Schoolgids USG 2014 - 2015 - Utrechts Stedelijk Gymnasium

SCHOOLGIDS 2014 / 2015
Utrechts
Stedelijk
Gymnasium
Woord vooraf
Geachte ouders en verzorgers, beste leerling,
De schoolgids van het Utrechts Stedelijk Gymnasium vertelt u en jou alles
over ons gymnasium. Het onderwijs, de ondersteuning, de activiteiten en de
regels, alles vind je hier. Wij zijn erg trots op onze school, op alles wat zij onze
leerlingen en medewerkers biedt. Op het feit dat het een gemeenschap is van
jonge en oudere mensen die samen leven en leren.
Wij zijn als school voortdurend bezig om waar dat kan het leerproces te ondersteunen. Zo leest u in deze Schoolgids over aangepaste regels rond doubleren
en rapporten, over nieuwe studievaardighedencoaches, enz.
Bijzondere aandacht vraag ik voor het ‘Homerusprogramma’. Onder deze
naam hebben wij de vele keuze-activiteiten voor leerlingen verzameld. Wij
zijn blij met onze leerlingen en docenten, die zich ook op dit punt met groot
enthousiasme inzetten voor de school.
Het USG is zowel in 2012 als in 2013 uitgroepen tot ‘excellente school’ en dat
willen wij in alle opzichten voortzetten. Met goede resultaten, een uitstekende ondersteuning en een uitdagend, vriendelijk klimaat.
Ik wens u en jou namens alle medewerkers een heel goed schooljaar toe.
Hanneke Taat, rector
2
Contact
Utrechts Stedelijk Gymnasium
Ina Boudier – Bakkerlaan 7
3582 VA Utrecht
T 030 – 2122199
[email protected]
www.usgym.nl
IBAN: NL96 RABO 0101 481764
schoolleiding:
mw. H. Taat, rector
[email protected]
030 – 2122199
mw P. Mostert en mw M. Mastbergen, afdelingsleiders
onderbouw (leerjaar 1 en 2)
[email protected]
[email protected]
030 – 2122199
dhr. E. Kamerbeek, conrector middenbouw (leerjaar 3 en 4)
[email protected]
030 – 2122199
dhr. A. van Diemen, conrector bovenbouw (leerjaar 5 en 6)
[email protected]
030 – 2122199
Bereikbaarheid: Het USG ligt vlak bij de afslag Utrecht Oost/Stadion. Reist u
per openbaar vervoer, dan kunt u het beste lijn 12, richting Uithof/AZU gebruiken of lijn 41 richting Wijk bij Duurstede.
Uitstaphalte: Rubenslaan. De reistijd vanaf het Centraal Station bedraagt circa
6 minuten.
Op de website (www.usgym.nl) staat actuele en praktische informatie over
de dagelijkse gang van zaken op het USG. Raadpleeg daarom regelmatig de
website.
3
1. SCHOOLKENMERKEN
36
37
39
39
39
40
40
40
08 Geschiedenis
09 Missie en visie
13 Resultaten
4. TOETSEN, CIJFERS EN
BEVORDERINGSNORMEN
Inhoud
2. ONDERWIJS
17
18
18
18
20
22
23
Onderwijsontwikkeling
Onder-, midden- en bovenbouw
Klassieke vorming
Homerusprogramma
Honoursprogramma
Cambridge Engels
Versterkt talenonderwijs en
internationalisering
19 Buitenlandse reizen
24 ELOS
25 Lessentabel 2014 - 2015
3. LEERLINGONDERSTEUNING
28 Onder-, midden- en bovenbouw:
drie afdelingen,
drie ontwikkelingsfasen
32 Mentoraat onderbouw
33 Dyslexieprotocol
34 Mentoraat midden- en bovenbouw
34 Profielkeuze en keuzebegeleiding
4
44
47
48
51
51
Basiszorg en extra zorg
Zorgteam
Huiswerkbeleid
Taal- en rekenbeleid
Overstappen
Steunlessen
Vertrouwenspersonen
Brede School Academie
Algemeen
Onderbouw
Middenbouw
Keuzevak Spaans
Bovenbouw
5. ORGANISATIE EN REGELS
58
58
58
59
59
60
61
61
61
62
62
63
63
64
56
56
NUOVO
Schoolleiding
Coördinatoren
Medezeggenschap
Ouderraad
Mediatheek
Omgangs- en integriteitscode
Veiligheidsbeleid
Sociale veiligheid
Fysieke veiligheid
Schoolfondsen
Schoolkosten
Werkweken
Lesmaterialen
Sponsoringbeleid
Toetsing
58
59
61
68
69
Maatschappelijke stage
Aanmelding
Lestijden
Verenigingen
Lessentabel
87 Digitaal pesten
87 Werkweken en uitwisselingen
87 Videobewaking
7. COMMUNICATIE
6. SCHOOLREGELS
73
74
74
75
77
77
78
78
79
79
80
80
81
81
82
82
82
82
83
84
84
84
84
85
85
86
86
86
87
Te laat komen
Ziekte
ziek naar huis
Ongeoorloofd verzuim
Verlof
Feesten
Afwezigheid docent
Verwijdering uit de les
Gedrag tijdens de les
Gedrag buiten de les
Zorg voor het schoolgebouw
Mobiele telefoons
Digitale media
Alcoholbeleid
Rookvrije school
Lichamelijke opvoeding
Huiswerk en toetsen
Fraude
Geweld, diefstal en drugs
Rechten schoolleiding
In en rondom het gebouw
Mediatheek en studieruimtes
Gebruik computers en netwerk
Rond het gebouw
Lockers
Aansprakelijkheid
Publicatierecht
Gezichtssluier
Portretrecht
90
90
90
90
91
91
91
91
91
92
Persoonlijke gesprekken
Informatie-avonden
Magister
Website
Vox Hieronymi
Klassenouders
Actuele informatie via de website
Protocollen
Klachtenregeling
Disclaimer
5
6
7
1. SCHOOLKENMERKEN
Geschiedenis
Het Utrechts Stedelijk Gymnasium is één van de alleroudste scholen van ons
land en verreweg de oudste van de stad Utrecht. Op 4 december 1474 werd de
“Hieronymusschool” gesticht door de Broeders des Gemeenen Leevens - met
als beroemde stichter en leider Geert Grote - in Utrecht. Als voorlopers van de
ideeën van Renaissance en Humanisme streefden de Broeders naar vernieuwing van het verstarde Middeleeuwse onderwijs. Zij kregen op de dag van de
stichting door een erfenis de beschikking over een pand dat als eerste schoolgebouw diende: het stond precies in de bocht van de Kromme Nieuwe Gracht,
waar deze het dichtst bij de singel komt - en toen dus ook bij de stadsmuur.
Naast dit gebouw stond eeuwenlang de Porta Latina, de Latijnse poort, die
nog steeds in de Cantus, ons schoollied, wordt bezongen.
8
In In 1578 maakte de Vroedschap van Utrecht de Hieronymusschool tot Stadsschool en werd deze De Grote School van de stad. In 1634 werd de Illustere
School gesticht, waaruit twee jaar later de Utrechtse Universiteit ontstond. De
Hieronymusschool kreeg toen de taak om leerlingen voor te bereiden op deze
universiteit. In 1876 maakte de nieuwe wet op het hoger onderwijs van alle
Latijnse scholen, dus ook de Hieronymus, gymnasia.
Van de vijf gebouwen waarin de school ooit is gehuisvest, bestaan er nog
drie. In 1830 verliet men het eerste gebouw aan de Kromme Nieuwe Gracht,
dat spoedig daarna werd afgebroken. De school betrok aan het Domplein een
pand, dat ook niet meer bestaat. In 1841 ging men naar de zuidzijde van de
Minrebroederstraat, vlakbij de Ganzenmarkt. Dit gebouw staat er nog, evenals de huisvesting aan de noordkant van die straat, waarin de school in 1880
werd ondergebracht. In 1884 kwam de voorzijde van dit gebouw door uitbreiding aan het Janskerkhof te liggen.
In 1932 verhuisde het gymnasium onder groot feestvertoon naar het gebouw
aan de Homeruslaan en het Minervaplein, die toen ook beide hun bij de school
passende naam kregen.
In 2011 verhuisde het USG naar een markant nieuw gebouw aan de Ina Boudier-Bakkerlaan. De school beschikt nu voor de komende decennia over een
ruim en modern gebouw, waarin wij gymnasiaal onderwijs voor de toekomst
kunnen bieden. Er zijn ruime lokalen, royale ict-voorzieningen en veel mogelijkheden tot gevarieerd en zelfstandig onderwijs. De school zal naar verwachting groeien tot ruim 800 leerlingen, groot genoeg voor een ruimhartig
onderwijsaanbod, klein genoeg voor een overzichtelijke organisatie en een
veilige sfeer.
Missie en visie
Onze leerlingen behoren op grond van hun intelligentie en leergierigheid tot
de beste van Nederland. Onze school probeert daarom zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de capaciteiten van de leerlingen, bovendien op een manier die past bij de wensen van de huidige samenleving. De taak van het USG
is het opleiden van onze leerlingen tot democratische en verantwoordelijke
burgers. Kennisoverdracht en burgerschapsvorming zijn de kernbegrippen die
hierbij horen.
9
Het overdragen van kennis en het aanleren van vaardigheden behoren tot de
kerntaak van ons gymnasium. Kennis vergaren is in onze ogen een van de belangrijkste en mooiste zaken in een mensenleven. Daarnaast is weloverwogen
handelen belangrijk in de moderne samenleving. Mensen moeten kunnen samenwerken, omgaan met verschillen en keuzes kunnen maken. Onder de noemer ‘competenties’ wordt het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden
en gedrag (handelen en houding) samengevat.
Dat betekent voor ons dat alle bij de school betrokkenen een volwaardige bijdrage leveren aan de bloei van de school als sociale gemeenschap. Gemeenschapszin en plichtsbesef zijn hierbij kernbegrippen.
De kwaliteit van ons onderwijs wordt vooral bepaald door de kwaliteit van onze
docenten. Wij streven naar een academisch gevormd, bevoegd en enthousiast
docentencorps. Onze docenten houden van hun vak, zijn veeleisend voor zichzelf en voor hun leerlingen, ondersteunen en waarderen hun leerlingen.
Wij beogen een opleiding die in breedte en diepgang voortdurend het maximale
nastreeft. Voorbeelden zijn het uitgebreide aanbod, hogere dan gemiddelde
examenresultaten, gerichte aandacht voor intellectuele vorming door bijvoorbeeld debatteren en kritisch denken.
Het gymnasium onderscheidt zich van ander vwo onder andere door de klassieke talen. Zij vormen de basis van kennis over onze cultuur en een bron van
inspiratie. Dat maakt hen van essentieel maar niet uitsluitend belang voor de
intellectuele vorming van onze leerlingen. Zij behoren tot het brede kennispakket dat wij onze leerlingen bieden en waarmee zij de moderne samenleving
binnentreden.
Het USG biedt de leerlingen en de medewerkers een optimale uitdaging door
een breed pakket van onderwijsactiviteiten en ondersteuning.
Wij bieden hun veel ruimte en vrijheid en proberen zo goed mogelijk rekening
te houden met verschillen tussen leerlingen en medewerkers. Wij kiezen echter
niet voor zuiver individueel gericht onderwijs, omdat leren een sociale activiteit
is. Leerlingen en medewerkers maken bovendien deel uit van de school als samenhangend geheel. Differentiatie en participatie zijn hier de kernbegrippen.
10
11
Intellectuele vorming betekent dat medewerkers de leerlingen inspireren tot
zelfstandig denken, hun leergierigheid aanspreken, een open en kritische houding stimuleren.
Leren is een wederkerig proces: docenten en leerlingen werken daarbij samen.
De docent is de leermeester, de leerling trekt zich aan hem of haar op. Onderzoekend leren is hierbij de methode. Wij verwachten van onze leerlingen
zelfstandigheid en inzet. Huiswerk maken, discipline opbrengen, regelmaat en
nauwgezetheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor succes op het USG.
Een leerling kan niet zonder zijn of haar docenten, niet zonder klasgenoten en
niet zonder ouders of verzorgers die hem of haar ondersteunen. Wij verwachten van ouders dat zij positief betrokken zijn bij de school, hun kind helpen
zich aan de regels en werkafspraken te houden en hun kind voldoende ondersteunen bij het leren. Met de aanmelding van uw kind op het USG verklaart u
zich tevens akkoord met de regels van de school, onder andere zoals die in
deze Schoolgids zijn beschreven.
12
Resultaten
Onder de titel ‘Vensters voor verantwoording’ houden scholen hun resultaten
bij en maken zij die openbaar. Op de website staan de verzamelde resultaten van het USG onder ‘het usg > kwaliteit en verantwoording’. Vanaf oktober
2014 kunt u voor informatie over alle vo-scholen terecht bij www.scholenopdekaart.nl.
De Onderwijsinspectie houdt toezicht op alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Op de site van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl)
kunt u o.a. de zogenaamde ‘opbrengstenkaart’ inzien. Daaruit blijkt dat de inspectie positief oordeelt over alle aspecten van het toezicht over het USG. In
2013 onderzocht de Inspectie het USG op een nieuw thema, namelijk ‘sociale
kwaliteit’ en oordeelde ook daar (uiterst) positief over.
Onze examenresultaten zijn structureel hoger dan het landelijk gemiddelde
van het vwo en vaak ook hoger dan dat van de zelfstandige gymnasia. Het
verschil tussen de gemiddelde schoolexamencijfers en die van het centraal
eindexamen is gering en geeft de inspectie geen reden tot zorg. Dat is zoals
wij dat nastreven.
Uit verschillende externe onderzoeken maar vooral uit de jaarlijks gehouden
onderzoeken onder leerlingen en ouders blijkt dat men de sfeer, de verstandhouding tussen docenten en leerlingen, de organisatie, het gebouw en de
veelzijdigheid in onderwijsaanbod en ondersteuning hogelijk waardeert. De
uitkomsten van de onderzoeken en enquêtes worden door de schoolleiding
besproken met de medezeggenschapsraad.
Zowel in 2012 als in 2013 ontving het USG het predicaat “excellente school”.
Dit wordt toegekend aan scholen die over de volle breedte van basisaanbod
en keuze-aanbod, zowel van onderwijs als van ondersteuning, uitblinken
(www.excellentescholen.nl).
13
14
15
16
2. ONDERWIJS
Onderwijsontwikkeling
Het USG is een school waar we gedegen onderwijs aanbieden. Onze leerlingen kunnen veel en we zouden hen tekort doen als we niet uit hen halen
wat er in zit. Wij zijn een school voor alle goede vwo-leerlingen, die een voldoende intelligentie combineren met een goede werkhouding en een brede
belangstelling. In het geheel van ons onderwijs – het basisaanbod, de keuzeonderdelen en in de ondersteuning – willen wij alle leerlingen bieden wat bij
hen past.
Er wordt op het USG met een veelheid aan onderwijsvormen gewerkt: onderzoekend leren, groepswerk, vakoverstijgend, projectonderwijs, klassikaal
frontaal, enzovoorts. Leerlingen verschillen namelijk in leerstijlen en interesses, vakken en docenten verschillen van elkaar en variatie is een vanzelfsprekende en effectieve basis voor goed onderwijs.
Gymnasiaal zijn wij omdat wij de klassieke talen aanbieden, die in de taal zelf
én in de cultuur een belangrijke extra culturele bagage meegeven. Gymnasiaal zijn wij ook omdat we een brede en diepgaande opleiding aanbieden met
o.a. Kritisch Denken, schoolbreed Cambridge Engels, veel kunst en cultuur,
debatteren en een rijk verenigingsleven waarin je actief kunt zijn en net zo
goed leert als in de lessen.
In 2013 – 2014 hebben schoolleiding en docenten gezamenlijk gewerkt aan
wat wij noemen de ‘kernles’ op het USG: uit welke onderdelen bestaat een
typische USG-les, waar streven wij naar om voortdurend te verbeteren, waar
letten wij op als wij elkaars lessen zien? Trefwoorden zijn in dit verband: een
duidelijke lesopzet, doelgericht handelen, vriendelijk en persoonlijk zijn, betrokkenheid tonen, orde houden, variatie aanbrengen, omgaan met verschillen: wie verdient welke aandacht en de docent als gastheer / verteller / instructeur / begeleider.
17
Onder-, midden- en bovenbouw
Wij onderscheiden de onderbouw (leerjaar 1 en 2), de middenbouw (leerjaar
3 en 4) en de bovenbouw (leerjaar 5 en 6). In iedere fase bieden wij onderwijs
en ondersteuning die zo goed mogelijk passen bij de ontwikkelingsfase van de
leerlingen. De onderbouw is de fase waarin leerlingen in een gestructureerde
omgeving de basis aan onderwijs en vaardigheden leren. Uiteraard is dat ingericht zoals de wet dat een school voorschrijft, maar wij voegen daar enkele
elementen aan toe. Zo kent het USG schoolbreed Cambridge Engels (ook in
klas 1 en 2), het vak Science in klas 1, extra grammatica bij Nederlands, extra
Kunst / Muziek (twee blokuren in klas 1) en Grieks in klas 1.
Klassieke vorming
Na meer dan tweeduizend jaar klassiek onderwijs zijn de zogenaamde ‘dode
talen’ en hun cultuur in heel Europa nog altijd springlevend. Ons USG gaat
onverstoorbaar verder met wat het al 500 jaar te bieden heeft, namelijk een
gedegen klassieke vorming bestaande uit Latijn, Grieks en klassieke cultuur
(klassieke culturele vorming, KCV). Dat laatste omvat alle aspecten van de
klassieke wereld: van het dagelijks leven tot het Griekse theater, van antieke
beeldhouwkunst tot architectuur, van filosofie tot de Spartaanse opvoeding,
enzovoorts. Halverwege de vierde klas hebben de leerlingen voldoende kennis
vergaard om originele Latijnse en Griekse teksten te lezen: Homerus, Tacitus,
Plato, noem maar op. Ook het onderwijs in de klassieke talen is vernieuwd en
aan de moderne tijd aangepast. Nieuwe methodes, moderne vertaaldidactiek
en vakoverstijgende thema’s zijn voorbeelden van hedendaags klassiek talenonderwijs aan ons gymnasium.
Homerusprogramma
Onder deze naam vatten wij een serie activiteiten samen die onze leerlingen
kunnen kiezen als aanvulling op het basisprogramma. De overheid spreekt
van ‘excellentie’, waarmee wordt bedoeld dat leerlingen kunnen uitblinken.
Voor ons betekent dit dat de leerlingen schoolactiviteiten volgen die tegemoet
komen aan hun interesses, waarmee zij zich breed ontwikkelen en die hun
intelligentie maximaal inzet. Het Homerusprogramma is bedoeld om zoveel
mogelijk leerlingen zoveel mogelijk keuzes te bieden om uit te blinken. Nadere informatie en een overzicht van alle activiteiten vindt u op onze website
(www.usgym.nl/Homerus).
18
Homerusprogramma in klas 1, 2 en 3:
Olympiades: leerlingen kunnen deelnemen aan nationale en internationale
scholierenwedstrijden die voor verschillende vakken bestaan (onder andere
Natuurkunde, Biologie, Scheikunde, Duits en Wiskunde).
Spaans en Chinees: eerste- en tweedeklassers kunnen Spaans of Chinees
kiezen als extra vak. Ouders betalen deze extra lessen. Bij voldoende belangstelling kunnen leerlingen de keuzetaal voortzetten in hogere leerjaren en er
desgewenst een certificaat voor verkrijgen.
Versnellen: leerlingen die dat kunnen en willen, hebben de mogelijkheid om
één of meerdere vakken in een hoger leerjaar te volgen. Zij volgen dan extra
lessen of mogen in voorkomende gevallen kiezen welk vak zij tijdens een les
volgen. Versnellen is een mooie uitdaging en vergroot de zelfstandigheid van
leerlingen.
Compacten en Verrijken: leerlingen kunnen na instemming van ouders,
mentor en vakdocent voor één of meerdere vakken het reguliere programma
halveren en de vrijkomende tijd besteden aan een zelf te kiezen project. Daar
worden zij wekelijks in begeleid en het mondt uit in een product, dat aan het
eind van het schooljaar wordt gepresenteerd aan medeleerlingen, docenten
en ouders.
Homerusprogramma in klas 4, 5 en 6:
U – talent: Het programma bestaat uit twee takken:
Campusprogramma
Schoolprogramma
Het campusprogramma wordt verzorgd door de Universiteit Utrecht (UU).
Leerlingen volgen elke maand twee dagen per week onderwijs aan de universiteit en maken daar ook het profielwerkstuk. Zij maken kennis met een
onderzoeksgroep, leren zelfstandig wetenschappelijk doen en krijgen inzicht
in actuele bèta-onderwerpen. Op school volgen deze leerlingen het reguliere
onderwijs met minder tijd. De leerlingen die het campusprogramma volgen,
nemen daarnaast deel aan het schoolprogramma.
19
Het schoolprogramma wordt op het USG aangeboden aan geïnteresseerde,
gemotiveerde en getalenteerde leerlingen die zich ook willen verdiepen in de
bèta-vakken. Het zijn geen extra lessen, maar leerlingen voeren uitdagende
projecten uit, waarbij zij in aanraking komen met bèta-onderwerpen uit uiteenlopende vakgebieden.
Honoursprogramma
Leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen deelnemen aan het Honours Programma
Gymnasia (HPG). Het HPG heeft als doel leerlingen die blijk geven van extra
begaafdheid op één of meer gebieden de kans te geven hun talenten te ontwikkelen tot op het voor hen hoogst haalbare niveau. Dit kan door middel van
verbreding en verdieping. Door deelname aan het programma ontwikkelt de
leerling een scala aan competenties, die hem van nut zijn in zijn vervolgopleiding en rol in de maatschappij. Zij werken – begeleid door tutoren – aan een
eigen project. Het doel is dat de leerling uiteindelijk op een achttal competenties (zeer) hoog scoort. Honoursleerlingen staan in een community met elkaar
in contact. Hun werk wordt beoordeeld door externe deskundigen. Voor meer
informatie kijkt u op www.gymnasia.nl.
Olympiades: leerlingen kunnen deelnemen aan nationale en internationale
scholierenwedstrijden die voor verschillende vakken bestaan (onder andere
Natuurkunde, Biologie, Scheikunde, Duits en Wiskunde).
Versterkt talenonderwijs: vierde-en vijfdeklassers die daarvoor kiezen kunnen voor Duits (Goethe-programma) en Frans (DELF) extra lessen volgen en
desgewenst een extra diploma halen. Ieder jaar doen tientallen leerlingen dit
en met succes. Vierdeklassers kunnen Spaans volgen en eveneens een certificaat halen. Als de groep het wil is er een vierdaagse Madridreis.
Versnellen: leerlingen die dat kunnen en willen, hebben de mogelijkheid om
één of meerdere vakken in een hoger leerjaar te volgen. Zij volgen dan extra
lessen of mogen in voorkomende gevallen kiezen welk vak zij tijdens een les
volgen. Versnellen is een mooie uitdaging en vergroot de zelfstandigheid van
leerlingen. Zo is er in het schooljaar 14/15 een groep van zo’n 25 vierdeklassers Latijn die een jaar vooruit het programma van klas 5 volgen.
20
Leerlingverenigingen: het USG kent veel leerlingverenigingen, die bijna allemaal voor leerlingen uit alle leerjaren openstaan. Leerlingen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de verenigingen, waardoor zij leren beter samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen, elkaar beter kennen, samen
te werken met elkaar en volwassenen, enzovoorts. Naast gezellig zijn de verenigingen ook leerzaam.
Er zijn maar liefst veertien leerlingverenigingen op het USG, waaronder:
Hybris, de succesvolle debatvereniging die al jarenlang vele debatprijzen in
de wacht sleept. Haar niet-competitieve evenknie is Agora. Debatteren is een
veel voorkomende activiteit op onze school, ook in de gewone lessen (Nederlands, Kritisch Denken, Geschiedenis).
Lampomene is de toneelvereniging, die ieder jaar minstens één toneelstuk instudeert. In december 2014 – als de school haar 108e lustrum viert – zal Lampomene een groot stuk opvoeren.
Choros is de dansvereniging. Amor organiseert vier keer per jaar een klassieke
muziekavond, Isthmia organiseert extra sportactiviteiten. Wij kennen ook het
21
horecateam en het technisch team, die hand- en spandiensten verlenen bij
vele bijeenkomsten op school.
Fama is de leerlingvereniging voor economie en economische vraagstukken,
de Apoforeta is de schoolkrant (met de onmisbare ‘kwoots’) en de Jaarboekcommissie stelt ieder jaar een professioneel en uniek jaarboek samen.
Cambridge Engels
Alle leerlingen in de eerste tot en met de vijfde klas krijgen Cambridge Engels
als standaard onderwijs in de Engelse taal aangeboden. Zij kunnen vrijwillig
deelnemen aan de verschillende examens die er zijn voor Cambridge Engels.
Deze certificaten genieten wereldwijd bekendheid en zijn daarmee een internationale maatstaf voor de kennis van Engels. Daarnaast strekt een extra diploma altijd tot aanbeveling.
Naast de klassikale lessen heeft telkens de helft van de klas spreekvaardigheid (speaking lesson). Alle taalvaardigheden worden geoefend. In de lessen
wordt Engels gesproken door leraar en leerling, er is een speciale Cambridge
methode, enz. De reguliere lessen worden aangevuld met activiteiten zoals de
‘English Day’ in klas 2. Medewerkers zijn figuren uit de Engelstalige wereld
22
en leerlingen moeten o.a achter hun naam zien te komen, uiteraard door het
stellen van vragen in het Engels. In december komt de Cambridge University
European Theatre Group ‘Macbeth’ spelen.
Ongeveer driekwart van de vierdeklassers neemt jaarlijks deel aan het examen voor ‘Advanced’ (en het gros slaagt). Ongeveer een kwart van de vijfdeklassers neemt deel aan het examen voor ‘Proficiency’, waarvan eveneens
het gros slaagt. Proficiency is op ‘near-native level’, het hoogst haalbare niveau.
Versterkt talenonderwijs en internationalisering
Versterkt talenonderwijs betekent meestal dat er extra lesuren taalonderwijs
bovenop het in het curriculum verplichte aantal uren komen. Het USG geeft
echter een bredere invulling aan ‘vto’. Wij richten ons niet alleen op de moderne vreemde talen, maar ook op de samenhang tussen de moderne vreemde
talen en een gemeenschappelijk grammatica-onderwijs. Het onderwijs in de
klassieke talen moet ook het onderwijs in de moderne vreemde talen versterken en ondersteunen. Daarnaast betekent de grote aandacht voor debatcultuur in school een versterking van de communicatieve en schriftelijke vaardigheden van onze leerlingen.
Hierboven is al beschreven welke mogelijkheden er zijn voor Engels, Duits,
Frans, Spaans en Chinees.
Voor alle talen hebben wij vakbekwame native speakers in huis.
Buitenlandse reizen
Naast de talen zijn er zowel algemeen verplichte als vrijwillige internationale
activiteiten. In klas 3 is er een werkweek naar Trier, waar de leerlingen kennismaken met geografische, culturele en klassieke thema’s. In klas 4 kunnen
twee groepen leerlingen op uitwisseling naar Brno (Tsjechië) of Padua (Italië),
een onderdompeling in een andere taal en cultuur. De vijfdeklassers bezoeken een week lang de Eeuwige Stad, Rome. Vanaf 2014 – 2015 zal er naast de
Romereis een Griekenlandreis bestaan. Leerlingen nemen aan één van beide
deel, in principe bepaald door hun keuze van de klassieke taal.
23
Eind 2013 ging de eerste groep vijfdeklassers naar Engeland, voor een zeer
succesvolle literaire reis. Vijfdeklassers die willen deelnemen en aan de criteria voldoen kunnen eind 2014 deelnemen aan deze geweldige reis.
Het cluster Frans uit klas 5 heeft een uitwisseling met een school in Lyon. Het
cluster Duits uit klas 6 gaat een lang weekend naar Berlijn.
De reizen zijn een belangrijk onderdeel van ons programma. Leerlingen verheugen zich er enorm op en de reizen zijn een mooie ervaring. In bijzondere
individuele gevallen, zoals bij sommige zorgleerlingen, kan de school echter
besluiten een leerling niet deel te laten nemen aan een (internationale) activiteit.
ELOS
Sinds 2012 – 2013 is het USG gecertificeerd als ELOS-school. Elos biedt kwalitatief hoogstaand onderwijs gedurende de hele voortgezet onderwijscarrière.
Leerlingen worden optimaal voorbereid op de internationale samenleving.
Scholen die Elos aanbieden zorgen voor inbedding van Europese en Internationale Oriëntatie in hun curriculum. Leerlingen die Elos volgen, krijgen een
zeer gevarieerd en activerend onderwijsaanbod, met aandacht voor kennis,
vaardigheden en attitude. Verder worden er modules aangeboden in een of
meer vreemde talen. Het aanbod omvat ook samenwerking met leerlingen
van buitenlandse partnerscholen, uitwisselingen en bijzondere projecten en
activiteiten, op school of daarbuiten.
Vierdeklassers zullen vanaf 2014 – 2015 een aantal verplichte onderdelen en
een aantal keuze-onderdelen binnen ELOS volgen. Nog een laatste opmerking: ons gymnasium biedt de leerlingen talloze extra
activiteiten, zowel binnen als buiten de school. Daar zijn echter soms grenzen
aan, zoals roosterbeperkingen. Noch leerlingen noch ouders kunnen onbeperkt aanspraak maken op ons aanbod als geheel.
24
Lessentabel 2014 - 2015
Vak leerjaar 
Nederlands /Grammatica
Cambridge Engels
Frans
Duits
Maatschappijleer
Maatschappijwetenschappen
Lichamelijke Opvoeding
Alg. Natuur Wetenschappen
Wiskunde
Wiskunde c /a
Wiskunde b
Wiskunde d
Grieks
Latijn
KCV
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Economie
Management en Organisatie
Kunst | beeldend
muziek
Natuurkunde
Natuurkunde/scheikunde
Scheikunde
Biologie
Science (1e half jaar)
Natuur, Leven en Technologie
Algemene Vorming
Mentoruur
Studieles
1
3
3
2
2
2
3
3
2
2
3
3
3
2
3
4
3
3
3
3
2
5
3
3
3
4
6
3
2
4
3
2
2
2
2
4
2
4
1
3
3
3
3
3
3
4
4
3
3
3
4
4
3
3
3
2
AV 2
3
2 (3) 3
2
2
4
2
2
3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
4
4
1
1
3
4
1
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
3
1
2
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
2
1
2
1
2
2
1
25
26
27
3. LEERLINGONDERSTEUNING
Onder-, midden- en bovenbouw: drie afdelingen, drie ontwikkelingsfasen
De leerlingen in de onderbouw zijn onze ‘beginners’. De middelbare school is
een nieuwe en spannende wereld. Het gros van de leerlingen went razendsnel, onder andere omdat de meesten toe zijn aan deze nieuwe uitdaging. Zij
moeten leren regelmatig en nauwgezet te werken, zelfstandig en actief onder
leiding van de docent. Huiswerk is essentieel voor school en alle leerlingen
moeten dit vanaf het begin goed aanpakken. Docenten, mentoren en leerlingmentoren helpen hen daarbij. Het beste is iedere dag op vaste tijden het huiswerk maken, liefst voor het avondeten.
De eersteklassers zijn vaak gewend op de basisschool mooie resultaten te behalen met weinig inspanning. Velen grijpen de uitdaging die zij op het gymnasium krijgen gretig aan en ontwikkelen vanaf het begin een effectieve studiehouding. Sommigen zetten de oude gewoonte echter voort en lopen in de
eerste of tweede klas tegen de grenzen van hun beperkte studiehouding en
– techniek aan. School, ouders en leerling kunnen in goede samenwerking de
noodzakelijke verbeteringen teweegbrengen. School doet dat door de studielessen, eventuele extra ondersteuning, doordat de vakdocenten en de mentor
leerlingen gericht begeleiden, bijles door bovenbouwers, enzovoorts.
Ouders zijn belangrijk in vooral de steun bij de organisatie van het huiswerk:
vaste tijden, een verstandige balans tussen huiswerk, sport, muziek en vrije
tijd. Veel leerlingen – ook uit de hogere leerjaren – hebben vooral moeite met
het leerwerk, waarbij de afleiders zoals de mobiele telefoon en de computer
concurreren met de woordjes en de grammatica. Concentratie en discipline
zijn de lastigste opgaven voor een aantal leerlingen.
De derde- en vierdeklassers zijn onze ‘gevorderden’. Na twee jaar onderbouw
hebben zij de schoolervaring en de leeftijd om voldoende zelfstandig te kunnen werken en leren. Wij verwachten van hen een uitstekende organisatie van
het schoolwerk en een goede werkhouding. Ook nu ondersteunt de docent
zijn of haar leerlingen, maar hij of zij verwacht tegelijkertijd een ruime betrokkenheid bij het vak en de school. In de ondersteuning wordt naast het leren
28
29
studeren aandacht besteed aan het leren kiezen. Die leerlingen die teren op
hun intelligentie en daardoor onvoldoende getraind zijn in effectief studeren,
ondervinden soms de nadelen daarvan. Mentor, ouders en leerling kunnen in
goed overleg en met – meestal tijdelijke – intensieve ondersteuning de leerling op de juiste manier aan het werk krijgen.
De bovenbouwers richten zich op het examen en hun vervolgstudie. Dat betekent dat zij geacht worden zelfstandig en gedegen te kunnen studeren. Wij
verwachten van hen een volwassen houding, zowel in algemeen gedrag als
wat hun studiehouding betreft.
Magister
Magister is een softwarepakket dat op veel middelbare scholen wordt gebruikt, ook op onze school. Docenten voeren er hun cijfers in, registreren het
vergeten van boeken en huiswerk, publiceren lesmateriaal en studiewijzers,
plaatsen opdrachten en lesmateriaal in de elektronische leeromgeving (ELO),
enzovoorts.
Leerlingen zien in Magister hun rooster, hun cijfers, absentie, vergeten boeken
en vergeten huiswerk. Zij gebruiken de ELO voor lesmateriaal, studiewijzers
en opdrachten.
Ouders zien in Magister de cijfers, absentiegegevens, vergeten boeken en vergeten huiswerk van hun kind.
Alle vakken publiceren studiewijzers in de ELO van Magister. In deze wijzers
staan de leerstof, opdrachten en andere opmerkingen die de leerlingen nodig
hebben voor het betreffende vak. Studiewijzers zijn een leidraad voor het studeren en een overzicht van hetgeen de leerlingen nodig hebben en moeten
doen, geen onwrikbare schema’s. Docenten noteren geen huiswerk per les in
Magister, tenzij zij daar zelf voor kiezen. Leerlingen moeten namelijk leren in
voldoende zelfstandigheid om te gaan met het huiswerk, waarbij er natuurlijk
een verschil is tussen de lagere en de hogere leerjaren. Docenten zullen daar
gepast mee omgaan. Wij hanteren Magister als bron van leren zoals wij ook
boeken en andere leermiddelen hanteren, namelijk op een aan de leerlingen,
het vak en het leerjaar aangepaste wijze.
School stuurt via Magister mails naar ouders en leerlingen.
30
Ouders dienen hun e-mailadres in te voeren in Magister en zijn verantwoordelijk voor het in Magister vermelden van een correct e-mailadres. Wij gebruiken dat immers als het adres waarnaartoe mails worden verstuurd.
Op de website vindt u het protocol informatievoorziening gescheiden ouders,
waarin duidelijk staat hoe wij omgaan met meerdere e-mailadressen, bijzondere gezinsomstandigheden, enzovoorts.
Leerlingen die 18 en dus meerderjarig worden, moeten in Magister aangeven
of zij hun ouders toegang geven tot de informatie over zichzelf. Dit is een zaak
tussen hen en de ouders.
Huiswerkuren
In het kader van ons huiswerkbeleid kunnen leerlingen voor wie dit geldt één
of meerdere uren per week verplicht worden om naar het ‘huiswerkuur’ te
gaan. Daar maken zij (een deel van) hun huiswerk. Sommige leerlingen lukt
het namelijk niet om thuis op eigen kracht huiswerk te maken. Het huiswerkuur geldt voor klas 1 tot en met 5. De mentor communiceert met de betrokkenen hierover.
31
Mentoraat onderbouw
Elke eerste klas heeft een mentor die waakt over het welzijn van zijn of haar
leerlingen. In de eerste weken zal de mentor hen wegwijs maken in de school,
inlichten over de schoolregels, het lesrooster, enz. De mentor wordt bijgestaan door vier leerlingmentoren; dit zijn leerlingen uit de vijfde klas die het
schoolleven door en door kennen en met wie de eersteklassers vrijuit kunnen
spreken over allerhande schoolzaken. De leerlingmentoren verlenen assistentie bij activiteiten zoals de klassenavonden. Zij zijn tevens betrokken bij de
mentorlessen en onderdelen van de begeleiding van de eersteklassers.
De mentoren geven hun klas studieles. In het eerste kwintaal wordt de basis
van een goede studietechniek aangeleerd: beheer van de agenda, woordjes
leren, teksten schematiseren, enzovoorts. Met behulp van een eigen methode
wordt aandacht besteed aan effectief leren, de invloed van emoties op leren,
concentratie, enz. Deze methode is door mentoren van het USG zelf gemaakt.
Gedurende het schooljaar wordt teruggekeken op de afgelopen periode, worden ervaringen uitgewisseld en worden waar nodig nieuwe elementen aangeleerd. Ook bij de studielessen zijn de leerlingmentoren betrokken.
32
De eerste klassen hebben een wekelijkse mentorles, waarin aandacht wordt
besteed aan de sociaal-emotionele begeleiding van leerlingen, zowel individueel als in groepsverband. De mentoren van de eerste klas nemen hun klas mee
naar de tweede, zodat de begeleiding wordt gewaarborgd en zowel de leerlingen als de ouders met dezelfde vertrouwde persoon contact onderhouden.
De mentor heeft via Magister zicht op de resultaten en de absentie van zijn of
haar klas en bespreekt deze met de leerlingen en de ouders.
In september is er een speciale informatie-avond voor ouders van eersteklassers. U wordt dan geïnformeerd over het eerste leerjaar. Ook is er gelegenheid
om met de mentor van gedachten te wisselen over de gang van zaken in de klas
en op school in het algemeen. Eind oktober is er een mentorouderavond voor
de onder- en middenbouw. U kunt dan een tien-minutengesprek met de mentor
van uw kind voeren. In december en maart zijn er tafeltjesavonden, waar ouders
vakdocenten kunnen spreken. In maart ontvangen ouders van leerlingen voor
wie dit nodig is een ‘zorgbrief’ (of een mail dan wel telefonisch contact), waarin
de mentor namens de docenten de ouders adviseert over de gewenste aanpak
van bestaande tekortkomingen of over een eventuele overstap.
In de periode oktober - november worden de eersteklassers gescreend op welbevinden, capaciteiten en motivatie. Waar nodig wordt extra ondersteuning of
onderzoek aangeboden.
Dyslexieprotocol
In klas 1 worden de leerlingen gescreend op het mogelijk voorkomen van dyslexie. Dat gebeurt door de docenten Nederlands, die het dictee ‘Het wonderlijke weer” uit het Protocol Dyslexie VO Masterplan in de les Nederlands afnemen. In de mentorles wordt de begrijpend leestoets “Diataal” afgenomen.
Als hieruit een achterstand op het gebied van spellen en/of begrijpend lezen
blijkt, zal de mentor de ouders daarop wijzen en de leerling uitnodigen voor
het steunuur. Mocht de voortgang op het gebied van lezen of spellen ondanks
het steunuur en de lessen Nederlands achterblijven bij wat redelijkerwijs mag
worden verwacht, dan zal de mentor adviseren een dyslexie-onderzoek te laten uitvoeren door een erkend extern deskundige. De kosten daarvan zijn voor
de ouders. De school heeft een dyslexieprotocol, dat op de website staat.
33
Alle toetsen worden in lettertype Arial 12-punts gemaakt. Dit is een voor dyslecten geschikt lettertype. Er worden daarom geen vergrotingen aangeboden.
Mentoraat midden- en bovenbouw
Ook de hogere klassen hebben een mentor. Zoals de mentoren van de eerste
klassen meegaan naar de tweede klas, zo gaan de mentoren van de derde
klassen mee naar de vierde klas (middenbouw) en die van de vijfde klas naar
de zesde (bovenbouw). De mentor ondersteunt zijn of haar klas als geheel
en de leerlingen individueel, onder andere tijdens het mentoruur. De mentor
zoekt oplossingen bij problemen, houdt de resultaten en de absentie in de gaten en onderhoudt het contact met de ouders.
In september zijn er voor midden- en bovenbouw informatie-avonden. Ouders
krijgen algemene informatie over de betreffende leerjaren en over de keuze
van profiel en studie. Eind oktober is er een mentor-ouderavond. In december
en maart zijn er tafeltjesavonden, waar ouders vakdocenten kunnen spreken.
In de derde en vierde klas werkt de mentor, in samenwerking met de decaan,
mee aan het proces van keuzebegeleiding.
In de bovenbouw heeft het mentoraat een persoonlijker karakter. Het mentoraat is niet per klas, maar per mentorgroep (15 – 20 leerlingen) ingedeeld. De
mentor is tevens vakdocent van de mentorleerlingen. Het mentoruur wordt
ook gebruikt voor de begeleiding van het profielwerkstuk.
Profielkeuze en keuzebegeleiding
De profielkeuze is op het USG gespreid over twee leerjaren, te weten het derde en het vierde. In klas 3 kiezen de leerlingen twee profielen, in klas 4 uiteindelijk (minstens) één. Wij stimuleren het kiezen van twee profielen en het
kiezen van extra keuzevakken. Er wordt gebruik gemaakt van www.dedecaan.
net, een website met algemene en schoolspecifieke informatie, een online
keuzemethode en vergaarplaats van persoonlijke informatie over de profielkeuze voor de leerling, de ouders en de mentor.
34
De profielstructuur bestaat uit drie gedeelten:
Gemeenschappelijk deel: een aantal vakken is voor iedere leerling verplicht.
Dat zijn de vakken Nederlands, Engels, Duits of Frans, lichamelijke opvoeding, algemene natuurwetenschappen (ANW), klassieke en culturele vorming
(KCV), Geschiedenis, Maatschappijleer en één van de klassieke talen.
Profieldeel: in de loop van het vierde leerjaar kiest de leerling voor één van
de vier profielen CM (Cultuur en Maatschappij), EM (Economie en Maatschappij), NG (Natuur en Gezondheid) of NT (Natuur en Techniek). De vakken
die bij zo’n profiel horen vormen het profieldeel. Uiteraard kunnen leerlingen
ook twee profielen kiezen, hetgeen wij stimuleren en zoveel mogelijk trachten
te realiseren voor de leerling.
Vrije Deel: onze leerlingen zijn verplicht om in het vrije deel een volwaardig
examenvak te kiezen. Bovendien kunnen zij naast een (of meerdere) extra
examenvakken allerlei activiteiten in het vrije deel plaatsen. Te denken valt
35
aan leerlingenmentoraat, deelname aan het Model European Parliament, debatingwedstrijden, lidmaatschap MR, Honoursprogramma Gymnasia, enz.
De leerlingen kiezen voor het vierde leerjaar nog niet definitief voor een profiel. Wij hanteren een getrapte keuze. Er wordt een zodanig pakket vakken gekozen dat de leerlingen in principe de keuze voor twee profielen openhouden.
In de loop van het vierde leerjaar kiest een leerling voor het vijfde en het zesde
leerjaar één van de vier profielen. Omdat er in meer of mindere mate overlap is tussen de profielen, is het ook mogelijk om in twee profielen examen te
doen. Daarnaast moet gekozen worden voor een invulling van het vrije deel.
De begeleiding bij dit keuzeproces (LOB) wordt verzorgd door de mentor en
de decaan.
Wij begeleiden het keuzeproces voor een profiel uitgebreid in leerjaar 3 én 4.
In leerjaar 4 worden clusters zodanig ingericht dat leerlingen in principe over
kunnen stappen als zij dat willen. De school probeert hiermee de organisatorische consequenties van vakwisselingen op te vangen.
De financiële consequenties van een wissel, met name waar het de leermiddelen betreft, zijn voor rekening van de leerlingen en zijn of haar ouders. De
school heeft namelijk de leermiddelen voor het aanvankelijk gekozen vak
reeds betaald en ontvangt een vergoeding voor één vak.
Ook in geval een leerling een extra vak kiest, zijn de daarmee samenhangende kosten voor leermiddelen voor rekening van de ouders. De vergoeding die
school ontvangt voor ‘gratis boeken’ is namelijk ontoereikend.
Basiszorg en extra zorg
NUOVO – het bestuur waaronder het USG valt – maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Utrecht en Vechtstreek. Deze organisatie coördineert de
basis- en extra ondersteuning voor scholieren. De basisondersteuning op het
USG bestaat uit de uitgebreide begeleiding via het mentoraat. Voor de meeste
leerlingen volstaat dit voor een plezierige en succesvolle schoolloopbaan. Andere leerlingen hebben extra ondersteuning nodig als het gaat om persoonlijke problemen, motivatieproblemen of leerproblemen. Ze zijn niet altijd in
staat om deze problemen zelf of met behulp van een mentor op te lossen of
de juiste weg te vinden naar externe hulpverlening. De inzet van gespecialiseerde ondersteuning is dan gewenst.
36
Zorgteam
De zorgcoördinator vormt samen met enkele van de ondersteuners het zorgteam, dat regelmatig overlegt over de gewenste ondersteuning van leerlingen
die dat nodig hebben. In dit overleg worden leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben besproken en worden afspraken gemaakt over verdere begeleiding. De mentor is uiteraard bij deze afspraken betrokken.
Het USG werkt samen met de zogenaamde ‘kernpartners’ in de ondersteuning
van onze leerlingen: begeleider Passend Onderwijs, schoolmaatschappelijk
werk, leerplicht en jeugdzorg. Twee keer per jaar is er een kernpartneroverleg.
Leerlingen met een ondersteuningsarrangement vanuit het Samenwerkingsverband (SWV)
Leerlingen worden geacht het diploma binnen de daarvoor geldende tijdsduur
en binnen de bestaande begeleiding die het USG biedt te kunnen halen. Eventuele extra ondersteuning is beperkt in tijd en aard en is bedoeld om de leerling te helpen het onderwijs op eigen kracht en adequaat te kunnen volgen.
Vanaf 1 augustus 2013 is in onze regio ‘passend onderwijs’ ingevoerd. Het
Samenwerkingsverband kent scholen ondersteuningsarrangementen toe. Dat
zijn de geldelijke middelen om leerlingen te ondersteunen (www.sterkvo.nl).
37
Leerlingen met een leerlinggebonden financiering (LGF, cluster 2) of een
ondersteuningsarrangement krijgen een ondersteuner, met wie hij of zij regelmatig contact heeft. Er is meerdere keren per jaar overleg tussen de ondersteuner, de zorgcoördinator of de begeleider Passend Onderwijs. De on-
dersteuner stelt, samen met betrokkenen, een ontwikkelingsplan op. Daarin
staan de acties beschreven die op school worden ondernomen, de afspraken
die zijn gemaakt, enzovoorts. Ondersteuning kan verschillende vormen aannemen, naar gelang de school deze toedeelt. Soms kan een leerling het hele
jaar door een persoonlijke ondersteuner krijgen, maar soms kan de ondersteuning ook aan een groepje van enkele leerlingen gezamenlijk worden gegeven.
Ondersteuning proberen wij binnen de mogelijkheden van de school zoveel
mogelijk op maat te bieden.
Indien naar ons oordeel de toelating van een leerling die extra ondersteuning
behoeft, op basis van een heldere diagnose, een te groot beroep doet op de
beschikbare ondersteuningscapaciteit van de school, kan dat een reden zijn
om een leerling niet toe te laten. Wij gaan er van uit dat ouders, school en
Samenwerkingsverband in goed overleg een geschikte plaats voor iedere leerling kunnen vinden.
38
Huiswerkbeleid
De leerlingen moeten hun huiswerk zelfstandig en goed doen. Maar ook op
het gymnasium zijn er leerlingen die daarin tekortschieten. Dat is in wezen
meestal een gebrek aan discipline, dat wil zeggen dat de leerling nog niet op
eigen kracht het huiswerk doet. Daarom worden in leerjaar 1 tot en met 4 door
de mentor de resultaten bijgehouden op bevorderbaarheid. Indien een leerling
op de ijkmomenten niet bevorderbaar zou zijn, dan moet hij of zij tijdelijk verplicht huiswerk maken op school (of naar een huiswerkinstituut gaan). Blijkt
bij de volgende check dat de achterstand is ingehaald – en heeft de leerling
bewezen goed te hebben gewerkt – dan kan hij of zij het zelfstandig doen.
Huiswerk op school is een oefening, geen straf. Het huiswerkbeleid bevordert
een regelmatige inzet en voorkomt dat leerlingen in de laatste fase van het
schooljaar een inhaalspurt maken. Het is bovendien onderdeel van onze basiszorg voor de leerlingen.
Met ingang van schooljaar 2014 – 2015 zullen twee studievaardighedencoaches geselecteerde groepen leerlingen gericht ondersteunen in het versterken
van hun studievaardigheden. Ook zullen zij vakdocenten en mentoren ondersteunen in het versterken van hun deskundigheid op gebieden als motivatie, onderpresteren en studietechnieken. Met name een deel van de jongens
slaagt er onvoldoende in om hun intelligentie effectief om te zetten in goede
schoolresultaten. Wij proberen een bijdrage te leveren aan het oplossen van
dit probleem, waarbij wij ons realiseren dat het een complex probleem is en
bovendien dat school, ouders en leerling goed moeten samenwerken.
Taal- en rekenbeleid
De overheid heeft taal en rekenen tot essentiële onderdelen van het basisprogramma van scholen verklaard. In de eerste klas volgen leerlingen van wie
de resultaten op de leestoets en het screeningsdictee daar aanleiding toe geven in de tweede helft van het schooljaar een steunuur Nederlands. In klas 4
wordt een rekentest afgenomen. Leerlingen van wie de resultaten onvoldoende zijn, moeten in klas 5 een steunuur rekenen volgen.
39
Overstappen
Soms wil of moet een leerling overstappen naar een andere school. De ouders
zijn in dat geval verantwoordelijk voor een tijdige en correcte aanmelding. Uiteraard ondersteunen wij de overstap waar nodig door middel van informatie.
Steunlessen
Voor zowel onder- als bovenbouw bestaan er voor een aantal vakken (met
name de kernvakken Nederlands, Wiskunde en Engels, waar wij de klassieke talen aan toevoegen) steunlessen. Ieder jaar wordt een schema gepubliceerd van deze steunlessen. Leerlingen kunnen daar gebruik van maken
als zij moeite hebben met een vak. Ook kan een mentor een leerling naar de
steunles sturen.
Vertrouwenspersonen
Er kunnen allerlei redenen zijn om aan te kloppen bij één van de vertrouwenspersonen op school. Alle vragen of klachten worden vertrouwelijk
behandeld. De vertrouwenspersonen kunnen niet altijd alle problemen oplossen maar erover praten kan vaak helpen om op nieuwe ideeën te komen
waar iemand alleen niet op zou komen. Indien nodig en gewenst, kunnen zij
behulpzaam zijn bij doorverwijzen naar deskundigen voor extra hulp. De vertrouwenspersonen zijn Ingrid van Veggel ([email protected])
[email protected]) en Herbert
[email protected]
van Rooijen ([email protected]).
[email protected]
[email protected]).
Brede school academie
Elf basisscholen, het Gerrit Rietveld College, het Christelijk Gymnasium
Utrecht en het Stedelijk Gymnasium werken samen in een bijzonder project:
de Brede School Academie (BSA). De BSA is bedoeld voor talentvolle kinderen uit de groepen 6, 7 en 8 van
de elf basisscholen uit Overvecht, maar ook voor leerlingen in de brugklas
van de drie middelbare scholen die meedoen. Het gaat om kinderen die naar
HAVO of VWO kunnen, maar die soms nog moeite hebben met de taal. Op
de BSA krijgen zij de gelegenheid om te werken aan hun taalvaardigheid,
zodat ze hun talenten volop kunnen ontwikkelen. De BSA geeft les in woordenschat, begrijpend lezen en kennis van de wereld. Allemaal belangrijke
vaardigheden, nodig voor een succesvolle schoolloopbaan. De lessen vinden
plaats na schooltijd, op twee middagen van de week. 40
41
42
43
4. TOETSEN, CIJFERS EN
BEVORDERINGSNORMEN
Algemeen
Er zijn in onder- en middenbouw verschillende soorten beoordelingsprodukten. Er zijn repetities, waarvoor moet worden geleerd en die in een repetitierooster worden opgenomen. Er zijn ook luistertoetsen, opdrachten, presentaties, enzovoorts. Toetsen in al hun verschillende vormen zijn bedoeld om te
kunnen zien en te beoordelen in hoeverre een leerling de kennis en vaardigheden beheerst die nodig zijn voor het gymnasium.
Voor toetsen geldt een aantal algemene regels:
- Een repetitie is een voorbereid schriftelijk werk waarvan de datum is aan
kondigd en dat (minstens) een lesuur in beslag neemt.
- Een schriftelijke overhoring (“s.o.’tje”) is een schriftelijk werk, dat maximaal
een halve les in beslag neemt en waarvoor de voorbereiding de normale
huiswerktijd niet overschrijdt.
44
- De stof voor een repetitie moet door de docent tenminste een week van tevoren zijn opgegeven.
- Tussen de afronding van die stof en de repetitie daarover moet in principe
een lesuur in het desbetreffende vak zitten (om nog vragen te stellen).
- De repetities worden in een repetitierooster opgenomen zodat deze zo goed
mogelijk worden gespreid, de leerlingen zich tijdig kunnen voorbereiden en
de ouders weten wanneer er repetities zijn. Dit rooster wordt ook op de website gepubliceerd.
- Alle repetities zijn gecoördineerd, dat wil zeggen dat in een leerjaar de leerlingen op hetzelfde moment dezelfde repetitie krijgen die volgens dezelfde
normen wordt beoordeeld.
- Het “herkansen” van een tegenvallend resultaat kan, zowel individueel als
klassikaal, alleen in uitzonderlijke gevallen.
- In parallelklassen gelden bij gelijk werk gelijke regels en normering.
- Als een leerling door ziekte of een andere oorzaak een repetitie of proefwerk
heeft gemist, moet hij of zij zelf het initiatief nemen en een afspraak met de
docent maken om het werk zo spoedig mogelijk in te halen. Inhalen van repetities gebeurt tijdens het ingeroosterde inhaaluur, tenzij docent en leerling
iets anders afspreken.
- Een leerling die opvallend vaak ziek gemeld wordt tijdens repetities kan
worden uitgesloten van inhaalrepetities. Eventueel wordt het cijfer 1 toegekend door de afdelingsleider of de conrector. Het is dus belangrijk voor ouders en leerlingen om tijdig en correct contact te hebben met de mentor als
er problemen zijn in verband met toetsen.
- Docenten geven opgaven van repetities altijd terug aan leerlingen, zodat zij
en hun ouders inzicht hebben in de vraagstelling. Dit geldt niet automatisch
voor opgaven van herkansingen en inhaaltoetsen.
- Een overhoring in de onder- en middenbouw heeft altijd het gewicht 1. Een
repetitie, proefwerk, werkstuk of andersoortig groter werk heeft altijd het gewicht 3.
- Omdat wij willen dat onze leerlingen zich in correct Nederlands kunnen
uitdrukken, worden bij alle talen en talige vakken zinsbouwfouten en spelfouten meegerekend. Deze fouten tellen mee tot een maximum van een
punt aftrek op het cijfer (bij het vak Nederlands is er een maximum van twee
punten). Voor dyslectische leerlingen geldt dat alleen regelfouten worden
aangerekend.
45
Eindrapport
Er wordt in onder- en middenbouw één papieren rapport uitgereikt, namelijk
het eindrapport. Gedurende het jaar geldt een voortschrijdend gemiddelde.
Alle cijfers tellen voortdurend mee, waardoor er telkens een nieuwe stand van
zaken (een voortdurend nieuw ‘eindrapport’) is. Leerlingen, ouders en mentor
houden via Magister de vorderingen bij en ondernemen waar nodig gezamenlijk actie. Voor de kerstvakantie en in het voorjaar zijn er leerlingbesprekingen.
Dit zijn twee momenten waarop alle docenten van een klas of cluster individuele leerlingen bespreken.
Doubleren op het USG
Doubleren in leerjaar 1 is dringend ongewenst en daarom niet toegestaan, behoudens uitzonderingsgevallen. De docenten in de leerlingbespreking (voorjaar of eindbespreking) beslissen hierover, vooral op basis van de inschatting
van de resultaten, de werkhouding en de capaciteiten van de leerling. Bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals ziekte kunnen eveneens reden tot
afwijking van de regel zijn.
De docenten van leerjaar 2 tot en met 4 beslissen in hun bespreking van de
leerlingen in het voorjaar over het wel of niet laten doubleren van een leerling. Die beslissing baseren zij vooral op hun inschatting van de resultaten,
de werkhouding en de capaciteiten van de leerling. De mentor brengt deze
beslissing in de vorm van een dwingend advies over aan de leerling en de ouders. De leerling en zijn of haar ouders zullen dit advies opvolgen en uiterlijk
1 mei een aanmelding elders regelen. De eindvergadering zal het advies tot
overstappen bevestigen, daarmee de leerling een doublure onthoudend.
In het geval de docenten besluiten dat een leerling mag doubleren, heeft de
mentor daar tijdig contact over met alle betrokkenen. Leerling en ouders verlenen medewerking aan een succesvolle doublure, waarbij een effectieve invulling van het nieuwe schooljaar centraal staat.
Bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen een reden zijn voor de leerlingbespreking om te besluiten een leerling wel of niet te laten doubleren.
46
Onderbouw
De cijfers op het eindrapport komen tot stand volgens een voortschrijdend gemiddelde: alle cijfers tellen voortdurend mee.
Als een leerling niet alle repetities en proefwerken (tijdig) heeft gemaakt kan
een docent, met name in geval van nalatigheid, in overleg met de afdelingsleider besluiten de leerling geen rapportcijfer toe te kennen. Betreft dit het
overgangsrapport, dan is bevordering naar het volgende leerjaar vooralsnog
niet mogelijk.
Overgangsnormen:
Van leerjaar 1 naar leerjaar 2: maximaal twee tekortpunten (*) en geen 4 op
de lijst.
Van leerjaar 2 naar leerjaar 3: maximaal drie tekortpunten (een 4 is toegestaan).
- Een leerling die respectievelijk drie dan wel vier of meer tekortpunten heeft
op het eindrapport, wordt afgewezen.
- Bij het bevorderingsbesluit wordt uitgegaan van hele eindcijfers. Het eindcijfer is gebaseerd op het op één decimaal afgekapte laatste voortschrijdend
gemiddelde (voorbeeld: 5,4 wordt 5, 5.5 wordt 6).
47
- Op het eindrapport worden de hele cijfers getoond. Bij het nemen van besluiten en het geven van adviezen baseren wij ons in principe alleen op de hele
cijfers.
Wanneer er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan de
leerlingbespreking een besluit nemen buiten de norm. In dat geval kan een
herexamen worden opgelegd, waarbij een leerling een toets aflegt over de
stof van een vak uit dat cursusjaar. Het herexamen levert een nieuw cijfer op,
dat voldoende moet zijn (minimaal 5,5). Indien de rapportvergadering een
leerling een herexamen oplegt, wordt de beslissing over de overgang automatisch uitgesteld tot het begin van het nieuwe schooljaar, nadat op de eerste
schooldag het herexamen is afgelegd.
(*) tekortpunten: 5 = 1 tekortpunt; 4 = 2 tekortpunten, enz.
Middenbouw
Voor de middenbouw gelden dezelfde regels ten aanzien van toetsen als voor
de onderbouw.
De cijfers op het eindrapport komen tot stand volgens een voortschrijdend gemiddelde: alle cijfers tellen voortdurend mee.
Als een leerling niet alle repetities en proefwerken (tijdig) heeft gemaakt kan
een docent, met name in geval van nalatigheid, in overleg met de conrector
besluiten de leerling geen rapportcijfer toe te kennen. Betreft dit het overgangsrapport, dan is bevordering naar het volgende leerjaar vooralsnog niet
mogelijk.
Overgangsnormen:
leerjaar 3:
Een leerling wordt bevorderd naar leerjaar 4 als hij voldoet aan de volgende
criteria:
- in totaal niet meer dan twee onvoldoende eindcijfers;
- niet meer dan twee tekortpunten per vak;
- in totaal niet meer dan drie tekortpunten;
- bij 1 tekortpunt is geen compensatie vereist;
48
- bij 2 of 3 tekortpunten is zodanige compensatie vereist dat het gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers minimaal 6.0 is;
- voor de berekening van het aantal tekortpunten tellen alle vakken van het
betreffende leerjaar mee.
- Bij het bevorderingsbesluit wordt uitgegaan van hele eindcijfers. Het eindcijfer is gebaseerd op het op één decimaal afgekapte laatste voortschrijdend
gemiddelde (voorbeeld: 5,4 wordt 5, 5.5 wordt 6).
- Op het eindrapport worden alleen de hele cijfers getoond. Bij het nemen van
besluiten en het geven van adviezen baseren wij ons in principe alleen op de
hele cijfers.
NB. Bovenstaande geldt niet voor de cijfers van Maatschappijleer en ANW.
Wanneer er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan de
leerlingbespreking een besluit nemen buiten de norm. In dat geval kan een
herexamen worden opgelegd, waarbij een leerling een toets aflegt over de
stof van een vak uit dat cursusjaar. Het herexamen levert een nieuw cijfer op,
dat voldoende moet zijn (minimaal 5,5). Indien de rapportvergadering een
leerling een herexamen oplegt, wordt de beslissing over de overgang automatisch uitgesteld tot het begin van het nieuwe schooljaar, nadat op de eerste
schooldag het herexamen is afgelegd.
Iedere derde klas krijgt vijf modules van ongeveer zes weken Algemene Vorming. Deze bestaan uit Kunst, Kritisch Denken, Muziek en Biologie/Verzorging. De cijfers die de leerlingen hiervoor krijgen worden gecombineerd tot
één eindcijfer, dat als een regulier vak meetelt op het eindrapport.
leerjaar 4:
Voor leerjaar 4 gelden dezelfde bevorderingsnormen als voor leerjaar 3, met
enkele uitzonderingen en aanvullingen vanwege de profielkeuze.
- een leerling wordt voor de bevordering naar leerjaar 5 beoordeeld op de
eindcijfers van alle vakken (zowel de gemeenschappelijke vakken als de keuzevakken).
- het vierde, vijfde en/of zesde keuzevak telt mee bij de overgang, tenzij de
leerling op dat vak niet bevorderd zou worden. In dat geval wordt het keuzevak buiten beschouwing gelaten.
NB. Een vierdeklasser die een vak wil laten vallen kan dat in principe op zijn
49
vroegst na de kerstvakantie doen. Leerlingen worden in klas 3 goed begeleid
in hun profielkeuze en wij verwachten van hen dat zij in klas 4 de gekozen
vakken serieus nemen. Toch kan het soms voorkomen dat een leerling een vak
om goede redenen wil laten vallen. In samenspraak met ouders, mentor en
decaan kan die keuze worden gemaakt.
ANW en Maatschappijleer zijn de enige vakken die ook meetellen voor het
examen en die in leerjaar 4 worden aangeboden (en afgesloten). Daarom verschijnt er vóór 1 oktober van het schooljaar een programma van toetsing en
afsluiting (pta) voor deze vakken, alsmede een schoolexamenreglement.
Een leerling kan aan het eind van het schooljaar één toets ANW of Maatschappijleer herkansen om een onvoldoende voor ANW of Maatschappijleer
te herstellen of om een eindcijfer te verbeteren.
Het schoolexamencijfer voor deze vakken is samen met het cijfer voor het
profielwerkstuk (leerjaar 6) onderdeel van het combinatiecijfer op de eindlijst
van het diploma.
Een leerling die het vierde leerjaar doubleert, maar ANW en/of MIJ heeft afgesloten met minimaal een 7, formuleert met zijn of haar ouders/verzorgers
50
en de mentor een voorstel voor de wijze van omgaan met de nieuwe situatie,
dat vervolgens door de conrector moet worden goedgekeurd. Uitgangspunt is
een volledige, degelijke en zinvolle invulling van het vierde leerjaar. Bij een
eindcijfer lager dan 7 moet de leerling het vak overdoen.
Keuzevak Spaans
Leerlingen uit de middenbouw kunnen als extra vak Spaans kiezen. Ouders
betalen een bijdrage aan deze lessenserie die afhankelijk is van het aantal
deelnemers. Het cijfer wordt in principe op het rapport vermeld, maar telt niet
mee bij de overgang.
Bovenbouw
Het schooljaar is ingedeeld in vijf kwintalen. Voor elke periode is er per vak
een studiewijzer. Daarin staat globaal vermeld wat er van de leerling in dat
kwintaal verwacht wordt. De studiewijzers staan op de elektronische leeromgeving (ELO).
In leerjaar 5 worden het eerste, tweede, derde en vijfde kwintaal afgesloten
met een toetsweek. De overige weken zijn zoveel mogelijk toetsvrij. In leerjaar
6 zijn er toetsweken aan het einde van kwintaal 1, 2 en 3.
Eén keer per schooljaar krijgt de leerling een rapport. In het schoolexamenreglement/Plan van Toetsing en Afsluiting (PTA) is te lezen hoe de eindcijfers
tot stand komen.
In het begeleidingsuur werken de leerlingen een groot deel van het jaar aan
hun profielwerkstuk. Ook is er de mogelijkheid voor leerlingen om vakspecifieke ondersteuning van de begeleiders te krijgen. Het begeleidingsuur kan
ook gebruikt worden voor LOB-activiteiten van de decaan, gastsprekers enz.
De school houdt voor elke leerling een examendossier bij, waar in staat welke
resultaten er zijn gehaald. Er staan dus de cijfers in voor de gewone toetsen,
dat wil zeggen de leerrepetities en de proefwerken, maar ook de cijfers voor
alle praktische opdrachten (werkstukken, verslagen, presentaties, etc.) die
voor het schoolexamen verplicht zijn.
In het reglement van het vierde leerjaar staat duidelijk welke toetsen en praktische opdrachten meetellen voor het examendossier en hoe zwaar ze wegen.
Er is een schoolexamenreglement/PTA voor leerjaar 4 (ANW en Maatschappijleer) en een schoolexamenreglement voor leerjaar 5/6.
51
Uiterlijk per 1 oktober van ieder schooljaar kunnen leerlingen en ouders het
schoolexamenreglement en het daarbij behorende PTA op de website inzien.
De belangrijkste onderdelen worden in het mentoruur en tijdens de informatieavonden besproken. Wij gaan er vanuit dat leerlingen en ouders op de
hoogte zijn van de inhoud.
het vijfde leerjaar
Wanneer aan het einde van de 5e klas aan onderstaande voorwaarden is voldaan vindt geen beoordeling plaats en kan de leerling doorstromen naar de 6e
klas. De voorwaarden zijn:
- gemiddeld cijfer minimaal een 6.0 (gemiddelde van de onafgeronde cijfers);
- geen cijfer lager dan 4.0; dit geldt ook voor het onderdeel van het combinatiecijfer KCV ( voor ANW en Mijleer is bij de overgang van 4 naar 5 aan deze
voorwaarde voldaan);
- alle handelingsdelen naar behoren afgerond.
Leerlingen die niet aan deze criteria voldoen kunnen niet doorstromen naar
klas 6. De rapportvergadering kan bij uitzondering besluiten een leerling die
niet aan de voorwaarden voldoet toch te bevorderen naar leerjaar 6. Prognose,
inzet van de leerling en absentie zullen bij dit besluit een rol spelen.
Leerlingen die voldaan hebben aan de voorwaarden, maar voor de niet afgeronde vakken slechte resultaten hebben, kunnen zelf of op advies van de rapportvergadering besluiten het 5e leerjaar opnieuw te doen.
Leerlingen die doubleren mogen, bij een gelijkblijvend PTA, behaalde resultaten van toetsen en po’s hoger dan een 6.5 laten staan (deze regeling geldt ook
voor leerlingen uit leerjaar 6 die doubleren).
Om ervoor te zorgen dat de leerlingen de stof blijven beheersen worden alle
toetsen opnieuw gemaakt, waarbij het volgende geldt: bij toetsen waarvan
het cijfer (6.5 of hoger) blijft staan, telt het hoogste cijfer.
Elke leerling mag, verspreid over het vijfde en zesde leerjaar, vier herkansingen doen.
Het herkansen van een ingehaalde toets is in principe onmogelijk, omdat het
inhaalmoment samenvalt met het herkansingsmoment (zie voor de gedetailleerde uitwerking het examenreglement).
52
In de tweede helft van het vijfde leerjaar beginnen de leerlingen met een proeve van bekwaamheid: het profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een eigen
onderzoek dat betrekking moet hebben op één van de profielvakken. Tijdens
het begeleidingsuur / mentoruur werken de leerlingen aan het profielwerkstuk. In het zesde leerjaar wordt het maken van het profielwerkstuk afgesloten met een presentatie voor medeleerlingen en ouders/belangstellenden.
Leerlingen kunnen van het Willebrordusfonds een stipendium voor het beste
profielwerkstuk winnen.
Sommige leerlingen besluiten in de bovenbouw van vak te wisselen. De
school probeert dit organisatorisch mogelijk te maken. De financiële consequenties, met name waar het de leermiddelen betreft, zijn voor rekening van
de leerlingen en zijn of haar ouders. De school heeft namelijk de leermiddelen
voor het aanvankelijk gekozen vak reeds betaald en ontvangt een vergoeding
voor één vak.
De LOB-activiteiten in het eindexamenjaar staan in het teken van het definitief kiezen voor een vervolgopleiding. Ook de plaats waar dit gaat gebeuren
53
moet worden bepaald. Net als in het vijfde leerjaar wordt de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels bij de leerlingen zelf gelegd. Mentoren en decanen
stimuleren en begeleiden vanaf de zijlijn. Ter ondersteuning krijgen de examenkandidaten een studiewijzer LOB waarin de verplichte- en keuzeactiviteiten zijn vermeld. Met behulp van hun werkboek, Open Dagen, brochures van
Universiteiten en Hogescholen, het WIO (wegwijs in onderwijs) magazine en
het Toekomst-magazine moeten zij een planning maken van activiteiten die zij
gaan ondernemen om stapsgewijs te komen tot de definitieve keuze van een
vervolgstudie.
54
55
56
57
5. ORGANISATIE
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht / NUOVO
Het USG is één van de scholen die behoren tot ‘NUOVO’. NUOVO staat voor:
Toegankelijk, boeiend en duurzaam openbaar voorgezet onderwijs. Daarbij
zijn talentontwikkeling, samenleven en actief burgerschap binnen een veilige
leeromgeving ingebed in alle onderwijsactiviteiten. NUOVO bestaat uit acht
scholen voor het voortgezet openbaar onderwijs, van gymnasium, havo/vwo,
vmbo tot praktijkonderwijs. Kijk voor meer informatie bij www.nuovo.eu.
Schoolleiding
Hanneke Taat, rector
[email protected]
030 – 2122199
Paula Mostert en Marinde Mastbergen, afdelingsleiders onderbouw
(leerjaar 1 en 2)
[email protected]
[email protected]
030 – 2122199
Erik Kamerbeek, conrector middenbouw (leerjaar 3 en 4)
[email protected]
030 – 2122199
Aad van Diemen, conrector bovenbouw (leerjaar 5 en 6)
[email protected]
030 – 2122199
Coördinatoren
(030 – 2122199)
verzuim:
zorg:
decaan:
Paula Mostert en Marinde Mastbergen
Lilian Blom, [email protected]
Guus Kers [email protected]
en Emiel van Rijsewijk [email protected]
internationalisering:
Deby Ondaatje [email protected]
en Hans Righolt [email protected]
versterkt talenonderwijs: Ewan Clark [email protected]
en Kenneth Gabreëls [email protected]
58
Medezeggenschap
De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit mensen die gekozen zijn uit
de geleding van ouders en leerlingen en uit personeelsleden (PMR). De MR
voert regelmatig overleg met de schoolleiding over diverse schoolzaken en
heeft over een aantal zaken instemmings- dan wel adviesrecht.
Om de leerlingen zoveel mogelijk te betrekken bij de medezeggenschap is
er de leerlingenraad. Er wordt in iedere klas een vertegenwoordiger voor
de leerlingenraad gekozen en uit hun midden wordt een tweetal leerlingen
gekozen om in de MR zitting te nemen. Er zijn per jaar minimaal twee MRbijeenkomsten.
Ouderraad
De ouders van leerlingen van het USG zijn georganiseerd in een vereniging
en kiezen een bestuur dat tevens functioneert als Ouderraad. Deze heeft
als voornaamste taak het beheren van de vrijwillige ouderbijdrage ondergebracht in het zogenaamde Gregoriusfonds. Het bestuur van dat fonds bestaat
uit voorzitter, secretaris en penningmeester van de Ouderraad. De ouderraad
heeft de volgende taken:
Het instellen, in stand houden en beheren van een fonds - genaamd het Gregoriusfonds - waarvoor de gelden worden bijeengebracht door de ouders of
verzorgers van de leerlingen van het Utrechts Stedelijk Gymnasium om daaruit gelden beschikbaar te stellen teneinde het onderwijs aan het USG te ondersteunen, het contact tussen de verschillende geledingen van het USG in
stand te houden, de buitenschoolse activiteiten van het USG te bevorderen,
de tradities die het gezicht van het USG mede bepalen in stand te houden,
de belangen van het USG in het bijzonder en van het Gymnasiaal onderwijs
in het algemeen te verdedigen, andere zaken, het USG betreffende, te bevorderen, die bevorderd dienen te worden naar de mening van de ouderraad, en
waarvoor uit de algemene middelen geen of onvoldoende middelen beschikbaar zijn.
Voorts zijn er het toezicht op het beheer van de gelden van de leerlingenverenigingen van het USG; de belangstelling voor en betrokkenheid van ouders
bij de school in al haar facetten te bevorderen; te bevorderen dat ouders ondersteunende werkzaamheden voor de school kunnen verrichten; activiteiten
59
te organiseren, zoals evenementen voor en door de leerlingen, ouderavonden
en vergaderingen; te functioneren als eerste achterban namens de ouders; de
belangen van de ouders te behartigen bij de medezeggenschapsraad, bij de
schoolleiding en bij het schoolbestuur.
De ouderraad van het USG maakt deel uit van de Landelijke Ouderraad Zelfstandige Gymnasia (LOZG), een vereniging van ouderorganisaties van de
zelfstandige gymnasia in Nederland. De LOZG werkt mee aan de instandhouding van de gymnasiale opleiding en wil de oprichting van nieuwe gymnasia
bevorderen en bovendien draagt zij bij aan de samenwerking tussen de zelfstandige gymnasia. Daarnaast wil de LOZG een (communicatie) platform zijn
voor ouders en toekomstige ouders. Op www.lozg.nl vindt u meer interessante informatie over deze vereniging, over andere gymnasiumorganisaties, over
ouderorganisaties en over onderwijsorganisaties. Ook vindt u er een discussieforum en de laatste belangrijke onderzoeksrapporten.
Mediatheek
De mediatheek is dagelijks geopend van het 2e uur tot en met het 7e uur. In
toetsweken gelden verkorte openingstijden. De bibliotheek bevat boeken voor
onder andere Nederlands, de klassieke en moderne talen, mens- en natuur-
60
wetenschappen, economie, aardrijkskunde en (kunst)geschiedenis. Bovendien
zijn er diverse tijdschriften en een krant aanwezig waarop de school geabonneerd is. Voor de onderbouw is er een grote collectie jeugdliteratuur. Naslagwerken zoals woordenboeken en encyclopedieën worden niet uitgeleend.
Omgangs- en integriteitscode
De omgangs- en integriteitscode heeft tot doel aan alle medewerkers van de
Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs in Utrecht (NUOVO) (inclusief
stagiaires, gedetacheerden en uitzendkrachten) aan te geven hoe medewerkers met elkaar om willen gaan. Ook zien wij graag dat alle medewerkers
actief bijdragen aan wat de scholen van NUOVO willen bereiken: leerlingen
goed voorbereiden op de samenleving en de arbeidsmarkt in Nederland. De
code is te downloaden van www.nuovo.eu/publicaties.
Veiligheidsbeleid
Het USG is een kleine, hechte schoolgemeenschap. Onze leerlingen en medewerkers hebben de wens en de opdracht om zorg te dragen voor eigen en elkaars veiligheid in alle opzichten. Dat betreft zowel sociale veiligheid (respect
tegenover anderen, fatsoen in de omgang met elkaar, behulpzaamheid, enz.)
als fysieke veiligheid.
Sociale veiligheid
Iedere klas heeft een mentor, die in het wekelijks mentoruur o.a. aandacht
besteedt aan een goede omgang tussen leerlingen en tussen leerlingen en
docenten. Een mentor gaat twee jaar met een klas mee, waardoor de bekendheid en vertrouwdheid wordt vergroot. De school kent een intern zorgteam,
bestaande uit enkele ervaren ondersteuners en de zorgcoördinator. Wanneer
er op het punt van veiligheid reden toe is, zal het zorgteam bijdragen aan de
oplossing van een probleem.
Er zijn twee vertrouwenspersonen, die leerlingen of medewerkers die zich onveilig voelen kunnen adviseren of anderszins ondersteunen.
De schoolleiding staat dicht bij de dagelijkse praktijk en is daardoor zowel
voor leerlingen als voor medewerkers effectief benaderbaar en in staat om
adequaat in te grijpen als dat nodig is.
In het schoolreglement zijn de regels opgenomen die gelden ten aanzien van
o.a. veiligheid gedurende schooltijden.
61
Fysieke veiligheid
Circa 20 medewerkers zijn als BedrijfsHulpVerleners (BHV) opgeleid. Elk
schooljaar krijgen de BHV-ers een opfriscursus bestaande uit een theorie- en
een praktijkgedeelte. De hoofdtaak van de BedrijfsHulpVerleners is eerste
hulpverlening bij calamiteiten als brand, ongevallen etc. Dat betekent ook
eerste hulp verlenen bij ongevallen, ontruimen van het gebouw en het informeren van en communiceren met professionele hulpverleners
In het schoolgebouw zijn de volgende algemene veiligheidsvoorzieningen
aanwezig: verbandtrommels, blusdekens, AED, blusmiddelen, oogdouches.
De school beschikt over een ontruimings – en calamiteitenplan dat in het geval van (persoonlijke) calamiteiten wordt toegepast.
Twee keer per schooljaar wordt een brandoefening gehouden (tijdens de eerste schoolweek een aangekondigde oefening en lopende het schooljaar een
onaangekondigde oefening).
Schoolfondsen
De school kent drie fondsen: het Gregoriusfonds, het Hieronymusfonds en
het Willebrordusfonds. De namen zijn ontleend aan de drie heiligen die bij de
stichting van de school in 1474 kandidaat waren om schutspatroon te worden.
De keuze viel toen op Hieronymus, de heilige met de leeuw en de splinter.
Lange tijd heeft de school dan ook Hieronymusschool geheten.
Het Gregoriusfonds werd opgericht in 1946 met het doel “het gemeenschapsleven van de leerlingen te bevorderen en het verenigingsleven te stimuleren”.
Het bestuur, dat bestaat uit leden van de ouderraad, ziet dit als een belangrijke taak. Van de ouders wordt elk jaar per kind een bijdrage voor het fonds
gevraagd van circa € 75,00. Het geld wordt besteed aan de leerlingenverenigingen, culturele activiteiten en materiële steun aan school.
Het Hieronymusfonds is de vereniging van oud-leerlingen, die de band tussen hen en de school wil onderhouden en geld beschikbaar stelt voor zaken
waaraan de schoolgemeenschap als geheel behoefte heeft. Op deze manier
konden in de loop der jaren bijvoorbeeld kunstvoorwerpen, bibliotheekboeken, computers, tuinmeubilair en een kampeeruitrusting worden aangeschaft.
Ook bij een lustrum of een andere speciale feestelijke gelegenheid ontvangt
de school geschenken van dit fonds.
62
Tot 1800 bestond te Utrecht een tehuis voor leerlingen van onze school (toen
nog Hieronymusschool geheten) onder de naam “Collegium Willebrordi ac
domus pauperum”. Toen het tehuis in 1800 werd opgeheven en verkocht,
stichtte men van de vrijgekomen gelden een fonds met dezelfde naam. In 1977
werd het fonds omgezet in een stichting. In het bestuur ervan zitten onder andere twee leden namens onze ouderraad en twee leden van het Willebrordusfonds. Van de opbrengst van het Willebrordusfonds worden werkweken, diesvieringen en lustra ondersteund. Zonodig worden ook aan ouders individueel
bepaalde extra kosten van het volgen van onderwijs (b.v. excursies of schoolreizen) vergoed. Verzoeken daartoe kunnen bij de rector ingediend worden.
Schoolkosten
De overheid financiert het grootste deel van de kosten die gemoeid zijn met het
onderwijs. Maar er zijn activiteiten die wij belangrijk vinden voor goed onderwijs aan onze leerlingen die niet vergoed worden. Daarom zijn er zogenaamde
additionele kosten. Deze kosten zijn vrijwillig maar niet vrijblijvend. De wet
schrijft voor dat een school u de gelegenheid biedt om bij ieder onderdeel uit
dit overzicht aan te geven dat u het niet wilt betalen. Dat betekent dat uw kind
niet deel kan nemen aan deze activiteit en op school een alternatieve activiteit
moet doen. Het spreekt vanzelf dat wij u uitnodigen om akkoord te gaan met
alle voorgestelde activiteiten. Voor een eventuele toelichting kunt u de schoolleiding benaderen. Overigens is de toelating van uw kind niet afhankelijk van
de betaling van de additionele kosten of de vrijwillige ouderbijdrage.
De wet schrijft ook voor dat u een modelovereenkomst krijgt voorgelegd,
een overzicht van de zogenaamde additionele kosten alsmede een verklaring
waaruit blijkt dat de ouderraad akkoord is met de additionele kosten. Deze
stukken vindt u op onze website onder ‘ouders/schoolkosten’. De additionele
kosten zijn voor uw gemak opgenomen in de boekenlijst van firma Iddink. U
kunt daar aankruisen of u akkoord gaat met deze kosten.
Werkweken
De kosten van de verplichte werkweken bedragen circa € 250,00 voor de eerste klas, circa € 210,00 voor de derde klas en circa € 700,00 voor klas vijf. De
kosten van de overige extra activiteiten, zoals de uitwisselingen en de taalreizen, variëren. Bij financiële problemen kunt u voor de kosten van de verplichte
werkweken een beroep doen op het Willebrordusfonds. U kunt daartoe een
schriftelijk verzoek indienen bij de rector.
63
Lesmaterialen
Gratis voor ouders zijn leerboeken, werkboeken, projectboeken, examentrainingen en –bundels, eigen leermateriaal van de school, bijbehorende cd’s en/
of dvd’s die een leerling in dat leerjaar nodig heeft. Atlassen, woordenboeken
en agenda’s zijn niet gratis. Ook zaken als laptops, rekenmachines, sportkleding, gereedschap, schriften/multomappen, pennen en dergelijke zijn voor
rekening van de ouders. Leerlingen van achttien jaar en ouder vallen onder
de regeling “Tegemoetkoming Studiekosten VO 18+”. Hun ouders krijgen voor
hen geen kinderbijslag meer. Op de administratie en/of bij de decaan ligt de
brochure met het aanvraagformulier klaar (inzenden uiterlijk 3 maanden voor
het bereiken van de 18-jarige leeftijd!).
Bij sommig lesmateriaal wordt gewerkt met klassensets. Op school is een
aantal exemplaren aanwezig en door leerlingen te gebruiken. Het betreft bijv.
tabellenboeken (BINAS) en examenbundels. Ons advies aan leerlingen is dit
soort lesmateriaal ook zelf aan te schaffen. Veel leerlingen op onze school volgen extra vakken. Wij vragen in dat geval voor bekostiging van lesmateriaal
een kleine financiële bijdrage.
Sponsoringbeleid
Er is sprake van sponsoring als derden geld, goederen en diensten aan schoolleiding, leraren, onderwijsondersteunend personeel of leerlingen beschikbaar
stellen waar een gevraagde of ongevraagde dienst tegenover staat waarmee
leerlingen in aanraking komen.
Als school vinden wij sponsoring van belang vanwege de wenselijkheid om
aanvullende middelen te kunnen verkrijgen die wij inzetten voor het bekostigen van extra activiteiten of materialen, in relatie tot de doelstelling van de
school en het onderwijs, waarvoor de reguliere bekostiging onvoldoende toereikend of niet is bedoeld. Zo ontvangen wij geld voor advertenties in de leerlingenkrant ‘Apo’ en in het Jaarboek.
Conform de wet hanteert het USG het ‘Convenant scholen voor primair en
voortgezet onderwijs en sponsoring”. In een verklaring van de ouderraad van
het USG is aangegeven dat de school geen sponsoring accepteert die strijdig
is met de regels. Tenslotte hanteert NUOVO een algemeen sponsorbeleid.
Alle documenten vindt u op de website onder ‘ouders / sponsoringbeleid’. Het
sponsorbeleid van het USG is ook opgenomen in het Schoolplan.
64
Toetsing
Per sectie worden de toetsen gemaakt, door een collega tevoren bekeken en
er wordt vooraf een correctiemodel gemaakt. Bovendien hebben onder- en
middenbouw een toetsrooster. Daarin staan alle toetsen voor een leerjaar gepland. Er zijn vier toetsweken, waarin alle of in ieder geval de meeste toetsen
worden afgenomen. De toetsweekindeling van de bovenbouw (leerjaren 5 en
6) wordt in overleg met de leerlingen ingedeeld.
Alle toetsopgaven (uitgezonderd de inhaaltoetsen) worden altijd teruggegeven aan de leerlingen, zodat zij kunnen zien welke (soort) vragen zij wel of
niet goed hebben gedaan en hun voorbereiding of planning kunnen verbeteren. Ook voor ouders is het nuttig om, zeker bij eerste- en tweedeklassers, te
kunnen zien wat er wel of niet goed ging. U kunt uw begeleiding waar nodig
daarop bijstellen. Maar ook als uw kind prachtige cijfers haalt is het goed om
te kunnen zien wat voor soort toetsen er worden afgenomen.
65
Aanmelding
Ons gymnasium biedt een uitstekende opleiding, met een breed aanbod van
vakken en andere onderwijsactiviteiten. Het gymnasium is een optimale basis voor vervolgstudie en werk. Wij spannen ons in om het onderwijs zo goed
mogelijk te laten aansluiten bij de capaciteiten van de leerlingen.
Dat vereist van nieuwe leerlingen dat zij voldoen aan onze toelatingseisen.
Ieder jaar verschijnt tijdig en correct informatie over de toelatingsprocedure
op de website. Het USG is daarbij gebonden aan de regels en afspraken die de
schoolbesturen in Utrecht vastleggen in de zogenaamde ‘POVO-procedure’
(http://20.1swvvo.nl/povo).
Behalve voldoende intelligent moet een leerling ook qua gedrag en houding
geschikt zijn voor onze school. Wij gaan er van uit dat een leerling leergierig is en een brede belangstelling heeft. Hij of zij moet in staat en bereid zijn
om regelmatig en nauwkeurig te werken. De variatie in werkvormen tijdens
de lessen, maar ook de vele buitenlesactiviteiten vragen om een leerling die
zelfstandig is, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar handelen en actief is. Wij dagen onze leerlingen graag uit om het beste uit zichzelf te halen:
intellectueel, sportief en kunstzinnig.
Leren is een wederkerig proces: de docent is enthousiast, deskundig en gericht op de leerling. De leerling is geïnteresseerd, actief en verantwoordelijk,
maar ook flexibel. Dat doet een stevig beroep op de intellectuele en sociale
vaardigheden van leerlingen.
De leerkracht van uw kind, u als ouders en natuurlijk de leerling zelf maken
de afweging die de basis is voor een aanmelding op het USG. Als uw kind is
toegelaten en geplaatst dragen de afdelingsleiders van de onderbouw er samen met de mentoren zorg voor dat er een ‘warme overdracht’ plaatsvindt. In
het contact met de basisschool en in intern overleg wordt bepaald welke klas
de meest geschikte is voor de nieuwe leerling, welke eventuele ondersteuning wordt ingezet, enzovoorts. Zo leren wij onze nieuwe leerling goed kennen. Actuele informatie over de gang van zaken rond aanmelding, toelating
en plaatsing vindt u op de website van school.
66
67
Verenigingen
Op het USG zijn er veel leerlingverenigingen of-teams. Hieronder staan enkele genoemd, maar we hebben ook een economische vereniging (‘FAMA’) en
een toneelvereniging (Lampomene), een eersteklasband, enz. Er is ook een
horecateam en een technisch team.
AMOR is de muziekvereniging van het USG. De letters A.M.O.R. staan voor
‘Ars Musica Optima Rerum’, wat zoveel betekent als: ‘de kunst van de muziek
gaat boven alles’. AMOR organiseert muziekavonden op school, die door iedereen bezocht kunnen worden en waaraan ook door iedereen meegedaan
kan worden. Op de AMOR-avonden kunnen leerlingen van het USG die een
instrument spelen of kunnen zingen wat van zich laten horen. Hierin wordt
geen onderscheid gemaakt in niveau of klas, waardoor er op AMOR-avonden
altijd een gezellige, ontspannen sfeer heerst. In de pauze is er gelegenheid
een drankje te kopen bij de bar.
De AMOR-avonden worden altijd op een vrijdag gehouden en beginnen om
20:00 uur (vanaf 19:30 uur is iedereen welkom). Rond 22:30 uur zijn de optredens klaar en is er gelegenheid tot napraten. De AMOR-avonden zijn vooral
bedoeld voor de klassieke muziek, maar andere muziekvormen (bijvoorbeeld
jazz, blues, pop, etc.) worden ook veelvuldig ten gehore gebracht. Het publiek
dat naar deze avonden komt kijken is dan ook divers; uit alle jaarlagen komen
leerlingen kijken en er is ook altijd een aantal leraren dat de avond bezoekt.
Het bezoeken van een AMOR-avond is gratis.
Al ruim zestig jaar bestaat onze schoolkrant, de Apoforeta. De naam luidt
voluit Apoforèta, dat is Grieks voor: klein-cadeautje-dat-je-na-een-feestjemee-naar-huis-mag-nemen. Maar iedereen zegt altijd vertederd of gemakshalve: APO. De APO verschijnt online op de eigen website: www.apoforeta.
com.
Debatvereniging Hybris is opgericht door leerlingen, wordt bestuurd door
leerlingen en bestaat uit ongeveer 15 leerlingen. Het debatteam traint regelmatig om zich tijdens felle discussies en debatten voor te bereiden op de diverse toernooien waaraan het ieder jaar, met veel succes, meedoet.
Sinds de oprichting stond het team elk jaar in de finale van het intergymnasiaal debattoernooi, waaraan de meeste gymnasia van ons land meedoen, won
68
het DSDC (Dutch Schools Debating Championship), bereikte het meermalen
de tweede plaats op het NK voor scholieren (in 2014 de eerste plaats!) en
haalde de kwartfinales van Op weg naar het Lagerhuis. De afgelopen jaren
vertegenwoordigde een aantal van onze debaters zelfs het land op het WK,
o.a. in Zuid-Afrika.
Lestijden
1e
2e
Pauze:
3e
4e
Pauze:
5e
6e
Pauze:
7e
8e
9e
08.25
09.15
10.00
10.20
11.10
11.55
12.20
13.10
13.55
14.05
14.50
15.35
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
09.10
10.00
10.20
11.05
11.55
12.20
13.05
13.55
14.05
14.50
15.35
16.20
NB. Het 8e en 9e uur zijn geen reguliere lesuren, maar maken onderdeel uit
van de ‘bandbreedte’. Dit zijn lesuren die beschikbaar zijn voor – vrijwillige en
verplichte – activiteiten zoals vergaderingen door leerlingen, activiteiten in
het kader van het Homerusprogramma, ondersteuning van leerlingen, debattrainingen, enzovoorts. Waar nodig hebben vierde-, vijfde- en zesdeklassers
het 8e uur wel les.
69
70
71
72
6. SCHOOLREGELS
Onze school is een overzichtelijke gemeenschap waarin leerlingen en medewerkers intensief samenleven en werken. Regels zijn noodzakelijk om dit
samenleven mogelijk te maken. Bovendien vinden wij het belangrijk om een
goede sfeer en gedeelde verantwoordelijkheid samen te laten gaan.
De algemene stelregel is: respecteer elkaar, wees redelijk en houd eigen en
andermans rechten én plichten in het oog.
Te laat komen
Als je te laat komt, moet je je de volgende dag om 08.00 uur melden bij de
conciërge.
Bij drie of vier keer te laat komen in de periode voor of na de kerstvakantie
moet je je een week lang om 08.00 melden.
Kom je in de periode voor of na de kerstvakantie zes keer te laat, dan krijg je
een vierkant rooster opgelegd. Je moet je een week lang om 08.00 uur en om
16.30 melden.
Blijf je ondanks deze maatregelen te laat komen, dan volgt schorsing.
Als je ver van school woont en de verbindingen zijn dusdanig slecht dat je, ondanks vroeg opstaan, toch soms te laat komt, kunnen je ouders een brief schrijven aan de afdelingsleider of de conrector. Je krijgt dan een speciaal pasje van
de conciërge. Dit pasje geldt alleen voor het eerste lesuur (dat om 08.25 uur
begint.)
Leerlingen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt kunnen zelf absentiebriefjes schrijven en ondertekenen. Bij misbruik kan hiervan worden afgeweken.
De leerling die 18 jaar of ouder is en ten onrechte naar het oordeel van de
school teveel lessen verzuimt, wordt in eerste instantie ondersteund in het verbeteren van zijn of haar gedrag. De ondersteuning wordt in een serie afspraken
vastgelegd. Leidt de steun van school echter niet tot voldoende verbetering en
volhardt de leerling in ongeoorloofde absentie, dan kan de school de leerling
met ingang van het volgende schooljaar uitschrijven. Een volwassen leerling
heeft volwassen rechten en plichten. Ingeschreven blijven staan op de school
betekent voldoen aan de eisen die de school stelt aan een leerling.
73
Ziekte
Als je door ziekte niet naar school kunt komen, dan moeten je ouders dit ’s
ochtends tussen 08.00 en 08.25 uur of anders zo spoedig mogelijk daarna die
dag telefonisch of per mail ([email protected]) aan school doorgeven. Dat
geldt voor iedere dag dat je ziek bent.
Afspraken met de huisarts, de orthodontist, etc. moeten buiten schooltijd worden gemaakt. Als dit echt niet kan, geef dan tenminste een dag tevoren een
briefje van je ouders bij de conciërge af. Als je door zo’n afspraak een repetitie of een proefwerk mist, dan neem je tijdig contact met je docent op om de
toets in te halen.
Leerlingen die veelvuldig ziek worden gemeld kunnen bij de leerplichtambtenaar worden gemeld, indien er door de schoolarts geen medische verklaring wordt afgegeven, indien ouders twee maal niet zijn verschenen bij een
afspraak met de schoolverpleegkundige, de schoolarts of een andere ondersteunende instantie of indien ouders twee maal het advies van de school tot
doorverwijzing naar de schoolverpleegkundige, de schoolarts of een andere
ondersteunende instantie niet opvolgen.
Ziek naar huis
Een leerling die gedurende de dag ziek naar huis wil, meldt zich bij de schoolleider van zijn of haar afdeling. Als de schoolleider akkoord is met het vertrek
van de leerling, dan belt de leerling eerst met de ouders. Voor onderbouwleerlingen geldt dat de ouders moeten instemmen met het zelfstandig naar
huis gaan van de leerling. Als deze instemming er niet is, moet de leerling op
school blijven. Oudere leerlingen reizen op eigen verantwoordelijkheid naar
huis. Iedereen die naar huis reist vanwege ziekte belt na aankomst de school
om te melden dat hij of zij veilig is aangekomen.
Leerlingen worden geacht alle schooldagen van 08.00 uur tot 17.00 uur beschikbaar te kunnen zijn voor school.
Bovenbouwleerlingen die informatiedagen van vervolgopleidingen bezoeken,
doen dit uitsluitend na vooraf toestemming daarvoor te hebben gekregen van
de decanen.
74
Ongeoorloofd verzuim
Bij ongeoorloofd verzuim wordt het volgende stappenplan gehanteerd (behalve in dwingende bijzondere omstandigheden):
1e constatering: gespijbelde uren dubbel inhalen op een door de school te bepalen moment
2e constatering: gespijbelde uren dubbel inhalen; gesprek mentor en leerling;
ouders worden door de mentor via mail ingelicht, ook over een eventuele volgende stap.
3e constatering: interne schorsing van de leerling; ouders worden schriftelijk
geïnformeerd.
4e constatering: leerling wordt aangemeld bij de leerplichtambtenaar; eventueel gesprek tussen leerling en leerlingbegeleider; gesprek met ouders op
school. Bij voortdurend ongeoorloofd verzuim zal het zorgteam uitkijken naar
een andere onderwijsplek voor de leerling.
De leerplichtambtenaar
Een school moet volgens bepaalde richtlijnen ongeoorloofd verzuim door een
leerling verplicht melden bij de leerplichtambtenaar van zijn of haar woonplaats.
Zo’n melding kan een school ook op eigen initiatief doen, wanneer de schoolbetrokkenen menen dat daar reden toe is. Dat kan zijn spijbelgedrag, maar
ook persoonlijke problemen of een lastige thuissituatie, waardoor de leerling
verzuimt. De leerplichtambtenaar heeft de bevoegdheid om sancties toe te
passen (proces-verbaal, boetes of een HALT-straf), maar kan ook hulpverlenend optreden. Daartoe kan een waarschuwend of hulpgericht gesprek thuis
worden gevoerd, kan advies worden gegeven of hulp worden geboden.
Rij-examens onder schooltijd
Leerlingen uit klas 4 en hoger die onder schooltijd een praktijk- of theorieexamen voor scooter of auto willen afleggen mogen dit doen, mits er vooraf
een verlofverzoek van de ouders is en de lesuitval minimaal en passend is. Wij
hanteren hierbij de leidraad van het Regionaal Bureau Leerplicht.
75
Aanpak verzuim door Jeugdgezondheidszorg
Om onnodige schooluitval zoveel mogelijk te voorkomen, is samen met de afdeling Leerplicht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de afdeling
Jeugdgezondheidszorg van de GG&GD (afdeling JGZ), een nieuwe aanpak van
verzuim ingevoerd.
Doel van de aanpak is om leerlingen die meer dan gemiddeld wegens ziekte
van school verzuimen, vroegtijdig in contact te brengen met de jeugdarts of
jeugdverpleegkundige en zo te voorkomen dat schoolverzuim uitmondt in
schooluitval.
De afspraken met de afdeling JGZ houden in dat leerlingen die na de tweede
helft het school jaar meer dan gemiddeld ziek zijn geweest, of leerlingen die
langdurig ziek zijn, een uitnodiging krijgen voor een bezoek aan de jeugdarts
of jeugdverpleegkundige. De rol van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige is
om na te gaan welke problemen bij de leerling hebben geleid tot het ziekteverzuim en welke mogelijkheden er zijn om die problemen op te lossen.
Uiteraard mag één van de ouders of verzorgers bij het gesprek aanwezig zijn.
U kunt ook op eigen initiatief contact opnemen met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Indien niet op de oproep wordt gereageerd wordt de leerling
op school een keer uit de klas gehaald en naar de jeugdarts of jeugdverpleegkundige gestuurd.
Alles wat met de jeugdarts of met de jeugdverpleegkundige wordt besproken is strikt vertrouwelijk. Zonder toestemming van de leerling geeft de
jeugdarts of de jeugdverpleegkundige geen informatie door aan de school.
De jeugdarts of de jeugdverpleegkundige geeft wel altijd een advies aan de
school over hoe verder te handelen.
Het team van de afdeling JGZ dat voor onze school werkt bestaat uit Anke
van de Haar, jeugdverpleegkundige en Kristel Cremers, jeugdarts, Henrietta
de Graaf is de assistente. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
de mentor.
Verzuimcoördinatoren
Paula Mostert en Marinde Mastbergen zijn als verzuimcoördinatoren degenen die het leerlingverzuim controleren en waar nodig, eventueel in samenspraak met de conrector, maatregelen nemen.
76
Verlof
Verlof dient minstens een week van tevoren via een daarvoor bestemd formulier te worden aangevraagd bij de afdelingsleider (onderbouw) of de conrector
van de betreffende afdeling. Dit formulier kan worden opgehaald bij de administratie of worden gedownload van de website.
Scholen moeten zich bij het verlenen van bijzonder verlof houden aan de leerplichtwet. Deze bepaalt dat verlof alleen kan worden verleend in de volgende
gevallen: ziekte van een leerling, het vervullen van plichten voortvloeiend uit
godsdienst of levensovertuiging, de leeftijd van de leerling, vakantie buiten
de vastgestelde schoolvakanties indien de specifieke aard van het beroep van
één van de ouders hen slechts in staat stelt buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan, andere gewichtige omstandigheden (o.a. verhuizing, het bijwonen van huwelijken van directe familie, ambts- en huwelijksjubilea).
Het vertrek naar een vakantiebestemming valt uitdrukkelijk buiten de termen
van de wet. Verzoeken om bijzonder verlof voor meer dan tien dagen dienen
minimaal een maand tevoren bij de leerplichtambtenaar van de woonplaats
te worden aangevraagd.
Bij constatering van ongeoorloofd verzuim en te vaak te laat komen door leerplichtige leerlingen is de school verplicht hiervan melding te maken bij de
leerplichtambtenaar.
Feesten
Een klassenavond is een duidelijk als zodanig bekend gemaakte activiteit,
waar de gehele klas aan deel kan nemen, waar de mentor of een andere docent
bij aanwezig is en waarvan de ouders tijdig op de hoogte zijn gesteld, inclusief
locatie en route. De eindtijd ervan ligt bij de eerste klassen tussen 23.00 en
24.00 uur.
Een schoolfeest is een met toestemming van de schoolleiding en deugdelijk
georganiseerd feest, waar voldoende toezicht is. De reguliere schoolfeesten
worden georganiseerd door de feestcommissie, bestaande uit docenten en
leerlingen.
Leerlingen en docenten getroosten zich veel moeite en tijd om de feesten te
organiseren en wij verlangen van leerlingen dat zij daar met respect mee om
77
gaan. Wij gaan er van uit dat leerlingen zich niet alleen tijdens het feest maar
ook daarvóór en daarna correct gedragen. Leerlingen die naar het oordeel van
de feestcommissie niet toelaatbaar zijn tot een schoolfeest kan de toegang tot
dat feest worden ontzegd.
Bij wangedrag nemen de begeleiders van de feestcommissie contact op met de
ouders en dienen de ouders direct hun kind op te halen. Als ouders beslissen dit
niet te doen, dan eindigt op dat moment de verantwoordelijkheid van de school
voor deze leerling.
Op wangedrag staat een verbod op het bezoeken van het volgende of meerdere
volgende feesten. De begeleiders van de feestcommissie nemen deze maatregel zelfstandig en worden in principe altijd gesteund door de schoolleiding.
De schoolregels zijn ook van toepassing op de schoolfeesten.
Dat betekent onder andere dat alle schoolfeesten alcoholvrij zijn.
Alle andere feesten vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de school,
tenzij uitdrukkelijk aangegeven door de schoolleiding.
Afwezigheid van de docent
Het komt soms voor dat de docent te laat is vanwege surveillance of iets dergelijks. In dat geval wacht je (zonder lawaai te maken) maximaal tien minuten.
Is de docent er dan nog niet, dan gaat de klassenvertegenwoordiger naar de
roostermaker om te informeren. Zij of iemand van de schoolleiding zal beslissen wat er gebeurt. Als er (klas 3 en hoger) sprake is van een tussenuur dan ga
je naar de kantine of de studieruimte
Verwijdering uit de les
Wij gaan er van uit dat iedere leerling zich correct gedraagt en niet de les verstoort door wangedrag, ook niet door storend gedrag of kennelijke desinteresse. Een ongestoorde voortgang van de lessen is noodzakelijk voor leerlingen
en docenten. Bovendien moeten leerlingen respect tonen voor de docent en rekening houden met klasgenoten. Wie dit respect niet toont en de les verstoort,
kan worden verwijderd.
Bij lesverwijdering meld je je bij je afdelingsleider (onderbouw) of bij de conrector (midden- en bovenbouw) of, als deze er niet is, bij een ander lid van de
78
schoolleiding. De afdelingsleider of de conrector kan contact opnemen met je
ouders en er wordt altijd een sanctie opgelegd. Dat kan zijn (langdurige) milieudienst, een bijzondere opdracht of een schorsing. Daarnaast neem je het
initiatief tot een gesprek met de docent. Tenslotte is het in jouw én zijn of haar
belang dat je ondanks het incident weer de lessen kunt volgen.
Gedrag tijdens de les
Bij leswisselingen ga je direct naar de volgende les. Is de docent er nog niet,
dan wacht je rustig op de gang tot hij of zij arriveert. De docent moet de les binnen enkele minuten kunnen beginnen en leerlingen zorgen ervoor dat dit kan.
Je bent stil en aandachtig tijdens uitleg en instructie, opdat jijzelf én anderen
goed kunnen werken. Aan het einde van de les ga je niet bij de deur dringen,
maar blijf je zitten tot de bel gaat. De docent zal hier op toezien. Leerlingen
mogen niet voortijdig het lokaal verlaten, vanwege onrust op de gangen en het
storen van andere klassen.
79
Gedrag buiten de les
Ook buiten de lessen om gaan wij er van uit dat je je fatsoenlijk gedraagt. Dat
betekent: niet rennen en duwen, niet schreeuwen, geen grove taal gebruiken,
niet zogenaamde grappen maken die tot ruzie leiden, enzovoorts. Houd rekening met een ander zoals jij ook wilt dat een ander dat met jou doet.
Zorg voor het schoolgebouw
Tijdens pauzes mag je alleen op de begane grond verblijven. Je draagt zorg
voor het schoolgebouw. Dat betekent o.a. dat je niets bekladt of beschadigt.
Ook zorg je ervoor dat afval in de afvalbakken wordt gegooid.
Om vervuiling tegen te gaan, is het verboden om grootverpakkingen op het
schoolterrein mee te nemen (flessen frisdrank, zakken chips, pakken koeken,
enz.). Doe je dat toch en word je betrapt, dan moet je de verboden spullen direct weggooien en corvee doen.
Behalve voor het schoolgebouw zorg je ook voor de omgeving daarvan. Bezorg
de buurtbewoners geen last, maak geen lawaai en vervuil de omgeving niet.
Jassen moeten aan de kapstok worden gehangen of op de lockerkasten gelegd
en horen niet in het lokaal. Tassen horen op de grond en niet op de banken. Petten en andere hoofddeksels horen thuis of in de locker en zijn in het gebouw
verboden. Kauwgom is verboden op school, zowel binnen als buiten de lessen.
Mobiele telefoons
Gebruik van een mobiele telefoon tijdens de les is niet toegestaan, tenzij de
docent ermee instemt. Bij misbruik zal de docent de mobiele telefoon innemen
80
en afgeven bij de administratie. Je kunt hem daar na 16.15 uur ophalen. Bij herhaald misbruik kan de afdelingsleider of de conrector besluiten de mobiele telefoon langere tijd in beslag te nemen.
Tijdens toetsen zijn mobiele telefoons, mp3-spelers en soortgelijke apparaten
verboden in het lokaal. Je laat deze thuis of in je locker.
Digitale media
Apparaten zoals mobiele telefoons, camera’s, mp3-spelers, enzovoorts zijn behalve prettig om naar te kijken of te luisteren ook erg handig. Maak er verstandig gebruik van en er is niets aan de hand. Muziek is echter verboden tijdens
de lessen. Alleen met toestemming van de docent mag je muziek luisteren.
Buiten de les mag je natuurlijk naar muziek luisteren, mits anderen daar geen
last van hebben.
Er zijn helaas ook vervelende, oneigenlijke vormen van gebruik van dit soort
apparaten. Je kunt er de les mee verstoren, anderen afleiden of lastigvallen,
kwetsen of schaden. Daarom is het verboden om opnames (in beeld of geluid)
van anderen op school te maken of te publiceren zonder zijn of haar toestemming. De schoolleiding heeft het recht om belastende informatie in beslag te
nemen of te (laten) vernietigen. De schoolleiding zal in geval van misbruik op
dit gebied maatregelen nemen of aangifte doen bij de politie.
Alcoholbeleid
Het USG voert een strikt alcoholbeleid. Dit houdt in dat wij ons houden aan de
wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar en daarbij hebben bepaald dat alle leerlingen geen alcohol mogen nuttigen of in bezit hebben tijdens schoolactiviteiten, zowel in als rondom de school, op schoolfeesten en tijdens (buitenlandse)
excursies, reizen of uitwisselingen. Bij overtreding van deze regel zullen wij
gepaste maatregelen nemen, variërend van om 08.00 uur melden of de volgende avond ‘thuis’ blijven tot het niet mogen bezoeken van schoolfeesten of
een meerdaagse schorsing. Ouders en leerlingen worden vooraf op de hoogte
gesteld van deze mogelijke sancties.
81
Bij alle gelegenheden geldt dat er gebruik kan worden gemaakt van een blaastest. Leerlingen die zich schuldig maken aan alcoholgebruik tijdens schoolfeesten worden hetzij aan de deur geweigerd hetzij verwijderd. De rector kan bij gelegenheid een uitzondering maken op de regel dat alcohol niet is toegestaan.
De school draagt zorg voor adequate voorlichting over o.a. alcohol.
Rookvrije school
Het USG is een rookvrije school, wat betekent dat er in en rond het schoolgebouw (op het schoolterrein) niet mag worden gerookt.
Lichamelijke opvoeding
De lessen LO zijn in principe voor iedere leerling verplicht. Als een leerling
voor een langere periode op medische indicatie niet aan de lessen LO kan
meedoen, verwacht de conrector een schriftelijke toelichting van een van de
ouders. Daarnaast kan eventueel een doktersverklaring gevraagd worden.
Kun je incidenteel niet met een les meedoen, dan meld je je aan het begin van
die gymnastiekles met een briefje van thuis bij de docent. Deze kan van je verlangen bij de les aanwezig te blijven als assistent of als toeschouwer.
Huiswerk en toetsen
Leerlingen behoren het opgegeven huiswerk te leren en te maken. Werkboeken
en schriften of mappen behoren in orde te zijn. Docenten zullen hierop toezien.
Wie door ziekte of andere redenen een toets heeft gemist moet zelf het initiatief nemen tot een afspraak met de docent over het inhalen daarvan.
Inhalen van toetsen onderbouw en middenbouw vindt plaats op een vast ingeroosterd inhaaluur . Je moet deze tijd vrijhouden (van zaken zoals trainingen,
lessen en doktersafspraken). Wanneer een leerling opvallend vaak een toets
mist zal de mentor contact opnemen met hem of haar en de ouders. Indien nodig zal de afdelingsleider of de conrector het recht op inhalen laten vervallen
en het cijfer 1 toekennen.
Een leerling die niet tijdig ziek wordt gemeld, niet tijdig een afspraak met de
docent heeft gemaakt of anderszins incorrect handelt zet zijn recht op inhalen
op het spel. Desnoods kan de docent in overleg met de afdelingsleider of de
conrector het cijfer 1 toekennen voor de betreffende toets.
Hetzelfde geldt voor het te laat inleveren van een toets, opdracht of werkstuk.
Fraude
Van fraude is sprake wanneer je op welke manier dan ook een schoolwerk op
oneigenlijke manier maakt. Dat kan door spieken, overnemen, misbruik van je
mobiel, enz.
82
Wanneer tijdens het maken van een toets in klas 1 tot en met 4 de surveillant
fraude constateert, dan meldt de surveillant de fraude bij de vakdocent, die
vervolgens het cijfer 1 toekent. Hij of zij meldt dit aan de mentor en de afdelingsleider of de conrector.
Wanneer in andere gevallen fraude voldoende aannemelijk is gemaakt, zulks
uiteindelijk ter beoordeling van de schoolleiding, wordt eveneens het cijfer 1
toegekend. Zie voor fraude bij schoolexamentoetsen de betreffende schoolexamenreglementen.
Geweld, diefstal en drugs
Wij prijzen onszelf gelukkig dat ernstige vormen van wangedrag niet voorkomen. Maar omdat wij ons realiseren dat onze school midden in de samenleving staat moeten ook wij ten aanzien van deze zaken duidelijke regels stellen. Agressie jegens medewerkers en medeleerlingen, het bezit en gebruik
van wapens en het bezit of gebruik van dan wel handel in drugs is verboden
en zal leiden tot schorsing of verwijdering van school. De schoolleiding zal in
deze gevallen contact opnemen met de politie.
De schoolleiding heeft het recht te allen tijde leerlingen de toegang tot de les
of het schoolgebouw te ontzeggen. Ook andere vormen van ernstig wangedrag kunnen leiden tot schorsing of verwijdering, zulks ter beoordeling van de
schoolleiding.
83
Rechten schoolleiding
De schoolleiding heeft het recht om persoonlijke bezittingen van leerlingen
(waaronder begrepen de inhoud van lockers) in beslag te nemen of te inspecteren. De schoolleiding kan dwingend ingrijpen ten aanzien van kleding of attributen van leerlingen indien deze strijdig zijn met hetgeen wij als fatsoenlijk
achten, indien kleding of attributen agressief zijn of lijken of indien kleding of
attributen gevaar voor leerlingen en medewerkers opleveren.
In en rondom het gebouw
Net als bij het gedrag tijdens en buiten de lessen geldt, gaan we er ook ten
aanzien van het gebouw van uit dat je je fatsoenlijk gedraagt. Wij hebben een
mooi schoolgebouw, dat iedere dag wordt schoongemaakt en het is in ons aller belang om daar aan mee te werken. Dat betekent dat je alles wat tot het
gebouw behoort schoon en onbeschadigd laat.
Docenten kunnen als dat nodig is leerlingen het lokaal laten schoonmaken.
Dat kan ook tijdens een pauze of na schooltijd. Alle leerlingen hebben één dag
per jaar schoonmaakdienst op de begane grond.
Mediatheek en studieruimtes
De mediatheek is een ruimte waar leerlingen niet alleen komen om te studeren of om zich te verdiepen in boeken of tijdschriften, maar ook om gebruik te
kunnen maken van de computers. Daarnaast biedt de mediatheek de leerlingen de mogelijkheid zich te ontspannen op momenten dat ze even niet met
de lessen bezig zijn.
In de mediatheek kunnen de leerlingen informatie vinden zoals Nederlandseen buitenlandse literatuur met bijbehorende documentatie; naslagwerken; informatie voor werkstukken; informatie en studiemateriaal via databanken en
andere digitale bronnen
Er dient verstandig gebruik gemaakt te worden van deze voorzieningen. De
school heeft er een aantal spelregels voor opgesteld. De mediatheek is elke
dag van het tweede tot en met het zevende uur open en wordt beheerd door
mw. E. Hartman en mw. I. Verveen.
Gebruik computers en netwerk
Leerlingen mogen gebruik maken van schoolcomputers en het schoolnetwerk.
Uiteraard is het de bedoeling dat dit gebruik schoolwerk betreft, maar een be84
scheiden gebruik voor vermaak is toegestaan. Verboden is echter het installeren en registreren van spellen of andere programma’s en het bovenmatig
belasten van het netwerk en de computers.
Uiteraard gelden regels van correct gebruik van computers en internet op
alle plaatsen en momenten waar leerlingen gebruik maken van schoolvoorzieningen.
Rond het gebouw
Je fiets zet je uitsluitend in de stalling, liefst met een dubbel slot. Je gaat de
school binnen via de tuin, loopt over de paden en je stoort niet de lessen.
Tijdens pauzes en na schooltijd zorg je ervoor dat je geen overlast bezorgt
in de buurt. Dat houdt uiteraard ook in dat je de omgeving niet vervuilt. De
schoolleiding zal maatregelen nemen als dat nodig is. Je bent aansprakelijk
voor je gedrag, ook buiten de school.
85
Lockers
Er is voor iedere leerling een locker om kostbare spullen veilig in weg te bergen, boeken in te bewaren, enzovoorts. Uiteraard is het niet toegestaan om
gevaarlijke of verboden spullen in je locker te bewaren. Als daar een redelijk
vermoeden toe is, kan de schoolleiding of de conciërge een locker inspecteren
en spullen in beslag nemen.
Leerlingen betalen jaarlijks een bedrag voor het gebruik van de locker. In de
eerste klas moet een borg worden betaald, bij vertrek van school ontvangt de
leerling de borg terug.
Aansprakelijkheid
Leerlingen en medewerkers worden geacht zorg te dragen voor elkaar en voor
het schoolgebouw. Iedereen heeft recht op een prettig en veilig schoolleven
en iedereen draagt daarvoor zijn verantwoordelijkheid.
De leerlingen worden aansprakelijk gesteld voor alle schade die zij aan het gebouw, het meubilair en de leermiddelen toebrengen. De ouders worden daarvan in kennis gesteld.
De school doet alles wat als redelijk en billijk kan worden geacht om risico’s in
de school te voorkomen, hetgeen ieders medeverantwoordelijkheid voor eigen
en andermans veiligheid onverlet laat.
De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of diefstal voortvloeiend uit gedrag van leerlingen, tenzij sprake is van kennelijke onwil of nalatigheid door een medewerker.
De school aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor handelingen van leerlingen tijdens afwezigheid zonder toestemming van de schoolleiding.
De school is niet aansprakelijk voor vermissing, diefstal van of schade aan eigendommen van leerlingen.
Publicatierecht
De school behoudt zich het recht voor om alle beelden die tijdens schoolactiviteiten worden gefotografeerd of gefilmd te gebruiken voor publicitaire doeleinden in het belang van de school. Leerlingen en ouders die daar principiële bezwaren tegen hebben dienen deze schriftelijk kenbaar te maken bij de conrector.
Gezichtssluier
Het is verboden om op school een gezichtsbedekkende sluier te dragen. Wij
hechten veel waarde aan een open communicatie en dat betekent onder andere dat eenieder de identiteit van een leerling moet kunnen vaststellen. Bovendien is het voor docenten noodzakelijk dat zij kunnen vaststellen of een leer86
ling de les volgt en dat zij met de leerling op een effectieve wijze kunnen communiceren. Overigens is nonverbale communicatie essentieel voor het contact
op school en een gezichtsbedekkende sluier belemmert deze.
Portretrecht
Het is leerlingen verboden om opnames te maken van anderen zonder zijn of
haar toestemming. Ook is het verboden om opnames van anderen die tijdens
schooltijd zijn gemaakt te publiceren zonder zijn of haar toestemming.
Bij misbruik van opnames van anderen, zulks ter beoordeling van de schoolleiding, zullen sancties worden getroffen, inclusief eventuele verwijdering. Het
ongevraagd publiceren van afbeeldingen van andere personen is bovendien
een schending van het portretrecht.
Digitaal pesten
Wij vinden het vanzelfsprekend dat je op een respectvolle manier omgaat
met anderen. Dus misbruik je niet computers in het algemeen en internet in
het bijzonder om anderen te belasteren. Het misbruik van schoolcomputers
of andere media voor digitaal pesten is verboden en leidt tot sancties. Het
bedreigen van leerlingen of medewerkers of de school als zodanig door middel van sociale media of langs welke weg dan ook is verboden, zal leiden tot
sancties en de schoolleiding kan aangifte doen bij de politie.
Werkweken en uitwisselingen
Wangedrag tijdens werkweken of internationale uitwisselingen zal leiden
tot verwijdering door de staf. De staf neemt in dat geval, na overleg met de
schoolleiding, contact op met de ouders. Deze worden geacht hun kind op te
halen dan wel zorg te dragen voor alternatief vervoer naar huis. De kosten
van deze gedwongen terugreis zijn voor de ouders, inclusief de kosten van
een eventueel meereizende medewerker.
Videobewaking
Voor de veiligheid van leerlingen en medewerkers zijn er in het schoolgebouw camera’s geplaatst. De beelden daarvan worden normaliter uiterlijk
één maand bewaard en daarna vernietigd. Indien nodig worden camerabeelden door de schoolleiding gebruikt om op te treden tegen personen die zich
misdragen. Slechts de schoolleiding of personen die op haar gezag opereren
kunnen camerabeelden zien en gebruiken. Camerabeelden kunnen worden
overgedragen aan de politie.
87
88
89
7. COMMUNICATIE
Communicatie is de basis van het schoolleven. Leerlingen, docenten en ouders hebben elkaar nodig. Wij proberen iedereen goed te informeren en wij
streven een open, redelijke en positieve houding na. Dat verwachten wij ook
van leerlingen en ouders. Meestal gaan de dingen goed en verloopt de communicatie vlot, maar soms vindt iemand dat er een probleem is. Wij proberen
problemen constructief te benaderen en verwachten dat ook leerlingen en
ouders een redelijke, vriendelijke en behulpzame houding tonen.
Persoonlijke gesprekken: in het najaar organiseert de school tienminutengesprekken tussen ouders en mentoren. Rond de kerst- en de paasvakantie
zijn er tienminutengesprekken tussen ouders en docenten.
Mentoren, leerlingondersteuners, docenten en schoolleiding voeren vaak en
veelsoortige gesprekken met leerlingen en ouders. Wij stellen deze contacten erg op prijs, mits zij wederkerig, positief en oplossingsgericht zijn.
informatie-avonden: in de eerste schoolmaand is er voor ieder leerjaar een
informatie-avond voor ouders over het betreffende leerjaar. De informatie
van die avond wordt ouders ter beschikking gesteld.
Magister: van alle leerlingen worden de resultaten en absentiegegevens
beschikbaar gesteld op het internet, uiteraard beveiligd tegen oneigenlijk gebruik. Ouders en leerlingen kunnen deze gegevens raadplegen. Zij zijn verantwoordelijk voor een verstandig en correct gebruik ervan. Dat geldt ook
voor de verstrekte inloggegevens.
Website: deze bevat statische informatie over het USG als school in het algemeen - waaronder deze schoolgids – en dynamische informatie, zoals dagroosters, mededelingen, verslagen en foto’s van activiteiten, enzovoorts. De
website is een belangrijke bron van informatie voor leerlingen, ouders en belangstellenden.
90
Vox Hieronymi: is het bulletin van de oudervereniging van het USG, met
daarin informatie over belangrijke gebeurtenissen op school, achtergrondinformatie, data, enzovoorts. Er is ook een website, te weten www.usgvox.nl,
met nog veel meer informatie over het USG en gymnasiale aangelegenheden
in het algemeen.
Klassenouders
Per klas zijn er in leerjaar 1 tot en met 5 twee klassenouders. Zij zijn aanspreekpunt voor ouders. Minstens één keer per jaar voeren de klassenouders
en de schoolleiding overleg.
Actuele informatie via de website
De informatie in deze schoolgids is uit de aard der zaak niet geheel actueel.
Op de website staat deze actuele informatie wel, zoals over activiteitendagen, schoolfeesten, enzovoorts. Daarnaast staan er regelingen en overzichten zoals: examenreglementen en pta’s, de bijgewerkte jaarplanning, toetsroosters, online inschrijving voor herkansingen en mondelinge toetsen, handleidingen voor het profielwerkstuk.
Protocollen
Pestprotocol: op de website (www.usgym.nl/ouders)
(www.usgym.nl/ouders
www.usgym.nl/ouders) staat het pestprotocol
zoals het USG dat hanteert. U kunt de tekst downloaden.
Protocol informatie gescheiden ouders: ook op de website (www.usgym.nl/
ouders)
ouders staat het protocol waarin wij beschrijven hoe wij omgaan met informatieverstrekking aan o.a. gescheiden ouders.
Klachtenregeling
De school probeert klachten zoveel mogelijk te voorkomen door het onderwijs op een efficiënte en redelijke wijze te organiseren. Door tijdige en effectieve informatie proberen wij alle betrokkenen op de hoogte te stellen van
hetgeen er op school gebeurt. Wij gaan er van uit dat allen die bij school betrokken zijn vanuit een constructieve, verantwoordelijke en redelijke houding
meedenken en handelen. Mocht zich echter toch een klacht voordoen, dan
moet deze op een correcte wijze worden behandeld. Van klachten kunnen wij
leren en ook daarom nemen wij deze serieus.
91
Meldingen of klachten op pedagogisch en organisatorisch gebied worden in
eerste instantie door de direct betrokkenen afgehandeld. Lukt dat niet, dan
kan men de melding of klacht voorleggen aan de schoolleiding. Leidt ook
deze stap niet tot een voldoende afhandeling, dan kan men zich tot het College van Bestuur wenden (www.nuovo.eu).
(
Uiteindelijk kan een klager zich
wenden tot de landelijke Stichting Onderwijsgeschillen (www.onderwijsgeschillen.nl).
Ook klachten over gedrag van bij school betrokkenen kunnen langs deze weg
aan de orde worden gesteld. Daarbij kan iemand zich tevens wenden tot een
vertrouwenspersoon van de school. Voor klachten met betrekking tot vermeend sexueel misbruik door medewerkers geldt een meldingsplicht voor
alle schoolmedewerkers bij het bevoegd gezag, te weten het College van Bestuur van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht (www.nuovo.
eu). Op deze site kunt u de klachtenregeling van NUOVO downloaden.
Disclaimer
Ofschoon de tekst van deze schoolgids zorgvuldig is samengesteld, kunnen
er geen (onbeperkte en absolute) rechten aan worden ontleend. Waar noodzakelijk en redelijk kan de schoolleiding afwijkend van of aanvullend op de
tekst besluiten nemen.
92
93
Utrechts
Stedelijk
Gymnasium
ien Nijland
Ontwerp: StoereBinken.nl | Foto’s: Annel