downloaden - CJG AA en Hunze

Oprechte belangstelling ouders
belangrijk tegen grooming
Chef zeden van politie Noord Nederland Jos Dekker adviseert
Grooming is het leggen van contacten via internet met minderjarigen waarbij wordt aangestuurd op een
ontmoeting om seks te hebben. ‘Een relatief gemakkelijk delict om te plegen’, zegt Jos Dekker, chef zeden bij
de politie Noord-Nederland in een interview met Karin Sitalsing. ‘Het kan gewoon vanuit huis. En mensen
– meestal zijn het mannen – die in ‘de echte wereld’ moeilijk contacten leggen, voelen zich niet gehinderd,
want je maakt gewoon een valse identiteit aan.’
Soms gebeurt dat op chatsites als
www.solomio.nl, maar soms ook via spelletjes
met een chatfunctie waar veel jonge kinderen
zitten. ‘Op de een of andere manier ontstaat
in de digitale wereld al snel een mate van vertrouwdheid. Sneller dan bij direct contact.’
Grofweg zijn er twee typen groomers, legt Dekker uit: ‘een groep die met hagel schiet – heel
veel meisjes tegelijk benaderen en kijken wie
er toehapt – én er zijn groomers die aan een
relatie werken.’
In het fietsenhok
‘Alles wat vroeger in het fietsenhok gebeurde,
gebeurt nu online’, zegt Dekker – ‘met als belangrijke verschillen dat je in het fietsenhok
meteen wist wie je voor je had. En: wat daar
gebeurde kon niet gemakkelijk stiekem worden vastgelegd en verspreid. Generatiekloven
zijn er altijd geweest. Maar de virtuele wereld
verandert zo snel, ouders kunnen het gewoon
niet bijbenen. Ook binnen de politie is het gigantisch hard rennen om bij te blijven. Er zijn
continu bijscholingen. Heel eerlijk gezegd zou
ik van mijn eigen kinderen ook niet durven
zeggen dat ik weet wat ze online doen.’
Waarschuwen
Je kinderen waarschuwen voor vreemde mannen is lastig. Want vreemde mannen doen alsof ze meisjes van dertien zijn, of Tom, of Nick.
En wanneer ken of vertrouw je iemand? Na
twee gesprekjes? De tijd van de computer in
de woonkamer is voorbij – iedereen heeft een
smartphone. Kinderen hebben nog niet het
onderbuikgevoel dat volwassenen wel hebben, om aan te voelen: dit is niet in de haak.
Ouders
Wat kun je hier nu wél mee, als ouders? Dekker: ‘Het klinkt als een dooddoener, maar blijf
praten. Vraag je kinderen waar ze mee bezig
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
zijn, welke spelletjes ze doen, waar ze het over
hebben. Leg ze uit wat de gevaren zijn. Facebook is een mooie proeftuin: dat kennen de
ouders ook, van daaruit kun je verder praten:
als iemand je daar benadert die je niet leuk
vindt, kun je hem weren. Dat kan ook op andere sites.’
Om jongeren voor te lichten over de gevaren, begon de politie met de site
www.vraaghetdepolitie.nl. Hier kunnen ze anoniem chatten met de zedenpolitie. Ouders en
scholen kunnen verdere informatie vinden via
www.ouders.nl.
In het algemeen: Oprecht geïnteresseerd zijn
is belangrijk, zegt Dekker. ‘Niet te belerend.
Niet oordelen of veroordelen. Dan is de slagingskans het grootst.’
3
Scholen bieden hulp en
ondersteuning
Invoering Passend Onderwijs biedt kansen
Niet alleen de gemeente krijgt er extra taken bij. Met de invoering van het Passend Onderwijs geldt dat ook
4
voor scholen. Zij moeten er met ingang van dit schooljaar voor zorgen dat leerlingen het onderwijs krijgen
dat bij hen past. Dat betekent hulp en ondersteuning voor kinderen met problemen of die moeite hebben
om mee te komen. Maar ook een goed en uitdagend aanbod voor kinderen die juist makkelijk leren.
De gemeenten en scholen in Noord en Midden
Drenthe hebben hiervoor een gezamenlijke aanpak afgesproken. Belangrijke uitgangspunten
daarin zijn zo zelfstandig mogelijk functionerende leerlingen, goede aansluiting op de jeugdzorg
en handhaven van de scholen voor speciaal onderwijs.
Kansen
Volgens coördinator van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs in Noord en Midden
Drenthe Renate Schenk biedt de invoering van
Passend Onderwijs kansen en mogelijkheden.
‘De inzet is om kinderen zo veel mogelijk op een
gewone basisschool te houden. Zo nodig met extra ondersteuning. Als dat echt niet gaat, kunnen
we kinderen blijven verwijzen naar het speciaal
onderwijs. De procedure is met ingang van dit
schooljaar vereenvoudigd. Daardoor krijgen kinderen zo snel mogelijk het onderwijsaanbod dat
bij hen past. Als er dan aanvullend ook jeugdzorg nodig is, proberen we dat zo veel mogelijk
meteen te regelen. Kinderen en ouders komen
dan niet in lange procedures terecht en hoeven
niet elke keer opnieuw hun verhaal doen. Mede
daarom hebben we vorig jaar intensief contact
met jeugdzorg gehad en de deze zorg dichter
naar het onderwijs gehaald.’
Leerkrachten
De afgelopen jaren is er binnen de scholen hard
gewerkt om het Passend Onderwijs in te voeren.
Zo zijn leerkrachten geschoold met specialistische kennis. Hierdoor herkennen ze snel of er
iets met een kind aan de hand is. En hoe ze daar
op een passende manier op kunnen reageren.
Ook weten ze wanneer ze andere deskundigen in moeten schakelen, binnen of buiten de
school.
Zelfstandig
De ondersteuning binnen het Passend Onderwijs is bedoeld om de zelfstandigheid van kinderen te bevorderen. Dat betekent in de praktijk niet alles uit handen nemen, maar kinderen
uitdagen om het steeds meer zelf te doen. Bij
vervoer van en naar school wordt dan bijvoorbeeld gekeken of een kind een of twee dagen in
de week zelf naar school kan gaan op de fiets of
met het openbaar vervoer. Al dan niet met behulp van ouders. Uiteindelijk moeten ze het na
hun schooltijd ook zelf kunnen.
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
Toekomst
De komende jaren moet het Passend Onderwijs
verder vorm krijgen. Daarom werken gemeenten en onderwijs aan een gezamenlijke agenda.
‘Hierop staan diverse onderwerpen’, legt Renate
Schenk uit. ‘Zo willen we het aantal kinderen
dat thuiszit terugdringen. Daarvoor maken we
samen met de leerplichtambtenaren van de
gemeente een plan. De zorg voor kinderen met
dyslexie is een andere onderwerp. Deze zorg
gaat namelijk over naar de gemeente. Dit jaar
verandert er nog weinig. We gaan eerst samen
kijken hoe we deze zorg het beste kunnen vormgeven. Zo veel mogelijk binnen de school. Want
dat is de basis van Passend Onderwijs.
Bij een vechtscheiding zijn
er alleen verliezers!
CJG stelt het belang van kinderen voorop
“Als je ouders zo veel ruzie maken, heb je geen ouders meer. Dan moet je als kind eigenlijk je eigen ouder
zijn.” Trouw 1 februari 2014
Echtscheiding - dat is toch een zaak van volwassen mensen onder elkaar? Wat heeft het
CJG daarmee te maken? Inderdaad, bij de
meeste scheidingen is het CJG niet betrokken.
Maar een groeiend aantal echtscheidingen
draait uit op een vechtscheiding: jarenlang
geruzie over het ouderschapsplan, alimentatie
en de omgangsregeling. Uitgeputte volwassenen en beschadigde kinderen zijn daarvan
het resultaat. Naar schatting gaat het om zo’n
11.000 vechtscheidingen per jaar. Dat is maar
liefst één derde van het totaal!
Het CJG ziet steeds vaker kinderen die in de
knel komen in zulke vechtscheidingen. In die
situaties heeft het CJG wél een rol: de belangen en de veiligheid van het kind voorop stellen. Want kinderen kiezen niet voor een scheiding. Het overkomt ze.
Wat maakt een vechtscheiding
zo schadelijk?
Bij een vechtscheiding is elk van de partners
erop uit om te winnen, om de ander onder uit
te halen, kapot te maken. In deze strijd vergeten ouders dat ze ouder zijn en verliezen
daarmee de belangen van het kind uit het oog.
Het kan verleidelijk zijn om de andere ouder
de schuld te geven van wat er is gebeurd. Zo
dwing je het kind om partij te kiezen. Kinderen
zijn getuige van ruziënde ouders. Of ze worden als inzet gebruikt in de ruzie. Kinderen lijden hieronder; de vechtscheiding veroorzaakt
angst, stress, en schuldgevoelens – het komt
zelfs voor dat kinderen voor hun ouders gaan
zorgen. Uiteindelijk zijn er alleen verliezers bij
een vechtscheiding.
Wat kan het CJG doen?
Het CJG stelt de belangen en de veiligheid van
het kind voorop. Het CJG biedt het kind, in
overleg en met toestemming van ouders, een
veilige plek en ruimte voor emoties, vragen en
twijfels. De manier waarop is afhankelijk van
de leeftijd van het kind. Het CJG kan inschatten of het kind schade oploopt en hulp of advies geven om deze schade te beperken.
Het CJG heeft geen rol in de strijd tussen ouders en kiest op geen enkele manier partij. Dat
is niet in het belang van het kind. Wanneer
ouders willen werken aan het opgeven van
de strijd, wil het CJG hen hierin graag ondersteunen. Dit is immers zeer in het belang van
het kind. Voorwaarde is wel dat ouders het
zelf moeten willen. Wanneer het ouders lukt
om hun eigen aandeel te zien in het niet goed
lopen van hun huwelijk of relatie, ontstaat er
ruimte voor begrip voor elkaar. Ouders die elkaar zijn kwijtgeraakt als partners kunnen nog
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
best goede ouders zijn voor hun kinderen. Expartners zorgen voor een veilige situatie voor
hun kind wanneer het hen lukt om samen te
werken. In het belang van hun kind.
Bent u zelf betrokken bij een scheiding of kent
u iemand voor wie dat geldt? En denkt u dat u
of uw kind wel wat hulp kunt gebruiken? Neem
dan contact op met het CJG in uw gemeente.
5
Veranderingen in jeugdzorg
geleidelijk ingevoerd
Goede samenwerking Drentse gemeenten en zorgaanbieders
Per 1 januari 2015 is de gemeente volledig verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Door alle taken op dit
6
gebied onder te brengen bij gemeenten moet de zorg beter en goedkoper worden. Zij kunnen immers
beter aansluiten bij lokale vragen. De Drentse gemeenten werken nauw samen bij de invoering. Ze kiezen
daarbij voor een geleidelijke overgang. Kinderen die nu zorg krijgen of een indicatie voor zorg hebben,
kunnen ook in 2015 en 2016 op goede zorg rekenen.
Kinderen moeten gezond en veilig kunnen
opgroeien. Dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ouders en opvoeders.
Maar wanneer dit niet lukt, moet de overheid
kunnen ingrijpen en hulp en ondersteuning
bieden. Kinderen verdienen tenslotte een bijzondere bescherming.
Variatie
De Jeugdhulp die straks via de gemeente loopt
is divers. Dat varieert van voorlichting en eenvoudige adviezen over opvoeding tot gespecialiseerde ondersteuning en alles wat daar tussen ligt.
Met name het regelen van de meer intensieve
ondersteuning van kinderen en ouders doen de
Drentse gemeenten gezamenlijk. Het gaat dan
onder andere om jeugdpsychiatrie en de opvang
van kinderen met een verstandelijke beperking.
Jeugdgezondheidszorg via consultatiebureaus
en schoolartsen en ook de toegang tot de zorg
regelen de gemeenten zelf.
Minder geld
Tegelijkertijd met de overgang van taken naar
de gemeenten vindt er een flinke bezuiniging
plaats op de jeugdhulp. In 2016 ligt het totale
budget zo’n kleine 20% lager dan nu het geval is. Toch denken de gemeenten en de aanbieders van zorg dat ze voor dat geld net zo
veel kinderen en ouders kunnen helpen. Door
meer aandacht te besteden aan preventie en
het tijdig signaleren van problemen is er naar
verwachting minder intensieve zorg nodig. Belangrijk is dan wel dat alle professionals die
met kinderen te maken hebben, goed samenwerken en informatie uitwisselen. Het gaat
dan om professionals die in het onderwijs, de
kinderopvang of bij het Centrum voor Jeugd
en Gezin werken.
Toegang
De gemeenten halen alles uit de kast om alle
veranderingen op tijd te kunnen doorvoeren.
Daarvoor moet nog veel worden geregeld. Zo
moet elke gemeenteraad instemmen met de
lokale aanpak en regels. Met zorgaanbieders
moeten de gemeenten afspraken maken over
de zorg die zij de komende twee jaar kunnen
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
bieden. De gemeenten kopen de zorg in bij
grote én kleine aanbieders. Zo kunnen de inwoners van Drenthe blijven rekenen op een
divers aanbod. Verder moeten de gemeenten
de toegang tot zorg regelen. De ene gemeente
laat die lopen via het Centrum voor Jeugd en
Gezin. Andere kiezen ervoor om bijvoorbeeld
sociale teams te gebruiken als toegang tot
zorg. Overigens kunnen ouders ook naar de
huisarts blijven gaan als zij zich zorgen maken
over hun kinderen.
Positief opgroeien
De Drentse gemeenten werken alle zo veel
mogelijk vanuit dezelfde methode Positief Opgroeien Drenthe. Deze methode gaat uit van
de leefwereld en de eigen kracht van kinderen
en hun ouders. Veel professionals werken al
volgens deze methode die zich in de praktijk
heeft bewezen. Ze zijn positief over de resultaten. De komende jaren trekken de gemeenten
daarom extra geld uit om de professionals te
scholen in het werken met Positief Opgroeien
Drenthe.
JOGG: een gezonde jeugd, een
gezonde toekomst
Als ouders speel je een heel belangrijke rol in de opvoeding van je kinderen, maar ook de leefomgeving van je
kind speelt hierin een cruciale rol: op crèches, scholen en sportverenigingen, door reclames op tv, schappen
in winkels, op feestjes, maar ook tijdens logeerpartijen bij opa en oma: kinderen worden gevormd door vele
mensen en factoren om hun heen. Je kind leert daardoor eigen keuzes te maken.
Kinderen zijn gevoelig voor invloeden van buitenaf en voor positieve prikkels. Bij voeding is
dit ook het geval: ongezonde voeding is vaak
lekker en de verleiding om al dat lekkers tot
je te nemen is dan ook groot. Voor beweging
geldt hetzelfde: waarom zou je buiten spelen
als je de hele wereld aan je voeten hebt op je
tablet of op je mobiele telefoon? Maar ook ondervoeding speelt een rol. Niet ieder kind krijgt
de voeding die het nodig heeft om gezond op
te groeien.
Pesten
Ongezond en te veel eten én weinig bewegen
zijn kenmerken van een ongezonde leefstijl.
Deze leefstijl kan op termijn leiden tot overgewicht. De gevolgen van overgewicht voor de
volksgezondheid zijn groot: diabetes en harten vaatziekten kunnen daardoor al op jonge
leeftijd voorkomen. Dik zijn kan ook leiden tot
stigmatisering: uit onderzoek blijkt dat kinderen met overgewicht eerder worden gepest en
minder vriendjes hebben dan kinderen zonder overgewicht. Ze kampen ook vaker met
depressieve gevoelens.
Overgewicht
Jonge kinderen wennen snel aan een ongezonde leefstijl en zullen later niet gemakkelijk
overstappen naar een gezondere manier van
leven. Teveel jongeren in Drenthe hebben een
ongezond gewicht: uit metingen van de GGD
Drenthe, die bij kinderen zijn verricht uit de
groepen 2 en 7 van het basisonderwijs en uit
de 2e klassen van het voortgezet onderwijs,
blijkt dat gemiddeld bijna 15% van deze jongeren overgewicht heeft en dat er bij bijna 3%
zelfs sprake is van obesitas. Daarnaast heeft
bijna 6% van deze jongeren last van ondergewicht.
De gemeenten Aa en Hunze, Assen, MiddenDrenthe, Noordenveld en Tynaarlo gaan hier
actief iets aan doen. Een gezonde toekomst
begint tenslotte bij een gezonde jeugd!
JOGG gemeenten
We willen onder andere de toename van overgewicht bij kinderen en jongeren tot 19 jaar
een halt toeroepen en de cijfers ombuigen, zodat meer kinderen en jongeren in Drenthe een
gezond gewicht krijgen. Daarom zijn bijna alle
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
Drentse gemeenten JOGG-gemeente geworden. JOGG1 (Jongeren Op Gezond Gewicht) is
de beweging voor een gezonde omgeving en
een gezonde jeugd. Iedereen in een dorp of
wijk zet zich in om gezond eten en bewegen
voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te
maken. Als JOGG gemeente gaan we er voor
zorgen dat:
• Er meer samenhang en synergie bereikt
wordt tussen interventies gericht op een gezonde omgeving, gezond eten en bewegen.
• Alle lokale partijen uit onderwijs, zorg, bedrijfsleven, sport, recreatie, woningbouw en
welzijn zich samen inzetten om gezond eten
en bewegen voor jongeren gemakkelijk en
aantrekkelijk te maken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met de JOGG-regisseur van uw gemeente.
1
JOGG is een lokale en, duurzame aanpak die bewezen
effectief is om overgewicht bij jongeren (0-19 jaar) tegen
te gaan.
7
Patrick en Stan houden
de netwerkkaart actueel.
Iedereen heeft een netwerk
Promens Care speelt in op veranderingen
Bij de veranderingen in de zorg gaan gemeenten ervan uit dat inwoners meer een beroep doen op de
8
eigen kracht en hun sociaal netwerk. Maar hoe organiseer je dat in de praktijk? De woonvoorziening van
Promens Care voor jongeren met een psychische beperking aan de Langedijk in Assen heeft daar een
praktische oplossing voor. De jongeren die er wonen hebben een zogenaamde Netwerkkaart. De kaart kan
op meerdere manieren gebruikt worden. Bewoner Patrick en begeleider Stan lichten de Netwerkkaart toe.
Patrick vertelt dat op zijn netwerkkaart de mensen in zijn sociale omgeving staan. “Mijn ouders
en andere familieleden, mijn vrienden en kennissen tot, bij wijze van spreken, de buurman.
Bij iedereen op de netwerkkaart wordt bepaald
hoe dichtbij of veraf iemand van je staat. Je kunt
op die manier, met een blik op de kaart, bepalen wie je zou kunnen vragen om hulp en wie
misschien juist niet. Op wie kan ik terugvallen?
Bij iedere persoon op de kaart hoort een soort
score die bepaalt waar deze persoon zich in je
netwerkkring bevindt.”
Actueel
“Eens per drie maanden houden we samen met
de bewoner de netwerkkaart actueel”, legt Stan
uit. “Want een netwerk verandert. Vrienden kunnen afvallen of er bij komen. Iemand kan verhuizen waardoor hij verder van je af komt te staan,
enzovoort. Voor ons als begeleiders is het handig om samen met de bewoner te bepalen op
wie ze zouden kunnen terugvallen. De actuele
veranderingen in de wereld van de zorg geven
immers aan dat iedereen meer zelf zijn zorg en
begeleiding moet regelen. Of er in elk geval een
grotere eigen verantwoordelijkheid in moet nemen. Uiteindelijk is het streven dat de bewoners
van de Langedijk steeds minder afhankelijk van
professionals zijn en dus een helder inzicht hebben van de mensen om hen heen. De netwerkkaart zit in het dossier van de jongere. Het komt
wel voor dat er iemand belt voor de betreffende
bewoner en dan kan je met een blik op de netwerkkaart zien wie het precies is en hoe de verhouding met de jongere is”.
Oplossen
“De begeleiders bij ons aan de Langedijk heb-
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
ben een coachende rol”, zegt Patrick. “Ze
stimuleren ons om zo veel mogelijk zelf onze
problemen op te lossen. Uiteraard is dat binnen de mogelijkheden van dat moment. Een
netwerkkaart is een hulpmiddel om zelf te
kijken met wie je contact opneemt. Desnoods
overleg je dat met je begeleider, maar alles wat
je zelf kunt doen hoeft een begeleider niet over
te nemen.”
Belangrijk
“Voor ieder mens geldt dat een sociaal netwerk
enorm belangrijk is”, aldus Stan. Bij de een is
deze groter dan de ander, maar niemand zit helemaal zónder netwerk. We proberen jongeren
bij te brengen hoe ze zich voortdurend bewust
kunnen zijn van hun omgeving en dat ze er ook
gebruik van moeten maken. Een netwerkkaart is
dan een prettig hulpmiddel.”
Meer nadruk op dagelijkse praktijk
Professionals versterken met specialistische kennis
Op 1 januari 2015 gaat een nieuw jeugdstelsel in werking. Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle
zorg voor de jeugd. Voor een soepele transitie is er in Drenthe een driejarige overgangsperiode ingesteld
die in 2016 eindigt. Een belangrijk speerpunt in deze periode is het versterken van het voorliggend veld.
Onder het voorliggend veld vallen alle professionals die direct met kinderen werken. Denk
bijvoorbeeld aan leerkrachten, huisartsen of
aan CJG-medewerkers zoals de jeugdverpleegkundigen, medewerkers van het consultatiebureau en schoolmaatschappelijk
werkers. Om dit voorliggend veld te versterken dragen specialisten kennis over aan de
mensen die dagelijks met kinderen werken.
Hierdoor kunnen zij problemen sneller signaleren, oplossen of een specialist erbij halen. Deze preventieve werkwijze vermindert
de doorstroom naar de dure, specialistische
zorg.
Succes
De gemeenten Aa en Hunze, Assen Midden
Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo schreven
samen met mensen uit de praktijk een plan
van aanpak. Marcel Endendijk van adviesbureau Stamm gaat ervoor zorgen dat het
plan ook wordt uitgevoerd. Hij is enthousiast en een rasechte optimist. Hij ziet kansen waar anderen valkuilen zien. ‘Mijn taak
is ontzettend leuk; ik verbind de vele goede
dingen die de CJG’s in deze gemeenten al
doen. Je moet het wiel niet steeds opnieuw
uit willen vinden, maar gebruik maken van
elkaars kennis en ervaring. Ik ben er dan
ook niet om problemen op te lossen, maar
om dat wat goed gaat te versterken. Hoe krijgen we meer van het goede? Als je het antwoord op die vraag vindt, worden problemen
automatisch kleiner.’ De meest succesvolle
werkwijze voor de voorzieningen in het voorliggend veld wordt uiteindelijk vastgelegd
in een concrete vorm zoals een protocol of
zorgroute.
Uitdagingen en kansen
Eén van de uitdagingen is ervoor zorgen dat
iedereen binnen jeugdzorg dezelfde taal
spreekt. ‘Een zorgcoördinator, een coördinator van zorg en een CJG-contactpersoon
vervullen bijvoorbeeld allemaal dezelfde rol,
maar elk in een andere gemeente. Voor professionals kan dat verwarrend zijn. Wie moet
ik nu hebben?’ aldus Endendijk. ‘Om professionals beter te laten samenwerken is het
belangrijk dat ze elkaar begrijpen. Daarom
organiseren we ontmoetingen tussen specialisten en CJG-medewerkers. Tijdens deze
bijeenkomsten leren ze elkaar kennen en
wisselen ze praktische informatie uit. Kortom: ze spreken af hoe ze elkaar kunnen versterken.’
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
Positief vooruitzicht
Marcel Endendijk ziet de transitie vol vertrouwen tegemoet: ‘In dit project werk ik samen
met mensen die zich verbonden voelen en
hart voor de zaak hebben. Dat is mooi en
daarin zit tegelijkertijd de uitdaging. Veel
van deze mensen doen al jaren dit werk en
moeten hun vertrouwde werkwijze loslaten.
Dat is lastig. Vaak zijn er wel acht redenen
te bedenken om alles bij het oude te laten en
maar twee om de knop om te zetten. Voor mij
ligt de uitdaging in het focussen op die twee
punten en die vervolgens te versterken. Deze
omslag is nodig om het nieuwe jeugdstelsel te
laten werken. Ik ben er van overtuigd dat ons
dit gaat lukken!’
9
Pubers, hoe houden
we het gezellig?!
Puberexpert Marina van der Wal houdt opvoedlezing
Veel ouders zien de puberteit als de lastigste opvoedperiode van hun kinderen. Pubers zetten zich af
10
tegen hun ouders en de sfeer in huis daalt tot onder het nulpunt. Maar dat hoeft helemaal niet! Zeker
niet. Je moet alleen leren hoe het brein van pubers zich in deze periode ontwikkelt en hoe je daar als
ouders rekening mee houdt.
Op 7 oktober spreekt Marina van der Wal, zelf
moeder van twee pubers en co-auteur van Het
Enige Echte Eerlijke Puberopvoedboek, over
het opvoeden van pubers met de lezing Pubers, hoe houden we het gezellig?!’. Zij doet
dit op uitnodiging van de Centra voor Jeugd en
Gezin in Noord en Midden en Drenthe.
een spiegel voorhouden als het gaat om regels
en grenzen. Dat is namelijk een belangrijke
vorm van liefde voor je kind. Wij moeten onze
kinderen ook leren dat het leven tegenslagen
Niet gek!
Veel ouders zitten met vragen over deze periode in het leven van hun kind. ‘Maar je bent
niet de enige met vragen en niet gek!’. Dit gevoel van herkenning en erkenning delen de
bezoekers van de ‘puberavonden’.
CJG en Drents Archief organiseren iPhone game ‘ik tel tot tien’
Speel de iPhone game en win!
Drents Archief. Daar krijg je uitleg over
game en krijg je een iPhone mee! Via
GPS zie je precies hoe je moet lopen.
verschijnen allemaal opdrachten. Maak
opdrachten en win een coole prijs.
Nee is ook een antwoord
Van der Wal bespreekt op humoristische wijze
de spagaat waarin ouders en pubers zitten.
Aan de ene kant hebben pubers ruimte en
vrijheid nodig en moeten ouders een stapje
terug doen in het leven van hun kinderen. Aan
de andere kant zie je dat pubers - mede door
de ontwikkeling van hun brein - juist duidelijke
sturing nodig hebben. ‘Nee is soms het meest
liefdevolle antwoord dat je je puber kunt geven’, benadrukt Van der Wal.
Spiegel voorhouden
Er wordt veel gelachen tijdens de avonden. ‘Ik
dacht even dat ik in het theater was. Zo leuk!’
aldus een van de bezoeksters’. Maar er is ook
confrontatie. Van der Wal: ‘Ik wil ouders ook
Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo
en teleurstellingen kent.’ Ouders én pubers
zijn 7 oktober welkom in het Schakelveld in
Assen. Aanvang: 20:00 uur, inloop vanaf
19:30 uur.
Speel samen met je ouders en vrienden de
iPhone game ‘ik tel tot tien’. Maak selfies, ga
op zoek, speel verstoppertje en beantwoord
de vragen. Degene met de leukste selfies,
de meeste punten en de beste antwoorden
wint een prijs!
Wanneer: woensdag 8 en vrijdag 10 oktober
Tijd: 13:00 – 16:30 uur
Locatie: Drents Archief, Brink 4, Assen
Tijdens de iPhone game ga je op ontdekkingstocht door Assen. De start is bij het
de
de
Er
de
Alle opdrachten bij deze iPhone game staan
in het teken van het thema ‘ik tel tot tien’. Bij
het dagelijks opvoeden en opgroeien moet
iedereen regelmatig (af)tellen. Soms moet je
als ouder geduld hebben en even tot tien
tellen. Maar ook bij het verstoppertje spelen:
‘…wie niet weg is, is gezien!’.
Tijdens de iPhone game ontdek je historische figuren in de binnenstad van Assen
die ook veel geduld moesten opbrengen.
Speel verschillende zoek-spelletjes. Vind
jij de Germaan op de Brink? Ontdek de
spelletjes van vroeger en ervaar historisch
Assen.