Toepassing van Asfalt bij Verlaagde Temperatuur in

Toepassing van
Asfalt bij Verlaagde Temperatuur
Waarom A.V.T.?
• minder energieverbruik en minder CO2-emissie
• voordelen voor mens en milieu
• voordelen i.v.m. verwerkbaarheid
Wat is A.V.T. ?
Klassieke asfalt wordt bij 180ºC geproduceerd
Deze temperatuur is nodig om het mengsel te kunnen
verwerken bij de geschikte viscositeit van het bindmiddel
AVT = asfalt geproduceerd (gemengd) bij een lagere
temperatuur dan de klassieke. Hierbij worden technieken
toegepast om de viscositeit van het bitumen te wijzigen zodat
het AVT verwerkbaar is bij lagere temperatuur.
Is A.V.T. innovatief ?
Viscositeit bitumen in functie
van de temperatuur
Viscositeit (Pa.s)
verwerken
50
2
productie
0,5
0,2
85
120
140
162
Viscositeit bitumen (pen 200)
in functie van de temperatuur
Viscositeit (Pa.s)
50
2,0
0,5
Ideale
viscositeit
Mengen
125
Temperatuur
0,2
150
Viscositeit bitumen (pen 200)
in functie van de temperatuur
Viscositeit (Pa.s)
50
2,0
0,5
Ideale
viscositeit
Mengen
125
Temperatuur
Extra oxidatie
bindmiddel
0,2
150
Viscositeit bitumen (pen 200)
in functie van de temperatuur
Viscositeit (Pa.s)
Ideale viscositeit voor het
verdichten van asfalt
50
2,0
0,5
Ideale
viscositeit
Mengen
Onvoldoende
omhulling
125
Temperatuur
Extra oxidatie
bindmiddel
0,2
150
Viscositeit bitumen (pen 200)
in functie van de temperatuur
Viscositeit (Pa.s)
Ideale viscositeit voor het
verdichten van asfalt
75
50
2,0
0,5
Ideale
viscositeit
Mengen
Onvoldoende
omhulling
125
Temperatuur
150
Extra oxidatie
bindmiddel
0,2
Bestaande technieken
• Organische additieven (waxen)
¾ Verlagen van viscositeit
• Chemische additieven
¾ Verminderen van de wrijvingskrachten tussen de aggregaten
en het bindmiddel
• Schuimtechnieken
¾ Tijdelijk verlagen van viscositeit van het bindmiddel door het
verschuimen van warme bitumen met water.
Schuim verdwijnt, zodat bindmiddel dezelfde kenmerken
behoudt.
Bestaande technieken
Organische additieven (waxen) Verlagen viscositeit
¾
viscositeit wordt overlaid bij een hogere temperatuur dan het
smeltpunt van het additief. Het smeltpunt van het additief dient
hoger te zijn dan de temperatuur bij belasting van de
asfaltverharding
¾
mogelijke toepassingen:
• vooraf mengen met bitumen
• toevoegen gedurende het mengproces van het asfalt
• Chemische additieven
¾
er zijn verschillende producten en combinaties op de markt:
• hechtverbeteraars
• emugatoren
• surfactants
• adhesieverbeteraars
¾
voordeel: minder aanpassingen aan asfaltcentrale nodig
Bestaande technieken
• Schuimtechnieken
Tijdelijk verlagen van viscositeit van het bindmiddel
door het verschuimen van warme bitumen met water
¾ Indirecte schuimtechniek:
• additieven welke gekristallisseerd water
bevatten
• toevoegen van nat zand
• dubbele omhulling
• enz…
¾Directe schuimtechniek: schuim-unit
Directe schuimtechniek
Subheading
sproeier -
waterdruppels
stoom
Directe schuimtechniek
Productie van A.V.T.
Aanpassingen aan asfaltcentrale
¾ Dosering additieven en of schuimunit
ƒ additieven vooraf mengen met bindmiddel of samen te doseren
ƒ additieven doseren bij het mengen van het asfaltmengse
ƒ schuimprocédé: schuimunit te voorzien
¾ Drogen van aggregaten
ƒ
ƒ
eventueel aanpassen brander ( engere temperatuursgrenzen)
variabel toerental van droogtrommel
¾ Ontstoffing
ƒ
ƒ
eventueel een bijkomende brander te plaatsen
behandelen wanden van de installatie tegen corrosie (door condens)
Productie van A.V.T.
Aandachtspunten bij productie A.V.T.
¾ In beginperiode zullen beide procédé’s toegepast worden >
overschakelen (warm <> AVT) zoveel als mogelijk te mijden
¾ toerental van droogtrommel eventueel aan te passen
¾ volledige verbranding van de brandstof > vervuilen mengsel en
uitstoot in atmosfeer
¾ extra controle temperatuur in droogtrommel > verstoppen
filterdoeken
¾ stockagetijd van geproduceerde mengsels beperken
¾ maximum percentage asfaltgranulaat te bepalen
Verwerken van A.V.T.
uiterste (laagste) temperatuur waarbij asfalt nog verwerkbaar is
= maximum viscositeit van bindmiddel waarbij asfalt verwerkbaar is
verwerkingswijze en walspatroon hiervoor te voorzien
De laagste temperatuur bij verwerken is afhankelijk van:
• productietemperatuur volgens toegepaste methode
• buitentemperatuur
• wind voornamelijk in open vlakte
• aan te brengen laagdikte
• wijze van aanbrengen bvb bij handwerk
Voor- en nadelen van A.V.T. t.o.v. Klassieke methode
Voordelen
•
•
•
•
•
minder veroudering van bindmiddel
minder verbruik brandstof
CO2-uitstoot lager, dus minder emissierechten
voordelen voor milieu
voordelen voor gezondheid werknemers
Voor- en nadelen van A.V.T. t.o.v. Klassieke methode
Nadelen
•
•
•
•
•
financiëel: investering in schuimunit en of aankoop additieven
financiëel: aanpassingen aan centrale (ontstoffing,trommel,..)
door lagere temperatuur
Lagere temp. afgassen
Onverbrande deeltjes
Filterdoeken, wanden,…
Verontreiniging mengsel
en milieu
problemen bij overschakelen: AVT nr Klassiek en omgekeerd..
problemen bij opmaak V.N.
Waarom zo weinig toepassing in Vlaanderen ?
¾
procédé is duurder
• voordeel minder brandstofverbruik t.o.v,
meerkost additieven en of aanpassingen aan
centrale
• CO2-emmissierechten zijn laag
¾
administratieve knelpunten i.v.m. opmaak
verantwoordingsnota
AVT in SB 250
• In de huidige versie van SB 250 (versie 3.0) worden allerlei
temperaturen opgelegd, hetzij expliciet in SB 250 zelf (voor bvb.
temperatuur bitumen of temperatuur tijdens verwerking), hetzij via
de Europese normenreeks 13108 Æ AVT is niet mogelijk volgens
huidig bestek
• Om AVT mogelijk te maken in Vlaanderen, ging in
samenwerking met BVA, OCW, COPRO en UA reeds in 2010 de
Task Force “Asfalt bij Verlaagde Temperatuur” van start met
uitgebreid onderzoek en aanleg van proefvakken.
• Het Europees kader ontbreekt, dus moesten we de eerste jaren
eerst informatie vergaren over wat bestaat en mogelijk is.
• Blijft de performantie van het asfalt minstens gelijk ten
opzichte van klassiek warm asfalt ?
• Geven bepaalde technieken/additieven achteraf problemen
voor recyclage ?
AVT in SB 250: Validatieprocedure
• Hoe voorschrijven? Klassiek empirisch met beschrijving van
een paar producten/technieken Æ houdt innovatie tegen; daarom
werd gekozen voor prestatiegericht voorschrijven
• Introductie van het validatiedossier.
Principe: de producent kan vrij kiezen welke techniek hij toepast,
maar toont aan dat de performanties van zijn asfaltmengsels
gelijk blijven ten opzichte van zijn klassieke mengsels
• Probleem: hoe de ‘klassieke’ proeven uitvoeren op AVT
geproduceerd via de techniek van opschuimen van bitumen ?
Weinig tot geen labo’s zijn immers uitgerust om schuimbitumen
op laboschaal te kunnen maken.
• Heel wat studiewerk om proefplaten te kunnen aanmaken van
een molengedraaid mengsel, o.a. ook bij de aanleg van
proefvakken op de E19 afrit Kleine Bareel
2013: Proefvakken E19 afrit Kleine Bareel
Links klassiek warm asfalt, midden AVT, rechts beide mengsels
Bron foto’s: OCW
Productie en aanleg van de AVT-mengsels verliepen probleemloos.
Het aanmaken van de proefplaten van het molengedraaid mengsel
bleek echter allesbehalve evident.
AVS in SB 250: Validatieprocedure
• Stand van zaken i.v.m. validatieprocedure:
• Procedure voor de aanmaak van proefplaten met
molengedraaid mengsel werd uitgeschreven
• Er werden 6 mengselfamilies gedefinieerd [Voorlopig
voorstel!]: APO, AB-toplagen, AVS en ABT, SMA, ZOA en
gietasfalt [producent mag validatie tot slechts een paar
mengselfamilies beperken]
• Per mengselfamilie moet de producent voor 1 mengsel
aantonen dat de performanties gelijk blijven ten opzichte van
zijn klassiek warm mengsel [Dit om te vermijden dat op korte
termijn 1076 geregistreerde mengsels allen moeten opnieuw
beproefd worden]
• Om voldoende naspeurbaarheid te hebben wat waar gelegd
wordt, dient elk AVT-mengsel een aparte VN en code te
hebben
AVS in SB 250: Validatieprocedure
•
•
•
•
De minimale en maximale productietemperatuur worden
vastgelegd in het validatiedossier en moeten binnen het interval
95 – 160 °C vallen.
De minimale en maximale verdichtingstemperatuur worden
eveneens door de aannemer vastgelegd en worden vermeld in
het validatiedossier en op de technische fiche.
Het %HR en de watergevoeligheid worden bepaald bij de
opgegeven minimale verdichtingstemperatuur (eisen blijven
dezelfde t.o.v. klassiek warm asfalt).
Voor schuimbitumen worden proefplaten aangemaakt volgens
een aparte proefprocedure. Begin- en eindtemperatuur van de
verdichting worden geregistreerd. De klassieke proeven (bvb.
wielspoorproef,…) worden op dit soort proefplaten uitgevoerd.
Toekomst AVT in Vlaanderen: visie AWV
• AWV heeft geen vat op de economische wetten (vnl. de CO2-prijs) die de
rentabiliteit van AVT t.o.v. klassiek warm asfalt bepalen, noch op de
politieke wil om AVT eventueel te verplichten.
• Door de introductie van AVT in versie 3.1 van SB 250 zal de mogelijkheid
gecreëerd worden om AVT voor te schrijven in de bestekken.
• AWV heeft geprobeerd om een redelijk compromis te vinden teneinde de
extra inspanning voor de producent om zijn AVT te valideren minimaal te
houden, met een voldoende zekerheid die AWV wenst omtrent de
performantie van de AVT-mengsels.
• Een minimale inspanning, zowel qua proeven (per mengselfamilie 1
mengsel) als administratief (opmaak van de nodige documenten) zullen
hierbij echter noodzakelijk zijn.
• AWV hoopt dat alle inspanningen niet voor niets geweest zijn en AVT
weldra het levenslicht zal zien, al was het bvb. maar voor de verbeterde
werkomstandigheden voor de wegenarbeiders.