Download dit artikel als PDF

Slim net
moet
goedkoper
worden
Een slim elektriciteitsnet
kost tot nu toe nog teveel
geld om het grootschalig uit
te rollen. Om dit op te lossen
zijn goedkopere componenten
nodig en meer samenwerking
van netbeheerders,
leveranciers en investeerders.
Maar bovenal moet beter
worden ingespeeld op de
flexibele vraag van de klant.
Tekst: Norbert Cuiper
www.ensoc.nl
35
N
ederlandse netbeheerders staan klaar om
slimme elektriciteitsnetten op grotere schaal te testen.
Maar voordat dit kan gebeuren
moeten nog wel enkele hindernissen worden overwonnen.
Dat vertelt Jacqueline Cramer,
voormalig minister van VROM
en Utrechts hoogleraar duurzaamheid en innovatie aan het
begin van de tweede dag van
het congres ‘Slimme Energie Infrastructuur’ in het Van der Valk
hotel te Almere. Ze stipt enkele
bottlenecks voor grootschalige
toepassing van smart grids
aan, zoals betaalbaarheid en
verdeling van kosten en baten,
technische onzekerheden, en
de benodigde aanpassingen in
de wet- en regelgeving. Volgens
Cramer vormt de toekomstige
capaciteit van het net nog een
punt van zorg. Zal de capaciteit
wel voldoende zijn? Als mogelijke oplossing oppert ze om
komende jaren meer inzicht te
verkrijgen in het gedrag van de
klant of eindgebruiker.
Big Brother
Cramer verwijst naar ervaringen
in het Amerikaanse Sacramento,
waar activisten protesteren
tegen de komst van smart grids,
uit angst dat ze individueel worden gevolgd. ‘Dit is weliswaar
een zeer kleine groep, maar
ze verwoorden het sentiment
van ‘Big Brother is watching
you’.’ Dit sentiment komt niet
tot uiting in de Nederlandse
proeven, zoals in het Groningse
Hoogkerk met het project
Power Matching City. Hieruit zijn
diverse lessen te leren, vertelt
Cramer. ‘Eén onafhankelijke
partij moet de coördinatie van
36
ensoc magazine voorjaar 2014
het project op zich nemen om
zowel bewoners als bedrijven
te trekken. Daarnaast moet een
stuurgroep worden opgezet met
de belangrijkste partijen die
investeren in de ‘proeftuin’, een
smart grid-project dat worden
gesubsidieerd door de overheid.
Ook het samen bepalen van een
gezamenlijk hoofddoel moet ervoor zorgen dat partijen elkaar
niet tegenwerken.’
HET IS BETER OM
KLEINSCHALIG
TE STARTEN MET
INITIATIEVEN
VANUIT BEWONERS
Kleinschalig starten
Het is verstandig om niet grootschalig te beginnen met smart
grids; beter is om kleinschalig te
starten met enkele initiatieven
die vanuit bewoners worden opgezet. Dat blijkt uit ervaringen
in het Rotterdamse Heijplaat en
Amsterdam, zegt Cramer. ‘Wees
transparant naar alle partijen,
monitor de voortgang en de resultaten en besteedt voldoende
aandacht aan de communicatie,’
aldus Cramer. Volgens haar
heeft een slim elektriciteitsnet
pas toegevoegde waarde als de
klant de voordelen inziet, zoals
de grotere flexibiliteit bij de Powermatcher, een software tool
dat de pieken en dalen in het
stroomverbruik uit kan smeren.
Hierdoor kan het stroomnet volstaan met een lagere capaciteit,
waardoor de netkosten beperkt
blijven. Ook zullen de stroomprijzen op termijn hierdoor dalen.
Cultuurverandering
Netbeheerder Stedin ziet smart
grids als een middel om sneller
te reageren op storingen. Dat
vertelt Marko Kuithof, manager
netcoördinatie bij Stedin, in zijn
presentatie over het ‘zelfherstellend net’. ‘We staat voor de
uitdaging om het net flexibel te
maken voor smart grids’, zegt
Kruithof. Volgens hem houdt dit
een cultuurverandering bij de
netbeheerder: ‘In plaats van dat
we denken wat goed is voor de
klant, moet de klant de agenda
bepalen. We mogen blij zijn dat
we mee mogen doen.’ Stedin
investeert 500 miljoen in de
netten om de levering van gas
en elektriciteit in de toekomst
veilig te stellen. ‘Dat gaat niet
alleen over energie, maar ook
over klanttevredenheid. Bij
een storing zijn klanten aan de
goden overgeleverd. Dat willen
we zoveel mogelijk voorkomen’,
zegt Kruithof.
‘WE STAAN VOOR
DE UITDAGING OM
HET NET FLEXIBEL
TE MAKEN’
Leveringszekerheid
De gemiddelde storing bij Stedin
duurt 21 minuten. Dat betekent
een hoge leveringszekerheid,
zegt Kruithof. ‘Stedin behoort
daarmee tot één van de beste
drie netbeheerders ter wereld.’
Toch kan een storing erg vervelend zijn. ‘Voor een stad als
Rotterdam zijn de gevolgen van
een stroomstoring nog wel te
overzien. Dan gaat het om een
koelkast of wekkerradio waarbij
de stroom even is uitgevallen.
Maar het havengebied is veel
gevoeliger voor storingen. Daar
schakelen machines direct uit,
zodra er geen elektriciteit meer
is.’ Stedin ontwikkelt niet alleen
smart grid nog te duur voor grootschalige uitrol
smart grids om de levering van
stroom te verbeteren. ‘We doen
dit ook om de energietransitie
te faciliteren. Dat betekent niet
alleen dat we tweerichtingsverkeer toelaten op het net, maar
ook dat we meer communiceren
met onze klanten.’
Laptop ipv baco
Kruithof vergelijkt de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet met die van auto’s. ‘Auto’s
zijn afgelopen decennia steeds
betrouwbaarder geworden,
tot de laatste zeven jaar. Dat
komt doordat auto’s over meer
boordcomputers beschikken.
Als deze ‘smart devices’ een
defect vertonen levert dat
risico’s op voor de bedrijfszekerheid. En een monteur komt niet
meer met een baco, maar zal
de auto eerst met een laptop
uitlezen om te achterhalen waar
de fout zit.’ Automatisering doet
zich ook voor bij het elektriciteitsnet. Volgens Kruithof is het
oplossen van storingen op het
net volledig te automatiseren,
maar dit is nog niet gereguleerd.
‘De toezichthouder (ACM, red)
houdt geen rekening met deze
innovaties, terwijl producten
zoals sensoren en detectieapparaten al op de markt bestaan.’
Ringnet
De truc is om data te combineren met een centrale aansturing, zegt Kruithof. Hij verwijst
naar een project in Rotterdam
Blaak met een ringnet voor
drieduizend klanten. Door het
net te verdelen in groepen van
300 tot 400 klanten kan Stedin
de storingstijd terugbrengen
tot 1 minuut of minder, vertelt
Kruithof. ‘Deze investering is
nooit rendabel, maar is wel
toepasbaar voor elk huis. Ik
verwacht dat we dit over enkele
jaren op grote schaal kunnen
uitrollen.’ Kruithof waarschuwt
wel dat er een verschil bestaat
in de levensduur van netten, die
vijftig jaar of langer meegaan,
en dat van de hardware zoals
stationsautomatisering (20 jaar)
en smart devices (minstens 5
jaar). Hij verwacht dat daardoor
in de toekomst in plaats van
energietechnici meer it-technici
nodig zullen zijn.
HOGE KOSTEN
BELEMMEREN
GROOTSCHALIGE
UITROL VAN
SLIMME NETTEN
KRIS
Hoe maken we smart grids
betaalbaarder? Dat vraagt
innovator Jaap Kohlmann van
netbeheerder Enexis zich af. ‘We
maken onze bedrijfsvoering efficiënter, door monteurs gerichter
in te zetten. Ook willen we de
toestand van transformatoren in
de gaten houden. Dat betekent
dat we meer intelligentie in de
netten nodig hebben.’ Dit komt
bij tot uiting in het project Kostenreductie MS/LS Instrumentarium, kortweg KRIS. Enexis is
samen met alle netbeheerders
en een aantal leveranciers in
Nederland dit project gestart.
MS staat voor middenspanning,
LS voor laagspanning.
Kohlmann: ‘Op MS-stations is
het nog te duur om te investeren in smart devices. De hoge
kosten belemmeren de grootschalige uitrol op deze netten.
Daardoor komt de markt niet in
beweging.’
Business case
Het KRIS-project moet daar
verandering in brengen, vertelt
Kohlmann. ‘Doel is om een
nieuwe, open markt te creeëren
voor modulaire systemen, die
flexibel zijn doordat ze kunnen
meegroeien en gebasseerd zijn
op veelgebruikte standaarden.’
Binnen het project werken
netbeheerders en leveranciers
van deze instrumentatie samen,
zodat de instrumentatie goedkoper kan worden. ‘Dat betekent
dat we niet steeds hogere eisen
moeten stellen aan devices,
maar terug gaan naar de basis
om de business case voor een
smart grid rond te krijgen. Samen met de leveranciers in het
project zijn we op zoek naar de
“cost drivers” van de instrumentatie en gaan we de dialoog aan
hoe we deze kosten met elkaar
kunnen verlagen. Kohlmann
toont een sheet met de partners
van KRIS.
Heilige graal
Bedoeling is om het KRISproject, dat in januari 2013
is gestart, eind dit jaar af te
ronden. Kohlmann: ‘We hopen
dan dat de devices significant
goedkoper zijn geworden,
waarna we verder gaan met het
slimmer maken van onze netten.’ Kohlmann waarschuwt voor
overspannen verwachtingen:
‘Dit is niet de heilige graal, maar
vormt wel de mogelijkheid om
verder te gaan met de ontwikkeling van smart grids.’ Volgens
Kohlmann is het plan om deze
zomer een twintigtal stations te
voorzien van KRIS-prototypes
om meer ervaring op te doen.
‘Voor grootschalige uitrol van
dit soort instrumentatie is het
www.ensoc.nl
37
van belang dat de business case
positief is. KRIS helpt netbeheerders en leveranciers om hier
meer inzicht in te krijgen.’
CYBER SECURITY
KOMT MEER
OP DE AGENDA
TE STAAN VAN
NETBEHEERDERS
Cyber security
Cyber security is een actueel
thema na het openbaar worden
van de NSA-spionage. Netbeheerders realiseren zich de
laatste tijd meer dat slimme
netten ook bestendig moeten
zijn tegen hackers, bevestigt
Kohlmann: ‘Cyber security is
belangrijk bij het uitrollen van
smart grids. Binnen Enexis en
ook de andere netbeheerders is
dit een thema die steeds meer
aandacht krijgt. Ook binnen
KRIS wordt er gekeken naar hoe
we omgaan met de cyber security.’ Dagvoorzitter Cramer roept
op om een volgend congres over
smart grids meer aandacht te
besteden aan dit onderwerp.
Powermatcher
Een slim net stemt het aanbod
van duurzame energie af op de
actuele vraag. Om dit te realiseren heeft ECN de Powermatcher
ontwikkeld, een stuk software
dat pieken in de vraag naar
stroom uitsmeert. De tool is
getest in het Power Matching
City project in Groningen, vertelt
Bert den Ouden, voormalig
directeur van energiebeurs APXEndex en nu algemeen directeur
van Flexible Power Alliance
Network. ‘In de Powermatcher
komen duurzaamheid en markt
samen,’ zegt Den Ouden. Hij ver38
ensoc magazine voorjaar 2014
woordt het concept simpel: ‘We
gaan wassen als de zon schijnt.
We maken de vraag flexibel.’ De
Powermatcher neemt eigelijk de
aansturing over van de thermostaat. Het is ook voor andere
situaties bruikbaar, zegt Den
Ouden. Hij geeft de toehoorders
een belangrijke boodschap: ‘We
denken te weinig na over de business case. Dat moet anders.’
Slimme oplossingen
Den Ouden ziet dat slimme
oplossingen nodig zijn voor de
inpassing van duurzame energie
op het net. ‘De capaciteit van
het net schiet tekort bij overschotten aan zon of wind. De
oplossing zit in het meer lokaal
benutten van energie. Hierdoor
hoeven we minder te investeren
in de infrastructuur.’ Den Ouden
stelt voor om de Powermatcher
te standaardiseren, zodat het
diverse drivers kan aansturen
en uitlezen. Daardoor zouden de
kosten een factor 100 kunnen
dalen, beweert hij. Met drivers
bedoelt hij diverse toepassingen
om de flexibiliteit te verhogen,
zoals de timeshifters bij de
wasmachine, de buffers zoals
warmtepompen, opslagopties
zoals batterijen, en de ongecontroleerde opwek van energie zoals de opwarming en afkoeling
van een huis of een gebouw.
Stad van de Zon
Vooral van warmtepompen
verwacht Den Ouden veel
potentieel qua flexibiliteit.
Den Ouden acht de functie van
buffers belangrijk, omdat daar
meer stroom in omgaat. Hij stelt
voor om warmtepompen in te
zetten als buffer naast zonnepanelen, zoals bij de Stad van de
Zon in Heerhugowaard dat van
plan is om de Powermatcher toe
te passen in een smart gridproject. Warmtepompen gaan
dan aan zodra de zon schijnt
en de stroomprijs laag ligt. ‘We
moeten dit optimaliseren, zodat
hierdoor minder capaciteit in het
net nodig is.’ De Powermatcher
heeft zich inmiddels bewezen en
wordt ook toegepast in andere
projecten, zoals in Den Haag.
Plan is om de software tool
ook in de Rotterdamse Houthaven toe te gaan passen in een
demonstratieproject, aldus Den
Ouden.
Gratis
Den Ouden wil de Powermatcher
als open softwaretool gratis
beschikbaar stellen voor
gebruikers. Daarvoor is de
stichting Flexible Power Alliance
opgezet door partijen zoals
TNO, Accenture en Alliander.
Den Ouden zoekt nog nieuwe
partners. Hij heeft het plan om
de Powermatcher uit te breiden
met een ‘add-on’ om stroom aan
TenneT of via APX te verkopen.
‘Straks hebben we veel
windenergie, dat we niet
allemaal direct kunnen gebruiken. Daarom hebben we
flexibiliteit nodig, dat straks
geld waard is. Daar moeten we
nu op anticiperen.’ Wanneer
smart grids op grote schaal
worden uitgerold durft Den
Ouden nog niet te zeggen. ‘Dat
hangt af van de projecten. We
zitten nu nog in de aanvangsfase. We hebben nog onvoldoende zicht op de implementatie. We moeten eerst nog de
instrumenten ontwikkelen tegen
een lagere prijs. Daarna kunnen
we ze pas toepassen.’