Docentenhandleiding PSO opdracht

Docentenhandleiding PSO opdracht
I – phone houder
Project
: PSO Houtbewerking
Studenten
: Mathieu Peters – Daan Kivit – Richard Vosters
Opdrachtgever
: Jos van de Wouw
Product
: Docentenhandleiding
1
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding ........................................................................................................................... 3
2.
PSO informatie voor de docent ..................................................................................... 4
2.1
Wat is PSO nu precies? ............................................................................................. 4
2.2
De wet ........................................................................................................................ 4
2.3
Brede oriëntatie .......................................................................................................... 4
2.4
Wat is de relatie met loopbaanoriëntatie - en begeleiding (LOB) .............................. 4
3.
Doel van de opdracht ..................................................................................................... 5
4.
Didactiek .......................................................................................................................... 6
4.1
Het PUR model .......................................................................................................... 6
4.2
Variabele werkvormen................................................................................................ 6
5.
6.
7.
De lay- out vande opdracht ......................................................................................... 7
5.1
Het navigatiemenu ..................................................................................................... 7
5.2
Toepassing van werkvormen ..................................................................................... 7
Organisatie en voorbereiding ......................................................................................... 9
6.1
Begeleiding en ondersteuning .................................................................................... 9
2.2
Wat kan er fout gaan? ................................................................................................ 9
6.3
Voorbereidingen ......................................................................................................... 9
6.4
Antwoorden controlevragen ....................................................................................... 9
6.5
Benodigde materialen per lesgroep .........................................................................10
6.6
Benodigde materialen per leerling ...........................................................................10
6.7
Bestellen van materialen ..........................................................................................10
6.8
Faceliteren ................................................................................................................10
De planning ...................................................................................................................11
7.1
Verloop van de les ....................................................................................................11
7.2
Tijdsplanning ............................................................................................................13
8.
Opleveren en reflecteren ...........................................................................................14
8.1
Oplevering ................................................................................................................14
8.2
Zelfreflectie ...............................................................................................................14
8.3
Groepsreflectie .........................................................................................................14
2
1. Inleiding
Leerlingen in de basisvorming van het VMBO staan voor een belangrijke keuze: welke richting
wil ik straks op en waarom wil ik dat eigenlijk? Het is belangrijk om leerlingen goed
te begeleiden bij deze keuze. Dat kan in de vorm van een praktische oriëntatie op de verschillende
sectoren binnen het VMBO.
In deze docentenhandleiding vind je de informatie die nodig is om een les op te zetten die nodig is
voor de Praktische Sector Oriëntatie (PSO) Techniek; Houtbewerking.
opdracht 1: “het maken van een I – phonehouder” .
3
2. PSO informatie voor de docent
2.1 Wat is PSO nu precies?
PSO staat voor Praktische Sector Oriëntatie: een programma van praktische activiteiten
waarin leerlingen zich kunnen oriënteren op de sectoren van het derde en vierde leerjaar:
techniek, zorg & welzijn, economie en landbouw. PSO geeft leerlingen een beter beeld
van de sectoren en hun afdelingen in de bovenbouw. Daarnaast geeft het leerlingen (en
docenten) inzicht in de eigen interesses en competenties. Op basis daarvan kunnen zij
een bewuste keuze maken voor hun leerroute in het derde en vierde leerjaar.
2.2 De wet
PSO is niet verplicht. De wet biedt scholen de mogelijkheid om een programma PSO aan te
bieden van:
• Maximaal 256 lesuren voor reguliere leerlingen (circa drie lesuren per week per jaar)
• Maximaal 512 lesuren voor leerlingen uit het leerwegondersteunende onderwijs
(LWOO) (circa zes lesuren per week per jaar)
Scholen mogen deze uren vrij verdelen over het eerste en tweede leerjaar van het VMBO.
De uren mogen bijvoorbeeld geclusterd worden in een bepaalde periode, er mogen meer
uren uitgetrokken worden voor het tweede leerjaar en minder voor het eerste enzovoorts.
Scholen krijgen lumpsum gelden voor PSO. De school mag zelf kiezen of ze dit gebruiken
voor lokaalaanpassingen, outillage, of leer- en hulpmiddelen.
2.3 Brede oriëntatie
Scholen zijn wellicht geneigd om PSO te koppelen aan de sectoren en afdelingen binnen
hun school, maar om iedere leerling optimaal te kunnen begeleiden is een brede oriëntatie
zeker aan te bevelen. Voor PSO zijn geen specifieke bevoegdheden vereist. PSO kan
dus door iedere docent worden gegeven.
2.4 Wat is de relatie met de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)?
LOB richt zich op een brede oriëntatie, op een flexibele loopbaan. Hierbij gaat het met
name om de leerling te leren bewust naar zichzelf te kijken: wat zijn mijn sterke en zwakke
kanten, wie ben ik en wie zou ik willen zijn? PSO is een aanvulling op LOB. Door PSO
krijgen leerlingen daadwerkelijk de mogelijkheid een bepaalde keuze voor een sector of
afdeling uit te proberen en zelf te beoordelen of dit iets voor hen is.
4
3. Doel van de opdracht
Het doel van deze praktijkopdracht is VMBO onderbouw leerlingen kennis te laten maken met het
vak houtbewerking.
De rode draad in deze opdracht is de succeservaring. Leerlingen moeten geïnteresseerd raken
en niet afgeschrikt worden.
De leerling heeft aan het eind van deze opdracht kennis gemaakt met de volgende onderdelen:
1 De leerling heeft een indruk gekregen van wat er bij het vak houtbewerking komt kijken
2 De leerling heeft kennis gemaakt met het begrip: Materialenstaat
3 De leerling heeft kennis gemaakt met het begrip: Gereedschapslijst
4 De leerling heeft kennis gemaakt met het lezen van een werktekening
5 De leerling heeft kennis gemaakt met maatvoeringen aftekenen
6 De leerling heeft kennis gemaakt met 2 houtsoorten en 1 type plaatmateriaal
De leerling heeft kennis gemaakt met het gebruiken van diverse handgereedschappen en
machinale handgereedschappen.
De leerling heeft kennis gemaakt met de volgende basisbewerkingen:
 Boren
 Schaven
8
 Zagen
 Vijlen
 Lijmen
 Schuren
7
Aan de hand van de PSO opdracht waarin een stappenplan staat en een werktekening, zullen de
leerlingen onder begeleiding deze opdracht moeten kunnen maken.
5
4. Didactiek
4.1 Het PUR model
Deze opdracht is opgezet vanuit het didactisch onderwijsmodel: PUR.
PUR
Plannen – Uitvoeren – Reflecteren.
Plannen:
(voorbereiding)
Leerlingen bereiden zich voor op het maken van de opdracht.






Wat houd de opdracht in?
Wat zijn de regels in het praktijklokaal?
Hoe lees ik een werktekening?
Wat is een materialenstaat?
Wat is een gereedschapslijst?
Controlevragen maken
Uitvoeren:
Leerlingen gaan aan de slag. Via 15 stappen lopen zij - onder begeleiding door de uitvoering heen.
Reflecteren:
Na afloop word er teruggeblikt op de opdracht:


De leerling gaat een zelfreflectie toepassen door de schriftelijke
reflectievragen in te vullen
De docent gaat een groepsreflectie toepassen. In het theorielokaal
word met een groepsgesprek teruggeblikt op de opdracht.
Na afloop mogen de leerlingen hun werkstuk mee naar huis nemen.
4.2 Variabele werkvormen
De opdracht kent een variatie aan werkvormen: Leerlingen werken individueel, in een klassikale
situatie, in praktijkruimtes en coaching (reflectiegesprekken).
6
5. De lay-out van de opdracht
5.1 Het navigatiemenu
Om de aansluiting te maken met de belevingswereld van de leerling is de opdracht web – based
opgezet. De positie waar de leerling zich bevind in de opdracht, is net als op een website altijd
terug te zien in het menu aan de linkerkant van de opdracht. Zie onderstaand voorbeeld.
5.2 Toepassing van pictogrammen
Naast deze overzichtelijke lay-out word er ook gebruik gemaakt van pictogrammen om een
opdracht te verduidelijken. Leerlingen die wat moeite hebben met begrijpend lezen, of dyslectische
leerlingen kunnen zo in één oogopslag zien wat er op die pagina van hun verlangt gaat worden.
Een overzicht van de toegepaste pictogrammen:
Maak aantekeningen / maak de vragen.
7
Vink aan
Lees een bepaald stuk van de opdracht
Let op de veiligheidsaspecten
8
6. Organisatie en voorbereiding
6.1 Begeleiding en ondersteuning
Voordat de leerlingen in het praktijklokaal aan de slag gaan bespreekt de docent:



De inhoud van de opdracht
De regels in het praktijklokaal
De veiligheidsaspecten
Tijdens de uitvoering is er altijd een docenten en een instructeur aanwezig. Deze begeleiders
ondersteunen de leerlingen tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden
6.2 Wat kan er fout gaan?

Leerlingen kunnen op eigen initiatief met machinale gereedschappen gaan werken, dit mag
echter alleen onder begeleiding.
6.3 Voorbereidingen
De docent
 zorgt voor voldoende PSO opdrachten en werktekeningen
De instructeur
 zorgt ervoor dat de gereedschapskisten verdeeld zijn over de lesgroep
 controleert of er voldoende materialen aanwezig zijn
 Draagt zorg voor evt. aanvulling van de materialen.
6.4 Antwoorden controlevragen
Na afloop van de voorbereiding worden de leerlingen gevraagd het stappenplan van de uitvoering
door te lezen. Om te controleren of zij dat gedaan hebben worden er schriftelijke controlevragen
gesteld. Deze controlevragen worden klassikaal nagekeken en besproken.
De juiste antwoorden op de vragen:
1
2
3
C
D
A
9
6.5 Benodigde materialen per lesgroep
Bij een lesgroep van 15 leerlingen houden we rekening met onderstaande benodigdheden:
20 Triplex bodemplaten
20 lengtes Vuren voorbalkjes
20 lengtes Beuken steunlatjes
Houtlijm
□
□
□
□
6.6 Benodigde materialen per leerling
Per leerling houden we rekening met onderstaande benodigdheden:
1 Triplex bodemplaat
1 lengte Vuren voorbalkje
1 lengte Beuken steunlatje
Houtlijm
□
□
□
□
6.7 Bestellen van de materialen
1. Bestellingen sturen aan ATK Bouw materialen naar [email protected] t.a.v. R.
Jansen
2. Alle producten laten factureren naar PSO-school (vermelden bij de bestelling)
3. Overige bestellingen op rekening WADROS01
4. Contactpersonen Mathieu Peters / Daan Kivit / Richard Vosters
5. Tot slot altijd een cc van de bestelling aan [email protected]
6.8 Faciliteren
Theorielokaal
 Computer en beamer
Praktijklokaal
 Er staan 15 werkplekken klaar voor gebruik
 Er is voor 15 leerlingen een complete gereedschapskist aanwezig
 Er zijn voldoende accuboormachines en decoupeerzagen
10
7. De planning
7.1 Verloop van de les
De docent / instructeur
Leerling
Het product

Docent

Ontvangt de leerlingen in zijn
theorielokaal.

Vult de aanwezigheidsregistratie
in.

Deelt de opdracht uit en bespreekt
deze klassikaal met de leerlingen.
Hij geeft aan wat er verwacht
wordt. Er is interactie om te
controleren of de leerlingen de
opdracht begrijpen.


Deelt de werktekening uit en
bespreekt deze klassikaal met de
leerlingen. Hij geeft aan wat er
verwacht wordt. Er is interactie om
te controleren of de leerlingen de
opdracht begrijpen.

Luistert naar de uitleg en
stelt daar waar nodig
vragen om verheldering
te krijgen.

Pagina 5:
Memoblaadje

Bespreekt de regels die moeten
worden nageleefd in het
praktijklokaal. Veiligheid staat
centraal. Er is interactie om te
controleren of de leerlingen de
opdracht begrijpen.

Luistert naar de uitleg en
stelt daar waar nodig
vragen om verheldering
te krijgen.

Pagina 6:
Memoblaadje

Laat de leerlingen de
controlevragen maken en
bespreekt deze klassikaal.

Maakt de controlevragen
en corrigeert die indien
nodig.

Neemt de leerlingen na de
bespreking mee naar het
praktijklokaal.

Trekt werkkleding en
werkschoenen aan.
Luistert naar de uitleg en
stelt daar waar nodig
vragen om verheldering
te krijgen.
Pagina 4:
Memoblaadje
.
Instructeur

Laat de leerlingen omkleden.
Leerlingen dienen geschikte
werkkleding en werkschoenen te
dragen.
11

Geeft een korte klassikale
instructie omtrent gereedschappen.
Er is interactie om te controleren of
de leerlingen de opdracht
begrijpen.

Luistert naar de uitleg en
stelt daar waar nodig
vragen om verheldering
te krijgen.

Deelt de materialen uit die nodig
zijn voor het maken van de
opdracht.

Vinkt op de
materialenstaat de
onderdelen aan die hij
zojuist heeft gekregen.

Pagina 8:
materialenstaat

Laat de leerlingen de stappen van
uitvoering doornemen en de
controlevragen maken.

Leest de stappen van
uitvoering en maakt de
controlevragen.

Pagina 10 t/m 24:
stappen van uitvoering

Geeft aan dat er met de opdracht
gestart mag worden.

Werkt individueel aan
stap 1 t/m 15 van de
opdracht.

Pagina 10 t/m 24:
stappen van uitvoering

Volgt de sturing van de
begeleiders op.

Voltooid het werkstuk,
en bied het aan ter
oplevering.

Schoonmaken en
opruimen

Levert het sleuteltje van
de gereedschapskist in.

Invullen van de reflectie.

Pagina 25:
Reflectievragen
Docent en instructeur

Geven individuele sturing en daar
waar nodig klassikale sturing bij
het construeren van het werkstuk.
Docent en instructeur

Zien erop toe dat het proces
gericht is op “succes”.
Docent en instructeur

Creëren interacties met leerlingen
om te controleren of de leerlingen
de stappen in het proces begrijpen.
Docent en instructeur

Zien erop toe dat de leerling zijn
werkplek schoonmaakt en opruimt.

Zien erop toe dat de
gereedschapskisten compleet en
schoon ingeleverd worden.
Sleuteltjes inleveren

Zien erop toe dat de
reflectievragen worden ingevuld
zodra de opdracht voltooid is.
12

Laten de leerlingen omkleden.

Kleed zich om.

Gaat naar het
theorielokaal.

Bespreekt met de
docent de
reflectiepunten.
Docent

Neemt de leerlinge mee terug naar
het theorielokaal

Bespreekt samen met de
leerlingen de reflectiepunten. Er is
interactie om te controleren of de
leerlingen de opdracht en het
bijbehorende werkstuk als een
succes hebben ervaren.


Pagina 26:
Reflectie.
Sluit de les af. Leerlingen mogen
het werkstuk mee naar huis
nemen.
Nazorg
Docent

Maakt een evaluatieverslag dat
word teruggekoppeld aan de
mentor.
Decaan


Verwerkt het resultaat van de
opdracht in het leerlingvolgsysteem
en sluit deze opdracht.
Leerlingvolgsysteem
7.2 Tijdsplanning
Voorbereiding
Theorielokaal
45 minuten
Uitvoering
Praktijklokaal
1 uur en 15 minuten
pauze
15 minuten
Uitvoering
Praktijklokaal
1 uur en 15 minuten
Reflectie
Theorielokaal
30 minuten
Totaal 4 uur


Het verdient de voorkeur om deze opdracht in een
ochtend of in een middag uit te voeren.
Het moment waarin de pauze gepland is kan variëren.
13
8. Opleveren en reflecteren
8.1 De oplevering
De leerling levert zijn werkstuk op aan de instructeur of docent, deze beoordelen de volgende
aspecten:
 Is het werkstuk is afgerond?
 Is de werkplek is schoongemaakt en opgeruimd.
 Is het sleuteltje van de gereedschapskist ingeleverd?
Zijn aan bovenstaande punten voldaan dan mag de leerling gaan starten met de reflectie. Daarna
mag hij zich gaan omkleden.
8.2 Zelfreflectie
Nadat de instructeur of docent het afgeronde werkstuk hebben gezien gaat de leerling zelfstandig
de reflectievragen invullen. De instructeur en de docent mogen hier eventueel bij helpen. Tevens
hebben zij dan de mogelijkheid om een interactie te creëren waardoor de instructeur en de docent
zichzelf een beeld kunnen vormen van de mate waarin de leerling het maken van het werkstuk als
succeservaring heeft beleeft.
8.3 Groepsreflectie
De docent doet een groepsreflectie in het theorielokaal. Hij stelt gerichte vragen n.a.v. de
antwoorden die de leerlingen hebben ingevuld in de zelfreflectie. De docent creëert een interactie
met de groep om zich een beeld te vormen of de leerlingen het maken van het werkstuk als
succeservaring heeft beleeft.
14