Bekijk hier alvast het programmaboekje

Bosch Requiem
Programma
2014
Johann Bach
Dietrich Buxtehude
Johann Sebastian Bach
Bas Heijne
Unser Leben ist ein Schatten
Komm, Jesu komm
Jesu, meines Lebens Leben
Essay Hemel en hel
Heinrich Biber
Requiem
Voorprogramma
Beiaardconcert Sint-Jansbeiaard (18.45 - 19.00 uur)
Joost van Balkom, stadsbeiaardier
•MAX VAN PLATEN (*1996)
Signaal (geschreven voor Bosch Requiem 2011)
• BART SCHAKELAAR (1994-2013)
Intrare fruique volentibus (geschreven voor Bosch Requiem 2012)
• POL VAN DEN BERG (*1996)
Ros Beiaard (geschreven voor Bosch Requiem 2013)
• MATTHIAS AS (*1995)
Drieluik voor Jheronimus Bosch
Geschreven in opdracht van Jheronimus Bosch 500
wereldpremière
Orgelconcert Sint-Janskathedraal (19.03 - 19.23 uur)
Jamie de Goei, organist
• DIETRICH BUXTEHUDE (1637-1707)
Praeludium in fis-moll BuxWV 146
• JOHANN NIKOLAUS HANFF (1663-1711)
Ach Gott, vom Himmel sieh darein
• JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750)
Fantasia et Fuga in c-moll BWV 537
Luidklokken zijn al eeuwenlang met het wel en wee van mensen verbonden. Beiaarden galmen
over het land om mensen bijeen te laten komen, de duivel te verdrijven en leed met elkaar te
delen. Om 18.45 uur bespeelt stadsbeiaardier Joost van Balkom het historische klokkenspel
van de Sint-Janstoren. De zeer jonge componist Matthias As (*1995) schreef in opdracht van
Jheronimus Bosch 500 een nieuw werk voor beiaard met als titel Drieluik voor Jheronimus
Bosch. Deze muzikale ode aan de schilder bestaat uit drie korte deeltjes met als afzonderlijke
titels ‘Prelude’, ‘Aria’ en ‘Postludium’. Matthias verwijst in toonsoort en thematiek naar beide
requiems van Heinrich Biber. Deze verwijzingen sluiten naadloos aan bij het hoofdprogramma
van Bosch Requiem 2014. Matthias komt uit Woerden, studeert muziektheorie en fagot aan het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag en volgt lessen compositie bij Calliope Tsoupaki.
Ik zeg adieu, wij twee, wij moeten scheiden.
Tot op een nieuw, zo wil ik troost verbeiden.
Ik laat bij u dat herte mijn,
Want waar gij zijt, daar zal ik zijn.
’t Zij vreugd of pijn,
Altoos wil ik u vrij eigen zijn.
Klokslag 19.00 uur klinkt bovenstaand ‘adieulied’, in een nieuwe bewerking van Joost van Balkom, vanaf de speeltrommel van het beiaard. Het lied stamt uit het Antwerps liedboek (1544)
van drukker Jan Roulans, het oudste gedrukte liedboek dat we kennen waarin een zo groot
aantal wereldlijke Nederlandse liederen zijn opgenomen. ‘Ik zeg adieu’ verhaalt over een minnaar die door afgunst wordt gedwongen afscheid te nemen van zijn geliefde. Het klokkenspel
verspreidt dit liefdesverdrietlied over de gehele stad, dagelijks van Bosch Requiem 2014 tot
Witte Donderdag 2015.
Na het beiaardconcert klinkt in de kathedraal van 19.03 tot 19.25 uur orgelmuziek van Duitse componisten uit de barok. Het monumentale orgel van 1622 wordt dan bespeeld door Jamie de Goei.
3
Woord vooraf
Programma
Het doet goed om zoveel positieve reacties te krijgen op de reeks Bosch Requiem die Jheronimus
JOHANN BACH (1604-1673)
Unser Leben ist ein Schatten
voor solisten, koor en basso continuo
Ad ’s-Gravesande
Bosch 500 sinds 2010 programmeert. Het herdenkingsconcert voor de meest beroemde schilder
uit de middeleeuwen wordt door velen gewaardeerd en geprezen. Dat stemt gelukkig. Er is
Concert van vrijdag 7 november 2014 in de Sint-Janskathedraal van
’s-Hertogenbosch, aanvang 19.30 uur
(en wordt) met veel inzet aan de serie gewerkt, die zich kenmerkt door een zeer gevarieerde
repertoirekeuze. Uitgangspunt daarbij is steeds dat uit het rijke requiemrepertoire voor elk jaar
een werk wordt gekozen uit een andere stijlperiode. Op deze wijze wordt een tijdvak van 500
jaar overbrugd – de vijf eeuwen die liggen tussen de tijd van de schilder Bosch en die van ons.
U kunt nu getuige zijn van het inmiddels vijfde concert in de reeks. Dit aantal rechtvaardigt een
korte terugblik.
Het eerste requiem dat destijds werd uitgevoerd, was dat van de Doornikse componist van
JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750)
Komm, Jesu komm BWV 229
voor twee koren en basso continuo
DIETRICH BUXTEHUDE (ca. 1637-1707)
Jesu, meines Lebens Leben BuxWv 62
voor solisten, koor en orkest
polyfonie Pierre de la Rue, een tijdgenoot van Jheronimus Bosch (en misschien zelfs enige tijd
zijn stadgenoot). Waarna in 2011 een compositie volgde van Joseph Eybler uit Wenen (1765-1846)
- bevriend met Haydn en Mozart - en in 2012 een werk klonk van de Franse organist-componist
Maurice Duruflé (1902-1986). In 2013 had de allereerste uitvoering plaats van een werk uit de
BAS HEIJNE
Hemel en hel
Essay
21e eeuw, het in opdracht van Jheronimus Bosch 500 geschreven Bosch Requiem van Rob
Zuidam, een compositie die met veel lof werd ontvangen.
Met het requiem van de Boheems-Oostenrijkse musicus Heinrich Biber (1644-1704), het belangrijkste werk tijdens het concert van 2014, vinden we ook de Nederlandse Bachvereniging onder
HEINRICH BIBER (1644-1704)
Requiem in f
voor solisten, koor en orkest
leiding van Bosschenaar Jos van Veldhoven in ons midden. Het is een bijzonder genoegen ook
dit jaar weer uitvoerenden van internationale allure op het priesterkoor van de Sint-Janskathedraal te mogen beluisteren.
In het feitelijke Bosch-herdenkingsjaar, in 2016, zullen het Koninklijk Concertgebouworkest,
het Groot Omroepkoor en solisten de wereldpremière brengen van een requiem van de Duitse
componist Detlev Glanert (geboren in 1960), een gezamenlijke opdracht van het KCO en
1.Introitus
2.Kyrie
3.Sequentia
4.Offertorium
5.Sanctus
6.Agnus Dei
er is géén pauze
einde van het concert ca. 20.50 uur
er worden opnamen gemaakt ten behoeve van een
dvd-uitgave en uitzending voor televisie
Jheronimus Bosch 500. Het zal het zevende concert in de reeks herdenkingsconcerten voor
Jheronimus Bosch zijn. Alle zeven beeldopnamen van de concerten zullen met zeven informatieve programmaboeken in een beperkte oplage zijn samengebracht in een box, die ik nu alvast
Nederlandse Bachvereniging solisten, koor en orkest
Jos van Veldhoven dirigent
in uw belangstelling aanbeveel. De editie van vanavond kunt u, inclusief het essay van Bas
Heijne, nu al bestellen via www.bosch500.nl.
Jheronimus Bosch 500 wenst u een bijzonder concert toe.
Ad ’s-Gravesande
Lauren Armishaw sopraan
Marjon Strijk sopraan
Barnabás Hegyi contratenor
Robert Buckland tenor
Jelle Draijer bas
Intendant stichting Jheronimus Bosch 500
4
5
Meesters over de dood
Jos van Veldhoven
Tegenover de werken van de noordelijke protestanten Dietrich Buxtehude en
Johann Sebastian Bach klinkt in Bosch Requiem 2014 muziek van hun zuidelijke en
katholieke tijdgenoot Heinrich Ignaz Franz Biber. En even voor het overzicht: Biber en
Buxtehude waren vrijwel tijdgenoten, toen zij stierven was Bach respectievelijk 19 en
22 jaar oud.
De verschillen lijken op het eerste gezicht groot maar er is tegelijkertijd veel wat de
componisten verbindt. Zonder overdrijving kunnen ze alle drie zeer honkvast worden
genoemd met hun lange carrières in respectievelijk Lübeck, Leipzig en Salzburg.
Bij alle drie maakt kerkmuziek een belangrijk deel uit van hun oeuvre. Maar het was
met name hun kamermuziek waarmee zij verstrekkende invloed hebben gehad op
de componisten van hun tijd en die van volgende generaties. Voor Buxtehude en
Bach was dat de muziek voor orgel en klavecimbel, Biber maakte school met zijn
baanbrekende werken voor viool. Alle drie hielden zich niet of nauwelijks met opera
bezig. Wel groeiden de kerken in de plaatsen waar ze werkten uit tot belangrijke
muzikale centra. In de Marienkirche van Lübeck zorgden de door Buxtehude
georganiseerde Abendmusiken voor een bekendheid die tot ver buiten de stad reikte.
In de Leipziger Thomaskirche bouwde Bach week in week uit aan zijn omvangrijke
verzameling cantates en oratoria. En in de Dom van Salzburg klonken de missen
en vespers van Biber. Wat hen bindt in het programma Bosch Requiem 2014 is het
universele thema van de dood.
Opera en de juichende kerk
De muziekcultuur speelde in de 17e en 18e eeuw in de kerken een niet te
onderschatten rol. Anders dan bij de opera, toch eerst en vooral een genre voor de
happy few, was er in de kerken sprake van enorme aantallen toehoorders. Wellicht
kwamen zij niet in de eerste plaats voor de muziek, maar eenmaal zittend op de
harde kerkbanken en deel uitmakend van de eredienst, deden de kunsten hun
invloedrijke werk. Of het nu de muziek, de architectuur of de schilderkunst betrof, alle
droegen zij bij aan het beeld van Ecclesia militans en de Ecclesia triumphans, termen
die al uit de middeleeuwen dateren. De universele kerk wordt daarbij verdeeld in een
aantal groepen. Christenen die (nog) op aarde leven en de strijd moeten aangaan met
de duivel en de heersers over de duisternis behoren tot Ecclesia militans.
Het kost weinig moeite de onderwerpen die bij deze strijd horen terug te vinden
in de cantates van Buxtehude en Bach. Uit veel van de teksten die zij op muziek
6
Jos van Veldhoven (fotograaf Anna van Kooij)
zetten, spreekt een diep gevoeld verlangen om uit dit aardse tranendal bevrijd te
worden. Een leven vol tranen en pijn waarin de menselijke verworvenheden worden
gerelativeerd en zelfs gedevalueerd. De dood was er altijd en overal: in woord en
geschift, in de preken en het onderwijs, in de symbolen, de liturgieën, in de muziek
en de beeldende kunsten. Wie kent ze niet, de Vanitas schilderijen met hun verwelkte
bloemen, klokken, zandlopers, uitgedoofde kaarsen, rottend fruit, schedels, skeletten
en omgevallen koningskronen.
Maar daarnaast was er de Ecclesia triumphans, de gemeenschap van christenen die
in de hemel waren opgenomen. De muziek, de schilderijen, de gebouwen die bij dit
beeld aansloten werden door de mensen waargenomen als een aardse afspiegeling
van de hemel. Men kon vooruitblikken op de pracht en praal die men in de hemel
zou aantreffen. En de aardse personen, zowel geestelijk als wereldlijk, die met deze
muziek konden worden geassocieerd, kwamen daarmee in het middelpunt van de
belangstelling te staan. De Dom van Salzburg, waar Biber een groot deel van zijn
leven werkte, was bij uitstek een representant van de Ecclesia triumphans. En wij
zouden nooit van aartsbisschop Colloredo hebben gehoord als Mozart er niet zijn
goddelijke muziek voor had geschreven.
Het zal duidelijk zijn dat muziek bij uitstek geschikt was om de bovengenoemde
dramatische indeling van strijd en overwinning vorm te geven. Op dit punt zou
men veel van de kerkmuziek uit de 17e en 18e eeuw met een gerust hart opera
kunnen noemen. Weliswaar zijn de onderwerpen geestelijk, er is kijkend naar
de vorm en de middelen vaak nauwelijks onderscheid te maken tussen opera of
cantate. Men bedient zich van dezelfde retoriek, affecten, harmonieën, contrasten,
dubbelkorigheid, dialogen, enzovoort. Liever een spannende passie dan een saaie
opera. Liever een schrijnende dood dan een weke liefdesgeschiedenis.
Bach en zijn galerijen
Binnen het omvangrijke oeuvre van Johann Sebastian Bach (1685-1750) nemen
de motetten die hij schreef maar een bescheiden plaats in. Toch zijn het de enige
vocale composities van Bach die zonder onderbreking deel bleven uitmaken van het
repertoire van de Thomaskirche, ook na Bachs dood. Het merendeel van de motetten
is geschreven voor twee koren, een vorm die Bach voor zijn cantates en oratoria
vrijwel nooit koos. Daar is juist de Matthäus-Passion met zijn dubbelkorige opzet de
grote uitzondering. Tot op de dag van vandaag spreekt een uitvoering op tegenover
elkaar gelegen galerijen tot de verbeelding. En steeds wanneer zich die mogelijkheid
daartoe voordoet is het effect overrompelend. Het publiek voelt zich betrokken alsof
het deel uitmaakt van een grote dialoog tussen de koren en er is sprake van een sterk
dramatisch effect. Met name bij de vaak statische geestelijke teksten moet dit een
uiterst indrukwekkend middel voor componisten zijn geweest.
Bach was zich van dit effect zeer bewust bij het schrijven van zijn dubbelkorige
werken en hij stond daarbij in een lange traditie. Vrijwel al zijn voorgangers uit de
17e eeuw, met name Schein en Scheidt en leden van zijn eigen familie, schreven nog
8
dubbelkorige motetten. Evident is daarbij de invloed van componisten als Praetorius
en Schütz die op hun beurt hun licht hadden opgestoken bij componisten als Gabrieli
en Monteverdi in het ’operaland’ Italië.
Bachs motetten zijn ‘laatkomers’ in een muzikale traditie die haar hoogtepunt
al achter de rug had. In de 18e eeuw werd de cantate de belangrijkste vorm van
protestantse kerkmuziek. Motetten werden alleen nog in opdracht geschreven,
voornamelijk voor begrafenissen. Ook Komm, Jesu, komm is voor een uitvaart
geschreven. Het werk stamt uit de eerste jaren van Bach als Thomascantor in
Leipzig. Men denkt nu dat het voor het eerst is uitgevoerd op de begrafenis van
Johann Schmidt, een docent theologie aan de Universiteit van Leipzig. Als tekst koos
Bach voor een paar strofen uit een gedicht van Paul Thymich, oud-docent van de
Thomasschule. Hij schreef dat gedicht al in 1684 op de dood van een oud-rector van
de school, Jacob Thomanius.
Komm, Jesu, komm kreeg, waarschijnlijk vanwege de moeilijkheidsgraad, bij de
zangers al snel de bijnaam ‘der saure Weg’, woorden die rechtstreeks uit de tekst van
het motet afkomstig zijn.
Een private onderneming
Dietrich Buxtehude (1637-1707) behoort ongetwijfeld tot de belangrijkste Duitse
componisten van de 17e eeuw. Door velen wordt hij vooral gezien als componist van
orgelmuziek en daarmee een van de grote voorgangers van Johann Sebastian Bach.
Toch liet Buxtehude ook een indrukwekkende hoeveelheid vocale muziek na, die een
grote rol speelde in de ontwikkeling van de protestantse kerkcantate. Het belang van
Dietrich Buxtehude is immens. Zonder Buxtehude zou Bach niet de componist zijn
geworden die wij nu kennen.
Zes keer per jaar organiseerde Buxtehude in Lübeck openbare concerten die hij
Abendmusiken noemde. Hij rekende vooral op de rijke autochtone bevolking van
de stad die door hun genereuze bijdragen deze concerten tot een succes maakten.
Zorgvuldig koos Buxtehude het tijdstip van de concerten: op de laatste zondagen
van het kerkelijk jaar. Op die dagen werd in de kerken geen muziek uitgevoerd als
voorbereiding op het kerstfeest.
Buxtehude laat in 1669 maar liefst vier balkons naast die bij het orgel maken (er
waren er al twee, zodat er nu drie aan elke kant van het orgel hingen) en start dan
in 1673 met de eerste Abendmusik. Het zou uitgroeien tot een groot succes. Voor
barokmuziek waren de bezettingen fors: tot wel veertig zangers en instrumentalisten.
Het geheel zouden wij nu een private onderneming noemen; het risico werd
door Buxtehude zelf genomen, samen met een kleine kring vrienden. Zij drukten
tekstboekjes, zorgden voor de decoratie, stoelen en vooral… voor schitterende
muziek.
In februari 1706 wordt Johann Sebastian Bach in Arnstadt ter verantwoording
geroepen omdat hij vier maanden afwezig was en zijn taken als organist niet had
uitgevoerd. Hij bleek al die tijd in Lübeck te zijn geweest om, zoals hij zelf zegt, de
9
muziek van de bijna zeventigjarige Dietrich Buxtehude beter te leren kennen. Het
zou zomaar kunnen dat Bach zelfs heeft meegewerkt aan een van de Abendmusiken.
In december 1705 heeft Buxtehude een werk uitgevoerd met als titel Castrum
Doloris. Aanleiding was de dood van keizer Leopold I en helaas is er alleen maar een
tekstboek bewaard gebleven. Maar alleen al de beschrijving in dat tekstboek laat
weinig aan de fantasie over. Vier palmbomen droegen een fraai versierde hemel.
Vele engelen hielden met toortsen de wacht. Het lichaam van de keizer was op een
praalbed opgebaard, omgeven met de gekroonde hoofden van de koningen van
Bohemen en Hongarije. En de muziek moet al even spectaculair zijn geweest: twee
vocale koren, twee orkesten met hoorns en hobo’s, twee orkesten met trompetten,
pauken en trombones en meer dan 25 strijkers. En dus misschien met Bach zelf op
het orgel. Het kon niet gemist worden: de Ecclesia triumphans heette zijn overleden
monarch welkom.
Duizendmaal dank
Jesu, meines Lebens Leben is gebaseerd op het gelijknamige passiekoraal van
Ernst Homburg uit 1671. Op de inleidende sinfonia na, klinkt er zonder uitzondering
in de bas een motief van acht tellen, dat maar liefst veertig maal wordt herhaald.
Het is heel goed mogelijk dat Buxtehude deze vorm van herhaling koos vanwege
de duizendvoudige dank waarvan in het slot van de tekst sprake is. Een dergelijke
herhaling van een motief is een favoriete techniek, met namen als chaconne of
passacaglia, die Buxtehude ook veel in andere composities heeft gebruikt en die ook
door Bach in zijn cantates en orgelwerken wordt overgenomen. Voortdurend zijn
illustraties van de tekst te horen, met name pijnlijke dissonanten die het lijden van
Jezus illustreren. Maar prachtig is de rijke klank van gelukzaligheid die men aan het
slot ervaart als van verlossing sprake is.
Een nieuwe Sint-Pieter
In het midden van Europa is er nauwelijks een fraaier voorbeeld te vinden van
de Ecclesia triumphans dan de Dom van Salzburg, ontworpen door de Italiaanse
architect Santino Solari. De majestueuze kerk is een van de belangrijkste Italiaanse
monumentale bouwwerken ten noorden van de Alpen en kreeg in Oostenrijk al snel
de statuur van de Sint-Pieter.
De inwijding van de Dom op 26 september 1628 moet een ongekend muzikaal
spektakel zijn geweest. De musici waren verdeeld over de twaalf galerijen van het
middenschip wat een indrukwekkend klankbeeld moet hebben opgeleverd. En al
even spectaculair was de uitvoering van een 53-stemmige mis van Biber bij het
1100-jarig jubileum van het aartsbisdom Salzburg in 1682. Inmiddels waren op de vier
belangrijkste galerijen in het midden van de kerk maar liefst vier orgels gebouwd die
tot in de 19e eeuw ook daadwerkelijk werden ingezet bij muziekuitvoeringen. Vader
en zoon Mozart hebben ze nog gebruikt. Deze galerijen met hun orgels waren een
10
Heinrich Biber, gravure van Paulus Seel, opgenomen in ‘Sonatæ Violino solo’, 1681
(München, Bayrische Staatsbibliothek, 2 Mus.pr. 117; foto Bayrische Staatsbibliothek München)
uitstekend middel om de lastige akoestiek van de dom enigszins te bedwingen, maar
droegen natuurlijk bij ook aan de statuur van het bouwwerk en zijn gebruikers. Sinds
1991 zijn de orgelgalerijen weer in ere hersteld en ze worden nog regelmatig gebruikt
voor muziekuitvoeringen. Het Requiem in f klein van Biber heeft hoogstwaarschijnlijk
vanaf deze galerijen geklonken.
Vanaf 1671 tot aan zijn dood in 1704 was de Bohemer Heinrich Ignaz Franz Biber
(1644-1704) in dienst van de prins-aartsbisschop van Salzburg. Hij klom snel op naar
de positie van kapelmeester en werd in 1690 zelfs verheven in de adelstand. Tot
zijn taak behoorde het schrijven van kerkmuziek, muziekdramatische werken, maar
ook het trainen van jonge koorzangers. Grote bekendheid verwierf Biber met name
als violist en componist van kamermuziek voor viool: ‘Van alle vioolspelers van de
laatste eeuw lijkt Biber de beste te zijn geweest; zijn solo’s zijn het moeilijkst en het
meest verbeeldingsrijk van alle muziek die ik uit die tijd heb gezien,’ schreef Charles
Burney, die als een soort muziekjournalist avant la lettre in de 18e eeuw heel Europa
bereisde. Slechts een derde van wat Biber componeerde was voor de kerk bestemd.
Pas laat in de 20e eeuw werd dit repertoire herontdekt en uitgegeven.
plaatsen in het Requiem van Biber klinken klaagzangen die uitdrukking geven aan
een diep verdriet, maar op andere plaatsen klinkt de hoop op de wederopstanding. Er
zijn theatrale effecten op woorden als ‘quantus tremor’ en ‘mors stupebit’, maar ook
milde affecten bij woorden als ‘requiem aeternam’ en ‘Benedictus’. Het hele arsenaal
aan 17e-eeuwse technieken wordt ingezet om de tekst van zoveel mogelijk affecten
en contrasten te voorzien: snelle afwisselingen tussen soli en tutti, het gebruik van
syncopen, homofonie tegenover polyfonie, klemmende motieven van achtsten,
gebonden noten tegenover korte, enzovoorts. Door terugkomende melodische en
ritmische motieven weet Biber ondanks de tegenstellingen in de tekst een grote
muzikale eenheid te bereiken. En daarmee is het Requiem in f klein een van de meest
emotionele werken geworden die Biber in zijn leven schreef.
Een castrum doloris
Bibers Requiem in f klein is hoogstwaarschijnlijk geschreven na 1692. Biber was op
dat moment op het toppunt van zijn kunnen en werkte al meer dan twintig jaar in
Salzburg. Het handschrift van het Requiem bevindt zich in de archieven van de Dom.
Het is heel waarschijnlijk dat het werk heeft geklonken tijdens de requiemmis van
een aartsbisschop of een andere belangrijke persoon. Een dergelijke mis maakte bij
belangrijke personen vaak deel uit van grootschalige ceremoniële plechtigheden die
meerdere dagen konden duren. Er werden rouwmissen gelezen, men huurde mensen
in om in rouwkleding tijdens een wake te rouwen, er vonden herdenkingsdiensten
plaats waarin vaak speciaal gecomponeerde muziek werd uitgevoerd, er werd geld
aan de armen uitgedeeld en er werd een tijdelijk monument opgericht voor de
overledene, een castrum doloris, helemaal vergelijkbaar met de opzet van een van de
laatste Abendmusiken van Buxtehude. En ook hier heette de Ecclesia triumphans een
gestorven christen welkom in de hemel.
De traditionele requiemtekst vormt het gedroomde libretto voor vrijwel elke
componist. Hij is persoonlijk, maar tegelijkertijd universeel, beschrijft op vele
manieren de dood, staat verdriet, hoop en vrees toe, maar spreekt ook over hoop
en overwinning. Er is sprake van een breed scala aan menselijke emoties, dat voor
vele componisten – van Biber tot Mozart, van Dvořák tot Verdi – een grote bron van
inspiratie vormde en vormt. En daarbij is de opera, in de goede zin van het woord,
natuurlijk nooit ver weg.
Biber kiest zijn middelen zorgvuldig en met een goed gevoel voor theater. Dat
begint al met de keuze voor de hoofdtoonsoort, f klein. Johann Mattheson schrijft
er prachtig over in zijn Neu-Eröffnetes Orchester uit 1713: ‘f klein lijkt een lichte en
kalme, maar tegelijkertijd ook diepe en zware doodsangst uit te drukken.’ Op vele
12
13
Uitvoerenden Bosch Requiem 2014
Nederlandse Bachvereniging
Al meer dan negentig jaar brengt de Nederlandse Bachvereniging de componist Bach
dichter bij de mensen. Het begon allemaal in 1921 met het plan om Bachs MatthäusPassion uit te voeren in de Grote Kerk in Naarden. Bewust in een kerk, als tegenhanger
van Willem Mengelbergs uitvoeringen in het Amsterdamse Concertgebouw. Door de
jaren heen groeide de Bachvereniging uit tot een toonaangevend ensemble met een
flexibele kern. Met zijn innovatieve programmakeuzes en gedegen onderzoek werpt
artistiek leider Jos van Veldhoven telkens weer nieuw licht op het werk van Bach en
tijdgenoten.
Nog steeds voert het ensemble jaarlijks de Matthäus-Passion uit in de Grote Kerk in
Naarden. Per seizoen zijn er zo’n vijftig concerten door heel Nederland. De afgelopen
jaren was het ensemble te gast in verschillende Europese steden en waren er concert­reizen naar de Verenigde Staten en Japan. Vorig seizoen was het ensemble te gast
tijden het Musikfest Stuttgart, de Bachbiennale Weimar en het Holland Festival.
Jos van Veldhoven ‘leent’ zijn ensemble verschillende keren per jaar aan specialisten.
Zo werd samengewerkt met onder meer Richard Egarr, Peter Dijkstra, Paul McCreesh,
Iván Fischer, Masaaki Suzuki, Lars Ulrik Mortensen, Konrad Junghänel, Ed Spanjaard en
Gustav Leonhardt.
De Bachvereniging hecht groot belang aan educatie. Elk jaar bezoeken veel scholen
een van de Matthäus-concerten in het kader van het educatieve project Oog in oog met
de Matthäus-Passion. In samenwerking met partner Rabobank werd in 2012 een nieuw
en succesvol project voor middelbare scholieren ontwikkeld: Beats by Bach.
In 2013 begon de Bachvereniging met All of Bach. Alle werken van Bach worden uitgevoerd en opgenomen. De concertregistraties zijn met een schat aan extra informatie online te zien via allofbach.com. Zo wordt actief gewerkt aan het publiek van de
toekomst.
Jos van Veldhoven, dirigent
Jos van Veldhoven studeerde muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit in Utrecht
en koor- en orkestdirectie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds 1983
is hij als dirigent en artistiek leider verbonden aan de Nederlandse Bachvereniging.
Letterlijk honderden programma’s van zijn hand maakten in de afgelopen jaren grote
indruk in Nederland en ver daarbuiten. Steeds weet hij traditie en avontuur met elkaar
te verbinden. Onder zijn leiding kwam een indrukwekkende cd-serie met de grote
werken van Bach tot stand en maakte de Nederlandse Bachvereniging concertreizen
in Europa, de Verenigde Staten en Japan. Veelvuldig trekt Van Veldhoven de aandacht
14
met uitvoeringen van ‘nieuw’ repertoire binnen de oude muziek. Opzienbarend
waren onder meer uitvoeringen van oratoria van Telemann en Graun, vespers van
Gastoldi, reconstructies van Bachs Markus-Passion, de Köthener Trauer-Music en vele
onbekende zeventiende-eeuwse dialogen. Ook leidde hij een groot aantal eigentijdse
premières van barokopera’s van onder anderen Mattheson, Keiser, Bononcini, Legrenzi,
Conti en Scarlatti. Als gastdirigent leidde Jos van Veldhoven onder meer het Neder­
lands Kamerkoor, het Groot Omroepkoor, het Vlaams Radiokoor, het Beethoven
Orchester Bonn, de Robert Schumann Philharmonie, de Essener Philharmoniker en
Het Brabants Orkest. Met regisseur Dietrich Hilsdorf maakte hij een cyclus geënsceneerde Händeloratoria in de operahuizen van Bonn en Essen. In juni 2014 leidde hij
de wereldpremière van Oídipous van Calliope Tsoupaki tijdens het Holland Festival.
Als docent koordirectie is Van Veldhoven verbonden aan het Conservatorium van
Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 2007 werd Van
Veld­hoven benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw om zijn baanbrekende werk voor de oude muziek.
Lauren Armishaw, sopraan
Lauren Armishaw studeerde zowel compositie en zang als wiskunde aan de Victoria
University in Wellington. Ze kwam in 2002 naar Nederland om oude muziek te studeren
aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Rita Dams, Jill Feldman en Michael
Chance. Ze wordt momenteel gecoacht door Peter Harrison. Lauren Armishaw
soleerde in onder meer Händels Messiah, Bachs Matthäus- en Johannes-Passion en
Monteverdi’s Vespers. Ze zingt ook graag Mozart, Haydn, Mendelssohn en Poulenc en
muziek van minder bekende componisten als Vinci en Bononcini. Ze werkt samen met
ensembles als Les Muffatti, L’Arpeggiata, Corale Jonia, de Auckland Choral Society
en de Nederlandse Bachvereniging. Ook heeft ze een eigen trio, Lacrime Amorose.
Op het operatoneel zong ze onder meer Venere in Cavalli’s Ercole Amante en Clori in
Händels Il delirio amoroso.
Marjon Strijk, sopraan
Marjon Strijk studeerde bij Jeanne Companjen, Eugenie Ditewig en Bas Ramselaar
en volgde masterclasses bij onder andere Michael Chance. Momenteel wordt ze
gecoacht door Elena Vink. Marjon Strijk soleert regelmatig bij koren door heel
Nederland. Ze werkte samen met onder anderen Jos van Veldhoven, Peter Dijkstra
en Harry van der Kamp. Ze maakt deel uit van de vaste kern van de Nederlandse
Bachvereniging en zingt ook bij het Brabantsch Muzyk Collegie en het solistenensemble Quink. In oktober vorig jaar soleerde ze bij de Nederlandse Bachvereniging
in onder meer de cantate Liebster Jesu, mein Velangen (BWV 32), onder leiding van
Peter Harvey.
15
Nederlandse Bachvereniging (fotograaf Marcel van der Vlugt)
Barnabás Hegyi, contratenor
Barnabás Hegyi studeerde directie, zang, kerkmuziek, compositie en orgel in Boedapest. In 2011 haalde hij zijn bachelor zang (oude muziek) aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij les kreeg van onder meer Michael Chance en Peter
Kooij. Momenteel volgt hij de masteropleiding aan de Fontys Hogeschool in Tilburg.
Barnabás Hegyi maakt deel uit van het Nederlands Kamerkoor, de Nederlandse
Bachvereniging, het Vox Luminis Early Music Soloist Ensemble, het Huelgas Ensemble
en Ensemble Pygmalion. Als solist werkte hij veel samen met de Kameropera van
Boedapest, waar hij onder meer soleerde in verschillende opera’s van Monteverdi,
Händels Semele (Athamas) en Vivaldi’s Il Tigrane (Clearte).
Robert Buckland, tenor
Robert Buckland begon met zingen bij de Regensburger Domspatzen. Hij studeerde
aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Barbara Peason en Diano Forlano.
Ook volgde hij lessen bij Peter Kooij, Michael Chance, Marius van Altena en Jill
Feldman. Hij treedt regelmatig op met topensembles zoals het Huelgas Ensemble,
Collegium Vocale Gent en de Nederlandse Bachvereniging. Verder is hij verbonden
aan het solistenensemble Vox Luminis. Als solist zong Buckland zowel de aria’s als
de evangelistenrol van Bachs Johannes- en Matthäus-Passion. Hij werkte samen met
Concerto Köln, Les Muffatti, Combattimento Consort Amsterdam en Les Agrémens
onder leiding van onder meer Frieder Bernius, Jos van Veldhoven, Jan Willem de
Vriend, Guy van Waas, Peter van Heyghen en Joshua Rifkin. In 2008 voerde hij de
Dichterliebe van Schumann uit in New York.
Jelle Draijer, bas
Jelle Draijer studeerde aanvankelijk Engels en geschiedenis, maar besloot alsnog
tot een professionele carrière in de muziek. Hij volgde lessen bij zijn tante Heleen
Draijer en studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Erna Spoorenberg
en Ruud van der Meer. In 1977 werd Jele Draijer lid van het Nederlands Kamerkoor.
Hij werkte met dirigenten als Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Reinbert de Leeuw, Jos
van Immerseel en René Jacobs en met ensembles als Il Fondamento, De Nederlandse
Bachvereniging en het Gesualdo Consort. Met het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen nam hij Mozarts Requiem en Krönungsmesse op cd op.
Onlangs werkte hij mee aan de opnamen van het complete vocale werk van Sweelinck
door het Gesualdo Consort.
18
Bas Heijne
Bas Heijne (1960) is schrijver, columnist en vertaler. Hij studeerde Engelse taalen letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1983 debuteerde hij met de
roman Laatste woorden. Zijn tweede roman, Suez, verscheen in 1992. Heijne is
sinds 1991 als essayist verbonden aan NRC Handelsblad. Voor deze krant schrijft
hij sinds 2001 ook iedere week een column. Recent publiceerde hij: Moeten wij
van elkaar houden (2011) en Angst en schoonheid. Louis Couperus, de mystiek der
zichtbare dingen (2013).
Joost van Balkom, beiaardier
Joost van Balkom (1959) studeerde klarinet aan het Brabants Conservatorium bij
Piet Jeegers, compositie aan het Koninklijk Conservatorium bij Louis Andriessen,
Frederic Rzewski, Diderik Haakma Wagenaar en Dick Raaijmakers en beiaard aan de
L’école Française de Carillon in Douai (Frankrijk) bij Jacques Lannoy.
Momenteel is hij werkzaam als beiaardier van ’s-Hertogenbosch, Boxtel en Drunen
en geeft hij klarinetles en harmonieles (piano) en doceert hij compositie aan verschillende kunstinstellingen. Van Balkom schreef composities en arrangementen
voor verschillende bezettingen voor onder andere de festivals Oorproeven, November Music, Theaterfestival Boulevard, Jazz in Duketown en Gaudeamus Muziekweek.
Jamie de Goei, organist
Jamie de Goei (1976) studeerde orgel aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht
bij Reitze Smits en Bernard Winsemius. Tijdens zijn studie volgde hij masterclasses
aan het Conservatoire Nationale Supérieur de Musique in Parijs bij Olivier Latry en
Hans-Ola Ericson.
De Goei concerteert zowel in binnen- als buitenland en was ook regelmatig op de
radio te beluisteren. Van zijn orgelspel verschenen enkele cd’s. Van 2003-2012 was hij
cantor-organist van de Grote Kerk in Vianen, sinds 2012 is hij organist van de (protestantse) Grote Kerk in ’s-Hertogenbosch.
19
Zangteksten
Ach, wie flüchtig, ach, wie nichtig
ist der Menschen Leben.
Wie ein Nebel bald entstehet
so ist unser Leben, sehet!
Ach, hoe vluchtig, ach hoe nietig
is het leven van de mens.
Zoals een nevel het ene moment plots
opkomt
en het andere moment weer snel
vervluchtigt,
zo is ons leven, ziet!
Ach, wie nichtig, ach, wie flüchtig
sind der Menschen Sachen!
Alles, alles, was wir sehen,
das muss fallen und vergehen.
Wer Gott fürcht, bleibt ewig stehen.
Ach, hoe nietig, ach, hoe vluchtig
zijn alle menselijke zaken!
Alles, alles, wat we zien,
is gedoemd te vervallen en vergaan.
Wie God vreest, blijft eeuwig staan.
und bald wiederum vergehet,
Johann Bach
Unser Leben ist ein Schatten
20
Unser Leben ist ein Schatten auf Erden.
Ich weiss wohl, dass unser Leben
oft nur als ein Nebel ist.
Sind wir doch zu jeder Frist
von dem Tode hier umgeben.
Drum ob’s heute nicht geschicht,
meinem Jesum lass icht nicht!
Ons leven is een schaduw op aarde.
Ik besef dat ons leven
vaak slechts is als een mistflard.
Wij zijn hier immers te allen tijde
door de dood omringd.
Daarom, wat er heden ook gebeurt,
ik wijk niet van mijn Jezus!
Sterb ich bald, so komm ich aber
von der Welt Beschwerlichkeit,
ruhe bis zur vollen Freud
und weiss, dass im finstern Grabe
Jesus ist mein helles Licht.
Meinem Jesum lass ich nicht!
Sterf ik spoedig, dan laat ik echter
de last van de wereld achter mij,
en rust tot mijn volle vreugde,
en weet, dat in het duistere graf
Jezus mijn helder licht is.
Ik wijk niet van mijn Jezus!
Ich bin die Auferstehung und das Leben.
Wer an mich glaubet, der wird leben,
ob er gleich stürbe;
und wer da lebet und glaubet an mich,
der wird nimmermehr sterben.
Ik ben de opstanding en het leven.
Wie in mij gelooft zal leven,
ook al sterft hij meteen;
en wie leeft en in mij gelooft,
sterft nooit.
Weil du vom Tod erstanden bist,
werd’ ich im Grab nicht bleiben;
mein höchster Trost dein’ Auffahrt ist,
Tod’sfurcht kann sie vertreiben.
Denn wo du bist, da komm ich hin,
dass ich stets bei dir leb’ und bin,
drum fahr ich hin mit Freuden.
Omdat u uit de dood bent opgestaan,
zal ik niet in het graf blijven;
mijn grootste troost is uw Hemelvaart
die doodsangst kan verdrijven.
Want waar u bent, daar ga ik heen,
omdat ik steeds ga en sta met u,
daarom ga ik heen met vreugde.
Johann Sebastian Bach
Komm, Jesu, komm
Paul Thymich – 1e en 2e strofe van een treurdicht
Komm, Jesu, komm,
mein Leib ist müde,
die Kraft verschwindt je mehr und mehr,
ich sehne mich
nach deinem Friede;
der saure Weg wird mir zu schwer!
Komm, ich will mich dir ergeben;
du bist der rechte Weg,
die Wahrheit und das Leben.
Kom, Jezus, kom,
mijn lichaam is moe,
de kracht verdwijnt er meer en meer uit,
ik verlang
naar jouw vrede;
De moeizame weg valt mij steeds zwaarder!
Kom, kom, ik wil mij aan jou overgeven;
Jij bent de weg,
de waarheid en het leven.
Drum schliess ich mich in deine Hände
und sage, Welt, zu guter Nacht!
Eilt gleich mein Lebenslauf zu Ende,
ist doch der Geist wohl angebracht.
Er soll bei seinem Schöpfer schweben,
weil Jesus ist und bleibt
der wahre Weg zum Leben.
Daarom leg ik mijn lot in jouw handen
en zeg de wereld vaarwel!
Ook al loopt mijn leven ten einde,
mijn geest is klaar om
bij de Schepper te zijn,
want Jezus is en blijft
de juiste weg naar het leven.
21
Dietrich Buxtehude
Jesu, meines Lebens Leben
22
Jesu, meines Lebens Leben,
Jesu, meines Todes Tod,
der du dich vor mich gegeben
in die tiefste Seelennot,
in das äusserste Verderben,
nur dass ich nicht möchte sterben:
tausendmal sei dir,
liebster Jesu, Dank dafür.
Jezus, het leven mijns levens
Jezus, de dood mijner dood,
die uw leven gegeven heeft
in de diepste zielennood
in de uiterste teloorgang,
enkel omwille van mijn leven,
daarvoor zij u duizendmaal dank,
liefste Jezus.
Du, ach, du hast ausgestanden
Lästerreden, Spott und Hohn,
Speichel, Schläge, Strick und Banden
du gerechter Gottessohn,
nur mich Armen zu erretten
von des Teufels Sündenketten:
tausendmal sei dir,
liebster Jesu, Dank dafür.
Omdat u ook heeft doorstaan
lasterpraat en spot en hoon,
speeksel, slaag, boeien en banden,
rechtvaardige zoon van God,
alleen om mij te redden
van des duivels zondenketenen,
daarvoor zij u duizendmaal dank,
liefste Jezus.
Du hast lassen Wunden schlagen,
dich erbärmlich richten zu,
um zu heilen meine Plagen,
um zu setzen mich in Ruh:
ach, du hast zu meinem Segen
lassen dich mit Fluch belegen
tausendmal sei dir,
liebster Jesu, Dank dafür.
U heeft zich wonden laten toebrengen,
zich erbarmelijk laten toetakelen,
om mijn plagen uit te schreeuwen,
en om mij rust te geven,
heeft u zich laten vervloeken,
en dat om mijnentwil,
daarvoor zij u duizendmaal dank,
liefste Jezus.
Man hat sich sehr hart verhöhnet,
dich mit grossem Schimpf belegt.
Gar mit Dornen angekrönet,
was hat dich dazu bewegt,
dass du möchtest mich ergötzen,
mir die Ehrenkron aufsetzen:
tausendmal sei dir,
liebster Jesu, Dank dafür.
Men heeft u overladen met hoon,
genadeloos op u gescholden,
u zelfs met doornen gekroond,
wat heeft u ertoe bewogen,
mij daarbij nog te gunnen
dat ik de erekroon krijg opgezet,
daarvoor zij u duizendmaal dank,
liefste Jezus.
Ich, ich danke dir von Herzen,
Jesu, vor gesamte Not,
vor die Wunden, vor die Schmerzen,
vor den herben, bittern Tod,
vor dein Zittern, vor dein Zagen,
vor dein tausendfaches Plagen:
tausendmal sei dir,
liebster Jesu, Dank dafür.
Amen.
Ik dank u van harte,
Jezus, voor deze nood,
voor de wonden, voor de pijnen,
voor de wrede, bittere dood,
voor uw beven en uw klagen,
voor uw duizendvoudige smarten,
daarvoor zij u duizendmaal dank,
liefste Jezus.
Amen.
Heinrich Biber
Requiem
INTROITUS
Requiem æternam dona eis, Domine,
et lux perpetua luceat eis.
Te decet hymnus Deus in Sion,
et tibi reddetur votum in Jerusalem.
Exaudi orationem meam, ad te omnis caro
veniet.
Requiem æternam dona eis, Domine, et lux
perpetua luceat eis.
Geef hen, Heer, de eeuwige rust
en doe een voortdurend licht over hen
schijnen.
U komt een lofzang toe, Heer, in Sion en
voor u wordt de gelofte in Jeruzalem
vervuld:
verhoor mijn gebed, tot u komt al wat
leeft.
Geef hen, Heer, de eeuwige rust en doe een
voortdurend licht over hen schijnen.
KYRIE
Kyrie eleison
Christe eleison
Kyrie eleison.
Heer ontferm u.
Christus ontferm u.
Heer ontferm u.
SEQUENTIA
Dies iræ, dies illa
solvet sæclum in favilla
teste David cum Sibylla.
Quantus tremor est futurus
quando judex est venturus
cuncta stricte discussurus.
Dag van toorn, beruchte dag
die de wereld tot as zal verteren,
naar de getuigenis van David en de Sybille.
Welk een schrik zal dan ontstaan,
wanneer de rechter zal komen
om alles streng te oordelen!
23
Tuba mirum spargens sonum
per sepulchra regionum
coget omnes ante thronum.
Mors stupebit et natura,
cum resurget creatura
judicanti responsura.
De bazuin die een wonderlijk signaal
geeft over de graven van de wereld
zal allen dagen voor de troon.
Dood en natuur zullen verbijsterd staan,
wanneer elk schepsel zal herrijzen
om rekenschap af te leggen aan de rechter.
Liber scriptus proferetur
in quo totum continetur,
unde mundus judicetur.
Judex ergo cum sedebit
Quidquid latet apparebit,
nil inultum remanebit.
Het geschreven boek zal tevoorschijn
komen, waarin alles vervat is,
waarnaar de wereld geoordeeld zal worden.
Wanneer de rechter dan gezeten is zal alles
wat verborgen is aan het licht
komen: niets zal ongewroken blijven.
Quid sum miser tunc dicturus,
quem patronum rogaturus,
cum vix justus sit securus?
Rex tremendæ majestatis,
qui salvandos salvas gratis,
salva me, fons pietatis.
Wat zal ik, ellendige, dan zeggen?
Wie als voorspraak vragen
als zelfs een rechtsvaardige ternauwernood veilig is?
Koning vol angstaanjagende majesteit,
die zaligen redt uit genade: red ook mij,
bron van barmhartigheid.
Recordare, Jesu pie,
quod sum causa tuæ viæ,
ne me perdas illa die.
Quærens me sedisti lassus,
redemisti crucem passus,
tantus labor non sit cassus.
Gedenk toch, barmhartige Jezus,
dat ik de reden van uw leven ben:
laat mij niet omkomen op die dag.
Zoekend naar mij ziet gij vermoeid terneer;
gij hebt mij verlost door het kruis te lijden:
laat zulk een moeite niet vergeefs zijn.
Juste judex ultionis
donum fac remissionis
ante diem rationis.
Ingemisco tamquam reus,
culpa rubet vultus meus,
supplicanti parce Deus.
Rechtvaardige rechter der wrake,
geef mij het geschenk der vrijspraak
vóór de dag van vergelding.
Ik zucht als een beklaagde;
schaamrood kleurt mijn gelaat:
spaar toch een smekeling, o God.
Qui Mariam absolvisti
et latronem exaudisti,
mihi quoque spem dedisti.
Preces meæ non sunt dignæ,
sed tu bonus fac benigne,
ne perenni cremer igne.
Gij die Maria hebt vrijgesproken,
en de rover hebt verhoord,
gij hebt ook mij hoop gegeven.
Mijn smeekbeden zijn het niet waard,
maar, goede Heer, wil er welwillend zorg
voor dragen dat ik niet zal verteren in het
eeuwige vuur.
Inter oves locum præsta
et ab hædis me sequestra
statuens in parte dextra.
Confutatis maledictis
flammis acribus addictis
voca me cum benedictis.
Geef mij een plaats tussen de schapen
en wil mij van de bokken verwijderd houden;
doe mij staan aan uw rechterhand. Als de
gedoemden veroordeeld zijn, ten prooi
aan felle vlammen, roep mij dan bij de
gezegenden.
Oro supplex et acclinis,
Cor contritum quasi cinis,
gere curam mei finis.
Lacrymosa dies illa
qua resurget ex favilla
judicandus homo reus.
Ik bid u als smekeling, terneer gebogen,
het hart verteerd als as:
draag zorg voor mijn einde.
Tranenrijk is die dag,
waarop de schuldige mens uit het stof zal
herrijzen om geoordeeld te worden.
Huic ergo parce Deus.
Pie Jesu Domine,
dona eis Requiem.
Spaar hem dan, God.
Barmhartige Heer Jezus,
geef hen rust.
Amen.
Amen.
OFFERTORIUM
Domine Jesu Christe, rex gloriæ,
libera animas omnium fidelium defunctorum de pœnis inferni et de profundo lacu;
libera eas de ore leonis
ne absorbeat eas tartarus
ne cadant in obscurum.
Sed signifer sanctus Michael
repræsentet eas in lucem sanctam.
Quam olim Abrahæ promisisti
et semini eius.
24
Heer Jezus Christus, koning van de heerlijkheid, verlos de zielen van alle overleden
gelovigen van de pijnen van de hel en van
de diepe poel: bevrijd hen uit de muil van
de leeuw,
opdat het dodenrijk hen niet verslinde,
noch dat zij vallen in de duisternis;
maar laat de banierdrager, de heilige Michaël hen leiden naar het heilige licht
dat gij eertijds aan Abraham hebt beloofd
en aan zijn nageslacht.
25
Hostias et preces tibi Domine,
laudis offerimus
tu suscipe pro animabus illis
quarum hodie memoriam facimus.
Fac eas, Domine, de morte transire ad
vitam.
Quam olim Abrahæ promisisti et semini
eius.
Offergaven en lofgebeden, Heer,
bieden wij u aan:
aanvaard ze voor dié zielen
die wij heden gedenken:
doe hen, Heer, van de dood overgaan naar
het leven
dat gij eertijds aan Abraham hebt beloofd
en aan zijn nageslacht.
SANCTUS
Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Pleni sunt cœli et terra gloria tua.
Osanna in excelsis.
Heilig is de Heer, de God der heerscharen.
Vol zijn de hemel en de aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge.
Benedictus qui venit in nomine Domini.
Osanna in excelsis.
Gezegend Hij die komt in de naam van de
Heer. Hosanna in den hoge.
AGNUS DEI
26
Agnus Dei qui tollis peccata mundi.
Dona eis requiem.
Agnus Dei qui tollis peccata mundi.
Dona eis requiem sempiternam.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld
wegneemt: geef hen rust.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld
wegneemt: geef hen de eeuwige rust.
Lux æterna luceat eis, Domine.
Cum sanctis tuis in æternum,
quia pius es.
Moge het eeuwige licht hen verlichten,
Heer, met uw heiligen in eeuwigheid,
omdat gij barmhartig zijt.
Requiem æternam dona eis Domine,
et lux perpetua luceat eis.
Cum sanctis tuis in æternum,
quia pius es.
Geef hen, Heer, de eeuwige rust
en doe een voortdurend licht over hen
schijnen. Met uw heiligen in eeuwigheid,
omdat gij barmhartig zijt.
Bosch Requiem 2015
De volgende editie van Bosch Requiem
heeft plaats op vrijdag 6 november
2015 in de Sint-Janskathedraal van
’s-Hertogenbosch. Uitgevoerd wordt
Hymnus Paradisi, een compositie voor
sopraan, tenor, koor en orkest van de
Britse componist Herbert Howells
(1892-1983).
Howells begon zijn meesterwerk te componeren in 1935, direct na de tragische
en plotselinge dood van zijn negenjarige
zoon Michael. Lange tijd bleef het werk
onvoltooid en onaangeroerd, Howells
beschouwde het manuscript van deze
dodenmis louter als een persoonlijk en
vertrouwelijk document. Op instigatie
van bevriende componisten als Gerald
Finzi en Ralph Vaughan Williams voltooide en openbaarde hij uiteindelijk het
emotionele werk vlak voor de première in 1950. Het indrukwekkende concert stond
onder leiding van de componist zelf. Howells selecteerde voor Hymnus Paradisi troostrijke teksten uit het traditionele requiem, de ‘Burial Service’ en elegische psalmen. Het
werk is liefdevol opgedragen aan zijn zoon Michael. Bosch Requiem 2015 wordt uitgevoerd door Sarah-Jane Brandon (sopraan), Andrew Staples (tenor), het BBC Symphony
Orchestra en Rotterdam Symphony Chorus o.l.v. Martyn Brabbins.
27
Manifestatie Jheronimus Bosch 500
In 2016 herdenken de stad ’s-Hertogenbosch en haar inwoners dat Jheronimus
Bosch (ca. 1450-1516) er vijfhonderd jaar geleden overleed. Hier – in de rijke cultuur
en het vitale dagelijkse leven van zijn geboortestad – vond Nederlands belangrijkste
schilder uit de middeleeuwen de inspiratie voor zijn wereldberoemde stukken vol
vreemde gedrochten, buitenaardse nachtmerries en surrealistische lustdromen.
Jheronimus Bosch is een van de meest invloedrijke Nederlandse meesters ooit, zijn
wereldberoemde visioenen bleken tijd- en grenzeloos. Tot op de dag van vandaag heeft
Bosch vele kunstenaars beïnvloed.
Sinds 2010 stelt stichting Jheronimus Bosch 500 jaarlijks een cultureel programma
samen met kleurrijke artistieke, sociaal-culturele en wetenschappelijke activiteiten,
door én voor kenners en kunstliefhebbers, wetenschappers en bewonderaars,
bewoners van en bezoekers aan ’s-Hertogenbosch.
De Bosch 500-manifestatie is opgezet als een drieluik. In het Visioen van de Stad staan
de inwoners van ’s-Hertogenbosch centraal: voor én met hen worden evenementen
georganiseerd. In het Visioen van de Fantasie spiegelen makers in kunstvormen uit de
hele wereld zich aan Bosch’ karakteristieke beeldtaal. Het Visioen van het Verstand
richt zich op de ontwikkeling en verspreiding van (wetenschappelijke) kennis en
(wetenschappelijk) inzicht. Jheronimus Bosch’ werk is in alle gevallen de onuitputtelijke
inspiratiebron. En ’s-Hertogenbosch het inspirerende epicentrum. Jheronimus Bosch
500 programmeert eigen producties en ondersteunt externe producties waarvoor
inspiratie is gevonden in het werk van de middeleeuwse meester.
Jheronimus Bosch 500 werkt permanent en duurzaam samen met culturele
organisaties, kennisinstituten, onderwijsinstellingen, overheden en bedrijfsleven uit
binnen- en buitenland. De manifestatie versterkt het culturele, creatieve, sociale en
economische klimaat van ’s-Hertogenbosch en verstevigt tevens de culturele kwaliteit
van de provincie Noord-Brabant.
Met de manifestatie Jheronimus Bosch 500 verbindt ’s-Hertogenbosch zich
onherroepelijk aan Jheronimus Bosch en schaart de stad zich in de internationale
rij van andere Bosch-steden waar werken van de meester zich in openbare museale
collecties bevinden: Berlijn, Brugge, Brussel, Frankfurt, Gent, Lissabon, Londen, Madrid,
New Haven, New York, Parijs, Rotterdam, Venetië, Washington en Wenen.
Meer informatie over Jheronimus Bosch 500 vindt u op www.bosch500.nl. Hier kunt u
zich aanmelden voor de Bosch-nieuwsbrief. U kunt ons ook volgen via Twitter, LinkedIn
of Facebook.
Boek met dvd
Bosch Requiem
Blijvende herinnering aan
herdenkingsconcert
Full HD beeld- en geluidsregistratie van het herdenkingsconcert met
het requiem van Heinrich Biber, uitgevoerd door de Nederlandse
Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven.
De dvd is onderdeel van een kleurrijk, ingebonden boekje met onder
meer teksten van de Latijnse muziekwerken en de Nederlandse
vertaling en het essay Hemel en hel van Bas Heijne.
Vanaf twee weken voor Kerstmis zijn de boekjes verkrijgbaar.
Kijk voor verkoopadressen:
www.bosch500.nl
Verkoopprijs
€22,50
Kijk op www.bosch500.nl voor de meest actuele informatie over onze
jaarprogrammering.
28
29
Bosch Requiem is een programma-onderdeel van de meerjaren manifestatie
Jheronimus Bosch 500 en wordt geproduceerd door stichting Jheronimus Bosch 500
Ad ’s-Gravesande - intendant Grafisch ontwerp en beeld
Marc Versteeg Studio Kluif, ’s-Hertogenbosch
- artistiek manager
en redactie
Isabelle Savelkoul - productieleider
Drukwerk
Willem de Leeuw - productieleider
Drukkerij Tielen, Boxtel
Ilonka de Ridder - communicatie
Stichting Jheronimus Bosch 500
Postbus 500
5201 AM ’s-Hertogenbosch
I www.bosch500.nl
E [email protected]
T +31 (0)73 687 56 90
Copyright
© Stichting Jheronimus Bosch 500
’s-Hertogenbosch, 2014
De manifestatie Jheronimus Bosch 500 is mede mogelijk gemaakt door:
Subsidiënten
Founding partners
Sponsors
De Heus Voeders
Hoofdsponsor
Begunstiger
Business partners
Heijmans
AKD Advocaten en Notarissen - Appèl - Business Regio - Capitalmind
DMG - Jeroen Bosch Advocaten - Koninklijke Van den Boer - Ricoh - WPM