Toespraak Willem van der Paard voor Corrie Mutters

Mevrouw Mutters,
Op woensdag 6 augustus 2014 zal mevrouw Mutters 98 jaar oud worden. Dat is een
respectabele leeftijd. Toch zijn we daarom niet alleen hier bijeen.
U moet weten dat mevrouw Mutters van die 98 jaar 80 jaar lid is van de SDAP, en
vanaf 1946 van de PvdA.
Mevrouw Mutters is op 2 augustus 1916 geboren in een rood en arm arbeidersgezin,
in Den Helder, in de Molenstraat. Haar moeder is vaak ziek en dan blijft zij van
school thuis, voor het huishoudelijke werk. Thuis wordt veel gezongen. Vader en
moeder zitten bij KUNST AAN ’T VOLK; de kinderen bij een kinderkoor.
Evenals zovele jaren is haar geboortejaar een verschrikkelijk jaar. De Eerste
Wereldoorlog is op een dieptepunt beland. Bij de slag om de Somme - die begint op
24 juni 1916 en 4 maanden duurt – sneuvelen 1 miljoen soldaten.
Kleine Corry, ja, zo heet zij, gaat graag naar school. Daar blijkt ook haar gevoel voor
rechtvaardigheid: als juf een ziekelijk meisje in haar klas met een breinaald om de
oren slaat, vliegt zij juf aan. Ook komt zij voor zichzelf op. Als een vervelende jongen
– waar zijn die niet – haar vlecht met strik in de inktpot stopt, is hij aan de beurt. Het
is de tijd van het ‘Gebroken Geweertje’, ook, of vooral, in de SDAP. Maar Corry slaat
hem genadeloos met de naaidoos op zijn kop. Inmiddels is het gezin naar Enkhuizen
verhuisd. Corry bezoekt daar de christelijke school. Al snel heeft zij een gesprekje bij
de bovenmeester. Dat is als in de klas wordt verteld dat Jezus over water liep. Corry
roept dan door de klas: ‘Dat kan niet!’
Dan moet de bovenmeester haar vertellen dat dat – het door de klas roepen - ook
niet kan. Wat zou zij graag gestudeerd hebben. Dat zit er niet in.
Wel mag zij als voortreffelijke leerlinge in de hoogste klas soms voor de lagere
klassen staan, als er geen invalleerkracht beschikbaar is. Op 12 jarige leeftijd wordt
zij dienstmeisje. Niet zelden werkt zij van 8 uur ’s-morgens tot 8 uur ‘s-avonds. Als
Corry 13 jaar is, komt de grote depressie. In oktober 1929 stort Wall Street ineen.
Wat begint in Amerika, waait over naar Europa. De crisis brengt ongekende
armoede. Zoals 100-duizenden komt haar vader in de ‘steun’ terecht. Dagelijks staat
hij in de rij om een stempel te halen. Hulp van medeburgers die de dans weten te
ontspringen, is niet zelden neerbuigend. Zo komen dames in bontmantels aan de
deur. Zij willen kijken of de armoede er echt is: het huis bekijken en zij willen zelfs de
linnenkast controleren. Er zijn grenzen en de dames worden de deur uitgezet.
Politiek gezien, gaat het de SDAP voor de wind. Haar strijdt voor Algemeen Kiesrecht
en voor sociale wetten heeft tot gevolg dat de partij met meer dan 20 zetels in de
Tweede Kamer is vertegenwoordigd.
In die tijd is er echt sprake van een sociale beweging. Eigenlijk is de parlementaire
democratie niet het belangrijkst. Verheffing van het volk door onderricht, kunst en
cultuur staat voorop. Voor de arbeidersjeugd is er de AJC: de Arbeiders Jeugd
Centrale. Daarvan wordt Corry zo snel mogelijk lid. Daar wordt de arbeidersjeugd
lichamelijk en geestelijk opgevoed. Daar gaat het om sport en spel, om normen en
waarden, broederschap, toneel, handvaardigheid, cultuur, opvoeding der seksen. En
natuurlijk zingen! Een grote inspirator van de Rode Valken, de Rode Wachten en de
Trekvogels, (zo zijn de AJC-jongeren ingedeeld) is Koos Vorrink. Corry brengt het tot
hordeleidster; zij leidt dus een groepje jongeren. Daar leert zij ook haar toekomstige
man Jo Mutters kennen. Ook hij geeft leiding. Corry geeft volksdansen en zangles.
Jo geeft banjo- en gitaarles. In een andere tijd zou Corry met haar talenten zo maar
bij de revue zijn gekomen. Nu moet er gewerkt worden voor de boterham.
De oorlog komt, en gaat ook hun deur niet voorbij. Dochtertje Sonja, een baby, ligt in
de kinderwagen, met onder zich een stapeltje illegale blaadjes. Vader verspreidt die
onder andere op de Rijkswerf. De Duitsers willen soldaten inkwartieren. Zij komen
ook bij Corry en Jo thuis. Een soldaat kijkt rond en ziet het beeldje van de Rode
Valken staan. En een portret aan de wand van Pieter Jelles Troelstra.
De soldaat zegt: “Ah, Haus zu klein.” En daar gaan ze.
In 1934 wordt Corry lid van de SDAP. Het bestuur vraagt haar de vergaderingen met
de fractie te bezoeken. Na de eerste vergadering is zij daarvan definitief genezen. Zij
wil doen, zij wil doorpakken, en geen breedvoerige discussies. Corrie heeft zelf een
andere omschrijving van breedvoerige discussies. Wel komt zij later bij de ‘Rooie
Vrouwen’ en doet mee in discussiegroepen. Bij het Instituut Voor Arbeiders
Ontwikkeling – later het Instituut voor Individuele Ontwikkeling – volgt zij cursussen:
maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, brieven schrijven, boekhouding, enz.
Bij Woningstichting wordt Corry afgevaardigde voor de wijk. Volkshuisvesting heeft
steeds haar belangstelling. Daarom wordt zij ook lid van de Vrouwen
Adviescommissie.
Een verzoek van de PvdA-afdeling om op de groslijst te gaan staan, weigert zij. Die
eerste vergadering bij de SDAP is haar goed bijgebleven. Corry moet haar creativiteit
kwijt. Op haar 80ste verjaardag volgt zij een cursus pottenbakken. En een cursus
Aquarel. Ja, dames en heren, partijgenoten, dit zijn een aantal fragmenten uit het
boek ‘Corry Mutters’. Dit boek is nog lang niet af, en nu al een bestseller!
Mevrouw Mutters, nogmaals van harte gefeliciteerd met uw verjaardag en uw 80jarige lidmaatschap van de sociaal-democratische beweging!