Achtergrondinformatie over veranderingen (PDF, 3,1 MB)

Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
Gemeente
1
Ommen
om
elkaar
bewaar
exemplaa
r
Speciale bijlage over
welzijn, inkomen,
jeugd en zorg
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
3
inhoud
adressen
Jeugdcultuurfonds Ommen
Consulent: Maaike Geerdink
T 038-45 777 82
E [email protected]
I www.jeugdcultuurfonds.nl/1311/ommen/
Jeugdsportfonds Ommen
Consulent: Maaike Geerdink
T 038-45 777 82
E [email protected]
I www.jeugdsportfonds.nl
Ommer Overlegorgaan Gehandicaptenbeleid (OOG
Pinksterbloemstraat 28, 7731 XB Ommen
E [email protected]
I www.belangenorganisatie.nl/ommen/
WMO-raad Ommen
Postbus 100, 7730 AC Ommen
E [email protected]
Mantelzorg Advies Raad
Voorzitter: Klaas Schaap
Postadres: Kerkweg15, 8148 PX Lemele
Stichting Vrijwillige Thuiszorg
Carola: Ik doe weer mee!
4
Interview Ko Scheele: ‘Het gaat om het welbevinden van mensen’ 5
Veranderingen in de huishoudelijke hulp
6
Zelfstandig wonen met een beetje hulp wanneer dat nodig is
7
Regelingen voor mensen met een laag inkomen
8
Aan tafel bij het sociaal eetcafé
9
ATC Dienstenbedrijf bemiddelt tussen werkzoekenden en ondernemers
10
Pleegouders voelen zich door gemeente serieus genomen
11
T 0548-638830
E [email protected]
I www.vrijwilligethuiszorg.nl
Samen Doen Ommen
Chevallerausraat 8, 7731 EE Ommen
T 140529
E [email protected]
I www.ommen.nl/samendoen
De gemeentelijke kredietbank (GKB)
Postbus 426, 9400 AK Assen
Locatiebezoek: Chevalleraustraat 2, Ommen (gemeentehuis)
T 0592-366 099
I www.degkb.nl
Humanitas Afdeling Hardenberg Ommen
De Lisdodde 12, 7702 AB Dedemsvaart
E [email protected]
I www.humanitas.nl/afdeling/hardenberg-ommen
Voedselbank
Zwingel 7, 7772 SK Hardenberg
T 0523-272 244 / 06-341 206 14
E [email protected]
I www.voedselbank-hardenberg.nl
Er is ook een uitgiftepunt in Ommen.
Gemeente Ommen
Bezoekadres: Chevalleraustraat 2, 7731 EE Ommen
Postadres: Postbus 100, 7730 AC Ommen
T 14 0529
E [email protected]
I www.ommen.nl
Openingstijden
Maandag t/m donderdag van 08.30 tot 17.00 uur
Vrijdag van 08.30 tot 12.30 uur
Op maandag van 08.30 tot 12.30 uur voor WMO-adviesvragen
U kunt bij de Publieksdienst alleen op afspraak terecht en
alleen met pin betalen. Een afspraak kunt u maken op
www.ommen.nl of via het telefoonnummer 14 0529.
De gemeente Ommen is verantwoordelijk voor de inhoud van
deze krant en heeft er alles aan gedaan om de informatie
actueel en correct weer te geven. Er kunnen echter geen
rechten aan worden ontleend.
Om Elkaar
Vanaf 1 januari 2015 krijgt de gemeente
nieuwe taken op het gebied van zorg,
jeugdzorg en werk. Hierbij gaat de gemeente
meer kijken naar wat mensen zelf of met hulp
van hun omgeving kunnen oplossen. Wanneer
dit niet (voldoende) lukt, kan de gemeente
ondersteunen. Dit heeft de gemeente
vastgelegd in het beleidsplan Om Elkaar.
Inwoners kunnen voor ondersteuning terecht
bij de Samen Doen teams in de gemeente.
In overleg met een medewerker van Samen
Doen wordt gekeken wat u zelf kunt doen,
wat uw omgeving kan doen en waarvoor nog
ondersteuning nodig is. In deze krant leest u
alles over de nieuwe taken en wat de gevolgen
hiervan zijn voor u als inwoner.
4
| Samen Doen ommen
www.ommen.nl/samendoen
Carola: Mijn netwerk is versterkt
ik doe weer mee!
Carola is 43 jaar. Ze heeft fibromyalgie (reuma in de weke
delen) en is chronisch vermoeid. Door haar ziekte heeft ze veel
pijn. Met wat ondersteuning heeft ze haar netwerk versterkt.
Met hulp van haar omgeving, blijkt er veel mogelijk!
Carola: “Ik heb lang niet kunnen accepteren
dat ik ziek was en dat mijn lichaam faalde.
Toen ik steeds zieker werd, kreeg ik een hele
zware depressie. Ik wilde nog zo veel doen,
maar dat kon niet meer. Ik had hulp nodig.”
Van scootmobiel naar bewustwording
“Aanvankelijk vroeg ik Miriam, mijn
cliëntondersteuner van MEE, of ze mij
kon helpen met de aanvraag voor een
scootmobiel. Door mijn depressie zat ik veel
binnen. Mensen om mij heen zeiden: ‘Je
moet weer onder de mensen komen, je moet
er op uit.’ En omdat ik moeilijk loop, dacht ik
dat een scootmobiel de oplossing was. Maar
Miriam signaleerde direct dat mijn vraag
om hulpmiddelen een schreeuw was om
andere hulp. Zij had in de gaten dat ik veel
depressiever was vanwege mijn ziekte dan
dat ik liet zien. En zij stelde de juiste vragen
om achter de kern te komen.”
Er volgden meerdere gesprekken met
Carola, haar man en zoon. Daaruit kwamen
verschillende andere zaken naar voren.
Carola heeft moeite met het gegeven dat ze
vaak moe is en pijn heeft. Daardoor is ze vaak
boos en gefrustreerd, maar ze heeft ook last
van schuldgevoelens ten opzichte van haar
gezin. Dit brengt veel stress met zich mee.
Langzaam aan gleed ze in een depressie die
steeds erger werd. Carola sluit zich meer
en meer af van de buitenwereld, omdat ze
behoefte heeft aan stabiliteit en rust.
Wat heeft Carola nodig?
Miriam, cliëntondersteuner van Carola:
“Tijdens de gesprekken maakten we voor
Carola inzichtelijk op welke vragen zij een
plan wil maken en wie uit haar netwerk
kunnen meedenken. Daaruit bleken andere
thema’s naar voren te komen, zoals acceptatie
van de ziekte, pijn en laag energieniveau. Ik
stelde voor om een netwerkbijeenkomst te
organiseren. Daarin komen mensen uit de
naaste omgeving van Carola en die voor haar
belangrijk zijn, bij elkaar. Aan het begin van
de bijeenkomst gaven we hen de informatie
die nodig is om inzicht te krijgen in de
problemen en knelpunten die er zijn.”
Carola: “Miriam vermoedde dat mijn
netwerk uitkomst kon bieden. Ze hielp mij
mijn netwerk in te schakelen en versterken
door een kernteam samen te stellen uit mijn
directe omgeving. Mensen die ik vertrouw,
waar ik me veilig voel. Waar ik hulp aan kan
vragen. Mijn kernteam bestaat uit familie en
vrienden. Dat netwerk was er in het verleden
natuurlijk ook, maar ik heb nooit om hulp
durven vragen.”
Netwerkversterking zet Carola weer in
haar kracht
Tijdens de intensieve netwerkbijeenkomst
gaven de mensen uit Carola’s netwerk haar
adviezen en handvatten. Carola formuleerde
in haar plan antwoorden op haar belangrijkste
vragen en issues.
Miriam: “Ik werk nu al een aantal jaren vanuit
de visie en werkwijze van Sociale Netwerk
Versterking. Je kijkt dan heel breed naar de
situatie van de cliënt. Door deze aanpak komt
de essentie van het probleem snel boven
tafel. Als dit benoemd is, focussen we op:
hoe verder? Welk plan gaat de cliënt maken?
Ik word vaak verrast door de creatieve
oplossingen van het netwerk zelf!”
Carola: “De beperkingen die mijn ziekte
met zich meebrengt, vond ik moeilijk te
accepteren. Dankzij de bijeenkomst durf ik nu
zonder schuldgevoel te zeggen dat afspraken
niet door kunnen gaan omdat ik te veel pijn
ervaar of dat ik er te weinig energie voor heb.
Ziek zijn mag, ik hoef niet meer voor mezelf
en voor anderen te verbergen dat ik pijn heb.
Dat mijn netwerk daar alle begrip voor heeft,
geeft me een gevoel van veiligheid en kracht.
Mijn onzekerheid, frustratie en boosheid
maakten plaats voor meer zelfvertrouwen.”
Shamus en Jopi
Onder andere Carola’s zoon Shamus en
Carola’s vriendin Jopi zitten in haar netwerk
en zorgen ervoor dat ze niet te veel wordt
belast.
Shamus, zoon van Carola: “Ik zorg ervoor dat
Carola niet te veel op zich neemt. Dat ze haar
rust kan nemen. Niet te veel afspraken op
één dag. Soms wil ze te veel en heeft ze niet
in de gaten dat ze te veel plant. Verder help ik
in het huishouden, met boodschappen doen
en koken.”
Jopi, vriendin van Carola: “Ik ben Carola’s
klankbord. Ik heb zelf niet-aangeboren
hersenletsel en net als bij Carola, zie je bij mij
aan de buitenkant ook niets. Ik weet dus als
geen ander hoe het voelt als de buitenwereld
over je oordeelt als je iets niet kunt. En hoe
het voelt als mensen niet aan je kunnen
zien dat je een beperking hebt, terwijl je wel
hulp nodig hebt. Ik heb gezien hoe Carola
zich positief heeft ontwikkeld dankzij de
ondersteuning van haar netwerk. Ik heb haar
zien veranderen in een hele positieve vrouw,
die veel beter in haar vel zit.”
Stap voor stap sterker
Miriam: “Wat mij het meeste opviel, is hoe
snel Carola de draad oppakte na elk gesprek.
Ieder gesprek bracht iets teweeg bij haar en
stap voor stap groeide ze. Ze kreeg weer
geloof in haar zelf. Hierdoor kon ze samen
met haar netwerk de juiste besluiten nemen
voor de vragen waar ze mee worstelde. Dat
was heel mooi om te zien. Vooral als ik het
eerste gesprek vergelijk met het laatste. Wat
een enorme groei heeft ze doorgemaakt!”
Dankbaar
Carola: “Ik heb veel aan de mensen uit
mijn netwerk en ik zal in de toekomst nog
op hen moeten leunen. Ik heb geleerd om
wat makkelijker om hulp te vragen. Dat
is fijn want ik weet nu dat ik het niet meer
alleen hoef te doen. En dat heeft Miriam
mij gegeven. Miriam heeft alles voor mij
betekend. Zij heeft mijn netwerk vergroot en
de deur weer opengezet naar buiten. Zonder
haar, had ik nog steeds binnen gezeten of
was ik opgenomen geweest, want ik was een
gevaar voor mezelf.”
De toekomst van Carola
Carola: “Ik zal nu en in de toekomst gebruik
blijven maken van mijn netwerk. Dat geeft
me lucht en het gevoel dat ik er niet meer
alleen voor sta.”
Carola heeft het hele proces afgesloten
met het schrijven van een boek. Het boek is
inmiddels uitgegeven. Daar is ze heel trots
op en het geeft haar kracht.
Zorgen voor elkaar
Mantelzorger worden is vaak geen keuze. Wanneer je wordt geconfronteerd met ziekte of beperkingen in je omgeving zie
je dat hulp nodig is, en ga je aan de slag. Gelukkig maar, want mantelzorgers zijn heel belangrijk voor onze samenleving.
En de komende jaren zal hun rol alleen maar belangrijker worden.
Gelukkig zien we in Ommen dat mensen
al veel voor elkaar doen. We gaan verder
werken aan een samenleving waarin de
mensen zorgen voor zichzelf en voor
elkaar. Als gemeente ondersteunen we
daarbij. Dat kan zijn dat we de mantelzorger
helpen, om te zorgen dat hij of zij de
mantelzorg kan volhouden. Of we vullen
de mantelzorg aan met professionele zorg.
Uitgangspunt is maatwerk; kijken wat
nodig is, en daar een passende oplossing bij
zoeken. Ook de Mantelzorgadviesraad kan
helpen bij vragen. U vindt de contactgegevens
voorin in deze krant.
Het centrale thema van de dag van de
mantelzorg was dit jaar ‘allemaal verhalen’.
Dat thema voeren we ook door in deze krant;
we hebben mantelzorgers opgezocht en hen
gevraagd naar hun verhaal. Dat zijn verhalen
van zorg en zorgen. Zorg voor degene waarbij
je betrokken bent, zorgen over de toekomst.
Hoe gaat dat straks als een aantal zaken
naar de gemeente gaat? Hoe combineer ik de
mantelzorg met mijn werk of met mijn gezin?
Of de zorgen van jonge mantelzorgers, die
ook tijd willen hebben voor school en leuke
dingen, zoals andere kinderen en jongeren.
Maar het zijn ook verhalen van warmte en
kracht; verhalen over moeite doen voor
een ander. Over er voor een ander zijn
wanneer hij je het meest nodig heeft. En
over de kracht om er elke dag weer voor te
gaan. Ook als het niet makkelijk is. Dat zijn
de verhalen van onze mensen uit Ommen.
Een zorgzame samenleving waarin we
naar elkaar om kijken en voor elkaar
zorgen.
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
5
Wethouder Ko Scheele over de veranderingen in het sociaal domein:
‘het gaat om het welbevinden van mensen’
“Het is straks niet meer ‘Dit is goed voor u’, maar ‘Waar bent
u mee geholpen?’. Het zal even wennen zijn, maar we gaan
het wel doen!”. Wethouder Ko Scheele is positief gestemd
over de nieuwe verantwoordelijkheden op het gebied van
welzijn, zorg en werk die de gemeente Ommen er vanaf 1
januari bij krijgt. “Dit gaat veel verder dan zorg, het gaat om
het welbevinden van mensen.”
“Als je behoefte hebt aan sociaal contact, dan
helpt een scootmobiel niets.” Het is maar een
voorbeeld, maar de Ommer wethouder wil er
vooral mee aangeven dat je wel recht op iets
kunt hebben, maar dat het beter is te vragen
waar iemand bij gebaat zou zijn. Maatwerk,
dat lijkt de toekomst in de plannen van de
overheid.
“We kunnen de wirwar aan
bureaucratie straks tot een
minimum beperken.”
“Het Rijk wil de zorg dichter bij de mensen
organiseren. Ondanks de bezuinigingen
die daarmee gepaard gaan, wil Ommen die
uitdaging wel aangaan. Principieel is het
goed om zorg dichtbij mensen te houden. Als
het ons straks lukt om flink de bijl te zetten
in procedures en protocollen en het geld dat
daarmee wordt verdiend in te zetten voor zorg
op maat van mensen gemaakt, dan zou dat
alleen maar prachtig zijn” , zegt Scheele.
In gesprek
Ook is het aan de inwoners om een omslag
te maken. “Nu is er een zorgsysteem dat
is opgezet vanuit gebreken. We willen een
andere benadering en dat begint bij de
mensen zelf. Die moet je opzoeken en dat
gaan we doen.” De gemeente Ommen gaat
het gesprek aan met alle inwoners die zorg
krijgen en zorg behoeven. “Dat is een flinke
klus, maar we willen af van te makkelijk
denken en klakkeloos iets toe kennen aan
mensen omdat ze er toevallig recht op
hebben.”
Veranderingen geven onzekerheid. “In een
gesprek willen we met de inwoners spreken
over het nieuwe systeem, dat naast alle
bezuinigingen, ook goede dingen brengt.
De wirwar aan bureaucratie kunnen we
bijvoorbeeld in de nieuwe aanpak tot een
minimum beperken. In een gesprek zal
blijken dat er betere oplossingen zijn, vooral
ook omdat we burgers en de mensen die
om hen heen staan willen uitdagen om zelf
ook oplossingen aan te dragen. Dit gaat veel
verder dan zorg. De kern is het welbevinden
van mensen en daar voelt de gemeente zich
ook verantwoordelijk voor. Mensen in hun
eigen kracht zetten. Daar gaat het straks
om.”
“Het is niet allemaal
klaar op 1 januari, maar we
zijn er wel klaar voor.”
zoals in Kulturhusen in Beerzerveld en
Ommerkanaal.”
De overheveling van de zorg is volgens de
wethouder de grootste overgang. “Ik snap
dat het wel zorgen geeft bij mensen. We
zullen de zorg op het gebied van jeugd en
AWBZ in 2015 grotendeels doorzetten zoals
het was. Bij de Wmo worden we helaas
geconfronteerd met forse rijksbezuinigingen.
Daar moeten we dus de overgang zo goed
als mogelijk organiseren. We willen de
continuïteit waarborgen zodat mensen niet
tussen wal en schip raken. Vervolgens gaan
we met de mensen zelf bedenken hoe we
het anders kunnen doen en hoe we het voor
ons zien. Op het gebied van werk en inkomen
is een andere manier van werken nodig.
We werken aan perspectief voor mensen.
De vrijblijvendheid is er wel af. We zullen
hiervoor tegenprestaties vragen, maar heel
zorgvuldig.”
Geduld is nodig
De wethouder is blij met de samenwerking
die er de afgelopen tijd is ontstaan en ziet de
veranderingen met vertrouwen tegemoet.
“Het leeft. Een voorbeeld? Huisartsen gaan
ervoor en ook professionele instellingen
zien het belang en willen deze weg op. Dat
is heel positief.” Scheele hoopt over een
jaar een goed draaiend Samen Doen team
te hebben dat gekend is en door de mensen
herkend wordt. Het Samen Doen team in
Ommen is in oktober van start gegaan en
is het aanspreekpunt voor de inwoners met
vragen op het gebied van welzijn, werk,
inkomen, wonen en zorg. “Verder hoop ik
dat de veranderingen in de jeugdzorg en
AWBZ gedragen worden door mensen die
het betreft en dat het aantal niet-actieve
inwoners fors is gereduceerd.
Er is veel geduld nodig en daar vraag ik
“Mensen in hun
eigen kracht zetten. Daar
gaat het straks om.”
begrip voor. Het is een hele operatie en dat
kost tijd”, spreekt de wethouder zijn zorgen
uit. “Mijn zorg is dat als het even tegenzit,
we weer terugvallen in oude gewoonten. Dat
vind ik te gemakkelijk. Daarnaast is er de
zorg of gebrek aan geld ons geen parten gaat
spelen. Ik ben pas tevreden als ik terughoor
van mensen dat ze meer in hun waarde zijn
door eigen kracht. Het mooie aan Ommen
is dat er al best noaberschap is. Dus ik zie
zeker kansen.”
Is Ommen klaar voor de nieuwe verantwoordelijkheden? Het proces zal jaren nodig
hebben, maar de belangrijkste stappen zijn
gezet. Volgens wethouder Scheele is de
gemeente goed op weg. “Het is niet allemaal
klaar, maar we zijn er wel klaar voor. Het jaar
2015 zal een overgangsjaar worden waarin
we er bovenop zullen zitten en kijken hoe
het gaat en waar we aan moeten werken.
We zullen de ontwikkelingen van dichtbij
volgen.”
Vooruitlopend op deze overgang heeft de
gemeente Ommen wel de handen uit de
mouwen gestoken. Scheele: “Op het gebied
van welzijn is de afgelopen jaren ingezet op
ontmoeting, want ontmoeting is de kern voor
het welbevinden van de mens.
Centra in Ommen zijn opengesteld voor
de buurt, zoals het Nijenhaghen, ‘t Vlierhuis
en het nieuwe Oldenhaghen in de toekomst. Ook in de kernen is geïnvesteerd
Ingrid Snel is moeder van twee dochters en een zoon. Beide dochters hebben diabetes
type 1, bovendien heeft de jongste dochter ook nog coeliakie, waardoor zij zich aan een
heel streng glutenvrij dieet moet houden.
Ingrid Snel
Lieke, de jongste dochter van Ingrid
en Freddy was 2½ toen ontdekt werd
dat zij diabetes en coeliakie had. Bij
haar twee jaar oudere zus werd pas
veel later diabetes geconstateerd. De
meisjes moeten zeker vier keer per dag
hun bloedsuikerspiegel controleren door
een vingerprik. Toen ze nog jonger waren
deden Ingrid en haar man dat. “Nu ze ouder
worden moeten we veel meer aan hen zelf
overdragen hoe ze hier mee om moeten
gaan. Zorgen dat ze zichzelf controleren en
dat de juiste hoeveelheid koolhydraten wordt
ingevoerd in het insulinepompje dat ze bij
zich dragen. Dat pompje zit via een infuus en
daardoor hoeven ze zichzelf niet elke dag te
injecteren. Het infuus moet wel 2 tot 3 keer
per week vervangen worden, dat kunnen
ze niet zelf.” Elke drie maanden moeten de
meisjes voor controle naar het ziekenhuis.
Coeliakie is een overgevoeligheid voor gluten.
Omdat gluten in heel veel etenswaren zitten
wordt er bij de familie Snel bijvoorbeeld
zelf glutenvrij brood gebakken. Tijdens het
eten koken moet er opgelet worden voor
kruisbesmetting. “Als we ons eigen brood
besmeren met boter, mag voor Liekes brood
niet hetzelfde mes worden gebruikt. Ze heeft
ook haar eigen botervlootje en haar eigen
beleg. Eén kruimeltje kan al klachten geven.
Zolang we thuis zijn is er nog niet zo veel aan
de hand, maar buitenshuis is het een heel
ander verhaal.” Uit eten gaan, kinderfeestjes,
traktaties op school zijn voor Lieke niet
vanzelfsprekend. Er moet altijd voor een
alternatief gezorgd worden. “Lieke mag heel
graag eten, dus als er niets is wat ze mag
hebben is dat altijd een hele teleurstelling.”
Naast de praktische zorg is het ook geestelijk
zwaar. “Het blijft altijd de vraag of ze zich
wel goed hebben gecontroleerd. Ik laat
ze wel naar feestjes gaan, maar blijf toch
altijd onrustig. Er kan zo veel mis gaan
zonder dat iemand daar iets aan kan
doen.” Ingrid merkt dat andere ouders
echt hun best doen om zoveel mogelijk
rekening te houden met haar dochters.
“Maar ik wil ze ook niet een waslijst aan
instructies meegeven.”
Ingrid en haar man voeden hun dochters
zo ‘normaal’ mogelijk op. “We proberen
om de diabetes en coeliakie ons leven zo
min mogelijk te laten beïnvloeden, maar
dat lukt niet altijd.”
6
| Samen Doen ommen
veranderingen in de
huishoudelijke
hulp
De komende jaren staat er veel te gebeuren in de zorg, zo
ook rondom de hulp bij het huishouden. Samen met inwoners
die behoefte hebben aan ondersteuning in het huishouden
willen we onderzoeken hoe deze ondersteuning geboden kan
worden, waarbij het niet langer een vanzelfsprekendheid is
dat de gemeente het schoonmaken vergoedt.
De gemeente biedt alleen ondersteuning
als uit onderzoek door het Samen Doen
team blijkt dat mensen ernstige problemen
ervaren met het organiseren en regisseren
van het huishouden. Vanaf 1 januari 2015
noemen we dit ‘begeleiding huishouding’.
Gesprekken
Dit betekent voor veel mensen dat de
indicatie voor Hulp bij het huishouden niet
wordt verlengd en dat het recht op hulp bij
het huishouden vervalt. Voordat de indicatie
afloopt neemt de gemeente contact met u
op om u uit te leggen hoe het verder gaat
en om u uit te nodigen voor een persoonlijk
gesprek.
In dit gesprek willen we de inwoners hierover
goed informeren en onderzoeken welke
gevolgen de verandering voor hen heeft.
Tijdens de persoonlijke gesprekken wordt
gekeken naar de wijze waarop de hulp
bij het huishouden op een andere manier
georganiseerd kan worden. We kijken
www.ommen.nl/samendoen
samen met de mensen naar hun situatie
en onderzoeken wat de meest passende
ondersteuning is.
Tijdens de gesprekken wordt eerst onderzocht wat de mogelijkheden binnen de eigen
kracht en omgeving zijn. Mensen kunnen
er vervolgens voor kiezen om zelf hulp bij
het huishouden, via zogenaamde algemene
voorzieningen, in te kopen. In 2015 is het
mogelijk om dit tegen een gereduceerd tarief
in te kopen. Het rijk heeft hiervoor middelen
beschikbaar gesteld.
Wanneer blijkt dat mensen deze ondersteuning
toch echt nodig hebben en men onvoldoende
inkomen en vermogen heeft om dit zelf te
betalen, is er de mogelijkheid om een beroep
te doen op bijzondere bijstand.
Wanneer gaan de veranderingen in?
Wanneer uw indicatie voor huishoudelijke
hulp eindigt, stopt ook uw recht op de
vergoeding van huishoudelijke hulp. U krijgt
dan in principe geen nieuwe indicatie.
Wanneer u een indicatie voor een langere tijd
hebt, zal de gemeente in de loop van het jaar
contact met u opnemen. U wordt dan verder
geïnformeerd over de ontwikkelingen en de
gevolgen die dit voor u heeft.
burgemeester
Marc-Jan ahne:
“Het afgelopen jaar heb ik al veel
samenwerking zien ontstaan bij het
organiseren van evenementen en ook
om elkaar te versterken. De zorg is een
nieuwe uitdaging voor de gemeente,
en ook voor de samenleving. Ook hier
ontstaan weer nieuwe samenwerkingen
tussen partijen die elkaar wellicht nu
nog niet kennen. Hierbij is het nodig dat
het college en de gemeenteraad ook
de ruimte geeft aan partijen die hierop
inspringen.”
wethouder Klaas Smid:
“We zullen allemaal merken dat er
iets gaat veranderen de komende tijd.
Gelukkig zien we in Ommen een krachtig
en vitaal noaberschap. Deze veerkracht
van de samenleving zal hard nodig zijn.
Samen kunnen we ervoor zorgen dat
iedereen in Ommen meedoet.”
Jeannet Veurink is moeder van drie kinderen, waarvan de jongste van bijna 9
meervoudig complex gehandicapt is door een onbeschreven chromosoomafwijking. Hij
is visueel, motorisch en verstandelijk beperkt en dat betekent dat hij afhankelijk is van
sondevoeding, nachtelijke kapbeademing heeft, veel medicatie gebruikt, onder andere in
verband met epilepsie, en afhankelijk is van een rolstoel. Zijn ontwikkelingsleeftijd ligt
rond een maand of negen.
Jeannet Veurink
Omdat haar zoon Quint 24-uurs toezicht
nodig heeft kan hij nooit alleen gelaten
worden. ’s Nachts ligt hij aan een
hartactie/saturatiemeter en aan een
beademingsapparaat. “Ook dan waak
je in plaats van dat je slaapt. Er gaat
regelmatig een alarm af. Dat betekent
niet altijd dat er iets aan de hand is,
je moet als ouders wel alert zijn en bij
hem gaan kijken. Af en toe logeert Quint in
een kinderhospice. “Dan hebben we even de
handen vrij. Met je hoofd ben je echter nog
steeds bij Quint, ook op afstand zorg je mee.”
Quint gaat vijf dagen per week, van 9.00
tot 15.00 uur, naar het kinderdagcentrum.
Daarnaast komen er ook een aantal uren
zorgverleners over de vloer, maar al met
al zorgt Jeannet toch zeker 12 uur per dag
zelf voor Quint. Verder is hij vooral in de
wintermaanden vaak ziek thuis door zijn
kwetsbare gezondheid.
Jeannet heeft gemerkt dat het begrip van
mensen om haar heen heel wisselend is.
“Mensen dachten dat het wel beter zou worden
of over zou gaan, maar de zorg werd alleen
maar groter, het is niet een ziekte waarvan
je kan herstellen.” Quint wordt steeds groter
en zwaarder waardoor het tillen en verzorgen
ook moeilijker wordt. Jeannet en haar man
willen zo veel mogelijk zelf voor Quint zorgen,
maar ook de andere twee kinderen hebben
hun aandacht nodig. “Voor hen willen we
alles graag zo normaal mogelijk door laten
gaan.” Hulp bij dagelijkse dingen zou soms
fijn zijn, zeker tijdens ziekenhuisopnames.
Die keer dat er zo maar een grote pan nasi
werd gebracht, geweldig! Er is zoveel waar
je nauwelijks tijd, en soms ook gewoon geen
energie, voor hebt.”
Jeannet: “Je kunt de zorg niet zo maar
overdragen aan bijvoorbeeld de buurvrouw,
zoals de regering graag wil, daarvoor is
het veel te complex; je moet rekening
houden met de verstandelijke beperking
van Quint en allerlei prikkels, zijn
mimiek en houding, daaruit lees je hoe
hij zich voelt.”
De zorg voor Quint is zwaar. Toch komen
er ook weer mooie dingen uit voort,
zoals bijzondere vriendschappen met
mensen in een soortgelijke situatie.
Jeannet geniet extra van de momenten
waarop ze met het hele gezin een uurtje
samen naar het bos gaan. “En natuurlijk
van een lach of knuffel van Quint, dat is
zo waardevol!”
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
7
zelfstandig wonen met een beetje hulp
wanneer dat nodig is
In de afgelopen decennia is
de ouderenzorg langzaam
maar zeker veranderd.
Was het in de jaren
zestig de gewoonste zaak
van de wereld om op je
vijfenzestigste te verhuizen
naar een bejaardentehuis,
tegenwoordig is het de
trend om zo lang mogelijk
zelfstandig te blijven
wonen. En daarmee is het
traditionele noaberschap
weer helemaal terug van
weggeweest.
Tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen.
Eigen regie houden over je leven en zelf
beslissen waar je gaat of staat. Dat klinkt
mooi en dat is het ook, maar wanneer je ogen
achteruit gaan en het lopen wat minder gaat,
is het zelfstandig functioneren in de praktijk
niet altijd even gemakkelijk. Toch verkiezen de
meeste mensen dit volgens Riekie Koopman
boven een opname in een zorgcentrum. Dus
doet de gebiedsmanager ouderenzorg van de
Saxenburgh Groep er alles aan om ervoor te
zorgen dat alle mensen die binnen een straal
van 1000 meter rondom een Saxenburgh
locatie wonen, van optimale zorg worden
voorzien. “2015 wordt het jaar van de grote
verandering”, vertelt Riekie. “Volgens de
nieuwe gedachte nemen we ouderen minder
snel op in een zorginstelling, maar scheppen
we alle randvoorwaarden die nodig zijn om
zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.
Mantelzorgers en vrijwilligers spelen daarbij
een steeds grotere rol, maar waar hun zorg
vroeger vrijblijvend was, komen we straks tot
werkschema’s waarbij wij als professionele
zorginstelling nauw met hen samenwerken
en we steeds meer afhankelijk worden van
elkaar. Huisartsen ontwikkelen samen met
specialisten ouderengeneeskunde diverse
vormen van ketenzorg. Hierbij werken ze
samen met andere medische specialisten en
verpleegkundige zorg op afstand. Zo kunnen
mensen langer zelfstandig blijven.”
Zelfredzaamheid
De ommezwaai vergt veel van de partijen in
het werkveld, maar het is misschien nog wel
het meest wennen voor de verzorgenden,
Meinie Arendsen, 80 jaar
“Ik woon in een aanleunwoning in het
Hoefijzer. Vanwege mijn artrose krijg ik
eenmaal per week huishoudelijke hulp.
Verder doe ik alles zelf en dat vind ik erg
prettig. Het mooie aan het wonen in een
aanleunwoning is, dat als je meer zorg
nodig hebt, je die ook krijgt. Toen mijn man
nog leefde, had hij in de laatste maanden
veel hulp nodig en dat werd allemaal
uitstekend geregeld. Als dit het nieuwe type
zorg is; zoveel mogelijk zelf doen en alleen
hulp wanneer dat echt nodig is, dan ben ik
daar dus direct voor. Ik vind het ook leuk
dat er steeds meer georganiseerd wordt
voor ouderen. Zo ga ik bijvoorbeeld iedere
vrijdagmiddag naar de spelletjesmiddag
in Nijenhaghen. Dat is heel gezellig en je
spreekt nog eens andere mensen.”
Riekie Koopman,
gebiedsmanager Saxenburgh Groep
denkt Riekie. “Binnen de nieuwe werkwijze
nemen we de zorg pas over als het echt niet
anders kan. Die grotere zelfredzaamheid is
goed voor onze cliënten, maar lastig voor
onze medewerkers. Zij zijn gewend om te
zorgen en ze wíllen ook graag zorgen, want
zorgen zit hen in het bloed. Voor hen is het
dus echt wennen om op dat gebied gas
terug te nemen en mensen te stimuleren
om zo veel mogelijk zelf te blijven doen.
Zelfredzaamheid wordt overigens niet
nagestreefd tot elke prijs”, benadrukt ze.
“Als de veiligheid van de cliënt in het gedrang
komt, dan wordt hij of zij opgenomen. Want
het moet wel verantwoord blijven.”
Oldenhaghen
De geruchten over het al dan niet doorgaan
van de nieuwbouw van Oldenhaghen
worden door de gebiedsmanager resoluut
ontzenuwd. “De bouw gaat door en op 1
december 2015 zullen alle bewoners die
nu elders geplaatst zijn, allemaal weer in
Oldenhaghen wonen”, verzekert ze. “Maar ze
rendsen
Meinie A
Elizabeth van Dam, 89 jaar
“Ik woon nog helemaal zelfstandig en
dat bevalt me prima. Alleen voor de
grotere schoonmaakklussen krijg ik
huishoudelijke hulp. En toen ik vorig jaar
een tijdje ziek was, kwam er ook iemand
van de thuiszorg die me hielp met wassen
en dergelijke. Zodra ik was genezen, werd
die hulp weer stopgezet. Ik verveel me
geen moment. Voor mijn sociale contacten
ga ik regelmatig naar de activiteiten
in Nijenhaghen, zoals zingen, breien,
spelletjesmiddag en de bingo, waar ik
anderen help die de cijfers op het kaartje
niet zo goed meer kunnen lezen. Ook ben
ik hier bezoekdame. Ik hoop dat ik met
hier en daar een beetje hulp, de rest van
mijn leven gewoon zelfstandig kan blijven
wonen.”
zullen niet weten wat hen overkomt. Want in
plaats van een kamertje met een bed en een
gemakkelijke stoel, krijgt iedere bewoner
straks een compleet appartement bestaande
uit een woonkamer met open keuken, een
slaapkamer, een hal, berging, badkamer en
toilet. Ze hebben dan dus weer een ‘echt’
huis. We gaan dan ook werken volgens de
scheiding van woning en zorg. Oftewel,
mensen worden niet meer opgenomen zoals
vroeger, maar gaan zelf hun appartement
huren en zijn zelf verantwoordelijk voor de
betaling van gas, water en licht. Dat klinkt
voor veel mensen heel spannend, maar het
is vooral een administratieve kwestie. In
de praktijk verandert er niet zo veel. Want
bij het scheiden van wonen en zorg gaat de
CAK-bijdrage fors omlaag. Het geld dat onze
cliënten dus betaalden aan het CAK, kunnen
zij nu gebruiken om hun eigen lasten mee te
betalen. Het is dus vooral een verschuiving
van de geldstromen, waar je in de praktijk
niet veel van merkt.”
Elizabeth van Dam
Buurtkamers
Waar cliënten voorheen een zorgindicatie
kregen via het zorgkantoor CIZ, wordt dit nu
een taak van de gemeente. “De gemeente
heeft dit voortvarend opgepakt”, vindt
Riekie.“Er is een Samen Doen team gevormd
waarmee wij heel prettig samenwerken.
Nu de gemeente verantwoordelijk is voor
de dagbesteding, maar hiervoor minder
geld van het rijk krijgt, hebben ze besloten
om nog meer in te zetten op zogenaamde
wijksteunpunten of buurtkamers, waar
mensen uit aanleunwoningen en uit de wijk
terecht kunnen om elkaar te ontmoeten,
samen te eten of allerlei activiteiten te
ondernemen. Zo lang mensen nog zelfstandig kunnen functioneren worden ze
gestimuleerd om deze buurtkamers te
bezoeken. Zolang zij daar naartoe gaan,
scheelt dat plekken op de dagbesteding
die vervolgens gebruikt kunnen worden
voor mensen die dagbesteding echt nodig
hebben.”
8
| Samen Doen ommen
www.ommen.nl/samendoen
Gemeente ondersteunt
inwoners met laag inkomen
Heeft u moeite om rond te komen en moet u elk dubbeltje omdraaien? Dan is de kans groot
dat u recht heeft op een aanvulling op uw inkomen of uitkering. De gemeente Ommen heeft
diverse regelingen om inwoners met een minimuminkomen financieel tegemoet te komen.
Bijzondere bijstand
Wanneer u weinig te besteden heeft, is het
erg moeilijk om geld opzij te zetten voor
onvoorziene zaken. Soms moet u wel een
bijzondere uitgave doen, die eigenlijk niet van
uw inkomen te betalen is. Daarvoor bestaat de
bijzondere bijstand.
De gemeente Ommen steunt mensen met
een laag inkomen die geconfronteerd worden
met onvermijdbare kosten. Te denken valt
aan tandartskosten of de aanschaf van een
bril, maar ook een babyuitzet of kosten voor
rechtsbijstand kunnen tot deze onvoorziene
kosten behoren.
U heeft recht op bijzondere bijstand als het echt
noodzakelijk is, wanneer u het zelf onmogelijk
kunt betalen en wanneer de kosten niet door
een andere regeling worden vergoed. Hoeveel
bijzondere bijstand u ontvangt, is afhankelijk
van de gemaakte kosten en van de hoogte
van uw inkomen. Ook het vermogen, zoals
spaargeld, is van invloed op de hoogte van het
bedrag.
Individuele inkomenstoeslag
Er zijn meer minimavoorzieningen waar u
wellicht recht op heeft. Wie langdurig een
laag inkomen heeft en geen zicht heeft op
inkomensverbetering kan in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslag. Dit is een
jaarlijkse toeslag die verstrekt wordt als u
vijf jaar of langer een inkomen heeft dat niet
hoger is geweest dan de hoogte van de bijstandsuitkering. De Individuele Inkomenstoeslag zoals de langdurigheidstoeslag volgend jaar zal heten, bedraagt 370 euro voor
een alleenstaande, 473 euro voor een alleenstaande ouder en 529 euro voor gehuwden.
Participatiefonds
Met een kleine beurs valt het vaak niet mee
om deel te nemen aan activiteiten die er in uw
omgeving worden georganiseerd. Om te zorgen
dat u toch kunt meedoen heeft de gemeente
Ommen een Participatiefonds. Kinderen en
volwassenen uit de gemeente Ommen die
sociale, culturele, sportieve of educatieve
activiteiten niet zelf kunnen betalen, komen
in aanmerking voor een tegemoetkoming
uit dit fonds. Een bijdrage kan bijvoorbeeld
gebruikt worden voor de contributie van een
sportvereniging, cursusgeld voor muziekles,
een bezoek aan het zwembad of bijvoorbeeld
een lidmaatschap van de bibliotheek.
Of u in aanmerking komt, hangt af van uw
persoonlijke inkomens- en vermogenssituatie.
Inwoners met een gezinsinkomen van maximaal 110 procent van het bijstandsniveau
kunnen een beroep doen op het fonds.
Let op! In 2015 worden de regelingen omtrent
het Participatiefonds aangepast. Wanneer
Talent ontwikkelen is voor elk kind belangrijk
Eric Schutte komt uit Ommen, hij werkt
als beeldend kunstenaar en als docent
tekenen, handvaardigheid en CKV aan
een school voor voortgezet onderwijs in
Hardenberg.
Als kind tekende Eric veel waardoor een
beeldende studie dan ook voor de hand
lag. Eric is opgegroeid in een buurtschap
bij Ommen. Het agrarische karakter van
deze omgeving heeft hem zeker gevormd
en is terug te vinden in zijn ideeën en werk.
Eric kwam al op jonge leeftijd met kunst
in aanraking; niet alleen interesseerden
zijn ouders zich hiervoor, maar ook
groeide hij op in een eeuwenoude karakteristieke Sallandse boerderij waarvan
de wanden in de kamer waren beplakt
met de prachtigste handgeschilderde
Delftsblauwe tegeltjes.
“Je kunnen uiten en je talenten kunnen
ontwikkelen is voor elk kind heel
belangrijk”, vertelt Eric. “Uit onderzoek
is gebleken dat creativiteit, het buiten de
kaders kunnen denken, iets is waar je
echt wat aan hebt. Er is zelfs een lichte
kentering zichtbaar in de waardering van
de kunstvakken binnen het onderwijs.
Een recent gepubliceerde studie van de
SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling
/ 21st century skills) laat zien dat juist
deze vakken van belang zijn; kennis is
bereikbaar, maar de flexibele toepassing
ervan moet je leren. Als mens bezit
je latente mogelijkheden; het kunnen
ontplooien van deze mogelijkheden
maakt dat je meer de mens wordt die je
in je hebt. Hiernaast is het maken van
beeldend werk goed voor je eigenwaarde;
je kunt trots op jezelf zijn en waardering
krijgen van anderen. Maar ook is het
een manier van uiten (expressie) en
communicatie. Hiernaast kun je het
gebruiken om de wereld voor jezelf te
ordenen. Niet voor niets wordt tekenen
of schilderen gezien als belangrijk
medium bij verwerking van trauma’s in
bijvoorbeeld oorlogsgebieden.”
Eric is ambassadeur voor het Jeugdcultuurfonds. “Volgens de cijfers is
er best veel verborgen armoede. Niet
alleen kunnen dit mensen zijn die
geen werk (meer) hebben, maar soms
ook zelfstandigen of mensen die hun
huis niet kunnen verkopen. En hier
in Oost-Nederland vindt men het niet
gemakkelijk om te moeten erkennen
dat je het niet redt, laat staan om ergens
aan te kloppen voor hulp. Maar liefst 1
op de 9 kinderen in Nederland groeit in
armoede op, dit betekent dat er in een
volle klas 3 leerlingen zijn die geen geld
hebben voor cultuur of sport.” In een
rijk land als Nederland zou dit absoluut
niet mogen en Eric zet zich dan ook
graag in als ambassadeur voor het
Jeugdcultuurfonds.
de gemeenteraad akkoord gaat met de
plannen, zal het fonds worden opgedeeld in
twee doelgroepen: ouderen en jongeren. De
bedragen zullen in het nieuwe jaar mogelijk
wijzigen en er wordt zo veel mogelijk in
natura verstrekt.
Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds
De gemeente Ommen is ook aangesloten bij
het landelijke Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. Deze fondsen ondersteunen
kinderen die om financiële redenen geen lid
kunnen worden van een sportvereniging of
niet naar muziekles kunnen.
Het Jeugdsportfonds betaalt voor kinderen
(4 tot 18 jaar) die leven in gezinnen waar
niet genoeg geld is om lid te worden van een
sportclub de contributie en in bepaalde gevallen
de sportattributen. Het Jeugdcultuurfonds wil
dat alle kinderen in Nederland zich kunnen
ontwikkelen in minstens één kunstdiscipline.
Het fonds wil bij gezinnen met een smalle
beurs de financiële drempel wegnemen
zodat deze kinderen de kans krijgen om hun
talenten te ontwikkelen op het gebied van
bijvoorbeeld muziek of dans.
Het aanvragen van een bijdrage uit het
Jeugdsport- of Jeugdcultuurfonds gaat altijd
via een intermediair, zoals een huisarts of
hulpverlener.
Collectieve zorgverzekering
De gemeente Ommen heeft in samenwerking
met Zilveren Kruis Achmea een collectieve
zorgverzekering ontwikkeld voor mensen
met een laag inkomen. Afhankelijk van
het pakket ontvangt u van de gemeente
een tegemoetkoming in de kosten van
deze zorgverzekering. Ook mensen die in
aanmerking kwamen voor de regelingen WTCG
(Wet tegemoetkoming chronisch zieken) de
Compensatie Eigen Risico (CER) kunnen gebruik
maken van de collectieve zorgverzekering.
De collectieve zorgverzekering biedt mensen
met een minimuminkomen (tot 130% van de
bijstandsnorm) de mogelijkheid om beter en
voordeliger verzekerd te zijn. Er worden drie
voordelige pakketten aangeboden waaruit kan
worden gekozen.
Overstappen naar een andere verzekeraar
kan alleen per 1 januari. Wanneer u
gebruik wilt maken van de collectieve
zorgverzekering kunt u contact opnemen met
de gemeente Ommen. Meer informatie over
de collectieve zorgverzekering vindt u op www.
gezondverzekerd.nl.
Koopkrachttegemoetkoming
Als u een laag inkomen heeft, komt u in 2014
mogelijk in aanmerking voor een eenmalige
uitkering koopkrachttegemoetkoming. Met
dit extra financiële steuntje in de rug wil
het kabinet dit jaar het koopkrachtverlies
verzachten. Koopkrachtverlies houdt in dat
de prijzen meer stijgen dan de inkomens.
Inwoners van de gemeente Ommen die een
inkomen hebben van ten hoogste 110%
van de bijstandsnorm kunnen voor deze
tegemoetkoming in aanmerking komen. U
ontvangt de eenmalige uitkering automatisch
wanneer u een uitkering ontvangt van de
gemeente, deelneemt aan de collectieve
zorgverzekering van de gemeente of een
bijdrage ontvangt uit het Participatiefonds.
Denkt u ook in aanmerking te komen voor
deze eenmalige tegemoetkoming dan kunt
Vier landelijke toeslagen
Er zijn vier verschillende landelijke
toeslagen waar u recht op kan hebben:
huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden
budget en kinderopvangtoeslag.
Huurtoeslag is een bijdrage in de
huurkosten.
Zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten
voor uw zorgverzekering.
Het kindgebonden budget is een
tegemoetkoming in de kosten voor
kinderen tot 18 jaar.
De kinderopvangtoeslag is een bijdrage
in de kinderopvangkosten.
Kijk voor meer informatie op
www.belastingdienst.nl,
www.toeslagen.nl of bel met
de belastingtelefoon via 0800-0543.
u het aanvraagformulier opvragen bij de
gemeente Ommen. Let op! De aanvraag moet
voor 31 december 2014 door de gemeente
zijn ontvangen.
Vereenvoudiging regelingen voor bijdragen
in kosten kinderen
De overheid gaat vanaf 1 januari 2015
de bijdrage in de kosten van kinderen
vereenvoudigen. Van de tien regelingen die
ouders financieel ondersteunen blijven er
straks vier over, namelijk kinderbijslag,
kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag
en inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De andere regelingen verdwijnen of gaan op
in andere regelingen.
Bent u een alleenstaande ouder met een
bijstandsuitkering? Dan is uw uitkering
vanaf 1 januari waarschijnlijk ongeveer 35
euro lager dan u gewend bent. De toeslagen
in de vier kinderregelingen (kinderbijslag,
kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag
en inkomensafhankelijke combinatiekorting)
worden hoger. Ook komt er een speciale
toeslag voor alleenstaande ouders zonder
toeslagpartner, de alleenstaande ouderkop.
Dit bedrag krijgt u ook van de Belastingdienst.
Dit compenseert de lagere uitkering.
Uitzonderingen
Woont u bij uw ouder? Verblijft uw huwelijkspartner in een verpleeginrichting of in de gevangenis? Of is uw huwelijkspartner met onbekende bestemming vertrokken? Dan heeft
u volgens de belastingregels meestal een
toeslagpartner. In dat geval wordt uw uitkering pas op 1 januari 2016 verlaagd. U heeft
hierdoor meer tijd om u voor te bereiden op
een lager inkomen.
Wat moet u doen?
•Ontvangt u al kindgebonden budget? Dan
hoeft u niets te doen. In december 2014
hoort u van de Belastingdienst hoe hoog
uw kindgebonden budget vanaf 1 januari
2015 is.
•Wilt u weten of u volgens de belastingregels
een toeslagpartner heeft? Kijk dan op de
website van de Belastingdienst.
•Ontvangt u nog geen kindgebonden
budget? Dan kunt u in december op www.
toeslagen.nl uitrekenen of u in 2015 recht
hebt op kindgebonden budget. Als dat zo
is, kunt u dit zelf voor eind 2014 aanvragen
via ‘Mijn toeslagen’ op toeslagen.nl
•Op de website http://www.kindregeling.
nl/rekentool/
kunnen
alleenstaande
bijstandsouders hun inkomen vanaf 2015
berekenen.
Contact
Voor meer informatie over het minimabeleid
kunt u contact opnemen met de gemeente
via telefoonnummer 14 0529. Een kengetal
is niet nodig.
U kunt een aanvraagformulier ook ophalen
bij de balie van het gemeentehuis of
downloaden via www.ommen.nl.
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
9
aan tafel bij het Sociaal Eetcafé
Buiten waait de herfstwind door de bomen, binnen is het warm, gezellig. Aan de grote
stamtafel zit een groepje mensen met elkaar te praten, terwijl er in de keuken driftig
geroerd wordt in potten en pannen. De tafel wordt gedekt en vrijwilliger Henk Coree staat
bij de deur om de binnenwaaiende bezoekers van harte welkom te heten in het Sociaal
Eetcafé van de RIBW.
holten
Greet Sc
Greet Scholten uit
Lemele zorgt voor
haar man Johan, die
als gevolg van een
herseninfarct
gedeeltelijk verlamd
is geraakt.
Voor de meeste bezoekers van het Sociaal
Eetcafé zijn volgens Henk de maandag en
de vrijdag de hoogtepunten van hun week.
Ook hijzelf is iedere maandag van de partij,
gewoon omdat het kan. “Omdat ik een beetje
de neiging heb om voor kluizenaar te spelen
en niet iedere dag zin heb om voor mezelf
te koken, wees de ambulant begeleider
van het RIBW me op het bestaan van het
Sociaal Eetcafé”, vertelt hij. “Ik besloot
eens een kijkje te nemen en werd hier zo
warm ontvangen, dat ik al snel wekelijks
van de partij was. Aanvankelijk kwam ik
hier als ‘eter’, maar toen ik hoorde dat het
RIBW vrijwilligers zocht om te fungeren
als gastheer of –vrouw, heb ik me daarvoor
aangemeld. Ik ben hier nu iedere maandag
gastheer en dat bevalt me erg goed. Met
name de sociale contacten zijn voor mij
echt een verrijking. Het voelt soms echt een
beetje als familie.”
Samen doen
Hoewel er pas om half zes wordt gegeten,
gaat het Eetcafé al om twee uur open. Dan
drinken de bezoekers samen koffie of thee,
wordt het menu besproken en worden de
taken verdeeld. “Het unieke van dit Eetcafé is
dat we alles samen met de bezoekers doen”,
vertelt RIBW-coördinator Diny Vonder. “Ze
bedenken samen wat ze willen eten, doen
samen boodschappen en staan samen in de
keuken. Het samen werken en samen eten
stimuleert onze gasten om contacten te
leggen met anderen.
Bosch
Kok Jan
Hoe belangrijk met name die sociale
contacten zijn, merkten we toen er eerder
dit jaar sprake van was dat we in het kader
van de bezuinigingen zouden sluiten. Dat
vonden onze bezoekers echt vreselijk.
Daarom hebben we nu samen met hen een
andere constructie bedacht. We zijn verhuisd
van de Strangeweg naar de kantine van het
arbeidscentrum van de Baalderborg Groep
aan de Vermeerstraat. Tot 1 januari wordt
het Eetcafé nog gedraaid onder begeleiding
van het RIBW en een vrijwilliger, daarna
wordt het volledig door vrijwilligers gedaan,
al houden wij uiteraard wel een vinger aan
de pols.”
Redder in nood
Volgens Henk Coree was het bezoeker Jan
Bosch die de aanzet tot de nieuwe vorm
gegeven heeft. “Toen we hoorden dat het
Eetcafé misschien zou stoppen, stond Jan
op en bood aan dat hij dan wel wilde koken.
Sindsdien staat hij iedere maandag en vrijdag
hier in de keuken en dat doet hij hartstikke
goed.” Jan verblikt of verbloost niet onder
de complimenten en gaat onverstoorbaar
verder met het omwikkelen van witlof in
ham en kaas. “Tot een paar jaar geleden
kon ik helemaal niet koken, dat heb ik pas
hier geleerd”, zegt hij. “Omdat ik het Eetcafé
wilde redden, besloot ik te laten zien dat we
het ook zelf wel konden. Inmiddels kook ik
iedere maandag en vrijdag op het Eetcafé
Gastheer Henk Coree
in Ommen en op woensdag in Hardenberg.
Dat betekent heel veel voor mij. Ik heb geen
werk, dus ik kijk er echt naar uit. Het eetcafé
geeft mijn leven zin.”
Familie
Al pratend hebben de bezoekers een plekje
gezocht aan de lange gedekte tafel.
Na een kort moment van stilte worden de
borden vol geschept. Uit de grappen die er
gemaakt worden, blijkt dat de deelnemers
elkaar goed kennen. “Iedereen is hier
hartelijk en voelt zich betrokken bij elkaar.
Het voelt gewoon een beetje als familie”,
vindt ook Tineke van Lierop. Toen zij drie
jaar geleden in Ommen kwam wonen, kende
ze heg noch steg. “Ik zag ergens een flyer
liggen van het Sociaal Eetcafé. Hoewel ik
niets met de RIBW te maken heb, sprak
het initiatief me wel aan. Het leek me een
mooie manier om mensen in mijn nieuwe
woonplaats te leren kennen. Toen ik hier
voor de eerste keer kwam dacht ik wel
even: oeps, wat zijn dit voor mensen? Maar
ik werd zo hartelijk ontvangen, dat ik daar
al snel doorheen keek. Inmiddels is het
voor mij echt een vast punt in de week. De
mensen hier hebben me echt geholpen met
het inburgeren in Ommen.”
Iets betekenen
Kok Lydie Kollen kijkt tevreden toe hoe
haar gehaktballen als sneeuw voor de
zon verdwijnen en er goedmoedig wordt
gekibbeld om de laatste witlofrolletjes. De
vrijwilligster zwaait iedere maandag de
scepter in de keuken en doet dat met veel
plezier. “Ik heb jaren in de horeca gewerkt
en vind het heerlijk om mensen in de watten
te leggen. Toen ik stopte met werken, heb ik
me hier direct aangemeld als vrijwilliger en
daar heb ik geen moment spijt van gehad.
Het klikte direct. Toen ik hier kwam voor een
kennismakingsgesprek ben ik hier de rest
van de tijd gebleven. Ik doe dit werk met heel
veel plezier. Je kunt hier echt iets betekenen
voor een ander en dat is wat ik wil.”
Sociaal Eetcafé De Paraplu kan altijd nieuwe
vrijwilligers gebruiken. Interesse? Bel Diny
Vonder voor meer informatie via tel. 06 12 97
30 50 of mail: [email protected].
De echtgenoot van Greet Scholten
werd in 2005 getroffen door een
herseninfarct. Hij kan nog een klein
beetje lopen, maar zijn linkerarm
doet helemaal niets meer. Johan
woont thuis, maar gaat drie dagen
per week naar de dagopvang, bij
Zorgboerderij ‘Molenzicht’ in Wijhe.
Omdat Johan aan één zijde verlamd
is, moet Greet hem bij veel dagelijkse
dingen ondersteunen. “Voor mij is
dat al zo normaal dat ik er eigenlijk
over na moet denken waar ik hem
allemaal bij moet helpen.” Greet
ondersteunt Johan bij het wassen
en douchen, aankleden. “Vlees
snijden en je jas dicht doen is heel
erg lastig met één hand.” Ook duwt
ze hem in zijn rolstoel, waar hij sinds
het infarct afhankelijk van is. In de
buurt kan Johan zelf op pad met zijn
scootmobiel. Als hij verder weg moet
rijdt Greet hem, ook begeleidt ze
hem bij bezoekjes aan de medische
specialisten. “In het begin was het
echt een hele omschakeling. Je
staat er niet bij stil dat zoiets je
zo maar kan overkomen en moet
proberen om samen de boel weer
op de rails te krijgen.”
Het karakter van Johan is door het
infarct niet echt veranderd, daar is
Greet heel blij om. Samen zetten ze
de schouders er onder om er het
beste van te maken. “We kunnen
er allebei niets aan doen dat dit
gebeurd is, het enige dat we kunnen
doen is samen proberen een nog
zo goed en mooi mogelijk leven te
hebben.”
Greet staat positief in het leven.
“Natuurlijk is het niet leuk dat ons
dit is overkomen. Maar we moeten
toch proberen er nog iets van te
maken. Met ondersteuning van
onze kinderen, buren, vrienden
en familie hebben we toch een fijn
leven. Sommige dingen kunnen niet
meer, maar andere nog wel en daar
focussen we ons op!”
10
| Samen Doen ommen
www.ommen.nl/samendoen
atc dienstenbedrijf bemiddelt
tussen werkzoekenden en ondernemers
Minder mensen met een uitkering en meer mensen naar betaald werk. Dat is het doel van ATC Dienstenbedrijf. Met dit
gezamenlijke initiatief streven de gemeenten Ommen en Hardenberg en ATC-Larcom ernaar om mensen met een uitkering en
werknemers uit de sociale werkvoorziening te voorzien van werk bij reguliere werkgevers.
In de vervulling van de personele behoeften
van werkgevers, passen het ATC Dienstenbedrijf en de ondernemerswereld naadloos bij
elkaar. Waar werkgevers behoefte hebben aan
arbeidskrachten, beschikken de gemeenten
en ATC Larcom hierover in ruime mate. “Dat
deze arbeidskrachten soms een beetje op weg
geholpen moeten worden of begeleiding nodig
hebben, blijkt voor veel werkgevers geen
belemmering te zijn”, vertelt de projectleider
van ATC Dienstenbedrijf Petra Dorreman.
“Werkgevers zijn over het algemeen bereid
deze groepen medewerkers een kans te
bieden. Maar daarvoor wordt wel een goede
dienstverlening en ondersteuning vanuit de
gemeenten en ATC Larcom verwacht. En dat
is precies wat het ATC Dienstenbedrijf voor
ogen heeft. Sparringpartner zijn voor de
werkgever, goed oog hebben voor de vraag
van de werkgever en vervolgens zorgen voor
de goede match.”
Samenwerking
Deze aanpak levert voordelen voor alle
partijen. “Het liefst zouden we iedereen
een vaste baan aanbieden, maar dat is
natuurlijk onmogelijk. Voor kandidaten
die nog niet direct aan betaald werk toe
zijn proberen we in samenwerking met
ondernemers uit het Vechtdal zo veel
mogelijk werkervaringsplekken te creëren.
In een periode van een aantal maanden
kunnen zij dan met behoud van uitkering
of tegen een redelijke vergoeding bij een
werkgever aan de slag. Het zou mooi zijn
als hen na die periode een contract wordt
aangeboden, maar ook wanneer dat niet
zo is, is het zinvol voor de kandidaten. Want
door te werken, bouwen zij ritme, structuur
en zelfvertrouwen op. Die zaken zijn heel
belangrijk op weg naar een ‘echte’ baan.”
Passende oplossingen
Het ATC Dienstenbedrijf werkt vanuit
de vraag van de ondernemer. “Het
niveau van werkzoekenden varieert van
lager beroepsonderwijs tot universitair
geschoold. Dit kunnen mensen zijn in
een uitkeringssituatie of mensen met een
arbeidsbeperking die veelal uit de sociale
werkvoorziening (SW) komen”, verduidelijkt
ze. “In sommige gevallen kunnen aanvullende
regelingen worden getroffen om de stap naar
een baan bij de werkgever te verkleinen. Zo
kan vaak een passende oplossing aan de
werkgever worden geboden.”
Een mooi voorbeeld
Petra merkt op dat steeds meer werkgevers
bereid zijn om werkervaringsplekken aan te
bieden, mits ze er op kunnen rekenen dat
hun tijdelijke kracht goed gemotiveerd is. Ze
haalt een mooi voorbeeld aan. “De directeur
wilde graag op een maatschappelijk verantwoorde manier ondernemen. Daarbij
hoorde ook het inzetten van doelgroepen
binnen zijn bedrijf, maar hij wilde wel de
zekerheid dat de tijdelijke medewerkers
serieus aan de slag zouden gaan”, vertelt ze.
“En dat is ook begrijpelijk. Hij heeft tenslotte
wel een bedrijf te runnen.”
Bij dit bedrijf gaat het vooral om inpakwerkzaamheden; een klus waarin volgens
Petra met name de SW-ers enorm goed zijn
en waar ze ook veel plezier en voldoening
aan beleven. Maar deze werkzaamheden
kunnen natuurlijk ook worden uitgevoerd
door werkzoekenden die weer ritme moeten
opbouwen. “We hebben daarom gekozen
voor een mix van SW-ers en werkzoekenden.
De SW-ers vormen de stabiele basis. Voor
hen is het een geweldige ervaring om eens
binnen een ander bedrijf dan Larcom aan de
slag te gaan. Ze zijn enorm gemotiveerd”,
vertelt ze. “Enkele werkzoekenden die het
werkervaringstraject vorig jaar goed hebben
doorlopen, hebben een contract gekregen en
zijn dus uit de uitkering gestroomd. Nu heeft
het bedrijf opnieuw drie werkervaringsplekken
gecreëerd voor mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt.”
Platform
Het ATC Dienstenbedrijf is inmiddels in
gesprek met een aantal bedrijven in Ommen
en Hardenberg om soortgelijke projecten op
te zetten. “Naast de SW-populatie vallen zo’n
500 mensen met een uitkering binnen onze
doelgroep”. “We zijn erg gemotiveerd om
mensen naar werk te helpen. Er zijn, in het
kader van de intrede van de Participatiewet
per 1 januari aanstaande, diverse regionale
ontwikkelingen die mogelijk werkgevers
over de streep trekken om met onze doelgroep te gaan werken.” Maar ook nu al
worden er binnen de ondernemerswereld
initiatieven ontplooid. Eén daar van is Je
Regio Werkt, een project dat is omarmd
door het ATC Dienstenbedrijf. “Je Regio
Werkt is een initiatief van de Hardenbergse
Ondernemersvereniging IKH, Vechtdal
Leeft TV en Rabobank Vaart & Vecht. Door
middel van een website proberen zij een
platform te creëren waarmee werkgevers
en werkzoekenden in het Vechtdal op
een laagdrempelige manier met elkaar
in contact kunnen komen”, vertelt Petra.
“Het bijzondere aan deze jobsite is dat er
niet alleen CV’s op staan, maar dat zowel
werkzoekenden als ondernemers een
compleet portfolio kunnen aanleggen,
met voorbeelden van werk, foto’s en korte
filmpjes waarin zij zichzelf voorstellen. Dit
geeft een veel beter en vooral vollediger
beeld van een kandidaat dan alleen een CV
en een sollicitatiebrief.”
wmo-raad
De Wmo-raad is een adviesraad voor het college
van burgemeester en wethouders, en adviseert de
gemeente gevraagd en ongevraagd over het beleid en de
beleidsuitvoering van de Wmo.
Door de uitbreiding van taken van de
gemeente in het sociale domein is de
Wmo-raad ook betrokken bij de Jeugdwet
en Participatiewet. Deze verbreding van
de adviesfunctie zal leiden tot een andere
benaming van de Wmo-raad. Ook wordt
bekeken welke veranderingen noodzakelijk
zijn voor het geven van adviezen aangaande
het gehele sociale domein.
De Wmo-raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van binnen de Wmo belangrijke
gebruikersgroepen in de gemeente. De
gemeente legt verantwoording af aan de
Wmo-raad over de gegeven maatschappelijke
ondersteuning aan de inwoners.
De Wmo-raad is geen instantie waar u
bezwaar kunt maken tegen een beslissing.
Wel kunt u uw mening kenbaar maken
over het beleid dat de gemeente voert of
wil gaan voeren. De Wmo-raad heeft een
onafhankelijke voorzitter en onafhankelijke
secretaris, respectievelijk de heer A. Vroon
en mevrouw I. Cremers-Sturkenboom.
Contact
Wilt u meer weten over de Wmo-raad van
de gemeente Ommen of iets met hen delen
of bespreken? U kunt contact opnemen met
mevrouw I. Cremers-Sturkenboom via het
e-mailadres [email protected].
WMO-raad Ommen
p/a Gemeente Ommen
Postbus 100, 7730 AC Ommen
De vader van Carlijn Hendrikx kreeg bijna zes jaar geleden een dubbele hersenbloeding.
Samen met haar moeder en broer zorgt Carlijn zo veel mogelijk voor hem.
Als je vader een hersenbloeding heeft
gehad, staat je leven in één keer op zijn
kop. “In plaats van dat hij voor jou zorgt,
zorg jij voor hem.” Carlijn was 17 toen het
allemaal gebeurde.
Ze geeft aan dat er sinds die tijd al heel
veel verbetering in de situatie van haar
vader is gekomen. “In het begin konden we
hem geen seconde alleen laten.” Hij kan
nu weer een tijdje alleen thuis zijn, maar
toch moet er altijd opgelet worden. “Voor
ons zijn dat eigenlijk kleine dingetjes, we
vinden het doodnormaal om te controleren
of hij het gas wel heeft uitgedraaid.” Ook
heeft haar vader geen besef van tijd en
heeft hij moeite met inschatten of iets wel of
niet belangrijk is. “Dan belt er iemand met
een best wel heftig bericht, hij reageert op
dat moment wel vol begrip, maar vergeet
vervolgens totaal om dat aan ons door te geven,
dat zorgt soms voor vervelende situaties.”
Eigenlijk heeft haar vader continue begeleiding
nodig, omdat hij zo snel weer dingen vergeet.
Hier heeft hij zelf best veel moeite mee,
vandaar dat ze nu met briefjes werken. “Daar
staat op wat hij moet doen, maar hij kan zelf
bepalen hoe hij dat doet en op welk tijdstip.
Dat werkt heel goed, zo ontstaat er van beide
kanten iets meer vrijheid.”
Carlijn is door alles wat er gebeurd is heel snel
volwassen geworden. “Alles wat je als normale
puber doet, een avondje stappen of gezellig
winkelen, kan niet zomaar. Je hebt ook nog een
moeder en broer om rekening mee te houden.
Als je leeft met iemand die Niet Aangeboren
Hersenletsel (NAH) heeft is duidelijke
communicatie, rust en regelmaat een must!”
Ondanks alle ellende ziet Carlijn ook positieve
kanten. “We waren altijd al een heel hecht
gezin, maar door alles wat we samen hebben
meegemaakt zijn we nog dichter naar elkaar
toe gegroeid. Voorheen deed iedereen meer
zijn eigen ding, nu doen we veel meer samen
en weten we ook van elkaar waar we mee
Carlijn Hendrik
x
bezig zijn. We zetten samen de schouders
er onder en proberen van iedere dag het
beste te maken!”
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
pleegouders voelen zich door
gemeente serieus genomen
Toen ze op haar tiende voor het eerst kennismaakte met het fenomeen pleegzorg, besloot
Evelien Flim dat zij zich later als zij groot zou zijn, hiervoor zou inzetten. En daaraan heeft
ze zich gehouden. Want inmiddels allang volwassen en zelf moeder van een viertal, staan de
deuren van haar woning wagenwijd open voor kinderen in nood.
Wat is pleegzorg?
Als kinderen en jongeren tussen de
0 en 18 jaar om welke reden dan ook
tijdelijk niet bij hun eigen ouders kunnen
wonen, nemen pleegouders (tijdelijk) de
opvoeding en verzorging van een kind
op zich. Deze vorm van opvang blijft het
dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie en
is tot eind 2014 alleen mogelijk met een
indicatie van Bureau Jeugdzorg. Er zijn
verschillende soorten pleegzorg, zoals
vakantiepleegzorg, weekendpleegzorg,
dagpleegzorg, pleegzorg in crisissituaties
en pleegzorg voor langere tijd. Eigen
familie en bekenden kunnen een kind
ook opvangen.
Een half jaar na de geboorte van hun tweede
kind, stopte Evelien Flim met werken omdat
ze er meer wilde zijn voor haar kinderen.
Juist in die periode stond er een oproep van
Europa Kinderhulp in de krant waarin ze
vakantieouders zochten voor kinderen uit
Frankrijk. “Dat sprak mij direct aan”, vertelt
ze.
“We kregen een jongen uit Caen te logeren
en dat vonden we zo leuk dat we ons ook
opgaven als vakantieadres voor kinderen
die in de kerstvakantie en voorjaarsvakantie
naar Nederland komen. Inmiddels hebben
we bijna iedere vakantie logeetjes over de
vloer, afkomstig uit Frankrijk, Duitsland
en Bosnië. Hoewel er best kinderen tussen
zitten met een rugzakje, genieten we ervan
om onze vakantiekinderen te zien opbloeien.
Het beviel zelfs zo goed dat mijn man op
een gegeven moment zei: waarom doen
we eigenlijk niet iets voor Nederlandse
kinderen?”
Rollenspel
Via via kwamen Evelien en Sander Flim in
contact met Jeugdzorg en meldden zich aan
als pleegouder. “Om dat te kunnen worden,
moesten we een zogenaamde STAP-training
van zeven avonden volgen. Op die avonden
leer je alle ins en outs van de pleegzorg
en doe je rollenspelen met de andere
deelnemers. Op een avond speelden we een
casus over een kind dat uit huis geplaatst
werd en te maken kreeg met politie, leerkrachten, gezinsvoogden, pleegouders en
natuurlijk de eigen ouders. Aan het eind
vroeg de cursusleider iedereen die niet in
het hele traject een rol had gespeeld, te gaan
zitten. De enige die bleef staan was het kind.
Dat maakte diepe indruk op mij. Pas toen
realiseerden wij ons echt hoe eenzaam een
kind is tijdens zo’n proces. Iedereen komt,
iedereen gaat en iedereen beslist over zo’n
kind dat tegen wil en dank in zo’n situatie
terecht is gekomen. Dat was heel heftig en
maakte onze motivatie om iets voor deze
kinderen te betekenen nog groter.”
Pleegkinderen
Kort na de training, werden ze door Trias
Jeugdhulp benaderd voor een crisisopvang
van een 10-jarige jongen die uit huis werd
geplaatst. “Dat was voor ons een echte
vuurdoop. Het was een pittige jongen die uit
een onveilige en gewelddadige thuissituatie
was gehaald. Na acht maanden is hij
Kwaliteit
Alle instellingen die jeugdbescherming
willen blijven uitvoeren moeten een
certificaat halen. Zij moeten daarvoor
aan een aantal eisen voldoen.
Bijvoorbeeld de manier waarop een
gezinsvoogd werkt. Alle eisen staan in
een document. We noemen dit document:
het ‘normenkader’. Instellingen die het
certificaat hebben gehaald, zijn ‘gecertificeerde instellingen’.
doorgeplaatst naar een woongroep en kregen
we Nina, een dreumes van een jaar en negen
maanden”, vertelt Evelien. “Jeugdzorg belde
rond een uur of vijf dat ze onderweg naar ons
waren met een spoedgeval. Ik ben toen als
een speer een ledikantje, luiers en andere
spulletjes gaan regelen en was precies op tijd
terug om Nina te ontvangen”, vertelt ze. “Het
klikte meteen tussen Nina en ons, al konden
we wel merken dat ze op haar jonge leeftijd
al veel had meegemaakt. En dat is ook geen
wonder, want je wordt als kind natuurlijk niet
zomaar uit huis geplaatst.”
Bezoekregeling
Hoewel haar moeder niet zelf voor Nina
kon zorgen, had ze er wel behoefte aan om
haar te zien. Dus werd een bezoekregeling
opgesteld. “De eerste paar keren vond dat
plaats bij ons thuis, later bij bureau Jeugdzorg
en tegenwoordig gaan we meestal iets leuks
doen, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij”,
vertelt Evelien. “Ieder jaar werd de situatie
van de natuurlijke moeder beoordeeld, maar
van terugplaatsing is inmiddels geen sprake
meer. Dat zou niet in het belang van Nina zijn.
Ze woont al 5 jaar bij ons, is aan ons gehecht,
heeft hier haar leven opgebouwd, gaat hier
naar school en heeft hier haar vriendinnetjes.
Het zou voor haar een trauma zijn om haar
weer over te plaatsen.”
Veranderingen
Binnen de pleegzorg gaat in 2015 een aantal
zaken veranderen. De eerste verandering is
positief volgens Evelien. “Er is lang gedacht
dat er naar gestreefd moest worden om de
kinderen, indien mogelijk, bij hun eigen
ouders te laten opgroeien en hen dus op een
bepaald moment weer terug te plaatsen. Dus
werd de Onder Toezichtstelling (OTS) vaak
jaar in jaar uit opnieuw bekeken en verlengd.
Vooral in situaties waarin de natuurlijke
ouders blijven vechten om hun kinderen
11
Wat verandert er per
1 januari 2015?
Als in overleg tussen ouders, het kind
en hulpverleners wordt besloten dat het
kind beter tijdelijk bij andere ouders kan
wonen, dan zal de gemeente dat moeten
goedkeuren. In dat geval spreekt men
van vrijwillige pleegzorg. Zijn de eigen
ouders het hier niet mee eens, maar is
de thuissituatie van het kind niet veilig
genoeg? Dan kan via Veilig Thuis/AMHK
en de Raad voor de Kinderbescherming
een verzoek tot Onder Toezichtstelling
(OTS) en Uithuisplaatsing bij de rechter
ingediend worden. Bij toekenning
daarvan wordt een voogd aangesteld.
De gemeente heeft voor voogdij een
contract met een gecertificeerde
instelling. Een kind komt ook dan vaak
in een pleeggezin.
‘terug’ te krijgen, geeft dat veel spanning.
Kinderen worden soms na jaren toch nog
teruggeplaatst naar huis, met alle gevolgen
van dien”, vertelt ze. “Dat principe wordt nu
losgelaten.
Onderzoeken wijzen uit dat hechting en
continuïteit in de opvoedsituatie van cruciaal
belang zijn voor de ontwikkeling van een
kind. Daarom moet het zo snel mogelijk
duidelijk worden waar het zal opgroeien.
Daar zal met ingang van volgend jaar
nadrukkelijker aandacht voor zijn. De Raad
voor de Kinderbescherming gaat na twee
jaar OTS standaard bekijken of het nog wel
in het belang van het kind is om te blijven
streven naar terugplaatsing.”
Gebiedsteams Samen Doen
De benadering van de gebiedsteams Samen
Doen, die kinderen met behulp van het
sociale netwerk van hun ouders zo lang
mogelijk thuis willen laten wonen, is volgens
Evelien aan de ene kant heel positief.
“Natuurlijk moet je uithuisplaatsing zo veel
mogelijk proberen te voorkomen, maar
dit brengt ook het risico met zich mee dat
kinderen mogelijk te lang in een situatie
blijven waarin hun ontwikkeling bedreigd
wordt. Bij een eventuele uithuisplaatsing
willen ze kinderen in eerste instantie in het
netwerk van de ouders proberen te plaatsen.
Wanneer dit uiteindelijk niet lukt, worden
kinderen daarna soms nog eens een keer
overgeplaatst. Dat is heel schadelijk voor
een kind, want elke overplaatsing is er eentje
teveel. Het is daarom nog maar de vraag of
een netwerkplaatsing altijd de voorkeur
verdient, want dit is niet altijd bij voorbaat
in het belang van het kind. Dit wordt ook
duidelijk aangegeven door jongeren die zelf
in de jeugdzorg verblijven.”
Gemeente
Hoewel de nieuwe regeling pas op 1
januari van kracht gaat, merken sommige
pleegouders nu al dat de gemeente meer
betrokken is bij de plaatsing. Nu is er nog
een knip tussen het traject tot 18 jaar en het
traject daarna. “We merken dat de gemeente
ziet dat kinderen juist ook op die leeftijd hulp
nodig hebben. Als pleegouders voelen we ons
daarin serieus genomen en dat voelt goed.”
Overgangsrecht
Voor pleegzorg geldt een uitgebreide
overgangsregeling.
Pleegkinderen
kunnen bij dezelfde pleegouders of
pleegzorgaanbieder
blijven
zolang
dat nodig is. Pleegkinderen gaan
dus niet naar een ander gezin of
andere instelling omdat gemeenten
de verantwoordelijkheid krijgen. Er
kunnen wel andere redenen zijn om van
pleeggezin te veranderen, bijvoorbeeld
als het onderling niet meer gaat.
12
| Samen Doen ommen
www.ommen.nl/samendoen
KLEURWEDSTRIJD
Lever je kleurplaat in bij Samen Doen om kans te maken op mooie prijzen. Kijk voor actuele openingstijden op www.ommen.nl/samendoen
of stuur je kleurplaat op naar Postbus 100, 7730 AC in Ommen t.a.v. Gerda Bruggeman.
Naam:Adres:
Leeftijd:
Postcode/woonplaats:
E-mail:
Telefoon:
samendoenommen
Samen Doen ommen |
www.ommen.nl/samendoen
13
Iedereen loopt wel eens tegen moeilijkheden aan in zijn leven.
Heb jij vragen over werk, welzijn, wonen, zorg of inkomen? Of
heb je hulp nodig bij de zorg voor iemand in je omgeving? Dan
kun je terecht bij Samen Doen. Dit is een samenwerking van
amoorganisaties en de
nogemeente
oz
verschillende
Ommen. redav
iw
strasiuh
neodnemas
eganosrep
vader
oma
amo
nooz
diversereinsta
da
Samen Doen ommen
De Carrousel, Chevalleraustraat 8, 7731 EE in Ommen
Inloopuur: elke dinsdag
09.00 - 11.00 uur
elke donderdag 09.00 - 11.00 uur
In 2015 komen er ook inloopuren in andere kernen.
contact
T 14 0529 E [email protected]
huisarts
Alle recente informatie vind je op
www.ommen.nl/samendoen
wijkagent
specialist
samen
person