Concept richtlijn Intensive Care 2013 versie 2.0 Geachte collega fellows, In dit artikel willen we enkele hoofdzaken bespreken die in de concept richtlijn Intensive Care staan en die naar alle waarschijnlijkheid grote invloed gaan hebben op ons werk als fellow IC en intensivist in de toekomst . De gehele richtlijn is via de NVIC website (ledendeel) in te zien. Kort de inhoud van deze samenvatting op een rij: 1. 2a. 2b. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 1. Achtergrond en totstandkoming nieuwe richtlijn IC Definitie IC patiënt Definitie intensivist en IC-arts Beschikbaarheid intensivisten op de IC Telemedicine Span of control Organisatie van IC’s in Nederland Organisatie en eisen van een kern IC en basis IC College Intensive Care Conclusies en overwegingen Achtergrond en totstandkoming nieuwe richtlijn IC (hoofdstuk 1 richtlijn) In 2006 werd de eerste IC richtlijn “Organisatie en werkwijze op de intensive care afdelingen voor volwassenen in Nederland” uitgebracht welke de basis vormt voor de huidige organisatie van volwassen IC’s in Nederland. Deze richtlijn werd breed gedragen maar er was ook kritiek, met name over het niveau van level 1 IC’s. Een rapport van de IGZ in 20081 versterkte deze discussie waarop het advies volgde de IC richtlijn te reviseren. In 2011 kwam er wederom een IGZ rapport uit met aanbevelingen en verbeterpunten op het gebied van organisatie van IC-zorg (o.a. duidelijke definitie van de IC-patiënt, verbetering overdracht momenten en keuzes maken met betrekking tot competenties en eisen horend bij de complexiteit van de verrichtingen). Uiteindelijk werd besloten een nieuwe richtlijn te maken. De richtlijn van 2006 zou als kapstok moeten worden gebruikt voor de ontwikkeling van deze nieuwe richtlijn, aangezien er een aantoonbare hogere kwaliteit van IC zorg is gekomen na invoering van deze richtlijn. De nadruk in de nieuwe richtlijn zou moeten liggen op verbetering van regionale samenwerking (en daarmee ook oplossen van regionale capaciteitsproblemen), vergroten van de transparantie van resultaten van de IC-zorg en concentreren van zorg om zo kwalitatief hogere zorg (en besparing van kosten) te waarborgen. Op initiatief van de NVIC, NVA en NIV is een onafhankelijke richtlijncommissie gevormd. Uiteindelijk hebben vele partijen, waaronder onder andere deze beroepsgroepen maar ook de zorgverzekeraars, overheid, IGZ, patiëntenorganisaties en koepel organisaties van instellingen deelgenomen aan de werkgroep die de richtlijn heeft geschreven. Helaas zaten er geen fellows IC in deze werkgroep. Begin 2013 is de eerste versie van de concept richtlijn IC uitgekomen. Vanwege de grote hoeveelheid kritiek zowel op inhoudsaspecten als op het organisatiemodel werd er besloten een tweede concept te maken. De tweede concept versie is inmiddels weken geleden uitgekomen. Ook op deze versie kwam er vanuit het veld commentaar, onder andere op een afwezige knelpuntenanalyse, afwezige belangeninventarisatie en afwezige budget impact analyse. De IC Richtlijncommissie heeft voordat de deadline voor commentaar op deze tweede conceptrichtlijn verliep, reeds gereageerd op deze conceptuele commentaren (brief 2014) 2. De definitieve sluiting van commentaar op de concept versie is afgelopen 11 juli verstreken. De richtlijn commissie zal een dezer dagen de richtlijn ter stemming brengen bij de besturen van de NVIC, NVA en NIV. 2a. Definitie IC patiënt (hoofdstuk 2 richtlijn) Het definiëren van “de IC-patiënt” is niet eenvoudig maar van wezenlijk belang voor de vorming van de nieuwe richtlijn. De IC-patiënt wordt in deze richtlijn gedefinieerd als: “Een patiënt met een of meer acuut bedreigde of verstoorde functies, waarbij continue monitoring noodzakelijk is en behandeling van een in potentie reversibele aandoening kan leiden tot herstel van vitale functies”. Hierbij worden patiënten waarbij continue monitoring noodzakelijk is zoals donor patiënten en patiënten die preoperatief geoptimaliseerd moeten worden ook als zodanig beschouwd. Echter, bij patiënten met mono orgaan falen (zoals bijvoorbeeld bij een cardiale patiënt op een CCU waarbij NIV geïndiceerd is) kan worden overwogen de patiënt op die afdeling te laten liggen mits het behandelend team (specialisten en verpleegkundigen) afdoende is geschoold. Middels het stoomdiagram (pag. 21 van de concept richtlijn) kan worden bepaald of een patiënt uiteindelijk in aanmerking komt voor een opname op de IC. De medische zorg op de IC dient hierbij 24/7 beschikbaar te zijn zowel op medisch als verpleegkundig niveau. Als er geen IC-faciliteit aanwezig is dient de patiënt zo snel mogelijk te worden overgeplaatst naar een ander centrum waar de juiste zorg wel geleverd kan worden, bij voorkeur binnen 45 minuten. 2b. Definitie intensivist en IC-arts (hoofdstuk 3.3 richtlijn) Een definitie van intensivist is in de richtlijn een arts die door de Gemeenschappelijke Intensivisten Commissie (GIC) is gecertificeerd als zodanig. De “IC-arts”, werkend op de IC onder supervisie van een intensivist, omvat een grotere groep artsen namelijk de IC-fellows, AIOS/ANIOS en IC-ziekenhuisartsen. De enige (minimale) eis die vermeld staat is een behaald FCCS diploma. De span of control als fellow, dat wil zeggen voor hoeveel IC patiënten je maximaal verantwoordelijk mag zijn, zou afhankelijk moeten zijn van je ervaring. Dit wordt niet verder toegelicht. 3. Beschikbaarheid intensivisten op de IC (hoofdstuk 3.5 richtlijn) De meerwaarde van aanwezigheid van een intensivist 24/7 is in de literatuur niet bewezen. Momenteel is het zo dat op level 2 en 3 een intensivist binnen 20 minuten beschikbaar moet zijn en op level 1 IC’s binnen 2 uur. Op elk niveau dient er wel binnen 5 minuten een IC-arts aanwezig te zijn. In de nieuwe vorm van kern en basis IC’s is het voorstel om op kern IC’s 24/7 een intensivist aanwezig te hebben en op de basis IC’s alleen overdag; in de avond en nacht volstaat een IC-arts (en dus niet een intensivist) die binnen 5 minuten aanwezig moet kunnen zijn. 4. Tele-medicine (hoofdstuk 3.7 richtlijn) In de richtlijn van 2006 werd er aangegeven dat tele-medicine een mogelijk zou kunnen zijn voor optimalisatie van de zorg. Met tele-medicine wordt communicatie met een intensivist op afstand bedoeld middels teleconferencing (combinatie van audio en video verbinding om patiënten te bespreken waarbij de intensivist adviserend is), tele-consulting (de intensivist kan hierbij in het elektronisch medisch dossier van een patiënt meekijken en is hierbij consulent) of tele-medicine waarbij zowel apparatuur en personeel zorg op afstand levert (hierbij is de tele-intensivist behandelaar). Deze ontwikkeling is in de jaren 80 komen opzetten in de USA. De studies die zijn verricht hebben aangetoond dat de mortaliteit op IC’s werd verlaagd, de behandelduur werd verkort en dat protocollen en richtlijnen beter werden nageleefd. Tot op heden zijn er geen grote studies in Nederland over tele-medicine gepubliceerd. 5. Span of control (hoofdstuk 3.8 en 3.9 richtlijn) Met de span of control wordt bedoeld voor hoeveel patiënten een intensivist zorg kan dragen waarbij uit de literatuur blijkt dat er geen verschil is op mortaliteit bij een ratio van 1:7,5 en 1:15. Echter, deze studies zijn verricht op IC’s waar de zorgzwaarte gemiddeld lager lag dan het gemiddelde niveau van de Nederlandse IC. Een aanbeveling van de nieuwe richtlijn is dat de span of control van een intensivist zonder ondersteuning van IC-artsen maximaal 8 IC-patiënten is. Span of control intensivisten en fellows IC 6. Organisatie van IC’s in Nederland (hoofdstuk 5 richtlijn) Regionale samenwerking bevordert de onderlinge contacten tussen de IC’s, uitwisseling van kennis en expertise en daardoor kwaliteit en doelmatigheid. Dit wordt in deze richtlijn niet meer als een vrijblijvende optie gezien. Elke IC moet hieraan deel gaan nemen. Er is geen verschil in kwaliteit van geleverde zorg op kern en basis IC’s. Een kern IC mag maximaal samenwerken met 4 basis IC’s. In een regio moeten minimaal 2 kern IC’s aanwezig zijn. Een regio bevat in principe mogelijkheid tot alle behandelvormen (waaronder traumatologie, neurochirurgie en cardio-thoracale chirurgie). Regionaal overleg en samenwerking zal moeten worden gestructureerd en vastgelegd in een zorgbeleidsplan. Er komen criteria (o.a.de SOFA score) wanneer basis IC’s moeten overleggen met een kern IC voor een eventuele overname (zoals gedocumenteerd is een zorgbeleidsplan of overeengekomen tijdens een intercollegiaal overleg).De richtlijn geeft hier aanbevelingen voor op welk moment er overleg dient te zijn tussen basis IC en kern IC of tussen kern IC’s: 7. Organisatie en eisen van een kern IC en basis IC (hoofdstuk 6 richtlijn) 8. Op een basis IC is de intensivist net zoals op een kern IC de hoofdbehandelaar. Er is geen eis gesteld aan het minimale aantal IC bedden op een basis IC, maar Europese richtlijnen adviseren een minimum aantal van 6 bedden3. Voor kern IC’s hangt het aantal bedden af van meerdere factoren: het moet dusdanig groot zijn dat de lokale en regionale functie kan vervullen. Europese richtlijnen geven aan dat het minimum 12 moet zijn3. College Intensive Care (hoofdstuk 8.10 richtlijn blz 134) Het College Intensive Care is een instrument dat als doel heeft de kwaliteit van de intensive care in Nederland , op onafhankelijke wijze te waarborgen vanuit de beroepsgroep. Dit college zal een regulerende en ondersteunende rol gaan vervullen voor de aanbevolen structuur van kern en basis IC’s en het voeren van een integraal kwaliteitsbeleid met als volgende doelstellingen: Toekenning van erkenning van kern IC’s en basis IC’s en openbaar maken van een uitleg waarop deze erkenning gebaseerd is ten behoeve van transparantie waarbij het college gemotiveerd kan afwijken van de richtlijn Onderhouden van contact met de beheerder van de nationale Intensive Care indicatoren database Toezicht houden op de stichting die de nationale Intensive Care indicatoren database beheert Onderhouden van contact met beroepsverenigingen Ontvangen van adviezen van externe instanties met betrokkenheid tot de Intensive Care Afstemming onderlinge beleid van bovenstaande instanties ten behoeve van een lange termijn beleid betreffende kwaliteit en organisatie Nederlandse Intensive Care afdelingen. Een aanbeveling is dat de NVIC een initiatief zal moeten nemen tot het oprichten van dit college met de volgende uitgangspunten: Het college moet bestaan uit externe partijen (koepels van zorginstellingen, patiënt organisatie en juristen) en professionals (NVIC, NIV, NVA, NVvH, IC-verpleegkundigen) waarbij er zowel vertegenwoordiging is vanuit basis- als kern IC’s. Het college wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter Het college moet onafhankelijk zijn van materiële beroepsbelangen De registratie van indicatoren op nationaal niveau middels een Nationale Intensive Care Indicatoren database is belangrijk voor he functioneren van het College Intensive Care en valt onder toezicht van het College Intensive Care Het college zou de volgende taken moeten hebben: Inzicht en feedback in voortgang implementatie en kwaliteit van zorg op individuele IC afdelingen, in een netwerk en in een regio Beantwoorden vragen, zoeken van oplossingen en aandacht voor problemen bij implementatie van de nieuwe richtlijn Erkenningen afgeven voor basis- en kern IC’s o.b.v. in de nieuwe richtlijn beschreven criteria 9. Conclusies en overwegingen 1. 2. 3. 4. Op basis van nieuwe wensen en inzichten werd het tijd voor herziening van de oude IC richtlijn. De eerste versie van deze nieuwe richtlijn verscheen begin 2013. De laatste commentaarfase is net gesloten. De richtlijn commissie zal de definitieve richtlijn binnenkort ter stemming brengen Concentratie en centralisatie van zorg is een landelijke trend, waarin de IC zorg ook zal moeten participeren De Nederlandse IC zorg is samengesteld uit veel partijen met verschillende achtergronden en verschillende belangen Er is weerstand tegen de nieuwe richtlijn. Veel besproken en becommentarieerde onderwerpen zijn onder andere welke IC’s basis- of kern IC zouden worden, overleg en overplaatsen van IC patiënten tussen basis- en kern IC’s, de praktische gevolgen en haalbaarheid van de span of control, tele- 5. 6. 7. 8. 9. medicine en de plaats van uitkomstindicatoren in de IC zorg. Verder zijn de financiële haalbaarheid en de procedure van totstandkoming van de richtlijn onderwerp van discussie Het is echter wel van belang om te komen tot een gezamenlijke nieuwe richtlijn, omdat het risico bestaat dat andere instanties de IC zorg in Nederland anders een richtlijn opleggen waarbij de intensivist mogelijk veel minder in te brengen heeft Een belangrijk punt bij deze richtlijn is de budget impact analyse (BIA), omdat niet zeker is of alle voorstellen uit de richtlijn financieel haalbaar zijn. Deze volgt op korte termijn. Er wordt in de richtlijn gesteld dat inhoudelijke en niet financiële aspecten leidend zijn geweest De definitie en rol van de fellow IC wordt in de richtlijn niet voldoende geformuleerd. In de richtlijn is dat onder andere van belang omdat deze richtlijn onderscheid maakt tussen een beginnende fellow IC en een ervaren fellow IC Er staat niets in de richtlijn over de eventuele gevolgen van de richtlijn voor werkgelegenheid van (jonge) intensivisten Het is wenselijk dat de fellows IC in Nederland kennis nemen van deze nieuwe richtlijn en zich er actief mee bezig houden omdat deze hun toekomst als intensivist mede zal bepalen. Bij het ontwikkelen van de nieuwe concept richtlijn na deze editie lijkt het raadzaam om ook fellows IC bij de totstandkoming te betrekken Referenties 1. IGZ (2008) IC-afdelingen van niveau 1: “Op weg naar verantwoorde zorg” 2. Richtlijncommissie IC (23 juni 2014) Brief: “Verzoek om toelichting op procedureel commentaar m.b.t. het 2e concept van de richtlijn “Intensive care” 3. Valentin, A., Ferdinande, P., & for the ESCIM Working Group on Quality Improvement. (2011). Recommendations on basic requirements for intensive care units: structural and organizational aspects. Intensive Care Med, 37 (10), 1775-87.
© Copyright 2025 ExpyDoc