M - Boulevard410

‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Inleiding:
De voorgenomen wet legt aan onder meer organisaties en professionals in het onderwijs, de
jeugdgezondheidszorg, de kinderopvang en de jeugdzorg de plicht op om een meldcode te
hanteren voor kindermishandeling en huiselijk geweld (daaronder ook begrepen seksueel
geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld en ouderen- mishandeling).
Een meldcode bevat een stappenplan. Het stappenplan leidt de professional door het proces
vanaf het moment dat hij signalen opvangt tot aan het moment dat hij eventueel besluit om
hiervan een melding te doen. De organisatie kan door de Inspectie worden aangesproken op
het beschikken over een meldcode. Individuele professionals binnen een organisatie kunnen
worden aangesproken op de feitelijke toepassing van het stappenplan bij signalen van
huiselijk geweld en kindermishandeling.
Grensoverschrijdend gedrag door een professional jegens leerlingen valt buiten de
meldcode.
Doel:
Het stappenplan van de meldcode maakt de professionals van Stichting SO duidelijk wat er
van hen verwacht wordt bij de afweging/ beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel
of niet te melden.
De meldcode beschrijft in 5 stappen wat de professional moet doen bij vermoedens van
geweld:
Stap 1: In kaart brengen van signalen.
Stap 2: Collegiale consultatie SMW/ MDO (evt. raadplegen van het AMK of SHG)
Stap 3: Gesprek met ouder(s)/ verzorger(s).
Stap 4: Wegen van het geweld of de kindermishandeling.
Stap 5: Beslissen: hulp inzetten of melden.
De stappen gaan in vanaf het moment dat er signalen zijn en zijn verzameld in een volgende
die echter niet dwingend is. Waar het om gaat is dat alle stappen zijn doorlopen voordat een
besluit tot melden wordt gedaan. Ook zullen stappen soms meer dan een keer worden gezet.
Aanleiding:
Als school vermoedens heeft of te maken krijgt met slachtoffers van huiselijk geweld of
kindermishandeling.
Evaluatie/ borging:
1x per jaar (mei) i.s.m. schoolmaatschappelijkwerker/ externen, agenda teamvergadering/
Bouw en vervolgens in het IB-MT. Nagaan hoe vaak het gebruikt/ toegepast wordt.
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Rand- voorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat
Om het voor de professionals mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk
geweld
en kindermishandeling te signaleren en om
de stappen van de meldcode te zetten,
draagt Stichting SO Amersfoort e.o. er zorg voor dat:
-
-
-
Binnen de organisatie en in de kring van ouder(s)/ verzorger(s) bekendheid wordt
gegeven aan het doel en de inhoud van de meldcode (nieuwsbrief, website,
schoolgids);
Regelmatig een aanbod wordt gedaan van trainingen en andere vormen van
deskundigheidsbevordering (verzorgt door bijv. SMW), zodat professionals voldoende
kennis en vaardigheden ontwikkelen en ook op peil houden voor het signaleren van
huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het zetten van de stappen van de
meldcode;
Er voldoende deskundigen beschikbaar zijn die de professionals kunnen
ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de code;
De meldcode aansluit op de werkprocessen binnen de organisatie;
De werking van de meldcode regelmatig wordt geëvalueerd en dat zonodig acties in
gang worden gezet om de toepassing van de meldcode te optimaliseren;
Afspraken worden gemaakt over de wijze waarop Stichting SO Amersfoort e.o. zijn
professionals zal ondersteunen als zij worden aangesproken op de wijze waarop zij
de meldcode toepassen. Maken we deze afspraken?
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Wie: Intern begeleider met leraar/ medewerker die zich zorgen maken om een kind of die
een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld.
Hoe: IB en leraar/ medewerker plaatsen notitie in Parnassys onder Meldcode, stap 1:
signaleren. IB heeft regie. Dit naar aanleiding van de volgende stappen:
-
-
-
-
IB is eerste aanspreekpunt voor alle medewerkers die zich zorgen maken om een
kind of die een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld.
IB ondersteunt de leraar bij het objectief in kaart brengen van- en communiceren over
de signalen/ vermoedens van kindermishandeling. Uiteraard kan de IB-er zelf ook
signalen of vermoedens hebben.
Bij het signaleren maken de IB-er en leraar gebruik van een signaleringslijst:
Signaleringslijst voor kindermishandeling 4-12 jaar en/ of signaleringslijst voor
huiselijk geweld 4-12 jaar (zie: bijlage 1 en 2). Daarnaast worden observaties
vastgelegd op papier.
De IB-er en leraar omschrijven zo feitelijk/ objectief mogelijk welke signalen opvallen
en om welke specifieke situaties het gaat. Dit wordt vastgelegd in Parnassys onder
Meldcode, stap 1: signaleren.
IB informeert directie.
Meldcode is opgenomen op de groepskaart van Parnassys.
Stap 2: Collegiale consultatie/ MDO
(Evt advies Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of
het Steunpunt Huiselijk
Geweld)
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Wie: Intern begeleider in samenwerking en overleg met leraar, schoolmaatschappelijk
werker en directie: vanuit MDO of ad hoc overleg.
Hoe: IB plaatst notitie in Parnassys onder Meldcode, stap 2: Verslag collegiale consultatie/
MDO. Dit naar aanleiding van de volgende stappen:
-
-
-
-
-
-
-
-
Nadat de IB-er signalen of vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld
heeft opgemerkt, worden deze signalen in eerste instantie besproken met een
deskundige collega (SMW, Schoolpsycholoog).
Indien mogelijk, agenda-technisch/ tijd, wordt de leerling besproken binnen het MDO
waarbij leraar (eventueel ook van broertje/ zusje), schoolmaatschappelijkwerker,
directie e.a. externen aanwezig zijn. IB en SMW stemmen af hoe de toestemming
van ouders voor het bespreken in MDO gevraagd gaat worden. IB vraagt zo nodig
ook advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Steunpunt
Huiselijk Geweld.
In dit MDO wordt een actieplan opgesteld: Wat zijn signalen, welke informatie hebben
we nodig om te kunnen beoordelen wat er aan de hand is? Hebben we nader advies
nodig, bijvoorbeeld van de Jeugdarts of het AMK? Hoe en wie gaat het gesprek aan
met kind en/ of ouders?
Motivatie voor VIR wordt vastgesteld en vermeld bij Meldcode: stap 2.
Vanuit dit MDO worden signalen zo feitelijk/ objectief mogelijk vastgelegd en in
Parnassys bijgewerkt, evenals de gesprekken die over de signalen gevoerd zijn, de
stappen die gezet zijn en de besluiten die genomen zijn. Ook de gegevens die de
signalen weerspreken worden vastgelegd.
Waar het qua tijd/ agenda-technisch niet mogelijk is om te wachten op het MDO, zal
door de IB-er een ad hoc overleg georganiseerd worden. Hier zijn leraar, IB, SMW en
directie bij aanwezig als ‘vaste’ deelnemers.
Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk
dat
het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening
als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld de
bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze
zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht.
IB zorgt voor terugkoppeling richting degene die als eerste de signalen heeft
opgemerkt. Ook spreekt IB af met betreffende leraar of andere medewerker op welke
wijze hij/ zij een rol speelt in het vervolg na de signalering.
Indien er hulpverlening binnen het gezin is, zal zoveel mogelijk afgestemd worden
met elkaar.
Directe melding AMK
- Bij acute zorg kan een directe melding bij het AMK een vervolg zijn. Criterium
hiervoor is: als dezelfde dag nog gehandeld moet worden. IB heeft regie en overlegt
met SMW, schoolarts, leraar en licht directie in.
- Directie neemt besluit over AMK melding.
- School kan ten alle tijden contact opnemen met het AMK voor (telefonisch) advies of
consult. De medewerkers van het AMK helpen bij het in kaart brengen of
interpreteren van de signalen. Ook adviseren zij over de te zetten stappen. Een
adviesgesprek bij het AMK kan zonder de naam van het betreffende kind te noemen.
Daar is geen toestemming voor nodig van kind, ouders of andere betrokkenen.
- Het doen van een melding zonder dat
de signalen zijn besproken met de ouder(s)/
verzorger(s), is alleen mogelijk als:
- De veiligheid van de leerling, die van de professional of die van een ander in
het geding is.
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
-
Als vanuit het MDO of ad hoc overleg goede redenen zijn gesteld om te
veronderstellen dat de ouder(s)/ verzorger(s) door dit gesprek het contact met
school zal verbreken.
Stap 3: Gesprek met ouder(s)/ verzorger(s)
Wie: Intern begeleider in samenwerking en overleg met leraar, schoolmaatschappelijk
werker en directie: vanuit MDO of ad hoc overleg.
Hoe: IB plaatst notitie in Parnassys onder Meldcode, stap 3: Verslag gesprek ouder(s)/
verzorger(s). Dit naar aanleiding van de volgende stappen:
-
-
Voorbereiding van dit gesprek komt voort uit MDO of ad hoc overleg.
IB nodigt ouders uit op school. Vanuit positieve benadering om zorgen te delen,
met datum, tijd en wie aanwezig, info uit eerdere gesprekken meenemen. ‘We
spreken onze zorg uit en voelen ons verplicht dit te melden.’
Vanuit overleg MDO wordt met elkaar afgesproken wie aanwezig is bij dit gesprek
en wie gespreksleider is.
Signalen worden besproken met de ouder(s)/ verzorger(s).
Doel van het gesprek wordt uitgelegd.
Feiten die zijn vastgesteld en de waarnemingen die zijn gedaan worden
beschreven.
Ouder(s)/ verzorger(s) worden uitgenodigd om hier een reactie op te geven.
Na deze reactie wordt pas (zonodig en zo mogelijk) een interpretatie gegeven van
hetgeen gezien, gehoord en waargenomen is.
Als er bij stap 2 het besluit is gevallen om te registreren in de VIR, wordt dit aan
ouders medegedeeld en gemotiveerd.
Consequenties van melden mededelen (onderzoek buiten school)
Verslag van dit gesprek wordt gedeeld met betrokkenen en ouders. Vervolgens
wordt dit verslag door IB in Parnassys geplaatst onder Meldcode stap 3: gesprek
met ouder(s)/ verzorger(s).
Vervolgafspraak wordt altijd ingepland.
Als ouders niet komen, neemt IB contact op voor terugkoppeling/ reden van niet
verschijnen.
Bij bereidheid om te komen: nieuwe afspraak!
Bij bereidheid om niet te komen: vervolgstap!
Stap 4: Wegen van geweld of kindermishandeling
Wie: Intern begeleider, SMW, directie, externen
Hoe: IB plaatst notitie in Parnassys onder Meldcode, stap 4: Verslag gesprek IB, SMW,
directie wegen van geweld of kindermishandeling. Dit naar aanleiding van de volgende
stappen:
-
-
Op basis van de signalen, het ingewonnen advies en het gesprek met de ouder(s)/
verzorger(s) wordt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling gewogen. Hier
wordt de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling
meegenomen.
Bij het inschatten van het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling wordt
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
-
gebruik gemaakt van een risicotaxatie- instrument (zie: bijlage 3 en 4). Welk
instrument?!
Wegen van de ernst van de aard overlaten aan SHG en/of AMK. Dus altijd SHG/
AMK raadplegen.
Acties en gesprekken/ adviezen worden altijd in Parnassys vastgelegd. (Mapje
stappenplan ‘Meldcode’ in Parnassys).
Stap 5: Beslissen: hulp inzetten of melden
Hulp inzetten en effecten volgen
Wanneer ouders vrijwillig hulp willen inzetten en IB, SMW en directie, op basis van de
afweging in stap 4, denken dat de ouder(s)/ verzorger(s) en zijn gezin redelijkerwijs
voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kinder-mishandeling kunnen
beschermen:
-
Organiseren de noodzakelijke hulp;
Volg de effecten van deze hulp.
Doe alsnog een melding als er signalen zijn dat
het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint.
Melden en bespreken met de ouder(s)/ verzorger(s)
Wanneer ouders niet vrijwillig hulp in willen zetten en tevens kunnen we de ouder(s)/
verzorger(s) niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling
beschermen of wordt er getwijfeld of we er voldoende bescherming tegen kunnen bieden
worden de volgende stappen gezet:
-
Directie neemt besluit over AMK melding.
Melding van het vermoeden door IB en SMW bij het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling (www.amk-nederland.nl) of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld
(0900-126 26 26);
-
Bij melding zoveel mogelijk aansluiten bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk
aan als de informatie die gemeld wordt (ook) van anderen afkomstig is;
Overleg bij de melding met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het
Steun- punt Huiselijk Geweld wat de school na de melding, binnen de grenzen van de
gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kan doen om de ouder(s)/ verzorger(s) en zijn
gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling
te beschermen.
Bespreek de melding vooraf met de ouder(s)/ verzorger(s).
-
1. Leg uit waarom de school van plan is een melding te gaan doen en wat het doel
daarvan is;
2. Vraag de ouder(s)/ verzorger(s) uitdrukkelijk om een reactie;
3. In geval van bezwaren van de ouder(s)/ verzorger(s), overleg op welke wijze de
school tegemoet kan komen aan deze bezwaren;
4. Is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om de leerling of te
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
beschermen tegen het geweld
of de kindermishandeling. Betrek in de afweging van
de school de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de leerling door
het doen van een melding daartegen te beschermen;
5. Doe een melding indien naar de oordeel van school de bescherming van de leerling
de doorslag moet geven. Van contacten met de leerling over de melding kan de
school afzien:
- als de veiligheid van de leerling, die van de school, of die van een ander in het
geding is.
- Als de school goede redenen heeft om te veronderstellen dat de leerling daardoor
het contact met u zal verbreken.
Beslissing wel/ niet melden, teruggeven in MDO met externen.
Aandachtpunten t.a.v. contact met externen:
-
Zorg dat je altijd terugbelt, zodat je zeker weet dat je met persoon van die
instantie spreekt.
-
Spreek altijd met de desbetreffende person af dat er een schiftelijk verslag wordt
toegestuurd waar jij toestemming aan verleent. Dit document wordt in Parnassys
geplaatst.
-
N.a.v. dit gesprek wordt gespreksnotitie in Parnassys geplaatst.
-
Contact met IB of directie kan belangrijk zijn wanneer de zorgen groot zijn en/ of
t.a.v. het wel of niet vooraf moeten informeren van ouders.
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Bijlage 1: Signaleringslijst kindermishandeling 4-12 jaar
Deze lijst geeft een overzicht van signalen van kindermishandeling bij kinderen in de leeftijd van 4- 12
jaar. De signalenlijst is een hulpmiddel om een vermoeden van kindermishandeling te onderbouwen,
niet om kindermishandeling te ‘bewijzen’. Vrijwel alle genoemde signalen kunnen namelijk een andere
oorzaak hebben.
Lichamelijk welzijn:
- Blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, snij- , krab- en bijtwonden
- Groeiachterstand
- Te dik
- Slecht onderhouden gebit
- Regelmatig buikpijn, hoofdpijn of flauwvallen
- Kind stinkt, heeft regelmatig smerige kleren aan
- Oververmoeid
- Vaak ziek
- Ziektes herstellen slecht
- Kind is hongerig
- Eetstoornissen
- Achterblijvende motoriek
- Niet zindelijk op leeftijd dat het hoort Gedrag van het kind, algemeen:
- Timide, depressief
- Weinig spontaan
- Passief, lusteloos, weinig interesse in spel
- Apathisch, toont geen gevoelens of pijn
- In zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld
- Labiel
- Erg nerveus
- Hyperactief
- Negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst
- Negatief lichaamsbeeld
- Agressief, vernielzucht
- Overmatige masturbatie Gedrag tegenover andere kinderen:
- Agressief
- Speelt weinig met andere kinderen
- Wantrouwend
- Niet geliefd bij andere kinderen Gedrag tegenover ouders:
- Angstig, schrikachtig, waakzaam
- Meegaand, volgzaam
- Gedraagt zich in bijzijn van ouders dan zonder ouders ‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Gedrag tegenover andere volwassenen:
- Angst om zich uit te kleden
- Angst voor lichamelijk onderzoek
- Verstijft bij lichamelijk contact
- Angstig, schrikachtig, waakzaam
Overige signalen:
Bijlage 2: Signaleringslijst huiselijk geweld 4-12 jaar
Externaliserende reacties:
- agressie tegen leeftijdsgenoten of gezinsleden
- wreedheid t.o.v. dieren
- vernielzucht
- weinig inschikkelijk zijn of zich verzetten tegen autoriteiten
- gedragsproblemen
Internaliserende reacties:
- angst en zich terugtrekken
- zichzelf beschuldigen
- negatief zelfbeeld
- verdriet
- verlegenheid
- depressie
- gebrek aan vertrouwen in ouders of volwassenen in het algemeen
Omgangsproblemen:
- sociale isolement door schaamte voor de thuissituatie
- ontbreken van of tekort aan sociale vaardigheden
- gebrek aan inlevingsvermogen of juist overgevoeligheid
- gering probleemoplossend vermogen
Schoolproblemen:
- moeilijkheden met schoolwerk of juist overcompenseren
- moeite met concentreren
- weglopen van school
Somatische klachten:
- hoofdpijn
- buikpijn
- slapeloosheid
Overige signalen:
-
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Bijlage 3: Risico- taxatieinstrument kindermishandeling 4-12 jaar
‘5 stappen’ Protocol Meldcode:
Bijlage 4: Risico- taxatieinstrument huiselijk geweld 4-12 jaar