recreatie-onderzoek-grevelingen-in-de-herkomst-van

rninisterie van verkeer en waterstaat
werkdocument
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
ministerie van verkeer en v.aterstaat
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
afdeling delta
werkdocument
recreatie-onderzoek grevelingen in 1986
de herkomst van afgemeerde vaartuigen in de (voormalige) werkhavens
en de omvang van de sportvisserij op een dag in het hoogseizoen
door ing. a.p.m. biemans
-
1986 110 abw
werkdocumenten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten (uittypen geschreven tekst) en
daardoor uitsluitend bestemd voor intern gebruik; de verantwoordelijkheid voor de tekst berust bii de auteur.
POSLYS
600
8200 AP lelystad
smedinghuis
zuidewaganplsin 2
tel. (03200) 9 9 1 11
telex 40115
INHOUD
1.
SAMENVATTING
2.
INLEIDING
3.
UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
4.
4.1.
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
Herkomst van de overnachtende vaartuigen in de
werkhavens
Type vaartuig
Omvang van de sportvisserij
4.2.
4.3.
Bijlage 1 t/m 3
1. SAMENVATTING
Uit het recreatieonderzoek in de Grevelingen in 1982, zie R.1J.P.rapport 1986-26Abw, is gebleken dat van de overnachtingen buiten de
jachthavens meer dan de helft (53%) voorkwam in de (voormalige) werkhavens.
Over de achtergronden van het gebruik door de watersporter van de
(voormalige) werkhavens is echter nog nauwelijks iets bekend. Om over
wat meer informatie over deze groep te beschikken, is daarpm op beperkte schaal onderzoek gedaan naar de herkomst van de recreatievaartuigen in deze (voormalige) werkhavens. Dit onderzoek dat betrekking
heeft op de overnachting van 5 op 6 augustus 1986 (hoogseizoen) heeft
de volgende resultaten opgeleverd:
- Van de boten in de werkhavens is slechts 6% afkomstig van de jachthavens uit de Grevelingen. De thuishavens van deze boten blijken
regelmatig verspreid te zijn over de Grevelingen.
- Circa 75% van de boten is afkomstig van buiten de vaargebieden Grevelingen, Oosterschelde en omgeving Oosterschelde. Uit deze gegevens
komt naar voren dat de Grevelingen in het hoogseizoen van meer dan
regionale betekenis is voor de watersport.
- Tot slot blijkt dat meer dan de helft (55%) van de boten in de (voormalige) werkhavens bestaat uit kajuitzeiljachten.
In de eerste jaren na de aanleg van de Brouwersdam (1971) had de
Grevelingen nog een zeer rijke platvisstand, waarvan vooral de schol
een grote aantrekkingskracht op de sportvisser uitoefende, zie het
artikel in het blad: "Visserij" 1986; nr. 1 van Klein Breteler.
De belangrijkheid van de sportvisserij in deze jaren blijkt uit het
recreatieonderzoek in 1973. In dit jaar bestond de helft van het aantal uitgevaren recreatievaartuigen uit visboten.
Sindsdien is er veel veranderd.
Om de huidige kennis naar de omvang van de sportvisserij in de Grevelingen te vergroten, is in het hoogseizoen van 1986 op beperkte schaal
hiernaar onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek dat betrekking heeft op de
ochtend van 7 augustus (hoogseizoen), heeft de volgende resultaten opgeleverd:
- Het aantal sportvissers en sportvisboten van waaruit wordt gevist,
is klein.
- Sportvissers en sportvisboten komen bijna uitsluitend voor nabij de
inlaatsluis van de Brouwersdam en omgeving.
Het is aannemelijk dat de aantrekkelijkheid van dit viswater kan worden
verbeterd door vergroting van de platvisstand in het meer. Dit is alleen mogelijk als het inlaatregiem wordt gewijzigd, zodat er meer visbroed vanuit zee de Grevelingen kan intrekken. Voor de sportvisserij is
het gewenst dat de inlaatsluis in de Brouwersdam in ieder geval is geopend in de periode maart t/m mei. De laatste jaren (vanaf 1980) was
de sluis alleen geopend in de periode van eind oktober tot begin maart.
2. INLEIDING
In de Grevelingen kunnen watersporters buiten de jachthavens afmeren
en ankeren bij de watersporteilanden: Archipel en Ossehoek; de natuurlijke eilanden: Stampersplaat, Veermansplaat, Dwars in de Weg en
Hompelvoet; langs de meeroever; gebruik maken van de voorrnalige werkhavens: Springersdiep, Kabbelaarsbank en Middelplaat en ten slotte,
alleen in het hoogseizoen, gebruik maken van de werkhaven Bommenede.
De afmeervoorzieningen in het gebied staan aangegeven in figuur 1.
De watersporters kunnen buiten de jachthavens gebruik maken van deze
voorzieningen en er gratis overnachten.
In 1982 zijn de achtergronden van het gebruik door de watersporters
van de eilanden (Archipel en natuurlijke eilanden) door middel van een
enqu8te en visuele tellingen, die te zelfder tijd plaatsvonden, onderzocht.
Uit een ander watersportonderzoek in datzelfde jaar kwam tevens naar
voren dat van de overnachtingen buiten de jachthavens meer dan de helft
(53%) voorkwam in de (voormalige) werkhavens. Het aantal overnachtende
vaartuigen in de (voormalige) werkhavens was dus groter dan bij alle
overige afmeervoorzieningen te zamen (Archipel, natuurlijke eilanden
en meeroever). Door de aanleg van een tweede watersporteiland Ossehoek
in 1983, is het evenwel mogelijk dat er een verkleining van dit aandeel
is opgetreden.
Over de achtergronden van het gebruik door de watersporter van de (voormalige) werkhavens is echter nog nauwelijks iets bekend. Het onderzoek
naar de herkomst van de vaartuigen die in de (voorrnalige) werkhavens
overnachten, kan een bijdrage aan deze kennis 1everen:Dit
herkomstonderzoek heeft in 1986 plaatsgevonden.
Naast een onderzoek naar de herkomst van vaartuigen in de (voorrnalige)
werkhavens, is er in 1986 een onderzoek verricht naar de omvang van de
sportvisserij in de Grevelingen.
Beide onderzoeken hebben elk op slechts &en dag in het hoogseizoen
plaatsgevonden. De gegevens zijn dus beperkt van omvang en zijn dan ook
alleen van indicatief belang.
In dit rapport worden de resultaten van beide onderzoeken behandeld.
3. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
Het onderzoek naar de herkomst (thuishaven) van afgerneerde vaartuigen
in de voorrnalige werkhavens: Springersdiep, Kabbelaarsbank en Middelplaat heeft plaatsgevonden op dinsdag 5 augustus 1986 tussen 17.30 en
22.15 uur. De volgende ochtend (woensdag 6 augustus) is het onderzoek
vervolgd in de werkhaven van Bornmenede tussen 8.45 en 9.45 uur.
In de (voormalige) werkhavens is per afgemeerde of geankerde boot de
thuishaven geregistreerd alsmede het type vaartuig.
Naast recreatievaartuigen zijn tevens ook binnenvaartschepen vermeld
waarvan de bemanning rneestal de vakantie in het gebied doorbracht.
Het onderzoek naar de omvang van de sportvisserij heeft plaatsgevonden
op donderdag 7 augustus tussen 8.00 en 11.15 uur. Hierbij is op kaart
de plaats van sportvissers langs de oevers aangegeven alsmede die van
visboten en visverhuurboten op het water.
Het weer tijdens het onderzoek was als volgt:
- tussen 8.00 en 9.00 uur onbewolkt en daarna half bewolkt;
- zuidwestenwindrnet een windkracht van 3 & 4 Bf. en daarna 5 & 6 Bf.
4. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
Eerst worden de resultaten behandeld van het onderzoek naar de herkomst
van vaartuigen in de (voormalige) werkhavens en daarna de resultaten
van het onderzoek naar de omvang van de sportvisserij.
4.1. Herkomst van de overnachtende vaartuigen in de werkhavens
In de volgende tabel worden de thuishavens van de oveenachtende vaartuigen in de (voormalige) werkhavens in een aantal deelgebieden ingedeeld, te weten: Grevelingen, Oosterschelde, naaste omgeving van de
Oosterschelde, buitenland en overig.
Tot de Oosterschelde worden ook de vaargebieden Zoommeer, Zijpe, Krabbenkreek en Krammer/Volkerak gerekend.
Tot de naast omgeving van de Oosterschelde behoren de vaargebieden
Hollandsch Diep,Haringvliet en Veerse Meer.
Tabel 1. Herkornst van de vaartuigen in de (voormalige) werkhavens naar
vaargebied op 5 augustus 1986
Vaargebied
terschelde
onbekend
Totaal
Opmerkingen bij tabel
.......................
- In de werkhaven van
6
6
13
9
34
50
76
81
52
259
1
Bommenede zijn de boten met een vaste ligplaats
nidt in het onderzoek betrokken.
Ten tijde van de registratie lagen hier 10 boten met een vaste ligplaats.
- Tijdens het onderzoek zijn ook beroepsvaartuigen in de (voormalige)
werkhavens aangetroffen. Deze vaartuigen zijn niet in de tabel, doch
we1 in bijlage 1 opgenomen.
De beroepsvaartuigen waren 6f tot recreatievaartuig omgebouwde schepen
6f binnenvaartschepen of visserijvaartuigen waarop de schipper meestal
de vakantie doorbracht.
- De aantallen vaartuigen in de werkhavens hebben betrekking op zowel
afgemeerde als geankerde boten. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de geankerde vaartuigen.
Bespreking tabel 1
------------------
Als de vaartuigen waarvan de vaargebieden niet bekend zijn buiten beschouwing worden gelaten, is slechts het vierde deel (24%) van de boten
op 5/8 (hoogseizoen) uit de Grevelingen, Oosterschelde en omgeving
Oosterschelde afkomstig. Dit wijst erop dat het aandeel van passanten
afkomstig van andere dan vermelde vaargebieden op deze dag in het hoogseizoen hoog is (76%). Dit percentage wijkt weinig af van het percentage passanten, gevonden tijdens een enquste op de eilanden (natuurlijke
eilanden en watersporteiland Archipel) op 12/8/'82 (69%). Uit deze
cijfers komt naar voren dat de Grevelingen in het hoogseizoen van meer
dan regionale betekenis is voor de watersport.
De beroepsvaartuigen niet meegerekend werden in de (voormalige) werkhavens 269 vaartuigen aangetroffen (inclusief boten die een vaste ligplaats hebben in de werkhaven Bommenede).
Dit aantal komt overeen met de resultaten van de boottelling in de
(voormalige) werkhavens, uitgevoerd in de vroege ochtend van 4 augustus 1982, waarbij 277 vaartuigen werden waargenomen. Het aandeel van
deze vaartuigen bedroeg op deze dag 8,6% van het totale aantal vaartuigen.
Verder blijkt dat in de werkhaven Bommenede het percentage boten uit
de Grevelingen aanmerkelijk groter is dan bij de voormalige werkhavens.
Tot slot blijkt het aantal vaartuigen met een thuishaven in de Grevelingen gering van omvang is (dertien stuks) en slechts 6% van de overnachtende recreatievaartuigen in de werkhavens uitmaakt.
Hoewel van de recreatievaartuigen in de (voormalige) werkhavens slechts
dertien een thuishaven in de Grevelingen hebben, zal in de volgende
tabel worden nagegaan of dit thuishavens betreft die regelmatig over
dit gebied verspreid liggen.
Tabel 2. De herkomst van de boten met een thuishaven in de Grevelingen
Thuishaven
Bruinisse
Scharendijke
Den Osse
Herkingen
Brouwershaven
Battenoord
Ouddorp
Totaal
aantal vaartuigen in de
(overige) werkhavens
BomSprin- Kabbe- Midgerslaars- delmediep
bank
plaat nede
1
1
2
1
1
3
3
1
totaal
aantal perc.
4
3
1
2
3
perc.
capaciteit
jachthavens
31
27
8
12
17
31
23
8
15
23
1
1
4
2
6
13
100
-
100
Uit tabel 2 blijkt dat de thuishavens van de dertien boten regelmatig
over de Grevelingen verspreid zijn.
4.2. Type vaartuig
Naast het registreren van de thuishavens van de boten zijn de vaartuigen
in de (voormalige) werkhavens ook geregistreerd naar type.
De recreatievaartuigen zijn ingedeeld in de volgende categorieen:
kajuitzeiljacht, open-zeilboot en motorboot. De categorie motorboot
heeft betrekking op zowel grote als kleine ( < 7 m) motorkruisers.
Een omschrijving van de typen recreatievaartuigen wordt gegeven in
bijlage 3.
Binnenvaartschepen en visserijschepen zijn evenals in de vorige tabel
niet in het overzicht opgenomen, ook a1 werden ze meestal gebruikt om
de vakantie op door te brengen.
Tabel 3. De vlootsamenstelling in de (voorrnalige) werkhavens op
5 augustus 1986
f~oormali~e) kajuitzeil- open
jacht
zeilboot
werkhavens
perc.
aan
perc. aantal
tal
Springersdiep
Kabbelaarsbank
Middelplaat
Bommenede
Totaal
motorboot
aanperc.
tal
totaal
aantal
perc.
29
52
27
33
58
69
33
63
1
1
2
2
2
1
3
4
20
23
52
17
40
30
64
33
50
76
81
52
100
100
100
100
141
55
6
2
112
43
259
100
Bespreking
tabel 3
-----------------Uit de tabel bliikt
meer voorkomen dan motor- dat kaiuitzeiliachten
"
"
boten. Alleen op de Middelplaat komen bijna twee keer zo veel motorboten voor als kajuitzeiljachten. Dit kan echter op een toeval berusten.
Het aantal open-zeilboten is zeer gering.
Vergelijking van de uitkomsten van de vlootsamenstelling uit 1986 met
die van de vlootsamenstelling in de (voormalige) werkhavens uit eenzelfde periode in 1982 (zie R.1J.P.-rapport 26 Abw: Recreatieonderzoek
in de Grevelingen in 19821, levert een verschuivingopnaar een groter
aandeel van motorboten en een geringer aandeel van kajuitzeiljachten.
Overigens dient te worden opgemerkt dat de gegevens zijn gebaseerd op
BBn telling: een verschuiving van algemene aard kan daarom niet worden
aangetoond.
(Op 4 augustus 1982 bedroeg de vlootsamenstelling tijdens het nachtelijk
gebruik in de (voormalige) werkhavens: kajuitzeiljachten 63%, motorboten
35% en open-zeilboten 2%.)
4.3. Omvang van de sportvisserii
Sinds de aanleg van de Brouwersdam (1971) is de Grevelingen een stagnant meer geworden dat gevuld is gebleven met zout zeewater.
In de eerste jaren na de aanleg van de dam had de Grevelingen een zeer
rijke platvisstand, waarvan vooral de schol een grote aantrekkingskracht uitoefende op sportvissers. In "Prognoses voor de ontwikkeling
van de scholstand in een zoute Grevelingen", zie het blad "Visserij"
1986; nr. 1, verme1dtir.P.H.M. Klein Breteler dat in de periode najaar 1971 t/m de aanleg van een doorlaatsluis in de Brouwersdam (1978)
naar schatting 8 miljoen schollen door sportvissers zijn weggevangen,
waarvan de meeste in 1973 (1.7 miljoen stuks) en in 1974 (3,l miljoen
stuks). De belangrijkheid van de sportvisserij in deze jaren blijkt ook
uit het recreatieonderzoek in deze jaren. Zo bestond in 1973 de helft
van het aantal uitgevaren recreatievaartuigen uit visbootjes.
De doorlaatsluis is aangelegd om de verzoeting van het meer tegen te
gaan en om de mogelijkheid te hebben om zoutwaterorganismen vanuit zee
aan te voeren. De sluis heeft een capaciteit die circa 1% bedraagt van
het vroegere getijdevolume.
In de periode na aanleg van de sluis en maart 1980 heeft deze steeds
opengestaan, zodatweer schollarvenhet gebied konden intrekken en paairijpe vissen de mogelijkheid hadden om het meer te verlaten.
Vanaf 1980 wordt de sluis eind oktober geopend en begin maart weer gesloten. Aangezien in de maanden april/mei de grootste aantallen schollarven voor de sluis worden gesignaleerd, komt door deze aangepaste
openingsperiode slechts een klein deel van deze larven het gebied binnen.
Ir. Klein Breteler raamt de scholstand in de Grevelingen eind 1984 op
circa 300.000 stuks. Volgens mededelingen van sportvissers ligt de
gemiddelde vangst van een sportvisser in de Grevelingen in 1986 op
1 schol per visdag.
Om de huidige kennis over de omvang van de sportvisserij in de Grevelingen te vergroten, is in het hoogseizoen van 1986 op beperkte schaal
hiernaar onderzoek gedaan.
De volgende tabel geeft inzicht in de uitkomsten van de sportvisserstelling.
Tabel 4. De omvang van de sportvisserij in de Grevelingen op donderdagochtend 7 augustus 1986
Sportvisser/
visboot
sportvisser
aantal
27
boot van waaruit
wordt gevist
6
sportvisverhuurboot
2
plaats
allen bij de inlaat Brouwersdam
4 visboten tussen West Report en de voormalige werkhaven Middelplaat
1 nabij De Ossehoek en
1 nabij Den Osse
1 verhuurboot tussen Scharendijke en de
Kabbelaarsbank en
1 nabij oever Dreischor
Uit de tabel blijkt dat het aantal sportvissers vanaf de oever en visboot op de ochtend van 7 augustus niet groot is.
Opvallend is dat hoofdzakelijk wordt gevist nabij de inlaat van de
Brouwersdam en in de omgeving hiervan met visbootjes.
Ten slotte heeft op zondag 10 augustus nog een aanvullende sportvisserstelling alleen op de Brouwersdam plaatsgevonden, die de volgende resultaten heeft opgeleverd:
- om 9.00 uur zijn 14 sportvissers bij de inlaat waargenomen en 14 sport-visbootjes in de omgeving en
- om 13.00 uur zijn er 9 sportvissers bij de inlaatsluis aanwezig en
26 sportvisbootjes op het water.
Om de aantrekkelijkheid van de Grevelingen als viswater weer wat op te
vijzelen wordt ten slotte voorgesteld om de inlaatperiode van het zeewater te verlengen van begin maart tot eindmei. Door deze maatregel
kan aanzienlijk meer visbroed het meer intrekken, waardoor de visstand
aanmerkelijk kan toenemen.
Bijlage 1. (Voorrnalige) beroepsvaartuigen waargenomen tijdens het onderzoeknaarde herkomst van afgemeerde vaartuigen in de (voormalige) werkhavens van de Grevelingen op 5 augustus 1982
(Voormalige)
werkhavens
aantal vaartuigen
binnen- omgebouwd
beroepsvaartbinnenvisserijschip
vaartschip vaartuig
Springersdiep
Kabbelaarsbank
Middelplaat
Bommenede
3
5
0
0
1
0
4
0
Totaal
8
5
0
0
2
0
2
totaal
4
5
6
0
15
Bijlage 2. Ankerende recreatievaartuigen, waargenomen tijdens het onderzoek naar de herkomst van afgemeerde vaartuigen in de (voormalige) werkhavens van de Grevelingen op 5 augustus 1982
(Voormalige)
werkhavens
aantal ankerende vaartuigen
kajuit- motorboot
beroepstotaal
zellvisserijjacht
vaartuig
Springersdiep
Kabbelaarsbank
Middelplaat
Bommenede
0
Totaal
0
1
0
4
0
0
1
2
0
4
3
1
8
3
1
0
0
4
0
Bijlage 3. Omschrijving van de typen recreatievaartuigen
Bij de tellingen en waarnerningen zijn de recreatievaartuigen ingedeeld
in een aantal categorieen of typen, die als volgt worden omschreven:
-
kajuitzeiljacht
:
vaartuig dat bestemd is om door windkracht te
worden voortbewogen, hoewel een motor meestal
aanwezig is. Zowel boven- als onderdeks (kajuit)
is voldoende ruimte (zitaccornmodatie en slaapplaatsen) voor meer dan BBn persoon. Motorsailers
worden ook tot de kajuitzeiljachten gerekend
indien ze zijn uitgerust om te zeilen.
- open-zeilboot
:
open vaartuig, in het algemeen < 6 rn, dat bestemd
is om door windkracht te worden voortbewogen.
Soms is het vaartuig van een buitenboordmotor
voorzien. De accornmodatie om de nacht aan boord
door te brengen, ontbreekt.
- rnotorkruiser
:
vaartuig langer dan 7 m, dat bestemd is om door
middel van een motor te worden voortbewogen.
Zowel boven- als onderdeks (kajuit) is evenals
bij kajuitzeiljachten voldoende ruimte (zitaccommodatie en slaapplaatsen) voor meer dan BBn
persoon. Sorns zijn ze uitgerust met een steunzeil.
- boot
<7 m
:
tot deze categorie behoren: motorkruisers < 7 m,
speedboten en roeiboten.
- sportvisverhuur-
:
groot vaartuig, veelal een voormalig beroepsvaartuig dat geschikt is gemaakt om een groep betalende sportvissers op het water het sportvissen
te laten bedrijven.
boot