THEMA 1: Ben jij een banaan?

Tekstboek 3A
Plantyn
TTTA3L titel-copyright.indd 1
28-07-09 14:14
TT3-TEKSTBOEK-3A.QXD:TT3-TEKSTBOEK-3A
6/14/11
6:13 PM
Page 2
Plantyn ontwikkelt en verspreidt leermiddelen voor het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het hoger en het wetenschappelijk onderwijs en het volwassenenonderwijs. Daarnaast geeft
Plantyn ook publicaties uit over schoolmanagement, leerlingenbegeleiding, personeelsbeleid voor het onderwijs en didactische
ondersteuning van leerkrachten en educatief materiaal voor de
thuismarkt. De uitgeverij is zowel in het Nederlandstalige als in
het Franstalige landsgedeelte actief.
Doorheen al onze activiteiten streven we ernaar om maximale
kansen te bieden aan alle lerenden, rekening houdend met de
individuele situatie en interesses, en willen we ertoe bijdragen
dat leerkrachten in optimale omstandigheden kunnen werken.
Het is immers onze overtuiging dat leren op een eigentijdse en
aangename manier kan, wat tot uiting komt in onze slogan “’t
leren is mooi”.
Plantyn maakt deel uit van de educatieve uitgeefgroep
“Infinitas learning”.
Adres:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Website:
Plantyn
Motstraat 32, 2800 Mechelen
015 36 36 36
015 36 36 37
[email protected]
www.plantyn.com
Auteurs: Martien Berben, Ine Callebaut, Marleen Colpin,
Martien Geerts, Marjon Goethals, Katlijn Vander Meeren,
Goedele Vandommele, Koen Van Gorp, Silvie Vanoosthuyze
De auteurs zijn verbonden aan het Centrum voor Taal en
onderwijs.
Directeur: Kris Van den Branden
Ontwerp en opmaak: Be-Bop (Jo Van de Vijver en
Ina Hallemans)
Illustraties: Ina Hallemans
© Plantyn N.V., Mechelen, België
Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde
uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op
welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISBN 13: 978-90-301-1511-3
D2011/0032/694
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 3
THEMA 1: Ben jij een banaan?
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
3
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 4
Bingo
1. Lees je deel van de spelregels eerst stil.
Oefen dan hardop.
DEEL A
Neem je spellingboek.
Neem een potlood.
Loop rond in de klas met je spellingboek.
Kijk op de bladzijde met het bingo-spel. Er staan vijftien vakjes op.
Je kan van de tekst in elk vakje een vraag maken.
Stel die vraag aan iemand van je klas.
Bijvoorbeeld: ‘Hou jij van rekenen?’
Zoek iemand voor elk vakje.
Schrijf de naam van die leerling op in dat vakje.
DEEL B
Zoek bij elke vraag iemand anders. In elk vakje komt dus een andere
naam.
Luister ook naar de anderen en geef antwoord op hun vragen.
Het spel duurt tien minuten. Dat is niet zo lang.
Dus doe je best!
Met dit spel ken je elkaar weer wat beter.
Veel plezier!
2. Lees jouw deel voor aan je buur.
Luister naar het andere deel.
De leerling die deel A leest, begint.
3. Ken je het spel? Speel bingo met de klas.
4
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 5
Van een vrouwtje dat haar bed niet uit wilde
Naar: Van een vrouwtje dat haar bed niet uit wilde
Uit: Samen in bed
van Gerda Dendooven
Querido, Amsterdam
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
5
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 6
Lang leve de jarige!
1. Lees de tekstjes.
Kijk naar de tekeningen en de voorwerpen.
Tips voor verjaardagen
a
Anke vertelt:
Op mijn verjaardag mocht ik op de verjaardagsstoel zitten.
Ik had het verjaardagskistje op mijn schoot.
Ik haalde er vijf dingen uit:
- mijn knuffel
- een foto van mijn hond
- mijn springtouw
- mijn mooiste cd
- mijn steen die geluk brengt
Ik vertelde iets over elk ding.
Iedereen wilde aan mijn steen voelen.
Hassan vroeg of ik mijn hond eens mee naar school wilde
brengen.
De juf zette mijn cd even op. Toen mochten we gek dansen.
Het was leuk om iets over mezelf te vertellen. Nu kennen de
anderen me weer een beetje beter.
b
Hakim vertelt:
Het is fijn om in onze klas jarig te zijn! De jarige brengt dan
zijn lievelingsspeelgoed mee.
Vorige week was Ines jarig. Haar lievelingsspeelgoed is een
step. Haar step is rood. Er hangen groene vlaggen aan.
We mochten eens met haar step rijden. Dat gaat snel!
Volgende week is Sam jarig. Hij is nieuw in onze klas. Ik ken
hem dus nog niet zo goed. Maar ik denk dat zijn
lievelingsspeelgoed een voetbal is. Hij voetbalt echt goed!
6
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
c
25-04-2007
11:09
Pagina 7
De meester vertelt:
Het schooljaar gaat weer van start! Ik vraag dan
altijd hoe de leerlingen hun verjaardag willen vieren.
Willen ze dat ik op hun verjaardag voorlees uit hun mooiste
boek?
Of willen ze met hun klas een feestje houden?
De leerlingen kiezen samen één ding.
Dit jaar willen de leerlingen op hun verjaardag hun lievelingsspel
spelen.
Over een paar dagen zijn Tommy en Rachid jarig. Ze spelen
allebei basket in een ploeg. Ik kan al raden wat hun
lievelingsspel zal zijn!
d
Klas 3A vertelt:
We maken samen een grote verjaardagskaart voor de jarige.
Op die kaart schrijft iedereen een wens. Dat gebeurt stiekem.
De jarige mag er niets van merken! Op zijn verjaardag krijgt
de jarige dan onze kaart.
Zo’n kaart is echt leuk!
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
7
TT3-TEKSTBOEK-3A.QXD:TT3-TEKSTBOEK-3A
6/8/11
7:31 PM
Page 8
De boom in!
Verwijswoorden
Sommige verwijswoorden zeggen van wie iets is.
één persoon
mijn verjaardagskistje:
jouw of je pakje:
uw jas:
zijn voetbal:
haar step:
het verjaardagskistje van mij
het pakje van jou
de jas van u
de voetbal van hem
de step van haar
meerdere personen
onze kaart:
ons huis
jullie boek:
hun favoriete spel:
de kaart van ons
het huis van ons
het boek van jullie
het favoriete spel van hun
Het werkwoord
Een werkwoord zegt wat iemand doet.
Voorbeeld:
Ik teken.
Wat doe je? (tekenen)
Het werkwoord kan iets zeggen over ik, jij, hij, zij, u, wij, jullie, zij.
Voorbeeld:
8
Ik teken.
Jij tekent.
Hij tekent.
Zij tekent.
U tekent.
Wij tekenen.
Jullie tekenen.
Zij tekenen.
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 9
Ik kies voor…
A
LEER JE NAAM IN HIËROGLIEFEN SCHRIJVEN!
1. Lees hoe je je naam in hiërogliefen kan schrijven.
Vraag uitleg aan elkaar als dat nodig is.
2. Schrijf je naam in hiërogliefen.
Als je schrijft, gebruik je de
26 letters uit ons alfabet.
De oude Egyptenaren
gebruikten hiërogliefen.
Dat zijn tekens en kleine
tekeningen.
Elk teken is een klank,
bijvoorbeeld de d.
Elke tekening is een mens, een dier, een plant of een ding. Zo is er
bijvoorbeeld een tekening voor het woord huis.
In totaal zijn er wel zo’n 750 tekens en tekeningen!
Het is niet gemakkelijk om hiërogliefen te lezen. Uiteindelijk kon een
Fransman het schrift lezen. Maar het duurde lang voor hij dat kon!
Wil jij je naam ook eens in hiërogliefen schrijven? Dat kan!
Schrijf eerst je naam op een apart blad.
Neem dan het blad met de hiërogliefen op. Zoek de letters van je
naam.
Knip de vakjes uit met de letters die je nodig hebt.
Leg met de vakjes je naam.
De vakjes liggen nu horizontaal naast elkaar. Maar je moet ze verticaal
leggen, van boven naar onder.
Knip in elk vakje de letter weg. Laat de tekening staan.
Vraag of je buur even kijkt of het zo goed is. Verbeter wat fout is.
Neem een strook papier. Kleef de tekeningen van boven naar onder op
de strook papier.
Schrijf op de achterkant je naam.
Naar: http://schatgravers.rmo.nl
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
9
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
B
25-04-2007
11:09
Pagina 10
LEER EEN GEHEIME BOODSCHAP MAKEN!
1. Lees hoe je een geheime boodschap maakt.
Vraag uitleg aan elkaar als dat nodig is.
2. Maak zelf een geheime boodschap.
Let op! Schrijf niet in dit boek.
Dit is één manier om een geheime boodschap te schrijven.
Neem het blad met dit rooster:
1
2
3
4
5
A
B
C
D
E
Verzin een boodschap van één woord, bijvoorbeeld: ‘vriend’.
Kies hoe je het woord in het rooster schrijft. Zet de letters door elkaar.
Maak een code bij het woord.
Dit doe je zo:
Stel dat het woord ‘vriend’ zo in het rooster staat:
1
2
A
3
4
5
n
B
ie
C
D
E
r
v
d
Dan is dit de code:
1.E | 2.D | 2.B | 4.A | 5.E
v
r
ie
n
d
10
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:09
Pagina 11
De letter v vind je op plaats 1.E.
Probeer maar!
Leg een vinger op de 1.
Leg een andere vinger op de E.
Trek met je vinger op de 1 een
lijn verticaal naar beneden.
Trek met je vinger op de E een
lijn horizontaal naar opzij.
Waar komen de lijnen samen?
Op de plaats waar de letter v
staat!
De r vind je op plaats 2.D.
Kijk maar!
Leg je vinger op de 2.
Trek een lijn naar beneden.
Leg je andere vinger op de D.
Trek een lijn naar rechts.
De lijnen kruisen elkaar op de plaats waar de letter r staat.
Vul de rest van het rooster op met letters die je kiest.
Bijvoorbeeld:
1
2
3
4
5
A
a
q
l
n
h
B
b
ie
z
a
s
C
g
v
ij
p
t
D
e
r
k
o
i
E
v
b
m
f
d
Maak nu zelf een geheime boodschap.
Vraag of je buur jouw boodschap nakijkt. Je buur moet beloven niets
te verraden!
Pas aan wat fout is.
Naar: Het grote vriendenboek
van Pierre Lecarme
Casterman, Brussel
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
11
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
C
25-04-2007
11:09
Pagina 12
LEER EEN RAADSEL OPLOSSEN!
1. Lees eerst het raadsel en denk na over de oplossing.
Vraag uitleg aan elkaar als dat nodig is.
2. Is het te moeilijk? Lees dan de eerste tip.
Als die niet genoeg helpt, lees je de tweede tip.
Als het nog onduidelijk is, lees je de derde tip.
3. Denk je dat je de oplossing hebt?
Vertel ze dan aan de juf of meester.
Het raadsel:
Een man heeft een wolf, een geit en een kool.
De wolf, de geit en de kool zijn op een veld.
De man wil de wolf, de geit en de kool naar zijn boerderij brengen.
Maar dan moet hij de rivier oversteken! Dat zie je op de tekening.
Hoe moet hij dat doen?
In het bootje van de man is maar één plaats over. Dat is een groot
probleem.
Als hij de wolf achterlaat bij de geit, eet de wolf de geit op.
Als hij de geit achterlaat bij de kool, eet die de kool op.
Kan jij de man helpen?
Hoe moet hij de wolf, de geit
en de kool naar de andere
oever brengen?
Tip 1:
Je kunt één van de dieren
verschillende keren heen en
weer laten varen.
Overleg met je buur.
Tip 2:
Neem de envelop met het cijfer 2 op.
Kijk naar de tekening van het veld, de rivier en de boerderij.
Neem het bootje, de wolf, de geit en de kool.
Laat het bootje op papier varen.
Kan je nu het raadsel oplossen? Werk samen met je buur!
Tip 3:
Neem de envelop met het cijfer 3 op.
Kijk naar de tekening.
Welk dier zit er al in de boot?
Vaar dit eerst over!
12
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 13
Lachen is gezond!
Clown Loekie
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
13
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 14
Het Moppenspel
1. Lees de spelregels.
Opgepast!
Als je dit spel speelt moet je zo hard lachen dat je er buikpijn van
krijgt!
Je speelt het spel met vier spelers.
Jullie moeten samen moppen maken.
Elke speler krijgt vijf groene kaartjes en vijf witte kaartjes.
Op elk groen kaartje staat het begin van een mop.
Op elk wit kaartje staat het einde van een mop.
Wil je een mop maken? Dan moet je een groen en een wit kaartje
samen leggen. Zo stel je een mop samen.
Leg eerst al je kaartjes voor je op de tafel. Leg ze niet op elkaar.
Leg alle groene kaartjes samen. Leg ook alle witte kaartjes samen.
Lees dan al je kaartjes stil. Oefen ze daarna hardop. Je moet ze goed
kunnen voorlezen.
Oefen zachtjes! Anders horen de anderen van je groepje jou!
Kan je al een goede mop maken? Leg dan het kaartje met het begin en
het kaartje met het einde naast elkaar.
Heeft iedereen zijn kaartjes gelezen? Dan kan je echt spelen!
Je speelt het spel in groepjes van vier.
14
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 15
Kijk allemaal naar je duim. Wie heeft de langste duim?
Deze speler begint.
Hij leest een volledige mop voor aan het groepje.
Vindt iedereen het een goede mop? Leg de kaartjes dan samen in het
midden van de tafel.
Lees nu om de beurt jullie moppen voor.
Klopt de mop niet? Dan blijven de kaartjes liggen.
Zijn alle moppen die jullie zelf al hadden, voorgelezen? Dan leest de
eerste speler enkel een groen kaartje voor.
Wie heeft een wit kaartje dat erbij past? Die speler leest dat kaartje
voor.
Klopt de mop? Leg de kaartjes dan samen in het midden van de tafel.
Lees nu om de beurt een groen kaartje voor. Zoek de witte kaartjes die
erbij horen.
Kunnen jullie alle moppen samenstellen?
Snapt er iemand een mop niet? Leg de mop dan uit aan elkaar.
2. Speel het spel.
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
15
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 16
Veel voorwerpen
Meervoud van het naamwoord
Van een naamwoord kun je meestal een meervoud maken.
Met een meervoud maak je duidelijk
dat het om meer dan één mens, dier of ding gaat.
Meestal maak je het meervoud
door -en of -s toe te voegen aan het einde van een woord.
Soms verandert het woord dan een beetje,
denk maar aan ‘huizen’.
Voorbeeld:
een
een
een
een
paard
huis
jongen
vlinder
twee paarden
heel wat huizen
een aantal jongens
een groep vlinders
Soms maak je een meervoud door -eren toe te voegen aan het einde van
een woord.
Voorbeeld:
een ei
twee eieren
Soms moet je het meervoud van een woord onthouden.
Voorbeeld:
16
een schip
twee schepen
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 17
Negen schijfjes banaan
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
17
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
18
25-04-2007
11:10
Pagina 18
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 19
Naar: Negen schijfjes banaan op zoek naar een plekje om te slapen.
van Pieter Gaudesaboos
Lannoo, Tielt
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
19
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 20
Dit moet je lezen!
Cheffie is de baas
van Kaat Vrancken
Querido, Amsterdam
Leesfiche
Cheffie is de baas
Het boek is geschreven door: Kaat Vrancken
Dit boek heb ik gelezen:
Het boek dat ik gelezen heb is een:
앪 weetboek
앪 prentenboek
앪 doeboek
앪 gedichtenboek
앪 allesboek
앪 raadselboek
앪 verhaal
앪 moppenboek
앪 strip
✔
Ik vond het boek:
20
☺ THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 21
Dit wil ik zelf over het boek schrijven:
THEMA 1: BEN JIJ EEN BANAAN?
21
TT3-TEKSTBOEK-3A:Opmaak 1
25-04-2007
11:10
Pagina 22