afgiftekantoor Gent X – P005619 – verschijnt driemaandelijks jaargang 25 – nummer 2 Museumkrant 2014 / 2 Museum voor Schone Kunsten Gent uitgever: De Vrienden van het Museum voor Schone Kunsten vzw v.u.: M. Martens, p.a. Museum voor Schone Kunsten, Hofbouwlaan 29, 9000 Gent Zonnewende Tot 12 oktober loopt in het Museum voor Schone Kunsten de tentoonstelling ‘Zonnewende’. Naast de hulde aan museumdirecteur Robert Hoozee is er werk te zien van drie hedendaagse tekenaars, Andrea Bianconi, Ricardo Lanzarini en Mark Licari. Hun Dialogic Drawing Experiment sluit nauw aan bij de bijzondere belangstelling van Robert Hoozee voor de tekening in al zijn facetten. De idee van de zonnewende vinden we ook terug in de film Der Kreislauf van Katrien Vermeire. Claus, James Ensor, Frans Masereel, George Minne, Frits Van den Berghe en Gustave Van de Woestyne, kunstenaars die hij in en buiten het MSK herhaaldelijk voor het voetlicht bracht. Niettemin liet hij zijn eigen specialisatiegebied nooit los, met name John Constable, het onderwerp van zijn proefschrift, maar bij uitbreiding de Britse kunst van William Hogarth tot Francis Bacon, zoals British Vision (2007-2008) ten overvloede heeft bewezen. De tentoonstelling is enerzijds opgevat als een wandeling door de vaste collectie. Daar staan ongeveer dertig markante aanwinsten in de kijker die Hommage Robert Hoozee Onder de leiding van Robert Hoozee (1949 – 2012) transformeerde het toenmalige lokale museum tussen 1982 en 2012 tot een internationaal gewaardeerde museale speler. Door de tentoonstellingen die hij organiseerde en door zijn publicaties was hij bepalend voor zowel de kunsthistoriografie over de 19e en vroege 20e eeuw als voor het museumlandschap in België. Baanbrekend in dit verband was het belang dat hij – als een van de eersten – hechtte aan de situering van de Belgische kunst in een internationale context. Die invalshoek vond zijn weerslag in de collectievorming van het MSK en in de tentoonstellingen die onder zijn leiding tot stand kwamen, zowel in het Gentse museum als elders. Voorbeelden daarvan waren Vlaams expressionisme in een Europese context (MSK, 1990), Paris-Bruxelles (Musée d’Orsay Parijs & MSK, 1997) en Brussel, kruispunt van culturen (Paleis voor Schone Kunsten Brussel, 2000). Wat de Belgische kunst betreft spitste Robert Hoozee zich toe op figuren als Emile James Ensor, De baden in Oostende, 1899, handgekleurde ets op papier, 213 x 268 mm, Museum Schone Kunsten Gent, inv. 1998-B-115 onder het directeurschap van Robert Hoozee werden samengebracht. In de zalen rondom de centrale hemicyclus wordt anderzijds een selectie getoond uit de honderden prenten en tekeningen die hij voor de museumverzameling samenbracht. Uit beide accenten blijkt onder meer dat hij binnen het historisch gegroeide zwaartepunt van de collectie, namelijk de Belgische kunst uit de periode 1789-1945, het accent legde op het werk van een aantal individuele kunstenaars zoals Ensor, Minne, Van den Berghe en Van de Woestyne. Waar mogelijk vulde hij lacunes aan (Fernand Khnopff, Félicien Rops, Alfred Stevens, Georges Vantongerloo). Bovendien had hij oog voor de internationalisering van de verzameling (Max Ernst, Erich Heckel, Ernst Ludwig Kirchner, Oskar Kokoschka, Odilon Redon) en streefde hij ook naar topkwaliteit in de collectie werken op papier (Ensor, Minne, Raoul De Keyser). Om de veelzijdigheid van Robert Hoozee te duiden, publiceren De Vrienden van het Museum een rijk geïllustreerd boek. Daarin schetsen binnen- en buitenlandse auteurs een caleidoscopisch beeld van een uitzonderlijk man, die bij zijn overlijden in 2012 een museum met internationale faam achterliet. Naast persoonlijke bespiegelingen geven ze hun visie op zijn betekenis als museumdirecteur, verzamelaar en tentoonstellingsmaker. Verder zijn er essays over onderwerpen die hem persoonlijk raakten, evenals bijdragen over kunstenaars zoals Ensor, Minne, Spilliaert, Barlach, Magritte, Van de Woestyne en Vantongerloo. Als hommage aan de liefhebber van kunstboeken die Robert Hoozee ook was werd het een uiterst verzorgde uitgave die perfect aansluit bij de vele publicaties die hij zelf voor het museum verzorgde. Andrea Bianconi, Ricardo Lanzarini & Mark Licari Dialogic Drawing Experiment Naast hun eigen persoonlijk artistieke parcours werken de kunstenaars Andrea Bianconi, Ricardo Lanzarini en Mark Licari op regelmatige tijdstippen samen aan monumentale muurtekeningen. Hierbij worden ook kinderen uitgenodigd om aan dit op samenspraak gebaseerde tekenexperiment deel te nemen. Hun Dialogic Drawing Experiment kadert dan ook in het project Gent Kindvriendelijk. Uitgangspunt is de tekenkundige praktijk van Ricardo Lanzarini (Montevideo, 1963) die in zijn kunst – meestal goed gevulde tekeningen van door elkaar wriemelende mensenmassa’s – prangende vragen stelt over de relatie tussen het individu en de gemeenschap. Zijn extreem gedetailleerde, excentrieke en anonieme figuren lijken alle hoop te hebben verloren, maar blijven even geduldig, geestig en elegant. De aan de menselijke conditie inherente frustraties worden behandeld met humor en fijngevoeligheid. Door middel van tekeningen, assemblages en performances reconstrueert Andrea Bianconi (Arzignano, 1974) de wereld vanuit zijn eigen ruïnes. Met fragmenten van beelden, woorden en dingen creëert hij een nieuwe zichtbare realiteit, waarbij de mens beschouwd wordt als een geïsoleerd individu met een sociale identiteit. Een onontkoombare paradox die gevoed wordt door dromen en obsessies, risico’s en verrassingen en resulteert in een vloedgolf van creatie en destructie. Ook Mark Licari (Atlanta, 1975) ziet zijn muurtekeningen als een evolutief proces waarbij beelden en ideeën worden aangebracht door de omgeving die zowel uit mensen als uit dingen bestaat. Het resultaat is dan ook eerder het gevolg van improvisatie, intuïtie en interactie, dan van een vooropgezet plan. Voor hun Dialogic Drawing Experiment in het MSK maken de kunstenaars niet alleen gebruik van de architectuur van het museum, maar tekenen ze samen met de kinderen ook op meubels en gebruiksvoorwerpen die door het publiek ter beschikking gesteld werden. Op deze manier ontstaat er een installatie waarbij de tradi- Details muurtekening inkomsthal Museum Schone Kunsten Gent, 2014 Installatie forum Museum Schone Kunsten Gent, 2014 tionele opvattingen over wat tekenen is en kan zijn worden in vraag gesteld. Meestal anticipeert de tekening als voorstudie of als ontwerp op een te realiseren project, maar voor Bianconi, Lanzarini en Licari is tekenen een volwaardige kunstvorm en de tekening een autonoom kunstwerk. Dit belet hun echter niet om de kwaliteiten van het medium – tekenen wordt steeds geassocieerd met spontaneïteit, directheid, ondogmatische creatieve speculatie, vernieuwing en experiment, maar ook met de eenvoud van de bescheiden middelen, de persoonlijke expressie van het individu en de originaliteit van een persoonlijke visie – optimaal te benutten. Ook de esthetiek van het onvoltooide speelt in hun gemeenschappelijk project waarvan de vorm (evenals de werkelijkheid) nooit definitief kan zijn, een belangrijke rol. Daarom nodigt naast het tekenen geen enkel ander medium de beschouwer dermate uit om het werk te voltooien naar zijn eigen verlangens en herinneringen. Een voltooiing die hier ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden, dank zij de uitnodiging van de kunstenaars tot een actieve participatie. Katrien Vermeire Der Kreislauf Al meer dan honderd jaar bestaat er aan de Belgische kust een traditie waarbij kinderen papieren bloemen maken om ze op het strand te verkopen. Als betaalmiddel worden hiervoor schelpen gebruikt. Vanuit haar herinnering aan haar eigen kindertijd en haar recente observaties van het zomerse strand maakte Katrien Vermeire (Oostende, 1979) hierover een charmante film. Katrien Vermeire werd bekend met monumentale portretten van kinderen. Zonder schroom staan ze in het volle daglicht frontaal voor de camera. Naast uitgestrekte landschappen maakte ze met On Selecting Vibrations, ook een reeks zeegezichten, van de Noordzee over het Lake Michigan tot het schiereiland Shiretoko in Japan, waarbij de einder, daar waar het water en de lucht elkaar raken, perfect in het midden staat. Door hierbij te kiezen voor een formaat in de hoogte, kunnen ze ook gelezen worden als portret. In haar recente film komen beide samen. In een chronologisch verloop portretteert ze zowel de activiteit van de zee als het spel van de kinderen. Los van plaats en tijd, en van het verhaal dat beiden verbindt, fungeren ze ook hier als autonome ‘portretten’. In tegenstel- Film stills Der Kreislauf, 2014 ling tot haar vroegere portretten, waar het landschap als decor een discrete bevestiging was van de gemoedstoestand van de geportretteerde, speelt het hier een actieve rol. De Duitse titel Der Kreislauf verwijst zowel naar de kringloop van het geld als naar de eeuwige kringloop van het leven, hier gesymboliseerd door de schelpen als ancestraal betaalmiddel en de specifiek in beeld gebrachte getijden van eb en vloed. Beide ideeën worden verenigd in een mooie metafoor van de rijkdom die door de golven van de zee wordt aangespoeld. Het begin van alle leven. De rode draad doorheen de film wordt door de kinderen op hun manier van commentaar voorzien. Zowel de evolutietheorie – ‘van bacterie tot mens’ – als de wetten van de wereldeconomie – ‘dat de bloemen even later voor veel meer schelpjes worden doorverkocht’ – zijn voor hen even wonder- lijk als ondoorgrond. En de bloemen die de volgende dag niet meer opduiken ‘zitten waarschijnlijk in een ander land’. En dit alles begeleid door fundamentele levenswijsheden als ‘Eerlijk is eerlijk’ en ‘Een prijs is een prijs’. Het ritme van de film wordt zowel bepaald door eb en vloed als door het verzamelen van de schelpen, het maken van de bloemen, het inrichten van de winkel, het kopen en verkopen. Totdat de wind gaat blazen – het wapperende crêpepapier maakt een onheilspellend geluid – en het onweer losbarst. Papieren bloemen houden niet van water. Snel inpakken en wegwezen. Tot de zon er opnieuw doorkomt en de economische bedrijvigheid wordt hervat. En dit op even natuurlijke wijze en in de eeuwenoude internationale (gebaren)taal van het handeldrijven. Met Der Kreislauf maakte Katrien Vermeire niet alleen een indringende hommage aan haar stadsgenoot en pionier van de Belgische documentaire cinema Henri Storck, maker van onder andere Images d’Ostende (1929), maar creëert ze ook een sfeer die doet denken aan Les vacances de monsieur Hulot (1953) van Jacques Tati. Het resultaat is een mooie melange van realiteit en fictie, waarneming en verbeelding, ernst en spel, … en een pleidooi voor de overlevering van lokale tradities waaraan door een globale economie en een multiculturele samenleving nieuwe betekenissen worden gegeven. Uit het archief : Van kleuren en stofjes Op vele terreinen is kleurgebruik belangrijk. Niet in het minst in de museale sector, waar kleuren zowel bij de presentatie van de vaste collectie als bij tentoonstellingen zeer bepalend kunnen zijn. De belangstelling hiervoor groeide vooral na de tweede wereldoorlog toen meer en meer ingezet werd op museumpresentatie. De vaste opstelling en de tijdelijke tentoonstellingen worden opgevat als “een visueel betoog dat door de bezoeker moet worden gelezen”. De voorkeur gaat uit naar een opstelling met een beperkt aantal kunstwerken en met veel tussenruimte. Zo kan het kunstwerk in zijn puurheid getoond worden, bevrijd van zijn conventionele interpretatie. Toonaangevende architecten op dat gebied waren Carlo Scarpa en Franco Albini. Zo bv bracht Scarpa kleurvelden op de muren aan als visueel kader. Wanneer conservator Eeckhout in 1949 aantrad, was de renovatie Diverse staaltjes taffetas en satijn van het merk Rhovyl. Deze werden op 21 september 1950 door de firma F. Minet uit Lyon aan het museum opgestuurd. Conservator Julian van het Museum voor Schone Kunsten van Lyon had deze zuurvrije en niet ontvlambare stoffen aan zijn Gentse collega aangeraden. van het museumgebouw na de zware oorlogsschade in volle gang. In het museumarchief is heel wat documentair materiaal aanwezig, zoals bijvoorbeeld de afgebeelde staaltjes stof. Conservator Eeckhout, architect van vorming, was bijzonder geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen en technieken. Voor de muurbekleding koos hij er uiteindelijk voor om de muren terug met planken te bezetten die dan vervolgens met stof zouden behangen worden. De geselecteerde stof bleek uiteindelijk een neutrale katoenen ‘reps’ te zijn die in alle kleuren kon geverfd worden. Niet minder dan 4500 meter werden besteld bij “Tissage La Pierre Bleu” te Ronse. Alle mogelijkheden lagen nu open. MSK in Giverny Tot 2 november 2014 loopt in het Musée des impressionnistes in Giverny ‘Bruxelles, une capitale impressionniste’. De tentoonstelling geeft een mooi overzicht van de bloeiende kunstscène in het Brussel van de jaren 1870 – 1914. Een periode waarin dank zijn de bloeiende industrie en het liberale karakter van de jonge Belgische staat het vernieuwend karakter van de Belgische schilderkunst de nodige aandacht kreeg. Naast schilderijen uit alle grote Europese musea is het Museum voor Schone Kunsten Gent mooi vertegenwoordigd met werk van Emile Claus en Théo Van Rysselberghe, met op de affiche en op de cover van de catalogus onze eigenste Marguerite van Mons. De museumkrant is een uitgave van De Vrienden van het Museum. Lid worden kan door storting op rekeningnr. BE 36 290-0020915-81 van het Museum voor Schone Kunsten Gent / De Vrienden – Hofbouwlaan 29, 9000 Gent bijdragen: leden e 30,00; met partner e 40,00; tot 25 jaar e 15,00; steunend (en partner) e 150,00 steunende leden: mevrouw Ghislaine Bekaert mevrouw Catherine Bert de heer en mevrouw Frank Bilo – Trenteseau mevrouw Yvette Boddaert – Van Moffaert de heer Dirk Bontinck – Bontinck Architect cvba de heer en mevrouw Jan Bouckaert – Franchoo de heer en mevrouw Jean-François Dael – Van Doorslaer de heer en mevrouw Eric Deckers – Dael de heer en mevrouw Noël De Luyker – Montrucchio – De Luyker Services bvba de heer en mevrouw Jean-Pierre De Pannemaecker – Simpelaere de heer en mevrouw Patrick Derom – Geerinckx – Art Research and Contact de heer en mevrouw Filip Dhondt – Decatelle de heer en mevrouw Jean Dusesoi – De Wilde de heer en mevrouw Patrick Florizoone – Jodts mevrouw Noella Gekiere de heer en mevrouw Jan Jacobs – Meire – Terra Nova Shoes bvba de heren Wim Keppens en Christ Vanhuysse de heer en mevrouw Alain Liedts – Meesen de heer Bart Lippens – Museumbrasserie Mub’Art de heer en mevrouw Piet Lippens – De Sutter – BBS bvba de heer en mevrouw Pierre Misson – Urzica de heer en mevrouw Philippe Pieters – Heggerick de heer en mevrouw Paul Robbrecht – Daem mevrouw Sabine Taevernier – I.C.S. de heer en mevrouw Walter Van den Bossche – Bilo de heer Jurgen Van de Velde – KBC Bank Gent Zuid de heer Jurgen Van de Velde de heer Yvan Van Maele mevrouw Françoise Van Olmen mevrouw Dany Vandenbossche – Agon de heer en mevrouw Hillebrand Van Kampen – Van Ravenstein mevrouw Agnes Van Kerkoven de heer en mevrouw Piet Vanthuyne – Geldhof de heer en mevrouw Frans Verheeke – De Wilde – nv Volksvermogen de heer en mevrouw Johan Verhoeven – Van Nieuwenhove mevrouw Helene Werner de heer en mevrouw Luc Wylleman – Bellicourt en de provincie Oost-Vlaanderen werkten mee aan dit nummer: Johan De Smet, Carine Van Bruwaene, Lieven Van Den Abeele foto’s: Michel Burez, Katrien Vermeire vormgeving: Inge Ketelers druk: Cassochrome, Waregem
© Copyright 2024 ExpyDoc