Marjolijn van de Gender Wildcard Write Now! 2014 Cave canem In

Marjolijn van de Gender
Wildcard Write Now! 2014
Cave canem
In de avonduren volgde Dirk een cursus Latijn en omdat de hele buurt dat mocht weten, had
hij een pup gekocht die hij Mordax noemde. Hij geloofde dat hij dat woord had verzonnen: de
eerste drie letters kwamen van het werkwoord ‘bijten’ en ‘ax’ had hij toegevoegd om de
naam een woeste klank te geven.
Dirk was gek op die hond, maar zijn vrouw Ans had het dier verbannen naar het uiterste
gedeelte van de tuin. Daar woonde Mordax al maanden in een witgeschilderd hok. Een
ijzeren ketting stond hem acht meter bewegingsruimte toe. Hoewel de kleinkinderen hem
regelmatig pestten, bleek hij geen bijter.
Het grote voordeel van het hok, moest zelfs Dirk toegeven, was de rust die het gaf. Ze
konden Mordax alleen horen blaffen wanneer de wind verkeerd stond. Als ze geen briefje op
de koelkast hadden geplakt met hond eten: 8.00u en 18.00u, zouden ze haast vergeten dat
hij bestond.
Dirk staarde naar het briefje. Hij was al naar het hok gelopen, terwijl het pas vijf uur was. Ans
had er tot zijn teleurstelling niets over gezegd. Ze wist dat hij het niet leuk vond om de eerste
zin van het wekelijkse gesprek uit te spreken.
Hij schraapte zijn keel. ‘Ik ben uitgenodigd voor een etentje.’
‘Door wie?’ vroeg Ans vanaf de keukentafel, waar ze een mandarijn pelde. Ze had haar
grijze haren zo strak in een knot gebonden dat ze aan de huid van haar gezicht trokken. Als
Dirk zijn ogen half dichtkneep, zag hij alleen haar schedel.
‘Marga.’
‘Marga?’
‘De overbuurvrouw die volgens jou haar auto niet fatsoenlijk kan parkeren.’
‘Wat moet jij nou weer bij Marga?’
‘Ik geloof dat ze overweegt om een cursus te gaan volgen,’ zei Dirk. ‘Waarschijnlijk wil ze
weten of dat de moeite waard is.’
‘Je weet best wat ze wil.’ Ans legde de schil op tafel en wrikte witte draden van de vrucht. ‘Ze
vindt dat ik er zo slecht uitzie dat ik elk moment kan overlijden en daarom hoopt ze dat jij met
haar trouwt, zodat zij onze centen erft.’
Dirk beet op zijn lip. Vorige week had Tessie hem uitgenodigd om te praten over hun
gezamenlijke interesse in het Latijn. Twee weken eerder was het Daphne, een maand
geleden Karin. Zelfs naar Kees had hij niet gemogen, omdat die hem zou kunnen overhalen
om meer dan één glas bier te drinken.
‘Je ziet spoken,’ zei hij.
‘Ik zie geen spoken. Mijn intuïtie is bovengemiddeld.’ Haar vinger boorde zich in de
mandarijn en sap stroomde over haar handen. Het maakte de draden klef en bruin, en
opeens leek Dirks vest te strak en de lucht te dik. Hij zweette.
‘Ans…’
‘Misschien vermoordt ze me zelf. Dan drogeert ze jou en staat ze straks met een bijl voor de
deur.’
‘Hoe heet die misdaadserie die je altijd kijkt ook alweer?’
‘Verdomme, Dirk,’ zei ze en ze kneep in de vrucht. Het vlies om het vlees scheurde. ‘Je weet
dondersgoed waarom ik je niet vertrouw.’
Drie jaar geleden. Eén kus. Voor hij de jongere vrouw had kunnen wegduwen, was Ans de
kamer binnengestormd en snauwde ze dat dit de laatste keer was geweest dat er bezoek
kwam. Hij was nooit meer de fout ingegaan. Dat had niets met spijt te maken; hij mocht het
huis uitsluitend verlaten om met de hond te wandelen en om zijn lessen te volgen. Ans wist
precies hoe laat die afgelopen waren.
Ze stond op en gaf hem de mandarijn. Het sap op de verschrompelde partjes glinsterde als
de tranen op de wangen van een oude vrouw. Vroeger had zij de kleren haast van Dirks lijf
gescheurd, maar het huwelijk duurde te lang. De momenten waarop hij haar middel
vastpakte en zij met haar nagels over zijn rug kraste werden minder en minder, tot ze alleen
nog fruit voor hem pelde.
‘Mijn liefste,’ zei Dirk, ‘je wilt toch niet dat ik die eenzame vrouw vertel dat ik niet kom? Ze
heeft ongetwijfeld voor een fortuin aan eten gekocht.’
‘Dan ga ik met je mee. Bel haar.’
‘Ik kan haar toch niet bellen met zo’n mededeling?’
Ans fronste.
Dirk drukte zijn vingertoppen tegen elkaar in een poging om de flintertjes moed die hij bezat
bijeen te schrapen. ‘Doe het zelf.’
‘Nee,’ zei ze.
Met een zucht liep hij naar de telefoon. De mandarijn zou hij later weggooien.
‘Wat doet dat beest hier?’
Dirk had zijn handen net ingezeept. Hij spoelde ze af en haastte zich naar de hal. Mordax
gromde speels naar hem vanaf een verkleurde schapenvacht.
‘We hadden een afspraak over die hond,’ zei Ans en ze stapte over hem heen. ‘Doe hem
vlug naar buiten, anders komen we te laat bij Marga.’
‘Dat kan niet.’
‘Pardon?’
‘Er is iets veranderd in het hok,’ zei Dirk en hij kon haar frustratie bijna voelen. Geen
vreemden in huis, was de regel, en hij had hem voor het eerst overtreden.
‘Wat bedoel je?’
‘De ketting is niet meer hetzelfde als vanmiddag.’
‘Is hij gebroken?’
Het ijzer zou zelfs niet breken als hij er tien paarden aan vastmaakte, maar dat zei Dirk niet.
Hij zei helemaal niets.
Ans’ nieuwsgierigheid kreeg de overhand. ‘Wat is er nou met dat hok?’
‘Ik kan het niet goed uitleggen. Misschien moet je gaan kijken.’
Briesend van nijd stormde ze de hal uit.
‘Tot straks, jongen,’ zei Dirk en hij streek over Mordax’ kop.
Marga had een viergangendiner bereid. Ze gaf hem bij elk gerecht een glas wijn en tijdens
de afwas trok ze de tweede fles open. Haar keuken was open en groot, net als zijzelf. Haar
haren waren bruin geverfd en krulden over haar schouders. Ze lachte naar hem, ook als hij
stil was, en ze had zijn vest over een stoel gehangen.
‘Honden zijn betere vrienden dan mensen,’ zei ze en ze droogde het bestek af.
‘Soms.’
‘Ja, in ons geval ligt het anders. Maar wij zijn natuurlijk geen vrienden.’ Ze boog zich naar
Dirk toe. Haar vingers streelden de huid net boven zijn kraag en abrupt zette hij een stap
naar achteren. Hij had een tinteling gevoeld waarvan hij het bestaan was vergeten.
‘Nog niet?’ vroeg Marga zacht.
‘Het mag. Graag zelfs. Het is alleen… even wennen.’
Daarna gingen ze over op koffie en bonbons. Toen Dirk over straat waggelde, warm en vol,
ontdekte hij dat de tinteling niet was weggegaan.
Ondanks de kater maakte hij fluitend twee boterhammen met kaas. Mordax was al op een
keukenstoel gesprongen voor hij het ontbijt op tafel had kunnen zetten.
Voorzichtig bond hij de hond een slabber voor. ‘Eet smakelijk.’
En dat deed Mordax. Hij schrokte het brood zo snel van het bord dat Dirk de kaas weer uit
de koelkast haalde. De eetlust werkte aanstekelijk en voor hij het wist, knabbelde hij op een
boterham.
Om kwart voor acht ging de bel. Dirk haastte zich naar de deur en nam een pakket in
ontvangst.
‘Een prettige dag,’ zei de postbode.
Hij knikte. ‘Dat zal het zeker worden.’
Vijf minuten later zette hij de inhoud van het pakket in de voortuin. Het was een vierkant bord
met een foto en de tekst hier waak ik erop. Dirk had altijd zo’n bord willen hebben, maar Ans
had het te opzichtig gevonden. Nu deed haar mening er niet meer toe.
Terwijl Dirk naar binnen liep en luisterde naar Mordax’ begroeting, bedacht hij dat hij
superklevende lijm moest kopen. De oude tube lag nog in het hondenhok.