Wout van den Berg – fluit Bram Kreeftmeijer – hobo Arno van Houtert – klarinet Marieke Stordiau – fagot Christiaan Boers – hoorn Frank Peters - piano Een overzicht van alle programma’s van het Hexagon Ensemble voor het seizoen 2015-2016 Programma 1: jubileumprogramma In het seizoen 2015-2016 bestaat het Hexagon Ensemble vijfentwintig jaar Vijfentwintig jaren waarin de spelers elkaar hebben geïnspireerd en uitgedaagd en waarin een onderlinge vriendschap groeide. Vijfentwintig jaren waarin fantastische concerten werden gegeven, vele buitenlandse concertreizen werden gemaakt en een discografie van negen cd’s ontstond. Ook werden vijf bijzondere multidisciplinaire projecten geïnitieerd en elk van deze programma’s werd vele malen gespeeld. (Van Epos tot Opus met Henk van Ulsen, Entretiens avec Francis Poulenc met Carol Linssen, De lady Macbeth uit het district Mtsensk met Christine Ewert en Carol Linssen, La Cenerentola met Joep Onderdelinden en De Verbeelding met vele schilders –jong en oud, amateurs en professionals- uit Nederland, Rusland en Bashkortostan) Kortom, vijfentwintig intense en mooie jaren liggen achter ons. En onze missie is nog niet volbracht: wij gaan in de toekomst gewoon door met het creatieve proces waarmee we ons zo verbonden voelen. Maar eerst willen we stilstaan bij ons jubileum, want een kwart eeuw Hexagon Ensemble is natuurlijk reden voor een feestelijk jubileumprogramma. In dit jubileumprogramma zijn werken opgenomen die ons na aan het hart liggen, die we in de achterliggende periode vaak hebben gespeeld op grote en kleine podia en die we, op een na, allemaal op cd hebben opgenomen. De spelers van het Hexagon Ensemble Jubileumprogramma Vijfentwintig jaar Hexagon Ensemble 1990/1991 – 2015/2016 Albert Roussel (1869-1937) Divertissement opus 6 (1905) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Claude Debussy (1862-1918) Six Épigraphes Antiques (1914) (arr. A. Boers) Pour invoquer Pan, dieu du vent d’été Pour un tombeau sans nom Pour que la nuit soit propice Pour la danseuse aux crotales Pour l’Égyptienne Pour remercier la pluie au matin fluit–hoorn–piano Georges Auric (1899-1983) Trio d’Anches (1938) Décidé Romance Finale hobo- klarinet- fagot Vincent d’Indy (1851-1931) Sarabande et Minuet opus 24 bis (1918) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Pauze Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Kwintet KV 452 in Es (1784) Largo-moderato Larghetto Allegretto hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Francis Poulenc (1899/1963) Sextuor (1932/1939) Très vite et emporté Divertissement, andantino Finale, prestissimo fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Programmatoelichting Het Franse repertoire heeft vanaf de oprichting van het Hexagon Ensemble een grote rol gespeeld in de programmering. Wat hebben we genoten van deze werken, wat hebben we ze altijd graag gespeeld en wat hebben ze ons geïnspireerd. Maar ook het kwintet van Mozart mag in dit programma natuurlijk niet ontbreken. Dit werk vormt het absolute hoogtepunt in de literatuur voor blazers en piano. Onmiskenbaar Frans en toch met een geheel eigen en onnavolgbaar idioom is de muziek van Albert Roussel. Hij begon zijn loopbaan als marineofficier. In 1894 besloot hij zich volledig aan de muziek te wijden en werd leerling van Vincent d’Indy aan de pas opgerichte Schola Cantorum. In zijn latere werk zette Roussel zich af tegen elke vorm van ‘vaagheid’, maar zijn eerste composities sluiten nog aan bij het impressionisme. Een uitzondering hierop is het frisse Divertissement, dat op 10 april 1906 ten doop werd gehouden door de Sociéte des Instruments à Vent. Ongetwijfeld was Roussel acht jaar eerder getuige van de première, ook bij de Société, van het Divertissement van zijn leermeester d’Indy, maar het Divertissement van Roussel is veel gedurfder. Het Divertissement bestaat uit vier delen, die door vertragingen en versnellingen vloeiend in elkaar overlopen. In 1914 schreef Claude Debussy een werk ‘pour piano à quatre mains’ getiteld Six Épigraphes Antiques, waarbij hij gebruik maakte van materiaal dat hij vele jaren eerder had gepubliceerd als ‘Chansons de Bilitis’. Het Hexagon Ensemble speelt de Six Épigraphes Antiques in een arrangement voor fluit, hoorn en piano van Arie Boers. Dit werk dankt zijn ontstaan aan de vriendschap van Debussy met Pierre Louÿs. Deze dichter schreef in 1895 de bundel Chansons de Bilitis, de Franse ‘vertaling’ van gefingeerde gedichten van de Griekse dichteres Bilitis. De Six Épigraphes ademen een sfeer van melancholie en werden geschreven in een periode van depressie en terneergeslagenheid. Georges Auric maakte, net als Francis Poulenc, deel uit van de Groupe des Six. Deze componisten wilden ‘nieuwe’ Franse muziek maken en zich ontdoen van de invloeden van het Impressionisme en de Duitse Romantiek. En de invloed van de Groupe des Six is goed hoorbaar in het oergeestige, aan collega-componist Henri Sauguet opgedragen, Trio d’Anches. Hij voltooide dit trio voor rietblazers in 1938. Het is een werk vol spitse en rake muziek waarin de geest van de relativerende Groupe des Six voortdurend hoorbaar is. Vincent d’Indy was een Frans componist en leraar en een telg uit een oude adellijke familie. Na een rechtenstudie koos Vincent d’Indy voor de muziek. Hij studeerde bij César Franck en onderging grote invloed van de werken van Bach en Wagner. In 1894 richtte hij de Schola Cantorum in Parijs op. De leerdoelen van dit instituut waren de herontdekking en integratie van de muziek van de oude meesters en het gregoriaans. Ook in zijn Sarabande et Minuet opus 24 verwijst d’Indy naar oude muzikale vormen uit de 17e en 18e eeuw. Prachtige elegante muziek met een onmiskenbaar esprit français. Het prachtige Kwintet KV 452 van Mozart voor hobo, klarinet, fagot, hoorn en piano werd voor het eerst uitgevoerd op 1 april 1784. Op 10 april gaf de componist in een brief aan zijn vader een indruk van de première: ‘Ik had twee concerten gecomponeerd en nog een kwintet, dat een geweldig applaus kreeg: zelf beschouw ik het als het beste werk dat ik tot nu toe heb geschreven’. Als er één ding typerend is voor de muziek van Francis Poulenc is het wel een naadloos samengaan van een neoclassicistische houding -tot uitdrukking komend in een voorliefde voor vormen uit de Barok en het Classicismeen het gebruik van zijn typisch Franse schrijfwijze. Van het beroemde Sextuor voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn en piano van deze grootmeester bestaan twee versies. De componist voltooide het stuk in 1932, maar herzag het zeven jaar later grondig. In deze partituur toont Poulenc zijn grote liefde voor blaasinstrumenten. De beide snelle en briljante hoekdelen vertonen een zekere symmetrie, aangezien de thema's van het openingsdeel aan het slot van de finale terugkeren. Het middendeel is een 'divertissement' zoals alleen een Poulenc dat kon schrijven. Poulenc’s Sextuor wordt door de spelers van het Hexagon Ensemble min of meer beschouwd als hun lijfstuk. Programma 2: De Nieuwe Verbeelding. Een ontmoeting met Vincent van Gogh Een nieuwe versie van het succesvolle Hexagon-programma De Verbeelding. Uitgangspunt voor dit programma is de herdenking van het 125e sterfjaar van Vincent van Gogh. Lokale (amateur)schilders maken hun eigen ‘Van Gogh’. Het Hexagon Ensemble speelt muziek die past bij de verschillende stijlperiodes van de grote Hollandse meester. Tijdens het concert met projectie van de nieuwe ‘Van Gogh’s’ valt alles samen. Lokale (amateur)kunstenaars wordt gevraagd schilderijen te maken geïnspireerd door het werk van Vincent van Gogh én de zorgvuldig geselecteerde bijbehorende muziek. Bekijk en beluister hiervoor de online promo- en instructievideo’s. In deze video’s worden schilderijen uit verschillende stijlperiodes van Van Gogh getoond, waarbij de bijbehorende muziek van het programma klinkt (gedeelte na de pauze). In deze muziek is de ontwikkeling die Van Gogh in zijn werk doormaakte hoorbaar: van donker en somber naar licht en kleurrijk. In de muziek voor de pauze klinkt muziek waarin een soortgelijke ontwikkeling hoorbaar is. Dit gedeelte voor de pauze is, wat betreft de muzikale ontwikkeling, min of meer een spiegel van het gedeelte na de pauze. Het programma voor de pauze ontwikkelt zich van een laatromantisch Kwintet van Gustav Holst via een melancholiek en tevens briljant Trio van Francis Poulenc naar een kleurrijk en impressionistisch getinte Rhapsody van Joseph Jongen. Een selectie van de geschilderde werken wordt tijdens het concert geprojecteerd en geëxposeerd. Speciaal voor dit programma wordt een diapresentatie samengesteld van de amateur-schilderijen. Het publiek ziet de werken dus op groot scherm langzaam in elkaar overgaan boven de musici van het Hexagon Ensemble: een gouden combinatie van beeld en geluid. Door deze interactieve samenwerking met amateurs, die begeleid worden door vakdocenten op scholen en creativiteitscentra, beoogt het Hexagon Ensemble om klassieke muziek en beeldende kunst dichter tot elkaar te brengen. Tijdens de projectie zullen naast de ‘nieuwe Van Gogh’s’ ook oorspronkelijke werken van Van Gogh worden getoond. Duidelijk is dat door deze samenwerking met lokale kunstenaars een nieuw potentieel aan bezoekers wordt aangeboord. De deelnemende schilders zullen zeker met hun familie en vrienden naar het optreden komen om hun eigen kunstwerk en dat van anderen te zien bij de expositie vooraf en bij de projectie tijdens het concert. Programma Gustav Holst (1874-1934) Kwintet opus 14 in As groot (1903) 15’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn Francis Poulenc (1899-1963) Trio opus 43 (1926) 13’ hobo-fagot-piano Joseph Jongen (1873-1953) Rhapsody (1922) 18’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Vanaf hier met projectie van schilderijen. Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Elegie uit ‘De lady Macbeth uit het district Mtsensk’ (1932) 4’:30” fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Claude Debussy (1862-1918) Uit Six Épigraphes Antiques: Pour un tombeau sans nom (1914) 4’ fluit-hoorn-piano Erik Satie (1866-1925) Gymnopédie no. 1 (1888) 4’ piano Albert Roussel (1869-1937) Divertissement (1906) 7’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano André Caplet (1879-1925) Uit ‘Quintette’: Scherzo (1898) 4’ fluit-hobo-klarinet-fagot-piano Paul Dukas (1865-1935) Villanelle (1906) 6’30” hoorn-piano Francis Poulenc (1899-1963) Uit Sextuor: Finale (1932-1939) 6’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Programma 3: La Cenerentola, de hedendaagse Assepoester Met La Cenerentola creëert het Hexagon Ensemble voor het eerst een echt familieprogramma. De enscenering is eigentijds en aansprekend voor zowel jongeren als volwassenen. Volwassen bezoekers, die in eerste instantie de voorstelling bezoeken als begeleiders van de jongeren, zullen merken dat ook zij al snel worden meegezogen in deze originele voorstelling met meerdere lagen. De basis voor deze nieuwe productie wordt gevormd door de opera La Cenerentola van Gioacchino Rossini. In dit nieuwe project werkt het Hexagon Ensemble samen met acteur Joep Onderdelinden, regisseuse Eva Buchmann en arrangeur Hans van der Heide. De liedteksten werden geschreven door Marc Smit. De vormgeving is in handen van Annètje de Jong. In plaats van de lieve schuchtere ‘Disney-Assepoester’ wordt een stoere Assepoester neergezet, die gewapend met spons en mop, fier de wereld inkijkt. Rossini’s Assepoester heeft geen fee nodig, ook geen omgetoverde pompoenen en muizen, maar is een powergirl die alles op haar voorwaarden laat gebeuren. Deze stelligheid en kracht vormt de basis van de voorstelling. Joep Onderdelinden vertelt het verhaal en gaat in op actuele situaties, waardoor interactie met het publiek ontstaat. Muziek en tekst worden tot een organisch geheel gesmeed, waarbij de menselijke stem van Joep tot instrument wordt. Om nog meer uitdrukking te realiseren worden dans en mime geïntegreerd in de voorstelling. Deze familievoorstelling is luchtig en gericht op verschillende generaties. Er zijn grappen en overdenkingen die verschillende leeftijden zullen aanspreken. Het uiteindelijk motto van de voorstelling is: blijf jezelf trouw, ga niet voor de buitenkant van een ander, ook al ziet hij eruit als een prins, het kan ook de bediende zijn… Programma 4: Just Winds Een programma door alleen de blazers van het Hexagon Ensemble met werken uit diverse Europese windstreken. Sergei Vasilenko (1872-1956) Quartet on Turkmenian Themes (1932) fluit - hobo- klarinet - fagot Ferenc Farkas (1905-2000) Antiche Danze Ungheresi (1959) fluit – hobo – klarinet – fagot - hoorn Joseph Jongen (1873-1953) Concertino opus 124 (1942) fluit – hobo – klarinet – fagot - hoorn Florent Schmitt (1870-1958) Chants alizés opus 125 (1950/1952) fluit – hobo – klarinet – fagot - hoorn Franz Danzi (1763-1826) Kwintet opus 56 nr. 1 in Bes groot (1819) fluit – hobo – klarinet – fagot - hoorn Sergei Vasilenko werd geboren in Moskou waar hij studeerde bij Tanejev en Ippolitov-Ivanov. Hij ontwikkelde een voorkeur voor exotisme, wat bijvoorbeeld blijkt uit zijn werken die zijn gebaseerd op Chinese, Japanse en Maorithema’s. Zowel deze exotische elementen als de voorkeur voor sobere vormen komen duidelijk naar voren in het Kwartet op Turkmeense thema’s uit 1932. Het is goed in het gehoor liggende fraai geïnstrumenteerde muziek met een programmatisch karakter. Het Hexagon Ensemble maakte in 2001 een opname van dit werk voor de cd The Russian Connection. Het werk van de Hongaarse componist Ferenc Farkas wortelt in de Hongaarse en Italiaanse traditie en wordt gekenmerkt door melodische vindingrijkheid en gevoel voor ritme. De Antiche Danze Ungheresi is waarschijnlijk zijn bekendste werk buiten zijn moederland Hongarije. De Waal Joseph Jongen is als componist vooral bekend als een groots colorist. Dit blijkt met name uit zijn kamermuziek waarin hij verwantschap vertoont met Gabriel Fauré. Zijn Concertino opus 124 is een sfeervol werk vol stemmingswisselingen. De Franse componist Florent Schmitt behoort tot die componisten uit de eerste helft van de 20e eeuw die, hoewel bekend in hun eigen tijd, enigszins in de vergetelheid zijn geraakt. Zijn krachtige muziek wordt voornamelijk gekenmerkt door een vitaliteit, een sterke ritmische dynamiek, een sensuele melodische lijn en ongelooflijk complexe en rijke harmonische taal. Franz Danzi, cellist en vriend en promotor van Carl Maria von Weber, is tegenwoordig -samen met Anton Reichavooral bekend als grondlegger van het blaaskwintet. Zijn muziek is geschreven met groot vakmanschap en is charmant en welluidend. Als ervaren orkestmusicus en groot kenner van het orkestinstrumentarium wist Franz Danzi als geen ander hoe hij voor de verschillende (blaas)instrumenten moest schrijven. Zodoende is de uitvoering van zijn Kwintet opus 56 nr. 1 niet alleen een feest voor de luisteraar maar ook voor de spelers.
© Copyright 2024 ExpyDoc