Beleid Zorg De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! Zorgplannen 2014- 2015 30-6-2014 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Pagina 1 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Inhoudsopgave Voorwoord pagina 3 Zorgplan locatie Van Heeckerenlaan pagina 4 Zorgplan Praktijkonderwijs pagina 11 Zorgplan locatie Piet Heinstraat pagina 17 De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 2 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Voorwoord Dit zorgplan 2014- 2015 bestaat uit de zorgplannen voor locatie Van Heeckerenlaan, Praktijkonderwijs en locatie Piet Heinstraat. Het specifieke karakter van het praktijkonderwijs en het feit dat De Nieuwe Veste participeert in twee samenwerkingsverbanden maakt dat de zorgplannen op enkele punten verschillen. Op 1 augustus 2014 treedt de Wet passend onderwijs in werking. Dit betekent een verandering in de procedure aanmelding, toelating, weigering en plaatsing van leerlingen en in het beleid schorsing en verwijdering (zie website) Op de website kunt u eveneens de ondersteuningsprofielen van De Nieuwe Veste lezen. 1. Inleiding Missie De Nieuwe Veste is een bruisende school die midden in de samenleving staat, waarin de leerling leert leren in een veilige en door samenwerking gekenmerkte omgeving. De Nieuwe Veste ontwikkel(t) je talent. De Zorgplannen van de locaties geven aan hoe de huidige zorgstructuur van De Nieuwe Veste eruit ziet en dienen tevens als leidraad voor de te ontwikkelen activiteiten per locatie in het komende schooljaar. Zorgplannen zijn een verplichting in het Voortgezet Onderwijs. De Inspectie houdt toezicht. De Nieuwe Veste bestaat uit de volgende locaties: de hoofdlocatie aan de Van Heeckerenlaan te Coevorden; afdeling PrO, afdeling BGL (Beroepsgerichte leerwegen), afdeling MAVO, afdeling HAVO, afdeling VWO de locatie Piet Heinstraat te Hardenberg; onderbouw/ VMBO theoretische leerweg/ HAVO 3 +4 +5 onderbouw KB – VWO, vanaf klas 3 TL en Havo De zorgplannen van De Nieuwe Veste hebben de volgende hoofdfuncties: 1. Het zorgplan geeft een omschrijving van de zorg die een leerling in de huidige schoolsituatie krijgt aangeboden; 2. Het zorgplan geeft aan hoe de afstemming met de zorgplannen van de beide Samenwerkingsverbanden, het samenwerkingsverband Z.O.- Drenthe 22.02 en het samenwerkingsverband Noordoost Overijssel, geregeld is. Jaarlijks worden actiepunten Zorg geformuleerd. Deze worden vastgelegd in het jaarplan Zorg. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 3 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 1. De huidige structuur van Zorg De Nieuwe Veste biedt de leerlingen begeleiding op maat gedurende de gehele periode dat ze op school zijn. Op De Nieuwe Veste is sprake van geïntegreerde leerlingbegeleiding. Dat houdt in dat ‘zorg’ een integraal onderdeel is van het ‘dagelijks’ werk van alle docenten en andere medewerkers van de school. Binnen de school is de leerlingbegeleiding gestructureerd volgens het zogenaamde ringenmodel van Gieles ( zie pagina 6) 1.1 De mentor - eerste lijn Binnen de zorgstructuur is de mentor de spil van alle begeleidingsactiviteiten. Hij is de eerstverantwoordelijke voor de leerlingen van zijn mentorgroep. De mentor begeleidt en adviseert zijn leerlingen. Hij stelt zich op de hoogte van de vorderingen van de leerlingen, zet zich in voor de goede verhoudingen in de klas en zoekt zo nodig contact met ouders/ verzorgers, leerlingbegeleiders, leerlingcoördinatoren, vakdocenten en decanen. De mentor is voor ouders/verzorgers het eerste aanspreekpunt binnen de school. (Zie: taakomschrijving mentor) 1.2 De leerlingbegeleider en de coördinator – zorgteam - tweede lijn Als een leerling niet genoeg heeft aan de basiszorg die de mentor en de vakdocenten hem kunnen bieden, kan hij voor extra zorg terecht bij de leerlingbegeleider en de leerlingcoördinator . Elke afdeling binnen de school –BGL, Mavo, Havo, Vwo - heeft een eigen zorgteam bestaande uit de leerlingbegeleider en de leerlingcoördinator. Zowel de docenten als de mentoren kunnen altijd een beroep doen op de leerlingbegeleider en de leerlingcoördinator van de desbetreffende afdeling. Zo nodig kunnen de leerlingbegeleider en de leerlingcoördinator de leerling inbrengen in het Zorgadviesteam. Vijf maal per jaar komen de vijf zorgteams onder voorzitterschap van de zorgcoördinator bijeen om met elkaar problemen door te spreken en elkaar te adviseren. (Zie: taakomschrijving leerlingbegeleider en leerlingcoördinator) 1.3 Specifieke begeleiding Voor een bepaalde periode kunnen leerlingen in aanmerking komen voor specifieke begeleiding. Soms geeft het onderwijskundig rapport van het basisonderwijs al aan dat een leerling extra begeleiding nodig heeft om bepaalde problemen te verhelpen die van invloed kunnen zijn op het leerproces (zie 3.1 overgang po- vo) Daar waar nodig maken we gebruik van externe professionals voor onderzoek voor specifieke begeleiding. Indien nodig worden leerlingen door het OPDC- conform afspraken in het SWV22.02 getest. Alle leerlingen worden gevolgd op het gebied van taal en rekenen. Mochten de resultaten daar aanleiding toe geven dan kan een leerling specifieke begeleiding daarvoor krijgen. De volgende specifieke begeleiding wordt aangeboden: o FRT – faalangstreductietraining o DRT - remediale hulp voor leerlingen met dyslexie o SVT- sociale vaardigheidstraining De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 4 van 23 Beleid Zorg o o Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Dyscalculiebegeleiding Rots en water (voor BGL) 2.1 De zorgcoördinator - locatie H2 De zorgcoördinator is een docent met een speciale taak. Hij valt in functionele zin op het gebied van zorg onder de portefeuillehouder Zorg. In hiërarchische zin valt hij onder de betreffende sectordirecteur. Hij coördineert de werkzaamheden met betrekking tot de zorg aan de leerlingen binnen de school. Regelmatig overlegt hij met de leerlingbegeleiders, de leerlingcoördinatoren, specifieke begeleiders en de Time-Out medewerkers over die zorg. De zorgcoördinator is tevens belast met de dagelijkse leiding en het toezicht op TimeOut. Daarnaast is hij de voorzitter van het Zorgadviesteam en het zorgteam en neemt als intern begeleider actief deel aan het samenwerkingsverband Zuidoost- Drenthe (22.02) (Zie: taakomschrijving zorgcoördinator) 2.2 Het Zorgadviesteam - tweede en derde lijn Binnen de school functioneert een Zorgadviesteam, waarvan de zorgcoördinator de voorzitter is. Het team heeft als doel vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen en, bij zorg over het welbevinden van de leerling, optimaal afgestemde hulpverlening te verzorgen .Het team komt vijf keer per jaar bijeen om te praten over leerlingen van wie de complexe aard van de problemen de interne zorg te boven gaat. Het Zorgadviesteam bepaalt of een leerling ook inderdaad in aanmerking komt voor externe hulpverlening. Het Zorgadviesteam op De Nieuwe Veste locatie Van Heeckerenlaan is samengesteld uit zowel interne als externe deskundigen en bestaat ten minste uit de volgende leden: de zorgcoördinator; de leerlingcoördinatoren BGL, Mavo, Havo, Vwo de leerlingbegeleiders BGL, Mavo, Havo, Vwo de schoolarts de jeugdagent; een leerplichtambtenaar; een schoolmaatschappelijk werker; Ambulant begeleider RENN4 (zie bijlage) op afroep Ambulant begeleider REC3 (zie bijlage) op afroep Het team werkt op basis van collegiale consultatie, maar dan wel op professioneel niveau. Zo nodig wordt, in overleg met ouders/verzorgers, een traject voor externe hulpverlening voor de leerling uitgezet. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 5 van 23 Beleid 301.00.00-BEL Zorgplannen 2014- 2015 Zorg Versie: MR: 25-06-2014 2.3 Het ringenmodel; zorg zichtbaar gemaakt zorgcoördinator leerplichtambtenaar orthopedagoog schoolarts leerlingbegeleider ambulant begeleider OPDC mentor ambulant beg. RENN4 decaan spec. begeleiders leerling 1e lijn toets bureaus afdelingsdirecteur time out OPDC vakdocent 2e lijn leerlingcoördinator Rebound DNV ambulant beg. REC3 3e lijn SMW schoolagent 3.1 Overgang Primair onderwijs naar De Nieuwe Veste Zie website: Beleid aanmelding, toelating, weigering en plaatsing leerlingen 3.2 Toelating zorgleerlingen De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 6 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Het gaat hierbij om Een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Die leerling wordt besproken door de PCL+ van het SWV. (Het SWV zorgt voor passende financiering van die extra ondersteuning) Een leerling ( LWOO en PrO) met een positieve beschikking van de PCL+ van het SWV. Aan de hand van onderwijskundige vragen wordt bezien of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staan het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Uiteindelijk neemt het bevoegd gezag van de school een besluit tot toelating of weigering. Het bevoegd gezag van De Nieuwe Veste heeft besluitvorming hierover gemandateerd aan de Toelatingscommissie van De Nieuwe Veste ( zie procedures toelating, website De Nieuwe Veste) 3.3 Leerlingen met een indicatie Een leerling die aangemeld wordt met een indicatie wordt doorgesproken met ouders, zorgcoördinator, begeleider van de basisschool en ambulant begeleider om te komen tot passende zorg voor deze leerling. Zo nodig wordt de betreffende leerling geobserveerd tijdens de les in zijn/haar klas. De leerlingbegeleider is verantwoordelijk voor het ontwikkelingsperspectief (OPP) De afdelingsdirecteur is verantwoordelijk voor de besteding van de gelden. Indien ouders/ verzorgers van een kind met een rugzak behoefte hebben om ervaringen te delen met andere ouders/ verzorgers, kan men dit bespreken met de eigen ambulant begeleider. Deze kan, in samenspraak met de zorgcoördinator, een contact of bijeenkomst regelen. Wanneer de ouders/verzorgers en de school verschil van mening hebben over de toelating van de leerling met een indicatie de begeleiding van deze leerling of de besteding van de gelden zal een beroep worden gedaan op de landelijke Advies Commissie Toelating en Begeleiding (ACTB) voor advisering en bemiddeling. 4. Begeleiding: E –uren en KWT –uren De bovenstaande uren worden per afdeling voor begeleiding ingezet en kunnen onder meer gebruikt worden voor specifieke begeleiding. Iedere afdeling maakt daarin zijn eigen afwegingen en keuzes. Afstemming in de sector is zeer wenselijk. Bij de meeste vormen van locatiebrede specifieke begeleiding zijn twee begeleiders aangesteld, één per sector. Bij knelpunten worden in gezamenlijk overleg oplossingen gezocht. 4.1 Algemene vaardigheden Door de mentoren van de onderbouw worden in het mentoruur, dat vast is opgenomen in het rooster, de algemene (studie)vaardigheden aangeleerd. Daarbij wordt gewerkt aan het bevorderen van de samenhang tussen de sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling en wordt de samenhang tussen de begeleidingslessen en de vaklessen bevorderd. De leerling wordt gestimuleerd de aangeleerde vaardigheden in de reguliere lessen toe te passen. 4.2 Sociaal-emotionele begeleiding Een geheel andere vorm van begeleiding vindt plaats bij leerlingen met sociaal-emotionele problemen. In eerste instantie wordt de leerling begeleid door de mentor. Daarnaast kan er een beroep gedaan worden op de leerlingbegeleider of de zorgcoördinator. Zij kunnen doorverwijzen naar collega’s met specifieke expertise (specialisten op het gebied van gedrag of ASS) Ook kan een leerling gebruikmaken van het Schoolmaatschappelijk werk of de schoolarts. Zo nodig kan de leerling ingebracht worden in het Zorgadviesteam. 5. Beschikbaarheid schoolarts, schoolmaatschappelijk werk, leerplichtambtenaar H2, ambulant begeleiders RENN4 en REC3. De Nieuwe Veste biedt leerlingen en hun ouders de mogelijkheid zelfstandig een afspraak te maken met de schoolarts, leerplichtambtenaar, de ambulant begeleiders of met het schoolmaatschappelijk werk. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 7 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Ook voor de leerlingbegeleiders, leerlingcoördinatoren, mentoren en docenten bestaat deze mogelijkheid. Men kan rechtstreeks contact opnemen. Voor de extern deskundigen is een speciale kamer ingericht (019). 5.1a Schoolarts De schoolarts houdt een paar keer per maand een spreekuur dat voor alle leerlingen toegankelijk is. Het initiatief voor een bezoek kan van de leerling, ouders of het Zorgadviesteam uitgaan. Daarnaast worden leerlingen in de tweede klas onderzocht. 5.1b Sociaal verpleegkundige De sociaal verpleegkundige van de GGD houdt één keer per maand spreekuur. Hij werkt samen met de schoolarts en houdt zich o.a. bezig met pedagogische vraagstukken in relatie tot de gezondheid. Hij kan ouders ter zijde staan wanneer er sprake is van opvoedingsproblemen, problemen op het gebied van verslaving etc. Hij geeft advies, informatie en voorlichting. . 5.2 Schoolmaatschappelijk Werk Het schoolmaatschappelijk werk is door de school ingehuurd om leerlingen die daar behoefte aan hebben, te ondersteunen. Jaarlijks worden - na evaluatie van het schooljaar -de uren in een contract vastgelegd voor het nieuwe schooljaar. De directeur MW en de portefeuillehouder Zorg tekenen dit contract. Een leerling kan uit zichzelf naar het SMW gaan of worden verwezen door het Zorgadviesteam. 5.3 De leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar heeft op vaste momenten overleg met de zorgcoördinator en de leerlingcoördinatoren van alle afdelingen. Hij houdt – waar nodig - één keer in de twee weken per afdeling zitting en nodigt – veelal samen met de leerlingcoördinator - leerlingen en/ of ouders uit om te praten over het verzuim. Indien nodig, gaat hij op huisbezoek. 5.4 De ambulant begeleiders RENN4 en REC3 De ambulant begeleiders zijn alleen op verzoek beschikbaar voor leerlingen, ouders en docenten. 5.5 De orthopedagoog Vanuit het Samenwerkingsverband Zuidoost Drenthe wordt in samenspraak met de portefeuillehouder Zorg een orthopedagoog ingehuurd. 6. Leerlingen met leerwegondersteuning Binnen de school kennen we al jaren leerlingen met leerwegondersteuning. Deze leerlingen volgen de BGL of Mavo. Zij worden –indien mogelijk – in kleinere groepen geplaatst, krijgen les van minder docenten en krijgen een eigen ontwikkelperspectief (opp) Daaronder ligt een handelingsplan. Een dergelijk vorm van permanente leerwegondersteuning heeft tot doel dat zoveel mogelijk leerlingen het diploma of onderdelen daarvan, behalen. In de BGL en Mavo wordt per schooljaar bekeken of de leerlingen met een LWOO- indicatie in aparte klassen of in reguliere klassen worden geplaatst. 7. Leerwerktrajecten Leerlingen die, ondanks permanente leerwegondersteuning, het diploma van de beroepsgerichte leerwegen niet kunnen behalen, en daarbij ook niet geïndiceerd zijn voor het Praktijkonderwijs, kunnen via leerwerktrajecten wellicht toch nog in aanmerking komen voor het behalen van een startkwalificatie (niveau 2) of worden voorbereid voor een plaats op de arbeidsmarkt. 8. Time-Out De locatie Van Heeckerenlaan kent een centrale opvang van leerlingen: Time-Out. Dit centrale punt in de school is er voor leerlingen die uit de les zijn gestuurd, absentenregistratie, registratie van leerlingen die te laat komen, leerlingen die zich afmelden in verband met ziekte en dergelijke. Daarnaast heeft Time-Out een luisterend oor voor De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 8 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 leerlingen die ergens mee zitten. Time-Out is de gehele dag bezet, inclusief de pauzes. Leerlingen zowel als ouders kunnen er dus altijd terecht. Er is een uitvoerig Time –Out protocol, waarin wordt aangegeven wat Time-Out inhoudt en welke regels er gelden. Het protocol is terug te vinden op de website van De Nieuwe Veste. Binnen de mentorlessen wordt het Time – Out protocol uitvoerig met de leerlingen doorgenomen. (Zie: protocol Time-Out) Het protocol wordt jaarlijks herzien, indien nodig. 9. Rebound/ Op de rails. De Nieuwe Veste heeft een Reboundvoorziening. Dit is een plek waar leerlingen die even niet bij machte zijn zichzelf te motiveren in een kleine setting, o.l.v. docenten met ervaring op het gebied van “special needs” intensief worden begeleid, geobserveerd en getest. Het doel van een periode op Rebound is om de leerling weer te motiveren voor school, indien nodig wordt een andere schoolloopbaan geadviseerd. Daarnaast kan de Rebound een tijdelijk plek voor leerlingen zijn, die op een andere school geplaatst worden, maar daar niet direct terecht kunnen. Een soort gelijk traject als Rebound, maar gedurende langere periode (maximaal één jaar) is Op de Rails. De keuze voor een bepaald traject hangt af van de complexiteit van de problematiek. De keuze wordt in overleg met leerling, ouders en deskundigen gemaakt. 10. Het leerlingdossier Het leerlingdossier, onderdeel van het leerlingvolgsysteem, is essentieel bij het verwijzen naar externe instanties. De volgende onderdelen moeten daarin terug te vinden zijn: Algemene gegevens van de school Algemene gegevens van de leerling Brieven, verslagen van gesprekken, schriftelijke afspraken etc. Eventueel Handelingsplan/ ontwikkelingsperspectief De schoolcarrière van de leerling Vorderingen, gedrag, absentie, zaken betreffende gezondheid etc. Belangrijke aspecten van de thuissituatie Testuitslagen Bij rugzakleerlingen de indicatiestelling, de begeleiding en de verantwoording van de rugzakgelden Extra gegevens van de basisschool/ school van herkomst Elke betrokkene heeft het recht op inzage. Procedures zijn vastgelegd in het privacyreglement verwerking leerlinggegevens De Nieuwe Veste, artikel 14. 11. Afstemming zorgplan met de zorgplannen van beide Samenwerkingsverbanden De Nieuwe Veste neemt actief deel aan twee samenwerkingsverbanden: a) het samenwerkingsverband Z.O.- Drenthe 22.02 (locatie Coevorden en PrO) b) het samenwerkingsverband Noordoost Overijssel (locatie in Piet Heinstraat) De zorgstructuur van de school past binnen de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden. Deze zijn door de MR van de school goedgekeurd. (Zie: zorgplannen samenwerkingsverbanden) 12. Actiepunten Zorg Deze zijn vastgelegd in het jaarplan Zorg. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 9 van 23 Beleid Zorg De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! Zorgplannen 2014- 2015 30-6-2014 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Pagina 10 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Voorwoord Het Praktijkonderwijs van De Nieuwe Veste aan de Graaf van Heiden Reinesteinlaan in Coevorden is onderwijs voor moeilijk lerende kinderen. Leerlingen gaan naar het Praktijkonderwijs als ze in het vmbo geen diploma kunnen halen. Ze kunnen van het basisonderwijs, het speciaal onderwijs of van het voortgezet onderwijs komen. Het Praktijkonderwijs wil leerlingen voorbereiden op zelfstandig wonen, zelfstandig werken en vrije tijd besteden in de maatschappij. Dat wat de leerling kan en wil is belangrijk! Een groot deel van de opleiding bestaat uit leren in de praktijk. In de praktijklokalen kunnen de leerlingen volop aan de slag, maar ‘gewone’ leslokalen zijn er natuurlijk ook. 2. De huidige structuur van de zorg De Nieuwe Veste biedt de leerlingen begeleiding op maat gedurende de hele periode dat ze op school zijn. Op De Nieuwe Veste is sprake van geïntegreerde leerlingbegeleiding. Dat houdt in dat ‘zorg’ een integraal onderdeel is van het ‘dagelijkse’ werk van alle docenten en andere medewerkers van de school. Binnen de school is de leerlingbegeleiding gestructureerd volgens het zogenaamde ringenmodel Gieles (zie pagina13) . Daarbij is de mentor met de vakdocent de eerstelijns begeleider voor zijn leerlingen. De tweedelijns begeleiders, met de specialisten binnen de school, functioneren als vangnet voor de leerlingen die aan de basiszorg niet genoeg hebben en extra zorg vragen. De derde lijn wordt gevormd door externe specialisten die onder meer zitting kunnen hebben in het Zorg- en Adviesteam. 2.1 De mentor – eerste lijn Binnen de zorgstructuur is de mentor de spil van alle begeleidingsactiviteiten. Hij is de eerstverantwoordelijke voor de leerling van zijn mentorgroep. De mentor begeleidt het leerproces, bevordert de leervaardigheid van de leerling en adviseert zijn leerlingen. Hij stelt zich op de hoogte van de vorderingen van de leerlingen, zet zich in voor de goede verhoudingen in de klas en zoekt zo nodig contact met ouders/verzorgers, leerlingbegeleiders, vakdocenten of met de teamleider. Ook heeft de mentor oog voor de sociale en emotionele positie en ontwikkeling van de leerling en begeleidt de leerling in deze. De mentor signaleert bij de leerling of er extra zorg nodig is en kan zo nodig de leerling doorverwijzen naar de leerlingbegeleider of orthopedagoog, waarna een leerling wordt besproken in het zorgoverleg, dat 1x in de 3 weken plaatsvindt. De mentor is voor ouders/verzorgers het eerste aanspreekpunt binnen de school. 2.2 De leerlingbegeleider- tweede lijn Als een leerling niet genoeg heeft aan de basiszorg die de mentor en de vakdocenten hem kunnen bieden, kan hij voor extra zorg terecht bij de leerlingbegeleider of orthopedagoog. Zowel de docenten als de mentoren kunnen altijd een beroep doen op de leerlingbegeleider en de orthopedagoog. Zo nodig kunnen de leerlingbegeleider en de orthopedagoog de leerling inbrengen in het zorgoverleg (orthopedagoog, leerlingbegeleider, locatiecoördinator). De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 11 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Vanuit het zorgoverleg kan een leerling weer worden ingebracht in het Zorg- Adviesteam. Drie maal per jaar komt dit team bijeen om met elkaar de problemen door te spreken. 2.3 Specifieke begeleiding De leerlingen kunnen in aanmerking komen voor specifieke begeleiding. Dit bijvoorbeeld via signalering door de mentor, door het afnemen van testen of tijdens de l.o. lessen. Volgende wordt aangeboden: - Dyslexiebegeleiding - MRT - Motorisch Remedial Teaching - Leerlingen die moeite hebben met de motoriek krijgen extra oefeningen van een docent lichamelijke opvoeding - SOVA - Sociale vaardigheidstraining - Drama - Rots en water SOVA en Rots en Water worden standaard aan alle leerlingen in het 1e en 2e leerjaar aangeboden. 2.4 Teamleider De Teamleider draagt bij aan adequate zorg van leerlingen die dat nodig hebben en spreekt in dat kader betrokkenen bij de schoolinterne zorg daarop aan. In de contacten die de teamleider eventueel legt met ouders, docenten, mentoren en externe instanties geeft hij informatie of advies, verwijst door en geeft eventueel korte begeleiding. Hij stelt zo nodig in samenwerking met de mentor en interne specialisten een handelingsplan op. Hij heeft specifieke expertise bij leer- , ontwikkelings- en gedragsproblemen bij kinderen, gezins- en opvoedingsproblemen en ten aanzien van handelingsverlegenheid bij leerkrachten. 2.5 Het Zorgadviesteam – tweede en derde lijn Binnen de school functioneert een Zorg- en Adviesteam, ook wel ZAT genoemd. Via het zorgoverleg wordt een leerling in gebracht voor het ZAT. In het ZAT werken diverse zorgverleners in en om de school samen. Het bestaat uit mensen die zich met leerling-zorg bezighouden (zoals de locatieleider en de schoolmaatschappelijk werker), maar ook medewerkers van buiten de school (bijvoorbeeld de leerplichtambtenaar en Agent Jeugdzorg). De schoolarts, de orthopedagoog en de leerlingbegeleider zitten ook in het ZAT. Het ZAT spoort problemen eerder op en kunnen ze daardoor sneller aanpakken. De privacy van de leerlingen wordt gewaarborgd volgens de wet op de persoonsregistratie. Het team werkt op basis van collegiale consultatie, maar dan wel op professioneel niveau. Zo nodig wordt, in overleg met ouders/verzorgers, een traject voor externe hulpverlening voor de leerling uitgezet. Deelnemers ZAT: De teamleider De leerlingbegeleider; Een schoolmaatschappelijk werker; Een leerplichtambtenaar Een jeugdagent Een orthopedagoog De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 12 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 2.6 Het ringenmodel; zorg zichtbaar gemaakt 3. 1 Toelating leerlingen De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 13 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 De vmbo -afdeling of de basisschool dient een aanvraag in voor indicatiestelling bij de regionale verwijzingscommissie. Deze aanvraag gaat vergezeld van een onderwijskundig rapport en een leerlingdossier. De leerlingen worden getest. De school krijgt een positieve beschikking voor het Praktijkonderwijs als de leerling: - Een intelligentiequotiënt (IQ) heeft binnen de bandbreedte 55 tot en met 80 Een leerachterstand heeft op ten minste twee van de vier domeinen inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen. Hiervan moet minimaal een van de twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen zijn. De leerachterstand is minimaal 30 DLE. De aanmeldingen moeten door diverse instanties (PCL en RVC) bekeken worden en zijn voorzien van een onderwijskundig rapport en allerlei testgegevens. 3.2 De leerling met een indicatie Een leerling die aangemeld wordt met een indicatie wordt doorgesproken met ouders, teamleider , begeleider van de basisschool en ambulant begeleider om te komen tot passende zorg voor deze leerling. Zo nodig wordt de betreffende leerling geobserveerd tijdens de les in zijn/haar klas. Voor deze leerling wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) gemaakt door de mentor. De teamleider van de afdeling is hiervoor eindverantwoordelijke. Hij overlegt met de mentor welke collega’s en middelen worden ingezet bij de begeleiding van de leerling. De teamleider is verantwoordelijk voor de besteding van de gelden. Wanneer de ouders/verzorgers en de school verschil van mening hebben over de toelating van de leerling met een indicatie de begeleiding van deze leerling of de besteding van de gelden, zal een beroep worden gedaan op de landelijke Advies Commissie Toelating en Begeleiding (ACTB) voor advisering en bemiddeling. 4. Inzet externe hulpverleners 4.1 Schoolarts Enkele taken van de schoolarts zijn het zo nodig realiseren van verwijzingen op sociaal-medisch terrein, het bieden van opvoedingsondersteuning en kortdurende hulpverlening aan ouders/jeugdigen in afstemming met de deelnemer vanuit het schoolmaatschappelijk werk, signaleert problemen of lacunes in de hulpverleningsketen bij de betreffende leerling, levert bijdragen aan vroegtijdige signalering van risicofactoren en van problemen in de ontwikkeling van de jeugdige en in de thuissituatie van de jeugdige, etc. 4.2 Orthopedagoog Vanuit het Samenwerkingsverband Zuidoost Drenthe wordt in samenspraak met de portefeuillehouder Zorg een orthopedagoog ingehuurd. Hij verricht werkzaamheden die gericht zijn op een verantwoorde plaatsing en psychologische/orthopedagogische begeleiding van leerlingen binnen het praktijkonderwijs, begeleidt individuele leerlingen binnen de onderwijsinstelling, neemt deel aan het ZAT en draagt zorg voor de ontwikkeling van beleid op het gebied van leerlingenzorg en begeleiding binnen de onderwijsinstelling. 4.3 Schoolmaatschappelijk werker Het schoolmaatschappelijk werk is door de school ingehuurd om leerlingen die daar behoefte aan hebben, te ondersteunen. Jaarlijks worden - na evaluatie van het schooljaar -de uren in een contract vastgelegd voor het nieuwe schooljaar. De directeur AMW en de portefeuillehouder Zorg tekenen dit contract. Hij/Zij concentreert zich vooral op situaties waarin sprake is van psychosociale problematiek bij de leerling of zijn omgeving. Enkele taken zijn het bieden van opvoedingsondersteuning en kortdurende hulpverlening aan leerlingen/ouders vanuit de school, vroegsignalering van psychosociale problemen, onveilige of belemmerende De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 14 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 factoren, het zo nodig doen van aanvullend onderzoek door middel van een huisbezoek, organiseren van ambulante hulp en zorg dragen voor terugrapportage naar de school, etc. 4.4 Agent jeugdzorg Hij heeft expertise bij ernstige opvoedings- en opgroeiproblemen, ontwikkelings- en persoonlijkheidsstoornissen, het signaleren van kindermishandeling en noodzaak voor de inzet van jeugdbescherming en beschikt over kennis van het zorgaanbod van de gespecialiseerde jeugdzorg. Enkele taken zijn het leveren van bijdragen aan vroegtijdige signalering van risicofactoren en van problemen in de ontwikkeling van de jeugdige en in de thuissituatie van de jeugdige, het in overleg met de zorgcoördinator in te schakelen AMK bij vermoedens van kindermishandeling, waaronder verwaarlozing, het inschakelen van de politie bij vermoedens bij (mogelijke) bedreiging van de veiligheid op school, etc. 4.5 Leerplichtambtenaar Hij heeft kennis ten aanzien van het toezicht houden op de naleving van de Leerplichtwet en de Arbeidstijdenwet en ten aanzien van de aanpak van schoolverzuim bij jeugdigen tot 18 jaar, weet hoe het meest effectief in samenhang met hulpverlening te opereren, heeft kennis over de opleidingsmogelijkheden en over werken in combinatie met leren. Enkele taken zijn het informatie geven over de uitkomst van het door school opgedragen onderzoek bij een melding van vermoedelijk ongeoorloofd verzuim, bemiddelt op verzoek bij verzuimgerelateerde conflicten tussen school en leerling en/of ouders, geeft relevante informatie vanuit de leerplicht door, etc. Indien nodig, gaat hij op huisbezoek. 4.6 Ambulant begeleider (REC 3/RENN4) De ambulant begeleider participeert in het Zorg- en Adviesteam Hij denkt mee en adviseert zo nodig over beleidszaken betreffende leerlingen. Doelen van ambulante begeleiding zijn vroegtijdige signalering van gedragsproblematiek en de leerling weer alle kansen op een goede toekomst te geven. Dat wil zeggen een optimale plaats in de samenleving. Dit wordt gedaan door middel van het geven van handvatten aan docenten, waardoor zij de leerling zo goed mogelijk kunnen helpen. 5. Rebound/ Op de rails De Nieuwe Veste heeft een Reboundvoorziening. Dit is een plek waar leerlingen die even niet bij machte zijn zichzelf te motiveren in een kleine setting, o.l.v. docenten met ervaring op het gebied van “special needs” intensief worden begeleid, geobserveerd en getest. Het doel van een periode op Rebound is om de leerling weer te motiveren voor school, indien nodig wordt een andere schoolloopbaan geadviseerd. Daarnaast kan de Rebound een tijdelijk plek voor leerlingen zijn, die op een andere school geplaatst worden, maar daar niet direct terecht kunnen. Een soort gelijk traject als Rebound, maar gedurende langere periode (maximaal één jaar) is Op de Rails. De keuze voor een bepaald traject hangt af van de complexiteit van de problematiek. De keuze wordt in overleg met leerling, ouders en deskundigen gemaakt. 6. Het leerlingdossier Het leerlingdossier, onderdeel van het leerlingvolgsysteem, is essentieel bij het verwijzen naar externe instanties. De volgende onderdelen moeten daarin terug te vinden zijn: Algemene gegevens van de school Algemene gegevens van de leerling Brieven, verslagen van gesprekken, schriftelijke afspraken etc. Eventueel Handelingsplan/ ontwikkelingsperspectief De schoolcarrière van de leerling Vorderingen, gedrag, absentie, zaken betreffende gezondheid etc. Belangrijke aspecten van de thuissituatie Testuitslagen De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 15 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Bij rugzakleerlingen de indicatiestelling, de begeleiding en de verantwoording van de rugzakgelden Extra gegevens van de basisschool/ de school van herkomst Elke betrokkene heeft het recht op inzage. Procedures zijn vastgelegd in het privacyreglement verwerking leerlinggegevens De Nieuwe Veste, artikel 14. 7. Afstemming zorgplan met de zorgplannen van beide Samenwerkingsverbanden Het praktijkonderwijs van De Nieuwe Veste neemt actief deel aan het samenwerkingsverband Zuidoost - Drenthe 22.02 De zorgstructuur van de school past binnen de ondersteuningsplannen van het samenwerkingsverband. Deze is door de MR van de school goedgekeurd. (Zie: ondersteuningsplannen samenwerkingsverband) 8. Actiepunten Zorg Deze zijn vastgelegd in het operationeel plan Zorg; jaarlijks vast te stellen. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 16 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Voorwoord Op 1 augustus 2014 treedt de Wet passend onderwijs in werking. Dit betekent een verandering in de procedure aanmelding, toelating, weigering en plaatsing van leerlingen en in het beleid schorsing en verwijdering (zie website) Op de website kunt u eveneens de ondersteuningsprofielen van De Nieuwe Veste lezen. 1 De huidige structuur van Zorg De Nieuwe Veste biedt de leerlingen begeleiding op maat gedurende de gehele periode dat ze op school zijn. Op De Nieuwe Veste is sprake van geïntegreerde leerlingbegeleiding. Dat houdt in dat ‘zorg’ een integraal onderdeel is van het ‘dagelijks’ werk van alle docenten en andere medewerkers van de school. Binnen de school is de leerlingbegeleiding gestructureerd volgens het zogenaamde ringenmodel van Gieles (pagina 19) 1.1 De mentor - eerste lijn Binnen de zorgstructuur is de mentor de spil van alle begeleidingsactiviteiten. Hij is de eerstverantwoordelijke voor de leerlingen van zijn mentorgroep. De mentor begeleidt en adviseert zijn leerlingen. Hij stelt zich op de hoogte van de vorderingen van de leerlingen, zet zich in voor de goede verhoudingen in de klas en zoekt zo nodig contact met ouders/ verzorgers, leerlingbegeleiders, leerlingcoördinatoren, vakdocenten en decaan. De mentor is voor ouders/verzorgers het eerste aanspreekpunt binnen de school. 1.2 De leerlingbegeleider, zorgcoördinator en de leerlingcoördinator – zorgteam - tweede lijn Als een leerling niet genoeg heeft aan de basiszorg die de mentor en de vakdocenten hem kunnen bieden, kan hij voor extra zorg terecht bij de leerlingbegeleider, zorgcoördinator en de leerlingcoördinator . Zowel de docenten als de mentoren kunnen altijd een beroep doen op de leerlingbegeleider, zorgcoördinator en de leerlingcoördinator van de locatie. Zo nodig kunnen de leerlingbegeleider, zorgcoördinator en de leerlingcoördinator de leerling inbrengen in het Zorgadviesteam. Het ZAT komt zes keer per jaar bijeen onder voorzitterschap van de leerlingcoördinator om met elkaar problemen door te spreken en elkaar te adviseren. (Zie: taakomschrijving leerlingbegeleider, zorg- en leerlingcoördinator) 1.3 Specifieke begeleiding Voor een bepaalde periode kunnen leerlingen in aanmerking komen voor specifieke begeleiding. Soms geeft het onderwijskundig rapport van het basisonderwijs al aan dat een leerling extra begeleiding nodig heeft om bepaalde problemen te verhelpen die van invloed kunnen zijn op het leerproces. Zo nodig kan een leerling in overleg met de zorgcoördinator nog verder getest worden. De volgende specifieke begeleiding wordt aangeboden: De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 17 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 MRT - Motorisch Remedial Teaching - leerlingen die moeite hebben met de motoriek krijgen extra oefeningen van een docent lichamelijk opvoeding BOF – beter omgaan met faalangst DRT - remediale hulp voor leerlingen met dyslexie SVT- sociale vaardigheidstraining (extern) Dyscalculiebegeleiding Fysieke weerbaarheidstraining (extern) 1.4 De zorgcoördinator, locatie Piet Heinstraat De zorgcoördinator is een docent met een speciale taak. Hij valt in functionele zin op het gebied van zorg onder de portefeuillehouder Zorg. In hiërarchische zin valt hij onder de betreffende afdelingsdirecteur. Hij coördineert de werkzaamheden met betrekking tot de zorg aan de leerlingen binnen de locatie. Regelmatig overlegt hij met de leerlingbegeleiders, de leerlingcoördinatoren en specifieke begeleiders over de zorg. Daarnaast is hij voorzitter van het Zorgadviesteam en voorzitter van het intern zorgteam en neemt als intern begeleider actief deel aan het samenwerkingsverband Noordoost- Overijssel. De zorgcoördinator is voorzitter van het( intern) ZAT. Leden van het intern zorgteam zijn: de zorgcoördinator de dyslexiespecialist de leerlingbegeleiders de rugzakbegeleiders de lwoo –coördinator 1.5 Het Zorgadviesteam - tweede en derde lijn Binnen locatie Piet Heinstraat functioneert een Zorgadviesteam, waarvan de zorgcoördinator voorzitter. De commissie heeft als doel vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen en, bij zorg over het welbevinden van de leerling, optimaal afgestemde hulpverlening te verzorgen. Het team komt zes keer per jaar bijeen om te praten over leerlingen van wie de complexe aard van de problemen de interne zorg te boven gaat. Het Zorgadviesteam bepaalt of een leerling ook inderdaad in aanmerking komt voor externe hulpverlening. Het Zorgadviesteam op De Nieuwe Veste locatie Piet Heinstraat is samengesteld uit zowel interne als externe deskundigen en bestaat ten minste uit de volgende leden: de zorgcoördinator de leerlingcoördinatoren de leerlingbegeleiders de schoolarts; een leerplichtambtenaar; een jeugdmaatschappelijk werker een medewerker van Bureau Jeugdzorg (op afroep) een orthopedagoge ambulant begeleider cluster4 Het team werkt op basis van collegiale consultatie, maar dan wel op professioneel niveau. Zo nodig wordt, in overleg met ouders/verzorgers, een traject voor externe hulpverlening voor de leerling uitgezet. 1.6 Het ringenmodel; zorg zichtbaar gemaakt De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 18 van 23 Beleid 301.00.00-BEL Zorgplannen 2014- 2015 Zorg Versie: MR: 25-06-2014 zorgcoördinator medewerker Bureau Jeugdzorg leerplichtambtenaar orthopedagoog schoolarts leerlingbegeleider ambulant begeleider Cluster 4 mentor beg. decaan Cluster 2 spec. begeleiders leerling 1e lijn locatie directeur ambulant vakdocent 2e lijn ambulant beg. Cluster 3 leerlingcoördinator ambulant beg. Cluster 1 3e lijn JMW Rebound DNV /SWV schoolagent 2.1 Overgang Primair onderwijs naar De Nieuwe Veste Zie website: Beleid aanmelding, toelating, weigering en plaatsing leerlingen 2.2 Toelating zorgleerlingen Op De Nieuwe Veste, locatie Piet Heinstraat, wordt bij aanmelding van een leerling met een positieve beschikking van de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) aan de hand van onderwijskundige vragen bezien of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staan het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 19 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Uiteindelijk neemt het bevoegd gezag van de school een besluit tot toelating of weigering. Het bevoegd gezag van De Nieuwe Veste heeft besluitvorming hierover gemandateerd aan de Toelatingscommissie van De Nieuwe Veste ( zie procedures toelating, website De Nieuwe Veste) 2.3 De leerling met een indicatie Voor de leerling met een indicatie wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) gemaakt. De begeleider van de leerling is hiervoor verantwoordelijk. Hij overlegt met de zorgcoördinator welke collega’s en middelen worden ingezet bij de begeleiding van de leerling. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de aanvraag en de afdelingsdirecteur is verantwoordelijk voor de besteding van de gelden. Wanneer de ouders/verzorgers en de school verschil van mening hebben over de toelating van de leerling met een indicatie de begeleiding van deze leerling of de besteding van de gelden zal een beroep worden gedaan op de landelijke Advies Commissie Toelating en Begeleiding (ACTB) voor advisering en bemiddeling. 3. Algemene vaardigheden Door de mentoren van de onderbouw worden in het mentoruur, dat vast is opgenomen in het rooster, de algemene (studie)vaardigheden aangeleerd. Daarbij wordt gewerkt aan het bevorderen van de samenhang tussen de sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling en wordt de samenhang tussen de keuzewerklessen, begeleidingslessen en de vaklessen bevorderd. De leerling wordt gestimuleerd de aangeleerde vaardigheden in de reguliere lessen toe te passen. 3.1 Vakspecifieke begeleiding De vakdocent is in eerste instantie degene die verantwoordelijk is voor het aanbrengen van vakspecifieke vaardigheden. Leerlingen die hulp nodig hebben op zijn vakgebied zullen derhalve in eerste instantie bij hem aankloppen. Leerlingen die in een of meer vakken toch nog problemen hebben, kunnen na intern overleg extra hulp krijgen in een bepaald vak. De hulp wordt gegeven door vakdocenten en kan aangevraagd worden door de zorgcoördinator, mentor, de leerling of de ouders/verzorgers. Veelal zullen leerlingbespreking en/of rapportvergaderingen daaraan ten grondslag liggen. De ondersteuning voor kinderen met dyslexie en andere taal en spellingsproblemen wordt gegeven in het begeleidingsuur onder toezicht van de dyslexiespecialist. 3.2 Sociaal-emotionele begeleiding Een geheel andere vorm van begeleiding vindt plaats bij leerlingen met sociaal-emotionele problemen. In eerste instantie wordt de leerling begeleid door de mentor. Daarnaast kan er een beroep gedaan worden op de leerlingbegeleider of de zorgcoördinator. Zo nodig kan de leerling ingebracht worden in het Zorgadviesteam. De zorgcoördinator overlegt met jeugdmaatschappelijk werk over welke training gegeven kan worden aan de leerling. 4. Beschikbaarheid schoolarts, jeugdmaatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, ambulant begeleiders De Nieuwe Veste biedt leerlingen en hun ouders de mogelijkheid zelfstandig een afspraak te maken met de schoolarts, leerplichtambtenaar, de orthopedagoog, de ambulant begeleiders of met het jeugdmaatschappelijk werk. Ook voor de leerlingbegeleiders, leerlingcoördinatoren, mentoren en docenten bestaat deze mogelijkheid. Men kan rechtstreeks contact opnemen of via de zorgcoördinator. 4.1 Schoolarts De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 20 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 De schoolarts is lid van het ZAT. Het initiatief voor een bezoek kan van de leerling, de ouders of het Zorgadviesteam uitgaan. Daarnaast worden leerlingen in de tweede klas onderzocht en besproken met de mentor en evt. de zorgcoördinator. 4.2 School(jeugd)maatschappelijk Werk Het jeugdmaatschappelijk werk kan leerlingen die daar behoefte aan hebben ondersteunen. Een leerling kan uit zichzelf naar het jeugdmaatschappelijk werk gaan of wordt verwezen door het Zorgadviesteam. 4.3 De leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar is lid van het ZAT. Hij nodigt leerlingen en/ of ouders uit om te praten over het verzuim en gaat op huisbezoek, indien nodig. Op vaste momenten is er overleg met de zorgcoördinator en leerlingcoördinator. Daarnaast houdt zij spreekuur op school. 4.4 De ambulant begeleiders Cluster 1,2,3 en 4 De ambulant begeleiders bewaken de voortgang van de rugzakkinderen en zijn aanwezig bij de gesprekken van de ouders van deze kinderen. Verder is er een docent speciale zorg van de Ambelt de locatie Piet Heinstraat werkzaam om de kinderen met een cluster 4 indicatie extra te begeleiden. Ze werkt op vaste dagen. Ouders en docenten kunnen op die dagen voor hulp en vragen bij haar terecht. 4.5 Orthopedagoog Vanuit het Samenwerkingsverband Noordoost- Overijssel wordt in samenspraak met de portefeuillehouder Zorg een orthopedagoog ingehuurd. 5. Leerlingen met permanente leerwegondersteuning Er is voor gekozen om lwoo- leerlingen in de reguliere klassen te plaatsen, zodat de kans op doorstromen blijft behouden. Begeleiding vindt plaats in groepjes of individueel. Toelating tot leerwegondersteuning gebeurt volgens de landelijke criteria van de Regionale verwijzing Commissies. 6. Absentie, uit de klas gestuurd en te laat komen. Leerlingen die uit de les zijn gestuurd, leerlingen die zich afmelden in verband met bijv. ziekte en leerlingen die vrij willen vragen, melden zich bij de leerlingcoördinator(en). De absentenregistratie en de te laat meldingen worden gedaan door de conciërge met ondersteuning van de administratie. Er zijn allerlei afspraken t.a.v. het aantal keren te laat komen, het aantal keren eruit gestuurd worden en het aantal uren verzuim. In voorkomende gevallen wordt de leerling besproken in het ZAT. 7. Rebound/ Op de rails. Onze school heeft voor meer onderwijsexpertise een overkoepelende zorgstructuur: het samenwerkingsverband NO Overijssel. Het SWV levert aan de scholen de deskundigen op het gebied van leer -en ontwikkelingsstoornissen. Gezamenlijk bepalen we de juiste ondersteunende maatregelen voor leerlingen die extra faciliteiten nodig hebben om een diploma te halen passend bij hun intelligentieniveau. Het Samenwerkingsverband heeft een afdeling Rebound. Dit is een plek waar leerlingen die even niet bij machte zijn zichzelf te motiveren in een kleine setting, o.l.v. docenten met ervaring op het gebied van “special needs” intensief worden begeleid, geobserveerd en getest. Het doel van een periode op Rebound is om de leerling weer te motiveren voor school, indien nodig wordt een andere schoolloopbaan geadviseerd. Een soort gelijk traject als Rebound, maar gedurende langere periode (maximaal één jaar) is Op de Rails. De keuze voor een bepaald traject hangt af van de complexiteit van de problematiek. De keuze wordt in overleg met leerling, ouders en deskundigen gemaakt. 8. Het leerling-dossier Het leerlingdossier, onderdeel van het leerlingvolgsysteem, is essentieel bij het verwijzen naar externe instanties. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 21 van 23 Beleid Zorg Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 De volgende onderdelen moeten daarin terug te vinden zijn: Algemene gegevens van de school Algemene gegevens van de leerling Brieven, verslagen van gesprekken, schriftelijke afspraken etc. Eventueel Handelingsplan/ ontwikkelingsperspectief De schoolcarrière van de leerling Vorderingen, gedrag, absentie, zaken betreffende gezondheid etc. Belangrijke aspecten van de thuissituatie Testuitslagen Bij rugzakleerlingen de indicatiestelling, de begeleiding en de verantwoording van de rugzakgelden Extra gegevens van de basisschool/ school van herkomst Elke betrokkene heeft het recht op inzage. Procedures zijn vastgelegd in het privacyreglement verwerking leerlinggegevens De Nieuwe Veste, artikel 14. 9. Afstemming zorgplan met het zorgplannen van het Samenwerkingsverband De Nieuwe Veste locatie, Piet Heinstraat neemt actief deel aan het samenwerkingsverband Noordoost Overijssel. De zorgstructuur van de school past binnen de ondersteuningsplannen van het samenwerkingsverband Noordoost Overijssel. Deze zijn door de MR van de school goedgekeurd. (Zie: ondersteuningsplannen samenwerkingsverband) 10. Actiepunten Zorg Deze zijn vastgelegd in het jaarplan Zorg. Bijlage Verklaring afkortingen aangaande ambulante begeleiding Cluster 1 Cluster voor leerlingen met een visuele beperking. Cluster 2 Cluster voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking. Dit kunnen ernstige spraak- of taalmoeilijkheden zijn of een vorm van autisme waarbij de communicatie het belangrijkste probleem is en niet het gedrag. Cluster3/ REC-3 Cluster voor alle leerlingen van 4-20 jaar met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige handicap en alle langdurig zieke (somatische) leerlingen. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 22 van 23 Beleid Zorg Cluster 4/ RENN4 Zorgplannen 2014- 2015 301.00.00-BEL Versie: MR: 25-06-2014 Cluster voor ambulante begeleiding van leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. De Nieuwe Veste, ontwikkel(t) je talent! 30-6-2014 Pagina 23 van 23
© Copyright 2024 ExpyDoc