Economisch Bureau Nederland Frank Rijkers | +31 20 628 64 37 Agrarisch - sectorprognose 24 juni 2014 Agrarische sector vaart eigen koers Figuur 2: Exportindexcijfers (2008=100) De economie lijkt zich langzaam, maar zeker te herstellen. Dit blijkt onder andere uit de economische verwachtingen van ABN AMRO. Wat betekent dit voor de agrarische sector? Deze sector lijkt zich juist relatief weinig van de crisis te hebben aangetrokken. De geproduceerde volumes zijn tijdens de crisisjaren structureel gestegen, met uitzondering van 2010. De waardeontwikkeling vertoonde in deze periode een wisselend beeld, veelal ingegeven door wisselende weersomstandigheden. Wat zijn de verwachtingen voor de agrarische sector? En welke factoren spelen hierbij een belangrijke rol? Met een negatieve uitzondering in 2010, is de groei van de agrarische sector over de afgelopen vijf jaren (tijdens de crisis) hoger geweest dan de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Over het afgelopen jaar is de agrarische sector met 1,2% gegroeid tegenover een krimp van 0,8% van het totale BBP (Bruto Binnenlands Product). Deze cijfers laten zien dat de agrarische sector zich weinig heeft aangetrokken van de economische crisis, zie figuur 1. Oorzaak voor deze positieve ontwikkeling komt doordat de markt voor agrarische producten (veelal voedselproducten) weinig conjunctuurgevoelig zijn. Verder wordt tweederde van alle agrarische producten uitgevoerd, waardoor er minder afhankelijkheid is van de Nederlandse economie. Export is dus de belangrijkste agrarische groeipijler. Figuur 1: BBP-groei: Nederland versus Agrarische sector Bron: CBS 6,0 Export belangrijk voor groei agrarische sector 4,0 % BBP-groei Status aparte voor agrarische sector 2,0 0,0 -2,0 -4,0 -6,0 2009 2010 Nederland 2011 2012 2013 2014* Agrarische sector Bron: CBS, *2014 betreft ontwikkeling eerste kwartaal Van de totale export van agrarische producten bleef in 2013 nagenoeg 80% binnen de EU. Hierin vormen onze buurlanden Duitsland (33%), België (14%) en Verenigd Koninkrijk (12%) de top-3. Buiten deze gevestigde top-3 zien we binnen Europa voornamelijk groei in. Oost-Europa. Ging in 2005 slechts 4,8% van de totale agrarische export naar Oost-Europa, vorig jaar was dit reeds 6,5%. De waarde is gestegen van EUR 2,5 miljard in 2005 tot ruim EUR 5 miljard in 2013. Belangrijkste exportlanden in Oost-Europa zijn Rusland en Polen (samen goed voor 54% van de export naar OostEuropa). Buiten Europa is exportgroei te zien naar alle continenten. Zo is de export naar zowel Azië als Oceanië nagenoeg verdubbeld ten opzichte van het niveau van 2008 (net voor de crisis). Het procentuele aandeel van Oceanië in de totale export is echter met 0,5% laag. Het Aziatische aandeel in de totale export is met bijna 8% (was 4,9% in 2008) en een waarde van EUR 6,2 miljard wel substantieel. Vooral de groei in China/Hongkong (goed voor EUR 2 miljard) draagt bij aan de groei van de export naar Azië. Van de overige continenten laat Afrika de grootste groei zien. In 2013 was Afrika goed voor een exportaandeel van 3,3% tegenover 2,3% in 2008. De totale waarde van de export naar Afrika bedroeg in 2013 EUR 2,5 miljard. De export naar Noord-Amerika is nagenoeg gelijk gebleven over de afgelopen jaren. In 2013 is deze ten opzichte van 2012 door een duurdere euro gedaald met 5% tot EUR 2 miljard. Positieve stimulans export door afzwakkende euro De waarde van de euro staat flink onder druk. Door de negatieve depositorente is de euro veel minder aantrekkelijk geworden voor beleggers van buiten de eurozone. De monetaire koers van de ECB is nadelig voor de euro, die dan ook onder druk zal blijven staan. (zie hier ABN AMRO’s Weekly valuta) Dit kan zorgen voor een positief effect op de export. Het wordt immers goedkoper voor importeurs buiten de eurozone om producten aan te trekken vanuit de eurozone. ABN AMRO verwacht dat de EUR/USD dit jaar naar EUR 1,30 zal gaan tegenover EUR 1,38 eind 2013. Deze daling zal in 2015 doorzetten. Het Britse pond (GBP) zette vorige week zijn opmars voort ten opzichte van de euro. Dit was vooral te danken aan de opmerking van president Carney van de Britse centrale bank dat de rente waarschijnlijk eerder wordt verhoogd dan tot nu toe werd aangenomen. Samen met de relatief forse BBPgroei in het Verenigd Koninkrijk kan dit een extra impuls geven aan de agrarische export naar dit land, welke met een aandeel van 12% een forse bijdrage levert aan de totale export. Agrarische sector nr. 2 exporteur in de wereld Met een totale uitvoer van EUR 77,8 miljard is de agrarische sector goed voor 18% van de totale Nederlandse export. Het belangrijkste exportproduct zijn groenten en fruit met een aandeel van 18%, gevolgd door vlees (11%) en zuivel (10%). Het is denkbaar dat de zuivelexport de tweede plek zal overnemen door toenemende productie en goede afzetmogelijkheden. Naast de goede eigen productie met hoge oogstpercentages is de exportpositie van de Nederlandse agrarische sector mede ook te danken aan de Nederlandse infrastructuur. Vele (exotische) producten worden via de havens, nadat er waarde is toegevoegd doorgeleid naar verdere bestemmingen binnen Europa. Naast het exporteren van producten zien we dat het ook Waar liggen de groeikansen? steeds belangrijker wordt om de Nederlandse “De welvaart in Oost-Europa neemt toe”, “de economische groei in China zet onverminderd door”, “evenals in Zuid-Amerika”. Zomaar wat veelgehoorde uitspraken. Daarnaast groeit de wereldbevolking volgens ramingen van de Verenigde Naties van 7,2 miljard personen nu naar 9 miljard personen in 2050. De groei zit voornamelijk in opkomende regio’s als Azië (China en India). Deze mensen zullen gevoed moeten worden. Kortom volop kansen voor de export van agrarische producten. kennis over de sector te exporteren. Nummer 1 exporteur van agrarische producten zijn de Verenigde Staten. Zie voor een overzicht van de top 5 tabel 1: Tabel 1: Top 5 agrarische exporteurs 1. Verenigde Staten 118,2 mrd 2. Nederland 77,8 mrd 3. Duitsland 70,8 mrd 4. Frankrijk 68,0 mrd 5. Brazilië 55,4 mrd Bron: FAO, bewerkt door ABN AMRO Als we kijken naar de ontwikkeling van de economie dan zien we dat deze de afgelopen jaren binnen de eurozone licht is gedaald. Deze daling is met name veroorzaakt door ZuidEuropese landen. Voor de komende jaren wordt een lichte groei verwacht binnen Europa en met name Duitsland loopt hierin voorop, hetgeen een positief effect kan hebben op de afzet van duurdere agrarische producten. De groei in opkomende markten heeft zich doorgezet. Zo liet opkomend Azië in 2013 nog een groei zien van 6,1% van het BBP. Voor 2014 en 2015 verwacht ABN AMRO dat deze groei op een vergelijkbaar niveau zal voortzetten. De kansen in Europa liggen voornamelijk in Oost-Europa door toenemende welvaart en daarmee groeiende behoefte aan betere voedingsmiddelen. De economische groei bedroeg hier vorig jaar 1,7%. Voor 2014 wordt een nagenoeg gelijk niveau verwacht, waarna de groei in 2015 op 2,7% uitkomt. De huidige onrust in Rusland/Oekraïne bepaalt op dit moment het beeld, waardoor de groeiramingen zijn verlaagd. Zie ook onze EM Visie voor een uitgebreide toelichting op de ontwikkelingen binnen de opkomende markten. Kijkende naar deze ontwikkelingen dan zien we dat de groei hier de komende jaren vandaan gaat komen, door toenemende welvaart en anderzijds bevolkingsgroei. Dit biedt perspectief voor de agrarische sector, omdat de vraag naar (betere) voedingsmiddelen zal toenemen. Welke producten dragen bij aan de groei? De agrarische sector als geheel is natuurlijk erg divers met een breed scala aan producten. Nederland staat bekend als producent van kwalitatief hoogwaardige, uniforme producten. Leverbaar in grote hoeveelheden. Zoals eerder is beschreven, is de agrarische sector, als geheel, in 2013 gegroeid met 1,2%. Toch zien we grotere verschillen per deelsector. (zie hiervoor ook Visie op Agrarisch) Figuur 3: Exportontwikkeling in waarde per branche j-o-j 20% 15% 10% 5% 0% Exportgroei in nagenoeg alle branches Kijkend naar figuur 3, dan zien we dat bijna alle branches binnen de agrarische sector in 2013 en begin 2014 exportgroei laten zien. Een uitzondering hierop is de sierteeltsector met een daling van 2,4% in 2013 en 0,4% in het eerste kwartaal van 2014. Deze daling is volledig te wijten aan minder verkochte snijbloemen. Over de eerste drie maanden van 2014 is de bloemenexport met 3,5% gedaald ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Belangrijkste oorzaken hiervoor zijn het milde winterweer, Pasen die buiten deze periode viel en een daling van de export naar Oost-Europa in verband met een dure euro. De plantenexport liet over dezelfde periode juist een plus zien van 5,3% waardoor de totale exportdaling beperkt bleef. De verwachting voor geheel 2014 is dat de snijbloemenexport licht zal dalen tegenover een stijging in plantenexport. De totale groei voor deze branche zal hierbij rondom het nulpunt zitten. -5% -10% -15% -20% 2013 Bron: CBS, LEI, bewerkt door ABN AMRO 2014 (k1) De eierenbranche liet eveneens een daling zien in het eerste kwartaal van 2014 (-17% j-o-j). Deze forse daling is te verklaren door een mix van factoren. Voornaamste oorzaak van de daling heeft te maken met een overaanbod in Europa. Hierdoor staat de prijs onder druk, wat terug is te zien in de forse daling van de exportwaarde. Nederland wordt hierin relatief meer getroffen dan overige Europese landen, omdat Nederland het hoogste exportsaldo heeft. Daarnaast viel Pasen dit jaar niet in het eerste kwartaal, waardoor het beeld enigszins vertekend is. Inmiddels is bekend dat de gewenste prijsstijging met Pasen is uitgebleven en dat de export onder druk is blijven staan. De prijsdaling heeft tot gevolg dat er minder leghennen zijn opgezet, waardoor het volume zal dalen. Forse groei zuivelsector Het einde van het melkquotumtijdperk is in zicht. Melkveehouders in Nederland staan klaar om extra melk aan te voeren richting de zuivel verwerkende industrie. De afgelopen jaren is er extra geïnvesteerd in stalcapaciteit om de melkproductie te verhogen. Dit heeft over het afgelopen seizoen geresulteerd in een forse overschrijding van het quotum. Belangrijkste afzetproducten in de zuivel zijn kaas en melkpoeder. In 2013 is er bijna 5% meer melk verwerkt die zijn weg vond in de export. Met name de vraag in Rusland en China is fors toegenomen. Het opvoeren van de melkproductie heeft inmiddels geleid tot een daling in de opbrengstprijs. Echter deze ligt nog altijd fors boven het meerjarig gemiddelde. De toenemende vraag naar zuivelproducten in Azië, Oost-Europa zorgt voor positieve vooruitzichten op de langere termijn. Het volume zal hierdoor ook in 2014 en 2015 (mede door quotum afschaf) verder toenemen. Beperkende factor hierbij is de mestafzet. Wisselend beeld in visserij De exportwaarde voor visproducten is over de afgelopen jaren toegenomen. In 2013 zien we een stijging van 3% en zelfs 5,8% in het eerste kwartaal van 2014. De prijsstijging is vooral te verklaren door een toenemende vraag naar vis bij een dalend aanbod. In de aanvoer van verse vis zien we dat het aantal nagenoeg gelijk is gebleven met ruim 69 duizend ton. In de aanvoer van diepvriesvis zien we echter een forse daling van ruim 20% tot een vangst van ruim 220 duizend ton. Hierdoor daalt het totale volume met 17%. De vooruitzichten in de branche zijn positief. De vraag naar vis neemt toe, echter tegelijkertijd is de consument minder kritisch over de soort vis die geconsumeerd wordt. Er wordt voornamelijk naar prijs gekeken, waardoor de druk op de prijs niet zal afnemen. Door het toepassen van nieuwe vangsttechnieken probeert de visserijbranche te komen tot een duurzame rendementsverbetering. Toename in visconsumptie en het gefaseerd meer toepassen van nieuwere vistechnieken zal voor 2014 en 2015 leiden tot een kleine plus in aanvoer. Het aantal visdagen is hierbij wel van belang. Druk op groenteprijzen De exportwaarde van groenten en fruit laat over 2013 en het eerste kwartaal van 2014 een toename zien. Deze toename wordt voornamelijk gecreëerd door het toevoegen van waarde aan geïmporteerde groenten en fruit, welke vervolgens worden doorverkocht. Het productievolume in de groententeelt daalt jaarlijks licht (-3,7% in 2012 en -0,3% in 2013). Deze daling wordt veroorzaakt door de groententeelt in open grond. De glasgroenten, lees tomaten, blijven groeien in productievolume (+1,3% in 2013). Deze groei in productie kent als belangrijkste keerzijde een druk op de prijs. Bij tomaten zien we een gemiddelde prijs over de eerste vijf maanden, welke circa 25% onder het vijfjaarsgemiddelde ligt. Ook bij overige glasgroenten zien we een forse druk op de prijs. Deze prijsdruk zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot een lichte daling van het volume. De oogst van 2013 heeft bij fruittelers gezorgd voor een productietoename van 33%. Nu komt dit met name, doordat 2012 een erg matig jaar was als gevolg van zeer ongunstige weersomstandigheden. Voor 2014 wordt vooralsnog uitgegaan van een goede productie. Door gunstige weersomstandigheden in het voorjaar lijkt de vruchtzetting zich goed te ontwikkelen. Dit zal leiden tot een lichte volumestijging voor 2014. Jonge aanplant van zowel appel- als perenbomen, alsmede hogere productieopbrengsten per hectare zullen bij normale weersomstandigheden zorgen voor een lichte volumestijging op de middellange termijn. Kansen voor de afzet van het extra volume zijn aanwezig. Onder andere de ondertekening van het protocol voor export van peren naar China biedt hierbij kansen voor de sector, waardoor de waardeontwikkeling niet direct onder druk zal komen te staan bij extra productie. Volumestijging pluimveevlees Binnen de vleesveehouderij zien we met name een toename van het aanbod van pluimveevlees. Hierdoor zien we de exportwaarde afnemen, maar is er nog altijd een lichte groei. Over 2013 steeg het aanbod met ruim 3,5%. Pluimveevlees is gewild, vanwege het relatief goedkope imago en de vele toepassingsmogelijkheden. De vraag naar overig vlees neemt licht af. Varkenshouders zagen het volume in 2013 met 0,8% dalen en bij kalverenhouders was deze daling zelfs 3,4%. Nieuwe kansen lijken gezocht te moeten worden buiten Europa. China lijkt hierbij een logische groeimarkt, maar ook Noord-Amerika lijkt een interessante regio nu er nieuwe akkoorden zijn gesloten over de export van vlees naar deze regio. De toename van pluimveevlees kan echter de daling van de overige vleessoorten niet volledig compenseren, waardoor een lichte daling van het totale volume wordt verwacht. Voor 2015 verwacht ABN AMRO een stabilisatie van het aanbod, mede doordat de economische situatie binnen Europa lijkt te herstellen. Doorgaans is dit een teken van oplopende vraag naar varkens- en rundvlees. Al met al positieve ontwikkeling De wereldeconomie lijkt zich positief te ontwikkelen. Binnen de eurozone verwacht ABN AMRO een lichte groei voor de komende jaren. Dit zal een licht positief effect hebben op de export naar de belangrijkste afzetgebieden binnen West-Europa. Echter gezien de relatieve conjunctuurongevoeligheid van agrarische producten zal de groei met name komen vanuit de opkomende markten Oost-Europa en Azië. Oorzaak van de groei is een toenemende welvaart en bevolkingsgroei. Hierdoor komt meer vraag naar (betere) voedselproducten. Dit zal zorgen voor een volumestijging binnen de agrarische sector. Een daling van de Euro ten opzichte van onder andere de Amerikaanse Dollar (USD) en het Britse Pond (GBP) zal eveneens een positief effect op de export hebben. Hierdoor lijkt de agrarische sector als geheel ook de komende jaren positief te ontwikkelen. Wel wordt hierbij de kanttekening geplaatst dat er binnen de verschillende branches nog diverse uitdagingen zijn om mee aan de slag te gaan voor een meer duurzame toekomst met bestendige rendementen. Al met al zal het totale volume in de agrarische sector verder toenemen in zowel 2014 als 2015. Belangrijk hierbij is dat het weer een “normaal” patroon zal laten zien. Extreme weersomstandigheden kunnen de ontwikkelingen fors positief of negatief beïnvloeden. Tabel 2: Volumemutaties agrarisch 2012 2013 2014 2015 %-mutaties Agrarisch 0,3 1,2 1,0 1,0 -2,8 -2,5 1,0 1,0 Melkveehouderij 0,2 4,5 3,0 2,0 Vleesveehouderij 2,1 0,0 -1,0 -0,5 Legpluimveehouderij -3,3 2,2 -2,0 -0,5 Visserij -4,2 -17,2 1,0 0,5 0,1 3,5 0,5 0,5 -2,5 0,0 0,0 0,3 Akkerbouw Groenten- & Fruitteelt Sierteelt Bron: CBS, LEI, ramingen en prognoses ABN AMRO Economisch Bureau Economisch Bureau Nederland Contactgegevens ABN AMRO | Economisch Bureau Nederland: Aandachtsgebied Telefoonnummer: E-mailadres: Jacques van de Wal (hoofd) Algemeen 020 628 0499 [email protected] Eric Huliselan Zakelijke dienstverlening 020 628 2138 [email protected] Frank Rijkers Agrarisch, Food 020 628 6437 [email protected] Casper Burgering Industrie (w.o. industriële metalen) 020 383 2693 [email protected] Nadia Menkveld Transport & Logistiek 020 628 6441 [email protected] Mathijs Deguelle Retail, Leisure 020 344 2179 [email protected] Hans van Cleef Energie 020 343 4679 [email protected] Madeline Buijs Bouw & Real Estate 020-383 8201 [email protected] Nico Klene Macro-economie 020-628 4204 [email protected] Philip Bokeloh Woningmarkt, Macro-economie 020-383 2657 [email protected] Theo de Kort Informatieanalist, autohandel 020 628 0489 [email protected] Ingrid Kroeze Research ondersteuning 020 383 5161 [email protected] Volg ons ook op Twitter: @ABNAMROeconomen Disclaimer This document has been prepared by ABN AMRO. It is solely intended to provide financial and general information on the energy market. The information in this document is strictly proprietary and is being supplied to you solely for your information. It may not (in whole or in part) be reproduced, distributed or passed to a third party or used for any other purposes than stated above. This document is informative in nature and does not constitute an offer of securities to the public, nor a solicitation to make such an offer. No reliance may be placed for any purposes whatsoever on the information, opinions, forecasts and assumptions contained in the document or on its completeness, accuracy or fairness. No representation or warranty, express or implied, is given by or on behalf of ABN AMRO, or any of its directors, officers, agents, affiliates, group companies, or employees as to the accuracy or completeness of the information contained in this document and no liability is accepted for any loss, arising, directly or indirectly, from any use of such information. The views and opinions expressed herein may be subject to change at any given time and ABN AMRO is under no obligation to update the information contained in this document after the date thereof. Before investing in any product of ABN AMRO Bank N.V., you should obtain information on various financial and other risks and any possible restrictions that you and your investments activities may encounter under applicable laws and regulations. If, after reading this document, you consider investing in a product, you are advised to discuss such an investment with your relationship manager or personal advisor and check whether the relevant product –considering the risks involved- is appropriate within your investment activities. The value of your investments may fluctuate. Past performance is no guarantee for future returns. ABN AMRO reserves the right to make amendments to this material. © ABN AMRO, 2014
© Copyright 2025 ExpyDoc