Kempensche Tydinghen nr.73

Nr. 73
Oktober – november – december 2013
Kempensche
Tydinghen
HET MEMORIAAL
VAN DE
DOSSINKAZERNE
TE
MECHELEN.
HEDENDAAGSE ARCHITECTUUR VOL
SYMBOLIEK .
Driemaandelijks tijdschrift van de Gidsen van de Antwerpse Kempen.
Verantwoordelijk uitgever: Mil Blancquaert Lange Eerselsstraat 63
Herentals
Inhoud
Woordje van de voorzitter
2
Hernieuwing lidmaatschap 2014
Verslag givakvergadering van 2 december 2013 in ’t Steentje te Turnhout
3
4
Verslag algemene vergadering FTG in St Truiden op 7 december 2013
Ethias toelichting op de verzekering voor de gidsen
Het Memoriaal in Mechelen De Dossinkazerne in Mechelen, het nieuwe
museumgebouw
bOb van Reeth, korte biografie
Lezing over recent werk, het Memoriaal
Interessante weetjes
5
8
10
12
14
35
Woordje van de voorzitter
Beste Givakleden,
Vooreerst aan iedereen nogmaals onze beste wensen voor en goede gezondheid,
veel geluk en veel interessante gidsbeurten in 2014.
2014 is gestart. Dit betekent dat de herdenking van den Grooten Oorlog volop in de
belangstelling zal staan. Ook in onze regio zullen er heel wat evenementen
plaatsvinden, waaraan gidsen hun medewerking verlenen.
Zoals jullie reeds weten zullen we gedurende twee jaar voor onze bijscholingen
voornamelijk werken rond architectuur, met in het bijzonder uit de 19de eeuw en de
hedendaagse architectuur.
In dit kader hebben we contact opgenomen met ArTur om samenwerkingsmogelijkheden te onderzoeken.
In deze Tydinghen een zeer interessant artikel van de heer bOb van Reeth over de
realisatie van het nieuwe Memoriaal.
Veel leesgenot met deze Kempensche tydinghen.
Jullie voorzitter
Mil Blancquaert
2 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Het nieuwe jaar is gestart, en is het belangrijk om het lidmaatschap bij uw
gidsenvereniging te hernieuwen.
Zoals vorig jaar willen we jullie uitnodigen dit zo vlug mogelijk in orde te
maken, zodat we onze ledenlijst in februari 2014 op de website zouden kunnen
publiceren.
Hieronder vinden jullie de juiste procedure en bedragen van het lidgeld.
€ 14 voor aansluiting zonder Ethiasverzekering.
€ 17,50 voor de aansluiting met Ethiasverzekering
Gelieve het bedrag over te schrijven op volgende rekening:
BE 24 0014 4994 0438 van Givak Mol,
Met vermelding van uw naam en “lidgeld Givak 2014”
Alvast bedankt voor het blijvend vertrouwen in onze
vereniging !!!
Namens de ganse bestuursploeg.
3 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
GIVAK vergadering, 2 december 2013, in ‘t Steentje, te
Turnhout
GIVAK vergadering, maandag 2 december 2013, in ‘t Steentje te Turnhout.
Aanwezig: Mil Blancquaert, Frans Schippers, Paul Dierckx, Greet Roets, Paul
Mertens, Frank Vermeren, Jef Belmans, Staf Van der Velden, Mil Van den Bosch,
Carolien Buiks, Monique Segers, Liliane Janssens, Alex Vercammen, Rita Dries, Jef
Florizoone, Jeannine Meeus, Herman Knaeps, Paul De Bie, Marc Keustermans,
Pieter-Andre Melis, Harry Geyskens, Liesbeth Peeters.
Verontschuldigd: Ludwig Cerstiaens, Patrick Aerts, Gil Tack, Willy Jacobs, Raf
Waeyaert, Hilde De Vos, Marie-Claire Latinne, John Janssens, Cynthia Yskout,
Frank Lescouhier, Lut Tatraï, Ward Olbrechts, Yvonne Helsen, Jef Vervloesem,
Maria Macauter, Jef Janssens, Annemie Eelen, Bert Bogaert, Marie-Jose Hopmans,
Jeanine Müller.
Verslag vorige vergadering is goedgekeurd.
Op dit ogenblik zijn we met 67 leden, waarvan 47 leden met een verzekering van
het FTG.
In kas: Op de zichtrekening is een bedrag van 1588 euro.
Onkosten die gemaakt zijn: Gidskaarten FTG 700,00 euro, Werkzaamheden
webpagina: 50,00 euro, Dan zijn er nog werkingskosten, verplaatsingen
(voorbereiding GIVAKvergadering)(FTG).
Het lidgeld blijft 14,00 euro. Met verzekering 17,50 euro.
Verzocht wordt iedereen om het lidgeld op tijd te betalen, uiterlijk eind januari.
Naar de FTG vergadering in St. Truiden gaan Marc Keustermans, Bert Bogaert,
Frank Vermeren.
Het bijwonen van een FTG vergadering is voor ieder lid mogelijk. Het is zeker de
moeite waard om eens een FTG vergadering bij te wonen. Ieder die geïnteresseerd
is kan zich melden bij Mil.
Gevraagd wordt of ieder lid van de GIVAK zijn of haar foto wil verzenden/opsturen
naar de GIVAK.
Deze foto’s worden geplaatst op de webpagina die alleen toegankelijk is voor de
leden van de GIVAK.
4 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
De nieuwe kaarten van Toerisme Vlaanderen zijn nu onbeperkt geldig. De vereisten
van Toerisme Vlaanderen zijn vervallen.
Op onze website zijn nu alle oude uitgaven van KT, behalve nr. 1, compleet.
De bijscholing, tijdens onze vergaderingen, zal handelen over architectuur.
In 2014 zou de vergadering kunnen beginnen met een lezing en / of een excursie.
We willen hiervoor onder meer samenwerken met Ar-Tur uit Turnhout.
De voorzitter heeft op 13 december een onderhoud met Edith Wouters, van ArTur, om de mogelijkheden te onderzoeken.
Interessante boeken over architectuur zijn: “Bouwen in beeld”, hierin beschreven
de collectie van het architectuur archief van de provincie Antwerpen. “Sterk
gebouwd en makkelijk in onderhoud”, over baksteen gebruik.
De huidige statuten worden goed nagekeken en waar nodig verbeterd, aangepast.
Herman Knaeps is weer terug uit Frankrijk, waar hij en zijn vrouw een aantal jaren
woonden. Vanuit Frankrijk schreef Herman stukjes en grotere artikels voor de KT.
Herman gaat ook nu weer schrijven voor onze KT. Maar pas in maart, want de
beslommeringen van de verhuizing vergen nog veel tijd.
Te vermelden valt dat de laatste woensdag van de maand de musea gratis
toegankelijk zijn in Antwerpen.
Jef Florizoone liet een nieuw boek zien: “Het hof van Vosselaar”, waarin de heel
interessante geschiedenis van Het hof staat beschreven.
Volgende GIVAK vergaderingen zijn: 3 maart, 2 juni, 1 september, 1 december,
telkens op maandagavond
5 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
VERSLAG van de ALGEMENE VERGADERING (FTG) in St.
Truiden gehouden op zaterdag 7 december 2013 om 10 uur
1. Welkom en verontschuldigingen
° Christiane Stevens, voorzitter van de Gidsenbond Sint-Truiden, heet de talrijke
deelnemers, die ondanks de onvoorziene bus- en treinhinder toch naar de
vergadering gekomen zijn, van harte welkom. Zij stelt kort het dagprogramma voor
en wenst alle aanwezigen een aangename kennismaking met de stad tijdens de
namiddagwandelingen en de bezoeken.
° Voorzitter Lucie Mertens dankt de gidsenvereniging voor het onthaal en de
organisatie. Daarna vermeldt zij de verontschuldigde afgevaardigden en
bestuursleden. Vervolgens deelt zij een nieuwjaarsattentie uit, die zij persoonlijk
vervaardigd heeft voor al de verenigingen.
2. Goedkeuring van het verslag van de AV gehouden op 31/08/13 in Tielt
° Het verslag wordt unaniem goedgekeurd.
° Er wordt gevraagd de gidstarieven voor 2014, aanbevolen door FTG, aan de
verenigingen te bezorgen op een afzonderlijk blad met hoofding. Zie document in
bijlage.
3. Financiën en Verzekering
° Dirk Elsen, penningmeester, deelt de huidige stand van de rekeningen mee,
waaruit blijkt dat de financiële situatie van FTG stabiel en gezond is.
° Hij stelt vast dat bij de aangifte van ongevallen de formulieren voor de
verzekering nog vaak onvolledig ingevuld worden. Hij wijst er bovendien op dat bij
de aangifte altijd een medisch attest moet gevoegd worden.
° In het jaar 2014 zal aan de verenigingen als lidmaatschapsbijdrage het
onveranderde bedrag van 25 euro gevraagd worden. Ook voor de verzekering blijft
de premiebijdrage dezelfde, nl. 3,50 euro per verzekerde persoon.
° Weldra zal via de interne communicatie naar alle aangesloten verenigingen een
oproep voor de betaling van het lidmaatschap en de verzekeringsbijdragen gestuurd
worden.
4. Uiteenzetting over de verzekering door een inspecteur van Ethias
° De heer Joost Wera, inspecteur Ethias, bespreekt uitgebreid de clausules en de
dekkingen, die voorzien werden in de verzekeringspolis van FTG. Hij behandelt
achtereenvolgens de burgerlijke aansprakelijkheid en de verdediging, de
6 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
rechtsbijstand, de behandeling en de vergoeding bij lichamelijke ongevallen. Zie
samenvatting in bijlage.
° Tijdens zijn uiteenzetting geeft de spreker een aantal nuttige raadgevingen voor
de gids.
- Verklaar of schrijf bij een ongeval nooit dat de bezoeker niet in fout is. Zeg
steeds dat een aangifte zal gedaan worden bij de verzekering, die de zaak verder
zal afhandelen.
- Breng de gidsenvereniging of de Dienst Toerisme vooraf op de hoogte als je een
kosteloze rondleiding doet voor familieleden of vrienden, zoniet geldt de
verzekering niet.
- Als een gids als vrijwilliger functioneert, dient hij voor elke rondleiding steeds
aangeduid te worden door de vereniging. Hij mag nooit een rondleiding aangaan op
eigen initiatief.
- Het geïndexeerd vergoedingstarief voor vrijwilligerswerk (januari 2013 : 32,71
euro/dag en max. 1.308 euro/jaar) moet strikt gerespecteerd worden door de
verenigingen. Indien een hoger bedrag uitbetaald wordt, valt de betrokken gids
onder de arbeidsongevallen-verzekering, niet meer onder de verzekering van
Ethias. Opgelet voor zwartwerk !
° Verschillende vragen van de deelnemers worden beantwoord. Vooral de problemen
bij het gidsen met autocar komen daarbij aan bod. In principe is bij het in- en
uitstappen van volwassen personen steeds de chauffeur en niet de gids
verantwoordelijk. De gids moet integendeel wel de minderjarigen begeleiden bij het
in- en uitstappen.
5. Werking van de Federatie
° De volgende AV zullen plaatsvinden op de onderstaande zaterdagen.
Wil deze data nu reeds vrij te houden.
- 26 april 2014 : organisatie door de Koninklijke Leuvense Gidsenbond
- 30 augustus 2014 : organisatie door de W-Vl.Gidsenkring Ieper-PoperingeWestland
- 06 of 13 december 2014 (datum nog nader te bepalen) :
organisatie in beraad, eventueel de Meetjeslandse Gidsenvereniging
° In de loop van januari zullen bij alle verenigingen de Administratieve gegevens
voor 2014 en de Bijscholingen van het jaar 2013 opgevraagd worden.
7 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
° Op de AV van 26/04/2014 zullen verkiezingen voor een mandaat van vier jaar
gehouden worden voor de volgende functies : voorzitter, penningmeester en 5
raadsleden (2 voor de prov. Vlaams Brabant, 2 voor de prov. Limburg, 1 voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
Voor de prov. West-Vlaanderen moet bovendien ook 1 raadslid verkozen worden om
een vrijgekomen mandaat voor de resterende periode van twee jaar te voltooien.
Voor al deze functies zal tijdig een oproep naar kandidaturen gedaan worden.
° Voorzitter Lucie Mertens kondigt aan dat zij in 2014 geen kandidaat meer zal zijn
voor het voorzitterschap van FTG.
6. Rondvraag en Slotwoord
° Op een vraag betreffende de belastingaangifte van de gidsenvergoedingen geeft
secretaris Johan Lowyck de volgende antwoorden :
- Als de gids zijn activiteit uitoefent als zelfstandige in hoofdberoep of in
bijberoep, moet hij alle gidsinkomsten aangeven, maar mag daarbij ofwel een met
bewijsstukken gestaafde kostenopgave of een forfaitaire aftrek in mindering
brengen
- Als de gids zijn activiteit uitoefent als vrijwilliger, moet hij van zijn
gidsinkomsten geen aangifte doen, zolang hij onder de maximale dag- en
jaarnormen (zie hoger) blijft.
° Tot besluit van de AV richt Lucie Mertens een hartelijk woord van dank aan
voorzitter Christiane Stevens en de ploeg van de Gidsenbond Sint-Truiden voor de
vlotte organisatie van de vergaderdag.
° Vervolgens nodigt Chris de ingeschreven deelnemers uit voor de middaglunch,
waarbij de diverse lokale Binkbieren zullen geschonken worden.
Verslaggever : Willy Opdebeeck, interne communicatie
8 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Ethias toelichting verzekering van de Gidsen
SAMENVATTING van de UITEENZETTING door inspecteur JOOST WERA
op de A.V. van FTG op 7 december 2013 in Sint-Truiden
FEDERATIE VAN TOERISTISCHE GIDSENGROEPERINGEN : POLIS
45.034.443
I. Burgerlijke aansprakelijkheid en verdediging
° Aansprakelijkheid :
- Fout (art. 1382 e.v. B.W.)
- Schade
- Oorzakelijk verband
° Lichamelijke schade : tot € 5.000.000/schadegeval
° Materiële schade : tot € 620.000/schadegeval
 Waarborgen enkel van toepassing tijdens de verzekerde activiteit
Let op : gidsbeurten ten persoonlijke titel zijn NIET gedekt
° Verzekerden (B.A. – dekking)
- FTG + aangesloten gidsengroeperingen (VZW & Feitelijke Vereniging)
- Aangesloten leden (gidsen in hoofdberoep of bijberoep)
- Vrijwilligers -> Pas op : indien de gids een hoger vergoeding ontvangt
dan wettelijk bepaald is hij geen vrijwilliger ; het gevolg is dat de er sociale
bijdragen verschuldigd zijn en er voorzien moet worden in een
arbeidsongevallenverzekering
° Ouders en voogden van minderjarige verzekerden
ekse persoonlijke aansprakelijkheid van deze
personen
Let op : De gidsen die als werknemers van hun gidsenvereniging of van de FTG
kunnen beschouwd worden, dienen door hun werkgever verzekerd te worden tegen
arbeidsongevallen
9 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
II. Rechtsbijstand
° Strafrechtelijke verdediging : tot € 12.500/schadegeval
° Invorderingskosten : tot € 12.500/schadegeval
° Onvermogen van derden : tot € 12.500/schadegeval
Opmerking : Een VZW die over een eigen patrimonium beschikt of belangrijke
geldsommen beheert, doet er goed aan een verzekering
‘Bestuurdersaansprakelijkheid’ af te sluiten
III Lichamelijke ongevallen
° Behandelings- en begrafeniskosten

Terugbetaling medische verstrekkingen opgenomen in de
nomenclatuur van het RIZIV-tarief tot 100% van dit tarief

Tussenkomst in de kosten van tandprothesen tot € 125/tand
(max. € 500/ ongeval)

Terugbetaling vervoerskosten slachtoffer volgens het barema
arbeidsongevallen

Tussenkomst in de begrafeniskosten tot € 620/ slachtoffer
° Vaste vergoedingen
-
Overlijden : € 7.500/slachtoffer
-
Blijvende invaliditeit : € 15.000/slachtoffer (aan 100%)
 Voorgaande vergoedingen worden verleend zowel tijdens als op
de weg naar en van de activiteit
10 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Minimum Gidstarieven 2014
De AV van FTG heeft op 31.08.2013 de volgende tekst goedgekeurd.
Vanaf het jaar 2014 adviseert FTG voor de vergoeding van de gidsprestaties
de volgende minimumtarieven :
- voor een begonnen gidsbeurt van 2 u een min.bedrag van 60 euro
- voor elk bijkomend begonnen uur een min.bedrag van 30 euro
- zonder vast bedrag voor een dagprestatie
Voor de gidsenverenigingen en de Toeristische Diensten heeft dit advies enkel
een indicatieve betekenis. Het kan niet bindend opgelegd worden.
De gidsvergoedingen worden lokaal vastgelegd of overeengekomen.
De vergoedingen mogen de bedragen van het minimumtarief overtreffen. Voor
gidsprestaties in een andere taal dan het Nederlands kan eventueel een
supplement voorzien worden.
Lucie Mertens
Voorzitter FTG
Johan Lowyck
Secretaris FTG
11 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Het Memoriaal in Mechelen
Tijdens ons twee jaar durende bijscholingsproject rond architectuur willen we ook
in ons tijdschrift dit thema onder de belangstelling brengen.
Wij zijn daarom erg blij dat we vanwege de heer bOb van Reeth en zijn team (awg
architecten) de toestemming hebben gekregen, om zijn voordracht (op basis van
een les over het holocaustmuseum gegeven door de heer bOb Van Reeth in de KUL
op 05 november 2012, als eerst deel van het 2012-2013 programma "Lessen voor de
XX1e eeuw"). over de realisatie van het Memoriaal in Mechelen, te mogen
afdrukken in onze Kempensche Tydinghen.
Met hedendaagse architectuur hebben gidsen het soms moeilijk, om dit over te
brengen tijdens onze gidsbeurten.De uiteenzetting van de heer bOb van Reeth zal
dan ook heel verhelderend werken voor velen onder ons.
We zijn hem, en zijn team daarom erg dankbaar.
Geniet van het fijne en zeer leerrijke artikel!
12 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
bOb Van Reeth
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bob (bOb) Van Reeth (Temse, 26 februari 1943) is een Vlaamse architect.
Biografie
In zijn werk gaat bOb Van Reeth niet uit van een bepaalde architecturale vorm,
maar wel van leef- en werkpatronen van de bewoners. Hij begon in 1965 en ontwierp
vooral woningen, onder meer in Mechelen en Kalmthout. In 1972, het jaar waarin hij
docent werd aan het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst in Antwerpen,
richtte hij met Jean-Paul Laenen en Marcel Smets de werkgroep Krokus op. Deze
werkgroep hield zich bezig met de restauratie van de oude stadskern van
Mechelen.
In de jaren '80 ontwierp hij onder andere het nieuwe gebouw van het Onze-LieveVrouwecollege aan de Rubenslei te Antwerpen.
In 2007 tekende hij een nieuwe vleugel voor de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren.
AWG staat voor architectenwerkgroep,en werd opgericht in 1972, door bOb van
Reeth, en heropgericht in 2001 door bOb van Reeth, Geert Driesen, Filip Delanghe,
Christine de Ruijter, Ilse van Beirendoncks en Jan Verrelst (WWW.awg.be)
Het bureau AWG o.l.v. bOb Van Reeth won de architectuurwedstrijd tot het
bouwen van een memoriaal en documentatiecentrum voor de Holocaust en de
mensenrechten te Mechelen, pal tegenover de bestaande Dossinkazerne.
Hij stond ook bekend om zijn kijk op het programma van eisen. Volgens hem
bestaan er maar enkele succesvolle stadsvormen. Experimenteren tot nieuwe
vormen hoeft dan ook niet. Hij grijpt terug naar al ontwikkelde, werkende
13 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
principes. Tijdens het ontwerpproces trekt hij zich vrijwel niets aan van het
programma van eisen. Hij ontwikkelt gebouwen die kunnen meegroeien en waarin
zich door verloop van tijd verschillende functies in kunnen vestigen. Met andere
woorden de Intelligente Ruïne.
Van Reeth werd in januari 1998 de eerste Vlaamse Bouwmeester aangesteld door
de toenmalige Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid
Wivina Demeester. Op 1 juni 2005 werd hij opgevolgd door Marcel Smets. Op 25
november 2005 werd hij aangeduid als lid van de kwaliteitskamer
Oosterweelverbinding. Datzelfde jaar eindigde hij op nr. 405 in de Vlaamse versie
van De Grootste Belg, buiten de officiële nominatielijst.
De nieuwe abdij van Westvleteren
14 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Over recent werk
bOb Van Reeth
Op een december 2012 werd, met enige vertraging, op de site van de Kazerne
Dossin in Mechelen het nieuwe Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over
de Holocaust en de Mensenrechten geopend. Met mijn architectenbureau AWG was
ik verantwoordelijk voor het ontwerp van het nieuwe museum en voor de
herinrichting van de site. In deze bijdrage wil ik dat graag toelichten. Mijn
uiteenzetting zal bestaan uit twee delen. Eerst zal ik het project van de nieuwe
Dossinsite aan de hand van schetsen, tekeningen en foto’s toelichten, om te
illustreren waar ik mee bezig ben. Vervolgens zal ik ingaan op de vraag wat mij als
architect boeit in dergelijke projecten, of met andere woorden, wat mij
bezighoudt, of waarom ik de dingen doe zoals ik ze doe.
Waar ik mee bezig ben:
de vernieuwde Dossinsite in Mechelen
Voor wie de geschiedenis onvoldoende kent: In de Tweede Wereldoorlog werden
tussen 1942 en 1945, ruim 25.000 mensen langs de kazerne naar Auschwitz en
Birkenau gevoerd. Daarvan zijn er amper een duizendtal teruggekeerd. Het waren
hoofdzakelijk joden, maar ook zigeuners en homoseksuelen deelden hun lot – wat
wel eens vergeten wordt. Dat aantal is enorm. Zij werden te voet of met
vrachtwagens aangebracht en ze vertrokken met treinen waarvan de sporen aan de
buitenzijde van de kazerne lagen – het gebouw rechts op afbeelding 1.
Afbeelding 1
Afbeelding 2 geeft het stadsplan van Mechelen weer. Het vlekje geeft aan waar de
kazerne zich bevindt. Datzelfde vlekje zie je iets groter op afbeelding 3.
Daarop is de site weergegeven waar de stad Mechelen voorziet om langs de ene
kant een park aan te leggen en langs de andere kant een ‘bibliotheek voor de
eenentwintigste eeuw’ te creeren in het voormalige Predikherenklooster (het
vierkante gebouw ongeveer in het midden van de foto).
Pal tegenover de kazerne, die je links naast de ingekleurde zone aantreft, was een
huis van bewaring, dat daarna een school geworden is – daarvoor was nauwelijks
meer nodig dan een verandering van huishoudelijk reglement –, en een plek die
eigendom is van de Vlaamse gemeenschap. (Op afbeelding 1 zie je rechts de
kazerne en links het huis van bewaring.)
15 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Wat er na de oorlog met de Dossinkazerne is gebeurd is, is moeilijk te vatten.
Nadat het pand gedurende enige tijd gebruikt werd door Landsverdediging, heeft
men het in het begin van de jaren 1980 verkocht aan een bouwpromotor, die er
woonappartementen in heeft ondergebracht. Dit gebouw, dat eigenlijk een ‘museum’
had kunnen en moeten worden, werd verkaveld tot een woongebouw. Dat is in zeker
opzicht weerzinwekkend. Hoe kun je wonen in een pand waar zich een onmenselijk
drama heeft afgespeeld?
Afbeeldingen 4 en 5 geven deze dubieuze transformatie weer.
16 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Afbeelding 4 toont hoe de binnenkoer was in de jaren 1942-1945, afbeelding 5 hoe
ze vandaag is ingericht, inclusief een half uit de grond stekende parkeergarage.
Het verschil tussen die twee kon nauwelijks groter zijn. Een volstrekt
onbewoonbare plek is zo tot woning geworden.
Het project van de Dossinkazerne is het resultaat van een wedstrijd, waar we met
AWG architecten voor hebben ingetekend. Toen we die opdracht aan het
voorbereiden waren, dachten we aanvankelijk dat het museum eigenlijk in de
kazerne zou moeten ondergebracht worden, want dat gebouw is de beste getuige,
de beste herinnering, aan wat daar ooit is gebeurd. Het was uiteraard onbegonnen
werk om alle bewoners uit te kopen – dan weet je dat je binnen 50 jaar nog niet
rond bent. Misschien, dacht ik vervolgens, is het feit dat men de herinnering aan
wat er daar is gebeurd heeft wegverkaveld, ook wel geschiedenis. Misschien vertelt
ook dat iets over hoe we met ons verleden omgaan. Ik denk dat we er dus ook iets
van kunnen leren om die plek in haar huidige toestand te bewaren. Die
appartementen zijn er dus gebleven en we hebben ervoor gekozen om slechts een
deel van de kazerne, dat in handen was van de Vlaamse overheid, te restaureren en
te verbouwen, om er het Memoriaal voor de Holocaust in onder te brengen. Toen de
projectontwikkelaar het gebouw aan het verkavelen was tot appartementen, was de
joodse gemeenschap erin geslaagd om toch een deel van het gebouw – vooral op de
kelder en het gelijkvloers – op te eisen, om er een klein museum in te richten. Op
het moment dat ze de wedstrijd heeft uitgeschreven, heeft de Vlaamse overheid
dan toch een paar appartementen gekocht om ze toe te voegen aan het museum. Die
ruimten vormen samen het huidige Memoriaal.
Op afbeelding 6 zie je de kelder van dat stuk, aan de voorkant van de voormalige
kazerne. In het centrum van de afbeelding is de ingang te zien, en rechts is de plek
waar nu het eigenlijke Memoriaal is ingericht.
17 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
afbeelding 6
Eveneens langs de voorkant van het gebouw zijn de eerste en tweede verdieping
voorbehouden voor onderzoek en administratie. In de grote ruimte onder het dak,
op de derde verdieping, zijn er vergaderzalen. Aan de gevels van het gebouw, die te
zien zijn op afbeelding 7, is er weinig veranderd, aangezien we daar beperkt waren
door de voorschriften die ons zijn opgelegd door de dienst Monumentenzorg – we
hebben alleen in het dak wat meer licht genomen.
afbeelding 7
18 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 8 toont hoe het gebouw er vandaag uitziet langs de voorkant. In
opdracht van de stad is het hele plein voor de kazerne heraangelegd en ook de
kazerne zelf is helemaal onder handen genomen. De oorspronkelijk gele kleur van
het gebouw is nu volledig veranderd in wit – ditmaal wel met de zegen van
Monumentenzorg.
Toen we aan de wedstrijd zouden deelnemen, heb ik een team gevormd, waar naast
een ingenieur stabiliteit, een ingenieur technieken, enzovoort, ook een kunstenaar,
Philip Aguirre, en een filosoof, Bart Verschaffel, deel van uitmaakten. Afbeelding 9
toont een kunstwerk dat Philip Aguirre heeft gecreeerd voor het Memoriaal. Het
werk toont een vader, moeder en hun zoon, die met de ogen gesloten onder de tafel
liggen waar ze pas nog zaten te eten. Toen het gebeurde waren ze er nog allemaal –
nu zijn ze weg, of beter: ze liggen daar. Het is een pakkend werk dat het gemis van
die duizenden mensen tastbaar maakt.
afbeelding 8
19 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 9
Op afbeelding 10 is te zien hoe het gelijkvloers van het Memoriaal is ingericht als
een witte ruimte, wat voor de meesten nogal verrassend is – zelfs onze scenarist
had verwacht dat het eerder een drukkende ruimte zou worden, die tot tranen toe
moest beroeren.
Afbeelding 10
20 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
De opstelling van de kelder, ten slotte, wordt getoond op afbeelding 11. De kale
ruimte is ingericht met een groot aantal kisten. Als je op een daarvan gaat zitten,
krijg je het verhaal te horen van een van de vele mensen die vanuit de
Dossinkazerne zijn afgevoerd.
Afbeelding 11
Dat voor wat het oude gebouw betreft. Laat ons nu eens kijken naar het ontwerp
van het nieuwe museum tegenover de Dossinkazerne. Ik heb vaak in de stad
gebouwd en wanneer je dat doet, probeer je er doorgaans voor te zorgen dat het
gelijkvloers communiceert met de omgeving: via de benedenverdieping kan het
gebouw iets bijdragen aan de uitwisseling van goederen en van ideeen, die in de
stad plaatsvinden. Het gelijkvloers moet participeren in het leven van de stad. Maar
toen we aan het ontwerp van het museum begonnen, was het mijn overtuiging dat we
dat in dit geval net niet moesten doen. Ik wilde een gebouw ontwerpen dat
opgesloten zit, dat achter een muur staat (zie afbeelding 12). Het toeval wil dat
net op die plek een historische stadsmuur stond en staat, een restant van de
periode waarin Mechelen tot daar was ontwikkeld.
21 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
afbeelding 12
Afbeelding 13 is de eerste schets die ik heb gemaakt van de situatie. Tegenover de
oude kazerne lag een terrein dat eigendom was van de Vlaamse overheid. Dat was
een opportuniteit, want het bespaarde ons de moeite en de kosten die gepaard gaan
met het verwerven van nieuw terrein. Het plan was om de footprint van het
eigendom van de Vlaamse overheid als onderlegger te nemen voor het concept.
Enerzijds hebben we, zoals op afbeelding 13 te zien is, de stadsmuur
doorgetrokken. Tussen de kazerne en het terrein waarop het museum zou worden
gebouwd lag namelijk een vlakte, een plein. Voor dat plein hebben we de muur
doorgetrokken en het museum is gedeeltelijk op die muur gezet. Op de schets is
het hoofdgebouw in het donker gearceerd, terwijl de ruimte tussen dat gebouw en
de muur maar op een bouwlaag gebruikt wordt, zodat het hoofdgebouw eigenlijk
achter die muur staat. Dat is in wezen het verhaal van het ontwerp.
22 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 13
Afbeelding 14 biedt een meer uitgewerkte situatieschets. Het museum zou dus
worden opgetrokken tegenover de kazerne, maar tussen die twee gebouwen bevindt
zich openbaar domein, een plein met een weg.
De inrichting van dat openbaar domein was belangrijk: het is namelijk de plaats
waar de twee gebouwen aan elkaar zouden gaan hangen, het is de ruimte die
duidelijk maakt dat ze iets met elkaar te maken hebben. De uitdaging bestond erin
om het plein zodanig in te richten dat het niet in de eerste plaats een doorgang is
voor het verkeer – ook al kan het verkeer daar, althans voorlopig, nog steeds langs
– maar dat het vooral de samenhang reguleert tussen de twee gebouwen.
23 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 14
We wilden ook bomen op het plein (Afbeelding 15). Het was eerst de bedoeling om
knotwilgen te plaatsen, maar het toeval wilde dat er net achter het bouwperceel
gekandelaarde linden stonden, en die hebben we dan maar gebruikt.
Afbeelding 15
Afbeelding 16 toont het grondplan van het gelijkvloers. Daarop zie je bovenaan de
stadsmuur die het domein begrenst, terwijl aan de andere kanten nieuwe muren als
het ware het eigendom afsluiten en op die manier een (overdekte) koer insluiten
rond het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw zelf is de donker gearceerde rechthoek,
samen met de punt rechts daarvan.
24 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Die driehoek rechts op de afbeelding wordt gebruikt als expositieruimte, atelier of
logistieke ruimte.
NIEUWBOUW MUSEUM
afbeelding 16
GRONDPLAN
0
Het enige gat in de muur bevindt zich links onderaan. Als bezoeker betreed je het
gebouw daarlangs. Vervolgens kom je via een sas in de grote, lange inkomhal die je
ziet op afbeelding 17, waar de ruimte zoveel mogelijk open is. Op afbeelding 18 zie
je iemand binnen aan de balie staan. De kolommen die je kunt waarnemen, zijn van
gietijzer. Ze vormen een verwijzing naar de ovens.
Afbeelding 17
Afbeelding 18
Afbeelding 19 is het grondplan van de kelderverdieping, waar nu een cafetaria is
ondergebracht. Het auditorium op afbeelding 20 is te situeren links bovenaan op
het grondplan. Het moet onderdak bieden aan groepen scholieren en studenten, die
er plaats kunnen nemen om naar projecties te kijken op de wand tegenover de
trappen. Hierlangs heb je toegang tot de cafetaria en zie je de dubbele hoogte,
met uitzicht op het gelijkvloers en de kelderverdieping.
Afbeelding 21 is een foto van de uitvoering van dit deel. Verderbiedt deze
verdieping ruimte aan het sanitair, lockers en tal van diensten.
25 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
afbeelding 19
afbeelding 20
Afbeelding 21
De belangrijkste ruimten van het museum bevinden zich op de verdiepingen (zie
afbeelding 22). Het grondplan voor de eerste, tweede en derde verdieping zijn
nagenoeg identiek. Ze verschillen alleen in de punt van de driehoek rechts, waar nu
eens een stuk administratie, dan weer een klein auditorium is in ondergebracht. De
twee wit ingelegde delen boven en onderaan in de rechthoek zijn trappen die het
gebouw volledig doorkruisen.
Dankzij die trappen en de passerelle kun je circuits creëren, waardoor je niet
telkens langs de hele tentoonstelling moet lopen om terug te keren naar de ingang.
De grote rechthoek is de tentoonstellingsruimte. Wat opmerkelijk is, is dat de
tentoonstellingsruimte geen ramen heeft (afbeelding 23). Zoals we later zullen zien
is er aan de buitenzijde wel een suggestie van ramen – maar die zijn volledig
dichtgemetseld, met iets meer dan 25.000 bakstenen, precies evenveel als het
aantal mensen dat in de kazerne op de trein is gezet. Die dichtgemetselde ramen
staan voor een intense afwezigheid: na het vertrek van die 25.000 mensen was er
geen licht meer nodig. Zij hebben als het ware het licht uitgedaan.
26 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 22
Afbeelding 23
Afbeelding 24 toont het grondplan van de vierde en bovenste verdieping. Die heeft
wel ramen en ook een terras (het lichtere deel links op de afbeelding). Op dit
niveau zijn er ook in de traphallen ramen die op de stad uitkijken.
Als je geen hoogtevrees hebt, kun je langs een galerijtje rond het gebouw lopen,
vanwaar je de hele stad kan overschouwen. Afbeelding 25 geeft een indruk van
deze verdieping, terwijl de foto van afbeelding 26 het uitzicht op de mooie stad
toont zoals je dat in het uitgevoerde gebouw hebt.
Afbeelding 24
27 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
afbeelding 25
Afbeelding 26
Afbeelding 27 is een langsdoorsnede van het gebouw, waarop je ook de bomen en
een deel van de bestaande kazerne ziet. Op de langsdoorsnede zijn de hoge lagen
van de eerste drie verdiepingen en het gelijkvloers te onderscheiden. Die lagen zijn
van vloer tot vloer 5m40 meter hoog, wat betekent dat er een vrije ruimte is van
4m50 – wat behoorlijk hoog is. De bovenste laag – van de vierde verdieping – is
3m60. Onder de kelder is een bunkering van water te zien, dat ook gebruikt zou
kunnen worden in geval van brand.
afbeelding 27
Afbeelding 28 biedt dan weer een dwarsdoorsnede, waarop rechts de inkom is te
zien en links de ruimte waarin naar de kelder toe de theatrale trappen zijn
waarover ik het daarnet had. Je ziet ook goed hoe de trappen langs de zijkanten
van het gebouw over alle verdiepingen doorlopen.
Afbeelding 29 toont hoe een van die trappen is uitgevoerd. De kolommen op de foto
zijn van gietijzer, met daarin natuurlijk betonnen kolommen.
afbeelding 28
Afbeelding 29
28 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Afbeelding 30 toont het zicht langs de kant van de Afleidingsdijle. Op het voorplan
zie je, achter de boompjes, de historische muur, die dus voor een deel nieuw is
opgetrokken. Hij wordt rechts onderbroken voor de Stassaertstraat, die
erdoorheen loopt. Achter die muur rechts staat de oude kazerne.
In het museumgebouw zijn er zoals gezegd alleen op de hoogste verdieping ramen.
Op de andere verdiepingen merk je de dichtgemetselde ramen op. Men vraagt wel
eens waarom we al die ramen hebben dichtgemetseld.
Welnu, meestal staan musea op plaatsen die niets te maken hebben met datgene
wat ze tonen. Dit is het enige museum dat op de plaats komt te staan waar het
allemaal ook echt is gebeurd. Ik vond dat je dat pas kon verdragen als je boven
stond en niet voortdurend die kazerne moest ervaren. De driehoek van het gebouw
is wel op alle niveaus van ramen voorzien – behalve op de hoogste verdieping, waar
zich het auditorium bevindt.
afbeelding 30
Deze afbeelding geeft me ook de gelegenheid om iets te zeggen over de kleur van
de gevel. Toen we ons ontwerp voor de wedstrijd voorstelden was het idee
aanvankelijk om zwarte baksteen te gebruiken, om het gebouw zo somber mogelijk
te houden. Het moest in elk geval iets monolithisch worden. Er kwamen echter nogal
wat reacties van de bewoners uit de omgeving. Twee journalisten van de Gazet van
Antwerpen vergeleken het gebouw zelfs – erg toepasselijk, maar
weinig subtiel – met een crematorium.
De burgemeester van Mechelen, Bart Somers, zat er toch ook wel
mee en hij vroeg me of dat zwart echt nodig was. Ik heb een tijd
voet bij stuk gehouden, maar op een bepaald moment bedacht ik
dat het gebouw eigenlijk net zo goed wit kon zijn. Op dat moment
dacht iedereen dat ik er de gek mee hield, maar uiteindelijk ben ik
toch tevreden dat het wit geworden is. Dat verbindt het gebouw namelijk beter
met de oude kazerne en met het witte plein tussenin, wat zorgt voor een fraai
geheel. Het toeval wil dat Abraham Burg, ooit voorzitter van de Knesset, zijn boek
over de Holocaust begon met de zin: ‘De Holocaust was wit’.
29 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Toen ik dat las, heb ik een kopie van die bladzijde gemaakt en naar de
burgemeester gestuurd. ‘Jij wist dat,’ schreef ik hem.
Afbeelding 31 toont het aanzicht van het museumgebouw vanaf het plein, dus
gezien van de kant van de kazerne. De dichtgemetselde ramen zijn hier goed op te
zien.
Afbeelding 31
Afbeeldingen 32 en 33 tonen het museum in aanbouw. Op afbeelding 33 zie je het
gebouw verschijnen vanop de binnenkoer van de Dossinkazerne.
Afbeelding 32
Afbeelding 33
Het terras van het museumgebouw is zo aangelegd dat je vanop de galerij aan de
kant van de kazerne over de nok van de bestaande gebouwen kijkt, zodat je die
verschrikkelijke binnenkoer niet hoeft te zien – je ziet alleen de voorgevel van de
30 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
achterkant van de kazerne. Dat kan je duidelijk zien op de foto op afbeelding 34,
die tijdens de werkzaamheden is gemaakt.
Afbeelding 34
Afbeelding 35 is een foto van de uitvoering van de punt van het museumgebouw.
Afbeelding 35
Op afbeelding 36 zie je hoe de voorkant van het gebouw is uitgevoerd. De foto is
genomen vanuit de toegangspoort tot de kazerne, dus vanuit het Memoriaal. De
vreemde, dichtgemetselde poort in de muur rond het gebouw is het enige restant
van het huis van bewaring dat er stond en dat op vraag van de Dienst
Monumentenzorg is bewaard. Volgens de joodse bouwkunst moet elke synagoge
31 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
noodzakelijk een onvolmaaktheid bevatten – laat ons zeggen dat die vreemde poort
goed aansluit bij die gedachte.
afbeelding 36
Afbeelding 37 toont dezelfde kant van het gebouw vanuit een andere hoek. Ze
geeft een goed beeld van het plein zoals het nu is aangelegd. De toegangspoort tot
het hoofdgebouw is een schuifpoort die ’s nachts dichtgaat, maar overdag de oude,
dichtgemetselde poort grotendeels aan het oog onttrekt. Die toegangspoort is
vervaardigd uit korstenstaal en is geperforeerd met 25.000 en zo veel gaten, wat
opnieuw een symbolische verwijzing vormt. Het ontwerp zit trouwens vol met
dergelijke symbolische referenties, waarvan er vele slechts private betekenissen
zullen blijven voor de architect. Nog een dergelijke verwijzing wil ik wel aanhalen.
Als je alle wagons van de 38 transporttreinen die uit de Dossinkazerne zijn
vertrokken op elkaar zou stapelen, dan krijg je exact het volume van het
museumgebouw.
Afbeelding 37
Afbeelding 38 is genomen tijdens de afwerking van het inkomgedeelte. Boven die
inkom – op het gelijkvloers in de ruimte tussen het rechthoekige gebouw en de
muur rond het domein – is het dak volledig van glas.
Dat is ook zo aan de andere kant van het gebouw, waar het auditorium is ingeplant.
Op het einde van deze ruimte, tegen de schuine muur waar je de stelling ziet staan,
komt er nog een tweede beeld van Philip Aguirre, dat je kunt zien op afbeelding 39.
32 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
De sculptuur is gemaakt ter herdenking van de beulen van Breendonk, die tegen het
verlengde van die muur – waar het park zal komen – zijn gefusilleerd. Dat die man
naar die muur kijkt vind ik erg pakkend, maar ieder moet dat natuurlijk voor
zichzelf maar ervaren.
Afbeelding 38
Afbeelding 39
Tot slot nog enkele beelden van de inrichting van de tentoonstellingsruimten. Zoals
gezegd is het niet alleen een museum voor de Holocaust, maar ook voor de
mensenrechten. Op afbeelding 40 zie je hoe de documentatie daarover
tentoongesteld wordt. Afbeelding 41 toont een muur met de portretten, namen en
gegevens van de meer dan 25.000 mensen die via Dossin zijn weggevoerd en
waarvan men er totnogtoe zo’n 19.000 heeft kunnen achterhalen. De portretten die
hier zijn opgehangen geven de mensen die hier op de trein zijn gezet een gezicht.
Zo’n muur is uniek in de wereld.
Afbeelding 40
Afbeelding 41
Wat mij bezighoudt:
intense afwezigheid
‘My idea is a certain coolness, a temple providing a setting
for passions without interfering in them.’
– Ludwig Wittgenstein
Elk ontwerp begint met de interpretatie van de opgave, van het karakter ervan. Je
gaat op zoek naar de bestaanswil, wat iets anders is dan de noodzakelijke vereiste,
of, in het jargon van de architect, het ‘programma van eisen’. Noodzakelijkheid is
33 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
de bestaansgrond van de architectuur, is het bruikbare voorbij, het is de innerlijke
noodzaak van de opgave. En ze is onontkoombaar. Om te kunnen ontwerpen moet je
telkens opnieuw
DE ARCHITECTUUR opgeven, in de steek laten,om los, ongedwongen, ongeremd,
het karakter, het thema van de opgave te achterhalen. ‘It is not the doing of things
that is difficult. What is difficult is getting in the right mood to do them.’
(Brancusi)
Architectuur is het zoeken naar architectuur. Dat zoeken is dus wat een project
voorafgaat, voor er ook maar één lijn op papier staat. Het zoeken is het op weg zijn
naar wat er in de opgave verheerlijkt, gesublimeerd kan worden, wat de bezieling
wordt. Zonder het verheerlijken van de opgave is architectuur tevergeefs,
onvolledig. Je zoekt als ontwerper een emotionele vereenzelviging met het
onderwerp, een vorm van dichtbijheid en intimiteit, en daardoor wordt een project
ook autobiografisch. De aanzet tot het ontwerp is het resultaat van deze
zoektocht, een resultaat van wat verder onbekend blijft. Het levert de ideeën als
geheime determinanten, die de private betekenissen van de ontwerper zijn. Met
andere woorden, van elk ontwerpproces is alleen het resultaat bekend. Dit geldt
trouwens niet alleen voor architectuur. Lees er maar op na wat Stravinsky over
componeren zegt: ‘Bijna alle vondsten – of – eerste ideeën die aan een kunstwerk
ten grondslag liggen, zijn banaal, behalve voor de vinder.’ Het basisbeginsel van het
hoger beschreven project bestaat erin de bestemming van de plek, van de plaats te
begrijpen. Het project zal stevig verankerd moeten zijn in de site als een
vanzelfsprekend onderdeel. Een project dat op een ‘natuurlijke’ manier deel wordt
van de vorm en de geschiedenis van de plek, zodoende van de stad. Het project zal
het geheugen van de plek en van de stad opfrissen en zal daarvoor een gebaar
moeten maken (‘gebaar’ in de zin die filosoof Bart Verschaffel lanceerde, namelijk
als monument). Het maken van een fragment van de stadsplattegrond van Mechelen
met een plein en een gebouw is meer dan aanduiden waar gebouwd en waar
gecirculeerd kan worden. Het gaat om het maken van stedelijke ruimte, om het
betekenis geven aan die ruimte. Veelal zijn straten en ook pleinen gevormd door
relatief banale gebouwen voor het wonen. Dit levert een goed publiek
stadsinterieur, dat we kennen als vertrouwde footprint en globale identiteit van de
stad.
De stad is ook gemaakt met plekken die een bijzondere betekenis hebben.
Betekenis die veelal wordt gedragen door een gebouw waar we als gemeenschap wat
mee hebben of hadden. Denk bijvoorbeeld aan een stadhuis, een kathedraal, een
centraal station, een voetbalstadion enzovoort.
De Dossinkazerne had als roeping zo een betekenisvol gebouw te zijn. Een
stadsicoon dat in historisch-cultureel opzicht beeldbepalend is, als
betekenisdrager de identiteit van de stad bewerkt. Het verband, het samenvallen
van de geschiedenis en deze plek, in dit gebouw, is sterk en toch werd dit
ontkracht, gebanaliseerd door het bewonen. De kazerne had museum kunnen zijn,
als het de thuisloosheid voelbaar behouden had. Die roeping ging failliet door het
gebouw te verkavelen en te bewonen. Het werd een ‘woonkazerne’. Monumenten,
34 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
memorialen worden niet bewoond. Een plek waar 25.000 mensen weg gedraineerd
werden, is onbewoonbaar. Wat overblijft, of wat had moeten overblijven, was een
opslagplaats voor een niet te vergeten verleden.
Ten opzichte van het hergebruik van de oude kazerne heeft nieuwbouw als voordeel
een mystiek, raadselachtig aspect te kunnen genereren, onder andere door een
uitgesproken onverschilligheid met betrekking tot het dagelijkse gebruik, met
betrekking tot wonen. Nieuwbouw zal inhoudelijk verwantschappen zoeken in de
geschiedenis van de plek, geen vormreferenties aan het bestaande. Volgens
Baudelaire bestaat het begrip correspondance uit een hoger niveau dan metafoor;
namelijk uit de mogelijkheid om emoties teweeg te brengen. De meer dan 25.000
mensen die door Dossin gepasseerd zijn, zijn dit museum, deze plek, dit stuk stad.
Aan de oorsprong van dit project ligt een emotionele referentie die in gans het
ontwerp- en bouwproces een rol blijft spelen. Het Dossingebouw, ook al is het
verbouwd om te doen vergeten, kan de rol van emotionele referentie niet ontlopen.
Het gaat om ‘intense afwezigheid’: een afwezigheid die we kennen van bij schilders
als De Chirico of, misschien nog meer, Hammershoi.
Of architectuur die afwezigheid ook aanwezig kan stellen of niet, moet je ter
plekke zien. Als ik uw interesse heb kunnen wekken, raad ik u aan om zelf de
Dossinkazerne te bezoeken.
Herinneringsplaat aan de oude Dossinkazerne.
35 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013
Enkele interessante weetjes.
Afstand spoorrails
Hoe komt het dat de standaardafstand tussen twee spoorrails 1,43 meter is?
de standaardafstand tussen twee spoorrails is 1,43 m.
Dat is een standaardmaat die overal gebruikt wordt.
Waarom is deze ‘ongewone’ maat genomen?
Omdat dit de maat is die ze in Engeland hanteerden, en alle spoorwegen daarop
gebaseerd zijn.
Waarom bouwden de Engelsen dit met deze afstandsmaat? Omdat dat dezelfde
maat was dat de eerste tramlijnen hadden.
Waarom gebruikten ze deze maat voor de tram ?
Omdat de mensen die de tramlijnen bouwden dezelfde maat namen van de afstand
tussen de wielen van de huif- en andere karren.
Waarom hadden die karren nu zo een rare maat ??
Wel, als ze een andere maat namen dan braken de wielen af op de oude wielsporen
in de baan.
Vanwaar kwamen die wielsporen ?
Het keizerrijk Rome bouwde voor zijn legioenen heirbanen tot in Engeland. Deze
waren overal even breed en er werden op voorhand ‘groeven’ in gemaakt waarin
precies hun karren en strijdwagens pasten, zo werd er geen enkele wagen
beschadigd..
Dus, sedert dat de Romeinen hun wagens bouwden wordt nog steeds dezelfde maat
genomen voor het bouwen van de huidige treinrails.
Nu kunt ge u afvragen: maar waarom 1,43 meter.?
Romeinse strijdwagens werden gebouwd op de maat van het achterste van twee
paarden. Nog iets:
Als ge de lancering van een spaceshuttle ziet, dan merkt ge een grote
brandstoftank met daarnaast twee stuwraketten. Ingenieurs die de tank bouwden
wilden ze eigenlijk groter maken, maar de tank moest vanwaar ze gemaakt werd,
tot aan de lanceerbasis vervoerd worden per trein, door een tunnel in de bergen, en
die tunnel is, zoals ge ondertussen al weet zo breed als het achterste van twee
paarden .. De grootte van een spaceshuttle werd 2000 jaar geleden al bepaald door
het achterste van twee paarden. En gij dacht dat het achterste van een paard maar
iets stom was ?
Paardenkonten bepalen veel nietwaar?
36 Kempensche Tydinghen nr 73 oktober – november - december 2013