Download dit verhaal

Bouwmeester van Assen
Tweehonderd jaar geleden woonden in Assen nog geen 700 mensen.
Dit kleine Drentse dorp wilde zich groter voordoen dan het was en op
die manier stadsrechten en daarmee aanzien krijgen. Een slimme truc
werd bedacht. De notabelen van Assen lieten schitterende nepgevels
(façadebouw) bouwen en zo ontstond in korte tijd het beeld van een
prachtige stad vol grote herenhuizen. Deze rijke uitstraling bracht Koning Lodewijk Napoleon ertoe Assen stadsrechten te verlenen, terwijl
Assen daarvoor eigenlijk veel te klein was. Met het verkrijgen van de
stadsrechten verwierf Assen aanzien en werd het ‘Het bestuurlijke centrum van Drenthe.’ ‘De architect van al die straten met nepgevels ben
ik: Arthuur, bouwmeester van Assen.
Mijn voorvader was bouwmeester van het Cisterciënzer nonnenklooster in Assen. Samen met de nonnen was hij van Coevorden naar
Assen gereisd om zich daar te vestigen. De Slag bij Ane in 1227, in de
buurt van Coevorden, verloren de Drenten. Bisschop Otto II van Lippe
sneuvelde en de Drenten moesten daarvoor boeten. Als straf moesten
zij van de kerkelijke leiding in de buurt van Coevorden een klooster
stichten.
Bij de bouw van het klooster in Coevorden had mijn voorvader al gewaarschuwd, want het gebied was nat en moerassig. Maar toch ging de
bouw door. Mede door de vele ziekten die in dit vochtige moerasgebied
konden ontstaan, zijn uiteindelijk ruim 15 nonnen gestorven. Na een
paar jaar hard ploeteren en leven in erbarmelijke omstandigheden, mochten de 12 nog levende nonnen vertrekken naar de hoger
en droger gelegen zandgronden van Assen.
Assen was rond het jaar 1259 een gehucht van vier boerderijen met een
paar waterstroompjes, die het vee en de akkers van voldoende water
konden voorzien. Deze beginjaren waren niet gemakkelijk. Dit omdat
bijna helemaal niets aanwezig was. Eerst moesten alle gereedschappen
en daarna de bouwmaterialen zelf gemaakt worden. De bouwstenen
kwamen uit eigen steenbakkerijen en de planken uit eigen houtzagerijen. De bouw van het klooster “Maria in Campis” in Assen was dan ook
een hele klus die uiteindelijk zo’n twintig jaar zou duren; echt monnikkenwerk, dus.
Opdracht: Wat is de kleur van de steen in de muur van het voormalige
klooster Maria in Campis in Assen?
Het hele kloostercomplex bestond - naast het klooster zelf - uit veestallen, voorraadschuren voor het graan, zaag- en graanmolens, een
bierbrouwerij, een ziekenhuis en een gebouw waar perkament werd
gemaakt om op te schrijven. Mijn voorvaders waren betrokken bij de
bouw van de meeste bouwwerken in de stad. Dat zie je aan de inscriptie - A - in de vele historische gebouwen.
Restaurant Grandcafé Liff
Wilt u de historische Brink in Assen eens rustig bekijken, kom dan naar
Restaurant Grandcafé Liff voor een kopje koffie, een lekkere lunch of
een bijzonder diner en geniet van het bijzondere uitzicht. De Brink is
de voormalige voorhof van het klooster Sancta Maria de Campe, dat in
de 13e eeuw vanuit de regio Coevorden hiernaar toe verhuisde. Assen
ontstond als esdorp rond de huidige brink. Na de opheffing van het
klooster, in 1602, werden de kloostergebouwen in gebruik genomen
door het provinciaal en later ook het gemeentelijk bestuur. Brink 14, is
één van Arthuurs favoriete plekken, omdat hij vanuit hier uitzicht heeft
op één van zijn architectonische creaties.
Mijn voorvaders staken veel tijd in het maken van goede bakstenen.
Daarvoor was een goed werkende oven belangrijk, zodat de bakstenen
daarin op temperatuur konden blijven. Het regelen van die temperatuur
was een lastig karwei. Het gezegde: “De onderste steen boven zien te
krijgen” is zo ontstaan. Het gebeurde regelmatig dat zo’n bakoven uit
elkaar knalde, waarbij de productie van een hele week werk in één klap
verloren ging. De ambachtslieden die in de buurt waren, overleefden
het meestal niet.
De bouw van het klooster kostte uiteindelijk ruim 100 arbeiders hun
leven. Belangrijk voor de bouw was de aanwezigheid van goede klei
waar bakstenen van gemaakt konden worden. Een van de problemen
die we hadden, was de kwaliteit van de klei in Assen en omgeving.
Regelmatig vielen de bakstenen uit elkaar als ze uit de oven kwamen en
50% van de gebakken stenen waren onbruikbaar. Door dit materiaalverlies ontstond een grote achterstand in de oplevertijd van het gebouw
en waren de gebouwen niet op tijd klaar. De kwaliteit van de veldovens
werd wel in de loop der tijd aanzienlijk verbeterd. De kleisamenstelling
bepaalt grotendeels de kleur van het uiteindelijke product. IJzerhoudende klei geeft de baksteen een rode kleur en kalkhoudende klei meer
een gele kleur. De kleisamenstelling en het bakproces bepalen voor een
belangrijk deel de kwaliteit van de stenen. Als je goed kijkt naar de
grote bakstenen in het voormalige kloostergebouw dan zie je de
verschillende kleuren rood in het gebouw. De grote stenen worden ook
wel “kloostermoppen” genoemd. Je ziet ze in formaat verschillen van
de wat kleinere bakstenen. In de vroegere Abdijkerk aan de Brink en in
het gebouw van het Drents Archief zijn nog muurresten van het
vroegere klooster te zien. Zo hebben mijn voorvaders de basis gelegd
voor verschillende opvallende bouwwerken in Assen: Huize Overcingel,
het Witte Huis, het Drents Archief, de Abdijkerk, het Raadhuis, het
Ontvangershuis en het Drostenhuis. Deze laatste gebouwen zijn nu een
onderdeel van het Drents Museum. Als je goed naar het gebouw kijkt
dan zie je nog de verschillende bouwstijlen en materialen die zijn
gebruikt.
Winkelparadijs Vanderveen Assen
Eind 19e eeuw sloeg het noodlot toe bij de zeemansfamilie Oldenburger uit Nieuwe Pekela. Vader Jan Alberts Oldenburger, kapitein op
het kofschip ‘De Harmonie’, verging op de Oostzee met man en muis.
Weduwe Doetje stond voor de zware taak haar zeven kinderen groot te
brengen. De tweede dochter, Antje, toog enige jaren later naar Assen,
trouwde met Bareld van der Veen en startte in 1897 een manufacturenwinkel aan de Varkensmarkt. Haar grote droom was om haar winkel uit
te bouwen tot een aansprekend warenhuis, een zoals ze al passagierend tijdens reizen met haar vader had gezien in steden als Koningsbergen, Kopenhagen en Liverpool.
Een Canadese militair inspireerde de familie in 1945 tot het uitbouwen van de winkel naar een ‘huge department store’. Dit in de traditie
van de Parijse warenhuizen, maar georganiseerd volgens de Amerikaanse ‘joint venture’. Na aanvankelijke emigratieplannen, waarbij de
naam van de familie alvast werd ‘veramerikaniseerd’ naar het aanéén
geschreven ‘Vanderveen’, werd besloten de winkel in Assen fors uit te
breiden. Stukje bij beetje bouwden de volgende generaties aan Antjes
droom, leidend tot een modern shop-in-shop totaalwarenhuis, één van
de grootste en meest innovatieve warenhuizen van Nederland. Arthuur
heeft, als Bouwmeester van Assen, veel mogen bijgedragen aan deze
verbouwingen.
Vandaag de dag heeft Warenhuis Vanderveen Assen maar liefst 17.000
m² verkoopvloeroppervlak en behoort het tot de top 3 van grootste Ne-
derlandse warenhuizen. Zestig door vakgespecialiseerde ondernemers
geleide afdelingen vormen samen een uniek shop-in-shop winkelparadijs, met alle keus van de wereld aan assortiment Mode & Beauty, Vrije
Tijd, Wonen, Horeca & Vers en Diensten.
Opdracht: Wat is de naam van het riviertje dat vroeger door Assen
stroomde op de plak waar nu onder andere Warenhuis
Vanderveen staat.
In 1808 kwam een aantal notabelen van Assen bij mij met een vraag:
“Hoe geven we ons dorp met maar 20 herenhuizen, 60 burgerhuizen en
40 boerderijen toch de uitstraling van een stad?” Koning Lodewijk Napoleon moest bij zijn bezoek direct zien dat Assen absoluut stadsrechten verdiende. De Drentse Hoofdvaart was net doorgetrokken tot Assen
en had nog maar weinig bebouwing. Langs de andere toegangswegen
lagen alleen maar kleine boerderijen. Toen kreeg ik plotseling een idee
waarmee we indruk op de koning konden gaan maken. Wij hoefden
geen grote gebouwen te bouwen, maar je moest dénken dat je ze ziet.
De koning moest vanuit zijn koets imposante voorgevels te zien krijgen,
de zogenaamde “façades”, zodat hij dacht dat Assen een grootse en
welvarende stad was. Het plan lukte en koning Lodewijk Napoleon
gaf Assen sneller dan verwacht de gevraagde stadsrechten: een mooi
staaltje van ‘geslaagde beeldvorming’.
Deze beeldvorming heeft gezorgd dat Assen in tweehonderd jaar tijd
kon uitgroeien tot een stad van ruim 67.000 inwoners. Na ontvangst
van de stadsrechten werden in hoog tempo de nepgevels in de stad
verbouwd tot echte statige herenhuizen. De meeste historische gebouwen in de stad bestonden dus eerst alleen maar als voorgevel en pas
jaren later werden deze gebouwen verder afgebouwd. Als goed wordt
gekeken naar veel gebouwen, kan nog steeds goed delen van deze
nepgevels worden herkent. De aansluiting met de rest van het gebouw
wilden we zo onopvallend mogelijk doen. De valse gevels van Assen
zijn daardoor een goed bewaard geheim gebleven. Als bouwmeester
van
Assen heb ik in de loop van de jaren de - A - stempel in heel veel
bouwwerken achtergelaten in de bakstenen. Kijk maar eens goed waar
je de - A - van Arthuur ziet staan, tijdens de stadswandeling.
Inspirerend Xapoe Indonesisch eten
Arthuur, Bouwmeester van Assen laat zich graag door eten inspireren.
Hij maakt daarvoor
graag een culinaire reis door de authentieke Indonesische keuken en
geniet van heerlijke en betaalbare Indonesische maaltijden. Xapoe is
een bijzonder Indonesisch eetcafé met een vernieuwend concept. Bij
Xapoe houden ze van puur en eerlijk eten, zonder bijsmaak. Daarom
werken zij zoveel mogelijk met biologische (streek)producten. De
kok houdt van ontwikkeling en innovatie; gelijk aan Arthuur creëert
hij graag. Regelmatig brengt hij vernieuwingen aan in zijn recepten.
Daardoor zijn de gerechten net even anders (en lekkerder) dan elders!.
Xapoe wil bovenal een persoonlijke ontmoetingsplaats zijn, een
centrum voor ontspanning, groei en verbinding, met de Indonesische
keuken als hart van de zaak. Xapoe organiseert daartoe workshops, festivals en andere multiculturele activiteiten met kunst, muziek, theater
en dans. Sociaal en duurzaam ondernemerschap komen samen in een
gastvrij en sfeervol Xapoe.
Restaurant Touché Lunch & Diner
Plekken die Arthuur, Bouwmeester van Assen beroeren zijn veel
aanwezig in Assen. Touché is de Franse benaming voor ‘geroerd’ of
‘aangeraakt.’, In Assen staat Touché aan de Markt voor Restaurant Touché Lunch & Diner, gelijk aan passie en gedrevenheid als het op eten
aan komt. Touché weet menig smaakpupil te verrassen met creativiteit
in smaak. Want naast vakmanschap is creativiteit hun sterkste troef.
Ambachtelijke streekproducten, vers, Fair Trade en biologisch om te
delen en te beleven, allemaal net even anders en altijd op hoog niveau.
Waardering is er alom, getuige daarvan is de IENS Topper 2013 en 2014
benoeming nummer 1 in Assen. Koning Lodewijk Napoleon z’n favoriete gerechten staan hier op de kaart. Karin Frankhuizen & Michel van Dijk
samen met hun team heten u van harte welkom!
Opdracht: Welk landelijk bekend beeldje staat in Assen?