Welkom in het vijfde leerjaar ABC

Hollebeekscholen
Open deur
Welkom in het vijfde leerjaar
ABC
Datum : donderdag 28 augustus 2014
(17.30uur tot 19.30 uur)
Inhoudstafel
 Verwelkoming
 Plaats van het vijfde leerjaar in de lagere school
 Wie is wie in het vijfde leerjaar?
5A: meester Joris
5B: meester Patrick en juf Ellen
5C: juf Ann
 Andere leerkrachten in de klas:
Zorg wordt gegeven door juf Christine
Bewegingsopvoeding door juf Tine, juf Winny en meester Jeroen
 Lessenrooster
 Overlopen leerstof voor de hoofdvakken (wiskunde, Nederlands en Frans)
 Informatie bij de andere vakken in het vijfde leerjaar
 Leren leren
Agenda, contracthuiswerk, taken en lessen
 Rapport
 Straffen en belonen
 Ziekte en afwezigheden
 Middagverblijf
 Enkele praktische afspraken
Verwelkoming
Plaats van het vijfde leerjaar in de lagere
school
Het vijfde leerjaar is beslist een moeilijk jaar. Zowel qua leerstof als qua
voorbereiding naar het volgende leerjaar, het zesde toe. Het vijfde leerjaar
heeft de dikste leerplannen van de lagere school. Zowel voor taal als rekenen
is er veel nieuwe leerstof. En uiteraard is er een nieuw vak: Frans.
Voor wereldoriëntatie neemt de leerstof toe. De kinderen leren om grotere
stukken te studeren. Dit geldt ook zo voor de andere studeervakken.
In het vijfde leerjaar leren de kinderen ook plannen. Dit plannen van lessen
en huiswerk is een noodzaak om naar het zesde leerjaar te gaan. En natuurlijk
in het middelbaar hebben ze deze vaardigheden vaak nodig.
Wie is wie in het vijfde leerjaar?
Er zijn 3 klassen in het vijfde leerjaar:
5A is de klas van meester Joris
5B is de klas van meester Patrick en juf Ellen
Maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagvoormiddag les van meester Patrick. Op
maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagnamiddag en op woensdag les van juf Ellen
5C is de klas van juf Ann
De klassen 5A en 5C zitten samen in de nieuwbouw (sinds maart 2013).
Klas 5B zit in het hoofdgebouw. De drie klassen lopen volledig gelijk.
Binnen één week worden dezelfde vakken, dezelfde leerstof, hetzelfde
huiswerk, … gegeven. Toetsen worden meestal op dezelfde dag gegeven.
Methode : ‘Taalsignaal’ (werkboek en een leesboek): vernieuwde uitgave (kleur,
lettertype, …) sinds een tweetal schooljaar
1. Begrijpend lezen
 verwijswoorden b.v. An en Jan kennen de weg goed.
Ze kennen de weg goed.
 sleutelwoorden (belangrijkste woord in een zin)
b.v. Notenleer, een instrument leren bespelen, dat kan in de
muziekacademie.
 teksten leren samenvatten
 figuurlijk en letterlijk taalgebruik
 signaalwoorden (helpen opbouw van een tekst begrijpen)b.v. dus,
bijvoorbeeld, ten eerste, ten slotte, …
2. Studerend lezen
a. lettertype
b. tekstsoorten (informatieve tekst, ontspannende tekst, …)
3. Taalschat
a.
b.
c.
d.
synoniemen (aardig = lief) en tegenstellingen (donker en licht)
samenstellingen (boeken + tas = boekentas)
trefwoorden in een woordenboek, snel leren opzoeken
afleidingen b.v. boeken, klasje, …
e. spreekwoorden en zegswijzen
4. Spreken
a. accent juist leggen b.v. hagedis
b. woorden met c als s, met c als k uitgesproken b.v. citroen en computer
c. Engelse en Franse leenwoorden correct leren uitspreken
5. Luisteren
6. Taalbeschouwing
Taalbeschouwing is nu veel ruimer dan de vroegere spraakkunst en woordenschat. De
kinderen leren in een zin de persoonsvorm en het onderwerp aanduiden. Naast deze
nieuwe spraakkunst is er ook nog woordleer. In het vijfde leerjaar leren de kinderen
volgende woorden correct benoemen :
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoorden en werkwoorden.
Ook is er de tegenwoordige en verleden tijd. Hierop wordt heel veel geoefend in het
vijfde leerjaar (zie spelling).
7. Spelling
Vanaf het vijfde leerjaar wordt de nieuwe spelling heel intensief ingeoefend b.v.
woorden met c, samenstellingen, woorden met een deelteken enz.
In de lessen spelling is er ook heel veel aandacht voor de vervoeging van de
werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd.
We werken met de methode ‘Tijd voor taal accent’. De kinderen kennen deze
methode reeds uit het vierde leerjaar. Sinds het schooljaar 2014-2015 zit het werkboek
in een nieuw jasje. De lay-out werd aangepast, ook beter geschikt voor kinderen met
spelling- of leerproblemen.
Er wordt gewerkt met woordpakketten die in het werkboek dan verder ingeoefend
worden. Een regelmatige inoefening thuis is zeer belangrijk!
Geregeld zijn er dictees (na elk woordpakket) en controledictees (van een grotere
hoeveelheid leerstof). Na elke les schrijven de kinderen het nieuwe woordpakket nog
eens op in een taalschriftje.
Ook nieuw in het vijfde leerjaar zijn de zinnen met aanhalingstekens.
Er zijn twee mogelijkheden:
“Jij mag vanavond de tafel dekken,” zegt vader. (aanhaling vooraan)
Vader zegt : “Jij mag vanavond de tafel dekken.” (aanhaling achteraan)
Meenemertjes : Dit is een mooie samenvatting van de leerstof die de kinderen
moeten kennen na een aantal thema’s. Je vindt ze achter elk thema in het
werkboek.
Tot slot nog enkele veelgebruikte afkortingen in de lessen van taal.
werkwoord
persoonsvorm
enkelvoud
meervoud
tegenwoordige tijd
verleden tijd
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
onderwerp
gezegde
werkwoordelijk gezegde
naamwoordelijk gezegde
vrouwelijk
ww.
pv.
enk.
mv.
t.t.
v.t.
z.n.
b.n.
lidw.
ond.
gez.
ww.gez.
nw.gez.
v.
Bijlage : Stappenplan spraakkunst
De kinderen leren in het vijfde leerjaar om het onderwerp en de
persoonsvorm te zoeken in een zin.
We hebben de gewoonte om het onderwerp in een gele markeerstift te
kleuren. De persoonsvorm onderstrepen we met lat en blauwe pen.
Het onderwerp vinden we door de vraag te stellen : “Wie” of “Wat”?
De persoonsvorm vinden we door de ja/nee-vraag te stellen. Het woord dat
vooraan komt, is dan de persoonsvorm. De persoonsvorm (pv) is altijd een
werkwoord. We verduidelijken alles eens met een drietal voorbeelden.
b.v. Hij tekent een mooi landschap.
Wie tekent een mooi landschap? Hij is het onderwerp
Tekent hij een mooi landschap? Tekent is de persoonsvorm
b.v. Els ziet een groep kraaien.
Wie ziet een groep kraaien?
Ziet Els een groep kraaien?
Els is het onderwerp
Ziet is de persoonsvorm
b.v. Het sneeuwt.
Het is het onderwerp
Sneeuwt het? Sneeuwt is de persoonsvorm
Besluit : zin  onderwerp
+
 persoonsvorm
Voor het hoofdvak wiskunde werken sinds het schooljaar 2014-2015 werken we
met een nieuwe methode : ‘Kompas’. Hieronder vindt u een opsomming van de
belangrijkste leerstof voor wiskunde in het 5de leerjaar.
1. Getallen
Getallenkennis
 natuurlijke getallen tot 10 000 000, kommagetallen, breuken, decimale
getallen, negatieve getallen
 veelvouden, delers, grootste gemene deler (GGD), kleinste gemeen
veelvoud (KGV)
 kenmerken van deelbaarheid door 2, 5, 10, 4, 25, 100, 1000
 kans bepalen
Hoofdrekenen en cijferen




optellen, aftrekken tot 10 000 000
natuurlijke getallen en kommagetallen vermenigvuldigen en delen
breuken vermenigvuldigen en delen
kommagetal delen door natuurlijk getal (cijferen)
Bewerkingen




werken met de zakrekenmachine
alle bewerkingen met getallen tot 10 000 000
verhoudingen, percenten en intresten, ongelijke verdeling
gemiddelde en mediaan
Breuken
 gelijknamige (= gelijke noemer) en ongelijknamige (= verschillende
noemer) breuken optellen en aftrekken
 breuken vermenigvuldigen en delen
2. Metend rekenen




de tijd: tijdsduur en tijdstip
geldwaarden: kopen en verkopen, prijs berekenen
lengtematen, gewichten en inhoudsmaten
omtrek en oppervlakte, oppervlaktematen: formules uit het hoofd kennen
voor de volgende vlakke figuren : vierkant, rechthoek, ruit, driehoek en
parallellogram
 hoekgrootte meten
 schaalberekening, ruimtefiguren
3. Meetkunde







ruimtelijke oriëntatie, routebeschrijving en afstandsberekening
eigenschappen van vlakke figuren
evenwijdigheid, loodrechte stand
symmetrie, spiegelbeeld, schaduwen, kijklijnen, vervormingen
punten, lijnen en vlakken
hoeken tekenen, patronen
vormleer: vierkant, rechthoek, parallellogram, ruit, trapezium, driehoek
en de cirkel
 ruimtefiguren
4. Toepassingen (probleemoplossend denken)






Grafieken, steeds kindvriendelijk en realistisch
schematiseren en pijlenvoorstellingen maken
bruto-, tarra- en nettogewicht
percent, ongelijke verdeling
afstand, tijd, snelheid
korting, gemiddelde en mediaan
De methode bestaat uit 3 werkboeken van 80 bladzijden. Die worden in de loop van het
schooljaar ingevuld. Er is ook een bijhorende scheurblok met extra oefenmateriaal. Die kan
gebruikt worden voor huiswerk of om toetsen voor te bereiden. In de klas wordt er ook
gewerkt met een groen schriftje waarin de kernleerstof kort opgeschreven staat.
Dit is dus een hele boterham. Het vijfde leerjaar is dan ook een moeilijk jaar op gebied van
nieuwe leerstof wiskunde. In het zesde wordt er verder gewerkt met deze leerinhouden, vaak
op een hoger tempo. Dan komen er vooral als nieuwe leerstof de ruimtefiguren en de
ruimtematen (kubieke meter, …) bij.
Frans behoort tot de nieuwe vakken van het vijfde leerjaar. Er worden 3 lesuren
per week aan besteed. Vroeger werken we met de methode “Eventail-Junior
2000”, gekend van de stripfiguren Suske en Wiske. Sedert enkele schooljaren
werken we met een nieuwe methode “Eventail-Junior Bien sûr!”. Dit is de
opvolger van de vorige methode. De belangrijkste krachtlijnen bleven behouden.
De figuurtjes Suske en Wiske maken plaats voor Kiekeboe en een aantal namen
van jongeren (Manon, Tom, Niels, …). In het zesde leerjaar gaan de leerlingen
gewoon verder met deze methode.
De methode “Eventail-Junior Bien sûr!” bestaat uit een leerboek (livre) en een
werkboek (cahier) voor de kinderen en een schriftje waarin de kinderen de
nieuwe woordenschat noteren. Daarnaast is er ook nog een cd met liedjes, een
cd met luistermateriaal en tot slot software voor thuis en in de klas.
Sterke punten van de nieuwe methode:
 zeer zorgvuldige opbouw van de taalkennis
 duidelijk omlijnde leerstof
 veel herhalingsmomenten
 veel aandacht aan situaties waarin de leerlingen Frans moeten
kunnen spreken (vakantie, kamp in de Ardennen, …)
 training van luister- en spreekvaardigheid
 lezen van teksten
 een stukje cultuur bij elke basistekst
De methode is opgebouwd uit 20 hoofdstukken (hoofdstuk = unité).
Vroeger waren het er slechts 9 dus in de nieuwe boeken opteert men voor
kleinere hoofdstukken die sneller afgewerkt kunnen worden. Dit geeft uiteraard
veel variatie voor de kinderen. De oefeningen in het handboek zijn essentieel
spreekopdrachten. De oefeningen in het werkboek zijn gericht op luisteren,
lezen, spreken maar ook veel schrijven.
Elke unité bestaat uit:
 een basistekst in ‘livre’
 een deel woordenschat en een deel spraakkunst in ‘livre’ onder de
rubriek “we begrijpen”
 schriftelijk oefenen in ‘cahier’
 mondeling oefenen in ‘livre’
 cultuur, chanson in ‘livre’
De Franse lessen worden volgens een vaste structuur gegeven.
Op maandag is er de inleiding van het thema en de aanbreng van de nieuwe
woordjes en spraakkunst. Op dinsdag wordt eerst de nieuwe leerstof van
maandag kort herhaald en daarna komt de basistekst aan de beurt (beluisteren,
lezen, herhalen, vertalen, …). Op donderdag is er een toets van de leerstof van
de vorige week, gevolgd door oefeningen op de nieuwe basistekst. Op vrijdag
worden de oefeningen afgewerkt.
Elke donderdag is er dus toets Frans. De kinderen zijn dit snel gewoon. Naast
die vaste toetsen kunnen er soms ook onverwachte toetsen zijn. Het is dus echt
de bedoeling dat de kinderen dagelijks hun les leren en de leerstof goed
bijhouden. Dit is heel belangrijk!!
Het gebruik van de computer staat dikwijls centraal in de lessen Frans. Ook
tijdens contractwerk zijn er altijd oefening Frans voorzien voor de kinderen.
(zie ook http://hollebeek.yurls.net/). Er is ook de mogelijkheid software te
bestellen via de school met 10% korting (info meegegeven).
Ook op www.bingel.be staan er oefeningen volgens de methode.
Godsdienst
 Methode: Toren van Babel (de kinderen zijn hier mee vertrouwd):
lesboek en een zelf samengesteld werkboekje waarin de kern wordt
geschreven
 thema’s (uitwerking één thema duurt ongeveer een maand)
 ook extra lessen bijvoorbeeld rond Hemelvaart, Pasen, …
 na elk thema een proef om de leerstof te evalueren
Wereldoriëntatie
 Thema’s in projecten bijvoorbeeld: “Mijn school en ik”, “De herfst”,
“Het dierenrijk”, “Red je rug” en “De tijd”(met bijhorende werk- en
bronnenboeken).
 Vakoverschrijdend (dus geen aardrijkskunde, geschiedenis en
natuurkennis meer zoals vroeger) alles zit nu samen in de term “wero”
 Steeds vertrekken van de leefwereld van het kind en van daaruit kunnen
we naar België kijken, Europa en tot slot de wereld.
 Tijdsindeling (zie muur), overgenomen van het middelbaar.
Zo spreken we bijvoorbeeld niet meer van de Prehistorie maar van
de Oudste Tijden.
 Ook actualiteit, levenshouding (sociale vaardigheden) en wereldreis
(kalender) zitten verweven in wero
 Regelmatig een toets van een afgewerkt thema, geen toetsen bij het
thema over de tijd
HUISTAAK: In de loop van het schooljaar moeten de kinderen 3
documentatiemappen maken.
Map 1 : Oudste tijden (Egypte en de eerste mens/landbouwer)
: Oudheid (tijd van Grieken en Romeinen).
Map 2 : Middeleeuwen
: Nieuwe tijd (tijd van vorsten en ontdekkingen).
Map 3 : Nieuwste tijd (tijd van revoluties : industrie, …)
Map 6 : Eigen tijd (computer, tv, gsm, telefoon, internet, …).
In elke map steken de kinderen 10 illustraties (5 foto’s, prenten per tijd, …)
die ze opgezocht hebben op internet, in boeken, zonneland, … Bij elke prent
schrijven of typen ze maximaal 3 zinnen uitleg.
De kinderen kiezen dus zelf of ze dit uitschrijven of op de computer maken.
Ze maken zelf een selectie van de dingen die ze in hun map willen steken
b.v. kledij, ziekten, … Uiteraard moet er voldoende variatie zijn. Ook orde
en verzorgd werken worden beoordeeld.
Bedoeling van de map is om later (middelbaar) snel terug te grijpen naar die
map om iets op te zoeken.
Contractwerk
 Op maandag, soms klasdoorbrekend, om de twee weken, afgewisseld
met een leesuurtje in de Bi-korf
 volledig aangepast aan het niveau van de kinderen, differentiatie!
 regelmatig nieuwe opdrachten, we werken met een doorschuifsysteem
 contract wordt besproken en ondertekend door de kinderen
wat ? taal, rekenen, soms wero, computeroefeningen (Frans, Word en
Encarta) m.a.w. veel oefenstof in ludieke oefeningen.
 individueel remediëren a.d.h.v. correctiesleutels
Bewegingsopvoeding
 maandag van 08:30 uur – 09:20 uur en vrijdag van 09:25 uur tot 09:25
uur, gegeven door juf Winny voor 5A
 maandag van 09.20 uur door meester Jeroen, vrijdag om 14:00 uur door
juf Winny voor 5B
 maandag van 14 u 35 – 15 u 25 en donderdag van 10u25 tot 10u50,
gegeven door juf Tine voor 5C
 in de nieuwe, grote turnzaal
 zwemmen gaat door op woensdag van 9.30 uur tot 10.00 uur (0,90 euro
per zwembeurt en komt op de rekening)
Muzische vorming
 Bestaat uit beeld, muziek, drama, beweging, media en muzisch
taalgebruik. Deze deelgebieden komen allemaal maandelijks aan bod.
 afhankelijk van de periode van het jaar (carnaval, Pasen, …)
 kan klasdoorbrekend zijn
 we werken rond beschouwen en creëren
 er worden wekelijks ongeveer 3 lestijden aan besteed
 én muzische vorming komt uiteraard ook in andere vakken terug
Leren leren in het 5
de
Sinds dit schooljaar ligt de nadruk in onze lagere school op geïntegreerd leren leren.
Daarom werken we met met boekje “Leerladders” en dit vanaf het eerste leerjaar.
In het vijfde uit zich dit in : eerste hulp bij losse blaadjes, leren plannen,
agendagebruik, … Maandelijks krijgen de kinderen een werkfiche mee die ze dan
thuis gebruiken bij het zelfstandig huiswerk maken en studeren. Eigenlijk is deze fiche
een mooie samenvatting van de leerstof die ze in die maand gezien hebben.
Meer info : www.averbode.be/leerladders
Op 28 april 2016 is er ook een infoavond gepland op onze school rond leren leren.
Ook het samen inschrijven en plannen van de lessen en taken op vrijdag behoort tot
het onderdeel leren leren.
Agenda, taken en lessen
 taken en lessen worden via een contract gegeven op vrijdag, dit contract
wordt eerst besproken en daarna ingevuld in de agenda
 contracthuiswerk (zie bijlage)
 huiswerk voor Nederlands, wiskunde, Frans, soms ook wero of
godsdienst
 lessen: kan elke dag (Frans!), worden ruim op voorhand aangekondigd
 de agenda wordt verzorgd ingevuld (taken in het blauw en lessen in het
groen) en minstens éénmaal ondertekend per week door de ouder(s)
de kinderen duiden aan bij ook als een taak of les klaar is
 wekelijkse controle door de juf
Extra bijlage
Het hoofddoel van het onderwijs- en opvoedingsproject van onze school is “ Het bij de
leerlingen realiseren/nastreven van de eindtermen voor alle leergebieden en ook alle
leergebiedoverschrijdende eindtermen “
Dit houdt in dat er buiten de ‘gewone vakken’ op school ook aandacht is voor o.a.: Leren
leren, Relationele Vorming, Techniek en Muzische Vorming.
Leren leren
Op school werken wij voor het onderdeel ‘Leren Leren‘ naast schoolgebonden afspraken ook
met de methode ‘Leerladders’.
Deze methode wordt van het 1ste tot het 6de ljr. gebruikt om zo een
duidelijke evolutie bij de leerlingen te kunnen teweegbrengen. De
leerlingen krijgen specifieke leer-technieken aangeleerd, aangepast
aan hun leeftijd. Deze technieken worden ingeoefend in een
werkboekje en toegepast in zoveel mogelijk andere leersituaties in de
klas. Daarnaast krijgen ze ook een onthoudfiche die verzameld wordt
in een mapje, dit mapje groeit aan in de loop van de jaren.
Relationele Vorming
De pedagogische opdracht van de school is breed: opvoeding of ontwikkeling van de hele
persoon van het kind. Vanuit een personalistische visie op de mens en de opvoeding komt het
erop aan ieder kind als unieke persoon tot ontplooiing te brengen en dat zowel in
verbondenheid met zichzelf als met de andere(n).
Om deze omgangsvormen ‘levend’ te houden wordt er op school gewerkt met o.a. een
gedragscode. Deze code is zichtbaar op de speelplaats en maandelijks wordt er ook in de klas
extra aandacht aan besteed.
Voor de specifieke omgangsvormen gebruiken we de pictogrammen van het STOPproject,
deze worden ook op de kleuterschool gebruikt en zo hebben we ook hier een doorstroming.
Muzische vorming
Muzische vorming probeert om ervaringen te laten opdoen, deze te verwerken en te leren
gebruiken door middel van een zo breed mogelijk scala van menselijke
expressiemogelijkheden. Hierbij sluit de visie aan dat kunst een middel is binnen de muzische
vorming en geen doel op zich, het belangrijkste doel is dat kinderen muzische ervaringen
kunnen opdoen.
De domeinen binnen de muzische vorming zijn :
- beeld
- muzikale expressie
- dramatische expressie
- bewegingsexpressie
- muzisch taalgebruik
Lezen
Sinds het schooljaar 2013-’14 besteden we extra aandacht aan het lezen. De
inrichting en ingebruikname van de Bi-korf, het klasboek, de boekenkoffers
van de bib, het bezoek aan de bib en de aandacht voor het lezen en kiezen
van een aangepast boek tonen aan dat we kinderen stimuleren om te lezen.
Ook stellen de leerlingen van het vijfde een prentenboek voor in de
kleuterschool.
Media
Nieuw is ook het leerplan Media. Dit wordt geïntegreerd in alle lessen. Dagdagelijks komen
kinderen in contact met verschillende media, die steeds evolueren. Zo leren kinderen bv. met
een fototoestel werken, mails sturen, werken met kranten (papieren en digitale), …
Rapport
 met de computer en om de 6 à 7 weken (eerste rapport op donderdag
23 oktober 2014), graag ondertekenen na inzage!
 ook de proevenmap wordt regelmatig meegegeven, graag ondertekenen na inzage!
 syntheserapport, perioderapport en leefrapport met attitudes
 een eerste oudercontact op donderdag 23 oktober 2014 en een tweede op
donderdag 26 maart 2015
Op het einde van het schooljaar is er normaal geen oudercontact meer voorzien.
Straffen en belonen
In de klas werken we met een beloningssysteem. Dit zijn punten met daarom bekers,
auto’s of raketten. Bij een mooi stelwerkje, correct inschrijven van Franse woordjes,
… kan de leerling een beker verdienen. 5 bekers kunnen ingeruild worden voor 1 auto.
Zo spaar je verder voor 5 auto’s die je kan ruilen voor 1 raket. Wie zo 5 raketten
verzameld heeft, mag een prijs kiezen.
Het kan natuurlijk ook zijn dat kinderen een punt moeten afgeven, bijvoorbeeld na
slordig werken, …
Op school werken we ook met gele en rode kaarten. Er zijn ook beloningskaarten
(pluim).In de schoolbrochure kan u hier meer over lezen.
Ziekte en afwezigheden
 ziekenbriefjes in agenda, bij de kinderen zitten die achteraan in het
contracthuiswerkmapje
 bij laattijdig aankomen en vroegtijdig verlaten van de school moet een briefje
ingevuld worden, soms zelfs met toestemming van de directeur
 maximum 4 briefjes per kind voor ziekte zonder doktersbriefje
 vanaf 5de ziekte zonder doktersbriefje = onwettig afwezig
 t.e.m. 3 opeenvolgende kalenderdagen volstaat het dat de ouder een ziekenbriefje
invult en dit zo snel mogelijk meebrengt naar school. Een doktersbriefje is nog niet
verplicht.
 vanaf de 4de kalenderdag is een doktersbriefje nodig bijvoorbeeld uw kind is ziek
op een vrijdag dan is een doktersbriefje nodig als het de volgende maandag nog
niet naar school kan komen
 eventueel de school verwittigen als uw kind die dag niet aanwezig kan zijn, of via
een broer of zus
 Volgens de nieuwe wetgeving is er in de week voor en de week na een vakantie
steeds een doktersbriefje nodig om ziekte te verantwoorden



Middagverblijf
onze school = gezonde school: plat water, melk, appelsap en sinaasappelsap
bonnetjessysteem: elke morgen vraagt de juf of de kinderen iets willen drinken in
de refter, indien ja krijgt het kind één bonnetje en zet de juf een streepje op de
lijst, op het einde van de maand komt het aantal streepjes gewoon op de rekening,
de bonnetjes worden na gebruik weggegooid
Prijzen en aanbod van dranken in de refter: zie infobrochure Hollebeekscholen
Deze gegevens vind je ook terug op de website van de school onder ‘Informatie’
Bijlagen
Lessenrooster onder voorbehoud (zorguren kunnen nog wijzigen)
Voorbeeld van een contracthuiswerk in het vijfde leerjaar
Enkele praktische afspraken en data































Medisch onderzoek in het vijfde leerjaar (datum volgt nog)
Interscholen veldloop op vrijdag 26/09/2014 in voormiddag
Lokale vakantiedag op maandag 29 september 2014
Donderdag 2 oktober 2014 komt de schoolfotograaf
Oriëntatieloop recreatiedomein De Ster (oktober)
Donderdag 23 oktober 2014 : rapport en oudercontact
Herfstvakantie van 25/10 t.e.m. 2/11/2014
Donderdag 20 november netbaltornooi
Lokale verlofdag op maandag 10 november 2014
Vrijaf op dinsdag 11 november 2014 : Wapenstilstand
Woensdag 12 november 2014 : conferentie, vrijaf voor de leerlingen
Rapport op vrijdag 12 december 2014
Kerstvakantie van 20/12/2014 t.e.m. 4/1/2015
Rapport op vrijdag 6 februari 2015
Conferentie op vrijdag 13 februari 2015, vrijaf voor de leerlingen
Krokusvakantie van 14/2 t.e.m. 22/2/2015
Carnaval op school op vrijdag 6 maart 2015
Donderdag 26 maart 2015 : rapport en oudercontact
Paasvakantie van 04/04/2014 t.e.m. 19/04/2015
Plechtige Communie op zaterdag 18 april 2015
Feest van de arbeid op vrijdag 1 mei 2015
Eerste Communie op zaterdag 9 mei 2015, 15 uur
Hemelvaart en brugdag op donderdag en vrijdag 14 en 15 mei 2015
Rapport op vrijdag 22 mei 2015
Vakantie op Pinkstermaandag 25 mei 2015
Sportdagen voor 5A : maandag 18 mei 2015 t.e.m. woensd. 20 mei 2015
Sportdagen voor 5B : woensdag 20 mei 2015 t.e.m. vrijdag 22 mei 2015
Sportdagen voor 5C : dinsdag 26 mei 2015 t.e.m. donderd. 28 mei 2015
Schoolfeest op zaterdag 30 mei 2015
Schoolreis naar Bobbejaanland op vrijdag 5 juni 2015
Proclamatie zesde leerjaar op 25 juni rapport voor de andere klassen op
maandag 29 juni
 Vrijdag 30 juni 2015: laatste halve schooldag
Belangrijke contactgegevens
Hollebeekscholen
Lagere school
Hollebeekstraat 6
9140 Temse
Directie : Mevr. Caroline De Vriendt
Telefoon : 03/711.32.53
Fax : 03/71132.54
E-mail: [email protected]
URL : http://www.hollebeekscholen.be
Contactgegevens CLB
= centrum voor leerlingenbegeleiding
Telefoon 03/780 66 04
E-mail : [email protected]
Maricia De Prins
[email protected]
Tiene Moenaert
[email protected]
Contactgegevens zorgcoördinator
Christine Huyben
[email protected]