VIO/VOC Symposium 2014 200 Jaar Nederlandse Cavalerie

VAN DE REDACTIE
200 Jaar Nederlandse Cavalerie
VIO/VOC Symposium 2014
Panzertruppen
Innovatieprogramma Purple Nectar
Jaargang 75 - uitgave 339
nummer 2 - 2014
Leusderheide tijdens de oorlog
VOC Mededelingen
We see a cloud where your
data lives without limits.
Choose the right cloud solution
that works for you.
Visit netapp.com/unboundcloud
TM
© 2014 NetApp, Inc. All rights reserved.
INDEX
Ereleden
oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir.
J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous,
UITGAVE 339
res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Dagelijks bestuur
genm b.d. jhr. J.H. de Jonge
oud-res lkol mr. D. van Zuidam
res-elnt drs. R.J. Groot
res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld
ritm b.d. G.H. Snellen
lkol b.d. D.G.G.M. Alexander
maj L.J.J. Reinders
lkol D.M. Brongers
lkol J.A. van Dalen oudres-ritm drs. J.M.S. van Griethuysen
voorzitter
vice-voorzitter
secretaris
penningmeester
ledenadministratie
bestuurslid
bestuurslid
toehoorder redactie
toehoorder evenementen
toehoorder MNC
Wmr1 M. Wilms
toehoorder Kilacadmon
Van de redactie4
Van de Voorzitter 5
Amersfoort kleurt zwart
7
VIO/VOC Symposium Commandovoering
13
Panzertruppen21
Innovatieprogramma Purple Nectar 31
Ontwikkelingen ‘Sprong Voorwaarts’ 35
Ledenadministratie, aanmelding
lidmaatschap
Interview met de nieuwe Wapenoudste
37
ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made,
E [email protected],
200 Jaar Regiment Huzaren Prins Alexander
40
Ingezonden reactie
42
Verslag Algemene Vergadering VOC
43
Leusderheide tijdens de oorlog
44
Secretariaat
res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW
Bussum, T 06 - 53408840 - E [email protected]
Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum.
De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden)
deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder
vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie
kol A.A. Leuvering
lkol D.M. Brongers
lkol b.d. E. Westerhuis
maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel
maj H. Plakke
res-maj F. Koolhof
kap H.C.J. van Vulpen
voorzitter redactie
vice-voorzitter redactie
eindredactie
redactielid
redactielid
redactielid
redactielid
hr. Dennis Boom
redactielid
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en de
bijbehorende foto’s elektronisch (minimaal 300 dpi) aan te leveren.
Overname van artikelen is toegestaan, mits de bron en de schrijver
worden vermeld en een presentexemplaar van de publicatie
VOC-Mededelingen48
52
Personeel
Overlijdensberichten52
In Memoriam
53
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten54
wordt toegezonden aan de redactie van de VOC Mededelingen.
Commerciële exploitatie
Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier
Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50
E [email protected]
Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet
in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres
lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten
T +31 341 266630 - E [email protected]
E [email protected] - W www.voc-cavalerie.nl
E [email protected]
Vormgeving Druk DRUK Concept & Design
Coverfoto
Achterblad
Leopard-2A6 (Canada) - Afghanistan 2010
Practicum - Soest - www.practicum.nl
Standaardwacht - Amersfoort 2014
VOC-activiteitenkalender55
7
31
44
Kopij voor het volgende nummer
inzenden voor 1 augustus 2014
VOC Mededelingen
3
VAN DE REDACTIE
...naar een dashing Glossy!
Er zijn redacties van vakbladen die het moeilijker hebben dan de ‘werkpaarden’ van uw lijfblad om iedere
keer weer voldoende kopij voor het volgende kwartaal te bemachtigen. De oproep van uw redactie in uitgave 338 om vooral met artikelen bij te blijven dragen blijft evenwel staan; maar tijdens de laatste redactievergadering was er eerder sprake van een luxeprobleem, dan van een zorg om de voorliggende uitgave
evenwichtig gevuld te krijgen. Even werd gedacht aan een eenmalige uitgave van 64 bladzijden, maar
sommige zaken kun je maar beter bij het ‘oude vertrouwde’ laten.
Inmiddels liggen de eerste festiviteiten ter gelegenheid van
Deze commissie heeft zich de afgelopen twee en een half
het 200-jaar koninklijke bestaan van onze Landmacht al
jaar intensief ingezet voor de officieren en onderofficieren
weer achter ons. Na een voor iedereen duidelijk zichtbare
van ons Wapen, die door de bezuinigingen bij defensie
aanwezigheid tijdens de Vaandelgroet op 9 januari op Plein
de krijgsmacht moesten verlaten. Luitenant-kolonel Duco
1813 in onze Hofstad, presenteerden wij ons ‘entre nous’
Brongers informeert ons over de laatste ontwikkelingen op
op 23 april in onze laatste gezamenlijke bakermat:
het gebied van C-2 ondersteunende maatregelen met zijn
Amersfoort. Oud-reserve eerste luitenant drs. Tijme
verslag over ‘Purple Nectar 2014’.
Bouwers rapporteert daarover. Gelukkig wijst niets erop
Ten slotte. Er is een gerede kans dat in een van de volgende
dat wij in ons verleden zijn blijven hangen en blijven
VOC-Mededelingen de tankontwikkelingen meer regionaal
zwijmelen over de dagen van weleer. Zo goed als vroeger,
worden belicht. Als inleiding hierop beschrijft luitenant-
is het immers nog nooit geweest.
kolonel Marcel de Beus de huidige situatie bij de Panzer-
Verder blikken wij terug op het bijzonder geslaagde VIO/
truppen van de Bundeswehr. Want onlangs heeft Comman-
VOC symposium op 7 maart in de generaal-majoor Kootka-
dant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal de Kruif zijn
zerne in Garderen, waar de operatie ‘Taki Ghar’ in juli 2009
Duitse evenknie, generaal Kasdorf, gesproken.
in Afghanistan centraal stond bij de diverse voordrachten
Een van de vele gesprekonderwerpen betrof een toekom-
en discussies. In het kader van de jaarlijkse mei-herdenkin-
stige samenwerking tussen 43 Gemechaniseerde Brigade
gen een indrukwekkend verhaal over de Leusderheide als
en de Duitse 1e Panzerdivision op opleidings- en trainings-
grootste executieplaats van verzetsstrijders en gijzelaars in
gebied. Het is niet uitgesloten dat die relatie in de nabije
Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. En natuurlijk
toekomst inniger wordt. Binnen die samenwerking krijgt
mag een interview met onze nieuwe Wapenoudste, briga-
het subonderwerp ‘behoud van kennis en ervaring m.b.t.
degeneraal Gijs van Keulen, in deze uitgave niet ontbreken.
het tankoptreden’ nadrukkelijk de aandacht.
In deze Mededelingen eveneens aandacht voor de stand
Laat dat de cliffhanger van deze ‘van de redactie’ zijn.
van zaken bij de commissie Sprong Voorwaarts.
Wij wensen u weer veel leesplezier. ●
4
VOC Mededelingen
VAN DE VOORZITTER
De Nederlandse cavalerie heeft een ongemeen mooi kwartaal achter
zich. En daarmee de leden van onze vereniging ook, althans voor zover
u de kans pakte om die vele hoogtepunten mee te maken en bij te
wonen. Ik memoreer slechts enkele...
Een heel bijzondere viering was er ter
Algemene Vergadering. Een goede
gelegenheid van de 200 verjaardag van
ontvangst in Rotterdam en veel opge-
het ‘moeder-regiment ‘ van RHPA en de
wekte leden. Ook al omdat de kascon-
Belgische 1/3 Lanciers. Dat bood een
trolecommissie tevreden was en veel
ontvangst in het stadhuis van Nivelles,
complimenten gaf aan het gevoerde
een battlefield tour, een plechtigheid
beleid van de penningmeester. Na de
bij ons monument te Quatre Bras en
lunch genoten wij van een rondvaart
natuurlijk, een fantastisch diner te
op de Maas en op de Nieuwe Waterweg
samen met de Belgische collega’s.
waar onze ‘Cavalerie Havenbaron’
Wij kijken ook terug op een bijzonder
Rein Breeman ons buitengewoon in-
geslaagd symposium, waarvan elders
formatief en boeiend onderhield over
een verslag. Begin april hielden VOC-
de ontwikkelingen in dit havengebied.
leden Tom van Nierop en Jan Lakeman
Op 23 april heeft de Cavalerie het Garni-
de dvd ‘200 jaar Cavalerie in Nederland’
zoen Amersfoort weer gereactiveerd.
ten doop. Weer zo’n typisch eigen initia-
Veel leden van de vereniging waren
tief van onze reserve officieren.
daar bij, hetgeen ook de aandacht van
haar leden. Zodat u echt ervaart daar bij
De dvd is te koop in het Museum.
Commandant Landstrijdkrachten niet
te willen zijn. En dan natuurlijk de Chal-
Onmiddellijk daarna kwamen we met
ontging. Natuurlijk nam hij het defilé af
lenge Saumur, het internationaal tref-
veel leden bijeen voor de jaarlijkse
van de eskadrons, de veteranen en de
fen van (reserve)militaire ruiters, wat
oud-gedienden. Een uniek moment!
eenmaal in de vier jaar door Nederland
En vóór ons liggen tal van even zo
wordt georganiseerd. Dit jaar op 4 ok-
mooie activiteiten en bijeenkomsten.
tober te Maarsbergen. Uw bestuur zal
U vindt ze terug in de activiteitenkalen-
daar met een aangeboden borrel of een
der en op de website. Wat denkt u van
lunch iets zodanig optuigen dat u ook
het heel bijzondere ‘Internationaal Bere-
dat kleurrijk schouwspel en die heerlijke
den Defilé’ op 14 september op de
ambiance niet hoeft te missen.
Lange Voorhout? Dat wordt een uniek
En al onze leden ontvangen uiteraard
schouwspel waar u echt wel bij moet
de invitatie voor ons jubileum ‘Grote
zijn! Georganiseerd door het Cavalerie
Officieren Saamhorigheidsdiner’ op
Ere-Escorte. Wellicht plaatst de VOC
26 september te Utrecht in het Spoor-
daar nog een ‘Panzerkuchen Heinz’ bij
wegmuseum. Uw bestuur heeft er zin
of een mobiel Chardonnay tappunt voor
in. U toch ook? ●
e
VOC Mededelingen
5
Nieuw!
Ultra-lichtgewicht
combitools voor
tactisch knippen en
spreiden
• Compact design:
probleemloos aan bestaande
uitrusting toe te voegen
• Extreem lichtgewicht:
gemakkelijk te dragen en
hanteren
• Snel inzetbaar met
geïntegreerde of losse
handpomp
• Speciaal ontworpen voor
tactische operaties
• Keuze uit modellen met
een hogere spreidkracht
of grotere spreidafstand
Holmatro | Special Tactics equipment
[email protected] | www.holmatro.com
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
kleurt zwart
Oud-reserve eerste luitenant drs. Tijme Bouwers - Foto’s Dennis Boom
‘Hoe typeer je in een paar woorden deze dag?’, vraag ik aan zeven wapenbroeders in een Indonesisch
restaurant na afloop van de viering van ‘200 jaar Nederlandse Cavalerie, 1814-2014’. ‘Nostalgie en trots’,
zegt de een, ‘uniek’ roept een ander. ‘Mijn tranen liepen over van blijdschap’ zegt een lyrische oud-reserve
eerste luitenant, weer een ander heeft het over ‘kameraadschap’ en over de typering ‘geslaagde cavaleriedag’
is ieder het eens. ››
VOC Mededelingen
7
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Meer dan 1.500 oud huzaren met hun baret op kleuren reeds
rond de middag de straten van de binnenstad van Amersfoort zwart. De beëdiging van zeven tot het wapen toegetreden militairen vormt de kern van een indrukwekkende
ceremonie op de Hof in Amersfoort onder toeziend oog van
de burgemeester van de huzarenstad, de heer Lucas Bolsius,
en de Wapenoudste van de cavalerie, generaal-majoor b.d.
Jhr. Harm de Jonge. Soms kon men tijdens de plechtigheid
een speld horen vallen. Later nemen zij met de Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Mart de Kruif,
het defilé van de aangetreden troepen af.
De dag begint met de ontmoeting van de deelnemers in de
stadszaal van theater ‘De Flint’. Langs de wanden staan stalletjes van de verschillende regimenten, van het Nederlands
Instituut voor Militaire Historie, enz. Middenin de zaal een
toog. Iedere deelnemer is bij binnenkomst voorzien van een
paar consumptiebonnen. Huzaren van alle rangen en van
alle regimenten druppelen binnen. Allen leden van één fami-
Voorbereidingen
Oud cavaleristen verzamelen zich op het plein de Hof
lie, dit is het huis van iedere huzaar, hier voelt iedereen zich
senang. Ook de huzaren van de parate eenheden komen het
gebouw binnen. Zij krijgen een lunchpakket. Voor een grijze
kop van boven de zeventig is het gemakkelijk om ook een
lunchpakket te bietsen. De Wapenoudste heet de aanwezigen
welkom. Hij noemt de huzaren als eerste, dan de korporaals
enz. Hij roept de aanwezigen op vandaag met de burgers
in gesprek te gaan om aan te geven dat vrede en veiligheid
niet vanzelfsprekend is. Overal in Nederland wordt vandaag
200 jaar Nederlandse krijgsmacht gevierd, de manifestatie
van de cavalerie in Amersfoort is de grootste.
Het is tijd om naar de Hof, het grote plein naast de SintJoriskerk, in het centrum van Amersfoort te gaan.
8
VOC Mededelingen
Buiten De Flint, in het zonnetje, stelt iedereen zich op.
De deelnemende huzaren marcheren per eenheid, de oudgedienden lopen al keuvelend met elkaar naar de Paradeplaats. Zes parate eenheden stellen zich op onder het toeziend oog van luitenant-kolonel Bjørn Bozuwa. De oudgedienden van vier regimenten nemen plaats. De genodigden
zijn ontvangen in de Sint-Joriskerk en nemen plaats onder
het afdak van de vroegere viswaag. Ritmeester Wouter Jan
Holleman stelt de troepen voor en vertelt ook iets over hun
tenue. Tijdens de ceremonie is hij de spreekstalmeester.
Het is prachtig weer, het zonnetje schijnt, de temperatuur is
aangenaam. Ook het winkelend publiek komt even kijken.
De paradecommandant luitenant-kolonel Meino Jongma
gaat over tot het officiersappèl, de commanderende offi-
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Hierna zegt de Wapenoudste enkele
woorden en geeft direct het commando over aan de regimentscommandant van de Huzaren van Boreel,
kolonel Rob van Zanten. Hij gaat over
tot de beëdiging van twee luitenants,
een wachtmeester en vier huzaren.
Zij zweren trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht.
De zeven huzaren spreken elk de belofte uit, de tijd van gelovige gereformeerde boerenzonen is voorbij.
De ceremonie wordt correct uitgevoerd, zeker voor de burgertoeschouwer. De paradecommandant hoor ik
Inspectie door de Wapenoudste
en de burgemeester
Zij zweren trouw aan de Koning, gehoorzaamheid
aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht.
cieren melden hun eenheid bij de
paradecommandant. Wanneer ze weer
intreden is het net of ze naar alle windrichtingen uiteen gaan.
Een groep opperofficieren treedt in en
vervolgens de standaardgroep met de
vier standaards. De paradecommandant
nodigt de Wapenoudste der cavalerie
en de burgemeester van Amersfoort
uit voor inspectie der troepen.
slechts één keer ‘herstel’ roepen. De
Wapenoudste neemt weer plaats achter de katheder. Hij beveelt de opening
van de ban. Een Koninklijk Besluit
wordt voorgelezen, een zeer bijzonder
besluit. De majoor b.d. Willem Plink
wordt de rang van luitenant-kolonel
titulair toegekend. De Wapenoudste
licht het besluit toe. Plink is een man
van grote verdienste voor de ››
Afleggen van de belofte
VOC Mededelingen
9
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Nederlandse Cavalerie. Hij is expert op het gebied van
tradities, door zijn verblijf in Jappenkampen is hij betrokken
bij herdenkingen van die tijd en hij is de verzekering dat de
organisatie op een stevig historisch fundament gebouwd
blijft. Op een burgerpak zijn militaire rangonderscheidingstekens moeilijk aan te brengen, daarom krijgt Willem Plink
een zeer fraaie oorkonde van het KB. Moge het de kersverse
luitenant-kolonel titulair gegeven zijn dat hij deze rang nog
lang zal dragen. De Wapenoudste houdt een korte herdenkingsrede. Hij memoreert de banden tussen de stad Amersfoort en de cavalerie. De oorlog tussen Pruisen en Frankrijk
van 1870/1871 gaf de stoot tot de komst van de huzaren
in deze stad. In 1881 werd de bouw van de Prins Willem III
kazerne aanbesteed.
Rond 1900 waren er in Amersfoort 1.600 militairen op 16.000
inwoners en er waren honderden paarden. Door de komst
van de gevechtswagens werd net voor het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog de Bernhardkazerne gebouwd.
Ruim 130 jaar cavalerie in Amersfoort is een goed huwelijk
gebleken. Als dank voor de gastvrijheid van de stad en de
burgers van Amersfoort overhandigt de Wapenoudste een
sabel aan de burgemeester. De heer Bolsius memoreert in
zijn dankwoord dat voor velen Amersfoort de eerste plek
was waar ze buiten het ouderlijk huis sliepen. De sabel is
een cadeau van een oude vriend, een vriend die het gemeentebestuur graag ziet.
Het Wilhelmus wordt gespeeld. De eenheden melden zich af
en de parade wordt ontbonden. Vervolgens marcheren de
zes parate eenheden en vier regimentsdetachementen af.
Zij stellen zich op voor de Mars door de Stad. Commandant
Landstrijdkrachten (C-LAS) luitenant-generaal Mart de Kruif
Ruim 130 jaar cavalerie
in Amersfoort is een
goed huwelijk gebleken.
Luitenant-kolonel titulair b.d. Willem Plink
Toespraak van de Wapenoudste
laat zich op het plein zien. Via de oostkant van de Hof loopt
hij de Sint-Joriskerk binnen. Om drie uur zal hij samen met
de burgemeester en de Wapenoudste het defilé afnemen.
Ik ben op De Hof gebleven, het is aangenaam toeven op dit
plein. De terrasjes zijn goed bezet, de tapperijen slaan af en
toe een nieuw vat bier aan. Dan klinkt een mars, het Fanfarekorps Bereden Wapens marcheert de Hof op, het publiek
staat achter dranghekken.
De eenheden marcheren voorbij. Ook het Cavalerie EreEscorte geeft acte de présence, een fraai gezicht. De eenheid
van majoor Ruud Theunissen oogst applaus, zij exerceren
als de beste. De mars door de stad eindigt bij De Flint. Een
bekende reserve ritmeester zal een aantal huzaren wel even
langs de kortste route naar De Flint brengen.
10
VOC Mededelingen
C-LAS, luitenant-generaal Mart de Kruif
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Cadeau voor de stad Amersfoort
De verkenner verdwaalt in een achterpad van een hofje. Het is een bijna
romantisch gezicht wanneer de eenheden door het smalle straatje naar
De Flint komen aanmarcheren.
In theater De Flint vindt de Cavalerieborrel plaats. Het reünieorkest van het
Trompetterkorps der Cavalerie zit op
het podium en speelt de muziek waar
het hart van iedere huzaar naar snakt.
Felicitaties voor de zojuist beëdigde militairen door C-LAS in de Sint Joris kerk
Onze Wapenoudste heeft nog wat
in petto. De inspecteur-generaal der
cavalerie is een functie die niet meer
bestaat. Van zijn bevoegdheden heeft
de Wapenoudste er nog slechts een
paar overgehouden. Waaronder die
van toekenning van de Inspecteurspenning.
Hij roept luitenant-kolonel b.d. Jack
Johan naar voren. Hij is commandant van het Regiment Huzaren van
Boreel geweest en voorzitter van de
Vereniging Boreel. Hij was voorzitter
van de stichting cavalerie monument
Quatre Bras en laatstelijk voorzitter
van de werkgroep aanpassing cavaleriemonument Bernhardkazerne. Met
engelengeduld en veel tact heeft hij
de renovatie en modernisering weten
te realiseren. Een tweede inspecteurspenning is er voor kolonel b.d. Frank
de Wit. Hij is meer dan anderhalf jaar
geleden gevraagd om de viering van
200 jaar Cavalerie vorm te geven. ››
VOC Mededelingen
11
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Grote belangstelling van oud-cavaleristen
Zonder aarzelen accepteerde hij dit verzoek. Hij verzamelde
een team om zich heen en dat liep als een trein.
Het resultaat is fantastisch en dat hebben we vandaag kunnen zien. De Wapenoudste bedankt ieder voor zijn of haar
komst en wenst ons nog een aangename borrel toe.
Opvallend veel huzaren blijven.
Defilé door de deelnemende troepen
12
VOC Mededelingen
Ze zien oude makkers, halen herinneringen op, of informeren naar elkaars welstand. Er lijkt geen eind aan te komen.
Om vijf uur is het nog een drukte van belang in de theaterzaal. Het is een feestje dat voor herhaling vatbaar is.
Er zijn er, zoals ik, die deze reünie met een blauwe hap
elders in de stad voortzetten en beëindigen. ●
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
VIO/VOC SYMPOSIUM
COMMANDOVOERING
Luitenant-kolonel H.J. van der Linden
Fotografie symposium: kapitein b.d. Harrie Meijers & oud-reserve eerste luitenant mr. Erik Attema
Op vrijdag 7 maart
2014 heeft voor de tweede keer een succesvol, gezamenlijk georganiseerd symposium
plaatsgevonden van de Vereniging Infanterie Officieren en de Vereniging Officieren Cavalerie. Na het thema van
afgelopen jaar, Intelligence Operations, was dit jaar gekozen voor een ander aansprekend thema: commandovoering. Alle ingrediënten voor een succesvol symposium waren ook dit jaar weer aanwezig. Natuurlijk blijft de
primaire doelstelling om professioneel met ons vak bezig te zijn door verdieping in een militair onderwerp
met collega-officieren. Daarnaast biedt dit soort gelegenheden een uitstekende gelegenheid om weer eens met
(oud-)collega´s bij te kletsen. Het dagprogramma op de legerplaats Stroe bood hiervoor ruim de gelegenheid. ››
VOC Mededelingen
13
Neutralise the RCIED,
not your own communications.
RCIED
Convoy with
iProTxS Vehicular
Configuration
Ground Forces
with iProTxS Lite
Follow Exelis:
Exelis is a registered trademark and
“The Power of Ingenuity” is a trademark, both
of Exelis Inc. Copyright © 2014 Exelis Inc. All
rights reserved. Original map image courtesy of
Google ©2013
*All dimensions and weights are approximate – depending on exact model
RCIED
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
De dag werd geopend door de wapenoudste van de Cavalerie, generaal-majoor b.d. Jonkheer J.H. de Jonge. Hij gaf aan
verheugd te zijn met de massale opkomst en de diversiteit
van het publiek. Met ruim 350 deelnemers moesten er zelfs
extra stoelen in de zaal worden geplaatst. Er waren actief
dienende officieren aanwezig in de rangen van luitenant tot
en met luitenant-generaal, met een grote variëteit in achtergrond en uitzendervaringen. Verder bestond het publiek uit
meer dan 40 reservisten, 30 officieren buiten dienst en een
aantal cadetten van de cavalerie en infanterie, die hiermee
hun betrokkenheid toonden. Tot slot waren nog officieren
van andere wapens en dienstvakken aanwezig en vertegenwoordigers van de bedrijven die dit symposium mede
mogelijk hebben gemaakt.
Voorzitter VOC, generaal-majoor
b.d. Jhr. De Jonge
Generaal de Jonge gaf aan dat tijdens het symposium terug
zou worden geblikt om vooruit te kunnen kijken. Een belangrijk deel van het programma bestond namelijk uit de persoonlijk toelichting van de opgedane lessen op het gebied
van commandovoering, door de betrokken officieren bij een
konvooi-operatie in Afghanistan (operatie Taki Ghar).
Lerende organisaties beleggen het ‘lessen leren’ institutioneel, maar belangrijker nog is de vrijheid van geest en handelen bij de mensen uit een organisatie. Dit geldt zeker voor
officieren bij de landmacht. De openheid om te vertellen wat
je hebt meegemaakt, wat goed ging, maar ook wat er fout
ging, zit niet in de Nederlandse cultuur. Toch is het van groot
belang dat mensen dat doen, opdat anderen er van kunnen
leren. De aanwezigheid en openheid van een aantal van de
sprekers dwingt dan ook groot respect en waardering af.
Hierop nam de dagvoorzitter, kolonel I.M. de Jong, Commandant van het Land Warfare Centre (LWC) en tevens kennisadviseur Commandovoering het woord om het gehele
dagprogramma toe te lichten en de eerste spreker te introduceren. Om van een gezamenlijk vertrekpunt uit te gaan,
werd een toelichting gegeven op de belangrijkste begrippen
rondom commandovoering (besluitvorming, bevelvoering
en leiding geven), en een aantal recente ontwikkelingen.
Luitenant-kolonel Schroeder
Zo zijn dit jaar de Doctrinepublicaties Landoptreden (DPLO),
Commandovoering en Command Support in Land Operations afgerond. Hij lichtte daarnaast de zes principes toe
die horen bij commandovoering (eenheid van opvatting,
bepalen zwaartepunt, wederzijds begrip,vrijheid van handelen, vertrouwen naar boven en beneden, en tijdige effectieve besluitvorming). Een ontwikkeling is dat naast het al
bestaande operational design, nu ook een tactical design
wordt beschreven, dat bestaat uit tactische besluitvorming
en troepenaanvoering. De eerste vraag uit de zaal kwam,
zeer verrassend, van generaal b.d. de Vries, die er echter
gelijk bij beloofde zich daarna koest te zullen houden, zodat
ook actief dienenden vragen zouden kunnen stellen.
Zijn vraag zette het publiek wel meteen aan het denken:
‘Draagt het aanwakkeren van het belang bij leiders om goed
te leren plannen (onzekerheden trachten te reduceren) niet
bij aan een houding die juist in tegenspraak is met de benodigde flexibele houding tijdens de uitvoering (onzekerheid
per definitie)?’ De tweede spreker was de luitenant-kolonel
Y.C.J. Schroeder, geplaatst bij het Expertise Centrum Leiderschap Defensie (ECLD). Zij gaf aan dat de diverse Operationele Commando´s de behoefte hadden om de visie ››
VOC Mededelingen
15
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
leidinggeven (2007) in een eigen richting door te ontwikkelen.
Immers, er is sinds die tijd veel veranderd in technologische mogelijkheden
en er zijn nieuwe bedreigingen en
nieuwe samenwerkingsverbanden.
Uiteindelijk is gekozen voor bundeling van de gedachten in een nieuw
recentelijk ontwikkeld joint model
voor leidinggeven. Een leider zegt wat
hij denkt en doet wat hij zegt. Leidinggeven is ZIJN (leider), DOEN (doelen
stellen, handelen en inspireren) en
LEREN (willen blijven leren).
Een aantal belangrijke accentverschuivingen ten aanzien van de visie op
leidinggeven zijn: inspireren boven
controleren, luisteren om te begrijpen
boven zenden en tot slot vragen wat
nodig is boven overtuigen.
Na twee sprekers die de theorie van
commandovoering en leidinggeven in
de juiste context hebben geplaatst en
voorafgaand aan de praktijkervaringen van de operatie Taki Ghar, is het
de beurt aan de aanwezige vertegenwoordigers van de (defensie) industrie. Hun aanwezigheid bij dit symposium onderschrijft het gedachtegoed
van de gouden driehoek: defensie,
kennisinstituten en het bedrijfsleven
kunnen elkaar versterken door intens
samen te werken en samen na te denken over veiligheid in de toekomst.
In een pitch van enkele minuten vertellen ze hun bijdrage aan het onderwerp
commandovoering. Variërend van
communicatiemiddelen, tenten voor
commandoposten, tot middelen ter
verbetering van de situational awareness of understanding, dagen de
deelnemende bedrijven het publiek
uit om bij de stands de middelen te
komen bekijken en verder te praten
over toepassingsmogelijkheden. De
statement van een van de bedrijven
dat al voor 60 euro per systeem per
maand een long range radio (400km
gegarandeerd) kan worden verkregen,
Aandachtige toehoorders in de zaal
leidt tot reuring in de zaal.
Hierna volgt een toelichting op de
militaire ontwikkeling van een aantal
middelen die die commandovoering
moeten ondersteunen.
Dit gebeurt door luitenant-kolonel
A.M.J. Wagemakers en luitenantkolonel D.M. Brongers. Als eerste
wordt beschreven hoe de C2-keten
gesloten wordt. Door invoering van
ELIAS worden bestaande middelen en
applicaties in het deployed en mobile
domein aan elkaar gekoppeld.
Van belang is de interoperabiliteit met
internationale partners en aansluitmogelijkheden van simulatoren.
Verder wordt een korte toelichting
gegeven op HYPERION, waarin
sensorinformatie van diverse soorten
sensoren kan worden geïntegreerd
en over langere afstand naar bijvoorbeeld een CP kan worden gestuurd.
Overste Brongers licht toe dat we
moeten inspelen op innovaties in de
communicatiewereld. Zo zullen we de
LTE-(4G)technologie zeker tegen gaan
komen in operaties.
Static Show
16
VOC Mededelingen
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
Ook de app-technologie moeten we
toepassen om onze soldaten er hun
voordeel mee te kunnen laten doen.
Zij beschikken immers allemaal al over
smartphones en maken zichzelf nieuwe apps in korte tijd eigen. Hierbij
dienen we als krijgsmacht goed na te
denken wat nu echt confidentieel moet
zijn, zoals nu formeel is vastgesteld
voor de mobiele omgeving. 20% Meer
security kost immers 80% meer geld.
Toepassingen die o.a. al werken zijn
bijvoorbeeld de content viewer (handboeken lezen), het maken van foto´s
en deze zichtbaar maken op de kaart,
foto´s maken met een Swarovski kijker
voor de lens van de smartphone en
versturen, chat (minder radiogebruik),
sniper app (correctie van zijwindeffecten), Swiss army knife (o.a. zaklamp
en kompas op je telefoon) en een
translate app (stemherkenning omzetten in andere taal). Maar dit is nog
maar het puntje van de ijsberg als het
gaat om nieuwe ontwikkelingen.
Na de lunchpauze, waarin de stands
en het materieel dat buiten stond opgesteld konden worden bezocht, werd
de commandant Battlegroup, kolonel
Nijkamp geïntroduceerd. Hij vertelde,
tezamen met een aantal van zijn officieren zijn persoonlijk verhaal bij de
operatie Taki Ghar tijdens de missie
in Afghanistan. De operatie betrof
een konvooi-operatie van militaire en
civiele vrachtvoertuigen die begeleid
werden door de battlegroup van Tarin
Kowt naar Kandahar en retour.
Onderweg is het konvooi meerdere keren op IED´s gestuit, zijn ze aangevallen vanuit het zijterrein en beschoten
met direct en indirect vuur. De planning (besluitvorming en bevelvoering)
en uitvoering (leiding en gevechts- ››
Ook de app-technologie moeten we
toepassen om onze soldaten er hun
voordeel mee te kunnen laten doen.
VOC Mededelingen
17
ASSURED MOBILITY
PEROCC
The Pearson Engineering Route Opening and
Clearing Capability (PEROCC) provides a single
platform solution to the requirements of the
Counter-Mine / Counter-IED route clearance
mission with the capability to detect explosive
threats and proof routes at tempo whilst
maintaining a high level of self-protection.
t. +44 (0) 191 234 0001
e. [email protected]
www.pearson-eng.com
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
leiding) door betrokken officieren werd hierbij toegelicht.
Voorafgaand aan het verhaal werd vastgesteld dat het zeker
de bedoeling was om kritisch te kunnen discussiëren over
de inhoud, maar dan wel zonder aanziens des persoons en
met respect voor de betrokken officieren.
Commandant Battlegroup (BG) stelde dat zijn samengestelde eenheid tijdens de uitvoering ook nog eens bestond
uit vele subeenheden die elkaar niet kenden. Hiermee werd
het belang van gezamenlijk oefenen en trainen voorafgaand
aan de uitvoering van een operatie geduid. Met name het
beoefenen van procedures bij stuiten op IED´s, nachtoptreden, deconflictiemaatregelen, oefenen met de 3e dimensie
(fixed wing en heli), parallel plannen en fysieke training om
uitval te voorkomen (zware weer- en terreincondities) zijn
van belang gebleken. Tijdens de operatie Taki Ghar was de
Commandant Battle Group, kolonel Nijkamp
verplaatsing, veelal gedwongen, beperkt tot de wegen,
met erg weinig manoeuvreruimte. Binnen twee weken vanaf
het allereerste moment van ontvangst van de opdracht
moest het konvooi worden uitgevoerd. Dit konvooi was het
eerste waarbij het Afghaanse leger (ANA) betrokken was,
niet alleen bij de uitvoering, maar ook reeds bij de planning. Het konvooi bestond uit circa 100 voertuigen, met 110
Nederlandse militairen en 200 man ANA. De wegbezetting
bedroeg ruim 10 kilometer met voorop een verkenningsdetachement, dan de hoofdmacht en een achterdetachement
dat bestond uit elementen van de ANA. Konvooicommandant majoor Schillemans, commandant verkenningspeloton
ritmeester van der Meer, commandant force protection
peloton kapitein van der Vegt, forward air controller ritmeester Willemse, commandant Quick Reaction Force sergeantmajoor Bakkes en de genieadviseur vertelden vervolgens
fase voor fase van de route welke informatie er binnenkwam, wat hun eigen beeld van de situatie was en wat ››
Operatie Taki Ghar
VOC Mededelingen
19
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
Het konvooiteam
Wapenoudste Infanterie,
brigadegeneraal van Wiggen
hun eigen communicatie en acties waren. Met een slide lieten ze de feitelijke situatie zien in één plaatje achteraf
en vertelden ze hun beeld van de werkelijkheid ter plekke. De BG commandant die op afstand was (hij bevond
zich in de OPS op de base in Tarin
Kowt waar tegelijkertijd ook een operatie in Deh Rawod speelde met
troops in contact), lichtte toe wat zijn
beeld was en zijn richtlijnen waren
onder leiding van majoor Schillemans.
Een van de dilemma´s van de leidinggevende tijdens de uitvoering van
het konvooi was of hij in de weinige
uren daglicht die nog resteerden na
het afslaan van een gecoördineerde
aanval, waarbij gewonden waren
gevallen, toch nog met de eenheid zou
gaan verplaatsen om op een enigszins
beschermde locatie te komen.
Twee kilometer verderop was een
terreindeel van waaruit de omgeving
enigszins kon worden beheerst, maar
zoals pijnlijk was gebleken lagen overal IED´s. De commandant ter plaatse
heeft het beste beeld van de situatie
en na een korte commanders huddle
met zijn ondercommandanten en adviseurs werd besloten om van de route
af te gaan en de nacht verderop door
te brengen, in afwachting van versterking bij daglicht. Het gaat te ver om in
dit verslag alles uitgebreid en inhoudelijk te behandelen, want er zijn vele
lessen geleerd.
20
VOC Mededelingen
Aan vrijwilligers uit de zaal werd gevraagd wat zij, staand in de schoenen
van de commandant, zouden hebben
gedaan en er zijn inderdaad kritische
vragen gesteld. Ook bleek dat bij
enkele rotaties eerder soortgelijke
incidenten al waren voorgevallen en
dat daardoor in ieder geval de chokepoints op de route al in kaart waren
gebracht.
De uitgebreide verhandeling van de
belevenissen van de operatie Taki Ghar
spraken zeer aan, lieten duidelijk zien
hoe de theorie van commandovoering
en leiding geven in de praktijk is toegepast en dat inderdaad geen enkel
plan de startlijn overleeft.
De konvooi-operatie belandde in een
gecoördineerde aanval op meerdere
plekken, waarbij Nederlandse militairen gewond zijn geraakt, Afghaanse
militairen zijn gesneuveld en voertuigen verloren zijn gegaan. Door de
persoonlijke ervaringen te delen met
toekomstige leiders en terug te kijken
naar het verleden door een professionele bril, werden hopelijk de harde
lessons identified deels omgezet in
lessons learned voor de toekomst.
De dag werd afgesloten door de
wapenoudste van de Infanterie,
brigadegeneraal O.P. van Wiggen.
Hij dankte de organisatie, de sprekers, de vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven en alle deelnemers.
Kort ging hij nog in op het onderwerp
vorming, dat weer prominent op de
CLAS-agenda staat.
Na een geslaagde dag vond een afsluitende borrel plaats waar nog rustig
kon worden nagepraat. ●
Afsluitende borrel
PANZERTRUPPEN
Luitenant-kolonel Marcel de Beus
Defensie verkoopt 100 Leopard-2A6 tanks aan Finland en de Koninklijke
Landmacht richt weer een tankpeloton op. Contraire berichten die beide
op dit moment plaatsvinden. Ze hebben, hoe gek het ook klinkt, te maken
met de steeds intensievere samenwerking tussen Europese landen. Aan de
ene kant vertrouwen we onze buren en is er geen directe tankdreiging meer
aan onze landsgrenzen en aan de andere kant werken we steeds intensiever met diezelfde buren samen omdat we beide geknepen worden in onze
defensiebudgetten. Een van de buren waar we als landmacht zeer nauw
mee samenwerken, is Duitsland. Een verdieping in de Duitse landstrijdkrachten, das Heer, is dan ook gepast.
De doelstelling van dit artikel is om
inzicht te geven in de Duitse Pantserinfanterie (Painf) en Duitse Cavalerie
(Cav) om zo zichtbaar te maken waar
er een win-win situatie kan worden
behaald in de samenwerking tussen
het Duitse Heer en de Koninklijke
Landmacht. Het is belangrijk om te
weten dat de Duitse pantserinfanterie
(‘Panzergrenadiere’) niet tot de infanterie, maar tot de Duitse cavalerie behoort.
De Duitse cavalerie wordt de ‘Panzertruppe’ genoemd en samen met de
Panzergrenadiere vormen zij de ‘Panzertruppen’. In dit artikel worden de
Duitse ‘Panzertruppen’ en de samenwerking met Nederland nader belicht.
Opbouw
Het eerste deel van dit artikel behandelt de ‘Panzertruppe’ (Cav).
Het tweede deel behandelt de ‘Panzergrenadiere’ (Painf). Samen vormen
beide wapens de ‘Panzertruppen’.
De Painf is in Duitsland onder de
vleugels van de Cav genomen. Zowel
Painf als Cav worden opgeleid in Munster. Dit in tegenstelling tot de infanterie. De Duitse koningin van het slagveld wordt opgeleid in Hammelburg.
Beide onderdelen van het Duitse Heer,
Cav en Painf, worden op identieke
wijze beschouwd. Naast een inleiding
worden telkens de taakstelling, de
opleiding en de organisatie (OTAS) tot
op pelotonsniveau besproken. Voor
beide wapens worden daarnaast twee
hoofduitrustingsstukken besproken.
Het is de doelstelling om een indruk te
geven van de ‘Panzertruppen’ tot ››
VOC Mededelingen
21
‘Communicatie is
voor ons letterlijk
van levensbelang’
KPN Critical Communications
Verzeker u van continuïteit
in vitale communicatie
Door mensen te verbinden wanneer elke seconde telt, kunnen
we levens redden. Daarom ontwerpt, installeert en beheert
KPN communicatiesystemen die de gebruikers in staat stellen
altijd en overal hun werk te doen. Onder alle omstandigheden.
Kijk op kpn.com/criticalcommunications
PANZERTRUPPEN
op pelotons niveau. Mede hierdoor
heb ik er voor gekozen om niet uitgebreid in te gaan op alle uitrustingsstukken, groeps- en persoonlijke
bewapening.
Panzertruppe
Een van de samenwerkingsverbanden
tussen Nederland en Duitsland is het
gebruik van Duitse tanks tijdens oefeningen op niveau IV en V. De tijdruimte factoren, of zoals de Duitsers
zeggen: Zeit, Raum, Kräfte und Information, zijn anders als die van pantserinfanterie-eenheden. Om de kennis
van het manoeuvreren met tankeenheden niet te verliezen is het absoluut
noodzakelijk de kennis van dit wapen-
Leopard-2A6
systeem actueel te houden. Dit wordt
niet alleen door de Commandant der
Landstrijdkrachten (C-LAS), luitenantgeneraal De Kruif, onderkent. Ook de
Chef Defensie Staf (CDS), generaal
Middendorp, heeft aangegeven dat
kennis over het inzetten van tanks behouden moet blijven. Hij heeft ermee
ingestemd om een tankpeloton en
twee instructeurs (14 + 2) op te leiden
in Duitsland. Hierover later meer.
De Duitse Bundeswehr heeft net zo-
als onze krijgsmacht te maken met
stevige bezuinigingen. Mede hierdoor
heeft de ‘Panzertruppe’ twee gevechtseskadrons ingeleverd en is het aantal
moderne gevechtstanks inmiddels
kleiner dan die van de Spaanse landmacht. De overgebleven tankbataljons
beschikken elk over vier gevechtseskadrons (‘Panzerkompanien’).
De gevechtseskadrons en de tankpelotons worden in dit artikel nader
besproken.
Taakstelling
De primaire taakstelling van tanks is
het verslaan van vijandelijke tanks.
Daarnaast zijn de Duitse pantsereenheden in staat om op alle tactische
niveaus, in samenwerking met andere
(gemechaniseerde) eenheden, zwaartepunten snel te verleggen. De tankeenheden moeten in staat zijn onder
bevel te kunnen werken van ‘Panzergrenadier’ eenheden. Daarnaast moeten zij ook ‘Panzergrenadier’ een- ››
VOC Mededelingen
23
PANZERTRUPPEN
heden onder bevel kunnen nemen.
De doctrine schrijft voor dat tanks
opgedeeld kunnen worden tot op
sectieniveau. Twee tanks is de ondergrens. De samenwerking met
infanterie-eenheden is aanmerkelijk
toegenomen. Op het moment wordt
er geoefend waarbij er getest wordt
of het mogelijk is infanterie-eenheden
te voorzien van één tank. Het United
States Marine Corps (USMC) gebruikt
deze manier van optreden al langere
tijd. Vooral in verstedelijkte gebieden
gebeurt dit zeer succesvol.
De tank is inmiddels getransformeerd
van het beste anti-tank middel naar
de beste sniper. Lessons learned
uit zowel de Afghanistan als de Irak
oorlog, laten duidelijk zien dat de tank
een meerwaarde heeft in conflicten
waar het niet primair wordt ingezet
als systeem tegen vijandelijke tanks,
maar als ondersteuning voor de
infanterie. Met zijn optiek, sensoren,
wapensystemen en incasseringsvermogen wordt de tank door het USMC
de meest efficiente sniper genoemd.
In alle weersomstandigheden, in tegenstelling tot vuursteunmiddelen die
vanuit de lucht opereren, is de tank 24
uur per dag onafgebroken inzetbaar.
Daarnaast weet het, door de precisie
van het systeem, de collaterale schade
tot een minimum te beperken.
Opleiding
Aansluitend aan de basisopleiding
vindt de functieopleiding aan de Panzertruppenschule in Munster plaats.
Dit houdt in dat de schutters en laders
hier de schietopleiding krijgen en de
chauffeurs hun rijopleiding ondergaan
voor het tankrijbewijs. Onderdeel van
de specialisatie is ook een cross-training op de andere functies die er op
een tank te vinden zijn. Het niveau dat
nagestreefd wordt is het niveau 1+.
Binnen de functieopleiding wordt veel
gebruikt gemaakt van simulatoren. De
huzaren verlaten hierna de Panzertruppenschule en gaan naar een tankbataljon. Bij het bataljon wordt de
training vanaf niveau 1+ opgepakt en
worden de huzaren geïntegreerd in de
gevechtspelotons.
Organisatie ‘Panzerkompanie’
Een ‘Panzerkompanie’ bestaat uit
vier pelotons. Drie gevechtspelotons,
24
VOC Mededelingen
Leopard-2A6 in woestijnuitvoering
Leopard-2A7 PSO (Peace Support Operations)
elk bestaande uit vier gevechtstanks
en een stafpeloton. De personele
sterkte van een gevechtseskadron ligt
ongeveer bij 70 man. Het stafpeloton
is op te delen in drie delen. Als eerste
het commando-element. Hierin zitten
o.m. de eskadronscommandant (EC)
en zijn plaatsvervanger (Plv EC). Bij de
commando en bevelvoering worden
zij ondersteund door een luitenant en
een onderofficier operatien. Zowel
de EC als Plv EC beschikken over een
gevechtstank. Dit brengt het aantal
gevechtstanks binnen een eskadron
op veertien. Naast de twee tanks heeft
de eskadronsstaf ook de beschikking over vier Eagle IV gepantserde
wielvoertuigen. Het ondersteuningsdeel van het stafpeloton wordt geleid
door de ‘Kompaniefeldwebel’, ook wel
‘Spieß’ genoemd. Deze functie is min
of meer te vergelijken met de Nederlandse eskadronsopperwachtmeester
met dien verstande dat de ‘Spieß’ zich
niet bemoeit met de tactische gang
van zaken. De rol van de onderofficier
in het algemeen en die van de ‘Spieß’
in het bijzonder is anders gedefinieerd
als binnen de KL. De ‘Spieß’ richt zich
voornamelijk op personeelszorg. Hij
regelt de klasse 1 (voeding) en stuurt
de ‘Instandsetzungstrupp’ aan. Deze
is min of meer te vergelijken met
de onderhouds- en diagnosegroep
van een Nederlandse eenheid. Deze
‘Trupp’ beschikt over berging en Battle
Damage Repair (BDR) capaciteit.
Organisatie ‘Panzerzug’
Een Duitse ‘Panzerzug’ (tankpeloton)
bestaat uit vier Leopard gevechtstanks. De personele sterkte ligt bij
zestien huzaren. De bemanning van
een tank wordt aangevoerd door een
onderofficier. Na een aantal jaren
wordt de tankcommandant sectiecommandant. Als sectiecommandant voert
hij het bevel over twee tanks.
De ‘Zugführer’ (pelotonscommandant)
is meestal een ervaren onderofficier
die van tankcommandant, sectiecommandant via opvolgend pelotonscommandant uiteindelijk pelotonscommandant is geworden. Kortom,
ervaren commandanten die zelf op het
PANZERTRUPPEN
Meer informatie over de Leopard-2A7
onder http://www.kmweg.de/home/
kettenfahrzeuge/kampfpanzer/leopard2-a7/produktinformation.html
Dingo 2
De Dingo
Remoted Weapon Control Station FLW100
Kortom, ervaren commandanten die zelf
op het laagste niveau zijn begonnen.
laagste niveau zijn begonnen.
1 à 2 pelotons binnen een eskadron
worden gecommandeerd door officieren.
Hoofduitrustingsstukken
Leopard gevechtstanks
De Duitse ‘Panzertruppe’ heeft na
de recente reorganisaties nog 225
Leopard gevechtstanks in de bewapening en in verschillende versies. Het
gaat hierbij om 17 x Leopard-2A5, 141
x Leopard-2A6, 48 x Leopard-2A6M
en 19 x Leopard-2A7. De Leopard2A7 is voorlopig de laatste telg in de
Leopardfamilie. Het grootste onderscheid tussen de A7 en de vroegere
versies, is dat de A7 beter is uitgerust
voor de urbane omgeving. Vooral het
dozerblad (optioneel) en de onderluiks bedienbare torendakmitrailleur
(7,62mm) zijn hier voorbeelden van.
De torendakmitrailleur is ook te ver-
vangen door een .50 mitrailleur of
een granaatwerper.
Daarnaast is de bescherming tegen
Improvised Explosive Devices (‘bermbommen’) vergroot en heeft de bemanning de mogelijkheid automatisch
te reageren op anti-tankprojectielen
zoals de Russische RPG 7, enz. die de
tank bedreigen.
De stroomgenerator is aangepast
waardoor het eenvoudiger wordt de
tank stationair te laten draaien. Hierdoor kunnen zogenaamde ‘check-point
missionen’ beter worden uitgevoerd.
Om ervoor te zorgen dat de tank in
alle klimatologische omstandigheden
kan optreden, is de airconditioning
verbeterd. Last but not least is het nu
mogelijk om van buiten door middel van een hand-telemicrofoon met
de bemanning van de tank te communiceren, ook wanneer deze onder
pantser zit.
Naast de Leopard gevechtstank heeft
het gevechtseskadron ook de beschikking over licht gepantserde wielvoertuigen. Deze worden gebruikt voor
commandovoering, bevoorrading,
onderhoud en transport. Een van
deze gepantserde voertuigen is de
Dingo. De Dingo beschermd tegen
Improvised Explosive Devices (STANAG 4569, Klasse IIIA, 8kg onder het
wiel), klein kaliber wapens, artillerie
en mortieren (STANAG 4569 Level 3,
tot 7.62mm en artilleriescherven vanaf
90m). Daarnaast biedt het voertuig
ook bescherming tegen NBC middelen. De korte versie kan maximaal
vijf soldaten vervoeren (de langere
versie acht). Naast de commandant,
de chauffeur en de schutter kunnen
er twee soldaten voor de nabijbeveiliging worden meegevoerd. De bewapening is optioneel. Deze kan bestaan
uit de MG3 mitrailleur (7.62mm), de
40mm granaatwerper of de .50 mitrailleur. Alle systemen zijn van binnenuit
te bedienen. Dit veelzijdige platform
biedt, evenals de EAGLE IV dat doet
bij de ‘Panzergrenadiere’, het ‘zachte’
deel van de gevechtseenheden de
nodige bescherming. Hierdoor kunnen
deze voertuigen in de onmiddellijke
omgeving van de gevechtseenheden
optreden. Meer informatie onder
http://www.kmweg.de/home/radfahrzeuge/dingo-familie-teil-2/dingo-2-gsi/
produktinformation.html
Samenwerking met Nederland
Zoals aangegeven hebben zowel
C-LAS als CDS ingestemd met het
oprichten en opleiden van een Nederlands tankpeloton in Duitsland. Deze
‘14+2 cavaleristen’ worden opgeleid
in Munster (op Duitse tanks) en gaan
hun vaardigheden voor een deel
behouden door gebruik te maken van
de Tactische Indoor Simulator (TACTIS) die op het OTCMan in Amersfoort
staat. De doelstelling van dit project is
om het behoud van de kennis van dit
wapensysteem binnen de Koninklijke
Landmacht te borgen. ››
VOC Mededelingen
25
PANZERTRUPPEN
Panzergrenadiere met Marder 1A3
Daarnaast ligt het in de lijn van de verwachting dat de 43
Mechbrigade intensiever gaat samenwerken met een Duitse
divisie of brigade. Voor de hand liggend is, geografisch
gezien, dat dit de 1 Duitse Panzerdivision of een van haar
brigades wordt. Het besluit hierover zal niet lang op zich
laten wachten.
Panzergrenadiere
Onder het motto ‘dran, drauf, drüber’ (erop en erover!) zijn
de ‘Panzergrenadiere’ een van de ‘Truppengattungen’ (wapens) binnen het Duitse Heer. Oorspronkelijk beschrijft het
woord grenadier een infanterist die gespecialiseerd is in het
gooien van granaten. Voorlopers van de bereden en daarmee beweeglijke infanterie waren de dragonders. Pas in de
Tweede Wereldoorlog werd de bereden infanterie binnen de
‘Wehrmacht’ als ‘Panzergrenadiere’ bestempeld. De eerste
organieke ‘Panzergrenadier’ eenheden werden door Generaal Heinz Guderian (‘Schnelle Heinz’) opgericht en ingezet.
De inzet vond geïntegreerd met tanks plaats.
De ‘Panzergrenadier’ begeleidt de tanks van de ‘Panzertruppe’ en vecht als onderdeel van de verbonden wapens
tegen vijandelijke (gemechaniseerde) Infanterie. Met antitank wapens bestrijdt men gepantserde voertuigen. In het
bijzonder in onoverzichtelijk terrein (verstedelijkt en bebost
26
VOC Mededelingen
gebied) moeten de ‘Panzergrenadiere’ de tanks bijstaan. In
feite vormt de grenadier de nabijbeveiliging van de tank.
Opleiding
Aansluitend aan de basisopleiding worden de functieopleidingen aan de Panzertruppenschule in Munster verzorgd.
Dit houdt in dat de boordwapenschutters hier de schietopleiding ondergaan, de MG schutter de MG-opleiding en de
chauffeurs de rijopleiding voor het ‘groot-rijbewijs’. Onderdeel van de specialisatie is ook een cross-training op andere
functies die binnen een PaGrenTrupp (Painfgroep) te vinden
zijn. Het niveau dat nagestreefd wordt is het niveau 1+.
De soldaten verlaten hierna de Panzertruppenschule en gaan
PANZERTRUPPEN
maken gebruik van bergingstanks en
beide compagnieën zijn nagenoeg
compleet bepantserd. Kortom, dat
wat omschreven is in het vorige deel
m.b.t. de organisatie van een tankeskadron geldt ook voor de pantserinfanteriecompagnie. Het enige opvallende wat de beide compagniesstaven
anders maakt is de ‘Scharfschutztrupp’. De ‘Scharfschutze’ is te vergelijken met de Nederlandse Schutter
Lange Afstand (SLA).
Binnen de ‘Panzergrenadierkompanie’
zijn de SLAs op compagniesniveau
samengetrokken. De eenheid bestaat
uit drie ploegen die zowel samen of
als ploeg kunnen optreden. Per ploeg
staat een EAGLE IV wielvoertuig ter
beschikking. Dit maakt de ploegen
mobiel en geeft ze bescherming.
bouwen van vertrouwen, samenwerking enz. neemt telkens weer veel tijd
in beslag. Dit gaat tenkoste van het
opleidingsniveau van de compagnie.
Organisatie
‘Panzergrenadierzug’
Het Duitse Painfpel bestaat uit zesendertig manschappen en vier voertuigen. De voertuigbemanning bestaat
uit drie soldaten, dit houdt in dat er
per groep zes soldaten uit kunnen stijgen. Op pelotonsniveau betekent dit
dat er maximaal vierentwintig soldaten uitstijgen. Het peloton kan zowel
als peloton, sectie of als groep optreden. Daarbij moeten wel de nadelen
van het pantserinfanteriegevechtsvoertuig PUMA, zoals die hieronder
beschreven worden, in acht genomen
worden. Het peloton is verdeeld in
Het enige opvallende wat de beide
compagniesstaven anders maakt is
de ‘Scharfschutztrupp’.
twee gelijkwaardige secties. Binnen
beide secties zijn de zware anti-tank
wapens Milan in een voertuig gecentraliseerd. Bij het uitgestegen optreden worden er meestal drie groepen
gevormd bestaande uit acht soldaten.
Uitgestegen moeten de grenadiers
zowel in bebost als verstedelijkt gebied uit de voeten kunnen.
Het optreden te voet wordt nauwelijks
beoefend. Dit wordt binnen de ‘Panzertruppen’ als taak voor de reguliere
infanterie gezien.
Pantserinfanteriegevechtsvoertuig Puma
Hoofduitrustingsstukken
Infanterie gevechtsvoertuig
Puma
naar een pantserinfanteriebataljon. Bij
het bataljon wordt de training vanaf
niveau 1+ opgepakt en worden de soldaten geïntegreerd in de painfpels.
Organisatie
Panzergrenadierkompanie
Wat direct opvalt, is dat de opbouw
van een ‘Panzergrenadierkompanie’
nagenoeg gelijk is aan die van een
‘Panzerkompanie’. Dit heeft als groot
voordeel dat de ‘teamvorming’ weinig
obstakels kent. Beide compagnieën
Naast de organieke opdracht kunnen
deze ploegen ook worden ingezet voor
beveiligings- en verkenningstaken.
Dit geeft de CC extra ogen en oren
die hij, mobiel, snel kan inzetten. In
gesprekken met voormalige CC’n van
‘Grenadierkompanien’ komt duidelijk
naar voren dat het integreren van
vuursteun, geneeskundige afvoer
e.d. telkens weer op problemen stuit.
Vanaf oefeningen op niveau 4 worden
‘enablers’ toegevoegd aan de compagnieën of teams. Afstemming, op-
De komende jaren wordt het infanterie
gevechtsvoertuig ‘Marder’ vervangen
door de Puma. De eerste ‘Panzergrenadier’ eenheden zijn inmiddels uitgerust met dit nieuwe gevechtsvoertuig.
Naast dat alle ‘Panzergrenadierbataillone’ 44 gevechtsversies krijgen (niet
elke “Panzergrenadiertrupp’ krijgt een
voertuig omdat de Bundeswehr niet
voldoende gevechtsvoertuigen heeft
en deze in een poule laat rouleren),
krijgen artillerie-eenheden er in totaal
18 die gebruikt gaan worden voor ››
VOC Mededelingen
27
PANZERTRUPPEN
Toren Puma met 30 mm kanon
Eagle IV
HK 121
de Joint Fire Support Coördination Teams (JFSCT). De rest
van de 350 Puma gevechtsvoertuigen wordt gebruikt voor
opleiding aan o.a. de ‘Panzertruppenschule’ in Munster. Het
voertuig kenmerkt zich door een relatief klein en laag silhouet en een onbemande toren. Dit was een voorwaarde om
er o.a. voor te zorgen dat het voertuig getransporteerd kan
worden met tactisch luchttransport. Een A400M transportvliegtuig is in staat om een Puma te vervoeren. Het voertuig
heeft een driekoppige bemanning en achterin zitten zes
grenadiers die kunnen uitstijgen. In het achtercompartiment
bestaat de mogelijkheid om bovenluiks waar te nemen.
Doordat het voertuig relatief klein is, is het niet mogelijk om
meer persoonlijke uitrusting mee te nemen als een ‘opsvest’.
Doordat de buitenzijde van het voertuig is voorzien van een
aantal sensoren en camera´s die o.a. het voertuig moeten
beschermen tegen RPG projectielen, is het niet mogelijk
Persoons Gebonden Uitrusting aan de buitenzijde van het
voertuig mee te voeren. Rugzakken, extra munitie, klasse
I e.d., moeten in een alternatief transportmiddel vervoerd
worden. De binnenzijde van het voertuig is compleet gedigitaliseerd. Hierdoor is het voor de voertuigcommandant vrij
eenvoudig het uitgestegen deel up-to-date te houden. Het
voertuigsysteem is gekoppeld aan het IDZ (Infanterie der Zukunft). Dit systeem is in feite het Duitse Battlefield Management System (BMS). Elke grenadier en infanterist wordt
hier uiteindelijk mee uitgerust. De grenadier die uitstijgt, is
zichtbaar op de systemen binnen de groep en het peloton.
28
VOC Mededelingen
De neven pelotons kunnen de individuele grenadiers overigens niet zien. De beschermingsystemen waarmee de Puma
is uitgerust zijn passief en actief. De passieve systemen zijn
o.a. de bepantsering tegen IEDs en sensoren om inkomende
projectielen te onderkennen. De bewapening bestaat uit een
boordkanon, een coaxiale mitrailleur en een rookbuslanceerinrichting. Daarnaast kunnen de sensoren gekoppeld worden aan een raketafweersysteem dat automatisch inkomende projectielen kan bestrijden. Dit systeem zit in de laatste
ontwikkelingsfase. Het hoofdwapensysteem, een 30mm
boordkanon, heeft de mogelijkheid om tempeerbare munitie
te verschieten. Daarnaast heeft het hoofdwapensysteem het
zgn. ‘hunter-killer’ vermogen. Dat wil zeggen de voertuigcommandant in een andere sector kan waarnemen dan waar
de boordschutter in vuurt. Door een druk op de knop richt
het systeem zich automatische op het doel dat de commandant gelokaliseerd heeft. Meer informatie is te vinden onder
http://www.psm-spz.de/index.php?id=home
Eagle IV
Binnen de KL is de Mercedes-Benz (MB) in verschillende
varianten dat wat de Eagle IV voor de Bundeswehr gaat worden. De beweegreden om de MB (Wulf) te vervangen door
de Eagle IV, zijn o.a. betere bescherming tegen IED’s, directe
beschieting, indirecte beschieting en NBC-strijdmiddelen.
Er worden verschillende varianten ingevoerd (198 stuks),
maar met name gaat de Eagle IV gebruikt worden voor ge-
PANZERTRUPPEN
vechtssteun en C2 (Command & Control) taken. Het systeem
kan bewapend worden met een MG3 (7.62mm) mitrailleur,
een .50 mitrailleur of een granaatwerper. Alle systemen zijn
van binnenuit bedienbaar door een van de maximaal vijf
bemanningsleden. Het gewicht van de Eagle IV is 8,5 ton en
gezien de afmetingen van het voertuig kan het worden getransporteerd met de Transall of de A400M. Door de invoering van de Eagle IV zijn alle voertuigen binnen een Panzeren Panzergrenadierkompanie (licht) bepantserd. De eerste
ervaringen uit Afghanistan zijn overwegend positief en zijn
gebruikt om de Eagle V verder te ontwikkelen. Deze nieuwste versie wordt binnenkort door de Zwitserse producent
MOWAG op de markt gebracht. Meer informatie over de
EAGLE IV onder http://de.wikipedia.org/wiki/Mowag_Eagle
Leopard-2A7 PSO
Toekomstige projecten binnen ‘Panzertruppen’
HV-bril
Tijdens de afgelopen oorlogen in Irak en Afghanistan is
aangetoond dat de technische voorsprong doorslaggevend
is geweest in gevechtssituaties. Daar waar de ‘insurgents’
het voordeel hadden van een betere kennis van het terrein,
waren de Westerse troepen ver vooruit op technologisch gebied. Een verdere stap kan, of moet zijn om de situaties bij
nacht nog meer uit te buiten. Het Duitse Heer is met dit gegeven in het achterhoofd begonnen om de eenheden meer
‘night-capable’ te maken. Een stap hierin is het aanschaffen
van een nieuwe HV-bril. Met de nieuwe bril is het mogelijk
diepte te zien en is de breedte van het blikveld 100 graden.
Dit is ongeveer gelijk aan een normaal menselijk blikveld.
Door deze twee kenmerken is de nieuwe bril uitstekend geschikt voor het optreden in verstedelijkte gebieden.
Vervanging MG3 mitrailleur door de
MG5 mitrailleur
Een van de grote projecten die op het moment lopen binnen de Duitse infanterie, is de vervanging van de MG3
(equivalent van de MAG) door de MG5 (HK 121). De MG5 is
een mitrailleur met kaliber 7.62mm. De MG5 is in verschillende versies leverbaar. Door zijn modulaire opbouw zijn
alle onderdelen van alle versies uitwisselbaar. De geleverde
versies zijn de inbouwversie voor de Puma, de SOF versie
met een dubbele achtergreep zoals de .50, de universale
versie vergelijkbaar met de huidige MG3 en de infanterie
versie vergelijkbaar met de Minimi. Door deze vervanging
verwacht de Duitse infanterie de doorslagkracht en de
maximale schootsafstand van de (pantser) infanteriegroep
aanzienlijk te vergroten. Meer informatie over dit wapensysteem is te vinden onder http://www.heckler-koch.com/de/
militaer/produkte/maschinengewehre/hk121/hk121/produktbeschreibung.html
Samenvatting
Het Duitse Heer transfomeert van een tank zware naar
een overwegend (pantser) infanterie zware organisatie. In
dit artikel is aangegeven dat de ‘Panzertruppen’ in Munster worden opgeleid. Dit in tegenstelling tot de reguliere
infanterie eenheden, hier ligt het opleidingszwaartepunt in
Hammelburg. Niet alleen geografisch, maar ook doctrinair
verschillen de opleidingen van de ‘Panzergrenadiere’ en de
infanterie van elkaar.
Een van de speerpunten is dat het Heer ‘lichter’ wordt. Alle
nieuwe voertuigen moeten met tactisch luchttransport zoals
bijv. de A400M, vervoerd kunnen worden. Lichter betekent
niet ongepantserd. Nagenoeg alle voertuigen op bataljons,
compagnies en pelotonsniveau zijn gepantserd. Op technologisch gebied zet het Heer grote stappen door o.a. de
invoering van het infanteriegevechtsvoertuig Puma en het
IDZ-systeem. Hierdoor moet de ‘situational awareness’ en
de commandovoering verbeterd worden. De digitalisatie
van het gevechtsveld is een gebied waar ook de Nederlandse infanterie en cavalerie zijn ervaringen opdoet. De
voor en nadelen en de daarvoor gevonden oplossingen zijn
waarschijnlijk in beide landen identiek. Het vergelijken van
de ‘lessons Identified’ en de omzetting in ‘lessons learned’
op dit gebied, kan voor beide landen een win-win situatie
opleveren.
Een aantal projecten staat in de startblokken om uitgerold
te worden. O.a. de MG5 mitrailleur (vervanger van de MG3)
en de nieuwe HV-bril zijn interessante projecten om te
volgen. Wanneer deze projecten doen wat ze beloven, kan
de Nederlandse landmacht er gebruik van maken door ze
‘van de plank’ te kopen. Vooral de verhoogde doorslagkracht
op groeps- en pelotonsniveau zijn naar mijn mening ook
interessante ontwikkelingen voor de Nederlandse infanterie.
Naast dat het ontwikkelingskosten spaart, vergroot het ook
de operabiliteit met een van de belangrijkste strategische
partners. Last but not least gaat de Koninklijke Landmacht
een tankpeloton opleiden in Duitsland en laten optreden met
Duitse tanks. De tank doet wederom zijn intrede binnen de
Nederlandse krijgsmacht. Laten we dit koesteren. ●
Over de auteur: luitenant-kolonel Marcel de Beus
is werkzaam als Länderreferent bij het Kommando
Heer en verantwoordelijk voor de Duitse samenwerking met Nederland, België en Noorwegen.
VOC Mededelingen
29
Always On
De totaaloplossing voor mobiel werken
Tablets en andere mobiele devices veranderen steeds meer van handige gadgets naar essentiële
hulpmiddelen voor uw medewerkers. Bij het invoeren van een mobiele werkwijze is het belangrijk
om de juiste weg te bewandelen.
Met de Always On service van Scholten Awater helpen wij u op alle fronten. Of het nu gaat om
beleid, beheer, veiligheid, hardware, trainingen, verzekeringen of het implementatietraject. Wij
adviseren u op alle vlakken en bieden u een totaalpakket waaruit u zelf de componenten kunt
kiezen die voor uw organisatie van toepassing zijn. Wij helpen u bij de overgang naar een
succesvolle mobiele werkwijze. Dat is de kracht van Always On!
Bekijk de Always On roadmap op www.sa.nl/alwayson
of neem contact op via [email protected] of 024-357 98 88
Fase 1
Doelen en wensen
Fase 2
Activatie
Fase 3
Kiezen en bestellen
A LWAY S O N
Fase 4
Implementatie
PURPLE NECTAR 2014
Luitenant-kolonel Duco Brongers, Hoofd Concept Development & Experimentation Office
Van 17 tot 25 februari vond in de provincie Friesland de oefening ‘Dutch
Bison’ plaats o.l.v. C-43 Mechbrig. De belangrijkste spelers in deze oefening
waren 44 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Johan Willem Friso
(44 Painfbat) en 43 Brigadeverkenningseskadron Regiment Huzaren van
Boreel (43 BVE). Onder de noemer ‘Purple Nectar’ ondersteunde het
Kennis-, Innovatie, Experimenten- en Simulatiecentrum (KIXS) deze
oefening met zes experimenten, die alle ten doel hadden de situational
awareness van commandant, staf en eenheden te verbeteren.
Naast de experimenten werd een expositiehal ingericht om elf demonstraties te laten zien aan gasten en
gebruikers in de oefening over wat
er speelt op het gebied van ideeën en
projecten bij defensie, bedrijven en
kenniscentra.
Experimenten
Lay-out commandopost
44 Painfbat
De commandopost van 44 Painfbat,
die zich in Heerenveen bevond, werd
ondersteund met het programma
pixelnet van het bedrijf Visual Display
Solutions. Hierbij werd een viertal
relatief kleine schermen uitgereikt
In gemeenschappelijk overleg met
brigade en bataljon werd afgelopen
zomer gekozen voor een tiental experimenten.
Door het verleggen van prioriteiten,
bijvoorbeeld door de inzet in Mali en
verkorting van de oefening, bleven
daarvan zes experimenten over. Alle
zes worden hieronder kort besproken.
Pixelnet bij de commandopost
van 44 Painfbat
aan de bataljonsstaf met daarop
gemonteerd een smart beamer, die
negen bronnen kan projecteren op de
beschikbare schermen.
Op elk gewenst moment en in vele
vormen (video, foto’s, presentaties,
documenten, kaarten enz.) kan de staf
snel en gemakkelijk zijn omgeving
presenteren om een betere situational
awareness te creëren.
Joint chat
Eigenlijk al een bekend en zeer populair communicatiesysteem tussen
eenheden en staven, maar veelal
toegepast op hogere stafniveaus en in
ISAF inzetgebieden. Bij deze oefening
kon dat ook tussen de teams en het
bataljon. Ook de brigade beschikte
over deze faciliteit in combinatie met
44 Painfbat en 43 BVE. Probleem hierbij is dat er gecommuniceerd wordt
tussen twee verschillende rubriceringsniveaus: de brigade op niveau secret
en de overige eenheden op niveau
confidentieel. Daar moet software
voor worden ontwikkeld en die was
in de Verenigde Staten beschikbaar
via het bedrijf Trident. Helaas lukte
het niet de exportvergunning tijdig te
regelen. Daar we hier aan een oefe- ››
VOC Mededelingen
31
PURPLE NECTAR 2014
Video teleconferencing, eenvoudig en doeltreffend
Blue Force Tracker systeem
ning deelnemen was het secret niveau in werkelijkheid
confidentieel en daardoor werd het technisch mogelijk met
toestemming van de beveiligingsautoriteit de twee verschillende niveaus te koppelen.
te spreken over deze tool die personen en voertuigen snel
en doeltreffend op de kaart zet van welke organisatie zij ook
zijn.
Video teleconferencing (VTC)
Een andere wens van de gebruikers was de mogelijkheid
om een video teleconferencing op te kunnen zetten tussen
de bataljonscommandopost (Heerenveen) en de teams op
de andere locaties (Drachten, Bolsward en Veenhuizen). Met
de open source software ‘Jitsi’ was er niet alleen een spraakverbinding met het beeld van de spreker, maar konden op
het beeldscherm tevens diverse soorten bestanden worden
gebruikt om de communicatie te ondersteunen, zoals bijvoorbeeld een screenshot van een kaart om iedere gewenste situatie toe te lichten of een powerpoint-presentatie.
Ook werd eenvoudig een flip-over achter de spreker neergezet om toelichting te geven bij bepaalde gebeurtenissen.
Het was daarmee niet alleen een middel om te confereren,
maar ook om in te zetten als middel t.b.v. parallelle planning tussen het bataljon en de teams, vooral als weinig tijd
beschikbaar was. Het gebruik van dit middel was duidelijk
nog geen gemeengoed. Voor velen werd het gezien als een
middel voor commandanten, maar ook andere functionarissen moesten nog gaan beseffen dat ook zij de VTC konden
gebruiken.
Gateway NIMCIS-BMS
Het vierde experiment mag een successtory worden genoemd. In de vorige Purple Nectar in september 2012 liet het
Korps Mariniers een gateway voor voice en C2-data tussen hun eigen battlefield managementsysteem NIMCIS en
Blue Force Trackers
Tijdens deze Purple Nectar werd wederom uitvoerig gebruik
gemaakt van de blue force trackers van de firma Cosetec. De
trackers zijn in bezit van de Purple Nectar-organisatie. Zowel
43 Mechbrig, 44 Painfbat, 43 BVE als 200 Bevoorradings- en
Transportbataljon maakten gebruik van deze eenvoudige
tool om inzicht te krijgen in de actuele locatie van die elementen waarvan de commandant vond dat hij op de hoogte
wilde blijven op de kaart. Wederom was de gebruiker zeer
32
VOC Mededelingen
Koppeling BMS van het CLAS met het NIMCIS
systeem van het Korps Mariniers
PURPLE NECTAR 2014
Presentatie tijdens de bezoekersdag
Salzgittermast van 23 meter hoogte
het battlefield managementsysteem
(BMS) van het Commando Landstrijdkrachten als demonstratie. Tijdens
deze Purple Nectar was een peloton
mariniers ingedeeld bij de A-cie 44
Painfbat. Ze gebruiken de gateway
integraal in de oefening om aan te
tonen dat het systeem functioneert.
De werking werd aangetoond, maar
door het zeer beperkte gebruik van
BMS door 44 Painfbat werd het systeem helaas niet zwaar belast.
Extended range BMS
Tot slot was er het verzoek om het
bereik van het BMS te vergroten.
Voor deze extended range werd een
23 meter hoge zogenaamde Salzgitter-mast ingezet om zorg te dragen
voor een verdere reikwijdte van de
dragende communicatielaag. Zoals
eerder aangegeven was het gebruik
van BMS beperkt. Om het effect van
de mast toch te kunnen meten, werd
samen met het bataljon een test uitgevoerd. Het resultaat was conform de
verwachting, de reikwijdte was tussen
25% en 100% toegenomen.
De variatie in de toename is te wijten
aan diverse omgevingsfactoren, zoals
bijvoorbeeld bebouwing.
Demonstraties
Naast de integrale ondersteuning van
de oefende eenheden, was er een
bezoekersdag georganiseerd.
In een grote hal werden veertien ex-
postitiestands ingericht voor in totaal
elf projecten bemand door kenniscentra en bedrijven die uitgenodigd
waren om hun produkten te laten
zien. Hiermee werd de zogenaamde
gouden driehoek (defensie, industrie
en kenniscentra) in praktijk gebracht.
In totaal kwamen circa 170 bezoekers
vanuit alle operationele commando’s
om te luisteren naar presentaties
over de opzet van de oefening en de
ondersteunende rol hierin van Purple
Nectar. De gasten werden rondgeleid
langs de diverse experimenten in de
bataljonscommandopost en kregen
uitgebreid de gelegenheid om de
stands te bezoeken.
De experimenten die werden
getoond waren:
ELIAS
ELIAS is de nieuwe C2-ondersteunende applicatie van CLAS en ontwikkeld
door het JIVC dat in 2015 zowel ISIS,
BMS, OpOrder-tool als Athena gaat
vervangen. De laatste stand van zaken
werd gedemonstreerd.
Hyperion/discus
Hyperion/discus is een lopend project
bij defensie waarbij diverse sensoren,
zoals de Squire-radar, geluidsensoren
en een Kylmar-camera, aan elkaar
worden gekoppeld. Waarbij het resultaat van deze sensordatafusie in ELIAS
wordt gepresenteerd. ››
VOC Mededelingen
33
PURPLE NECTAR 2014
Bowman van General Dynamics
Het bedrijf was al aanwezig om te ondersteunen bij het experiment met de
koppeling tussen NIMCIS en BMS en
liet hier de laatste ontwikkelingen zien
op dat gebied.
Demostands
Touch mii/leap motion
De multi-touch technieken zijn langzamerhand bij de meeste mensen
gemeengoed geworden, zeker bij de
jeugd. Deze tool geeft inzicht in de
mogelijkheden anders om te gaan met
informatie. Als een team achter een
deelnemende kenniscentra, bedrijven en projectleiders waren zeer te
spreken over o.a. de compacte opzet.
Hierdoor zochten ze elkaar snel op,
vooral als het ging om gelijksoortige
projecten. Soms wisten ze niet van
elkaars bestaan en werden afspraken
gemaakt om activiteiten met en op
elkaar af te stemmen. Al met al een
steun in de rug van de organisatie die
ambitieuze plannen heeft voor 2015.
Way ahead voor Purple Nectar
Voor Purple Nectar 2015 worden de
komende maand de eerste stappen
Virtuele missiegebieden
Populair gezegd: de stafkaart van de
toekomst. Niet meer een platte kaart,
maar een 3D-beeld van de omgeving
met steeds beter wordende detailinformatie en resolutie. Het is te vergelijken met Streetview, maar dan vanaf
verschillende hoogtes te bekijken, en
snel aan te passen voor de specifieke
situatie van een inzetgebied.
Cyber COP
Cyber COP is een tool om de gebruiker inzicht te geven in de gevolgen
van cyber attacks, met name gericht
op de bewustwording bij het personeel en de effecten ervan.
IN4STARS
IN4STARS is een programma voor
het verbeteren van de inlichtingenpositie en verhoging van de situational
awareness ter ondersteuning van het
commandovoeringsproces in joint
operaties door het ontwikkelen van
tools die het mogelijk maken grote
hoeveelheden complexe en heterogene informatie te correleren, fuseren,
exploiteren en uit te wisselen.
MINE
MINE is een nationaal technologieprogramma o.l.v. de kenniscentra NLR
en TNO, vergelijkbaar met IN4STARS,
maar dan meer gericht op het beschikbaar stellen van informatie aan
de militair te voet en vice versa.
Advanced Vetronics
Een project van Thales waarbij diverse
sensoren gekoppeld zijn in een Fuchsvoertuig dat een gezamenlijk beeld
geeft van de omgeving (zie ook VOCMededelingen 2013-1).
34
VOC Mededelingen
Uitleg bij de ‘Vetronics’ stand
multi-touch birdtable staat met op de
tafel een digitale kaart kan gezamenlijk een analyse worden uitgevoerd
en actiepunten worden toegewezen
door deze manueel naar elkaar toe te
schuiven (swipen).
De spelers hebben inzicht in elkaars
actiepunten en de status ervan. Een
experiment om vooral met beelden
informatie te delen en te beheren.
Een middel dat mogelijk het besluitvormingsproces kan ondersteunen
door het te visualiseren tijdens de
analyse van de eigen mogelijkheden
van optreden, de geïntegreeerde
operatie-analyse of een rehearsal.
CP-lay-out van Visual Display
Solutions
Dit experiment werd gebruikt tijdens
de oefening (zie experimenten). Het
bedrijf Visual Display Solutions had
ook een stand ingericht om toelichting
te geven op het product.
De bezoekersdag mag een succes
worden genoemd. De gasten waren
enthousiast over de presentaties,
rondgang en demonstraties. Ook de
gezet. Focus zal liggen bij ondersteuning aan een oefening waarin de
samenwerking met Openbare Orde
en Veiligheid voorop staat in een joint
omgeving; we zijn immers paars.
Uiteraard zal de oefenende eenheid
weer ondersteund worden met innovatieve technieken. Het innovatieplatform met demonstraties zal breder
worden uitgezet bij de industrie om
hun betrokkenheid bij Purple Nectar te
vergroten. Hierdoor worden bedrijven
beter geïnformeerd over de wensen
van defensie en defensie kan beter
gebruik maken van de kennis van het
bedrijfsleven.
Tevens zal getracht worden de aanwezige technische kennis op gebied
van systemen meer te ontsluiten voor
de gebruiker door deze te vertalen in
functionaliteiten.
Tot slot wil Purple Nectar zijn vleugels
uitslaan naar internationale partners.
De Duitsers zijn al uitgenodigd, maar
daar willen we het zeker niet bij laten.
Hopelijk kunnen we u volgend jaar berichten over de volgende succesvolle
stap voorwaarts. ●
SPRONG VOORWAARTS
Brigadegeneraal b.d. drs. R.E. de Pruyssenaere de la Woestijne
‘Time flies indeed’, het is inmiddels ruim twee en een half jaar
geleden dat het bestuur van de VOC
de commissie ‘Sprong Voorwaarts’
heeft opgericht. Even het geheugen
opfrissen. In 2011 kondigde Defensie aan dat het een kleine 12.000
functies ging reduceren en dat dit
zou leiden tot ongeveer 6000 gedwongen ontslagen.
Het teleurstellende besluit werd vervolgens genomen onze tankbataljons en
de gehele daaraan gerelateerde keten
op te heffen. Tegen dat licht was het de
verwachting dat een substantieel aantal cavaleristen, zowel officieren als
onderofficieren, overtollig zou worden en geen emplooi meer zou vinden
binnen defensie. De commissie werd
verzocht te bezien of de VOC een rol zou
kunnen spelen om de dreigend overtollige cavaleristen perspectief te bieden
buiten defensie en zo ja om hen ook
feitelijk te begeleiden.
Voor de eventuele begeleiding van hen
buiten defensie heeft de commissie als
eerste actie VOC leden benaderd met
het verzoek of zij, vanuit hun professie,
kennis, kunde en zakelijke netwerken,
de collega’s zouden kunnen helpen.
Ook werd VOC-leden verzocht concreet
vacatures te melden. De overtolligheid
bij de cavalerie had betrekking op luitenant-kolonels, adjudanten-onderofficier en ‘uitloopofficieren’.
Zij werden dan ook concreet benoemd
als ‘knelpuntcategorieën’ en kunnen
op basis daarvan gebruik maken van
het Sociaal Beleids Kader (SBK)
2012-2016. Het deed enorm deugd te
constateren dat veel leden van onze
vereniging hun diensten spontaan
aanboden. Een deel van hen is ook
ingezet als procesbegeleider, om de
beroepscollega’s te begeleiden in het
proces naar werk buiten defensie.
In de afgelopen periode heeft de commissie zorgvuldig de bewegingen binnen defensie, en in het bijzonder de
KL, gevolgd en zich voorbereid om in
voorkomend geval direct activiteiten te
kunnen ontplooien voor het overtollig
personeel. Daarnaast heeft de commissie, op verzoek van andere wapens en
dienstvakken, inzicht gegeven in haar
aanpak en werd, waar opportuun, collegiaal samengewerkt. Er zijn contacten gelegd met landelijke en regionale
initiatieven en last but not least: er is
contact gelegd met potentiële werkgevers. Tenslotte hebben we met ondersteuning van enkele procesbegeleiders
een aantal actief dienenden, op hun
verzoek begeleid in het zetten van een
stap buiten de KL. Het betrof in alle
gevallen echter cavaleristen die niet
tot de knelpuntcategorieën behoorden.
In totaal zijn ongeveer tien personen
daarin begeleid. We kunnen derhalve
constateren dat de formule en het
ontwikkelde proces werken. Ondanks
herhaalde oproepen hebben zich geen
cavaleristen gemeld bij de commissie
die deel uitmaken van de knelpuntcategorieën.
Wat is nu de huidige stand
van zaken?
Als u de media heeft gevolgd, is u
waarschijnlijk opgevallen dat defensie
de afgelopen jaren een verhoogde irreguliere uitstroom en een sterk gekrompen instroom heeft gekend.
Hoewel macro en krijgsmachtbreed
gezien nu al wordt voldaan aan de
Numerus Fixus van 2016, zijn per rang/
schaal nog wel verschillen te zien.
Een teveel aan personeel is nog zichtbaar in de rangen van luitenant-kolonel en adjudant-onderofficier, waarbij
wel in specifieke (bijv. in de medische
en technische) vakgebieden ook al tekorten waarneembaar worden.
E.e.a. heeft uiteraard gevolgen voor
doorstroom en bevorderingsmogelijkheden. In de rangen van luitenant en
kapitein/ritmeester is thans sprake van
ondervulling, o.a. als gevolg van een
verlaagde instroominspanning, terwijl
bij de onderofficieren het geheel in
de onderbouw in balans komt. In een
kamerbrief van 25 oktober 2013, als
aanvulling op de nota ‘In belang van
Nederland’ heeft onze minister ››
VOC Mededelingen
35
SPRONG VOORWAARTS
‘Geheel belangeloos is veel werk verzet
en zijn kilometers gereisd om
onze vergaderingen bij te wonen.’
daarom gemeld dat het aantal gedwongen ontslagen beduidend lager zal zijn dan de initieel ingeschatte 6000. Het gevolg is dat er op dit moment geen cavaleristen overtollig
zijn verklaard, ondanks het feit dat de formeel benoemde
knelpuntcategorieën niet zijn gewijzigd. De werkzaamheden
van de commissie en onze VOC-leden die zich bereid hebben
verklaard het proces te ondersteunen, liggen thans dan ook
stil. Dat is goed nieuws! Hoe nu verder met de commissie is
dan ook een terechte vraag? Het lijkt ons nog te vroeg om te
juichen, omdat defensie nog steeds een overtolligheid aankondigt. De commissie nu geheel opheffen is dan ook niet
verstandig. In overleg met het bestuur is daarom besloten de
commissie ‘slapend’ te maken, onder handhaving van twee
Points-of-Contact. Het betreft luitenant-kolonel Wim Janse
die zicht houdt op de reorganisaties en mogelijke consequenties voor cavaleristen, en reserve-ritmeester Maurits van
der Goes, die schakel blijft naar procesbegeleiders en het
bedrijfsleven. Mochten cavaleristen de behoefte hebben om
van gedachten te wisselen over een overstap, dan zullen zij
daartoe ‘op wacht’ staan. De commissie heeft daarnaast een
schat aan ervaringen opgedaan, tegen dat licht is besloten
36
VOC Mededelingen
om alle geproduceerde documenten te archiveren. Wat is het
plan met onze procesbegeleiders/brugfunctionarissen?
Op de eerste plaats zijn de besturen van de VOC en de VOOC
en de commissie ‘Sprong Voorwaarts’ u zeer erkentelijk
voor de getoonde bereidheid om te ondersteunen - onvoorwaardelijk! Het is het bewijs van de kameraadschap onder
cavaleristen - for better and for worse! Enkelen van u zijn ook
feitelijk en met succes in actie gekomen, velen van u niet; het
had alles te maken met het beperkte aanbod. Toch zouden wij
u willen vragen, als de nood aan de man komt, opnieuw bereid te zijn uw kennis, kunde en ervaring in te zetten. U blijft
dan ook als zodanig in ons bestand van procesbegeleider/
brugfunctionaris staan.
Tenslotte, spreek ik als voorzitter van ‘Sprong Voorwaarts’
mijn grote waardering uit voor de inzet van de leden van
mijn commissie. Geheel belangeloos is veel werk verzet en
zijn kilometers gereisd om onze vergaderingen bij te wonen.
Zonder iemand te kort te willen doen wil ik toch speciaal
Maurits van der Goes noemen, die veel initiatieven heeft
getoond en de feitelijke contacten heeft onderhouden met de
procesbegeleiders en bedrijfsleven. Grote klasse! ●
INTERVIEW
DE NIEUWE WAPENOUDSTE
DER CAVALERIE
BRIGADEGENERAAL
GIJS VAN KEULEN
Kapitein Henk-Jan van Vulpen
Op 2 mei droeg generaal-majoor b.d. Harm de Jonge, na ruim 5 jaar behartiging van de belangen van de cavalerie, zijn taak als wapenoudste over
aan brigadegeneraal Gijs van Keulen (52). ‘Het is prima dat ik word geïnterviewd, maar het gaat toch niet alleen maar over mij als persoon hè?
Het team gaat boven het individu, we denken in ‘wij’ en ‘samen’ bij de
cavalerie. Laat dat de kern zijn’, onderstreept Van Keulen. Waarvan akte.
Van Keulen werd al jong gegrepen
door het wapen: ‘Mijn middelbare
school grensde aan de Bernhardkazerne. Tijdens de lessen hoorde ik het geronk van zwaar materieel. Nog steeds
een mooi geluid! Dat sprak me aan.
Ik was toen een fanatiek tennisser en
leerde tijdens toernooien in en rond
Amersfoort de ritmeester Douglas
Alexander kennen. Hij was commandant School Reserve Officieren Cavalerie (SROC) en ik vroeg of ik een dag
met hem mee mocht. En dat gebeurde: tijdens een dag op de kazerne
kreeg ik alles te zien. Zo kon ik kort
proeven van al die facetten die me
aanspraken: leidinggeven, bijzondere
mensen, materieel, sport, uitdaging
en het vakmanschap. Die dag gaf de
doorslag, waarna ik mij aanmeldde
voor de KMA. De Leopard-2A4 was
net nieuw en na het afronden van de
opleiding kwamen pelotonscommandantenstoelen vrij bij 41 Tankbataljon
RHPA in Bergen-Hohne. Ik begon bij
het B-eskadron, onder leiding van
ritmeester Bertil Sundquest. Die eerste
jaren in Duitsland zijn enorm leerzaam
geweest. Ik heb veel geleerd over ons
vak van de onderofficieren en officieren van het bataljon. Mijn hart gaat
nog steeds harder kloppen als ik terugdenk aan die tijd. En het mooie is: ik
kom er nu nog steeds, als brigadecommandant 13 Gemechaniseerde
brigade. Commandantenfuncties zijn
de mooiste functies. Zo stond ik als
eskadronscommandant dicht op mijn
mensen en was ik direct met hen
bezig. Ook als commandant 101 Tankbataljon RHPA heb ik een prima tijd
gehad dankzij onze uitstekende huza-
ren en soldaten, onderofficieren en
officieren. Dat merkte ik vooral tijdens
de uitzending van het bataljon naar
Bosnië. Wat een teamsfeer en een
sterke wil om samen de goede dingen
te doen en dat wat we doen ook echt
goed te doen. Het was een samengesteld bataljon met een compagnie
panterinfanterie van de Limburgse
Jagers en een geniecompagnie.
Mooie tijd!
Ik ben net terug van een oefening
van enkele eenheden van de brigade
in Várpalota (Hongarije). Mooi om
direct met de mannen en vrouwen
op de werkvloer te werken. Dat zijn
de leerzame momenten. Niet alleen
voor mijn mensen zijn die oefeningen
goed, maar ook ik leer er dagelijks zelf
van. Zo leren we van elkaar. Daarbij
is het telkens nog beter willen worden de juiste instelling. Ik bevraag
hen over het optreden met de CV90’s,
uitgestegen en te voet en keuzes voor
benadering van het terrein. Naast de
pantserinfanterie hebben we nog zoveel specialisten in de brigade. Iedereen verdient aandacht voor zijn vak.
Klassepersoneel! ››
VOC Mededelingen
37
INTERVIEW
Natuurlijk probeer ik mijn mensen ook
de specifieke cavalerie-kennis en ervaring bij te brengen, zoals onze schiettechniek en het denken en manoevreren in tijd en ruimte. De mensen binnen mijn brigade zijn immers met
zaken bezig die ik gedurende mijn
loopbaan ook gedaan heb. De manier van denken die de cavalerist zo
typeert is een beetje een beroepstik
geworden: altijd opereren en denken
in tijd, ruimte en middelen, grote
aandacht voor schiettechniek, denken
in manoeuvre, het verrassingselement
en kansen zien en pakken. We zijn er
mee opgegroeid. Niet alleen door officieren, maar juist ook door de ervaren
onderofficieren. Van hen heb ik echt
veel geleerd en leer ik nog steeds.
Het zijn echte professionals. Daarbij
neem je ook nieuwe ervaringen in je
rugzak mee, onder meer opgedaan
vanuit uitzending. Zo heb ik als Hoofd
Logistiek van de NAVO in Afghanistan
een op de praktijk gebaseerde warme
aandacht gekregen voor de logistiek.
Een Amerikaanse collega zei in Kabul
tegen mij : ‘If logistics was easy, they
would have called it tactics.’
Dit is mijns inziens echt juist. Logistiek
is een vakgebied dat bere-interessant
en uitdagend is en soms ontzettend
spannend. Die kennis en benadering
helpt me nu ook in de brigade. Regelmatig focussen wij op de logistieke
keten, want zonder de logistiek staat
echt alles stil. Het is niet vanzelfsprekend dat de logistiek wel in de hand
is tijdens de vredesbedrijfsvoering,
oefeningen en daadwerkelijke inzet.
Dat besef ik terdege.
Niet ‘ik’, maar ‘wij’ en ‘samen’
Persoonlijk heeft de cavalerie mij ook
gevormd en veranderd en gemaakt tot
de officier die ik nu ben. Zo ben ik veel
meer een teamplayer geworden dan
ik daarvoor was. Je moet het beste uit
jezelf halen, om het collectief te ondersteunen. Het gaat niet om mij of ‘ik’.
We zijn een ‘wij-organisatie’. De onderlinge kameraadschap versterkt dit,
met name bij de cavalerie, waar deze
heel prominent aanwezig is. Je groeit
daarin op en mee. Zo word je niet alleen een beter militair, maar ook een
beter mens. Het lijken kleine dingen,
maar door attent en goed te zijn voor
je mensen en echte hulp te bieden kun
38
VOC Mededelingen
‘If logistics
was easy,
they would
have called
it tactics.’
je samen zoveel meer betekenen en
bereiken. Andere kenmerkende zaken
die de vorming van de cavalerist typeren? Denk aan innovatief zijn, verrassend optreden, flexibiliteit, niet bij
de pakken neer zitten, kansen zien en
grijpen... Het zit er in gebakken.
In dit alles staat de mens centraal.
Al beschik je over het mooiste materieel, het gaat er om wat er in de
koppen speelt. De juiste instelling en
moreel zijn het allerbelangrijkste.
Dienen
Toen ik gevraagd werd om wapenoudste te worden heb ik meteen ‘ja’
gezegd. Natuurlijk wil ik ons Wapen
dienen, ook omdat het mij zoveel
gebracht heeft als militair en als mens.
Maar ook omdat ik het collectief wil
dienen, het gaat om ‘wij’ en ‘samen’.
Ons Wapen doet er toe en blijft de
moeite waard. Dienen doe ik al jaren,
maar als Wapenoudste krijgt dat een
nieuwe dimensie. Het is een bijzondere positie, waarbij ik als boegbeeld
ook de belangen achter de schijnwerpers kan behartigen. Waarom ik
geschikt ben voor deze taak? Daar
hebben anderen een beetje over nagedacht, zegt hij met een glimlach. Veel
ervaring binnen de cavalerie en ook
buiten het wapen en een groot netwerk zijn voorwaarden om de rol van
Wapenoudste goed invulling te geven.
Daarnaast ben ik persoonlijk gemotiveerd om de kar te helpen trekken en
er 24/7 te zijn voor onze mede-cavaleristen. Ik heb er zin in en u kunt op
mij rekenen. Invulling van traditiebeleving, herdenkingen en veteranenbeleving zijn zaken waar ik mij, samen met
de commandanten, voor zal inzetten.
Eigenlijk is mijn belangrijkste taak:
zorg voor de cavaleristen en ons Wapen in de breedste zin van het woord,
de belangen van al deze wapenbroeders - van huzaar tot generaal, buiten
dienst en actief dienend - behartigen
en onder het voetlicht brengen.
Speerpunten
Alvorens ik plannen, uitdagingen of
toekomstdoelen als Wapenoudste wil
benoemen wil ik eerst mijn oprechte
dank uitspreken naar mijn voorganger,
generaal-majoor b.d. de Jonge.
Hij verdient ons respect en onze
waardering. In de afgelopen jaren
heeft hij als Wapenoudste een geweldige betrokkenheid getoond en de
belangen van de cavalerie altijd hoog
in ‘de standaard’ gehad. Hij heeft veel
goeds gedaan en alles gegeven, zowel
in zijn diensttijd als in de periode daarbuiten. Hij was er voor jong en oud,
tijdens mooie, maar ook de minder
mooie momenten die deze periode
markeerden.
Ik ga graag in zijn voetsporen voorwaarts. De samenwerking binnen de
manoeuvre heeft gestalte gekregen zo blijkt uit de symposia die we samen
met de Vereniging Infanterie Officieren
(VIO) organiseren - en kan nog verder
worden uitgediept. De cavalerie is een
aparte tak van sport en onze kennis en
ervaring (manoeuvreren en schieten)
kunnen we ook inbrengen bij de pantserinfanterie. Zo kunnen we zeker wat
betekenen voor het vechten met de
CV90. We leren veel van elkaar en het
is goed om elkaar op te zoeken, want
door kennis te bundelen worden we
nog beter.
Een ander verdiepingspunt: hoe kunnen we meer halen uit detectie en
selectie van ons personeel? Het gaat
dan om actief opzoeken, coachen
en sturen van excellerende (onder)
officieren. Haal ze uit de massa en kijk
wat we ze kunnen bieden aan loopbaanperspectieven en ontwikkeling.
Andere wapens en dienstvakken zijn
daar ook mee bezig. Door mensen
naar voren te schuiven, richting strategische functies, help je niet alleen
de persoon, maar ook de organisatie
verder. Hier ga ik in overleg met commandanten mee aan de slag.
‘Ik doe een beroep
op alle cavaleristen
om mee te denken.
Schroom niet om mij
te benaderen.’
Vooruitblik
En dan zijn er uitdagingen voor de toekomst. De cavalerie is
de laatste jaren behoorlijk gekrompen, maar het gedachtegoed mag niet verloren gaan en gaat ook niet verloren. Het
gaat erom het zijn en denken van de cavalerist te behouden
en te borgen in de organisatie. Hoe zorgen we dat commandanten en bijvoorbeeld een hoofd Operatiën en Logistiek
van een bataljon en een brigade kennis behouden over het
tankoptreden? In de samenwerking met onder meer Duitsland oefenen we met hun tanks en bemanningen tijdens
onze oefeningen. Het is ook niet ondenkbaar dat we in de
toekomst gezamenlijk met hen worden ingezet. Internationale samenwerking en misschien wellicht zelfs integratie is
niet alleen de toekomst, maar ook de werkelijkheid van nu.
Kennis van het optreden met tanks in tijd en ruimte blijft
belangrijk. Een andere uitdaging is hoe onze verkenningscapaciteit met de tijd mee kan blijven gaan. De behoefte aan
ogen en oren blijft, dat staat buiten kijf. Intell-driven operaties blijven nodig. Maar, er zullen nieuwe(re) en andere
systemen komen en we blijven onze verkenning daarop
optimaliseren. Vooruit blijven denken, proactief, initiatief
nemen, kansen zien en proberen te pakken. Het zit al in ons
denken, dat scheelt, en ook hier is het van belang.
Ten slotte: de mens in de organisatie, elke cavalerist, staat
centraal. Respect, aandacht en warmte zijn daarin kenmerkend. De ideeën en geluiden die nodig zijn om de cavalerie
goed te positioneren en alle belangen te behartigen kunnen
niet alleen vanuit de Wapenoudste komen.
Daarom doe ik een beroep op alle cavaleristen om mee
te denken. Schroom niet mij te benaderen met ideeën en
voorstellen. De meeste tankers zullen mij wel kennen, bij
de verkenners (met uitzondering van de verkenners in mijn
eigen brigade) zullen dat er nu nog wat minder zijn.
Daar gaan we wat aan doen. Mijn deur in Oirschot staat
zoveel mogelijk open en waar mogelijk loop ik in het veld,
tussen de mensen. Met uw hulp en ondersteuning kan ik
optimaal opereren en niet anders, want we doen het samen
en het gaat om het collectief, om ons’. ●
Brigadegeneraal Gijs van Keulen (52) startte zijn loopbaan in 1984 als pelotonscommandant en later als eskadronscommandant
bij 41 Tankbataljon Regiment Huzaren Prins Alexander (RHPA) in Bergen-Hohne. In 1991 volgde een plaatsing bij de Legerkorpsstaf
(Plannen) in Apeldoorn. Hij volgde de Hogere Militaire Vorming in 1994 en 1995. Vervolgens was hij bij de Afdeling Operationeel
Beleid van de Landmachtstaf betrokken bij diverse projecten, waarbij met simulatoren operationele omstandigheden worden
nagebootst. Hij studeerde in de periode 1997 tot 1999 aan de Führungsakademie der Bundeswehr in Hamburg. In 1999 werd hij
Military Assistent to the Chief of Staff bij het Hoofdkwartier van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps in Münster. Een aantal
jaren later, nadat hij commandant van 101 Tankbataljon RHPA in Seedorf was geworden, werd hij naar Bosnië uitgezonden als
commandant van 101 NL Battlegroup RHPA. Na terugkomst in 2004 werd hij hoofd van de sectie Parlementaire Aangelegenheden
in de Defensiestaf in Den Haag, waar hij de militaire en politieke leiding adviseerde in hun contacten met het Parlement. Een jaar
later werd hij als kolonel Chef Kabinet van de Commandant Landstrijdkrachten. Daarop volgden functies als hoofd Operationeel
Beleid en Souschef Integrale Plannen bij de Defensiestaf (bij laatstgenoemde functie bevordering tot brigadegeneraal in 2009).
Van sept. 2011 tot sept. 2012 volgde een missie als Hoofd Logistiek van NAVO in Kabul (ISAF). Tijdens deze missie was hij onder
meer lid van een Amerikaans onderhandelingsteam om de logistieke routes in Pakistan voor ISAF geopend te krijgen. Sinds
december 2012 is hij commandant van 13 Gemechaniseerde Brigade. Daarnaast houdt hij van sporten. Hij is Chef de Mission
en selectiespeler van het Nederlands Militair Golf Team en neemt deel aan het Militair Wereldkampioenschap 2014 in Bahrein.
VOC Mededelingen
39
200 JAAR RHPA
Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis
Op zondag 13 februari 1814 werd in Brussel het stamregiment opgericht van het (ontbonden) Regiment
Huzaren Prins Alexander, het regiment Cheveau Légers Van der Burch. Kort daarna aangeduid als het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5. Bij Koninklijk Besluit van 26 januari 1983 is dit regiment overigens aangemerkt
als de voortzetting van Napoleons aanvankelijk geheel Nederlandse 2e Régiment de Cheveau-Légers. Reeds zestien
maanden na de oprichting vergaarde het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5 roem bij de veldslagen bij Quatre-Bras
en Waterloo. Na de Belgische afscheiding in 1830 verlieten in november van dat jaar 267 officieren, onderofficieren en
dragonders het regiment. Zij vormden de kern van het nieuwe Belgische 1er Régiment de Lanciers.
Op initiatief van C-RHPA, luitenant-kolonel b.d. Doug Alexander, heeft op 12 en 13 februari 2014 een bijeenkomst plaats
gevonden met het huidige Belgische 1/3 Regiment Lanciers
in Nivelles en bij het monument ‘Gémioncourt’ in de omgeving van Quatre Bras, ter herdenking van de oprichting van
het gezamenlijke stamregiment 200 jaar geleden.
Ruim zestig (oud-)officieren van RHPA verzamelden zich op
12 februari in de loop van de middag in Hotel Nivelles-Sud,
waarna om 17.00 uur op het gemeentehuis van Nivelles (ooit
het hoofdkwartier van de Prins van Oranje) een ontvangst
door het stadsbestuur plaats vond onder leiding van burgemeester Pierre Huart, gevolgd door een receptie. Als dank
voor de Belgische gastvrijheid zongen de officieren bij hun
afscheid uit volle borst het Huzarenlied. Voor de Nederlandse gasten was op donderdag 13 februari ’s morgens een
Battlefieldtour georganiseerd op het slagveld van Quatre40
VOC Mededelingen
Bras. Erwin Muilwijk, auteur van diverse boeken over het
Nederlandse aandeel bij de gevechten bij Waterloo en
Quatre-Bras, wist ondanks het slechte weer de toehoorders
te boeien met zijn enthousiaste uitleg over het optreden van
het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5 en de hevige gevechten op 16 juni 1815 tegen een Franse overmacht. Aansluitend vond bij het monument ‘Gémioncourt’ een plechtigheid
plaats met het Belgische 1/3 Regiment Lanciers. Hier vond
destijds de grote charge en de melée van het stamregiment
plaats. Stipt om 11.30 uur stonden bij dit Nederlandse monument zuid van Quatre-Bras, naast een Nederlandse en een
Belgische erewacht, detachementen te paard aangetreden
van het Cavalerie Ere-Escorte en 1/3 Regiment Lanciers.
Muzikale ondersteuning van de plechtigheid vond plaats
door het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens. De onthulling van de nieuwe gedenkplaat RHPA werd
200 JAAR RHPA
Ontvangst op het gemeentehuis van Nivelles
Battlefieldtour
Quatre-Bras 1815
Onthulling gedenkplaat
V.r.n.l.: C-RHPA, Wapenoudste
Cavalerie, Lgen Philippe Grosdent
uitgevoerd door de Wapenoudste Cavalerie, de generaal-majoor b.d. Jhr.
Harm de Jonge en luitenant-generaal
Philippe Grosdent, directeur Human
Resources en oud korpscommandant
1/3 Regiment Lanciers. Na de plechtigheid verplaatsten de Belgische en Nederlandse gasten zich naar Genappe,
waar C-1/3 Lanciers tevens de korpscommandant, luitenant-kolonel Marc
Bastin, de aanwezigen een déjeuner
de campagne aanbood.
De dag werd afgesloten met een aperitief in Hotel Nivelles-Sud en een gemeenschappelijk Diner du Bicentenaire met de officieren van 1/3 Regiment Lanciers. Het Belgische bataljon
had ’s middags de tanktrein beladen
om de volgende dag te vertrekken
naar Duitsland voor een grote oefening. Ondanks het drukke opleidingsprogramma was het officierskorps
vrijwel voltallig aanwezig.
Zo’n honderdtwintig gasten hadden
zich in de grote zaal verzameld voor
een uiterst genoeglijke maaltijd.
Beide regimentscommandanten voerden het woord en de vriendschapsbanden tussen de Nederlandse en
Belgische cavaleristen werden duidelijk aangehaald. De bijeenkomst in
België was zondermeer een succes en
is voor herhaling vatbaar. ●
Diner du Bicentenaire
VOC Mededelingen
41
INGEZONDEN REACTIE
Majoor Henry Plakke
In de VOC-Mededelingen 2014-1 hebben manoeuvredocenten van de
MMO1 luitenant-kolonel Bert Wijnhoud en majoor Peter de Bock een artikel
gewijd aan het uitvoeren van een defensieve tactische activiteit aangepast
op de huidige organisatie en vooruitlopend op nieuwe doctrine en handboeken. Ik wil graag op dit artikel reageren.
Het betreft hier een persoonlijke visie,
zoals zij denken hoe het beter kan.
In mijn ogen is het alternatief niet vernieuwend. Er zijn een aantal Engelse
termen overgenomen en wat eenheden herschikt, maar uiteindelijk is het
allemaal ‘oude wijn in nieuwe zakken’.
Wat mij wel bevreemdt, is dat deze
persoonlijke visie ‘vooruitlopend op
de nieuwe doctrine’ in de MMO wordt
onderwezen als zijnde de waarheid.
In de inleiding bespreken de auteurs
de belangrijkste wijzigingen waarop
zij het ‘nieuwe’ scenario voor een gebiedsverdediging baseren én het voorstel om de doctrine aan te passen.
Deze wijzigingen zijn een opsomming
van tactische activiteiten en technische
middelen. Het onderrichten van doctrine in de MMO is in mijn optiek juist
bedoeld om officieren onze conceptuele gedachte bij te brengen. Doctrine
moet de basis zijn voor militaire inzet
en geeft de militaire organisatie de
mogelijkheid om als organisatie te
kunnen handelen. Doctrine wordt gevormd door een conceptuele gedachte
en niet door (technische) middelen en
zelf opgelegde tactische beperkingen.
Deze behoren tot het fysieke component en zijn slechts een middel om
doctrine om te zetten in de praktijk.
Daarnaast is het ook niet zinvol om
delen van een buitenlandse doctrine
1:1 te kopiëren. Er is een duidelijke
relatie tussen de verschillende doctrinepublicaties op de verschillende
niveaus. De auteurs zien terecht de
1
defensieve tactische activiteit nog
steeds als een mogelijke inzetoptie in
het kader van de bondgenootschappelijke verdediging. Ik stel hun voorstel
van een aaneengesloten verdediging
van brigadevakken met vaste afstanden ter discussie. De voorgestelde
afstanden zijn gerelateerd aan een gemechaniseerde brigade uitgerust met
tanks en de PzH 2000. Als we onze
gemechaniseerde brigade en alle Duitse (straks zes) brigades naast elkaar
zetten, zouden ze samen niet meer
dan ruim 100 strekkende kilometers
kunnen verdedigen, waarbij dan de
Nederlandse brigade niet over tanks
beschikt. Wij hebben eenvoudigweg
niet meer de gevechtskracht om deze
gevechtsvorm op deze wijze uit te kunnen voeren. Het was natuurlijk niet
voor niets dat Nederland op het hoogtepunt van de Koude Oorlog bijna
1000 tanks had, die zij aan zij langs
het Elbe-Seitenkanaal stonden om de
opmars uit het Oosten te stoppen. En
zelfs toen hadden we al het probleem
van open flanken.
Natuurlijk zijn er inmiddels andere
technische middelen, zoals o.a. de
UAV om het probleem van grote vakken en open flanken onder waarneming te houden. Echter veel van deze
middelen staan maar in beperkte mate
ter beschikking en zeker niet gedurende ‘24/7’. Daarbij refereren wij vaak
naar de recente operaties in Irak en
Afghanistan. Ik denk niet dat het juist
is om aan te nemen dat wij bij toe-
MMO: MDV Module Operatien. Specifiek Landmacht gedeelte ter voorbereiding op de Middel-
42
bare Defensie Vorming. Wordt onderwezen bij het Land Training Centre in Amersfoort.
VOC Mededelingen
komstige operaties altijd en overal
direct over een vrij luchtruim kunnen
beschikken en de tegenstander maar
beperkt technologisch is uitgerust.
Het niet meer hebben van eigen tanks
beperkt ons als Nederlandse krijgsmacht ontzettend in toe te passen gevechtsvormen. Het ervan uitgaan dat
NATO-partners ons wel zullen ondersteunen met tanks getuigt volgens mij
van misplaatst opportunisme.
We hoeven niet ver terug te gaan in de
tijd voor praktijkvoorbeelden waarbij
de toegezegde steun toch even niet
kwam. Met de huidige middelen in de
huidige tijd zullen naar mijn mening
de brigadevakken in afstand flexibel
moeten zijn, aangepast aan o.a. het
terrein en dreiging. Binnen deze vakken zullen de manoeuvre-bataljons
(inclusief de vuursteun) vrij moeten
kunnen manoeuvreren. Het gaat erom
om op het juiste tijdstip, op de juiste
locatie een concentratie van middelen
te krijgen, die een verdediging kunnen uitvoeren. De uitvoering van de
verdediging gaat dan veel meer lijken
op het ‘oude’ vertragende gevecht. Het
grote verschil met het ‘oude’ vertragende gevecht is dat wij nu wel de beslissing moeten zoeken en niet alleen
tijd en ruimte willen winnen. Om deze
‘combat power’ zo vroeg mogelijk te
kunnen richten is het van groot belang
dat we begrip van de operationele
omgeving hebben. Hierin is naar mijn
mening een essentiële rol weggelegd
voor verkenningseenheden. Zij kunnen lang autonoom optreden en over
grote afstanden voorwaarts gaan om
op tijd de locatie van de opponent en
hun (militaire) intenties te onderkennen. Hierbij zullen ze juist niet gebonden moeten worden aan afstanden
zoals voorgesteld in het plan van de
auteurs waardoor hun mogelijkheden worden beperkt. Op basis van de
intentie van de opponent kun je de
INGEZONDEN REACTIE
juiste concentratie van middelen in
tijd en ruimte tegenover de opponent
plaatsen. Overigens wordt dit belang
door de Duitse krijgsmacht al geruime
tijd onderkend. De Bundeswehr is dusdanig gereorganiseerd dat alle gemechaniseerde brigades beschikken over
een verkenningsbataljon.
Afsluitend: Naar mijn mening hebben
luitenant-kolonel Wijnhoud en majoor
de Bock de ‘oude’ doctrine van 2001
als gevolg van reorganisaties en nieuwe ontwikkelingen niet aangepast,
maar passend gemaakt voor de huidige technische middelen. Daarbij is
de conceptuele vraag: ‘Hoe voeren wij
in de toekomst in een multinationale
operatie de verdediging uit?’ buiten
beschouwing gelaten. Zoals gezegd
is dit uitgangspunt naar mijn mening
onjuist: wijzigingen in de fysieke
component leiden niet, automatisch,
tot wijzigingen van het conceptuele
component. Ik denk dat de verdediging
zoals voorgesteld in een vast brigadevak achter een aaneengesloten VRW
achterhaald is en met onze huidige
middelen niet uitvoerbaar. Voor deze
gevechtsvorm missen wij gevechtskracht in de vorm van tanks. Hoe goed
de CV-90 ook is, dit voertuig is qua
mobiliteit, bepantsering, vuurkracht en
reikwijdte niet opgewassen tegen een
Main Battle Tank. Het begrijpen van
de militaire situatie door inzet van
verkenningseenheden is cruciaal.
Het inzetten van de beschikbare eenheden bepalen we o.a. door een analyse van het terrein en de intentie van
de opponent en niet door opgedragen
vakgrenzen. Hierdoor wordt er maximale invulling gegeven aan de grondbeginselen van militair optreden:
concentratie, doelgerichtheid, initiatief
maar vooral economisch gebruik van
middelen en flexibiliteit. ●
Luitenant-kolonel b.d. Doug Alexander en oud-reserve eerste luitenant Ing. Jan Lakeman
Op zaterdag 5 april 2014 kwamen vijftig VOC-leden en vijfendertig partners bijeen in de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging ‘De Maas’, waar het bestuur hen verwelkomde
met koffie en cake. De sfeer was als die van een familiereünie. Vrienden, kennissen en partners troffen elkaar in
het sfeervolle sociëteitsgebouw.
Erelid brigadegeneraal b.d. J.M.A. Thomas bevond zich als immer - onder de aanwezigen. De dames bezochten
het vlakbij gelegen Wereldmuseum. De heer Rein Breeman, bestuurslid aldaar, hield een inleiding over de opzet van het museum. De rondleiding door de expositie
‘Future Pass 3.0’ was aanleiding tot zeer diverse reacties.
De heren ter vergadering bogen zich over de ernst des
levens en die van de VOC. Het bestuur was alert en had
zich gedegen op een mogelijke storm voorbereid, vooraf
niet wetend dat notoire vragenstellers het hadden laten
afweten. Want traditiegetrouw maakt men zich niet druk
om aan-, laat staan, afmeldingen. Toch was er een lid dat
zijn zorg uitte over het ‘gebrek aan paarden’ en of we ‘die
tanks toch niet uit Finland konden terughalen’. Kordaat en
met veel humor leidde voorzitter generaal-majoor b.d.
Harm de Jonge zijn cavalerieofficieren door de vergadering. Op de vraag om het ‘blauwe boekje’ eens per vijf
jaar in geprinte vorm uit te geven, reageerde onze voor-
zitter begripvol. Na een duidelijke toelichting op de financiën, werden penningmeester en bestuur onder applaus
gedechargeerd voor het gevoerde financieel beleid en begon - in aanwezigheid van de dames - het gezellige deel
van deze lentedag. Op het zonnig terras genoten we van
een aperitief en een voortreffelijke lunch met sandwiches
en heerlijke bisque. Vervolgens wandelde het gezelschap
over de kade en monsterde aan op een Spido-salonboot.
Wederom onder leiding van onze bijzonder deskundige
gids en voormalig havenbaron Rein, nu met Rotterdamse
tongval, voeren we stroomop- en afwaarts en ontdekten
we markante plekken in het havengebied.
De Maas/Waterweg werd gevolgd van Willemsbrug tot
Quarantainehaven en van afmeerplek tot containerhaven. Oude roem van het S.S. Rotterdam werd extra toegelicht. De indruk werd gewekt van een mentaliteit van
‘niet kletsen, maar mouwen opstropen’. Voorwaar: een
dynamische haven. De dag werd afgesloten met borrel
en bitterbal op het zonovergoten terras van de gastvrije
vereniging ‘De Maas’ met een indrukwekkend uitzicht
over rivier, scheepvaart en kades, waarna eenieder tevreden huiswaarts kon keren. Met dank aan ondervoorzitter
en regelaar oud-reserve luitenant-kolonel mr. Dirk van
Zuidam voor een voortreffelijke bijeenkomst. ●
VOC Mededelingen
43
LEUSDERHEIDE
Over de auteur
Luitenant-kolonel b.d. Willem G.F.
van Kempen is secretaris van de
Stichting Museum Nederlandse
Cavalerie en Coördinator Nationaal Monument Kamp Amersfoort. De foto’s zijn afkomstig van
Gert Stein, coördinator NMKA,
en uit de foto-collectie van het
Museum Nederlandse Cavalerie.
DE GROOTSTE EXECUTIEPLAATS IN NEDERLAND
TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG
Luitenant-kolonel b.d. Willem G.F. van Kempen
Iedere cavalerist die ooit in en om Amersfoort werd
opgeleid of geplaatst is geweest, heeft zijn eigen herinneringen aan de Leusderheide. Verhalen over de schietoefeningen, oefeningen te voet, met de wiel- of rupsvoertuigen overdag en bij nacht en ontij, zijn er velen.
Want wat was het er, waarnemend vanuit de toren van
een Centurion of in een luisterpost aan het eind van
een rol WD-1-TT, donker en stil bij nacht. En wat waren
de kuilen en plassen diep in het traject dat bij de
rijopleidingen moest worden gevolgd.
Ondanks die vele naoorlogse herinneringen aan de
Leusderheide, is het veel minder bekend dat de Duitse
bezetter dit gebied in de Tweede Wereldoorlog gebruikte
als executieplaats...
44
VOC Mededelingen
Op 21 verschillende plekken in het gebied werden ongeveer 240 Nederlanders gefusilleerd. Meer dan op welke
andere plaats in Nederland ook. Dit verhaal gaat over
de historie van die min of meer vergeten plekken op de
Leusderheide, welke in de gemeente Leusden ligt, maar
grotendeels eigendom is van de gemeente Amersfoort.
Leusderheide
Over de Leusderheide klonken tenminste zestien keer de
schoten van een vuurpeloton. De slachtoffers waren
Nederlandse mannen die werden verdacht van het plegen
van acties tegen de bezettingsmacht. Na een veroordeling door een Duitse rechtbank of als represaille werden
zij gefusilleerd en ter plekke begraven. Ze kwamen onder
meer uit het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort
(PDA, Kamp Amersfoort), maar ook werden zij uit gevangenissen in Utrecht, Amsterdam of rechtstreeks uit het
‘Oranjehotel’ aangevoerd om op de Leusderheide gedood
te worden. Na de oorlog werd direct een begin gemaakt
met de zoektocht naar de verdwenen slachtoffers. Veelal
op aanwijzingen van voormalige kampbewakers werden
de graven gelokaliseerd. De slachtoffers werden geborgen en na identificatie, in Leusden, in hun woonplaats of
op een ereveld herbegraven. Het was een proces dat tot
ver in 1947 zou gaan duren. Daarna werd het stil op de
LEUSDERHEIDE
Leusderheide. Bijna tien jaar herinnerde niets aan de executies die hier
plaatsvonden. Acht massagraven waar
de meeste executies hadden plaatsgevonden, lagen achter de schietbanen
aan de noordoostzijde van de Leusderheide. Hoewel volgens historische
kaarten het Jannetjesdal zich elders
op de Leusderheide bevindt, staat de
locatie met vier van die acht graven
toch bekend als het Jannetjesdal.
Op initiatief van nabestaanden kwam
hier een gedenkteken in de vorm van
een wit kruis (zie foto pagina 48).
Hierbij werd op 4 mei 1954 een eerste
herdenking gehouden. Het kruis staat
sindsdien bekend als het ‘gedenkkruis
Jannetjesdal’. In andere delen van
de Leusderheide werden nog dertien
massagraven aangetroffen, soms
dicht bij elkaar. Deze plekken werden
nooit gemarkeerd of van een gedenkteken voorzien. Het gedenkkruis Jannetjesdal brengt ook deze slachtoffers
in herinnering.
Vanwege militaire (schiet)oefeningen
werd het gebied na de oorlog voor
publiek ontoegankelijk verklaard. Hoewel de schietoefeningen al enkele
jaren zijn gestopt, bleef de Leusderheide gesloten voor publiek. Maar
niet op 4 mei, want in 2003 heeft
de Stichting Nationaal Monument
Kamp Amersfoort (NMKA) zich garant
verklaard voor de instandhouding
van het herdenkingskruis. Het spant
zich sindsdien in de herinnering aan
de slachtoffers niet verloren te laten
gaan en zo ook voor de toekomst te
bewaren. Jaarlijks wordt met steun
van Defensie op 4 mei om 14.00 uur
een herdenkingsplechtigheid gehouden. Nabestaanden, medewerkers
van Kamp Amersfoort en steeds meer
belangstellenden maken onder begeleiding van de terreinbeheerder de
wandeling naar het herdenkingskruis
Jannetjesdal. Bij de ruim honderd
slachtoffers die bij het Jannetjesdal
werden geborgen, was een groep van
17 leden van de verzetsorganisatie
Ordedienst (OD). Hiertoe behoorden
ook twee oud-SROC’ers, de reserveeerste-luitenant jhr. Willem Th. C. van
Doorn en de kornet Fritjof Dudok van
Heel. Aan de hand van hun lot geven
we een voorbeeld van het hoe en
waarom dat slachtoffers van de
Duitse bezetter daar het leven lieten.
Verzet en de Ordedienst
Na de capitulatie van de krijgsmacht
begonnen in Nederland al snel personen, groepen en organisaties zich
op allerlei wijzen tegen de bezetter te
keren. Er ontstonden allerlei verzetsgroepen. Zo werd ook de Ordedienst
(OD) organisatie opgericht op initiatief
van de reserve-luitenant-kolonel der
Artillerie Johan H. Westerveld. Hij was
zijn militaire carrière begonnen als
cadet op de KMA. In 1920 had hij als
beroepsofficier eervol ontslag gekregen, maar hij was als reserveofficier
blijven dienen. In de OD gingen veel
spontaan opgerichte lokale verzetsorganisaties op. Hoewel de oud-Commandant Veldleger, luitenant-generaal
b.d. jhr. W. Röell, formeel de commandant OD was, zou de feitelijke landelijke leiding van de OD steeds in handen
zijn van de chef-staf Westerveld en zijn
opvolgers. Het doel van de OD was
om, in geval de Duitse overheerser
spoedig zou vertrekken, te kunnen
beschikken over een regionaal bestuursorgaan. De regering zat immers
in Londen en het parlement was eind
mei 1940 al ontbonden. Hoewel de
organisatie deels werd bemand door
beroepsofficieren en reserveofficieren,
had het geen echt militaire structuur.
De meerderheid van de leden van de
OD waren burgers. Zelfs toen de OD
tot een grote landelijke en breed vertakte verzetsorganisatie met diverse
inzetdomeinen uitgroeide, bleef de
landelijke staf beperkt tot de commandant, de chef-staf en enkele verbindingsofficieren.
Voordat de Sicherheitsdienst (SD) begin maart 1941 in Den Haag een actie
op touw zette tegen de verspreiders
van illegale bladen, had de bezetter
geen idee van het bestaan van de OD.
Bij een inval werd toen naast een aantal revolvers en een zendapparaat, een
namenlijst gevonden. Het gevolg was
een arrestatiegolf van OD-kernen, die
van maart tot november 1941 duurde.
De groep met de overste Westerveld
en de aan de OD gelieerde groepen
van de Delftse prof.ir. R.L.A. Schoemaker en de Delftse prof.ir. J.A.A.
Mekel belandden respectievelijk op 3
april, op 2 mei en op 3 juli 1941 in het
Oranjehotel te Scheveningen. De arrestatie op 21 september 1941 van de
opvolger van Westerveld, de luitenantkolonel der Koninklijke Marechaussee
P.M.R. Versteegh, was weer een harde
klap voor de OD. Besloten werd dat
jhr. Johan Schimmelpenninck opvolger zou worden van Versteegh als
derde chef-staf OD. Hij had aanvankelijk een eigen organisatie opgebouwd.
Het doel daarvan was een overgangsbewind voor te bereiden dat direct na
het vertrek van de bezetter in Nederland leiding aan de maatschappij zou
kunnen geven. In de groep van medewerkers die hij hiervoor om zich heen
verzamelde, bevonden zich onder
meer cadetten en adelborsten.
Ook de reserve-eerste luitenant jhr.
Willem Th. C. van Doorn en de kornet
Fritjof Dudok van Heel behoorden tot
zijn medewerkers, die optraden als
koeriers en verbindingsofficieren. Zijn
periode als chef-staf OD zou maar kort
duren, want al op 13 november 1941
werd hij door de SD gevangen genomen. De SD stroopte het land verder
af naar dit soort gezagsondermijnende
elementen en niet gewenste organisaties en kwam in het centrum van ons
land een andere tak van de OD op het
spoor. Ook deze laatste groep moest
worden ingesloten in het Oranjehotel.
De gevangenis zat echter overvol en
de Duitsers besloten daarom een deel
van de eerder gearresteerden over te
brengen naar het PDA. Het betrof 72
man van de groepen van overste Westerveld en de professoren Mekel en
Schoemaker. Het eerste OD-proces,
de rechtszaak tegen de eerste groep
van 72 man, vond vanaf 27 maart 1942
plaats in Amersfoort in het paviljoen
van het huidige Berghotel. De uitspraak volgde op 11 april 1942 in de
‘SS-kantine’ van het PDA. De 72 aangeklaagden kregen tegen de verwachting in de doodstraf.
Overste Versteegh had als een van de
beklaagden de rechtbank niet kunnen
overtuigen van de werkelijke beweegredenen waarom de OD was opgericht. Het gerecht vond het een tegen
Duitsland gerichte organisatie. De
aanklacht voor allen was spionage en
wapenbezit, wat overigens maar voor
een beperkt aantal van hen gold. ››
VOC Mededelingen
45
LEUSDERHEIDE
Allen werden voor het gemak over
één kam geschoren. Voor de tweede
groep van 30 mannen en een jonge
vrouw uit Midden-Nederland moest
een andere locatie voor de rechtbank
worden gezocht. Alle reguliere gevangenissen in Nederland, waar dat in
principe moest plaatsvinden, hadden
hiervoor geen ruimte. Uiteindelijk
werd in Maastricht een deel van een
Franciscaner klooster gevorderd. Net
als in Amersfoort volgde hier op 26
april 1942 de rechtszaak tegen de 31;
dezelfde aanklacht en een vrijwel gelijkluidend vonnis: levenslang voor
zes mannen en een vrouw en de
doodstraf voor 24 man. Alle ter dood
veroordeelde verzetsmensen werden
naar Sachsenhausen gebracht en daar
gefusilleerd, de groep uit Amersfoort
op 3 mei 1942 en de groep uit Maastricht op 11 mei 1942. De nacht tevoren
mochten zij nog een afscheidsbrief
aan de familie schrijven.
De executies werden uitgevoerd in
de Schießstand, de schietbaan; de
stoffelijke resten werden onmiddellijk
daarna gecremeerd. Dat er tegen de
verwachting in zwaar werd opgetreden door het Duitse regime, valt te
verklaren uit het feit dat de OD in de
ogen van de bezetter een ongewenste
organisatie was. Men was bezig de
nazi-staat tot wasdom te brengen en
daar paste de OD zeker niet in. Daarnaast moest er een afschrikwekkend
voorbeeld worden gesteld. Dat de
executies in Duitsland plaatsvonden,
heeft te maken met de periode waarin
deze affaire zich afspeelde. Nederland
zat nog volop in de gelijkschakeling,
d.w.z. het rijp maken van Nederland
voor het nationaalsocialisme.
De Nederlanders moesten daarom
met dit soort voorvallen niet tegen de
haren in gestreken worden.
Het feit dat aan het verzet zoveel beroepsmilitairen deelnamen, leidde ertoe dat Hitler opdracht gaf hen in krijgsgevangenschap weg te voeren.
Het beroepspersoneel kreeg de opdracht zich op 15 mei 1942 onder het
mom van registratie in een aantal
kazernes te melden.
Slechts een zeventigtal van de ruim
2000 officieren meldde zich niet omdat ze het (terecht) niet vertrouwden
of omdat ze al waren ondergedoken
46
VOC Mededelingen
wegens hun verzetswerk. Voor alle
anderen sloeg de val dicht en zij
werden afgevoerd naar Duitsland.
Hierbij bevond zich ook de majoor N.
Tibo die na de gevangenneming van
jhr. Schimmelpenninck door diens
jonge officieren was aangezocht zijn
opvolger te worden. Het verlies van
de 72 en de 24 en de wegvoering van
zoveel beroepsofficieren waarvan
diverse binnen de OD organisatie
hadden gediend, leidden tot nieuwe
uitdagingen. Dit ook al omdat in het
voorjaar van 1942 de SD een nieuwe
golf van arrestaties had uitgevoerd.
Zo’n 300 OD’ers waren hierbij inmiddels opgepakt en in het ‘Oranjehotel’
opgesloten. Ook enkele van de jonge
officieren van de staf van jhr. Schimmelpenninck waren opgepakt. Een van
hen was kornet Dudok van Heel die op
14 juli 1942 werd gevangengenomen.
De bezetter had uit de 300 gevangen
OD’ers een honderdtal aangewezen
als ‘Todeskandidaten’ voor het 2e ODproces in Haaren.
Op 27 april 1943 werden uiteindelijk 21
van hen ter dood veroordeeld, waarvan 17 werden geëxecuteerd. Dit was
de groep van jhr. Schimmelpenninck,
waartoe ook Dudok van Heel en jhr.
Van Doorn behoorden. Jhr. Schimmelpenninck had na de veroordeling aan
de rechters verzocht hem te midden
van zijn jonge officieren te fusilleren.
En zo geschiedde. Maar desondanks
bleef de OD met zijn vele vaak vrij zelfstandige onderafdelingen, zoals de Inlichtingendienst (ID), functioneren. In
totaal hebben 307 OD’ers uit de eerste
periode het leven gelaten in concentratiekampen en tuchthuizen of voor
vuurpelotons. Buiten de executies die
in Duitsland plaatsvonden, werden
er ook OD/ID’ers op de Leusderheide
omgebracht. Hierbij waren de twee
executies van OD/ID’ers; op 20 juli
1943 de fusillade van 20 ID’ers van de
Gebr. Van Hattem en op 29 juli 1943 de
fusillade van de 17 man van de groep
Schimmelpenninck. Steeds weer wist
de OD zich te herstellen. In het tweede
deel van de oorlog stond een nieuwe,
beter beveiligde OD onder leiding van
‘chef-staf’ reserve-ritmeester Jhr. P.J.
Six. In 1943 vestigde Six zijn hoofdkwartier in de thans verdwenen Amsterdamse Koepelkerk naast de ingang
van het Vondelpark bij het Leidseplein.
Deze geschiedenis kunt u lezen in
‘Jonkheer P.J. Six, Amsterdammer en
Verzetsstrijder’ door Dr. C.M. Schulten. Ook daarbij vielen slachtoffers, al
werden in latere processen niet alle
arrestanten tot de doodstraf veroordeeld. Een groot aantal OD’ers werd
na berechting toch weer vrijgelaten.
Reserve-eerste-luitenant
Jhr. Willem Th. C. van Doorn
Jonkheer Willem Th. C. van Doorn
werd op 31 mei 1911 te ‘s-Gravenhage
geboren. Na het gymnasium begon hij in 1931 in Leiden een studie
rechten. Na zijn kandidaats rechten
vervolgde hij zijn studie niet omdat
hij zich geheel wilde wijden aan de
Oxfordbeweging, het werken aan de
morele en geestelijke herbewapening.
Hij was een goed race-roeier en ook
voorzitter van Pro Patria, de Leidse
Studentenweerbaarheidsvereniging.
Zijn opleiding aan de School Reserve
Officieren Cavalerie ontving hij van 1
oktober 1932 tot 1 juli 1933 als leerling
van de 16e cursus SROC. Op 1 januari
1934 werd hij benoemd tot reservetweede-luitenant bij het 3e Regiment
Huzaren, waarna hij op 1 januari 1938
werd bevorderd tot reserve-eersteluitenant. In de mobilisatie was hij
ingedeeld bij het 1e Eskadron Wielrijders. Dit maakte na 1 mei 1940 deel
uit van het 3e Regiment Huzaren en
het nam o.a. te Schiebroek deel aan
de strijd. Na de capitulatie werkte hij
korte tijd bij de Nederlandse Opbouwdienst maar omdat hij zich niet met de
leiding kon verenigen, nam hij al weer
LEUSDERHEIDE
snel ontslag om zich aan de vaderlandse zaak te gaan wijden. In de zomer van 1940 kocht hij een vliegtuig.
Hij had zowel een sportvliegbrevet als
een militair vliegbrevet en hij wilde
naar Engeland vliegen om zich bij de
RAF te melden. Maar dat moedige
plan mislukte. Bovendien vonden er
veel arrestaties plaats waar hij zich
door onderduiken aan wist te onttrekken. In het voorjaar van 1941 deed hij
weer een poging om naar Engeland
te komen, ditmaal samen met een
metgezel in een kano. Maar ze werden
door een storm overvallen.
Een Nederlandse vissersboot waarop
zich Duitse militairen bevonden nam
hen aan boord. Bij aankomst in IJmuiden wisten ze toch te ontkomen. Nu
sloot hij zich aan bij de OD en werd
lid van de staf van jhr. Schimmelpenninck. Hij verrichtte koeriersdiensten
en richtte zich op de afzonderlijke
verzetsgroepen binnen de opbouw
van de OD. In november 1941 zond jhr.
Schimmelpenninck hem met een opdracht naar Vichy. Hij was van plan na
het uitvoeren van de opdracht weer
een poging te wagen naar Engeland
te komen om bij de RAF in dienst te
treden. Maar hij werd in Noord-Frankrijk bij Mézières gevangen genomen,
waarbij op hem wapens en papieren
gevonden werden.
Vanaf november 1941 was hij achtereenvolgens opgesloten in een gevangenis in Parijs, het ‘Oranjehotel’ in
Scheveningen, het PDA en het concentratiekamp Vught. In maart 1943 werd
hij overgebracht naar Haaren. Tijdens
het 2e OD-proces werd daar op 27
april 1943 tegen hem en 20 andere
OD’ers van de groep Schimmelpenninck de doodstraf uitgesproken. Zij
werden overgebracht naar de Kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht. Hij
weigerde om gratie te vragen omdat
hij, zoals hij tegenover het ‘Kriegsgericht’ verklaarde, zijn vijanden niet om
genade wilde vragen.
Op 29 juli 1943 werd hij samen met de
andere 16 OD’ers in het Jannetjesdal
gefusilleerd. Hij rust nu met andere
leden van de OD en van de ID op het
oorlogsereveld van de begraafplaats
Rusthof te Leusden.
Kornet Fritjof Dudok van Heel
Fritjof Dudok van Heel werd op 19
april 1918 in Semarang op Java geboren. Na huisonderwijs en de lagere
school vertrok hij met zijn familie naar
Europa. Na een jaar op een internaat
in Zwitserland vertrok hij naar Nederland. Daar behaalde hij in 1938 het
HBS diploma aan het Bussums Lyceum. Zijn opleiding aan de School
Reserve Officieren Cavalerie ontving
hij van 1 oktober 1938 tot 1 juli 1939
als leerling van de 22e cursus SROC.
Hij werd aangesteld tot kornet en gemobiliseerd. In de meidagen 1940 was
hij met zijn eenheid in de Betuwe en
bij Rhenen bij gevechtshandelingen
betrokken. Hoewel de capitulatie van
de Nederlandse krijgsmacht en de
daarop volgende demobilisatie formeel zijn militaire carrière als reserveofficier beëindigden, nam hij deze
binnen de illegaliteit al snel weer op.
Vanaf medio 1941 was hij volledig in
dienst van het verzetswerk als koerier
en verbindingsofficier van de chef-staf
OD, jhr. Schimmelpenninck en diens
opvolger. Toen op 15 mei 1942 een belangrijk deel van de beroepsofficieren
binnen de OD inclusief de chef-staf in
krijgsgevangenschap naar Duitsland
werden afgevoerd, bleef hij als oudste
bij de staf over en met maar één
medewerker was hij verantwoordelijk
voor de voortzetting van de organisatie. Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft
hij heel zelfstandig aan de wederopbouw van de OD gewerkt; niet alleen
Kornet Fritjof Dudok van Heel
van de staf maar ook van de regionale
afdelingen die grote klappen hadden
gehad. Op 14 juli 1942 werd hij vermoedelijk door verraad gearresteerd
en in het ‘Oranjehotel’ te Scheveningen gevangen gezet. Vervolgens werd
hij overgeplaatst naar het PDA en later
naar het concentratiekamp Vught. Medio maart 1943 werd hij overgebracht
naar Haaren. Tijdens het 2e OD-proces
werd daar op 27 april 1943 tegen hem
en 20 andere OD’ers van de groep
Schimmelpenninck de doodstraf
uitgesproken. Zij werden overgebracht
naar de Kriegswehrmachtsgefängnis
in Utrecht waar ze nog drie maanden
werden vastgehouden. Op 29 juli
1943 werd hij samen met de andere
16 OD’ers in het Jannetjesdal gefusilleerd. Hij rust nu op de Oude Gemeentelijke begraafplaats te Naarden. ●
Kamp Amersfoort in oorlogstijd. De maker van de foto is onbekend, evenals de
datum waarop de foto is genomen. Op de foto zien we gevangenen in een
‘Arbeitskommando’. In de barak op de achtergrond was Abteilung III (de administratie) gevestigd.
VOC Mededelingen
47
VOC MEDEDELINGEN
Het gebeurt bijzonder zelden dat een
militair buiten dienst - hij ging in 1991
met eervol ontslag - wordt bevorderd.
En al helemaal niet voor het front van
de troep. Het overkwam de majoor
b.d. Willem Plink. Na afloop van de
beëdigingsplechtigheid op de Hof te
Amersfoort op 23 april, werd hem
tot zijn grote verrassing de rang van
luitenant-kolonel titulair b.d. toegekend. De overste Plink is een expert
op het gebied van tradities. Jarenlang heeft hij gewerkt voor de Traditie
Commissie Krijgsmacht. Hij heeft een
groot aandeel gehad in het ontwerp
van bijna alle vaandels en standaarden, die door HM Koningin Beatrix
zijn uitgereikt. Hij is mede ontwerper
van de vaandels van de Militaire Administratie, van een Eskader van de
Koninklijke Marine, en van het vaandel van de Koninklijke Luchtmacht
met opschrift Kosovo.
Daarnaast heeft hij geadviseerd over
de aanhechtingen van cravatten aan
48
VOC Mededelingen
de vaandels van het toenmalige Regiment Stoottroepen Prins Bernhard,
het Regiment Limburgse Jagers en
het vaandel van de Poolse Luchtlandingseenheden. Ook trad hij op als
adviseur voor het Korps Landelijke
Politie inzake een standaard voor het
Bereden Ere-Escorte Politie.
In 2013 heeft hij zijn medewerking
verleend aan de realisatie van een
nieuwe standaard voor de Nationale
Politie. Deze werd onlangs door ZM
Koning Willem Alexander uitgereikt.
Verder heeft hij talrijke publicaties
verzorgd en bijdragen geleverd voor
uiteenlopende instanties, zoals de
Universiteit van Leiden, de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van
de Krijgswetenschap, de Vereniging
Officieren Cavalerie en de Vereniging
Mars en Historica, waarvan hij ook
enige jaren secretaris is geweest.
Vele militaire en civiele instanties
Uitreiking standaard Bereden
Ere-Escorte Politie door HM Koningin
Beatrix. Uiterst rechts Lkol tit
b.d. Plink.
hebben gedurende vele jaren gebruik
gemaakt van zijn grote kennis over de
militaire tradities. Tenslotte heeft zijn
verblijf als kind in diverse jappenkampen geleid tot een meer dan nadrukkelijke betrokkenheid bij organisaties
en herdenkingen gerelateerd aan het
lijden in de Japanse bezetting in het
Verre Oosten. De Koninklijke Landmacht ondergaat de laatste jaren de
grootste reorganisatie uit zijn geschiedenis. Het is van cruciaal belang
dat deze organisatie blijft geworteld
op een stevig historisch fundament.
Luitenant-kolonel titulair b.d. Plink
heeft door zijn grote inzet, betrokkenheid, enthousiasme en vakmanschap
een enorme inhoudelijke, kwalitatief
hoogstaande bijdrage geleverd aan
dit fundament. ●
VOC MEDEDELINGEN
Internationaal bereden defilé
In het kader van het tweehonderdjarig bestaan van
de Koninklijke Landmacht, organiseert het Cavalerie
Ere-Escorte op zondagmiddag 14 september 2014
een internationaal bereden defilé in het centrum van
Den Haag. Voor dit defilé zijn detachementen aanwezig van de Household Cavalry uit Groot-Brittannië, de
Garde Republicaine uit Frankrijk, het Koninklijk Escorte uit België en bereden detachementen uit Duitsland en de Verenigde Staten. Vanuit Defensie neemt
naast het Cavalerie Ere-Escorte, ook het Marechaussee Ere-Escorte en het Korps Rijdende Artillerie deel.
Het defilé wordt muzikaal ondersteund door de Fanfare Bereden Wapens. ●
VOC-lunch Zutphen
nu in Joppe
VOC-Borrel
in Canada
Aan de reeks VOC borrels buitenland kan een nieuwe
locatie worden toegevoegd. Op initiatief van oud
reserve-eerste luitenant Huibert Arnold (SROC jaargang 1968 en reeds jarenlang woonachtig in Canada),
wordt er met ingang van heden bij elke gelegenheid
die zich aandient, een cavalerieborrel georganiseerd
in ‘The Canadian Army Officers’ Mess’ te Ottawa,
149 Somerset Street West. VOC leden woonachtig of
op doorreis in Canada zijn van harte uitgenodigd.
Het dragen van de regimentsdas wordt op prijs gesteld. Voor informatie en opgave (1 dag vooraf): oud
reserve-eerste luitenant Huibert Arnold. Telefoon (1)
613-761-1939 en/of mail : [email protected]. ●
Na jarenlang gastvrij te zijn ontvangen in Gorssel,
heeft tafelpresident majoor b.d. Henk Nix moeten
omzien naar een nieuwe locatie voor de VOC lunch
Zutphen. Het bij vele cavalerieofficieren bekende
restaurant de Roskam is inmiddels gesloten.
Na zijn eerste verkenning gaf de tafelpresident slechts
een kaartcoördinaat door, hetgeen bij enkele oudofficieren het angstige vermoeden deed ontstaan dat
de eerstvolgende VOC lunch zou worden gehouden
met gevechtsrantsoenen ‘tien in één’ in een schamele
legertent in het Quarlesbosje op de Gorsselse Heide,
slechts verwarmd door een oude aladin. Echter, bij
navraag bleek het nieuwe etablissement zich ongeveer 2 km noordoost van de Roskam te bevinden.
Vanaf heden wordt de VOC lunch Zutphen gehouden
in het Bosrestaurant Joppe, Joppelaan 100 te 7215 AE
Joppe (www.bosrestaurant.nl).
Overige condities blijven onveranderd.
Parkeren is vrij
en de chef heeft
er zin in. Zie voor
de data van de
volgende bijeenkomsten de VOC
Activiteitenkalender op
pagina 59. ●
VOC Mededelingen
49
VOC MEDEDELINGEN
Herdenking gevallenen Cavalerie
Majoor Danny Dudart
Traditiegetrouw herdenken we op de vrijdag voorafgaand
aan de nationale dodenherdenking van 4 mei alle gevallenen der Cavalerie sedert de oprichting van ons Koninkrijk.
Dit jaar had de herdenking echter een bijzonder tintje.
De afgelopen jaren is luitenant-kolonel b.d. J.L. Johan met
veel passie en inzet bezig geweest om het monument uit te
breiden. Met de toevoeging van een sculptuur die verwijst
naar de wereldwijde inzet van Nederlandse cavaleristen
tijdens vredesmissies en de plaquettes met de namen van
de gevallen cavaleristen tijdens deze missies, wordt nu
ook eer betoond aan deze categorie militairen. Tevens is
nu ook de plaquette met de ruim vijftig namen van de
gesneuvelde oud-leerlingen van de SROC bijgeplaatst in
het monument. Met deze herdenking is het gerenoveerde
monument nu formeel in gebruik genomen. Een andere
reden die deze herdenking bijzonder maakte, was dat dit
de laatste herdenking was die geleid werd door generaalmajoor b.d. jhr. J.H. de Jonge in zijn rol als Wapenoudste.
Zoals hij de afgelopen jaren steevast deed, besteedde hij
ook dit jaar weer aandacht aan enkele gevallen cavaleristen in het bijzonder, zoals korporaal eerste klas Groen,
huzaar Broekmaat en wachtmeester Adriaansen. Hij maakte ons deelgenoot van hun heldendaden voordat zij het
grootste offer brachten bij het bevechten van onze vrijheid.
Op deze wijze krijgen de namen die op de plaquettes staan
weer even een gezicht en worden zij op passende wijze
geëerd. Tevens trok hij de vergelijking met de toestand
van het Nederlandse leger van voor de oorlog met die van
tegenwoordig. Ook toen was onze krijgsmacht uitgehold
zoals nu het geval is. Toch deden de cavaleristen van toen
vol overgave hun plicht. Een voorbeeld voor eenieder die
dient bij de krijgsmacht van nu. ●
Feestelijke première cavaleriefilm
Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis
Op donderdag 3 april j.l. werd in een van de zalen van het Eye filmmuseum in Amsterdam de
documentaire ‘200 jaar cavalerie - wapenfeiten om nooit te vergeten’ ten doop gehouden. Vol trots
presenteerde het productieteam, oud-reserve ritmeester Tom van Nierop, cineast Roderick Jurgens
en journaliste Gerda Zwartjes, de documentaire die de afgelopen maanden in het kader van 200
jaar cavalerie in Nederland met medewerking van velen werd samengesteld. De film is bestemd
voor iedere cavalerist, beroeps of reservist, jong of oud, en voor iedereen die geïnteresseerd is
in de geschiedenis van de Nederlandse krijgskunst in het algemeen en die van de cavalerie in
het bijzonder. Naast beelden van de gebeurtenissen tijdens de meidagen van 1940, de politionele acties in het voormalig
Nederlands-Indië, de dienstplicht en de oefeningen op de Noord-Duitse Laagvlakte tijdens de Koude Oorlog en de recente
uitzendingen naar missies in voormalig Joegoslavië en Afghanistan, staan vooral de interviews met zeventien markante cavaleristen, zowel beroeps en reservist, in deze documentaire centraal. Zij maken de kijker deelgenoot van hun persoonlijke
belevenissen en herinneringen aan de vele activiteiten van ons wapen tijdens de afgelopen decennia. En natuurlijk krijgt de
kijker ook antwoord op de vraag : ‘wat is er zo bijzonder aan een cavalerist?’ In zijn inleidend woord bij deze drukbezochte
première, wees de Wapenoudste, generaal-majoor b.d. Jhr. Harm de Jonge, op het feit dat een kunstenaar niet alles kan
tonen. Hij moet keuzes maken. Dat was zo in de tijd van de bekende schilder Hoyink van Papendrecht met zijn kleurrijke
beelden van het militaire leven, en dat is voor de hedendaagse filmmaker nog steeds zo. Ook het productieteam moest bij
het draaien van deze documentaire keuzes maken. Het eindresultaat is een prachtig pallet aan stemmingen geworden.
De ruim vijftig minuten durende film toont lolbroeken, filosofen, cavaleristen die in dankbaarheid terug kijken en enthousiast verhalen, maar ook cavaleristen die met merkbare pijn getuigen van wat zij hebben meegemaakt, soms met boosheid.
Zo is het leven, ook bij de cavalerie. Alle stemmingen moeten daarom zichtbaar zijn, het is geen wervingsfilm. Doelstelling
van de initiatiefnemers was het verleden levend te houden. Oud-reserve ritmeester Tom van Nierop en zijn team zijn hier
zondermeer in geslaagd en dat is een groot compliment waard. ●
50
VOC Mededelingen
VOC MEDEDELINGEN
Gedreven en volhardend
Tijdens de receptie aansluitend aan de herdenking gevallenen Cavalerie op 2 mei j.l. heeft
generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge zijn functie als Wapenoudste der Cavalerie overgedragen aan brigadegeneraal G.W. van Keulen. Maar liefst vijf jaar heeft hij deze functie
met veel toewijding vervuld van 2008 tot 2014. Als ‘voorste ruiter’ is hij gedurende deze jaren de bindende factor binnen
de Cavalerie geweest en vocht hij voor de belangen van ons wapen. Gezien het karakter van de herdenking had hij er voor
gekozen de overdracht sober te houden. Dit afscheid kreeg nog een feestelijk tintje toen brigadegeneraal G.W. van Keulen
als eerste ‘ambtshandeling’ in zijn rol als Wapenoudste de inspecteurspenning uitreikte aan generaal-majoor b.d. jhr. J.H.
de Jonge voor zijn bewezen diensten. De penning was voorzien van een inscriptie met de woorden ‘gedreven en volhardend’.
Ook een woord van dank aan de echtgenote van de scheidende Wapenoudste, daar zij ook steevast bij veel gelegenheden
aanwezig was en de Cavalerie zichtbaar een warm hart toedraagt. Tevens kreeg generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge uit
handen van de commandant van het Regiment Huzaren van Boreel, kolonel R. van Zanten, de Boreel legpenning in zilver
uitgereikt. Een bevestiging dat zijn inzet en toewijding door velen binnen en buiten ons Wapen werd gewaardeerd. ●
Op talloze iconen wordt Sint Joris afgebeeld met een ‘bijrijder’ op zijn paard. In een van de
vorige VOC Mededelingen vroeg de oud-reserve ritmeester Alexander Verstraeten zich af wie dit
figuurtje voorstelt en welk verhaal hier achter schuil gaat. Oud-reserve ritmeester Frans Weijer,
zelf een groot iconen liefhebber, wees de redactie op de uitleg van Karin Braamhorst, zoals door
haar verwoord in de ‘Iconen Lexicon’. Het gaat hier om het slaafje Mitilini. Deze persoon speelt
een belangrijke rol in een bekende legende uit Byzantijnse bron, die vooral in Libanon en Syrië
populair was. De slaaf Mitilini werd door Sint Joris bevrijd op het moment dat hij wijn inschonk
voor zijn meester. Reden waarom hij vaak met een schenkkan nog in de hand wordt afgebeeld. Meestal is Mitilini gekleed
als jonge Turk en is zijn identificatie als slaaf of bediende voor de hand liggend. Maar er is meer aan de hand. Gedurende
de Turkse overheersing werden jongens uit christenfamilies gedwongen dienst te nemen in het Turkse leger. Daartoe werd
elk jaar een aantal jongens weggehaald bij hun families. Terwijl ze in hun opleidingsperiode zaten, werden ze meteen ingewijd in de islam. Het was een systeem van georganiseerde kidnapping. Het was voor zo’n jonge soldaat onmogelijk terug
te keren naar huis; voor de christengemeenschap was zo’n jongen dood. Dit ‘wervingssysteem’ werd in de iconografie van
soldatenheiligen ingepast. Het miniatuur figuurtje achterop het paard is dan geen slaaf of bediende, maar een christelijke
jongen die wordt gered van de Turkse officier die het land doorreist op zoek naar rekruten. Ook andere soldatenheiligen als
Sint Joris hebben vaak een dergelijke figuur achter zich op het paard zitten. ●
In de nacht van 19 op 20 februari 2014 organiseerde 42 BVE voor de eerste maal een
‘Recce Obstacle Night Run’ in de omgeving van Oirschot. Het 15 km lange parcours
diende in teamverband en te voet te worden afgelegd. Onderweg moesten de verkenners een twintigtal opdrachten uitvoeren, zoals het werken met kaart en kompas, het
nemen van touw- en waterhindernissen, materieelherkenning, het bergen van gewonden, het toepassen van ZHKH en het indienen van een vuuraanvraag. De uitdagende
en afwisselende wedstrijd bij duisternis vormde een combinatie van fysieke inspanning
en het testen van vakkennis. Deelnemende eenheden waren o.m. 103 JVE, Kilacadmon
Kaartleesopdracht
(KMA), 42 BLJ, 11 Infbat AASLT en 41 Pagnbat. Van de negen teams, behaalden de verkenners van 42 BLJ de eerste plaats, gevolgd door 11 Infbat en 42 BVE. Brigadecommandant generaal G.W. van Keulen
reikte de prijzen uit. Dit geslaagde evenement wordt volgend jaar zeker herhaald. ●
VOC Mededelingen
51
PERSONEEL ›› BEVORDERINGEN
Bevorderd tot rang
Actie/Reden
Ingangsdatum
Naam
Elt
Effectieve bevordering
24-02-14
Weistra, Michael
Kap/Ritm
Effectieve bevordering
01-01-14
Borgman, Roland
Kap/Ritm
Effectieve bevordering
01-04-14
Ende, Lex van den
Maj
Effectieve bevordering
16-01-14
Reinders, Laurens J.J.
Maj
Effectieve bevordering
01-02-14
Samson, Wouter A.
Maj
Effectieve bevordering
01-04-14
Brood, Pascal
LtKol
Effectieve bevordering
01-01-14
Gillis, Johan
LtKol
Effectieve bevordering
01-01-14
Klaarbergen, Andele van
LtKol
Effectieve bevordering
15-03-14
Prak, Peter
PERSONEEL ›› UITSTROOM
Rang
Naam
Datum
Reden
Leeftijd ontslagdatum
Genm
LtKol
Tlt
Maj
Bgen/Cdre
Elt
Kuperus, Tom
Blokland, Jacob
Haccou, Patrick L.G.
Ploeg, Tabe T. van der
Bruin, Silvester de
Morsink, Henk
Ruiter, Onno
Berg, Michiel R. van den
Vonk, Erwin P.
Brumlief, Nikolaas
Lobé, Niek
Verhaert, Frits
Hardenbol, Hans
Brijs, Lex
Jonker, Arie P.
Vos, Ronny de
01-01-14
01-01-14
01-01-14
01-01-14
01-01-14
01-01-14
01-01-14
01-02-14
01-02-14
01-02-14
01-03-14
01-03-14
01-03-14
01-03-14
01-04-14
01-04-14
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2d
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.1
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
42
48
46
43
50
57
43
57
57
57
22
58
57
57
57
57
OVERLIJDENSBERICHTEN
Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:
Dominicus van den Bergh
Ger Beijering
Wietse Bijlsma
Ritmeester der Cavalerie b.d.
Oud-reserve Eerste Luitenant
Kolonel der Cavalerie b.d.
Overleden op 3 februari 2014
in de leeftijd van 98 jaar
Overleden op 9 april 2014
in de leeftijd van 70 jaar
Overleden op 19 april 2014
in de leeftijd van 71 jaar
Mr. Tom Veeneman
Leo Otten
Ir. Arent Modderman
Oud-reserve Ritmeester
Luitenant-kolonel b.d. der Cavalerie
Overleden op 23 april 2014
in de leeftijd van 70 jaar
Overleden op 2 mei 2014
in de leeftijd van 84 jaar
Oud-reserve Ritmeester
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Erekruis in de Huisorde van Oranje
Overleden op 26 april 2014
in de leeftijd van 74 jaar
Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
52
VOC Mededelingen
IN MEMORIAM
FELIX ANTOINE THEOPHILE
JOSEPH RECEVEUR
RI D D E R IN D E O R D E VA N ORANJE-NASSAU M ET DE ZWAARDEN
L U ITE N A N T-KOLONEL DER CAVALERIE B.D.
MAASTRICHT 18 MAART 1936
|
† ZANDVOORT 12 FEBRUARI 2014
Een markant cavalerieofficier is heengegaan. Felix’s
vader was Procureur-generaal in Den Bosch en daardoor
was het niet vanzelfsprekend dat hij cavalerieofficier zou
worden. Aanvankelijk begon hij de studie in de rechtsgeleerdheid in Nijmegen, maar dat bleek na enige tijd
een onbegaanbare weg. Na zijn jaren aan de universiteit,
werd Felix in de militaire dienst opgeroepen en werd
hij tot reserveofficier opgeleid bij de SROC te Amersfoort. In de cavalerie vond hij zijn passie en heeft hij
lange tijd gediend en vele vrienden aan zich gebonden.
Felix bleek te beschikken over een geweldig organisatie
vermogen en samen met zijn grote intelligentie heeft hij
veel voor het Wapen der Cavalerie kunnen betekenen.
Hij analyseerde scherp en schroomde niet afwijkende
meningen in opbouwende wijze naar voren te brengen.
Zo is hij jaren lang intens betrokken geweest bij de ontwikkeling van de schiettechniek van diverse tanktypes.
In zijn carrière was hij steeds met enthousiasme en
toewijding betrokken in de omscholingsteams voor de
Leopard-1, Leopard-1-V en Leopard-2.
Zijn persoonlijke benadering en zijn subtiele humor in
en na zijn werk leidde ertoe dat Felix door alle rangen
heen als een vakman, maar vooral als een bijzonder collega werd gezien. Ook na de dienst leerden wij hem in de
diverse messes als goede vriend kennen. In zijn carrière
heeft hij zich verdienstelijk gemaakt als schietinstructeur
en organisator van schietopleidingen, maar zeker ook
heeft hij vele jaren bij de parate troepen commando- en
staffuncties kunnen vervullen. Eerst in Bergen-Hohne
(BRD) bij 41 Tankbataljon, ondermeer als eskadrons commandant van het Bravo- en het Staf-Stafverzorgingseskadron en in 1987 bij 101 Tankbataljon te Soesterberg als
plaatsvervangend bataljonscommandant.
In deze laatste functie mocht ik hem namens Hare
Majesteit de Koningin zijn verdiende ridderorde uitreiken.
In die tijd heb ik Felix indringend en goed leren kennen.
Al was het maar omdat wij in Bergen (BRD) samen met
Ton Oudwater in één woonblok woonden, dat spoedig het
jeneverblok werd genoemd. Het was een gezelligheidsmens. Geboren in Maastricht en als echte Limburger is
dat dan ook niet verwonderlijk. Felix kon zijn lange carrière afsluiten met de bevordering tot luitenant-kolonel en in
een functie in het Limburgse land. Hij ging in Hoensbroek
wonen en vervulde de functie van Militair Assistent van
Cincent te Brunssum. Daar genoot hij met volle teugen
van en hebben wij in vele gezellige avonden en nachten
onze bijzondere ervaringen doorgesproken. De laatste
jaren verwaterde ons contact. Zijn gezondheid was niet
meer optimaal en tenslotte werd hij in een verpleeghuis
te Zandvoort opgenomen. Na een mooie uitvaart onder
leiding van zijn broer Louis werd van Felix te Zandvoort
afscheid genomen.
Ik wens Kücki, de kinderen en de gehele familie Receveur veel sterkte toe. Met Felix’ overlijden is een groot
cavalerist heengegaan, waar de cavalerie en vooral het
tankwapen veel aan te danken heeft gehad.
A.J.G.M. Blomjous
Luitenant-generaal b.d.
Adjudant-generaal i.b.d. van Hare Majesteit de Koningin
VOC Mededelingen
53
REGELMATIG TERUGKERENDE BIJEENKOMSTEN
Lunches
Borrels buitenland
Zutphen
Australië
Elke eerste donderdag van de maand
v.a. 12.00 uur in Bosrestaurant Joppe
te Joppe.
Info en opgave : maj b.d. H.A.G. Nix
T 0575 528002
E [email protected]
Sydney, bij de oud res elnt drs.
H.A.J. Sprangers.
T (privé) 029 634 18 22
E [email protected]
Den Haag
Elke tweede donderdag van de
maand in de Haagsche Club,
Info en opgave:
bij lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber.
T 06 55 99 18 08
E [email protected]
Eemland lunch
Elke derde donderdag van de maand
v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink,
Soesterbergsestraat 122 te Soest.
Info en opgave:
bij kol b.d. mr. C.H. Blok.
T 0546 601 091
E [email protected]
Rotterdam
Elke derde woensdag in de derde
maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur
in Roei en Zeilvereniging “de Maas”.
Info en opgave: res elnt W. Aalders,
E [email protected]
Brabantse Lunch
Elke vierde woensdag van de maand
v.a. 12.00 uur in auberge de Waag,
Markt 32 te Boxtel. Info en opgave:
bij de res lkol mr. D. van Zuidam.
T 0411 61 02 19
E [email protected]
Borrels Nederland
Amsterdam/ ‘t Gooi
De Henk Oortman Gerlings borrel
wordt in beginsel in Loosdrecht
gehouden in de maanden maart, juni
en november. De borrel wordt gevolgd
door een maaltijd.
Aanmelden bij res ritm mr.
M.P. Oortman Gerlings,
E [email protected] of bij
de res lkol mr. J.F. Verhaert:
E [email protected]
54
VOC Mededelingen
België
Brusselse VOC-borrel vindt plaats op
uitnodiging en op wisselende locaties.
Info bij oud res elnt D. Tromp,
E [email protected]
Canada
Cavaleristen woonachtig of op doorreis
in Canada worden uitgenodigd voor
een borrel bij iedere gelegenheid die
zich aandient in ‘The Canadian Army
Officers’ Mess’ - 149 Somerset Street
West. K2P OH7 Ottawa.
Contact (1 dag vooraf):
res elnt Hubert Arnold
T (1) 613-761-1939
E [email protected]
Spanje
Cavaleristen in Barcelona zijn
welkom om contact op te nemen
met Mark Wuijten.
E [email protected]
Luxemburg
Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van
Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Duitsland
Noorwegen
München
Oud-res ritm Rob Zaagman nodigt
(oud-)cavaleristen die in
München zijn uit voor een borrel.
Contact via: Consulaat-generaal
van het Koninkrijk der Nederlanden,
Nymphenburgerstrasse 20a,
5 Stock, München.
T 089 206 02 67 16,
F 089 206 02 67 30
E [email protected]
Oslo, bij de Defensie attaché voor
Scandinavie, lkol P. Teeuw.
Leden en niet leden, altijd welkom.
T +47 91 39 12 56
E [email protected]
Fehmarn
Oud res elnt Rolf Reijnders nodigt
(oud-)cavaleristen die het eiland
Fehmarn bezoeken, uit voor een borrel.
Hauptstrasse 49, D-23769 Fehmarn
OT Landkirchen.
T +49 171 5510424
E [email protected]
Frankrijk
Mornac sur Suedre, elke dinsdag
bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le
Mornac, 21 rue des Halles, 17113
Mornac sur Suedre.
T +33 546 22 63 20
E [email protected]
Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf.
Zuid-Afrika
Cavaleristen wonend of op reis in
Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel
te nemen aan een Cavalerieborrel,
die bij iedere gelegenheid die zich
aandient, zal worden gehouden in
7233 Greyton, Western Cape.
Contact: lkol b.d. Leo Venrooy.
T 00277 85 81 55 82
E [email protected]
USA
Lancaster (Pennsylvania), bij de
oud res elnt W.R.H.M. van Huystee.
T (kantoor) 717 393 15 51
T (privé) 717 393 30 05
Atlanta
bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10
209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran
Rd NW, Atlanta Ga 30327.
T 404 323 60 75 / 404 843 39 46
E [email protected]
VOC ACTIVITEITENKALENDER
J UNI
AU G U ST U S
Donderdag 19 juni
Donderdag 7 augustus
VOC Eemland Lunch - Soest
Locatie: Huize van den Brink
Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok
E [email protected], T 0546 601 091
VOC Lunchtafel Zutphen
Locatie: het Bosrestaurant Joppe
Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix
E [email protected], T 0575-528002
VOC Lunch Rotterdam
Locatie: KR&ZV De Maas
Veerdam 1 - Rotterdam
Info/aanmelden: res-elnt
W.J.G. Alders MBA
E [email protected]
Donderdag 14 augustus
Woensdag 25 juni
VOC Brabantse Lunch
Locatie: De Waag - Boxtel
Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van
Zuidam, E [email protected]
T 06-10053946
Zaterdag 28 juni
Nationale Veteranendag
Deelname Cavalerie Veteranenpeloton
Info/aanmelden: lkol b.d. J. Johan
E [email protected]
J UL I
Donderdag 3 juli
VOC Lunchtafel - Zutphen
Locatie: het Bosrestaurant Joppe
Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix
E [email protected]
T 0575-528002
Donderdag 10 juli
Haagsche VOC Koffietafel
Locatie: De Haagsche Club
Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber, E [email protected]
T 06-55991808
Donderdag 17 juli
VOC Eemland Lunch - Soest
Locatie: Huize van den Brink
Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok
E [email protected]
T 0546 601 091
Woensdag 23 juli
VOC Brabantse Lunch
Locatie: De Waag - Boxtel
Info/aanmelden: oud-res lkol
mr. D. van Zuidam,
E [email protected]
T 06-10053946
Haagsche VOC Koffietafel
Attentie : eenmalige andere locatie
Sociëteit De Vereniging - Kazernestraat
38 B. Info/aanmelden: lkol b.d. drs.
A. Rosendahl Huber
E [email protected]
T 06-55991808
Donderdag 21 augustus
VOC Eemland Lunch - Soest
Locatie: Huize van den Brink
Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok
E [email protected]
T 0546 601 091
Woensdag 27 augustus
VOC Brabantse Lunch
Locatie: De Waag - Boxtel
Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van
Zuidam
E [email protected]
T 06-10053946
SE P T E M B E R
Zondag 14 september
Internationaal bereden defilé
Korte Voorhout te Den Haag
Deelname militaire ruiters uit Nederland,
België, Frankrijk, UK, USA, Duitsland
Zie: Mededelingen/website VOC
Maandag 15 september
Oefening Cavalerie Ere-Escorte
Strand van Scheveningen
10.00 uur - 12.00 uur
E [email protected]
Donderdag 18 september
VOC Eemland Lunch - Soest
Locatie: Huize van den Brink
Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok
E [email protected]
T 0546 601 091
Woensdag 24 september
Wedstrijd om de Zilveren Kijker voor
Verkenningspelotons
Bergen-Hohne
Zie www.huzarenvanboreel.nl
VOC Brabantse Lunch
Locatie: De Waag - Boxtel
Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van
Zuidam
E [email protected]
T 06-10053946
Donderdag 4 september
Woensdag 24 september
VOC Lunchtafel Zutphen
Locatie: het Bosrestaurant Joppe
Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix
E [email protected]
T 0575-528002
VOC Lunch Rotterdam
Locatie: KR&ZV De Maas
Veerdam 1 - Rotterdam
Info/aanmelden: res-elnt
W.J.G. Alders MBA
E [email protected]
Wo. 3 en do. 4 september
Donderdag 11 september
Haagsche VOC Koffietafel
Locatie: De Haagsche Club
Info/aanmelden: lkol b.d. drs.
A. Rosendahl Huber
E [email protected]
T 06-55991808
Vrijdag 26 september
Het Grote Officieren Saamhorigheidsdiner VOC
Spoorwegmuseum Utrecht
Zie: Mededelingen/website VOC
Opgave [email protected]
VOC Mededelingen
55
VAN DE REDACTIE
VOC Mededelingen