Toelichtingsnota - Provincie West

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN
GOUDEN APPEL
OOSTROZEBEKE
TOELICHTINGSNOTA
ONTWERP – SEPTEMBER 2014
Dienst Ruimtelijke Planning
Koning-Leopold III-laan 41
8200 Sint-Andries (Brugge)
t 050/ 40 35 33 (secretariaat)
f 050/ 40 33 76
[email protected]
www.west-vlaanderen.be
Diensthoofd
Stephaan Barbery
Projectbegeleider
Wouter Billiet
Projectcoördinator
Wouter Billiet
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.1
Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad
van West-Vlaanderen in zitting van 02/10/2014
de provinciegriffier
G. Anthierens
voorzitter
E. Spincemaille
voor eensluitend afschrift,
namens de deputatie,
Stephaan Barbery
de adviseur
dienst ruimtelijke planning
procedure
datum
Wijziging
../../….
Beslissing opmaak
../../….
Plenaire vergadering
../../….-../../….
Openbaar onderzoek
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.2
1 Inhoudstafel
1
Inhoudstafel ................................................................................................... 3
2
Inleiding en aanleiding tot opmaak ................................................................ 5
3
Situering en begrenzing ................................................................................. 6
4
Feitelijke en juridische toestand .................................................................... 8
5
Algemene planningscontext ......................................................................... 13
5.1
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) ......................................................... 13
5.2
Afbakening agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS) ...................................... 13
5.3
Provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS-WV) ..................................................... 16
5.4
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke (GRS Oostrozebeke) ............... 17
6
Motivatie en gebiedsgericht onderzoek BEK ................................................. 19
6.1
Kwalitatieve benadering ................................................................................... 19
6.2
Kwantitatieve benadering ................................................................................. 21
6.3
Besluit ........................................................................................................... 24
7
Onderzoek- en overlegproces ....................................................................... 26
7.1
Inleiding......................................................................................................... 26
7.2
Onderzoek milieu-effecten ................................................................................ 26
7.3
Ruimtelijk veiligheidsrapport ............................................................................. 28
7.4
Toetsing plan bij andere sectoren ...................................................................... 28
7.5
Besluit ........................................................................................................... 29
8
Motivatie bedrijventerrein transportzone ..................................................... 30
8.1
Beleidscontext ................................................................................................ 30
8.2
Actualisatie herlokalisatievraag ......................................................................... 30
8.3
Conclusie ....................................................................................................... 32
9
Doelstellingen en visie van het RUP ............................................................. 33
9.1
Realisatie van een watergebonden bedrijventerrein (BEK) .................................... 33
9.2
Herlocalisatie van de transportbedrijven en parkeerdruk vrachtwagens uit
Oostrozebeke ........................................................................................................... 33
9.3
Kwaliteitsvolle, duurzame inrichting en dubbel ruimtegebruik ............................... 33
9.4
Afdoende buffering en landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein ............. 34
9.5
Mobiliteitsaspecten .......................................................................................... 34
9.6
Oplossing bieden aan de waterproblematiek ....................................................... 35
10
Doorvertaling in de voorschriften ................................................................. 36
11
Watertoets ................................................................................................... 37
11.1
Algemeen .................................................................................................... 37
11.2
Terreintoets ................................................................................................. 37
11.3
Plantoets ..................................................................................................... 41
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.3
11.4
Conclusie .................................................................................................... 41
12
Planproces.................................................................................................... 42
13
Voorschriften die strijdig zijn met het RUP - Ruimtebalans .......................... 43
14
Overzicht planbaten, planschade, kapitaalschade- en gebruikerscompensatie
44
15
Bijlage .......................................................................................................... 45
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.4
2 Inleiding en aanleiding tot opmaak
Met voorliggend plan wordt ruimte voorzien voor het bijzonder economisch knooppunt te
Oostrozebeke. De aanleiding voor de opmaak van een provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan
voor het bijzonder economisch knooppunt Oostrozebeke (BEK) is de aanduiding van het
bedrijventerrein langs het Kanaal Roeselare-Leie te Oostrozebeke als te onderzoeken
bijzondere concentratie van economische activiteiten in de 2de wijziging van het RSV.
In het informatief gedeelte van het RSV wordt aangegeven dat omwille van de
watergebonden potenties te Oostrozebeke een watergebonden bedrijventerrein kan
onderzocht worden in het gebied ten noorden van het kanaal Roeselare-Leie, tussen het
bestaande bedrijf Spano en de Hulstestraat. Wanneer de watergebonden potenties van het
omliggende stedelijke gebied en specifiek economische knooppunten aantoonbaar uitgeput
zijn, kan een uitbreiding op deze locatie overwogen worden.
Het richtinggevend gedeelte van het RSV stelt dat via een gebiedsgericht en geïntegreerd
onderzoeks- en overlegproces concrete mogelijkheden dienen onderzocht te worden. Dit
onderzoeks- en overlegproces moet de geldende regelgeving (milieueffecten, passende
beoordeling indien nodig, ruimtelijke veiligheid, landbouwtoets) ter zake implementeren en
kan desgevallend leiden tot de opmaak van een RUP.
De bevoegde overheid voor dit onderzoek en de opmaak van het RUP is hier de provincie.
Naast dit regionaal watergebonden bedrijventerrein wordt in voorliggend plan ook ruimte
voorzien voor een lokale transportzone. In het GRS van Oostrozebeke (goedgekeurd op 23
maart 2006) werd een behoefte aangetoond voor 2.6ha voor een specifiek lokaal
bedrijventerrein voor transportbedrijven. De gemeente nam reeds een planinitiatief voor een
lokaal bedrijventerrein in het RUP Spookkasteel ten noorden van het plangebied. Hierin werd
het specifiek lokaal bedrijventerrein voor de transportbedrijven niet meegenomen. Het GRS
hield reeds rekening met een mogelijk regionaal watergebonden bedrijventerrein langs het
Kanaal Roeselare-Leie en situeerde de lokale bedrijvenzone en de specifieke lokale
bedrijvenzone voor de transportbedrijven ten noorden van het watergebonden
bedrijventerrein, tussen het bedrijf Spano en de Hulstestraat. Vanuit ruimtelijk oogpunt is
het logisch om de overgebleven zone ten zuiden van het RUP Spookkasteel volledig mee te
nemen in voorliggend plan. Om deze reden wordt deze lokale transportzone ook
meegenomen in dit provinciaal RUP. Er werd op 6 maart 2014 een delegatie gekregen van
de gemeente voor deze transportzone, conform art. 2.2.1 §2 VCRO.
In deze toelichtingsnota wordt ingegaan op de kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing
van het watergebonden bedrijventerrein, conform de bepalingen uit het RSV. Daarnaast
wordt ook de onderbouwing uit het GRS van Oostrozebeke voor de transportzone
geëvalueerd en geactualiseerd. Dit resulteert in een plan waarin zowel ruimte voorzien wordt
voor een lokaal als een regionaal (watergebonden) bedrijventerrein.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.5
3 Situering en begrenzing
Het plangebied is gelegen in de provincie West-Vlaanderen, in de gemeente Oostrozebeke,
tussen het regionaal stedelijk gebied van Roeselare en het specifiek economisch knooppunt
Wielsbeke. Specifiek is het gelegen langs het kanaal Roeselare-Leie.
Situering kanaal Roeselare-Leie
Het kanaal doorkruist de gemeenten Roeselare, Izegem, Ingelmunster, Oostrozebeke en
Wielsbeke. In het stedelijk gebied Roeselare (gemeenten Roeselare, Izegem en
Ingelmunster) en het specifiek economisch knooppunt Wielsbeke zijn verschillende
bedrijventerreinen langs dit kanaal gelegen. In Oostrozebeke, ten westen van het
plangebied, ligt een van de grootste solitaire bedrijven langs het kanaal Roeselare-Leie, de
site van het bedrijf Spano. Voor dit bedrijf werd reeds een gewestelijk RUP opgemaakt
waarin een uitbreiding voor het bedrijf werd opgenomen. Onderstaande luchtfoto geeft de
verschillende bedrijvenzones langs het kanaal weer. Te Oostrozebeke is een bedrijvenzone
ingekleurd die de uitbreiding van Spano, het lokaal bedrijventerrein en het watergebonden
bedrijventerrein van het BEK weergeeft.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.6
Luchtfoto met verschillende industriezones langs het kanaal en de voorgestelde locatie voor het BEK (Bron: POM
West-Vlaanderen)
Het plangebied voor het RUP is gesitueerd ten zuidwesten van het hoofddorp Oostrozebeke.
Het wordt begrensd door het gewestelijk RUP Spano (besluit Vlaamse Regering van 4 juli
2003) in het westen, het Kanaal Roeselare-Leie (en de N382) in het zuiden, de Hulstestraat
in het oosten en een toekomstig lokaal bedrijventerrein van Oostrozebeke langs de
Leegstraat uit het gemeentelijk RUP Spookkasteel (besluit Deputatie van 24 mei 2007) in
het noorden. In voorliggend plan wordt de zone voor het BEK en de herlocalisatie voor de
transportbedrijven meegenomen.
Ligging
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.7
4 Feitelijke en juridische toestand
De feitelijke, bestaande toestand wordt weergegeven hieronder via een topografische kaart
en luchtfoto:
Het plangebied bestaat uit aaneengesloten agrarisch gebied. Ten noorden van het gebied
loopt een oude spoorwegbedding. Ten zuiden loopt een hoogspanningslijn. Recent werd
nieuwe wegenis aangelegd zoals voorzien in het RUP Spookkasteel. De Goudenappelstraat
werd aangelegd als interne wegenis voor het lokaal bedrijventerrein, de Nieuwenhovestraat
ontsluit de Goudenappelstraat naar de N382. De percelen in het plangebied kennen
voornamelijk een landbouwgebruik.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.8
Het plangebied is volgens het geldende gewestplan gelegen in agrarisch gebied.
Gewestplan Roeselare-Tielt (KB 17/12/1979 en latere wijzigingen)
Het plangebied sluit aan bij de gemeentelijke en gewestelijke rup’s Spookkasteel en Spano.
Het gewestelijk RUP geeft een planologische oplossing en uitbreidingsmogelijkheden aan een
historisch gegroeid bedijf. Het gemeentelijk RUP Spookkasteel voorziet in een lokale
bedrijvenzone en een ontsluitingsweg richting de N382.
Grafisch plan gewestelijk rup “Historisch gegroeid bedrijf
Spano” te Oostrozebeke
Grafisch plan gemeentelijk RUP Spookkasteel te Oostrozebeke
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.9
Atlas van de buurtwegen
De atlas van de buurtwegen dateert van voor de aanleg van de spoorweg, het kanaal en de
N382. Op de kaart wordt aangegeven dat er nog een buurtweg dwars door het plangebied
loopt (chemin 13). De buurtweg dateert van voor de aanleg van het kanaal. Op dit ogenblik
is hij niet meer aanwezig op het terrein. Bij de concrete invulling van het terrein zal de
ontwikkelaar moeten nagaan of hier niet beter een afschaffing of verlegging van de
buurtweg wordt aangevraagd.
Voor het trage wegenverkeer (fietsers, voetgangers) wordt verder in deze toelichtingsnota
ingegaan op hoe zij het terrein kunnen bereiken. Hier zal rekening gehouden worden met de
recente structuren (kanaal en spoorwegbedding) en het gewenst beleid.
Het plangebied is niet gelegen in een SBZ(Habitat-, vogelrichtlijngebied of ramsar) of VENgebied. Ook in de omgeving zijn er geen dergelijke zones aanwezig. Uit de biologische
waarderingskaart blijkt dat ten zuiden van het plangebied, de grens met de N382 aangeduid
wordt als biologisch waardevol. Verder zijn er geen biologisch waardevolle elementen in het
plangebied aanwezig zijn. In het gebied zijn evenmin landschappelijk waardevolle elementen
aanwezig.
In of aansluitend bij het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen en/of
stads- en dorpsgezichten gelegen.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.10
Biologische waarderingskaart
Landschapsatlas
Hieronder volgen nog een aantal terreinfoto’s:
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.11
Plangebied vanaf
N382
Plangebied vanaf
Hulstestraat
Oude spoorweg
bedding in plangebied
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.12
5 Algemene planningscontext
5.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV)
In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor 4
structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en
stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, economische knooppunten en
lijninfrastructuren.
Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen
uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en
gemeentelijke niveau.
Vanuit het RSV wordt onderstreept dat het ruimtelijk beleid de economische sterkte van
iedere subregio moet ondersteunen. Het aanbodbeleid in de economische knooppunten is
een essentiële beleidsmaatregel tegen uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van
economische activiteiten. Dit aanbodbeleid steunt op een gefaseerde ontwikkeling en een
differentiatie van bedrijventerreinen.
Op 17 december 2010 werd het addendum van het RSV definitief vastgesteld door de
Vlaamse Regering. Hierin werd de bijzondere economische concentratie te Oostrozebeke
expliciet vernoemd en aangeduid als te onderzoeken locatie. De selectie van Oostrozebeke
kadert binnen het verzekeren van het aanwenden van potenties voor regionale
bedrijventerreinen via het voeren van een aanbodbeleid aansluitend bij bestaande
clusters/concentraties.
De concrete inkleuring via een RUP moet voorafgegaan worden door een gebiedsgericht en
geïntegreerd onderzoeks- en overlegproces waarbinnen de concrete
ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht worden. Tevens wordt gesteld dat dit onderzoeksen overlegproces alle regelgeving (onder meer milieueffecten op planniveau, passende
beoordeling, ruimtelijke veiligheid) ter zake moet implementeren.
5.2 Afbakening agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS)
Visie op het gebied vanuit AGNAS
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft de Vlaamse overheid, in
overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen, in 2008 een ruimtelijke visie
opgesteld voor de regio Leiestreek. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in
deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen
kunnen worden om dit te realiseren.
Volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Leiestreek is het plangebied
gelegen in de deelruimte Zuidelijke Leievallei.
De visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar
er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding. Ze vormt de basis voor de
opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, die de bestemmingen op
perceelsniveau vastleggen. Het plangebied is gelegen binnen een ruimtelijk-functioneel
samenhangend gebied te vrijwaren voor de land- en tuinbouw. Concreet werd dit vertaald
via de herbevestiging van het agrarisch gebied.
De oude spoorwegbedding Ingelmunster-Oostrozebeke die door het plangebied loopt werd
bijkomend geselecteerd als een bovenlokaal landschappelijk en ecologisch waardevol lineair
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.13
element. Het ruimtelijk beleid is gericht op het behoud van de hoofdfunctie (landbouw, bos,
natuur) waarin deze elementen zijn gelegen, maar vrijwaart voldoende ruimte voor het
realiseren van een hydrologische, landschappelijke en ecologische basiskwaliteit die de
verbindende functie ondersteunt.
Structuurvisie plangebied
Herbevestigd gebied regio Leiestreek
De gewestplanbestemming werd voor wat betreft het plangebied als het plangebied van het
gewestelijk RUP Spano alsook het gemeentelijk RUP Spookkasteel herbevestigd. Op dat
ogenblik stelde de omzendbrief dat opties uit structuurplannen konden uitgevoerd worden.
Ondanks dat het plangebied volledig voorgesteld werd als bedrijventerrein in het GRS werd
het toch mee opgenomen in de herbevestiging.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.14
Na deze herbevestiging in 2008 werd in het RSV, bij de herziening van 2010 aangegeven dat
hier toch een watergebonden bedrijventerrein kon onderzocht worden.
Afwijking van omzendbrief RO/2010/01 betreffende ruimtelijk beleid binnen HAG
Randvoorwaarden uit de omzendbrief
Conform de omzendbrief RO/2010/01 mogen binnen de beleidsmatig herbevestigde
agrarische gebieden, gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven geen betekenisvolle
afbreuk doen aan de ruimtelijk – functionele samenhang van de agrarische macrostructuur.
Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de
bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het mogelijke
en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het
planologisch evenwicht te herstellen.
Afwijken van dit algemeen uitgangspunt kan enkel mits uitdrukkelijke en grondige motivatie
door de initiatiefnemer. Elementen die in deze verantwoording minstens aan bod moet
komen zijn:
•
Onderzoek naar alternatieve locaties;
•
Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische
structuur;
•
Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw.
Gemeentelijke en provinciale opties zullen steeds getoetst worden aan de ruimtelijke
doelstellingen voor de op Vlaams niveau herbevestigde agrarische gebieden. Een degelijk
onderbouwde verantwoording of motivering in die zin moet bijgevolg steeds een wezenlijk
deel uitmaken van (de toelichting bij) deze gemeentelijke en provinciale plannen.
Hierna wordt ingegaan op bovenstaande randvoorwaarden:
Herstellen van het planologisch evenwicht
De afbakening van de gewenste agrarische, natuur- en bosstructuur is een planningsproces
dat in heel Vlaanderen nog niet concreet verder is afgerond. Verschillende gebieden werden
aangeduid als nog verder te onderzoeken op korte en lange termijn. Deze gebieden staan
nog ter discussie en een concreet planningsproces dient nog gevoerd te worden. Het RSV
bevat voor de verschillende gebieden een ruimtebalans die aangeeft hoeveel ha’s er
voorzien worden voor deze functies in Vlaanderen.
Het plan zet het gebied volledig om van agrarisch gebied naar een bedrijfsbestemming.
Binnen het plangebied kunnen geen compensaties worden uitgewerkt. In de onmiddellijke
omgeving van het planinitiatief is landbouwgebied en de kern van Oostrozebeke gelegen.
Het plangebied grenst tevens aan het kanaal. Er zijn in de omgeving geen directe
mogelijkheden om percelen te bestemmen als landbouwgebied. Evenmin zullen als
industriegebied bestemde gebieden langs het kanaal ingezet worden als compensatiegebied
gezien de strategische keuzes om in te zetten op uitbouw van de mogelijkheden langs het
kanaal (zie ook verder motivatie voor het BEK).
Als planinitiatiefnemende overheid ziet de provincie dan ook geen mogelijkheden tot
compensatie.
Gezien de oefening met betrekking tot de gewestelijke RUP’s voor het bepalen van de
natuurlijke en agrarische structuur nog niet is afgewerkt voor heel West-Vlaanderen, is het
dan ook aangewezen dat de Vlaamse Overheid de oppervlakte die met dit planinitiatief
verdwijnt, opvangt in de zoeklocaties van de in opmaak zijnde en toekomstige gewestelijke
RUP’s. Gezien ze als partner in deze processen mee aan tafel zit, zal de provincie deze
zoektocht mee begeleiden.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.15
Onderzoek naar alternatieve locaties.
De keuze voor de locatie volgt rechtstreeks uit het richtinggevend gedeelte van het RSV
(2010) dat werd goedgekeurd na de herbevestiging van het agrarisch gebied (2008). Indien
toch zou gezocht worden naar alternatieve locaties blijkt dat in de onmiddellijke omgeving,
ook de andere gebieden herbevestigd werden als agrarisch gebied. Concreet moet op zoek
gegaan worden naar locaties langs het Kanaal Roeselare-Leie. Mogelijke andere locaties
situeren zich ten zuiden van het kanaal of ten noorden meer oostwaarts.
De locaties gelegen ten zuiden van het kanaal maken deel uit van een veel ruimer en
samenhangender open ruimte gebied. Een watergebonden bedrijventerrein aanleggen in dit
gebied zal een versnippering teweegbrengen in een op dit ogenblik nog vrij gaaf open ruimte
geheel.
Locaties meer oostwaarts zijn enkel locaties aansluitend aan de bebouwing richting
Wielsbeke aangewezen. Concreet wordt dit gebied doorsneden door wegenis en is er
versnipperde bebouwing aanwezig. Een aaneengesloten planinitiatief voor een degelijk
gebufferd regionaal watergebonden bedrijventerrein is hier niet mogelijk.
De voorliggende locatie, aansluitend bij het historisch gegroeid bedrijf Spano en het lokaal
bedrijventerrein is als bijzonder economisch knooppunt de meest aangewezen locatie.
Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur.
Voor het BEK werd een landbouwgevoeligheidsanalyse opgemaakt (augustus 2011) om de
impact op het landbouwareaal in te schatten. De gegevens van de LGA dateren van 2008 en
gaven een vrij gevoelig beeld weer, onder meer een huiskavel van een landbouwbedrijf lag
in het plangebied. Intussen is de actuele situatie anders. De percelen in het gebied werden
onteigend door de WVI en het bedrijf Spano. De gronden binnen het plangebied worden op
dit ogenblik gebruikt door 2 landbouwers, de bedrijven Lannoo en Vanhaecke. De
bedrijfszetel van het bedrijf Lannoo was vroeger gevestigd binnen het plangebied van het
gewestelijk RUP Spano, de gebouwen van dit bedrijf staan er nog steeds. Het bedrijf werd
naar aanleiding van dit planinitiatief geherlokaliseerd in Meulebeke. Voorlopig kan het bedrijf
de nog niet ontwikkelde gronden verder gebruiken.
Het bedrijf Vanhaecke heeft zijn bedrijfszetel aan de overzijde van het kanaal. Het betreft
een kippenbedrijf. Het bedrijf is deels actief op de gronden van Spano en de WVI.
Er kan geconcludeerd worden dat de impact van het planinitiatief voor het BEK
Oostrozebeke op de landbouwfunctie en -structuren beperkt is. .
Onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen.
Zoals eerder aangehaald worden binnen het RUP geen voorstellen gedaan voor planologische
ruil en worden ook geen ruilgronden voorzien. Als flankerende maatregel voor de getroffen
landbouwers, worden financiële vergoedingen voorgesteld conform de geldende regelgeving.
5.3 Provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS-WV)
Het PRS West-Vlaanderen werd op 6 maart 2002 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Op
11 februari 2014 werd het addendum PRS goedgekeurd.
Het Kanaal Roeselare-Leie is in het PRS geselecteerd als een secundaire waterweg die ten
zuiden van Oostrozebeke aantakt op de Leie, een hoofdwaterweg uit het RSV. In het PRS
wordt het kanaal Roeselare-Leie aanzien als de belangrijkste secundaire waterweg in de
provincie.
Vanaf Roeselare tot aan de gemeentegrens met Oostrozebeke is het kanaal opgenomen in
het regionaal stedelijk gebied van Roeselare. Langs het kanaal zijn watergebonden bedrijven
en zones voor overslag aangeduid.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.16
Oostrozebeke ligt volgens het PRS WVL in de deelruimte Middenruimte. In deze ruimte is de
uitbouw van het kanaal Roeselare-Leie bepalend voor het te voeren ruimtelijke beleid. Aan
het kanaal moeten locaties worden gevrijwaard exclusief voor de vestiging van
watergebonden activiteiten. Specifiek vermeldt het PRS dat Oostrozebeke hoofddorp is om
de verstedelijking aan de as Roeselare-Leie te bundelen en om mogelijke potenties voor
watergebonden bedrijvigheid te concentreren.
Het addendum PRS neemt een aantal inrichtingsprincipes op voor een duurzame en
kwalitatieve inrichting van bedrijventerreinen. Een zuinig en kwalitatief ruimtegebruik staat
voorop. Daarnaast wordt gestreefd naar aandacht voor een hoogwaardige kwalitatieve
beeldvorming (materiaalgebruik, vormgeving, integratie bufferbekkens en natuurlijke en
landschappelijke elementen, kwaliteit openbare ruimte, lichthinder), CO2-neutraliteit en
duurzaam energiegebruik, gezamenlijk gebruik van bedrijfsfuncties (parking, opslagruimtes
en waterbekkens), gedifferentieerde typologie voor bedrijfsgebouwen, intensief
ruimtegebruik (stapelen en/of hoge bezettingsgraad), gezamenlijk gebruik van
transportmiddelen, duurzaam vervoer (zoals trein, bus, fiets, ...) stimuleren en
multifunctioneel en complementair ruimtegebruik nastreven.
5.4 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke (GRS
Oostrozebeke)
In haar GRS wil Oostrozebeke de economische dynamiek in de gemeente verder versterken
en de potenties naar de toekomst maximaal benutten. De gemeente is voorstander van de
ontwikkeling van een watergebonden regionaal bedrijventerrein in Oostrozebeke langs het
kanaal Roeselare-Leie.
Daarnaast voorziet de gemeente in het GRS ten noorden van de voorgestelde locatie voor
watergebonden bedrijven een lokaal bedrijventerrein voor de herlocalisatie van
transportfirma’s en vrachtwagens uit Oostrozebeke.
Er werd nog geen planinitiatief gestart om het lokaal bedrijventerrein voor de herlocalisatie
te realiseren. Er werd afgesproken met de gemeente de bestemming van dit bedrijventerrein
op te nemen in het planproces voor het bijzonder economisch knooppunt. De motivatie voor
dit lokaal bedrijventerrein gebeurde reeds op lokaal niveau in het GRS. Verder in
voorliggende nota wordt specifiek ingegaan op deze motivatie en gebeurt een actualisatie.
Het gebied tussen de bedrijventerreinzone, het kanaal en de kern van Oostrozebeke wordt
in het GRS geselecteerd als een bouwvrije zone. Tevens wordt het belang van de oude
spoorwegbedding als recreatieve en ecologische as in dit landbouwgebied benadrukt. Deze
as wordt geselecteerd vanaf de Hulstestraat tot aan de uitloper van de kern van
Oostrozebeke.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.17
Gewenste ruimtelijke structuur kanaalgebied uit het GRS
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.18
6 Motivatie en gebiedsgericht onderzoek BEK
6.1 Kwalitatieve benadering
Logistieke poort West-Vlaanderen (2008)
Om de concurrentiepositie van Vlaanderen te versterken wordt ingezet op de ontwikkeling
van logistieke poorten en het competitiever maken van de logistiek in Vlaanderen. Hiertoe
werd het “extended gateway” concept voor Vlaanderen uitgewerkt. Er gebeurde een
uitwerking van een strategie voor de verdere ontwikkeling van de provincie WestVlaanderen als logistieke topregio, geïnspireerd op het concept van de “extended gateway”.
Er wordt onderzocht hoe een betere verknoping tussen de havens en hinterlandlocaties kan
leiden tot kansen voor de logistiek. Hiertoe worden logistieke hotspots geselecteerd die
aangeven waar het best ingezet wordt op het uitbouwen van logistiek. De geselecteerde
hotspots worden in een aantal netwerken geclusterd. Specifiek in het zuiden van WestVlaanderen is het gebied rond de assen van het Kanaal Roeselare-Leie en de Leie, en
Kortrijk geclusterd binnen een “industriële cluster”.
Studie aanbodbeleid voor watergebonden bedrijven en watergebonden overslaglocaties
agentschap Economie (2008-2009)
In deze studie wordt onderzocht of er voldoende watergebonden locaties aanwezig zijn en
waar er bijkomend aanbod dient gecreëerd te worden. Het gehele waternet in Vlaanderen
werd hierbij onderzocht. Uit de analyse van de bestaande toestand in Vlaanderen blijkt dat
de economische zwaartepunten nabij waterwegen gelegen zijn langs het Albertkanaal,
tussen Antwerpen en Brussel, het Kanaal Bocholt-Herentals en het zuiden van WestVlaanderen (Leie, Kanaal Roeselare –Leie en het kanaal Bossuit - Kortrijk).
De behoefte aan bijkomende watergebonden bedrijventerreinen voor 2020 werd op
arrondissementsniveau onderzocht op basis van verschillende scenario’s. De behoeftes in
het arrondissement Roeselare en Kortrijk worden apart berekend. Gent en Antwerpen
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.19
hebben als zeehavengebied een grote behoefte. Voor de arrondissementen Roeselare en
Kortrijk wordt geconcludeerd dat ze samen met de arrondissementen Sint-Niklaas, Brugge
en Hasselt een middelmatige behoefte aan bijkomende ruimte voor watergebonden
bedrijvigheid hebben tegen 2020. Een gemiddeld cijfer voor het kanaal Roeselare-Leie
schommelt rond 30ha.
Toekomstmogelijkheden van het Kanaal Roeselare-Leie (studie W&Z – lopende)
W&Z onderzocht mogelijke toekomstvisies voor het Kanaal Roeselare-Leie en welke
ruimtelijke ingrepen hiervoor noodzakelijk zijn.
In de studie wordt gewezen op het huidig belang van het Kanaal Roeselare-Leie voor
watergebonden activiteiten. Door de jaren is het kanaal verder geëvolueerd. Op dit ogenblik
is het verantwoordelijk voor ong. de helft van de trafiek op de Leie. De toekomstvisie voor
het kanaal wil dat het kanaal deze positie houdt en blijft inspelen op vragen uit de markt.
In de studie wordt aangegeven dat naargelang de keuze van meer doorgedreven
ontwikkelingsrichtingen voor de verdere evolutie van het kanaal een aantal
infrastructuurwerken noodzakelijk zijn. Ook in een nulalternatief zijn er een aantal werken
noodzakelijk (nieuwe brug Ingelmunster, vernieuwing sifons).
Er wordt in de studie aangedrongen dat de bedrijven langs het kanaal zich kunnen blijven
ontwikkelen en dat blijvend de keuze wordt gemaakt om bedrijven die gebruik maken van
de waterweg hier te situeren. Er wordt ook gewezen op de noodzaak van eveneens een
goede ontsluiting voor deze bedrijven te garanderen via de weg. De wegontsluiting is
noodzakelijk omdat afvoer en verdeling van de aangevoerde goederen voor het grootste
deel over de weg gebeurt.
Gebiedsstudie Roeselare-Leie, Interreg IIIB – Canal Link project (2005)
Deze studie ging op zoek naar kansen en mogelijkheden in het gebied rond het kanaal
Roeselare-Leie. Het projectgebied rond het kanaal wordt aanzien als een “rasterstad”. Er
wordt onderzocht hoe meer ruimtelijke samenhang kan gecreëerd worden binnen de
verschillende structuren van deze rasterstad. Hiertoe worden verschillende projecten via een
ontwerpend onderzoek uitgewerkt. Ook het project “industrieterrein Oostrozebeke” wordt
uitgewerkt vanuit dit rasterstadprincipe. De volledige zone tot aan de Hulstestraat wordt
meegenomen als toekomstig industrieterrein.
Concreet wordt in het ontwerpend onderzoek gekeken hoe een groenstructuur langs en in
het bedrijventerrein kan bijdragen tot het verhogen van de landschappelijke, economische
en ecologische kwaliteiten.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.20
Gewestelijk RUP Spano, lokaal bedrijventerrein Spookkasteel en lokaal bedrijventerrein voor transport,
watergebonden bedrijventerrein BEK Oostrozebeke (Bron: studie Canal Link)
6.2 Kwantitatieve benadering
Theoretische benadering – taakstelling vanuit het PRS
Voor de planperiode 2007-2012 werd in de tweede herziening van het RSV (besluit Vlaamse
Regering 17 december 2010) de brutoruimtevraag voor de bedrijventerreinen voor WestVlaanderen via een subregionale methode berekend op 1532ha, inclusief de benodigde
ijzeren voorraad. Deze dient verminderd met 347ha die teveel bestemd werd in de vorige
planningsperiode, wat een effectieve taakstelling betekent van 1215ha voor de planperiode
2007-2012.
Om te bepalen wat het resterende pakket aan bedrijventerreinen is om een theoretische
onderbouwing vanuit deze taakstelling te geven aan het BEK, moeten de oppervlaktes aan
bedrijventerreinen die uitvoering geven aan de taakstelling in kaart worden gebracht. Het
addendum van het PRS (goedgekeurd in de provincieraad van 27 juni 2013) berekent
hoeveel ha nog beschikbaar is indien alle planinitiatieven voor de stedelijke gebieden en
SPEK’s worden gerealiseerd. De ha’s voor bedrijvigheid die worden gereserveerd zijn ruime
richtcijfers, in Torhout wordt gerekend met 20ha i.p.v. 15ha waar het huidig planproces nu
van uit gaat. Uit deze vergelijking tussen de taakstelling en de schatting van de
planprocessen blijkt dat nog ong. 12ha beschikbaar is. Deze berekening houdt rekening met
alle geplande initiatieven en geeft aan dat het planproces van het BEK nog binnen de
overblijvende taakstelling gerealiseerd kan worden.
Hieronder volgt een tabel met een geactualiseerde monitoring van de lopende initiatieven
ten aanzien van de beschikbare 1215ha:
planinitatief
herbestemmingen tot 1/7/2011
goedgekeurde rup's sinds 1/7/2011
invulling (in ha)
opmerkingen
687,55
10,21
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.21
opties GRS'n
afbakening Diksmuide
afbakening Tielt
afbakening Veurne
afbakening Waregem
afbakening Menen
afbakening Torhout
SPEK De Hille
SPEK Breestraat
SPEK Kortemark
TOTAAL
0,00 (nog niet gerealiseerd of voorzien
in een RUP)
15,14
42,00 (voorzien in voorontwerp)
0,00 (geen impact op de ruimte)
0,00 (geschorst)
0,00 (geschorst)
15,00 (voorzien in voorontwerp)
23,50
14,31
14,60
822,31
Beschikbaar binnen taakstelling
392,69
Hieruit blijkt dat er op dit ogenblik binnen de geactualiseerde taakstelling van 1215ha nog
ruim 390ha beschikbaar is. Het planinitiatief voor het BEK Oostrozebeke kadert binnen de
taakstelling. Er hoeft geen aanspraak gemaakt te worden op het reservepakket op Vlaams
niveau.
Aanbod-behoefte- ruimtemonitor
Op 10 oktober 2013 keurde de deputatie een nota goed waarin het aanbod en de vraag in
West-Vlaanderen naar bedrijvigheid per RESOC werd onderzocht. Oostrozebeke behoort tot
de RESOC Midden-West-Vlaanderen. Uit de nota blijkt dat er binnen dit gebied in het
algemeen voldoende aanbod aanwezig is om de behoefte aan bedrijventerreinen (lokaal en
regionaal) in te vullen.
In het addendum van het RSV werd bepaald dat in Oostrozebeke specifiek watergebonden
bedrijvigheid dient onderzocht te worden. Daarom wordt specifiek ook nagegaan wat het
huidig aanbod aan watergebonden bedrijvigheid is in deze regio.
Hierna volgt een kaart met tabel met de op dit ogenblik bestemde bedrijventerreinen langs
het Kanaal Roeselare- Leie. Daarbij is ook vermeld of het wel of geen watergebonden
bedrijventerreinen zijn.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.22
OBJECTID
TERREIN
GEMEENTE
OPP in ha
2685
Kanaal (watergebonden)
Roeselare
21,43
2725
Waterstraat
Ingelmunster
0,48
2741
Gentseheerweg Noord
Izegem
2,85
2764
Roeselare
16,54
3122
BPA Schaapbruggestr
(watergebonden)
Kaaistraat
Roeselare
27,71
3123
Haven (De Pilders) 2
Roeselare
19,43
3124
Haven (De Pilders)
Roeselare
101,37
3179
Ingelmunsterstraat
12,83
3263
Vaartstraat-Oost
Izegem /
Ingelmunster
Wielsbeke
3289
Lekkenstraat art17
Roeselare
22,76
3396
Mandeldal uitbreiding
Izegem
63,95
3397
Mandeldal 1
Izegem
93,68
3535
Spookkasteel
Oostrozebeke
52,48
9228
Carlu
Ingelmunster
0,34
9238
Gentstraat
Ingelmunster
3,05
9328
nr. 2 Vijfwegen
Izegem
0,16
10587
nr. 5 Wielsbekestraat
Wielsbeke
1,00
55,02
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.23
12154
Sasbrug Art.41 (watergebonden)
Izegem
16,98
12158
Sasbrug Art.39 (watergebonden)
Izegem
2,78
2764
BPA Lekkenstr.
Roeselare
23,50
3264
Vaartstraat
Wielsbeke
34,94
3264
Vaartstraat (watergebonden)
Wielsbeke
2,60
Bron: POM West-Vlaanderen
In totaal is er 576ha bedrijvenzone langs het Kanaal Roeselare-Leie, hiervan werd 60ha
bestemd voor watergebonden bedrijven. Van deze 60 ha zijn nog volgende terreinen niet
ingevuld:
Beschikbaar aanbod voor TDL en watergebonden bedrijvigheid binnen een zone van 1000 meter uit
de as van het kanaal Roeselare-Leie
Gemeente
Type aanbod
Izegem
Niet-bouwrijp aanbod
van intercommunale
Roeselare
Bouwrijp aanbod
Wielsbeke
Niet-bouwrijp aanbod
Type terrein
Specifiek regionaal
bedrijventerrein met
watergebonden
karakter
Specifiek regionaal
bedrijventerrein met
watergebonden
karakter
Specifiek regionaal
bedrijventerrein met
watergebonden
karakter
Opp. in ha
13,74
0,33
2,37
Bron: POM West-Vlaanderen
Op dit ogenblik is het bouwrijpe aanbod langs het kanaal erg beperkt. Binnen het
planningsproces voor de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Roeselare (definitief
vastgesteld op 21 november 2008) werd specifiek in Izegem ruimte voorzien voor een
watergebonden bedrijventerrein. Dit terrein werd tot op heden nog niet bouwrijp gemaakt.
Ook in Wielsbeke is er nog een 2.5ha niet bouwrijp aanbod aanwezig.
6.3 Besluit
Vanuit de randvoorwaarden uit de structuurplannen is een zone voor watergebonden
bedrijvigheid in Oostrozebeke langs het Kanaal Roeselare-Leie verdedigbaar. Vanuit de
sectorale studies wordt het belang van het kanaal voor watergebonden bedrijvigheid
ondersteund. Inzetten op bijkomend aanbod voor watergebonden bedrijvigheid op de
voorgestelde locatie te Oostrozebeke, langs het kanaal aan de N382 past binnen deze visies.
Naar behoefteraming is er op dit ogenblik een dubbel verhaal. Er is een aanbod van ong. 1617ha aan zones voor watergebonden bedrijvigheid langs het kanaal. Er is echter geen
aanbod aan bouwrijpe gronden voor watergebonden bedrijvigheid. Het is noodzakelijk deze
problematiek aan te pakken.
Op dit ogenblik is er nog een theoretisch aanbod beschikbaar binnen de taakstelling die werd
opgelegd vanuit het addendum RSV, ook indien rekening gehouden wordt met de geplande
initiatieven is er nog ruimte binnen de taakstelling voor het BEK.
Gezien vanuit de algemene principes van het RSV gekozen wordt om voor bedrijvigheid in te
zetten op een gefaseerd aanbodbeleid en gezien de strategische ligging van de voorgestelde
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.24
zone langs het kanaal is het aangewezen om het planningsproces voor het watergebonden
bedrijventerrein te Oostrozebeke verder te zetten en een RUP op te maken om deze
bestemmingsmatig vast te leggen.
De bestemmingswijziging is echter niet voldoende om een aanbodbeleid te kunnen
realiseren. Gelet op de problematiek van het bouwrijp maken van gronden lijkt het opzetten
van een projectstructuur ter begeleiding en monitoring van de effectieve ontwikkeling van
bedrijventerreinen langs het kanaal aangewezen.
Om tot een ruimtelijk kwalitatief geheel te komen wordt ook het gemeentelijk lokaal
bedrijventerrein meegenomen in het planningsproces. In deze zone zal conform de opties uit
het GRS ruimte voorzien worden voor de herlokalisatie van transportbedrijven en
vrachtwagens in Oostrozebeke.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.25
7 Onderzoek- en overlegproces
7.1 Inleiding
Het richtinggevend gedeelte van het RSV stelt dat via een gebiedsgericht en geïntegreerd
onderzoeks- en overlegproces de concrete mogelijkheden van het bijzonder economisch
knooppunt dienen onderzocht te worden. Hierboven werd ingegaan op de motivering voor
bijkomende watergebonden bedrijvigheid op de site. Tevens werd een onderzoek- en
overlegproces gevoerd met de cel VR en de cel mer om de mogelijke gevolgen van
bijkomende bedrijvigheid op deze locatie te onderzoeken en de geldende regelgeving
(milieueffecten, ruimtelijke veiligheid) ter zake te implementeren.
Er is door het plan geen mogelijke betekenisvolle aantasting van speciale
beschermingszones. Er is dan ook geen passende beoordeling opgemaakt.
Hieronder worden de bevindingen en randvoorwaarden uit deze onderzoeken besproken en
aangegeven hoe ze worden meegenomen in het planningsproces.
7.2 Onderzoek milieu-effecten
Algemeen
Het onderzoek tot milieueffectrapportage liep van februari tot mei 2014. Er werd een
screeningsnota opgesteld waarin de verschillende mogelijke effecten van het planinitiatief
werden onderzocht. Indien er negatieve effecten optreden worden milderende maatregelen
voorgesteld.
De screening werd goedgekeurd op 11 juni 2014. Dit betekent dat er geen significante
milieueffecten door het planinitiatief worden verwacht en een plan-MER geen bijkomende
informatie zal opleveren en niet nodig is.
Hieronder worden de verschillende disciplines besproken, de mogelijke effecten van de
bijkomende bedrijvenzone op deze disciplines en aangegeven hoe in het RUP rekening
gehouden wordt met deze effecten. De uitgewerkte screeningsnota is opgenomen in bijlage
van voorliggend RUP.
Bodem en Water
Het mogelijk negatief effect voor deze discipline wordt veroorzaakt door de mogelijke
wijzigingen in bodemgebruik en waterhuishouding door uitbreidingen van verhardingen,
constructies en gebouwen. Het RUP neemt maatregelen op in de voorschriften om deze
wijzigingen te milderen. Ook blijft de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en
geldende sectorale wetgeving van toepassing waardoor mogelijke effecten worden
gemilderd.
Fauna, Flora en Biodiversiteit
Met het rup wordt een niet-biologisch waardevol gebied ingenomen voor bedrijvigheid. Als
milderende maatregel wordt een groenbuffer van 3.4ha voorzien die wordt aangelegd met
streekeigen groen. De breedte van de buffer varieert van 20m tot 60m breed.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.26
Cultureel erfgoed, m.i.v. het architectonisch en archeologisch erfgoed en het Landschap
Ten noorden van het plangebied bevindt zich een gekende archeologische vindplaats. De
kans is reëel dat er ook binnen het plangebied archeologische vondsten voorkomen. Er is
een risico op verstoring of vernietiging van archeologisch erfgoed. Het RUP neemt als
milderende maatregel hiertoe een verplicht archeologisch vooronderzoek op. Indien bij dit
detectieonderzoek archeologische sporen worden gevonden zal overgegaan worden tot een
archeologisch onderzoek. Daarnaast blijft ook de vigerende sectorwetgeving van toepassing.
Verder wordt naar landschappelijke afwerking een groenbuffer opgelegd die tot doel heeft
een duidelijke afscherming van de bedrijvigheid te bewerkstelligen.
Mobiliteit
De bijkomende bedrijvigheid zal leiden tot een verhoogde verkeersintensiteit op de
Nieuwenhovestraat (ontsluitingsweg bedrijventerrein richting N382) en de N382. Tevens
wordt in het plan een gemeenschappelijke vrachtwagenparking mogelijk. Daarnaast wordt
langs de N382 kade-infrastructuur mogelijk, waarbij over de N382 overslag van goederen
van en naar het kanaal mogelijk wordt.
De effecten van de bijkomende bedrijvenzone van het vrachtverkeer op het wegennet blijft
beperkt gezien het hier in hoofdzaak gaat over een watergebonden bedrijventerrein. In de
screeningsnota wordt berekend wat het bijkomende effect is van de realisatie van de
bedrijvigheid uit het RUP. De verhoging van de verkeerscapaciteit (58 pae tijdens de
ochtendspits) zal de capaciteit van de weg niet overschrijden. Er wordt ook ingegaan op de
effecten van de realisatie van de omliggende planinitiatieven (RUP Lobeek, RUP Breestraat
en RUP Spookkasteel), gecumuleerd met het effect van de realisatie van het de bedrijvigheid
van het PRUP. Er werden ook tellingen georganiseerd om de restcapaciteit van de wegen te
kunnen inschatten. Op dit ogenblik bedraagt de capaciteitsbenutting van de kruising
Nieuwenhovestraat/N382 35%. Ter hoogte van de kruising wordt door de geplande
cumuleerde ontwikkelingen een stijging van 155pae richting Ingelmunster en 181pae
richting Waregem verwacht tijdens het ochtendspitsuur. Hierdoor stijgt de
capaciteitsbenutting naar ong. 50%. Problemen treden op vanaf 80% benutting. Op heden is
er nog voldoende restcapaciteit, ook na de geplande ontwikkelingen.
Geluid en Licht – Lucht
Er wordt van het planinitiatief geen significant of aanzienlijk gevolg op deze disciplines
verwacht. De vigerende sectorwetgeving (o.a. milieuwetgeving) zal nageleefd moeten
worden.
Mens – Ruimtelijke aspecten
Het bedrijventerrein heeft een hinder naar omwonenden. Hiertoe wordt in het RUP een
streekeigen bufferstrook voorzien. Deze bufferzone is min. 20m breed. In het plangebied
wordt ook ruimte voorzien om vrachtwagens die in het weekend in Oostrozebeke parkeren
op te vangen. Zo wordt het woonweefsel van Oostrozebeke ontlast.
Daarnaast blijft vigerende sectorale wetgeven (o.a. milieuwetgeving) van toepassing.
Gezondheid – Veiligheid van de mens
De voorschriften laten SEVESO-inrichtingen toe. Om het effect hiervan correct in te schatten
werd een ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt (zie hieronder).
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.27
7.3 Ruimtelijk veiligheidsrapport
De procedure tot opmaak van het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) liep van februari tot
juni 2014. Het rapport werd goedgekeurd op 5 juni 2014. Het RVR is opgenomen als bijlage
van voorliggend RUP.
In het RVR werd onderzocht of SEVESO-inrichtingen op het bedrijventerrein vanuit het
oogpunt directe mensrisico’s mogelijk zijn. Er wordt in het rapport aanbevolen om geen
algemene beperking hiertoe op te nemen. Er wordt tevens voorgesteld het rapport en de
kaarten die hierin zijn opgenomen mee te nemen in het plan als richtinggevend element om
aan te geven waar bedrijven met SEVESO-gevaarlijke producten al dan niet kunnen worden
ingeplant. De verschillende kaarten zijn opgenomen in bijlage.
Tevens wordt voorgesteld in de stedenbouwkundige voorschriften volgende bepaling op te
nemen:
“De inplanting van inrichtingen, zoals bedoeld in art. 3 van het Samenwerkingsakkoord van
21 juni 1999 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij
gevaarlijke stoffen zijn betrokken, is toegelaten voor zover ze voldoen aan de in Vlaanderen
gehanteerde risicocriteria”.
Er wordt ook gesteld dat er in de toelichtende kolom kan verwezen worden naar de
zoneringskaarten uit het RVR.
Deze aanbevelingen worden overgenomen in het RUP.
Daarnaast zijn er nog een aantal bijkomende aandachtspunten vanuit het RVR
geformuleerd:
- Uit de zoneringskaarten blijkt dat de opslagmogelijkheden voor giftige gassen en
stoffen zijn vrij beperkt zijn.
- Bij ingebruikname van het bedrijventerrein dienen noodroutes uitgewerkt te
worden in overleg met de interventiediensten.
- Inplanting van nieuwe kwetsbare locaties (bijv. scholen) en nieuw woongebied op
kortere afstand van het bedrijventerrein heeft gevolgen op de opgemaakte
zoneringskaarten.
- Er dienen voldoende technische en organisatorische maatregelen getroffen te
worden om ongevallen met effecten naar milieu te vermijden en de gevolgen
ervan te beperken.
- Er wordt aanbevolen om geen SEVESO-installaties onder druk binnen de 250m
van de ondergrondse leidingstraat in te planten. Voor de inplanting van
atmosferische tanks binnen een afstand van 50m van de leidingstraat worden
geen domino-effecten verwacht.
Het RUP neemt geen bepalingen die de bestaande vigerende sectorale wetgeving (seveso,
milieuwetgeving,…) ter zake aanpast. De aandachtspunten worden gevat via deze sectorale
wetgeving.
7.4 Toetsing plan bij andere sectoren
Naar aanleiding van de plenaire vergadering van 24 april 2014 werden verschillende
sectoren om advies gevraagd. Het gaat hierbij om volgende adviesinstanties:
- CBS Oostrozebeke
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.28
- Departement Ruimte Vlaanderen - West-Vlaanderen - afdeling Adviseren en Participeren
Lokaal
- PROCORO West-Vlaanderen
- Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed
- Departement Landbouw en Visserij West-Vlaanderen - Duurzame Landbouwontwikkeling
- Agentschap Ondernemen
- Waterwegen en Zeekanaal NV - Afdeling Bovenschelde
- Vlaamse Milieumaatschappij West-Vlaanderen - Afdeling Operationeel Waterbeheer
- Technische dienst Waterlopen
- Agentschap Wegen en Verkeer
- Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn West-Vlaanderen
Uit deze adviesronde blijkt dat er geen principiële bezwaren zijn vanuit de sectoren op het
planinitiatief en dat een bijkomend watergebonden bedrijventerrein te Oostrozebeke vanuit
de sectoren kan worden bijgetreden.
7.5 Besluit
Uit bovenstaande kan besloten worden dat het gevoerde planproces gedragen wordt door de
verschillende sectoren en dat verschillende mogelijke effecten voldoende onderzocht
werden. Het voorliggend plan houdt rekening met de opmerkingen en aanbevelingen die
naar aanleiding van de onderzoeken en de raadpleging van de sectoren werden
geformuleerd.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.29
8 Motivatie transportzone
8.1 Beleidscontext
Het GRS van Oostrozebeke werd goedgekeurd op 23 maart 2006. In het goedkeuringsbesluit
werd akkoord gegaan met een behoefte van 2,6ha voor een specifiek bedrijventerrein voor
de herlokalisatie van de transportbedrijven en de herlokalisatie van de geparkeerde
vrachtwagens in het centrum.
8.2 Actualisatie herlokalisatievraag
Naar aanleiding van de opmaak van het RUP werd gekozen om de bevraging van de
transportbedrijven te hernemen gezien reeds een aantal bedrijven herlokaliseerden.
De verschillende transportbedrijven werden in februari 2014 aangeschreven en bevraagd
naar hun behoeften:
Bedrijf
Herlokalisatievraag?
Eric Vermeersch
Neen, geherlokaliseerd naar Wielsbeke
Euro Flanders
Neen, geherlokaliseerd naar Tielt
Durieux
Neen, bedrijf is gestopt
Impens
Neen, blijft ter plaatse:
Heeft voldoende ruimte
Vrachtwagens zijn meestal onderweg, alleen tijdens
het weekend staan er een paar, de rest staat bij de
resp. bedrijven.
Hoofdzakelijk kantoorfunctie ter plaatse – ook geen
garage meer.
Verkotrans
Neen, geherlokaliseerd naar Heule
Destotrans
Ja, vraagt 1ha
Van Meenen
Ja, maar geeft aan watergebonden te willen werken en
heeft 1,5ha nodig. Wil herlokaliseren naar watergebonden
terrein
Vandenbroucke
Ja, vraagt 0,7ha
Eeckhout
Neen, bedrijfsleider is gepensioneerd
Mientrans
Neen, geherlokaliseerd naar Ooigem
Bossuyt
Neen, bedrijf is gestopt
Op basis van digitale economische kaart van de POM werd gekeken of er nog andere
bedrijven in aanmerking kwamen. Volgende bedrijven werden nog bijkomend
aangeschreven:
Bedrijf
Komeva
Braecke
Polfliet
Roobroek
Herlokalisatievraag?
Neen, eenmanszaak, heeft net een loods gekocht
Neen, geen interesse, voldoende plaats
Neen, doet weinig transport
Neen, bedrijf geeft aan dat ze voldoende ruimte hebben op
de bestaande locatie
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.30
Hieronder worden de 2 bedrijven die nog interesse hebben om te herlokaliseren op het
lokaal deel besproken:
Destotrans
Het bedrijf Destotrans werd opgericht in 1991. De activiteiten zijn voornamelijk gericht op
het transporteren van containers in opdracht van Spano. Het bedrijf geeft aan ong. 250
containers te vervoeren. De transportactiviteiten van het bedrijf zijn exclusief op Spano
gericht. Naast de transportfunctie wordt ook in nevenactiviteit herstellingen gedaan van
containers.
Het bedrijf heeft 11 vrachtwagens en heeft 10 werknemers. Het bedrijf heeft nood aan
ruimte voor het stationeren van vrachtwagens en containers. Tevens heeft het een loods
nodig.
In totaal geeft het bedrijf aan 1ha nodig te hebben om de activiteiten van de huidige locatie
te herlokaliseren naar het bedrijventerrein.
Op dit ogenblik is het bedrijf gelegen in een sectoraal bpa zonevreemde bedrijven. Tevens
werd een planologisch attest aangevraagd maar dit werd nog niet behandeld door de
gemeente. Bij een herlokalisatie treden de voorschriften van het sectoraal bpa in voege die
stelt dat een nieuwe invulling van het terrein bedrijven mogelijk zijn die niet meer storend
en/of hinderend zijn voor omgeving en milieu dan de huidige gevestigde en vergunde
bedrijvigheid.
Vandenbroucke
Het bedrijf is geherlokaliseerd van Oostrozebeke naar Ooigem. Het is echter gelegen in de
Hulsterestraat, in een woongebied. Het bedrijf is geen eigenaar van de gebouwen. De
exploitatievergunning van het bedrijf verloopt in 2016. Het bedrijf vreest geen nieuwe
vergunning meer te kunnen verkrijgen op de huidige locatie. Ongeveer de helft van de
activiteiten van het bedrijf zijn gericht op Spano. Het bedrijf heeft 25 vrachtwagens en 25
werknemers. Het bedrijf heeft nood aan ruimte voor het stallen van vrachtwagens, een loods
voor 2 tanks en een carwash.
In totaal geeft het bedrijf aan 0,7ha nodig te hebben om de activiteiten te herlokaliseren.
Gezien de ligging in woongebied zal bij herlokalisatie van het bedrijf de huidige site meer
een woonfunctie opnemen.
Op aangeven van de WVI werd nog een bedrijf gecontacteerd dat gelegen is in Oostrozebeke
maar een maatschappelijke zetel heeft in Ooigem:
Detransfo
Het bedrijf is gevestigd op de huidige locatie (Knokstraat Oostrozebeke) sinds 1994. Op de
huidige locatie heeft het bedrijf 1000m². Het is geïnteresseerd zich te herlocaliseren indien
dit ook gepaard gaat met bijkomende ruimte voor het bedrijf. Het bedrijf wenst een
tankplaats en loods voor een werkplaats te kunnen realiseren (25mx15m). Het bedrijf heeft
2 trekkers en 6 opleggers en werkt met een onderaannemer. De activiteiten van het bedrijf
zijn gericht op het veevoederbedrijf Vandenavenne. Indien het bedrijf kan herlocaliseren
verwacht het een ruimte-inname van 0,4ha. Het bedrijf denkt dan 2 mensen te kunnen in
dienst nemen.
De bestemming van de huidige site van het bedrijf is woongebied.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.31
8.3 Conclusie
Gezien de bedrijven Destotrans en Vandenbroucke gericht zijn op Spano is een herlokalisatie
naar het terrein meer dan aangewezen. Gezien de bedrijven een ruimtevraag hebben die
ruimer is dan 5000m² wat gangbaar is als richtmaat voor lokale bedrijven zal in de
voorschriften deze beperking verschoven worden naar 1ha.
Daarnaast zal ook ruimte geboden worden voor de herlocalisatie van het bedrijf Detransfo
gezien het voldoet aan de voorwaarden uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Er zal
in het RUP 2,5ha bruto worden voorzien voor deze herlokalisaties.
Het GRS toonde ook nog een behoefte aan van 0,5ha voor de herlokalisatie van
vrachtwagens die in het woonweefsel en het centrum parkeren. De gemeente gaf te kennen
dat deze problematiek nog steeds aanwezig is. Hiertoe werd in het voorjaar van 2014 een
telling georganiseerd door de gemeente. Er werden een tiental vrachtwagens geteld. In
totaal wordt daarom 3ha voorzien voor de herlokalisatie van transportbedrijven en
vrachtwagens in voorliggend RUP.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.32
9 Doelstellingen en visie van het RUP
9.1 Realisatie van een watergebonden bedrijventerrein (BEK)
Het RSV selecteert deze locatie omwille van zijn watergebonden potenties. De verschillende
sectorale studies, het GRS en het PRS ondersteunen deze keuze. De waterweg RoeselareLeie is de belangrijkste waterweg in West-Vlaanderen. De voorliggende locatie dient
optimaal benut te worden en ingeschakeld binnen het economisch netwerk van het kanaal.
In de voorschriften wordt een containerterminal expliciet uitgesloten. Aan de kop van het
Kanaal in Roeselare en in Wielsbeke is hiervoor ruimte voorzien. Deze locaties worden ook
als strategischer beschouwd voor de realisatie van deze functie. De zone in Oostrozebeke
leent zich minder hiertoe. De inrichtingsvoorschriften voor de zone worden afgestemd op het
aanpalende RUP Spano. Ten aanzien van de Hulstestraat, waar een aantal woningen gelegen
zijn, geldt de 45°-regel.
9.2 Herlocalisatie van de transportbedrijven en parkeerdruk
vrachtwagens uit Oostrozebeke
Bij de goedkeuring van het GRS werd akkoord gegaan met de herlocalisatie van de
transportbedrijven op voorliggende locatie. Tevens wordt, conform het GRS ruimte voorzien
om de parkeerdruk van vrachtwagens die nu in het woonweefsel een plek zoeken op te
vangen. De zone is gelegen tussen het RUP Spookkasteel (dat aansluit aan een woonlint van
Oostrozebeke) en het watergebonden bedrijventerrein. De bouwhoogtes op deze zone zijn
gebaseerd op de ruimste mogelijkheden uit het RUP Spookkasteel, zodat de zone als een
overgangszone functioneert.
9.3 Kwaliteitsvolle, duurzame inrichting en dubbel ruimtegebruik
De planopties van het RUP kaderen binnen een duurzaam ruimtegebruik en het stimuleren
van duurzaam vervoer door in te zetten op een watergebonden bedrijventerrein. Tevens
wordt mogelijk om de ruime bufferzone zowel in te zetten als landschapsbuffer, zone voor
waterloop als waterbuffer. Ook een doorsteek voor fietsverbinding is mogelijk. Deze functies
kunnen immers complementair de landschapsbuffer opladen.
Met het RUP wordt naar inrichtingsvoorschriften ingezet op een duurzaam en zorgvuldig
ruimtegebruik. In algemene voorschriften en voorschriften van de bedrijvenzones wordt
gewezen op de kwaliteitsvolle aanleg en intensief ruimtegebruik (bouwen in lagen, minimale
bezettingsgraad,…).
Vanuit de provincie wordt gestreefd naar het zoeken van synergieën tussen de agrovoedingindustrie en de transport en distributiesector. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van
een bedrijfsgebouw met op het gelijkvloers een magazijnfunctie en op het dak plaats voor
glastuinbouw.
Vlakbij het plangebied is het bedrijf A&S gelegen. Uit een studie1 over de mogelijkheden
voor uitwisseling van restwarmte blijkt dat dit bedrijf in aanmerking komt om restwarmte uit
te wisselen met bijv. glastuinbouw. Om deze reden wordt gekozen om alle werken die nodig
zijn voor het realiseren van een warmtenet binnen het plangebied toe te laten binnen de
1
3E en provincie West-Vlaanderen, Industrie en glastuinbouw in Midden West-Vlaanderen:
Onderzoek naar mogelijkheden voor uitwisseling van restwermte
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.33
geldende veiligheids- en milieunormen en daarnaast mogelijk te maken dat glastuinbouw
mogelijk is op het dak van de bedrijfsgebouwen. Ook laat het RUP toe dat bovenop de
gebouwen kantoren kunnen gebouwd worden met restwarmte als warmtebron.Deze
technieken zijn vrij nieuw. Om een idee te geven van hoe dit er kan uitzien volgen hieronder
een aantal voorbeelden:
Zwijnaarde, Bayer Cropscience
Leeuwaarden, school
NY, Gotham Greens Project
De provincie en Inagro zijn gestart met een onderzoeksproject bovenop de REOveiling in
Roeselare om ervaring op te doen.
9.4 Afdoende buffering en landschappelijke inkleding van het
bedrijventerrein
Het bedrijventerrein sluit aan bij 2 bestaande bedrijventerreinen in Oostrozebeke. De impact
van bedrijvigheid in Oostrozebeke vergroot hierdoor. Ten oosten van het plangebied is een
versnipperd landbouwgebied gelegen met verspreide bebouwing. Dit landbouwgebied grenst
aan de kern van Oostrozebeke. Deze zone tussen het bedrijventerrein en Oostrozebeke
wordt in het GRS als een bouwvrije zone voorgesteld. Daarnaast loopt in deze zone een op
gemeentelijk niveau belangrijke recreatieve as (oude spoorwegbedding). Om de beleving
van dit openruimte gebied voor de verschillende gebruikers optimaal te houden is een goede
buffering van het bedrijventerrein op eigen terrein noodzakelijk.
De bufferzone wordt breed ingetekend en geeft als opportuniteiten om niet enkel een dense
groene afscherming maar een meer natuurlijke invulling van de buffering in te vullen.
Daarom wordt ook toegestaan om de waterloop en waterbuffering te voorzien in deze
bufferzone.
9.5 Mobiliteitsaspecten
De bedrijvensites worden ontsloten via de N382. Naar aanleiding van het RUP Spookkasteel
is een ontsluitingsweg aangelegd die gelegen is ten westen van het plangebied van het PRUP
Gouden appel. Het gemotoriseerd verkeer dient via deze weg te ontsluiten richting de N382.
Het fietsverkeer krijgt de mogelijkheid om via 3 ontsluitingen het bedrijventerrein te
bereiken. Het is mogelijk om via de fietsontsluiting van de Leegstraat door heen het lokaal
bedrijventerrein het plangebied te bereiken (voorzien in het RUP Spookkasteel en de
inrichtingsplannen voor dit RUP), via een doorsteek door de buffer ter hoogte van de fietsas
langs de oude spoorwegbedding en via een doorsteek door de buffer ter hoogte van de
fietsas langs de N382.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.34
9.6 Oplossing bieden aan de waterproblematiek
Op dit ogenblik zorgt waterloop WL 7.9.2 (Hulstebeek) voor overstromingen aan de
Hulstestraat. Deze waterloop is buiten het plangebied ingebuisd en dit zorgt voor deze
overstromingsproblematiek. Het voorzien van een ruime buffer geeft de kans deze
problematiek mee op te lossen met het RUP. Er wordt de mogelijkheid geboden om de
waterloop te verleggen in de bufferzone. De dienst waterlopen van de provincie WestVlaanderen heeft hiertoe al concrete plannen, het RUP faciliteert hiermee deze plannen.
Daarnaast kan ook de ruimte van de buffer gebruikt worden om de buffering voor de
verharding die wordt gerealiseerd in het plangebied deels op te vangen.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.35
10 Doorvertaling in de voorschriften
Het RUP voorziet 4 zoneringen, zone voor watergebonden bedrijvigheid, zone voor
herlocalisatie transportbedrijven en vrachtwagens uit Oostrozebeke, zone voor
landschapsbuffer en zone voor weginfrastructuur. Daarnaast worden 3 overdrukken
voorzien: een reservatiestrook voor kade-infrastructuur, een doorsteek voor fietsers en
voetgangers en de hoogspanningslijn.
Zone voor watergebonden bedrijvigheid
In de zone voor watergebonden bedrijvigheid is enkel watergebonden bedrijvigheid
toegelaten. De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer gebeurt langs de Nieuwenhovestraat.
De ontsluiting voor fietsverkeer wordt in de voorschriften verankerd via voorschriften. Een
ontsluiting wordt ook expliciet aangeduid op het grafisch plan (zie verder).
Om glastuinbouw op de gebouwen mogelijk te maken is deze functie als nevenbestemming
ingeschreven.
Zone voor herlocalisatie transportbedrijven en vrachtwagens uit Oostrozebeke
In deze zone wordt ruimte geboden voor de herlocalisatie van de transportbedrijven.
Daarnaast is ook een vrachtwagenparking mogelijk voor de herlocalisatie van vrachtwagens
uit het centrum van Oostrozebeke. Indien niet wordt ingegaan op de mogelijkheid voor
herlocalisatie is een nabestemming mogelijk naar zone voor watergebonden bedrijvigheid.
Ontsluiting gebeurt via de wegenis die voorzien werd in het RUP Spookkasteel.
Om glastuinbouw op de gebouwen mogelijk te maken is deze functie als nevenbestemming
ingeschreven.
Zone voor landschapsbuffer
Deze buffer wordt doorgetrokken vanaf het RUP Spookkasteel. Het is mogelijk om ook in
deze buffer de waterloop te verleggen en waterbuffering te voorzien, zolang ook een dense
groene buffer kan gegarandeerd blijven. Deze bufferzone is minimum 15m breed. Daar waar
de waterloop wordt verlegd is ze minimum 20m breed gezien de waterloop zelf een zekere
ruimte vraagt. De buffer kan doorbroken worden om zacht verkeer toegang te verlenen tot
het bedrijventerrein.
Zone voor secundaire weg
Deze zone omvat de huidige N382.
Overdruk reservatiestrook voor kade-infrastructuur
Met deze overdruk wordt de mogelijkheid tot oprichten van constructies voor kadeinfrastructuur aangegeven.
Doorsteek voor fietsers en voetgangers
Deze overdruk geeft de doorsteek weer die concreet dient gerealiseerd te worden om de
fietsas langs de oude spoorwegbedding te verbinden richting het bedrijventerrein.
Overdruk hoogspanningslijn
Met deze overdruk wordt de bestaande hoogspanningslijn aangegeven.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.36
11 Watertoets
11.1 Algemeen
Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt
bepaalde verplichtingen op die de watertoets worden genoemd. De watertoets bestaat erin
onderzoek te doen naar de effecten van het project op de waterhuishouding. Schadelijke
effecten moeten zoveel mogelijk worden beperkt en, indien dit niet mogelijk is, worden
hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de
vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd.
11.2 Terreintoets
Aanduiding van de erosiegevoelige gebieden
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.37
Aanduiding van de grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Hellingenkaart
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.38
Aanduiding van de infiltratiegevoelige bodems
Aanduiding van de overstromingsgevoelige gebieden
Doorheen het plangebied loopt west-oost de waterloop WL.7.9.2.1. Deze waterloop is
volledig ingebuisd. Deze takt aan op waterloop WL 7.9.2 (Hulstebeek), die van zuid naar
noord ten oosten van het plangebied loopt.
Een analyse van de watertoetskaarten leert het volgende:
 Het plangebied is niet erosiegevoelig.
 Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2).
 Globaal gezien is er eerder weinig helling.
 Het plangebied is infiltratiegevoelig.
 Ten oosten, rond de waterloop bevindt zich een effectief overstromingsgevoelig
gebied. 3
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.39
Aanduiding waterlopen (rood categorie 3, blauw categorie 2)
Bron: giswest
Bron: dienst waterlopen, provincie West-Vlaanderen
Voor de overstromingsproblematiek zijn reeds concrete plannen om deze aan te pakken. Het
probleem van de overstroming is te wijten aan het feit dat de Hulstebeek verder noordelijk
(buiten het plangebied) ook ingebuisd is en hierdoor bovenloops bij hevige regenval
overstromingen veroorzaakt.
De dienst waterlopen van de provincie heeft plannen om deze problematiek op te lossen.
Concreet zal de waterloop worden verlegd in een open bedding. Het RUP speelt hierop in en
maakt in de bufferzone deze waterloop mogelijk.
Door het verleggen en open maken van de waterloop speelt deze
overstromingsproblematiek in het plangebied niet meer.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.40
11.3 Plantoets
Het PRUP zal een significante bijkomende verharding genereren. Het is dan ook belangrijk
hier rekening mee te houden. Algemeen wordt verordend gesteld dat het waterbergend
vermogen van het plangebied niet verminderd mag worden.
De opvang van hemelwater dient te gebeuren op eigen terrein. Hier treedt ook de
gewestelijk stedenbouwkundige verordening in werking.
Verder wordt in het plangebied een zone voorzien voor park, buffer en waterbuffering. De
grootte van de waterbufferbekkens, de afwateringsgrachten en/of
waterinfiltratievoorzieningen worden berekend uitgaande van het voorzien van 410m³ per
ha verharde oppervlakte.
11.4 Conclusie
Omwille van bovenstaande maatregelen, die deels in de stedenbouwkundige voorschriften
worden vervat, kan worden geoordeeld dat het voorziene RUP in het plangebied geen
schadelijk effect op de waterhuishouding zal hebben.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.41
12 Planproces
Beslissing tot opmaak
Overlegproces
Overleg met ruimte Vlaanderen
december 2013
Overleg met gemeente Oostrozebeke
Januari 2014
Overleg transportbedrijven
Februari 2014
Overleg gemeente en WVI
Maart 2014
Bespreking PROCORO
April 2014
Screeningsprocedure
Maart – juni 2014
Ruimtelijke veiligheidsrapportage
Maart – juni 2014
Plenaire vergadering
24 april 2014
Voorlopige vaststelling provincieraad
25 september 2014
Openbaar onderzoek
Behandeling adviezen en bezwaren PROCORO
Definitieve vaststelling provincieraad
Goedkeuring Vlaamse regering
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.42
13 Voorschriften die strijdig zijn met het RUP Ruimtebalans
Overeenkomstig art. 2.2.2 §1, 5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat een
RUP in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die
strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden.
Voorliggend PRUP heft de voorschriften op van het gewestplan Roeselare-Tielt (KB
17/12/1979 en latere wijzigingen) voor dat gebied dat gelegen is binnen het plangebied.
In totaal wordt 15,96ha omgezet van de bestemmingscategorie “landbouw” naar de
categorie “bedrijvigheid”.
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.43
14 Overzicht planbaten, planschade, kapitaalschadeen gebruikerscompensatie
Het RUP heeft geen aanleiding tot planschade, kapitaalschadecompensatie,
gebruikerscompensatie. Er zijn wel mogelijks planbaten. Het plangebied wordt omgezet van
categorie landbouw naar bedrijvigheid. Deze bestemmingswijziging komt in aanmerking voor
planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (zie
bijgevoegd grafisch register)
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.44
15 Bijlage
-
Delegatiebesluit
Adviezen voorontwerp
Verslag plenaire
MER-screening en besluit ontheffing planMER-plicht
RVR met goedkeuringsbesluit
Toelichtingsnota - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.45