Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen Gemeente 1 Ommen om elkaar bewaar exemplaa r Speciale bijlage over welzijn, inkomen, jeugd en zorg Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen 3 inhoud adressen Jeugdcultuurfonds Ommen Consulent: Maaike Geerdink T 038-45 777 82 E [email protected] I www.jeugdcultuurfonds.nl/1311/ommen/ Jeugdsportfonds Ommen Consulent: Maaike Geerdink T 038-45 777 82 E [email protected] I www.jeugdsportfonds.nl Ommer Overlegorgaan Gehandicaptenbeleid (OOG Pinksterbloemstraat 28, 7731 XB Ommen E [email protected] I www.belangenorganisatie.nl/ommen/ WMO-raad Ommen Postbus 100, 7730 AC Ommen E [email protected] Mantelzorg Advies Raad Voorzitter: Klaas Schaap Postadres: Kerkweg15, 8148 PX Lemele Stichting Vrijwillige Thuiszorg Carola: Ik doe weer mee! 4 Interview Ko Scheele: ‘Het gaat om het welbevinden van mensen’ 5 Veranderingen in de huishoudelijke hulp 6 Zelfstandig wonen met een beetje hulp wanneer dat nodig is 7 Regelingen voor mensen met een laag inkomen 8 Aan tafel bij het sociaal eetcafé 9 ATC Dienstenbedrijf bemiddelt tussen werkzoekenden en ondernemers 10 Pleegouders voelen zich door gemeente serieus genomen 11 T 0548-638830 E [email protected] I www.vrijwilligethuiszorg.nl Samen Doen Ommen Chevallerausraat 8, 7731 EE Ommen T 140529 E [email protected] I www.ommen.nl/samendoen De gemeentelijke kredietbank (GKB) Postbus 426, 9400 AK Assen Locatiebezoek: Chevalleraustraat 2, Ommen (gemeentehuis) T 0592-366 099 I www.degkb.nl Humanitas Afdeling Hardenberg Ommen De Lisdodde 12, 7702 AB Dedemsvaart E [email protected] I www.humanitas.nl/afdeling/hardenberg-ommen Voedselbank Zwingel 7, 7772 SK Hardenberg T 0523-272 244 / 06-341 206 14 E [email protected] I www.voedselbank-hardenberg.nl Er is ook een uitgiftepunt in Ommen. Gemeente Ommen Bezoekadres: Chevalleraustraat 2, 7731 EE Ommen Postadres: Postbus 100, 7730 AC Ommen T 14 0529 E [email protected] I www.ommen.nl Openingstijden Maandag t/m donderdag van 08.30 tot 17.00 uur Vrijdag van 08.30 tot 12.30 uur Op maandag van 08.30 tot 12.30 uur voor WMO-adviesvragen U kunt bij de Publieksdienst alleen op afspraak terecht en alleen met pin betalen. Een afspraak kunt u maken op www.ommen.nl of via het telefoonnummer 14 0529. De gemeente Ommen is verantwoordelijk voor de inhoud van deze krant en heeft er alles aan gedaan om de informatie actueel en correct weer te geven. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Om Elkaar Vanaf 1 januari 2015 krijgt de gemeente nieuwe taken op het gebied van zorg, jeugdzorg en werk. Hierbij gaat de gemeente meer kijken naar wat mensen zelf of met hulp van hun omgeving kunnen oplossen. Wanneer dit niet (voldoende) lukt, kan de gemeente ondersteunen. Dit heeft de gemeente vastgelegd in het beleidsplan Om Elkaar. Inwoners kunnen voor ondersteuning terecht bij de Samen Doen teams in de gemeente. In overleg met een medewerker van Samen Doen wordt gekeken wat u zelf kunt doen, wat uw omgeving kan doen en waarvoor nog ondersteuning nodig is. In deze krant leest u alles over de nieuwe taken en wat de gevolgen hiervan zijn voor u als inwoner. 4 | Samen Doen ommen www.ommen.nl/samendoen Carola: Mijn netwerk is versterkt ik doe weer mee! Carola is 43 jaar. Ze heeft fibromyalgie (reuma in de weke delen) en is chronisch vermoeid. Door haar ziekte heeft ze veel pijn. Met wat ondersteuning heeft ze haar netwerk versterkt. Met hulp van haar omgeving, blijkt er veel mogelijk! Carola: “Ik heb lang niet kunnen accepteren dat ik ziek was en dat mijn lichaam faalde. Toen ik steeds zieker werd, kreeg ik een hele zware depressie. Ik wilde nog zo veel doen, maar dat kon niet meer. Ik had hulp nodig.” Van scootmobiel naar bewustwording “Aanvankelijk vroeg ik Miriam, mijn cliëntondersteuner van MEE, of ze mij kon helpen met de aanvraag voor een scootmobiel. Door mijn depressie zat ik veel binnen. Mensen om mij heen zeiden: ‘Je moet weer onder de mensen komen, je moet er op uit.’ En omdat ik moeilijk loop, dacht ik dat een scootmobiel de oplossing was. Maar Miriam signaleerde direct dat mijn vraag om hulpmiddelen een schreeuw was om andere hulp. Zij had in de gaten dat ik veel depressiever was vanwege mijn ziekte dan dat ik liet zien. En zij stelde de juiste vragen om achter de kern te komen.” Er volgden meerdere gesprekken met Carola, haar man en zoon. Daaruit kwamen verschillende andere zaken naar voren. Carola heeft moeite met het gegeven dat ze vaak moe is en pijn heeft. Daardoor is ze vaak boos en gefrustreerd, maar ze heeft ook last van schuldgevoelens ten opzichte van haar gezin. Dit brengt veel stress met zich mee. Langzaam aan gleed ze in een depressie die steeds erger werd. Carola sluit zich meer en meer af van de buitenwereld, omdat ze behoefte heeft aan stabiliteit en rust. Wat heeft Carola nodig? Miriam, cliëntondersteuner van Carola: “Tijdens de gesprekken maakten we voor Carola inzichtelijk op welke vragen zij een plan wil maken en wie uit haar netwerk kunnen meedenken. Daaruit bleken andere thema’s naar voren te komen, zoals acceptatie van de ziekte, pijn en laag energieniveau. Ik stelde voor om een netwerkbijeenkomst te organiseren. Daarin komen mensen uit de naaste omgeving van Carola en die voor haar belangrijk zijn, bij elkaar. Aan het begin van de bijeenkomst gaven we hen de informatie die nodig is om inzicht te krijgen in de problemen en knelpunten die er zijn.” Carola: “Miriam vermoedde dat mijn netwerk uitkomst kon bieden. Ze hielp mij mijn netwerk in te schakelen en versterken door een kernteam samen te stellen uit mijn directe omgeving. Mensen die ik vertrouw, waar ik me veilig voel. Waar ik hulp aan kan vragen. Mijn kernteam bestaat uit familie en vrienden. Dat netwerk was er in het verleden natuurlijk ook, maar ik heb nooit om hulp durven vragen.” Netwerkversterking zet Carola weer in haar kracht Tijdens de intensieve netwerkbijeenkomst gaven de mensen uit Carola’s netwerk haar adviezen en handvatten. Carola formuleerde in haar plan antwoorden op haar belangrijkste vragen en issues. Miriam: “Ik werk nu al een aantal jaren vanuit de visie en werkwijze van Sociale Netwerk Versterking. Je kijkt dan heel breed naar de situatie van de cliënt. Door deze aanpak komt de essentie van het probleem snel boven tafel. Als dit benoemd is, focussen we op: hoe verder? Welk plan gaat de cliënt maken? Ik word vaak verrast door de creatieve oplossingen van het netwerk zelf!” Carola: “De beperkingen die mijn ziekte met zich meebrengt, vond ik moeilijk te accepteren. Dankzij de bijeenkomst durf ik nu zonder schuldgevoel te zeggen dat afspraken niet door kunnen gaan omdat ik te veel pijn ervaar of dat ik er te weinig energie voor heb. Ziek zijn mag, ik hoef niet meer voor mezelf en voor anderen te verbergen dat ik pijn heb. Dat mijn netwerk daar alle begrip voor heeft, geeft me een gevoel van veiligheid en kracht. Mijn onzekerheid, frustratie en boosheid maakten plaats voor meer zelfvertrouwen.” Shamus en Jopi Onder andere Carola’s zoon Shamus en Carola’s vriendin Jopi zitten in haar netwerk en zorgen ervoor dat ze niet te veel wordt belast. Shamus, zoon van Carola: “Ik zorg ervoor dat Carola niet te veel op zich neemt. Dat ze haar rust kan nemen. Niet te veel afspraken op één dag. Soms wil ze te veel en heeft ze niet in de gaten dat ze te veel plant. Verder help ik in het huishouden, met boodschappen doen en koken.” Jopi, vriendin van Carola: “Ik ben Carola’s klankbord. Ik heb zelf niet-aangeboren hersenletsel en net als bij Carola, zie je bij mij aan de buitenkant ook niets. Ik weet dus als geen ander hoe het voelt als de buitenwereld over je oordeelt als je iets niet kunt. En hoe het voelt als mensen niet aan je kunnen zien dat je een beperking hebt, terwijl je wel hulp nodig hebt. Ik heb gezien hoe Carola zich positief heeft ontwikkeld dankzij de ondersteuning van haar netwerk. Ik heb haar zien veranderen in een hele positieve vrouw, die veel beter in haar vel zit.” Stap voor stap sterker Miriam: “Wat mij het meeste opviel, is hoe snel Carola de draad oppakte na elk gesprek. Ieder gesprek bracht iets teweeg bij haar en stap voor stap groeide ze. Ze kreeg weer geloof in haar zelf. Hierdoor kon ze samen met haar netwerk de juiste besluiten nemen voor de vragen waar ze mee worstelde. Dat was heel mooi om te zien. Vooral als ik het eerste gesprek vergelijk met het laatste. Wat een enorme groei heeft ze doorgemaakt!” Dankbaar Carola: “Ik heb veel aan de mensen uit mijn netwerk en ik zal in de toekomst nog op hen moeten leunen. Ik heb geleerd om wat makkelijker om hulp te vragen. Dat is fijn want ik weet nu dat ik het niet meer alleen hoef te doen. En dat heeft Miriam mij gegeven. Miriam heeft alles voor mij betekend. Zij heeft mijn netwerk vergroot en de deur weer opengezet naar buiten. Zonder haar, had ik nog steeds binnen gezeten of was ik opgenomen geweest, want ik was een gevaar voor mezelf.” De toekomst van Carola Carola: “Ik zal nu en in de toekomst gebruik blijven maken van mijn netwerk. Dat geeft me lucht en het gevoel dat ik er niet meer alleen voor sta.” Carola heeft het hele proces afgesloten met het schrijven van een boek. Het boek is inmiddels uitgegeven. Daar is ze heel trots op en het geeft haar kracht. Zorgen voor elkaar Mantelzorger worden is vaak geen keuze. Wanneer je wordt geconfronteerd met ziekte of beperkingen in je omgeving zie je dat hulp nodig is, en ga je aan de slag. Gelukkig maar, want mantelzorgers zijn heel belangrijk voor onze samenleving. En de komende jaren zal hun rol alleen maar belangrijker worden. Gelukkig zien we in Ommen dat mensen al veel voor elkaar doen. We gaan verder werken aan een samenleving waarin de mensen zorgen voor zichzelf en voor elkaar. Als gemeente ondersteunen we daarbij. Dat kan zijn dat we de mantelzorger helpen, om te zorgen dat hij of zij de mantelzorg kan volhouden. Of we vullen de mantelzorg aan met professionele zorg. Uitgangspunt is maatwerk; kijken wat nodig is, en daar een passende oplossing bij zoeken. Ook de Mantelzorgadviesraad kan helpen bij vragen. U vindt de contactgegevens voorin in deze krant. Het centrale thema van de dag van de mantelzorg was dit jaar ‘allemaal verhalen’. Dat thema voeren we ook door in deze krant; we hebben mantelzorgers opgezocht en hen gevraagd naar hun verhaal. Dat zijn verhalen van zorg en zorgen. Zorg voor degene waarbij je betrokken bent, zorgen over de toekomst. Hoe gaat dat straks als een aantal zaken naar de gemeente gaat? Hoe combineer ik de mantelzorg met mijn werk of met mijn gezin? Of de zorgen van jonge mantelzorgers, die ook tijd willen hebben voor school en leuke dingen, zoals andere kinderen en jongeren. Maar het zijn ook verhalen van warmte en kracht; verhalen over moeite doen voor een ander. Over er voor een ander zijn wanneer hij je het meest nodig heeft. En over de kracht om er elke dag weer voor te gaan. Ook als het niet makkelijk is. Dat zijn de verhalen van onze mensen uit Ommen. Een zorgzame samenleving waarin we naar elkaar om kijken en voor elkaar zorgen. Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen 5 Wethouder Ko Scheele over de veranderingen in het sociaal domein: ‘het gaat om het welbevinden van mensen’ “Het is straks niet meer ‘Dit is goed voor u’, maar ‘Waar bent u mee geholpen?’. Het zal even wennen zijn, maar we gaan het wel doen!”. Wethouder Ko Scheele is positief gestemd over de nieuwe verantwoordelijkheden op het gebied van welzijn, zorg en werk die de gemeente Ommen er vanaf 1 januari bij krijgt. “Dit gaat veel verder dan zorg, het gaat om het welbevinden van mensen.” “Als je behoefte hebt aan sociaal contact, dan helpt een scootmobiel niets.” Het is maar een voorbeeld, maar de Ommer wethouder wil er vooral mee aangeven dat je wel recht op iets kunt hebben, maar dat het beter is te vragen waar iemand bij gebaat zou zijn. Maatwerk, dat lijkt de toekomst in de plannen van de overheid. “We kunnen de wirwar aan bureaucratie straks tot een minimum beperken.” “Het Rijk wil de zorg dichter bij de mensen organiseren. Ondanks de bezuinigingen die daarmee gepaard gaan, wil Ommen die uitdaging wel aangaan. Principieel is het goed om zorg dichtbij mensen te houden. Als het ons straks lukt om flink de bijl te zetten in procedures en protocollen en het geld dat daarmee wordt verdiend in te zetten voor zorg op maat van mensen gemaakt, dan zou dat alleen maar prachtig zijn” , zegt Scheele. In gesprek Ook is het aan de inwoners om een omslag te maken. “Nu is er een zorgsysteem dat is opgezet vanuit gebreken. We willen een andere benadering en dat begint bij de mensen zelf. Die moet je opzoeken en dat gaan we doen.” De gemeente Ommen gaat het gesprek aan met alle inwoners die zorg krijgen en zorg behoeven. “Dat is een flinke klus, maar we willen af van te makkelijk denken en klakkeloos iets toe kennen aan mensen omdat ze er toevallig recht op hebben.” Veranderingen geven onzekerheid. “In een gesprek willen we met de inwoners spreken over het nieuwe systeem, dat naast alle bezuinigingen, ook goede dingen brengt. De wirwar aan bureaucratie kunnen we bijvoorbeeld in de nieuwe aanpak tot een minimum beperken. In een gesprek zal blijken dat er betere oplossingen zijn, vooral ook omdat we burgers en de mensen die om hen heen staan willen uitdagen om zelf ook oplossingen aan te dragen. Dit gaat veel verder dan zorg. De kern is het welbevinden van mensen en daar voelt de gemeente zich ook verantwoordelijk voor. Mensen in hun eigen kracht zetten. Daar gaat het straks om.” “Het is niet allemaal klaar op 1 januari, maar we zijn er wel klaar voor.” zoals in Kulturhusen in Beerzerveld en Ommerkanaal.” De overheveling van de zorg is volgens de wethouder de grootste overgang. “Ik snap dat het wel zorgen geeft bij mensen. We zullen de zorg op het gebied van jeugd en AWBZ in 2015 grotendeels doorzetten zoals het was. Bij de Wmo worden we helaas geconfronteerd met forse rijksbezuinigingen. Daar moeten we dus de overgang zo goed als mogelijk organiseren. We willen de continuïteit waarborgen zodat mensen niet tussen wal en schip raken. Vervolgens gaan we met de mensen zelf bedenken hoe we het anders kunnen doen en hoe we het voor ons zien. Op het gebied van werk en inkomen is een andere manier van werken nodig. We werken aan perspectief voor mensen. De vrijblijvendheid is er wel af. We zullen hiervoor tegenprestaties vragen, maar heel zorgvuldig.” Geduld is nodig De wethouder is blij met de samenwerking die er de afgelopen tijd is ontstaan en ziet de veranderingen met vertrouwen tegemoet. “Het leeft. Een voorbeeld? Huisartsen gaan ervoor en ook professionele instellingen zien het belang en willen deze weg op. Dat is heel positief.” Scheele hoopt over een jaar een goed draaiend Samen Doen team te hebben dat gekend is en door de mensen herkend wordt. Het Samen Doen team in Ommen is in oktober van start gegaan en is het aanspreekpunt voor de inwoners met vragen op het gebied van welzijn, werk, inkomen, wonen en zorg. “Verder hoop ik dat de veranderingen in de jeugdzorg en AWBZ gedragen worden door mensen die het betreft en dat het aantal niet-actieve inwoners fors is gereduceerd. Er is veel geduld nodig en daar vraag ik “Mensen in hun eigen kracht zetten. Daar gaat het straks om.” begrip voor. Het is een hele operatie en dat kost tijd”, spreekt de wethouder zijn zorgen uit. “Mijn zorg is dat als het even tegenzit, we weer terugvallen in oude gewoonten. Dat vind ik te gemakkelijk. Daarnaast is er de zorg of gebrek aan geld ons geen parten gaat spelen. Ik ben pas tevreden als ik terughoor van mensen dat ze meer in hun waarde zijn door eigen kracht. Het mooie aan Ommen is dat er al best noaberschap is. Dus ik zie zeker kansen.” Is Ommen klaar voor de nieuwe verantwoordelijkheden? Het proces zal jaren nodig hebben, maar de belangrijkste stappen zijn gezet. Volgens wethouder Scheele is de gemeente goed op weg. “Het is niet allemaal klaar, maar we zijn er wel klaar voor. Het jaar 2015 zal een overgangsjaar worden waarin we er bovenop zullen zitten en kijken hoe het gaat en waar we aan moeten werken. We zullen de ontwikkelingen van dichtbij volgen.” Vooruitlopend op deze overgang heeft de gemeente Ommen wel de handen uit de mouwen gestoken. Scheele: “Op het gebied van welzijn is de afgelopen jaren ingezet op ontmoeting, want ontmoeting is de kern voor het welbevinden van de mens. Centra in Ommen zijn opengesteld voor de buurt, zoals het Nijenhaghen, ‘t Vlierhuis en het nieuwe Oldenhaghen in de toekomst. Ook in de kernen is geïnvesteerd Ingrid Snel is moeder van twee dochters en een zoon. Beide dochters hebben diabetes type 1, bovendien heeft de jongste dochter ook nog coeliakie, waardoor zij zich aan een heel streng glutenvrij dieet moet houden. Ingrid Snel Lieke, de jongste dochter van Ingrid en Freddy was 2½ toen ontdekt werd dat zij diabetes en coeliakie had. Bij haar twee jaar oudere zus werd pas veel later diabetes geconstateerd. De meisjes moeten zeker vier keer per dag hun bloedsuikerspiegel controleren door een vingerprik. Toen ze nog jonger waren deden Ingrid en haar man dat. “Nu ze ouder worden moeten we veel meer aan hen zelf overdragen hoe ze hier mee om moeten gaan. Zorgen dat ze zichzelf controleren en dat de juiste hoeveelheid koolhydraten wordt ingevoerd in het insulinepompje dat ze bij zich dragen. Dat pompje zit via een infuus en daardoor hoeven ze zichzelf niet elke dag te injecteren. Het infuus moet wel 2 tot 3 keer per week vervangen worden, dat kunnen ze niet zelf.” Elke drie maanden moeten de meisjes voor controle naar het ziekenhuis. Coeliakie is een overgevoeligheid voor gluten. Omdat gluten in heel veel etenswaren zitten wordt er bij de familie Snel bijvoorbeeld zelf glutenvrij brood gebakken. Tijdens het eten koken moet er opgelet worden voor kruisbesmetting. “Als we ons eigen brood besmeren met boter, mag voor Liekes brood niet hetzelfde mes worden gebruikt. Ze heeft ook haar eigen botervlootje en haar eigen beleg. Eén kruimeltje kan al klachten geven. Zolang we thuis zijn is er nog niet zo veel aan de hand, maar buitenshuis is het een heel ander verhaal.” Uit eten gaan, kinderfeestjes, traktaties op school zijn voor Lieke niet vanzelfsprekend. Er moet altijd voor een alternatief gezorgd worden. “Lieke mag heel graag eten, dus als er niets is wat ze mag hebben is dat altijd een hele teleurstelling.” Naast de praktische zorg is het ook geestelijk zwaar. “Het blijft altijd de vraag of ze zich wel goed hebben gecontroleerd. Ik laat ze wel naar feestjes gaan, maar blijf toch altijd onrustig. Er kan zo veel mis gaan zonder dat iemand daar iets aan kan doen.” Ingrid merkt dat andere ouders echt hun best doen om zoveel mogelijk rekening te houden met haar dochters. “Maar ik wil ze ook niet een waslijst aan instructies meegeven.” Ingrid en haar man voeden hun dochters zo ‘normaal’ mogelijk op. “We proberen om de diabetes en coeliakie ons leven zo min mogelijk te laten beïnvloeden, maar dat lukt niet altijd.” 6 | Samen Doen ommen veranderingen in de huishoudelijke hulp De komende jaren staat er veel te gebeuren in de zorg, zo ook rondom de hulp bij het huishouden. Samen met inwoners die behoefte hebben aan ondersteuning in het huishouden willen we onderzoeken hoe deze ondersteuning geboden kan worden, waarbij het niet langer een vanzelfsprekendheid is dat de gemeente het schoonmaken vergoedt. De gemeente biedt alleen ondersteuning als uit onderzoek door het Samen Doen team blijkt dat mensen ernstige problemen ervaren met het organiseren en regisseren van het huishouden. Vanaf 1 januari 2015 noemen we dit ‘begeleiding huishouding’. Gesprekken Dit betekent voor veel mensen dat de indicatie voor Hulp bij het huishouden niet wordt verlengd en dat het recht op hulp bij het huishouden vervalt. Voordat de indicatie afloopt neemt de gemeente contact met u op om u uit te leggen hoe het verder gaat en om u uit te nodigen voor een persoonlijk gesprek. In dit gesprek willen we de inwoners hierover goed informeren en onderzoeken welke gevolgen de verandering voor hen heeft. Tijdens de persoonlijke gesprekken wordt gekeken naar de wijze waarop de hulp bij het huishouden op een andere manier georganiseerd kan worden. We kijken www.ommen.nl/samendoen samen met de mensen naar hun situatie en onderzoeken wat de meest passende ondersteuning is. Tijdens de gesprekken wordt eerst onderzocht wat de mogelijkheden binnen de eigen kracht en omgeving zijn. Mensen kunnen er vervolgens voor kiezen om zelf hulp bij het huishouden, via zogenaamde algemene voorzieningen, in te kopen. In 2015 is het mogelijk om dit tegen een gereduceerd tarief in te kopen. Het rijk heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Wanneer blijkt dat mensen deze ondersteuning toch echt nodig hebben en men onvoldoende inkomen en vermogen heeft om dit zelf te betalen, is er de mogelijkheid om een beroep te doen op bijzondere bijstand. Wanneer gaan de veranderingen in? Wanneer uw indicatie voor huishoudelijke hulp eindigt, stopt ook uw recht op de vergoeding van huishoudelijke hulp. U krijgt dan in principe geen nieuwe indicatie. Wanneer u een indicatie voor een langere tijd hebt, zal de gemeente in de loop van het jaar contact met u opnemen. U wordt dan verder geïnformeerd over de ontwikkelingen en de gevolgen die dit voor u heeft. burgemeester Marc-Jan ahne: “Het afgelopen jaar heb ik al veel samenwerking zien ontstaan bij het organiseren van evenementen en ook om elkaar te versterken. De zorg is een nieuwe uitdaging voor de gemeente, en ook voor de samenleving. Ook hier ontstaan weer nieuwe samenwerkingen tussen partijen die elkaar wellicht nu nog niet kennen. Hierbij is het nodig dat het college en de gemeenteraad ook de ruimte geeft aan partijen die hierop inspringen.” wethouder Klaas Smid: “We zullen allemaal merken dat er iets gaat veranderen de komende tijd. Gelukkig zien we in Ommen een krachtig en vitaal noaberschap. Deze veerkracht van de samenleving zal hard nodig zijn. Samen kunnen we ervoor zorgen dat iedereen in Ommen meedoet.” Jeannet Veurink is moeder van drie kinderen, waarvan de jongste van bijna 9 meervoudig complex gehandicapt is door een onbeschreven chromosoomafwijking. Hij is visueel, motorisch en verstandelijk beperkt en dat betekent dat hij afhankelijk is van sondevoeding, nachtelijke kapbeademing heeft, veel medicatie gebruikt, onder andere in verband met epilepsie, en afhankelijk is van een rolstoel. Zijn ontwikkelingsleeftijd ligt rond een maand of negen. Jeannet Veurink Omdat haar zoon Quint 24-uurs toezicht nodig heeft kan hij nooit alleen gelaten worden. ’s Nachts ligt hij aan een hartactie/saturatiemeter en aan een beademingsapparaat. “Ook dan waak je in plaats van dat je slaapt. Er gaat regelmatig een alarm af. Dat betekent niet altijd dat er iets aan de hand is, je moet als ouders wel alert zijn en bij hem gaan kijken. Af en toe logeert Quint in een kinderhospice. “Dan hebben we even de handen vrij. Met je hoofd ben je echter nog steeds bij Quint, ook op afstand zorg je mee.” Quint gaat vijf dagen per week, van 9.00 tot 15.00 uur, naar het kinderdagcentrum. Daarnaast komen er ook een aantal uren zorgverleners over de vloer, maar al met al zorgt Jeannet toch zeker 12 uur per dag zelf voor Quint. Verder is hij vooral in de wintermaanden vaak ziek thuis door zijn kwetsbare gezondheid. Jeannet heeft gemerkt dat het begrip van mensen om haar heen heel wisselend is. “Mensen dachten dat het wel beter zou worden of over zou gaan, maar de zorg werd alleen maar groter, het is niet een ziekte waarvan je kan herstellen.” Quint wordt steeds groter en zwaarder waardoor het tillen en verzorgen ook moeilijker wordt. Jeannet en haar man willen zo veel mogelijk zelf voor Quint zorgen, maar ook de andere twee kinderen hebben hun aandacht nodig. “Voor hen willen we alles graag zo normaal mogelijk door laten gaan.” Hulp bij dagelijkse dingen zou soms fijn zijn, zeker tijdens ziekenhuisopnames. Die keer dat er zo maar een grote pan nasi werd gebracht, geweldig! Er is zoveel waar je nauwelijks tijd, en soms ook gewoon geen energie, voor hebt.” Jeannet: “Je kunt de zorg niet zo maar overdragen aan bijvoorbeeld de buurvrouw, zoals de regering graag wil, daarvoor is het veel te complex; je moet rekening houden met de verstandelijke beperking van Quint en allerlei prikkels, zijn mimiek en houding, daaruit lees je hoe hij zich voelt.” De zorg voor Quint is zwaar. Toch komen er ook weer mooie dingen uit voort, zoals bijzondere vriendschappen met mensen in een soortgelijke situatie. Jeannet geniet extra van de momenten waarop ze met het hele gezin een uurtje samen naar het bos gaan. “En natuurlijk van een lach of knuffel van Quint, dat is zo waardevol!” Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen 7 zelfstandig wonen met een beetje hulp wanneer dat nodig is In de afgelopen decennia is de ouderenzorg langzaam maar zeker veranderd. Was het in de jaren zestig de gewoonste zaak van de wereld om op je vijfenzestigste te verhuizen naar een bejaardentehuis, tegenwoordig is het de trend om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. En daarmee is het traditionele noaberschap weer helemaal terug van weggeweest. Tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Eigen regie houden over je leven en zelf beslissen waar je gaat of staat. Dat klinkt mooi en dat is het ook, maar wanneer je ogen achteruit gaan en het lopen wat minder gaat, is het zelfstandig functioneren in de praktijk niet altijd even gemakkelijk. Toch verkiezen de meeste mensen dit volgens Riekie Koopman boven een opname in een zorgcentrum. Dus doet de gebiedsmanager ouderenzorg van de Saxenburgh Groep er alles aan om ervoor te zorgen dat alle mensen die binnen een straal van 1000 meter rondom een Saxenburgh locatie wonen, van optimale zorg worden voorzien. “2015 wordt het jaar van de grote verandering”, vertelt Riekie. “Volgens de nieuwe gedachte nemen we ouderen minder snel op in een zorginstelling, maar scheppen we alle randvoorwaarden die nodig zijn om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Mantelzorgers en vrijwilligers spelen daarbij een steeds grotere rol, maar waar hun zorg vroeger vrijblijvend was, komen we straks tot werkschema’s waarbij wij als professionele zorginstelling nauw met hen samenwerken en we steeds meer afhankelijk worden van elkaar. Huisartsen ontwikkelen samen met specialisten ouderengeneeskunde diverse vormen van ketenzorg. Hierbij werken ze samen met andere medische specialisten en verpleegkundige zorg op afstand. Zo kunnen mensen langer zelfstandig blijven.” Zelfredzaamheid De ommezwaai vergt veel van de partijen in het werkveld, maar het is misschien nog wel het meest wennen voor de verzorgenden, Meinie Arendsen, 80 jaar “Ik woon in een aanleunwoning in het Hoefijzer. Vanwege mijn artrose krijg ik eenmaal per week huishoudelijke hulp. Verder doe ik alles zelf en dat vind ik erg prettig. Het mooie aan het wonen in een aanleunwoning is, dat als je meer zorg nodig hebt, je die ook krijgt. Toen mijn man nog leefde, had hij in de laatste maanden veel hulp nodig en dat werd allemaal uitstekend geregeld. Als dit het nieuwe type zorg is; zoveel mogelijk zelf doen en alleen hulp wanneer dat echt nodig is, dan ben ik daar dus direct voor. Ik vind het ook leuk dat er steeds meer georganiseerd wordt voor ouderen. Zo ga ik bijvoorbeeld iedere vrijdagmiddag naar de spelletjesmiddag in Nijenhaghen. Dat is heel gezellig en je spreekt nog eens andere mensen.” Riekie Koopman, gebiedsmanager Saxenburgh Groep denkt Riekie. “Binnen de nieuwe werkwijze nemen we de zorg pas over als het echt niet anders kan. Die grotere zelfredzaamheid is goed voor onze cliënten, maar lastig voor onze medewerkers. Zij zijn gewend om te zorgen en ze wíllen ook graag zorgen, want zorgen zit hen in het bloed. Voor hen is het dus echt wennen om op dat gebied gas terug te nemen en mensen te stimuleren om zo veel mogelijk zelf te blijven doen. Zelfredzaamheid wordt overigens niet nagestreefd tot elke prijs”, benadrukt ze. “Als de veiligheid van de cliënt in het gedrang komt, dan wordt hij of zij opgenomen. Want het moet wel verantwoord blijven.” Oldenhaghen De geruchten over het al dan niet doorgaan van de nieuwbouw van Oldenhaghen worden door de gebiedsmanager resoluut ontzenuwd. “De bouw gaat door en op 1 december 2015 zullen alle bewoners die nu elders geplaatst zijn, allemaal weer in Oldenhaghen wonen”, verzekert ze. “Maar ze rendsen Meinie A Elizabeth van Dam, 89 jaar “Ik woon nog helemaal zelfstandig en dat bevalt me prima. Alleen voor de grotere schoonmaakklussen krijg ik huishoudelijke hulp. En toen ik vorig jaar een tijdje ziek was, kwam er ook iemand van de thuiszorg die me hielp met wassen en dergelijke. Zodra ik was genezen, werd die hulp weer stopgezet. Ik verveel me geen moment. Voor mijn sociale contacten ga ik regelmatig naar de activiteiten in Nijenhaghen, zoals zingen, breien, spelletjesmiddag en de bingo, waar ik anderen help die de cijfers op het kaartje niet zo goed meer kunnen lezen. Ook ben ik hier bezoekdame. Ik hoop dat ik met hier en daar een beetje hulp, de rest van mijn leven gewoon zelfstandig kan blijven wonen.” zullen niet weten wat hen overkomt. Want in plaats van een kamertje met een bed en een gemakkelijke stoel, krijgt iedere bewoner straks een compleet appartement bestaande uit een woonkamer met open keuken, een slaapkamer, een hal, berging, badkamer en toilet. Ze hebben dan dus weer een ‘echt’ huis. We gaan dan ook werken volgens de scheiding van woning en zorg. Oftewel, mensen worden niet meer opgenomen zoals vroeger, maar gaan zelf hun appartement huren en zijn zelf verantwoordelijk voor de betaling van gas, water en licht. Dat klinkt voor veel mensen heel spannend, maar het is vooral een administratieve kwestie. In de praktijk verandert er niet zo veel. Want bij het scheiden van wonen en zorg gaat de CAK-bijdrage fors omlaag. Het geld dat onze cliënten dus betaalden aan het CAK, kunnen zij nu gebruiken om hun eigen lasten mee te betalen. Het is dus vooral een verschuiving van de geldstromen, waar je in de praktijk niet veel van merkt.” Elizabeth van Dam Buurtkamers Waar cliënten voorheen een zorgindicatie kregen via het zorgkantoor CIZ, wordt dit nu een taak van de gemeente. “De gemeente heeft dit voortvarend opgepakt”, vindt Riekie.“Er is een Samen Doen team gevormd waarmee wij heel prettig samenwerken. Nu de gemeente verantwoordelijk is voor de dagbesteding, maar hiervoor minder geld van het rijk krijgt, hebben ze besloten om nog meer in te zetten op zogenaamde wijksteunpunten of buurtkamers, waar mensen uit aanleunwoningen en uit de wijk terecht kunnen om elkaar te ontmoeten, samen te eten of allerlei activiteiten te ondernemen. Zo lang mensen nog zelfstandig kunnen functioneren worden ze gestimuleerd om deze buurtkamers te bezoeken. Zolang zij daar naartoe gaan, scheelt dat plekken op de dagbesteding die vervolgens gebruikt kunnen worden voor mensen die dagbesteding echt nodig hebben.” 8 | Samen Doen ommen www.ommen.nl/samendoen Gemeente ondersteunt inwoners met laag inkomen Heeft u moeite om rond te komen en moet u elk dubbeltje omdraaien? Dan is de kans groot dat u recht heeft op een aanvulling op uw inkomen of uitkering. De gemeente Ommen heeft diverse regelingen om inwoners met een minimuminkomen financieel tegemoet te komen. Bijzondere bijstand Wanneer u weinig te besteden heeft, is het erg moeilijk om geld opzij te zetten voor onvoorziene zaken. Soms moet u wel een bijzondere uitgave doen, die eigenlijk niet van uw inkomen te betalen is. Daarvoor bestaat de bijzondere bijstand. De gemeente Ommen steunt mensen met een laag inkomen die geconfronteerd worden met onvermijdbare kosten. Te denken valt aan tandartskosten of de aanschaf van een bril, maar ook een babyuitzet of kosten voor rechtsbijstand kunnen tot deze onvoorziene kosten behoren. U heeft recht op bijzondere bijstand als het echt noodzakelijk is, wanneer u het zelf onmogelijk kunt betalen en wanneer de kosten niet door een andere regeling worden vergoed. Hoeveel bijzondere bijstand u ontvangt, is afhankelijk van de gemaakte kosten en van de hoogte van uw inkomen. Ook het vermogen, zoals spaargeld, is van invloed op de hoogte van het bedrag. Individuele inkomenstoeslag Er zijn meer minimavoorzieningen waar u wellicht recht op heeft. Wie langdurig een laag inkomen heeft en geen zicht heeft op inkomensverbetering kan in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslag. Dit is een jaarlijkse toeslag die verstrekt wordt als u vijf jaar of langer een inkomen heeft dat niet hoger is geweest dan de hoogte van de bijstandsuitkering. De Individuele Inkomenstoeslag zoals de langdurigheidstoeslag volgend jaar zal heten, bedraagt 370 euro voor een alleenstaande, 473 euro voor een alleenstaande ouder en 529 euro voor gehuwden. Participatiefonds Met een kleine beurs valt het vaak niet mee om deel te nemen aan activiteiten die er in uw omgeving worden georganiseerd. Om te zorgen dat u toch kunt meedoen heeft de gemeente Ommen een Participatiefonds. Kinderen en volwassenen uit de gemeente Ommen die sociale, culturele, sportieve of educatieve activiteiten niet zelf kunnen betalen, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming uit dit fonds. Een bijdrage kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de contributie van een sportvereniging, cursusgeld voor muziekles, een bezoek aan het zwembad of bijvoorbeeld een lidmaatschap van de bibliotheek. Of u in aanmerking komt, hangt af van uw persoonlijke inkomens- en vermogenssituatie. Inwoners met een gezinsinkomen van maximaal 110 procent van het bijstandsniveau kunnen een beroep doen op het fonds. Let op! In 2015 worden de regelingen omtrent het Participatiefonds aangepast. Wanneer Talent ontwikkelen is voor elk kind belangrijk Eric Schutte komt uit Ommen, hij werkt als beeldend kunstenaar en als docent tekenen, handvaardigheid en CKV aan een school voor voortgezet onderwijs in Hardenberg. Als kind tekende Eric veel waardoor een beeldende studie dan ook voor de hand lag. Eric is opgegroeid in een buurtschap bij Ommen. Het agrarische karakter van deze omgeving heeft hem zeker gevormd en is terug te vinden in zijn ideeën en werk. Eric kwam al op jonge leeftijd met kunst in aanraking; niet alleen interesseerden zijn ouders zich hiervoor, maar ook groeide hij op in een eeuwenoude karakteristieke Sallandse boerderij waarvan de wanden in de kamer waren beplakt met de prachtigste handgeschilderde Delftsblauwe tegeltjes. “Je kunnen uiten en je talenten kunnen ontwikkelen is voor elk kind heel belangrijk”, vertelt Eric. “Uit onderzoek is gebleken dat creativiteit, het buiten de kaders kunnen denken, iets is waar je echt wat aan hebt. Er is zelfs een lichte kentering zichtbaar in de waardering van de kunstvakken binnen het onderwijs. Een recent gepubliceerde studie van de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling / 21st century skills) laat zien dat juist deze vakken van belang zijn; kennis is bereikbaar, maar de flexibele toepassing ervan moet je leren. Als mens bezit je latente mogelijkheden; het kunnen ontplooien van deze mogelijkheden maakt dat je meer de mens wordt die je in je hebt. Hiernaast is het maken van beeldend werk goed voor je eigenwaarde; je kunt trots op jezelf zijn en waardering krijgen van anderen. Maar ook is het een manier van uiten (expressie) en communicatie. Hiernaast kun je het gebruiken om de wereld voor jezelf te ordenen. Niet voor niets wordt tekenen of schilderen gezien als belangrijk medium bij verwerking van trauma’s in bijvoorbeeld oorlogsgebieden.” Eric is ambassadeur voor het Jeugdcultuurfonds. “Volgens de cijfers is er best veel verborgen armoede. Niet alleen kunnen dit mensen zijn die geen werk (meer) hebben, maar soms ook zelfstandigen of mensen die hun huis niet kunnen verkopen. En hier in Oost-Nederland vindt men het niet gemakkelijk om te moeten erkennen dat je het niet redt, laat staan om ergens aan te kloppen voor hulp. Maar liefst 1 op de 9 kinderen in Nederland groeit in armoede op, dit betekent dat er in een volle klas 3 leerlingen zijn die geen geld hebben voor cultuur of sport.” In een rijk land als Nederland zou dit absoluut niet mogen en Eric zet zich dan ook graag in als ambassadeur voor het Jeugdcultuurfonds. de gemeenteraad akkoord gaat met de plannen, zal het fonds worden opgedeeld in twee doelgroepen: ouderen en jongeren. De bedragen zullen in het nieuwe jaar mogelijk wijzigen en er wordt zo veel mogelijk in natura verstrekt. Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds De gemeente Ommen is ook aangesloten bij het landelijke Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. Deze fondsen ondersteunen kinderen die om financiële redenen geen lid kunnen worden van een sportvereniging of niet naar muziekles kunnen. Het Jeugdsportfonds betaalt voor kinderen (4 tot 18 jaar) die leven in gezinnen waar niet genoeg geld is om lid te worden van een sportclub de contributie en in bepaalde gevallen de sportattributen. Het Jeugdcultuurfonds wil dat alle kinderen in Nederland zich kunnen ontwikkelen in minstens één kunstdiscipline. Het fonds wil bij gezinnen met een smalle beurs de financiële drempel wegnemen zodat deze kinderen de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen op het gebied van bijvoorbeeld muziek of dans. Het aanvragen van een bijdrage uit het Jeugdsport- of Jeugdcultuurfonds gaat altijd via een intermediair, zoals een huisarts of hulpverlener. Collectieve zorgverzekering De gemeente Ommen heeft in samenwerking met Zilveren Kruis Achmea een collectieve zorgverzekering ontwikkeld voor mensen met een laag inkomen. Afhankelijk van het pakket ontvangt u van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van deze zorgverzekering. Ook mensen die in aanmerking kwamen voor de regelingen WTCG (Wet tegemoetkoming chronisch zieken) de Compensatie Eigen Risico (CER) kunnen gebruik maken van de collectieve zorgverzekering. De collectieve zorgverzekering biedt mensen met een minimuminkomen (tot 130% van de bijstandsnorm) de mogelijkheid om beter en voordeliger verzekerd te zijn. Er worden drie voordelige pakketten aangeboden waaruit kan worden gekozen. Overstappen naar een andere verzekeraar kan alleen per 1 januari. Wanneer u gebruik wilt maken van de collectieve zorgverzekering kunt u contact opnemen met de gemeente Ommen. Meer informatie over de collectieve zorgverzekering vindt u op www. gezondverzekerd.nl. Koopkrachttegemoetkoming Als u een laag inkomen heeft, komt u in 2014 mogelijk in aanmerking voor een eenmalige uitkering koopkrachttegemoetkoming. Met dit extra financiële steuntje in de rug wil het kabinet dit jaar het koopkrachtverlies verzachten. Koopkrachtverlies houdt in dat de prijzen meer stijgen dan de inkomens. Inwoners van de gemeente Ommen die een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de bijstandsnorm kunnen voor deze tegemoetkoming in aanmerking komen. U ontvangt de eenmalige uitkering automatisch wanneer u een uitkering ontvangt van de gemeente, deelneemt aan de collectieve zorgverzekering van de gemeente of een bijdrage ontvangt uit het Participatiefonds. Denkt u ook in aanmerking te komen voor deze eenmalige tegemoetkoming dan kunt Vier landelijke toeslagen Er zijn vier verschillende landelijke toeslagen waar u recht op kan hebben: huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag. Huurtoeslag is een bijdrage in de huurkosten. Zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten voor uw zorgverzekering. Het kindgebonden budget is een tegemoetkoming in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. De kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kinderopvangkosten. Kijk voor meer informatie op www.belastingdienst.nl, www.toeslagen.nl of bel met de belastingtelefoon via 0800-0543. u het aanvraagformulier opvragen bij de gemeente Ommen. Let op! De aanvraag moet voor 31 december 2014 door de gemeente zijn ontvangen. Vereenvoudiging regelingen voor bijdragen in kosten kinderen De overheid gaat vanaf 1 januari 2015 de bijdrage in de kosten van kinderen vereenvoudigen. Van de tien regelingen die ouders financieel ondersteunen blijven er straks vier over, namelijk kinderbijslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en inkomensafhankelijke combinatiekorting. De andere regelingen verdwijnen of gaan op in andere regelingen. Bent u een alleenstaande ouder met een bijstandsuitkering? Dan is uw uitkering vanaf 1 januari waarschijnlijk ongeveer 35 euro lager dan u gewend bent. De toeslagen in de vier kinderregelingen (kinderbijslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en inkomensafhankelijke combinatiekorting) worden hoger. Ook komt er een speciale toeslag voor alleenstaande ouders zonder toeslagpartner, de alleenstaande ouderkop. Dit bedrag krijgt u ook van de Belastingdienst. Dit compenseert de lagere uitkering. Uitzonderingen Woont u bij uw ouder? Verblijft uw huwelijkspartner in een verpleeginrichting of in de gevangenis? Of is uw huwelijkspartner met onbekende bestemming vertrokken? Dan heeft u volgens de belastingregels meestal een toeslagpartner. In dat geval wordt uw uitkering pas op 1 januari 2016 verlaagd. U heeft hierdoor meer tijd om u voor te bereiden op een lager inkomen. Wat moet u doen? •Ontvangt u al kindgebonden budget? Dan hoeft u niets te doen. In december 2014 hoort u van de Belastingdienst hoe hoog uw kindgebonden budget vanaf 1 januari 2015 is. •Wilt u weten of u volgens de belastingregels een toeslagpartner heeft? Kijk dan op de website van de Belastingdienst. •Ontvangt u nog geen kindgebonden budget? Dan kunt u in december op www. toeslagen.nl uitrekenen of u in 2015 recht hebt op kindgebonden budget. Als dat zo is, kunt u dit zelf voor eind 2014 aanvragen via ‘Mijn toeslagen’ op toeslagen.nl •Op de website http://www.kindregeling. nl/rekentool/ kunnen alleenstaande bijstandsouders hun inkomen vanaf 2015 berekenen. Contact Voor meer informatie over het minimabeleid kunt u contact opnemen met de gemeente via telefoonnummer 14 0529. Een kengetal is niet nodig. U kunt een aanvraagformulier ook ophalen bij de balie van het gemeentehuis of downloaden via www.ommen.nl. Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen 9 aan tafel bij het Sociaal Eetcafé Buiten waait de herfstwind door de bomen, binnen is het warm, gezellig. Aan de grote stamtafel zit een groepje mensen met elkaar te praten, terwijl er in de keuken driftig geroerd wordt in potten en pannen. De tafel wordt gedekt en vrijwilliger Henk Coree staat bij de deur om de binnenwaaiende bezoekers van harte welkom te heten in het Sociaal Eetcafé van de RIBW. holten Greet Sc Greet Scholten uit Lemele zorgt voor haar man Johan, die als gevolg van een herseninfarct gedeeltelijk verlamd is geraakt. Voor de meeste bezoekers van het Sociaal Eetcafé zijn volgens Henk de maandag en de vrijdag de hoogtepunten van hun week. Ook hijzelf is iedere maandag van de partij, gewoon omdat het kan. “Omdat ik een beetje de neiging heb om voor kluizenaar te spelen en niet iedere dag zin heb om voor mezelf te koken, wees de ambulant begeleider van het RIBW me op het bestaan van het Sociaal Eetcafé”, vertelt hij. “Ik besloot eens een kijkje te nemen en werd hier zo warm ontvangen, dat ik al snel wekelijks van de partij was. Aanvankelijk kwam ik hier als ‘eter’, maar toen ik hoorde dat het RIBW vrijwilligers zocht om te fungeren als gastheer of –vrouw, heb ik me daarvoor aangemeld. Ik ben hier nu iedere maandag gastheer en dat bevalt me erg goed. Met name de sociale contacten zijn voor mij echt een verrijking. Het voelt soms echt een beetje als familie.” Samen doen Hoewel er pas om half zes wordt gegeten, gaat het Eetcafé al om twee uur open. Dan drinken de bezoekers samen koffie of thee, wordt het menu besproken en worden de taken verdeeld. “Het unieke van dit Eetcafé is dat we alles samen met de bezoekers doen”, vertelt RIBW-coördinator Diny Vonder. “Ze bedenken samen wat ze willen eten, doen samen boodschappen en staan samen in de keuken. Het samen werken en samen eten stimuleert onze gasten om contacten te leggen met anderen. Bosch Kok Jan Hoe belangrijk met name die sociale contacten zijn, merkten we toen er eerder dit jaar sprake van was dat we in het kader van de bezuinigingen zouden sluiten. Dat vonden onze bezoekers echt vreselijk. Daarom hebben we nu samen met hen een andere constructie bedacht. We zijn verhuisd van de Strangeweg naar de kantine van het arbeidscentrum van de Baalderborg Groep aan de Vermeerstraat. Tot 1 januari wordt het Eetcafé nog gedraaid onder begeleiding van het RIBW en een vrijwilliger, daarna wordt het volledig door vrijwilligers gedaan, al houden wij uiteraard wel een vinger aan de pols.” Redder in nood Volgens Henk Coree was het bezoeker Jan Bosch die de aanzet tot de nieuwe vorm gegeven heeft. “Toen we hoorden dat het Eetcafé misschien zou stoppen, stond Jan op en bood aan dat hij dan wel wilde koken. Sindsdien staat hij iedere maandag en vrijdag hier in de keuken en dat doet hij hartstikke goed.” Jan verblikt of verbloost niet onder de complimenten en gaat onverstoorbaar verder met het omwikkelen van witlof in ham en kaas. “Tot een paar jaar geleden kon ik helemaal niet koken, dat heb ik pas hier geleerd”, zegt hij. “Omdat ik het Eetcafé wilde redden, besloot ik te laten zien dat we het ook zelf wel konden. Inmiddels kook ik iedere maandag en vrijdag op het Eetcafé Gastheer Henk Coree in Ommen en op woensdag in Hardenberg. Dat betekent heel veel voor mij. Ik heb geen werk, dus ik kijk er echt naar uit. Het eetcafé geeft mijn leven zin.” Familie Al pratend hebben de bezoekers een plekje gezocht aan de lange gedekte tafel. Na een kort moment van stilte worden de borden vol geschept. Uit de grappen die er gemaakt worden, blijkt dat de deelnemers elkaar goed kennen. “Iedereen is hier hartelijk en voelt zich betrokken bij elkaar. Het voelt gewoon een beetje als familie”, vindt ook Tineke van Lierop. Toen zij drie jaar geleden in Ommen kwam wonen, kende ze heg noch steg. “Ik zag ergens een flyer liggen van het Sociaal Eetcafé. Hoewel ik niets met de RIBW te maken heb, sprak het initiatief me wel aan. Het leek me een mooie manier om mensen in mijn nieuwe woonplaats te leren kennen. Toen ik hier voor de eerste keer kwam dacht ik wel even: oeps, wat zijn dit voor mensen? Maar ik werd zo hartelijk ontvangen, dat ik daar al snel doorheen keek. Inmiddels is het voor mij echt een vast punt in de week. De mensen hier hebben me echt geholpen met het inburgeren in Ommen.” Iets betekenen Kok Lydie Kollen kijkt tevreden toe hoe haar gehaktballen als sneeuw voor de zon verdwijnen en er goedmoedig wordt gekibbeld om de laatste witlofrolletjes. De vrijwilligster zwaait iedere maandag de scepter in de keuken en doet dat met veel plezier. “Ik heb jaren in de horeca gewerkt en vind het heerlijk om mensen in de watten te leggen. Toen ik stopte met werken, heb ik me hier direct aangemeld als vrijwilliger en daar heb ik geen moment spijt van gehad. Het klikte direct. Toen ik hier kwam voor een kennismakingsgesprek ben ik hier de rest van de tijd gebleven. Ik doe dit werk met heel veel plezier. Je kunt hier echt iets betekenen voor een ander en dat is wat ik wil.” Sociaal Eetcafé De Paraplu kan altijd nieuwe vrijwilligers gebruiken. Interesse? Bel Diny Vonder voor meer informatie via tel. 06 12 97 30 50 of mail: [email protected]. De echtgenoot van Greet Scholten werd in 2005 getroffen door een herseninfarct. Hij kan nog een klein beetje lopen, maar zijn linkerarm doet helemaal niets meer. Johan woont thuis, maar gaat drie dagen per week naar de dagopvang, bij Zorgboerderij ‘Molenzicht’ in Wijhe. Omdat Johan aan één zijde verlamd is, moet Greet hem bij veel dagelijkse dingen ondersteunen. “Voor mij is dat al zo normaal dat ik er eigenlijk over na moet denken waar ik hem allemaal bij moet helpen.” Greet ondersteunt Johan bij het wassen en douchen, aankleden. “Vlees snijden en je jas dicht doen is heel erg lastig met één hand.” Ook duwt ze hem in zijn rolstoel, waar hij sinds het infarct afhankelijk van is. In de buurt kan Johan zelf op pad met zijn scootmobiel. Als hij verder weg moet rijdt Greet hem, ook begeleidt ze hem bij bezoekjes aan de medische specialisten. “In het begin was het echt een hele omschakeling. Je staat er niet bij stil dat zoiets je zo maar kan overkomen en moet proberen om samen de boel weer op de rails te krijgen.” Het karakter van Johan is door het infarct niet echt veranderd, daar is Greet heel blij om. Samen zetten ze de schouders er onder om er het beste van te maken. “We kunnen er allebei niets aan doen dat dit gebeurd is, het enige dat we kunnen doen is samen proberen een nog zo goed en mooi mogelijk leven te hebben.” Greet staat positief in het leven. “Natuurlijk is het niet leuk dat ons dit is overkomen. Maar we moeten toch proberen er nog iets van te maken. Met ondersteuning van onze kinderen, buren, vrienden en familie hebben we toch een fijn leven. Sommige dingen kunnen niet meer, maar andere nog wel en daar focussen we ons op!” 10 | Samen Doen ommen www.ommen.nl/samendoen atc dienstenbedrijf bemiddelt tussen werkzoekenden en ondernemers Minder mensen met een uitkering en meer mensen naar betaald werk. Dat is het doel van ATC Dienstenbedrijf. Met dit gezamenlijke initiatief streven de gemeenten Ommen en Hardenberg en ATC-Larcom ernaar om mensen met een uitkering en werknemers uit de sociale werkvoorziening te voorzien van werk bij reguliere werkgevers. In de vervulling van de personele behoeften van werkgevers, passen het ATC Dienstenbedrijf en de ondernemerswereld naadloos bij elkaar. Waar werkgevers behoefte hebben aan arbeidskrachten, beschikken de gemeenten en ATC Larcom hierover in ruime mate. “Dat deze arbeidskrachten soms een beetje op weg geholpen moeten worden of begeleiding nodig hebben, blijkt voor veel werkgevers geen belemmering te zijn”, vertelt de projectleider van ATC Dienstenbedrijf Petra Dorreman. “Werkgevers zijn over het algemeen bereid deze groepen medewerkers een kans te bieden. Maar daarvoor wordt wel een goede dienstverlening en ondersteuning vanuit de gemeenten en ATC Larcom verwacht. En dat is precies wat het ATC Dienstenbedrijf voor ogen heeft. Sparringpartner zijn voor de werkgever, goed oog hebben voor de vraag van de werkgever en vervolgens zorgen voor de goede match.” Samenwerking Deze aanpak levert voordelen voor alle partijen. “Het liefst zouden we iedereen een vaste baan aanbieden, maar dat is natuurlijk onmogelijk. Voor kandidaten die nog niet direct aan betaald werk toe zijn proberen we in samenwerking met ondernemers uit het Vechtdal zo veel mogelijk werkervaringsplekken te creëren. In een periode van een aantal maanden kunnen zij dan met behoud van uitkering of tegen een redelijke vergoeding bij een werkgever aan de slag. Het zou mooi zijn als hen na die periode een contract wordt aangeboden, maar ook wanneer dat niet zo is, is het zinvol voor de kandidaten. Want door te werken, bouwen zij ritme, structuur en zelfvertrouwen op. Die zaken zijn heel belangrijk op weg naar een ‘echte’ baan.” Passende oplossingen Het ATC Dienstenbedrijf werkt vanuit de vraag van de ondernemer. “Het niveau van werkzoekenden varieert van lager beroepsonderwijs tot universitair geschoold. Dit kunnen mensen zijn in een uitkeringssituatie of mensen met een arbeidsbeperking die veelal uit de sociale werkvoorziening (SW) komen”, verduidelijkt ze. “In sommige gevallen kunnen aanvullende regelingen worden getroffen om de stap naar een baan bij de werkgever te verkleinen. Zo kan vaak een passende oplossing aan de werkgever worden geboden.” Een mooi voorbeeld Petra merkt op dat steeds meer werkgevers bereid zijn om werkervaringsplekken aan te bieden, mits ze er op kunnen rekenen dat hun tijdelijke kracht goed gemotiveerd is. Ze haalt een mooi voorbeeld aan. “De directeur wilde graag op een maatschappelijk verantwoorde manier ondernemen. Daarbij hoorde ook het inzetten van doelgroepen binnen zijn bedrijf, maar hij wilde wel de zekerheid dat de tijdelijke medewerkers serieus aan de slag zouden gaan”, vertelt ze. “En dat is ook begrijpelijk. Hij heeft tenslotte wel een bedrijf te runnen.” Bij dit bedrijf gaat het vooral om inpakwerkzaamheden; een klus waarin volgens Petra met name de SW-ers enorm goed zijn en waar ze ook veel plezier en voldoening aan beleven. Maar deze werkzaamheden kunnen natuurlijk ook worden uitgevoerd door werkzoekenden die weer ritme moeten opbouwen. “We hebben daarom gekozen voor een mix van SW-ers en werkzoekenden. De SW-ers vormen de stabiele basis. Voor hen is het een geweldige ervaring om eens binnen een ander bedrijf dan Larcom aan de slag te gaan. Ze zijn enorm gemotiveerd”, vertelt ze. “Enkele werkzoekenden die het werkervaringstraject vorig jaar goed hebben doorlopen, hebben een contract gekregen en zijn dus uit de uitkering gestroomd. Nu heeft het bedrijf opnieuw drie werkervaringsplekken gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.” Platform Het ATC Dienstenbedrijf is inmiddels in gesprek met een aantal bedrijven in Ommen en Hardenberg om soortgelijke projecten op te zetten. “Naast de SW-populatie vallen zo’n 500 mensen met een uitkering binnen onze doelgroep”. “We zijn erg gemotiveerd om mensen naar werk te helpen. Er zijn, in het kader van de intrede van de Participatiewet per 1 januari aanstaande, diverse regionale ontwikkelingen die mogelijk werkgevers over de streep trekken om met onze doelgroep te gaan werken.” Maar ook nu al worden er binnen de ondernemerswereld initiatieven ontplooid. Eén daar van is Je Regio Werkt, een project dat is omarmd door het ATC Dienstenbedrijf. “Je Regio Werkt is een initiatief van de Hardenbergse Ondernemersvereniging IKH, Vechtdal Leeft TV en Rabobank Vaart & Vecht. Door middel van een website proberen zij een platform te creëren waarmee werkgevers en werkzoekenden in het Vechtdal op een laagdrempelige manier met elkaar in contact kunnen komen”, vertelt Petra. “Het bijzondere aan deze jobsite is dat er niet alleen CV’s op staan, maar dat zowel werkzoekenden als ondernemers een compleet portfolio kunnen aanleggen, met voorbeelden van werk, foto’s en korte filmpjes waarin zij zichzelf voorstellen. Dit geeft een veel beter en vooral vollediger beeld van een kandidaat dan alleen een CV en een sollicitatiebrief.” wmo-raad De Wmo-raad is een adviesraad voor het college van burgemeester en wethouders, en adviseert de gemeente gevraagd en ongevraagd over het beleid en de beleidsuitvoering van de Wmo. Door de uitbreiding van taken van de gemeente in het sociale domein is de Wmo-raad ook betrokken bij de Jeugdwet en Participatiewet. Deze verbreding van de adviesfunctie zal leiden tot een andere benaming van de Wmo-raad. Ook wordt bekeken welke veranderingen noodzakelijk zijn voor het geven van adviezen aangaande het gehele sociale domein. De Wmo-raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van binnen de Wmo belangrijke gebruikersgroepen in de gemeente. De gemeente legt verantwoording af aan de Wmo-raad over de gegeven maatschappelijke ondersteuning aan de inwoners. De Wmo-raad is geen instantie waar u bezwaar kunt maken tegen een beslissing. Wel kunt u uw mening kenbaar maken over het beleid dat de gemeente voert of wil gaan voeren. De Wmo-raad heeft een onafhankelijke voorzitter en onafhankelijke secretaris, respectievelijk de heer A. Vroon en mevrouw I. Cremers-Sturkenboom. Contact Wilt u meer weten over de Wmo-raad van de gemeente Ommen of iets met hen delen of bespreken? U kunt contact opnemen met mevrouw I. Cremers-Sturkenboom via het e-mailadres [email protected]. WMO-raad Ommen p/a Gemeente Ommen Postbus 100, 7730 AC Ommen De vader van Carlijn Hendrikx kreeg bijna zes jaar geleden een dubbele hersenbloeding. Samen met haar moeder en broer zorgt Carlijn zo veel mogelijk voor hem. Als je vader een hersenbloeding heeft gehad, staat je leven in één keer op zijn kop. “In plaats van dat hij voor jou zorgt, zorg jij voor hem.” Carlijn was 17 toen het allemaal gebeurde. Ze geeft aan dat er sinds die tijd al heel veel verbetering in de situatie van haar vader is gekomen. “In het begin konden we hem geen seconde alleen laten.” Hij kan nu weer een tijdje alleen thuis zijn, maar toch moet er altijd opgelet worden. “Voor ons zijn dat eigenlijk kleine dingetjes, we vinden het doodnormaal om te controleren of hij het gas wel heeft uitgedraaid.” Ook heeft haar vader geen besef van tijd en heeft hij moeite met inschatten of iets wel of niet belangrijk is. “Dan belt er iemand met een best wel heftig bericht, hij reageert op dat moment wel vol begrip, maar vergeet vervolgens totaal om dat aan ons door te geven, dat zorgt soms voor vervelende situaties.” Eigenlijk heeft haar vader continue begeleiding nodig, omdat hij zo snel weer dingen vergeet. Hier heeft hij zelf best veel moeite mee, vandaar dat ze nu met briefjes werken. “Daar staat op wat hij moet doen, maar hij kan zelf bepalen hoe hij dat doet en op welk tijdstip. Dat werkt heel goed, zo ontstaat er van beide kanten iets meer vrijheid.” Carlijn is door alles wat er gebeurd is heel snel volwassen geworden. “Alles wat je als normale puber doet, een avondje stappen of gezellig winkelen, kan niet zomaar. Je hebt ook nog een moeder en broer om rekening mee te houden. Als je leeft met iemand die Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) heeft is duidelijke communicatie, rust en regelmaat een must!” Ondanks alle ellende ziet Carlijn ook positieve kanten. “We waren altijd al een heel hecht gezin, maar door alles wat we samen hebben meegemaakt zijn we nog dichter naar elkaar toe gegroeid. Voorheen deed iedereen meer zijn eigen ding, nu doen we veel meer samen en weten we ook van elkaar waar we mee Carlijn Hendrik x bezig zijn. We zetten samen de schouders er onder en proberen van iedere dag het beste te maken!” Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen pleegouders voelen zich door gemeente serieus genomen Toen ze op haar tiende voor het eerst kennismaakte met het fenomeen pleegzorg, besloot Evelien Flim dat zij zich later als zij groot zou zijn, hiervoor zou inzetten. En daaraan heeft ze zich gehouden. Want inmiddels allang volwassen en zelf moeder van een viertal, staan de deuren van haar woning wagenwijd open voor kinderen in nood. Wat is pleegzorg? Als kinderen en jongeren tussen de 0 en 18 jaar om welke reden dan ook tijdelijk niet bij hun eigen ouders kunnen wonen, nemen pleegouders (tijdelijk) de opvoeding en verzorging van een kind op zich. Deze vorm van opvang blijft het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie en is tot eind 2014 alleen mogelijk met een indicatie van Bureau Jeugdzorg. Er zijn verschillende soorten pleegzorg, zoals vakantiepleegzorg, weekendpleegzorg, dagpleegzorg, pleegzorg in crisissituaties en pleegzorg voor langere tijd. Eigen familie en bekenden kunnen een kind ook opvangen. Een half jaar na de geboorte van hun tweede kind, stopte Evelien Flim met werken omdat ze er meer wilde zijn voor haar kinderen. Juist in die periode stond er een oproep van Europa Kinderhulp in de krant waarin ze vakantieouders zochten voor kinderen uit Frankrijk. “Dat sprak mij direct aan”, vertelt ze. “We kregen een jongen uit Caen te logeren en dat vonden we zo leuk dat we ons ook opgaven als vakantieadres voor kinderen die in de kerstvakantie en voorjaarsvakantie naar Nederland komen. Inmiddels hebben we bijna iedere vakantie logeetjes over de vloer, afkomstig uit Frankrijk, Duitsland en Bosnië. Hoewel er best kinderen tussen zitten met een rugzakje, genieten we ervan om onze vakantiekinderen te zien opbloeien. Het beviel zelfs zo goed dat mijn man op een gegeven moment zei: waarom doen we eigenlijk niet iets voor Nederlandse kinderen?” Rollenspel Via via kwamen Evelien en Sander Flim in contact met Jeugdzorg en meldden zich aan als pleegouder. “Om dat te kunnen worden, moesten we een zogenaamde STAP-training van zeven avonden volgen. Op die avonden leer je alle ins en outs van de pleegzorg en doe je rollenspelen met de andere deelnemers. Op een avond speelden we een casus over een kind dat uit huis geplaatst werd en te maken kreeg met politie, leerkrachten, gezinsvoogden, pleegouders en natuurlijk de eigen ouders. Aan het eind vroeg de cursusleider iedereen die niet in het hele traject een rol had gespeeld, te gaan zitten. De enige die bleef staan was het kind. Dat maakte diepe indruk op mij. Pas toen realiseerden wij ons echt hoe eenzaam een kind is tijdens zo’n proces. Iedereen komt, iedereen gaat en iedereen beslist over zo’n kind dat tegen wil en dank in zo’n situatie terecht is gekomen. Dat was heel heftig en maakte onze motivatie om iets voor deze kinderen te betekenen nog groter.” Pleegkinderen Kort na de training, werden ze door Trias Jeugdhulp benaderd voor een crisisopvang van een 10-jarige jongen die uit huis werd geplaatst. “Dat was voor ons een echte vuurdoop. Het was een pittige jongen die uit een onveilige en gewelddadige thuissituatie was gehaald. Na acht maanden is hij Kwaliteit Alle instellingen die jeugdbescherming willen blijven uitvoeren moeten een certificaat halen. Zij moeten daarvoor aan een aantal eisen voldoen. Bijvoorbeeld de manier waarop een gezinsvoogd werkt. Alle eisen staan in een document. We noemen dit document: het ‘normenkader’. Instellingen die het certificaat hebben gehaald, zijn ‘gecertificeerde instellingen’. doorgeplaatst naar een woongroep en kregen we Nina, een dreumes van een jaar en negen maanden”, vertelt Evelien. “Jeugdzorg belde rond een uur of vijf dat ze onderweg naar ons waren met een spoedgeval. Ik ben toen als een speer een ledikantje, luiers en andere spulletjes gaan regelen en was precies op tijd terug om Nina te ontvangen”, vertelt ze. “Het klikte meteen tussen Nina en ons, al konden we wel merken dat ze op haar jonge leeftijd al veel had meegemaakt. En dat is ook geen wonder, want je wordt als kind natuurlijk niet zomaar uit huis geplaatst.” Bezoekregeling Hoewel haar moeder niet zelf voor Nina kon zorgen, had ze er wel behoefte aan om haar te zien. Dus werd een bezoekregeling opgesteld. “De eerste paar keren vond dat plaats bij ons thuis, later bij bureau Jeugdzorg en tegenwoordig gaan we meestal iets leuks doen, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij”, vertelt Evelien. “Ieder jaar werd de situatie van de natuurlijke moeder beoordeeld, maar van terugplaatsing is inmiddels geen sprake meer. Dat zou niet in het belang van Nina zijn. Ze woont al 5 jaar bij ons, is aan ons gehecht, heeft hier haar leven opgebouwd, gaat hier naar school en heeft hier haar vriendinnetjes. Het zou voor haar een trauma zijn om haar weer over te plaatsen.” Veranderingen Binnen de pleegzorg gaat in 2015 een aantal zaken veranderen. De eerste verandering is positief volgens Evelien. “Er is lang gedacht dat er naar gestreefd moest worden om de kinderen, indien mogelijk, bij hun eigen ouders te laten opgroeien en hen dus op een bepaald moment weer terug te plaatsen. Dus werd de Onder Toezichtstelling (OTS) vaak jaar in jaar uit opnieuw bekeken en verlengd. Vooral in situaties waarin de natuurlijke ouders blijven vechten om hun kinderen 11 Wat verandert er per 1 januari 2015? Als in overleg tussen ouders, het kind en hulpverleners wordt besloten dat het kind beter tijdelijk bij andere ouders kan wonen, dan zal de gemeente dat moeten goedkeuren. In dat geval spreekt men van vrijwillige pleegzorg. Zijn de eigen ouders het hier niet mee eens, maar is de thuissituatie van het kind niet veilig genoeg? Dan kan via Veilig Thuis/AMHK en de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot Onder Toezichtstelling (OTS) en Uithuisplaatsing bij de rechter ingediend worden. Bij toekenning daarvan wordt een voogd aangesteld. De gemeente heeft voor voogdij een contract met een gecertificeerde instelling. Een kind komt ook dan vaak in een pleeggezin. ‘terug’ te krijgen, geeft dat veel spanning. Kinderen worden soms na jaren toch nog teruggeplaatst naar huis, met alle gevolgen van dien”, vertelt ze. “Dat principe wordt nu losgelaten. Onderzoeken wijzen uit dat hechting en continuïteit in de opvoedsituatie van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van een kind. Daarom moet het zo snel mogelijk duidelijk worden waar het zal opgroeien. Daar zal met ingang van volgend jaar nadrukkelijker aandacht voor zijn. De Raad voor de Kinderbescherming gaat na twee jaar OTS standaard bekijken of het nog wel in het belang van het kind is om te blijven streven naar terugplaatsing.” Gebiedsteams Samen Doen De benadering van de gebiedsteams Samen Doen, die kinderen met behulp van het sociale netwerk van hun ouders zo lang mogelijk thuis willen laten wonen, is volgens Evelien aan de ene kant heel positief. “Natuurlijk moet je uithuisplaatsing zo veel mogelijk proberen te voorkomen, maar dit brengt ook het risico met zich mee dat kinderen mogelijk te lang in een situatie blijven waarin hun ontwikkeling bedreigd wordt. Bij een eventuele uithuisplaatsing willen ze kinderen in eerste instantie in het netwerk van de ouders proberen te plaatsen. Wanneer dit uiteindelijk niet lukt, worden kinderen daarna soms nog eens een keer overgeplaatst. Dat is heel schadelijk voor een kind, want elke overplaatsing is er eentje teveel. Het is daarom nog maar de vraag of een netwerkplaatsing altijd de voorkeur verdient, want dit is niet altijd bij voorbaat in het belang van het kind. Dit wordt ook duidelijk aangegeven door jongeren die zelf in de jeugdzorg verblijven.” Gemeente Hoewel de nieuwe regeling pas op 1 januari van kracht gaat, merken sommige pleegouders nu al dat de gemeente meer betrokken is bij de plaatsing. Nu is er nog een knip tussen het traject tot 18 jaar en het traject daarna. “We merken dat de gemeente ziet dat kinderen juist ook op die leeftijd hulp nodig hebben. Als pleegouders voelen we ons daarin serieus genomen en dat voelt goed.” Overgangsrecht Voor pleegzorg geldt een uitgebreide overgangsregeling. Pleegkinderen kunnen bij dezelfde pleegouders of pleegzorgaanbieder blijven zolang dat nodig is. Pleegkinderen gaan dus niet naar een ander gezin of andere instelling omdat gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen. Er kunnen wel andere redenen zijn om van pleeggezin te veranderen, bijvoorbeeld als het onderling niet meer gaat. 12 | Samen Doen ommen www.ommen.nl/samendoen KLEURWEDSTRIJD Lever je kleurplaat in bij Samen Doen om kans te maken op mooie prijzen. Kijk voor actuele openingstijden op www.ommen.nl/samendoen of stuur je kleurplaat op naar Postbus 100, 7730 AC in Ommen t.a.v. Gerda Bruggeman. Naam:Adres: Leeftijd: Postcode/woonplaats: E-mail: Telefoon: samendoenommen Samen Doen ommen | www.ommen.nl/samendoen 13 Iedereen loopt wel eens tegen moeilijkheden aan in zijn leven. Heb jij vragen over werk, welzijn, wonen, zorg of inkomen? Of heb je hulp nodig bij de zorg voor iemand in je omgeving? Dan kun je terecht bij Samen Doen. Dit is een samenwerking van amoorganisaties en de nogemeente oz verschillende Ommen. redav iw strasiuh neodnemas eganosrep vader oma amo nooz diversereinsta da Samen Doen ommen De Carrousel, Chevalleraustraat 8, 7731 EE in Ommen Inloopuur: elke dinsdag 09.00 - 11.00 uur elke donderdag 09.00 - 11.00 uur In 2015 komen er ook inloopuren in andere kernen. contact T 14 0529 E [email protected] huisarts Alle recente informatie vind je op www.ommen.nl/samendoen wijkagent specialist samen person
© Copyright 2024 ExpyDoc