ha Van Meenen Ja, maar geeft aan watergebonden te willen werken en heeft 1,5ha nodig. Wil herlokaliseren naar watergebonden terrein Vandenbroucke Ja, vraagt 0,7ha Eeckhout Neen, bedrijfsleider is gepensioneerd Mientrans Neen, geherlokaliseerd naar Ooigem Bossuyt Neen, bedrijf is gestopt Op basis van digitale economische kaart van de POM werd gekeken of er nog andere bedrijven in aanmerking kwamen. Volgende bedrijven werden nog bijkomend aangeschreven: Bedrijf Komeva Braecke Polfliet Roobroek Herlokalisatievraag? Neen, eenmanszaak, heeft net een loods gekocht Neen, geen interesse, voldoende plaats Neen, doet weinig transport Neen, bedrijf geeft aan dat ze voldoende ruimte hebben op de bestaande locatie Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.30 Hieronder worden de 2 bedrijven die nog interesse hebben om te herlokaliseren op het lokaal deel besproken: Destotrans Het bedrijf Destotrans werd opgericht in 1991. De activiteiten zijn voornamelijk gericht op het transporteren van containers in opdracht van Spano. Het bedrijf geeft aan ong. 250 containers te vervoeren. De transportactiviteiten van het bedrijf zijn exclusief op Spano gericht. Naast de transportfunctie wordt ook in nevenactiviteit herstellingen gedaan van containers. Het bedrijf heeft 11 vrachtwagens en heeft 10 werknemers. Het bedrijf heeft nood aan ruimte voor het stationeren van vrachtwagens en containers. Tevens heeft het een loods nodig. In totaal geeft het bedrijf aan 1ha nodig te hebben om de activiteiten van de huidige locatie te herlokaliseren naar het bedrijventerrein. Op dit ogenblik is het bedrijf gelegen in een sectoraal bpa zonevreemde bedrijven. Tevens werd een planologisch attest aangevraagd maar dit werd nog niet behandeld door de gemeente. Bij een herlokalisatie treden de voorschriften van het sectoraal bpa in voege die stelt dat een nieuwe invulling van het terrein bedrijven mogelijk zijn die niet meer storend en/of hinderend zijn voor omgeving en milieu dan de huidige gevestigde en vergunde bedrijvigheid. Vandenbroucke Het bedrijf is geherlokaliseerd van Oostrozebeke naar Ooigem. Het is echter gelegen in de Hulsterestraat, in een woongebied. Het bedrijf is geen eigenaar van de gebouwen. De exploitatievergunning van het bedrijf verloopt in 2016. Het bedrijf vreest geen nieuwe vergunning meer te kunnen verkrijgen op de huidige locatie. Ongeveer de helft van de activiteiten van het bedrijf zijn gericht op Spano. Het bedrijf heeft 25 vrachtwagens en 25 werknemers. Het bedrijf heeft nood aan ruimte voor het stallen van vrachtwagens, een loods voor 2 tanks en een carwash. In totaal geeft het bedrijf aan 0,7ha nodig te hebben om de activiteiten te herlokaliseren. Gezien de ligging in woongebied zal bij herlokalisatie van het bedrijf de huidige site meer een woonfunctie opnemen. Op aangeven van de WVI werd nog een bedrijf gecontacteerd dat gelegen is in Oostrozebeke maar een maatschappelijke zetel heeft in Ooigem: Detransfo Het bedrijf is gevestigd op de huidige locatie (Knokstraat Oostrozebeke) sinds 1994. Op de huidige locatie heeft het bedrijf 1000m². Het is geïnteresseerd zich te herlocaliseren indien dit ook gepaard gaat met bijkomende ruimte voor het bedrijf. Het bedrijf wenst een tankplaats en loods voor een werkplaats te kunnen realiseren (25mx15m). Het bedrijf heeft 2 trekkers en 6 opleggers en werkt met een onderaannemer. De activiteiten van het bedrijf zijn gericht op het veevoederbedrijf Vandenavenne. Indien het bedrijf kan herlocaliseren verwacht het een ruimte-inname van 0,4ha. Het bedrijf denkt dan 2 mensen te kunnen in dienst nemen. De bestemming van de huidige site van het bedrijf is woongebied. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.31 8.3 Conclusie Gezien de bedrijven Destotrans en Vandenbroucke gericht zijn op Spano is een herlokalisatie naar het terrein meer dan aangewezen. Gezien de bedrijven een ruimtevraag hebben die ruimer is dan 5000m² wat gangbaar is als richtmaat voor lokale bedrijven zal in de voorschriften deze beperking verschoven worden naar 1ha. Daarnaast zal ook ruimte geboden worden voor de herlocalisatie van het bedrijf Detransfo gezien het voldoet aan de voorwaarden uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Er zal in het RUP 2,5ha bruto worden voorzien voor deze herlokalisaties. Het GRS toonde ook nog een behoefte aan van 0,5ha voor de herlokalisatie van vrachtwagens die in het woonweefsel en het centrum parkeren. De gemeente gaf te kennen dat deze problematiek nog steeds aanwezig is. Hiertoe werd in het voorjaar van 2014 een telling georganiseerd door de gemeente. Er werden een tiental vrachtwagens geteld. In totaal wordt daarom 3ha voorzien voor de herlokalisatie van transportbedrijven en vrachtwagens in voorliggend RUP. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.32 9 Doelstellingen en visie van het RUP 9.1 Realisatie van een watergebonden bedrijventerrein (BEK) Het RSV selecteert deze locatie omwille van zijn watergebonden potenties. De verschillende sectorale studies, het GRS en het PRS ondersteunen deze keuze. De waterweg RoeselareLeie is de belangrijkste waterweg in West-Vlaanderen. De voorliggende locatie dient optimaal benut te worden en ingeschakeld binnen het economisch netwerk van het kanaal. In de voorschriften wordt een containerterminal expliciet uitgesloten. Aan de kop van het Kanaal in Roeselare en in Wielsbeke is hiervoor ruimte voorzien. Deze locaties worden ook als strategischer beschouwd voor de realisatie van deze functie. De zone in Oostrozebeke leent zich minder hiertoe. De inrichtingsvoorschriften voor de zone worden afgestemd op het aanpalende RUP Spano. Ten aanzien van de Hulstestraat, waar een aantal woningen gelegen zijn, geldt de 45°-regel. 9.2 Herlocalisatie van de transportbedrijven en parkeerdruk vrachtwagens uit Oostrozebeke Bij de goedkeuring van het GRS werd akkoord gegaan met de herlocalisatie van de transportbedrijven op voorliggende locatie. Tevens wordt, conform het GRS ruimte voorzien om de parkeerdruk van vrachtwagens die nu in het woonweefsel een plek zoeken op te vangen. De zone is gelegen tussen het RUP Spookkasteel (dat aansluit aan een woonlint van Oostrozebeke) en het watergebonden bedrijventerrein. De bouwhoogtes op deze zone zijn gebaseerd op de ruimste mogelijkheden uit het RUP Spookkasteel, zodat de zone als een overgangszone functioneert. 9.3 Kwaliteitsvolle, duurzame inrichting en dubbel ruimtegebruik De planopties van het RUP kaderen binnen een duurzaam ruimtegebruik en het stimuleren van duurzaam vervoer door in te zetten op een watergebonden bedrijventerrein. Tevens wordt mogelijk om de ruime bufferzone zowel in te zetten als landschapsbuffer, zone voor waterloop als waterbuffer. Ook een doorsteek voor fietsverbinding is mogelijk. Deze functies kunnen immers complementair de landschapsbuffer opladen. Met het RUP wordt naar inrichtingsvoorschriften ingezet op een duurzaam en zorgvuldig ruimtegebruik. In algemene voorschriften en voorschriften van de bedrijvenzones wordt gewezen op de kwaliteitsvolle aanleg en intensief ruimtegebruik (bouwen in lagen, minimale bezettingsgraad,…). Vanuit de provincie wordt gestreefd naar het zoeken van synergieën tussen de agrovoedingindustrie en de transport en distributiesector. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een bedrijfsgebouw met op het gelijkvloers een magazijnfunctie en op het dak plaats voor glastuinbouw. Vlakbij het plangebied is het bedrijf A&S gelegen. Uit een studie1 over de mogelijkheden voor uitwisseling van restwarmte blijkt dat dit bedrijf in aanmerking komt om restwarmte uit te wisselen met bijv. glastuinbouw. Om deze reden wordt gekozen om alle werken die nodig zijn voor het realiseren van een warmtenet binnen het plangebied toe te laten binnen de 1 3E en provincie West-Vlaanderen, Industrie en glastuinbouw in Midden West-Vlaanderen: Onderzoek naar mogelijkheden voor uitwisseling van restwermte Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.33 geldende veiligheids- en milieunormen en daarnaast mogelijk te maken dat glastuinbouw mogelijk is op het dak van de bedrijfsgebouwen. Ook laat het RUP toe dat bovenop de gebouwen kantoren kunnen gebouwd worden met restwarmte als warmtebron.Deze technieken zijn vrij nieuw. Om een idee te geven van hoe dit er kan uitzien volgen hieronder een aantal voorbeelden: Zwijnaarde, Bayer Cropscience Leeuwaarden, school NY, Gotham Greens Project De provincie en Inagro zijn gestart met een onderzoeksproject bovenop de REOveiling in Roeselare om ervaring op te doen. 9.4 Afdoende buffering en landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein Het bedrijventerrein sluit aan bij 2 bestaande bedrijventerreinen in Oostrozebeke. De impact van bedrijvigheid in Oostrozebeke vergroot hierdoor. Ten oosten van het plangebied is een versnipperd landbouwgebied gelegen met verspreide bebouwing. Dit landbouwgebied grenst aan de kern van Oostrozebeke. Deze zone tussen het bedrijventerrein en Oostrozebeke wordt in het GRS als een bouwvrije zone voorgesteld. Daarnaast loopt in deze zone een op gemeentelijk niveau belangrijke recreatieve as (oude spoorwegbedding). Om de beleving van dit openruimte gebied voor de verschillende gebruikers optimaal te houden is een goede buffering van het bedrijventerrein op eigen terrein noodzakelijk. De bufferzone wordt breed ingetekend en geeft als opportuniteiten om niet enkel een dense groene afscherming maar een meer natuurlijke invulling van de buffering in te vullen. Daarom wordt ook toegestaan om de waterloop en waterbuffering te voorzien in deze bufferzone. 9.5 Mobiliteitsaspecten De bedrijvensites worden ontsloten via de N382. Naar aanleiding van het RUP Spookkasteel is een ontsluitingsweg aangelegd die gelegen is ten westen van het plangebied van het PRUP Gouden appel. Het gemotoriseerd verkeer dient via deze weg te ontsluiten richting de N382. Het fietsverkeer krijgt de mogelijkheid om via 3 ontsluitingen het bedrijventerrein te bereiken. Het is mogelijk om via de fietsontsluiting van de Leegstraat door heen het lokaal bedrijventerrein het plangebied te bereiken (voorzien in het RUP Spookkasteel en de inrichtingsplannen voor dit RUP), via een doorsteek door de buffer ter hoogte van de fietsas langs de oude spoorwegbedding en via een doorsteek door de buffer ter hoogte van de fietsas langs de N382. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.34 9.6 Oplossing bieden aan de waterproblematiek Op dit ogenblik zorgt waterloop WL 7.9.2 (Hulstebeek) voor overstromingen aan de Hulstestraat. Deze waterloop is buiten het plangebied ingebuisd en dit zorgt voor deze overstromingsproblematiek. Het voorzien van een ruime buffer geeft de kans deze problematiek mee op te lossen met het RUP. Er wordt de mogelijkheid geboden om de waterloop te verleggen in de bufferzone. De dienst waterlopen van de provincie WestVlaanderen heeft hiertoe al concrete plannen, het RUP faciliteert hiermee deze plannen. Daarnaast kan ook de ruimte van de buffer gebruikt worden om de buffering voor de verharding die wordt gerealiseerd in het plangebied deels op te vangen. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.35 10 Doorvertaling in de voorschriften Het RUP voorziet 4 zoneringen, zone voor watergebonden bedrijvigheid, zone voor herlocalisatie transportbedrijven en vrachtwagens uit Oostrozebeke, zone voor landschapsbuffer en zone voor weginfrastructuur. Daarnaast worden 3 overdrukken voorzien: een reservatiestrook voor kade-infrastructuur, een doorsteek voor fietsers en voetgangers en de hoogspanningslijn. Zone voor watergebonden bedrijvigheid In de zone voor watergebonden bedrijvigheid is enkel watergebonden bedrijvigheid toegelaten. De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer gebeurt langs de Nieuwenhovestraat. De ontsluiting voor fietsverkeer wordt in de voorschriften verankerd via voorschriften. Een ontsluiting wordt ook expliciet aangeduid op het grafisch plan (zie verder). Om glastuinbouw op de gebouwen mogelijk te maken is deze functie als nevenbestemming ingeschreven. Zone voor herlocalisatie transportbedrijven en vrachtwagens uit Oostrozebeke In deze zone wordt ruimte geboden voor de herlocalisatie van de transportbedrijven. Daarnaast is ook een vrachtwagenparking mogelijk voor de herlocalisatie van vrachtwagens uit het centrum van Oostrozebeke. Indien niet wordt ingegaan op de mogelijkheid voor herlocalisatie is een nabestemming mogelijk naar zone voor watergebonden bedrijvigheid. Ontsluiting gebeurt via de wegenis die voorzien werd in het RUP Spookkasteel. Om glastuinbouw op de gebouwen mogelijk te maken is deze functie als nevenbestemming ingeschreven. Zone voor landschapsbuffer Deze buffer wordt doorgetrokken vanaf het RUP Spookkasteel. Het is mogelijk om ook in deze buffer de waterloop te verleggen en waterbuffering te voorzien, zolang ook een dense groene buffer kan gegarandeerd blijven. Deze bufferzone is minimum 15m breed. Daar waar de waterloop wordt verlegd is ze minimum 20m breed gezien de waterloop zelf een zekere ruimte vraagt. De buffer kan doorbroken worden om zacht verkeer toegang te verlenen tot het bedrijventerrein. Zone voor secundaire weg Deze zone omvat de huidige N382. Overdruk reservatiestrook voor kade-infrastructuur Met deze overdruk wordt de mogelijkheid tot oprichten van constructies voor kadeinfrastructuur aangegeven. Doorsteek voor fietsers en voetgangers Deze overdruk geeft de doorsteek weer die concreet dient gerealiseerd te worden om de fietsas langs de oude spoorwegbedding te verbinden richting het bedrijventerrein. Overdruk hoogspanningslijn Met deze overdruk wordt de bestaande hoogspanningslijn aangegeven. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.36 11 Watertoets 11.1 Algemeen Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt bepaalde verplichtingen op die de watertoets worden genoemd. De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van het project op de waterhuishouding. Schadelijke effecten moeten zoveel mogelijk worden beperkt en, indien dit niet mogelijk is, worden hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. 11.2 Terreintoets Aanduiding van de erosiegevoelige gebieden Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.37 Aanduiding van de grondwaterstromingsgevoelige gebieden Hellingenkaart Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.38 Aanduiding van de infiltratiegevoelige bodems Aanduiding van de overstromingsgevoelige gebieden Doorheen het plangebied loopt west-oost de waterloop WL.7.9.2.1. Deze waterloop is volledig ingebuisd. Deze takt aan op waterloop WL 7.9.2 (Hulstebeek), die van zuid naar noord ten oosten van het plangebied loopt. Een analyse van de watertoetskaarten leert het volgende: Het plangebied is niet erosiegevoelig. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Globaal gezien is er eerder weinig helling. Het plangebied is infiltratiegevoelig. Ten oosten, rond de waterloop bevindt zich een effectief overstromingsgevoelig gebied. 3 Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.39 Aanduiding waterlopen (rood categorie 3, blauw categorie 2) Bron: giswest Bron: dienst waterlopen, provincie West-Vlaanderen Voor de overstromingsproblematiek zijn reeds concrete plannen om deze aan te pakken. Het probleem van de overstroming is te wijten aan het feit dat de Hulstebeek verder noordelijk (buiten het plangebied) ook ingebuisd is en hierdoor bovenloops bij hevige regenval overstromingen veroorzaakt. De dienst waterlopen van de provincie heeft plannen om deze problematiek op te lossen. Concreet zal de waterloop worden verlegd in een open bedding. Het RUP speelt hierop in en maakt in de bufferzone deze waterloop mogelijk. Door het verleggen en open maken van de waterloop speelt deze overstromingsproblematiek in het plangebied niet meer. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.40 11.3 Plantoets Het PRUP zal een significante bijkomende verharding genereren. Het is dan ook belangrijk hier rekening mee te houden. Algemeen wordt verordend gesteld dat het waterbergend vermogen van het plangebied niet verminderd mag worden. De opvang van hemelwater dient te gebeuren op eigen terrein. Hier treedt ook de gewestelijk stedenbouwkundige verordening in werking. Verder wordt in het plangebied een zone voorzien voor park, buffer en waterbuffering. De grootte van de waterbufferbekkens, de afwateringsgrachten en/of waterinfiltratievoorzieningen worden berekend uitgaande van het voorzien van 410m³ per ha verharde oppervlakte. 11.4 Conclusie Omwille van bovenstaande maatregelen, die deels in de stedenbouwkundige voorschriften worden vervat, kan worden geoordeeld dat het voorziene RUP in het plangebied geen schadelijk effect op de waterhuishouding zal hebben. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.41 12 Planproces Beslissing tot opmaak Overlegproces Overleg met ruimte Vlaanderen december 2013 Overleg met gemeente Oostrozebeke Januari 2014 Overleg transportbedrijven Februari 2014 Overleg gemeente en WVI Maart 2014 Bespreking PROCORO April 2014 Screeningsprocedure Maart – juni 2014 Ruimtelijke veiligheidsrapportage Maart – juni 2014 Plenaire vergadering 24 april 2014 Voorlopige vaststelling provincieraad 25 september 2014 Openbaar onderzoek Behandeling adviezen en bezwaren PROCORO Definitieve vaststelling provincieraad Goedkeuring Vlaamse regering Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.42 13 Voorschriften die strijdig zijn met het RUP Ruimtebalans Overeenkomstig art. 2.2.2 §1, 5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat een RUP in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden. Voorliggend PRUP heft de voorschriften op van het gewestplan Roeselare-Tielt (KB 17/12/1979 en latere wijzigingen) voor dat gebied dat gelegen is binnen het plangebied. In totaal wordt 15,96ha omgezet van de bestemmingscategorie “landbouw” naar de categorie “bedrijvigheid”. Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.43 14 Overzicht planbaten, planschade, kapitaalschadeen gebruikerscompensatie Het RUP heeft geen aanleiding tot planschade, kapitaalschadecompensatie, gebruikerscompensatie. Er zijn wel mogelijks planbaten. Het plangebied wordt omgezet van categorie landbouw naar bedrijvigheid. Deze bestemmingswijziging komt in aanmerking voor planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (zie bijgevoegd grafisch register) Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.44 15 Bijlage - Delegatiebesluit Adviezen voorontwerp Verslag plenaire MER-screening en besluit ontheffing planMER-plicht RVR met goedkeuringsbesluit Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.45
© Copyright 2024 ExpyDoc