Bosch Requiem Programma 2014 Johann Bach Dietrich Buxtehude Johann Sebastian Bach Bas Heijne Unser Leben ist ein Schatten Komm, Jesu komm Jesu, meines Lebens Leben Essay Hemel en hel Heinrich Biber Requiem Voorprogramma Beiaardconcert Sint-Jansbeiaard (18.45 - 19.00 uur) Joost van Balkom, stadsbeiaardier •MAX VAN PLATEN (*1996) Signaal (geschreven voor Bosch Requiem 2011) • BART SCHAKELAAR (1994-2013) Intrare fruique volentibus (geschreven voor Bosch Requiem 2012) • POL VAN DEN BERG (*1996) Ros Beiaard (geschreven voor Bosch Requiem 2013) • MATTHIAS AS (*1995) Drieluik voor Jheronimus Bosch Geschreven in opdracht van Jheronimus Bosch 500 wereldpremière Orgelconcert Sint-Janskathedraal (19.03 - 19.23 uur) Jamie de Goei, organist • DIETRICH BUXTEHUDE (1637-1707) Praeludium in fis-moll BuxWV 146 • JOHANN NIKOLAUS HANFF (1663-1711) Ach Gott, vom Himmel sieh darein • JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Fantasia et Fuga in c-moll BWV 537 Luidklokken zijn al eeuwenlang met het wel en wee van mensen verbonden. Beiaarden galmen over het land om mensen bijeen te laten komen, de duivel te verdrijven en leed met elkaar te delen. Om 18.45 uur bespeelt stadsbeiaardier Joost van Balkom het historische klokkenspel van de Sint-Janstoren. De zeer jonge componist Matthias As (*1995) schreef in opdracht van Jheronimus Bosch 500 een nieuw werk voor beiaard met als titel Drieluik voor Jheronimus Bosch. Deze muzikale ode aan de schilder bestaat uit drie korte deeltjes met als afzonderlijke titels ‘Prelude’, ‘Aria’ en ‘Postludium’. Matthias verwijst in toonsoort en thematiek naar beide requiems van Heinrich Biber. Deze verwijzingen sluiten naadloos aan bij het hoofdprogramma van Bosch Requiem 2014. Matthias komt uit Woerden, studeert muziektheorie en fagot aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en volgt lessen compositie bij Calliope Tsoupaki. Ik zeg adieu, wij twee, wij moeten scheiden. Tot op een nieuw, zo wil ik troost verbeiden. Ik laat bij u dat herte mijn, Want waar gij zijt, daar zal ik zijn. ’t Zij vreugd of pijn, Altoos wil ik u vrij eigen zijn. Klokslag 19.00 uur klinkt bovenstaand ‘adieulied’, in een nieuwe bewerking van Joost van Balkom, vanaf de speeltrommel van het beiaard. Het lied stamt uit het Antwerps liedboek (1544) van drukker Jan Roulans, het oudste gedrukte liedboek dat we kennen waarin een zo groot aantal wereldlijke Nederlandse liederen zijn opgenomen. ‘Ik zeg adieu’ verhaalt over een minnaar die door afgunst wordt gedwongen afscheid te nemen van zijn geliefde. Het klokkenspel verspreidt dit liefdesverdrietlied over de gehele stad, dagelijks van Bosch Requiem 2014 tot Witte Donderdag 2015. Na het beiaardconcert klinkt in de kathedraal van 19.03 tot 19.25 uur orgelmuziek van Duitse componisten uit de barok. Het monumentale orgel van 1622 wordt dan bespeeld door Jamie de Goei. 3 Woord vooraf Programma Het doet goed om zoveel positieve reacties te krijgen op de reeks Bosch Requiem die Jheronimus JOHANN BACH (1604-1673) Unser Leben ist ein Schatten voor solisten, koor en basso continuo Ad ’s-Gravesande Bosch 500 sinds 2010 programmeert. Het herdenkingsconcert voor de meest beroemde schilder uit de middeleeuwen wordt door velen gewaardeerd en geprezen. Dat stemt gelukkig. Er is Concert van vrijdag 7 november 2014 in de Sint-Janskathedraal van ’s-Hertogenbosch, aanvang 19.30 uur (en wordt) met veel inzet aan de serie gewerkt, die zich kenmerkt door een zeer gevarieerde repertoirekeuze. Uitgangspunt daarbij is steeds dat uit het rijke requiemrepertoire voor elk jaar een werk wordt gekozen uit een andere stijlperiode. Op deze wijze wordt een tijdvak van 500 jaar overbrugd – de vijf eeuwen die liggen tussen de tijd van de schilder Bosch en die van ons. U kunt nu getuige zijn van het inmiddels vijfde concert in de reeks. Dit aantal rechtvaardigt een korte terugblik. Het eerste requiem dat destijds werd uitgevoerd, was dat van de Doornikse componist van JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Komm, Jesu komm BWV 229 voor twee koren en basso continuo DIETRICH BUXTEHUDE (ca. 1637-1707) Jesu, meines Lebens Leben BuxWv 62 voor solisten, koor en orkest polyfonie Pierre de la Rue, een tijdgenoot van Jheronimus Bosch (en misschien zelfs enige tijd zijn stadgenoot). Waarna in 2011 een compositie volgde van Joseph Eybler uit Wenen (1765-1846) - bevriend met Haydn en Mozart - en in 2012 een werk klonk van de Franse organist-componist Maurice Duruflé (1902-1986). In 2013 had de allereerste uitvoering plaats van een werk uit de BAS HEIJNE Hemel en hel Essay 21e eeuw, het in opdracht van Jheronimus Bosch 500 geschreven Bosch Requiem van Rob Zuidam, een compositie die met veel lof werd ontvangen. Met het requiem van de Boheems-Oostenrijkse musicus Heinrich Biber (1644-1704), het belangrijkste werk tijdens het concert van 2014, vinden we ook de Nederlandse Bachvereniging onder HEINRICH BIBER (1644-1704) Requiem in f voor solisten, koor en orkest leiding van Bosschenaar Jos van Veldhoven in ons midden. Het is een bijzonder genoegen ook dit jaar weer uitvoerenden van internationale allure op het priesterkoor van de Sint-Janskathedraal te mogen beluisteren. In het feitelijke Bosch-herdenkingsjaar, in 2016, zullen het Koninklijk Concertgebouworkest, het Groot Omroepkoor en solisten de wereldpremière brengen van een requiem van de Duitse componist Detlev Glanert (geboren in 1960), een gezamenlijke opdracht van het KCO en 1.Introitus 2.Kyrie 3.Sequentia 4.Offertorium 5.Sanctus 6.Agnus Dei er is géén pauze einde van het concert ca. 20.50 uur er worden opnamen gemaakt ten behoeve van een dvd-uitgave en uitzending voor televisie Jheronimus Bosch 500. Het zal het zevende concert in de reeks herdenkingsconcerten voor Jheronimus Bosch zijn. Alle zeven beeldopnamen van de concerten zullen met zeven informatieve programmaboeken in een beperkte oplage zijn samengebracht in een box, die ik nu alvast Nederlandse Bachvereniging solisten, koor en orkest Jos van Veldhoven dirigent in uw belangstelling aanbeveel. De editie van vanavond kunt u, inclusief het essay van Bas Heijne, nu al bestellen via www.bosch500.nl. Jheronimus Bosch 500 wenst u een bijzonder concert toe. Ad ’s-Gravesande Lauren Armishaw sopraan Marjon Strijk sopraan Barnabás Hegyi contratenor Robert Buckland tenor Jelle Draijer bas Intendant stichting Jheronimus Bosch 500 4 5 Meesters over de dood Jos van Veldhoven Tegenover de werken van de noordelijke protestanten Dietrich Buxtehude en Johann Sebastian Bach klinkt in Bosch Requiem 2014 muziek van hun zuidelijke en katholieke tijdgenoot Heinrich Ignaz Franz Biber. En even voor het overzicht: Biber en Buxtehude waren vrijwel tijdgenoten, toen zij stierven was Bach respectievelijk 19 en 22 jaar oud. De verschillen lijken op het eerste gezicht groot maar er is tegelijkertijd veel wat de componisten verbindt. Zonder overdrijving kunnen ze alle drie zeer honkvast worden genoemd met hun lange carrières in respectievelijk Lübeck, Leipzig en Salzburg. Bij alle drie maakt kerkmuziek een belangrijk deel uit van hun oeuvre. Maar het was met name hun kamermuziek waarmee zij verstrekkende invloed hebben gehad op de componisten van hun tijd en die van volgende generaties. Voor Buxtehude en Bach was dat de muziek voor orgel en klavecimbel, Biber maakte school met zijn baanbrekende werken voor viool. Alle drie hielden zich niet of nauwelijks met opera bezig. Wel groeiden de kerken in de plaatsen waar ze werkten uit tot belangrijke muzikale centra. In de Marienkirche van Lübeck zorgden de door Buxtehude georganiseerde Abendmusiken voor een bekendheid die tot ver buiten de stad reikte. In de Leipziger Thomaskirche bouwde Bach week in week uit aan zijn omvangrijke verzameling cantates en oratoria. En in de Dom van Salzburg klonken de missen en vespers van Biber. Wat hen bindt in het programma Bosch Requiem 2014 is het universele thema van de dood. Opera en de juichende kerk De muziekcultuur speelde in de 17e en 18e eeuw in de kerken een niet te onderschatten rol. Anders dan bij de opera, toch eerst en vooral een genre voor de happy few, was er in de kerken sprake van enorme aantallen toehoorders. Wellicht kwamen zij niet in de eerste plaats voor de muziek, maar eenmaal zittend op de harde kerkbanken en deel uitmakend van de eredienst, deden de kunsten hun invloedrijke werk. Of het nu de muziek, de architectuur of de schilderkunst betrof, alle droegen zij bij aan het beeld van Ecclesia militans en de Ecclesia triumphans, termen die al uit de middeleeuwen dateren. De universele kerk wordt daarbij verdeeld in een aantal groepen. Christenen die (nog) op aarde leven en de strijd moeten aangaan met de duivel en de heersers over de duisternis behoren tot Ecclesia militans. Het kost weinig moeite de onderwerpen die bij deze strijd horen terug te vinden in de cantates van Buxtehude en Bach. Uit veel van de teksten die zij op muziek 6 Jos van Veldhoven (fotograaf Anna van Kooij) zetten, spreekt een diep gevoeld verlangen om uit dit aardse tranendal bevrijd te worden. Een leven vol tranen en pijn waarin de menselijke verworvenheden worden gerelativeerd en zelfs gedevalueerd. De dood was er altijd en overal: in woord en geschift, in de preken en het onderwijs, in de symbolen, de liturgieën, in de muziek en de beeldende kunsten. Wie kent ze niet, de Vanitas schilderijen met hun verwelkte bloemen, klokken, zandlopers, uitgedoofde kaarsen, rottend fruit, schedels, skeletten en omgevallen koningskronen. Maar daarnaast was er de Ecclesia triumphans, de gemeenschap van christenen die in de hemel waren opgenomen. De muziek, de schilderijen, de gebouwen die bij dit beeld aansloten werden door de mensen waargenomen als een aardse afspiegeling van de hemel. Men kon vooruitblikken op de pracht en praal die men in de hemel zou aantreffen. En de aardse personen, zowel geestelijk als wereldlijk, die met deze muziek konden worden geassocieerd, kwamen daarmee in het middelpunt van de belangstelling te staan. De Dom van Salzburg, waar Biber een groot deel van zijn leven werkte, was bij uitstek een representant van de Ecclesia triumphans. En wij zouden nooit van aartsbisschop Colloredo hebben gehoord als Mozart er niet zijn goddelijke muziek voor had geschreven. Het zal duidelijk zijn dat muziek bij uitstek geschikt was om de bovengenoemde dramatische indeling van strijd en overwinning vorm te geven. Op dit punt zou men veel van de kerkmuziek uit de 17e en 18e eeuw met een gerust hart opera kunnen noemen. Weliswaar zijn de onderwerpen geestelijk, er is kijkend naar de vorm en de middelen vaak nauwelijks onderscheid te maken tussen opera of cantate. Men bedient zich van dezelfde retoriek, affecten, harmonieën, contrasten, dubbelkorigheid, dialogen, enzovoort. Liever een spannende passie dan een saaie opera. Liever een schrijnende dood dan een weke liefdesgeschiedenis. Bach en zijn galerijen Binnen het omvangrijke oeuvre van Johann Sebastian Bach (1685-1750) nemen de motetten die hij schreef maar een bescheiden plaats in. Toch zijn het de enige vocale composities van Bach die zonder onderbreking deel bleven uitmaken van het repertoire van de Thomaskirche, ook na Bachs dood. Het merendeel van de motetten is geschreven voor twee koren, een vorm die Bach voor zijn cantates en oratoria vrijwel nooit koos. Daar is juist de Matthäus-Passion met zijn dubbelkorige opzet de grote uitzondering. Tot op de dag van vandaag spreekt een uitvoering op tegenover elkaar gelegen galerijen tot de verbeelding. En steeds wanneer zich die mogelijkheid daartoe voordoet is het effect overrompelend. Het publiek voelt zich betrokken alsof het deel uitmaakt van een grote dialoog tussen de koren en er is sprake van een sterk dramatisch effect. Met name bij de vaak statische geestelijke teksten moet dit een uiterst indrukwekkend middel voor componisten zijn geweest. Bach was zich van dit effect zeer bewust bij het schrijven van zijn dubbelkorige werken en hij stond daarbij in een lange traditie. Vrijwel al zijn voorgangers uit de 17e eeuw, met name Schein en Scheidt en leden van zijn eigen familie, schreven nog 8 dubbelkorige motetten. Evident is daarbij de invloed van componisten als Praetorius en Schütz die op hun beurt hun licht hadden opgestoken bij componisten als Gabrieli en Monteverdi in het ’operaland’ Italië. Bachs motetten zijn ‘laatkomers’ in een muzikale traditie die haar hoogtepunt al achter de rug had. In de 18e eeuw werd de cantate de belangrijkste vorm van protestantse kerkmuziek. Motetten werden alleen nog in opdracht geschreven, voornamelijk voor begrafenissen. Ook Komm, Jesu, komm is voor een uitvaart geschreven. Het werk stamt uit de eerste jaren van Bach als Thomascantor in Leipzig. Men denkt nu dat het voor het eerst is uitgevoerd op de begrafenis van Johann Schmidt, een docent theologie aan de Universiteit van Leipzig. Als tekst koos Bach voor een paar strofen uit een gedicht van Paul Thymich, oud-docent van de Thomasschule. Hij schreef dat gedicht al in 1684 op de dood van een oud-rector van de school, Jacob Thomanius. Komm, Jesu, komm kreeg, waarschijnlijk vanwege de moeilijkheidsgraad, bij de zangers al snel de bijnaam ‘der saure Weg’, woorden die rechtstreeks uit de tekst van het motet afkomstig zijn. Een private onderneming Dietrich Buxtehude (1637-1707) behoort ongetwijfeld tot de belangrijkste Duitse componisten van de 17e eeuw. Door velen wordt hij vooral gezien als componist van orgelmuziek en daarmee een van de grote voorgangers van Johann Sebastian Bach. Toch liet Buxtehude ook een indrukwekkende hoeveelheid vocale muziek na, die een grote rol speelde in de ontwikkeling van de protestantse kerkcantate. Het belang van Dietrich Buxtehude is immens. Zonder Buxtehude zou Bach niet de componist zijn geworden die wij nu kennen. Zes keer per jaar organiseerde Buxtehude in Lübeck openbare concerten die hij Abendmusiken noemde. Hij rekende vooral op de rijke autochtone bevolking van de stad die door hun genereuze bijdragen deze concerten tot een succes maakten. Zorgvuldig koos Buxtehude het tijdstip van de concerten: op de laatste zondagen van het kerkelijk jaar. Op die dagen werd in de kerken geen muziek uitgevoerd als voorbereiding op het kerstfeest. Buxtehude laat in 1669 maar liefst vier balkons naast die bij het orgel maken (er waren er al twee, zodat er nu drie aan elke kant van het orgel hingen) en start dan in 1673 met de eerste Abendmusik. Het zou uitgroeien tot een groot succes. Voor barokmuziek waren de bezettingen fors: tot wel veertig zangers en instrumentalisten. Het geheel zouden wij nu een private onderneming noemen; het risico werd door Buxtehude zelf genomen, samen met een kleine kring vrienden. Zij drukten tekstboekjes, zorgden voor de decoratie, stoelen en vooral… voor schitterende muziek. In februari 1706 wordt Johann Sebastian Bach in Arnstadt ter verantwoording geroepen omdat hij vier maanden afwezig was en zijn taken als organist niet had uitgevoerd. Hij bleek al die tijd in Lübeck te zijn geweest om, zoals hij zelf zegt, de 9 muziek van de bijna zeventigjarige Dietrich Buxtehude beter te leren kennen. Het zou zomaar kunnen dat Bach zelfs heeft meegewerkt aan een van de Abendmusiken. In december 1705 heeft Buxtehude een werk uitgevoerd met als titel Castrum Doloris. Aanleiding was de dood van keizer Leopold I en helaas is er alleen maar een tekstboek bewaard gebleven. Maar alleen al de beschrijving in dat tekstboek laat weinig aan de fantasie over. Vier palmbomen droegen een fraai versierde hemel. Vele engelen hielden met toortsen de wacht. Het lichaam van de keizer was op een praalbed opgebaard, omgeven met de gekroonde hoofden van de koningen van Bohemen en Hongarije. En de muziek moet al even spectaculair zijn geweest: twee vocale koren, twee orkesten met hoorns en hobo’s, twee orkesten met trompetten, pauken en trombones en meer dan 25 strijkers. En dus misschien met Bach zelf op het orgel. Het kon niet gemist worden: de Ecclesia triumphans heette zijn overleden monarch welkom. Duizendmaal dank Jesu, meines Lebens Leben is gebaseerd op het gelijknamige passiekoraal van Ernst Homburg uit 1671. Op de inleidende sinfonia na, klinkt er zonder uitzondering in de bas een motief van acht tellen, dat maar liefst veertig maal wordt herhaald. Het is heel goed mogelijk dat Buxtehude deze vorm van herhaling koos vanwege de duizendvoudige dank waarvan in het slot van de tekst sprake is. Een dergelijke herhaling van een motief is een favoriete techniek, met namen als chaconne of passacaglia, die Buxtehude ook veel in andere composities heeft gebruikt en die ook door Bach in zijn cantates en orgelwerken wordt overgenomen. Voortdurend zijn illustraties van de tekst te horen, met name pijnlijke dissonanten die het lijden van Jezus illustreren. Maar prachtig is de rijke klank van gelukzaligheid die men aan het slot ervaart als van verlossing sprake is. Een nieuwe Sint-Pieter In het midden van Europa is er nauwelijks een fraaier voorbeeld te vinden van de Ecclesia triumphans dan de Dom van Salzburg, ontworpen door de Italiaanse architect Santino Solari. De majestueuze kerk is een van de belangrijkste Italiaanse monumentale bouwwerken ten noorden van de Alpen en kreeg in Oostenrijk al snel de statuur van de Sint-Pieter. De inwijding van de Dom op 26 september 1628 moet een ongekend muzikaal spektakel zijn geweest. De musici waren verdeeld over de twaalf galerijen van het middenschip wat een indrukwekkend klankbeeld moet hebben opgeleverd. En al even spectaculair was de uitvoering van een 53-stemmige mis van Biber bij het 1100-jarig jubileum van het aartsbisdom Salzburg in 1682. Inmiddels waren op de vier belangrijkste galerijen in het midden van de kerk maar liefst vier orgels gebouwd die tot in de 19e eeuw ook daadwerkelijk werden ingezet bij muziekuitvoeringen. Vader en zoon Mozart hebben ze nog gebruikt. Deze galerijen met hun orgels waren een 10 Heinrich Biber, gravure van Paulus Seel, opgenomen in ‘Sonatæ Violino solo’, 1681 (München, Bayrische Staatsbibliothek, 2 Mus.pr. 117; foto Bayrische Staatsbibliothek München) uitstekend middel om de lastige akoestiek van de dom enigszins te bedwingen, maar droegen natuurlijk bij ook aan de statuur van het bouwwerk en zijn gebruikers. Sinds 1991 zijn de orgelgalerijen weer in ere hersteld en ze worden nog regelmatig gebruikt voor muziekuitvoeringen. Het Requiem in f klein van Biber heeft hoogstwaarschijnlijk vanaf deze galerijen geklonken. Vanaf 1671 tot aan zijn dood in 1704 was de Bohemer Heinrich Ignaz Franz Biber (1644-1704) in dienst van de prins-aartsbisschop van Salzburg. Hij klom snel op naar de positie van kapelmeester en werd in 1690 zelfs verheven in de adelstand. Tot zijn taak behoorde het schrijven van kerkmuziek, muziekdramatische werken, maar ook het trainen van jonge koorzangers. Grote bekendheid verwierf Biber met name als violist en componist van kamermuziek voor viool: ‘Van alle vioolspelers van de laatste eeuw lijkt Biber de beste te zijn geweest; zijn solo’s zijn het moeilijkst en het meest verbeeldingsrijk van alle muziek die ik uit die tijd heb gezien,’ schreef Charles Burney, die als een soort muziekjournalist avant la lettre in de 18e eeuw heel Europa bereisde. Slechts een derde van wat Biber componeerde was voor de kerk bestemd. Pas laat in de 20e eeuw werd dit repertoire herontdekt en uitgegeven. plaatsen in het Requiem van Biber klinken klaagzangen die uitdrukking geven aan een diep verdriet, maar op andere plaatsen klinkt de hoop op de wederopstanding. Er zijn theatrale effecten op woorden als ‘quantus tremor’ en ‘mors stupebit’, maar ook milde affecten bij woorden als ‘requiem aeternam’ en ‘Benedictus’. Het hele arsenaal aan 17e-eeuwse technieken wordt ingezet om de tekst van zoveel mogelijk affecten en contrasten te voorzien: snelle afwisselingen tussen soli en tutti, het gebruik van syncopen, homofonie tegenover polyfonie, klemmende motieven van achtsten, gebonden noten tegenover korte, enzovoorts. Door terugkomende melodische en ritmische motieven weet Biber ondanks de tegenstellingen in de tekst een grote muzikale eenheid te bereiken. En daarmee is het Requiem in f klein een van de meest emotionele werken geworden die Biber in zijn leven schreef. Een castrum doloris Bibers Requiem in f klein is hoogstwaarschijnlijk geschreven na 1692. Biber was op dat moment op het toppunt van zijn kunnen en werkte al meer dan twintig jaar in Salzburg. Het handschrift van het Requiem bevindt zich in de archieven van de Dom. Het is heel waarschijnlijk dat het werk heeft geklonken tijdens de requiemmis van een aartsbisschop of een andere belangrijke persoon. Een dergelijke mis maakte bij belangrijke personen vaak deel uit van grootschalige ceremoniële plechtigheden die meerdere dagen konden duren. Er werden rouwmissen gelezen, men huurde mensen in om in rouwkleding tijdens een wake te rouwen, er vonden herdenkingsdiensten plaats waarin vaak speciaal gecomponeerde muziek werd uitgevoerd, er werd geld aan de armen uitgedeeld en er werd een tijdelijk monument opgericht voor de overledene, een castrum doloris, helemaal vergelijkbaar met de opzet van een van de laatste Abendmusiken van Buxtehude. En ook hier heette de Ecclesia triumphans een gestorven christen welkom in de hemel. De traditionele requiemtekst vormt het gedroomde libretto voor vrijwel elke componist. Hij is persoonlijk, maar tegelijkertijd universeel, beschrijft op vele manieren de dood, staat verdriet, hoop en vrees toe, maar spreekt ook over hoop en overwinning. Er is sprake van een breed scala aan menselijke emoties, dat voor vele componisten – van Biber tot Mozart, van Dvořák tot Verdi – een grote bron van inspiratie vormde en vormt. En daarbij is de opera, in de goede zin van het woord, natuurlijk nooit ver weg. Biber kiest zijn middelen zorgvuldig en met een goed gevoel voor theater. Dat begint al met de keuze voor de hoofdtoonsoort, f klein. Johann Mattheson schrijft er prachtig over in zijn Neu-Eröffnetes Orchester uit 1713: ‘f klein lijkt een lichte en kalme, maar tegelijkertijd ook diepe en zware doodsangst uit te drukken.’ Op vele 12 13 Uitvoerenden Bosch Requiem 2014 Nederlandse Bachvereniging Al meer dan negentig jaar brengt de Nederlandse Bachvereniging de componist Bach dichter bij de mensen. Het begon allemaal in 1921 met het plan om Bachs MatthäusPassion uit te voeren in de Grote Kerk in Naarden. Bewust in een kerk, als tegenhanger van Willem Mengelbergs uitvoeringen in het Amsterdamse Concertgebouw. Door de jaren heen groeide de Bachvereniging uit tot een toonaangevend ensemble met een flexibele kern. Met zijn innovatieve programmakeuzes en gedegen onderzoek werpt artistiek leider Jos van Veldhoven telkens weer nieuw licht op het werk van Bach en tijdgenoten. Nog steeds voert het ensemble jaarlijks de Matthäus-Passion uit in de Grote Kerk in Naarden. Per seizoen zijn er zo’n vijftig concerten door heel Nederland. De afgelopen jaren was het ensemble te gast in verschillende Europese steden en waren er concertreizen naar de Verenigde Staten en Japan. Vorig seizoen was het ensemble te gast tijden het Musikfest Stuttgart, de Bachbiennale Weimar en het Holland Festival. Jos van Veldhoven ‘leent’ zijn ensemble verschillende keren per jaar aan specialisten. Zo werd samengewerkt met onder meer Richard Egarr, Peter Dijkstra, Paul McCreesh, Iván Fischer, Masaaki Suzuki, Lars Ulrik Mortensen, Konrad Junghänel, Ed Spanjaard en Gustav Leonhardt. De Bachvereniging hecht groot belang aan educatie. Elk jaar bezoeken veel scholen een van de Matthäus-concerten in het kader van het educatieve project Oog in oog met de Matthäus-Passion. In samenwerking met partner Rabobank werd in 2012 een nieuw en succesvol project voor middelbare scholieren ontwikkeld: Beats by Bach. In 2013 begon de Bachvereniging met All of Bach. Alle werken van Bach worden uitgevoerd en opgenomen. De concertregistraties zijn met een schat aan extra informatie online te zien via allofbach.com. Zo wordt actief gewerkt aan het publiek van de toekomst. Jos van Veldhoven, dirigent Jos van Veldhoven studeerde muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit in Utrecht en koor- en orkestdirectie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds 1983 is hij als dirigent en artistiek leider verbonden aan de Nederlandse Bachvereniging. Letterlijk honderden programma’s van zijn hand maakten in de afgelopen jaren grote indruk in Nederland en ver daarbuiten. Steeds weet hij traditie en avontuur met elkaar te verbinden. Onder zijn leiding kwam een indrukwekkende cd-serie met de grote werken van Bach tot stand en maakte de Nederlandse Bachvereniging concertreizen in Europa, de Verenigde Staten en Japan. Veelvuldig trekt Van Veldhoven de aandacht 14 met uitvoeringen van ‘nieuw’ repertoire binnen de oude muziek. Opzienbarend waren onder meer uitvoeringen van oratoria van Telemann en Graun, vespers van Gastoldi, reconstructies van Bachs Markus-Passion, de Köthener Trauer-Music en vele onbekende zeventiende-eeuwse dialogen. Ook leidde hij een groot aantal eigentijdse premières van barokopera’s van onder anderen Mattheson, Keiser, Bononcini, Legrenzi, Conti en Scarlatti. Als gastdirigent leidde Jos van Veldhoven onder meer het Neder lands Kamerkoor, het Groot Omroepkoor, het Vlaams Radiokoor, het Beethoven Orchester Bonn, de Robert Schumann Philharmonie, de Essener Philharmoniker en Het Brabants Orkest. Met regisseur Dietrich Hilsdorf maakte hij een cyclus geënsceneerde Händeloratoria in de operahuizen van Bonn en Essen. In juni 2014 leidde hij de wereldpremière van Oídipous van Calliope Tsoupaki tijdens het Holland Festival. Als docent koordirectie is Van Veldhoven verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 2007 werd Van Veldhoven benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw om zijn baanbrekende werk voor de oude muziek. Lauren Armishaw, sopraan Lauren Armishaw studeerde zowel compositie en zang als wiskunde aan de Victoria University in Wellington. Ze kwam in 2002 naar Nederland om oude muziek te studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Rita Dams, Jill Feldman en Michael Chance. Ze wordt momenteel gecoacht door Peter Harrison. Lauren Armishaw soleerde in onder meer Händels Messiah, Bachs Matthäus- en Johannes-Passion en Monteverdi’s Vespers. Ze zingt ook graag Mozart, Haydn, Mendelssohn en Poulenc en muziek van minder bekende componisten als Vinci en Bononcini. Ze werkt samen met ensembles als Les Muffatti, L’Arpeggiata, Corale Jonia, de Auckland Choral Society en de Nederlandse Bachvereniging. Ook heeft ze een eigen trio, Lacrime Amorose. Op het operatoneel zong ze onder meer Venere in Cavalli’s Ercole Amante en Clori in Händels Il delirio amoroso. Marjon Strijk, sopraan Marjon Strijk studeerde bij Jeanne Companjen, Eugenie Ditewig en Bas Ramselaar en volgde masterclasses bij onder andere Michael Chance. Momenteel wordt ze gecoacht door Elena Vink. Marjon Strijk soleert regelmatig bij koren door heel Nederland. Ze werkte samen met onder anderen Jos van Veldhoven, Peter Dijkstra en Harry van der Kamp. Ze maakt deel uit van de vaste kern van de Nederlandse Bachvereniging en zingt ook bij het Brabantsch Muzyk Collegie en het solistenensemble Quink. In oktober vorig jaar soleerde ze bij de Nederlandse Bachvereniging in onder meer de cantate Liebster Jesu, mein Velangen (BWV 32), onder leiding van Peter Harvey. 15 Nederlandse Bachvereniging (fotograaf Marcel van der Vlugt) Barnabás Hegyi, contratenor Barnabás Hegyi studeerde directie, zang, kerkmuziek, compositie en orgel in Boedapest. In 2011 haalde hij zijn bachelor zang (oude muziek) aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij les kreeg van onder meer Michael Chance en Peter Kooij. Momenteel volgt hij de masteropleiding aan de Fontys Hogeschool in Tilburg. Barnabás Hegyi maakt deel uit van het Nederlands Kamerkoor, de Nederlandse Bachvereniging, het Vox Luminis Early Music Soloist Ensemble, het Huelgas Ensemble en Ensemble Pygmalion. Als solist werkte hij veel samen met de Kameropera van Boedapest, waar hij onder meer soleerde in verschillende opera’s van Monteverdi, Händels Semele (Athamas) en Vivaldi’s Il Tigrane (Clearte). Robert Buckland, tenor Robert Buckland begon met zingen bij de Regensburger Domspatzen. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Barbara Peason en Diano Forlano. Ook volgde hij lessen bij Peter Kooij, Michael Chance, Marius van Altena en Jill Feldman. Hij treedt regelmatig op met topensembles zoals het Huelgas Ensemble, Collegium Vocale Gent en de Nederlandse Bachvereniging. Verder is hij verbonden aan het solistenensemble Vox Luminis. Als solist zong Buckland zowel de aria’s als de evangelistenrol van Bachs Johannes- en Matthäus-Passion. Hij werkte samen met Concerto Köln, Les Muffatti, Combattimento Consort Amsterdam en Les Agrémens onder leiding van onder meer Frieder Bernius, Jos van Veldhoven, Jan Willem de Vriend, Guy van Waas, Peter van Heyghen en Joshua Rifkin. In 2008 voerde hij de Dichterliebe van Schumann uit in New York. Jelle Draijer, bas Jelle Draijer studeerde aanvankelijk Engels en geschiedenis, maar besloot alsnog tot een professionele carrière in de muziek. Hij volgde lessen bij zijn tante Heleen Draijer en studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Erna Spoorenberg en Ruud van der Meer. In 1977 werd Jele Draijer lid van het Nederlands Kamerkoor. Hij werkte met dirigenten als Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Reinbert de Leeuw, Jos van Immerseel en René Jacobs en met ensembles als Il Fondamento, De Nederlandse Bachvereniging en het Gesualdo Consort. Met het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen nam hij Mozarts Requiem en Krönungsmesse op cd op. Onlangs werkte hij mee aan de opnamen van het complete vocale werk van Sweelinck door het Gesualdo Consort. 18 Bas Heijne Bas Heijne (1960) is schrijver, columnist en vertaler. Hij studeerde Engelse taalen letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1983 debuteerde hij met de roman Laatste woorden. Zijn tweede roman, Suez, verscheen in 1992. Heijne is sinds 1991 als essayist verbonden aan NRC Handelsblad. Voor deze krant schrijft hij sinds 2001 ook iedere week een column. Recent publiceerde hij: Moeten wij van elkaar houden (2011) en Angst en schoonheid. Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen (2013). Joost van Balkom, beiaardier Joost van Balkom (1959) studeerde klarinet aan het Brabants Conservatorium bij Piet Jeegers, compositie aan het Koninklijk Conservatorium bij Louis Andriessen, Frederic Rzewski, Diderik Haakma Wagenaar en Dick Raaijmakers en beiaard aan de L’école Française de Carillon in Douai (Frankrijk) bij Jacques Lannoy. Momenteel is hij werkzaam als beiaardier van ’s-Hertogenbosch, Boxtel en Drunen en geeft hij klarinetles en harmonieles (piano) en doceert hij compositie aan verschillende kunstinstellingen. Van Balkom schreef composities en arrangementen voor verschillende bezettingen voor onder andere de festivals Oorproeven, November Music, Theaterfestival Boulevard, Jazz in Duketown en Gaudeamus Muziekweek. Jamie de Goei, organist Jamie de Goei (1976) studeerde orgel aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht bij Reitze Smits en Bernard Winsemius. Tijdens zijn studie volgde hij masterclasses aan het Conservatoire Nationale Supérieur de Musique in Parijs bij Olivier Latry en Hans-Ola Ericson. De Goei concerteert zowel in binnen- als buitenland en was ook regelmatig op de radio te beluisteren. Van zijn orgelspel verschenen enkele cd’s. Van 2003-2012 was hij cantor-organist van de Grote Kerk in Vianen, sinds 2012 is hij organist van de (protestantse) Grote Kerk in ’s-Hertogenbosch. 19 Zangteksten Ach, wie flüchtig, ach, wie nichtig ist der Menschen Leben. Wie ein Nebel bald entstehet so ist unser Leben, sehet! Ach, hoe vluchtig, ach hoe nietig is het leven van de mens. Zoals een nevel het ene moment plots opkomt en het andere moment weer snel vervluchtigt, zo is ons leven, ziet! Ach, wie nichtig, ach, wie flüchtig sind der Menschen Sachen! Alles, alles, was wir sehen, das muss fallen und vergehen. Wer Gott fürcht, bleibt ewig stehen. Ach, hoe nietig, ach, hoe vluchtig zijn alle menselijke zaken! Alles, alles, wat we zien, is gedoemd te vervallen en vergaan. Wie God vreest, blijft eeuwig staan. und bald wiederum vergehet, Johann Bach Unser Leben ist ein Schatten 20 Unser Leben ist ein Schatten auf Erden. Ich weiss wohl, dass unser Leben oft nur als ein Nebel ist. Sind wir doch zu jeder Frist von dem Tode hier umgeben. Drum ob’s heute nicht geschicht, meinem Jesum lass icht nicht! Ons leven is een schaduw op aarde. Ik besef dat ons leven vaak slechts is als een mistflard. Wij zijn hier immers te allen tijde door de dood omringd. Daarom, wat er heden ook gebeurt, ik wijk niet van mijn Jezus! Sterb ich bald, so komm ich aber von der Welt Beschwerlichkeit, ruhe bis zur vollen Freud und weiss, dass im finstern Grabe Jesus ist mein helles Licht. Meinem Jesum lass ich nicht! Sterf ik spoedig, dan laat ik echter de last van de wereld achter mij, en rust tot mijn volle vreugde, en weet, dat in het duistere graf Jezus mijn helder licht is. Ik wijk niet van mijn Jezus! Ich bin die Auferstehung und das Leben. Wer an mich glaubet, der wird leben, ob er gleich stürbe; und wer da lebet und glaubet an mich, der wird nimmermehr sterben. Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook al sterft hij meteen; en wie leeft en in mij gelooft, sterft nooit. Weil du vom Tod erstanden bist, werd’ ich im Grab nicht bleiben; mein höchster Trost dein’ Auffahrt ist, Tod’sfurcht kann sie vertreiben. Denn wo du bist, da komm ich hin, dass ich stets bei dir leb’ und bin, drum fahr ich hin mit Freuden. Omdat u uit de dood bent opgestaan, zal ik niet in het graf blijven; mijn grootste troost is uw Hemelvaart die doodsangst kan verdrijven. Want waar u bent, daar ga ik heen, omdat ik steeds ga en sta met u, daarom ga ik heen met vreugde. Johann Sebastian Bach Komm, Jesu, komm Paul Thymich – 1e en 2e strofe van een treurdicht Komm, Jesu, komm, mein Leib ist müde, die Kraft verschwindt je mehr und mehr, ich sehne mich nach deinem Friede; der saure Weg wird mir zu schwer! Komm, ich will mich dir ergeben; du bist der rechte Weg, die Wahrheit und das Leben. Kom, Jezus, kom, mijn lichaam is moe, de kracht verdwijnt er meer en meer uit, ik verlang naar jouw vrede; De moeizame weg valt mij steeds zwaarder! Kom, kom, ik wil mij aan jou overgeven; Jij bent de weg, de waarheid en het leven. Drum schliess ich mich in deine Hände und sage, Welt, zu guter Nacht! Eilt gleich mein Lebenslauf zu Ende, ist doch der Geist wohl angebracht. Er soll bei seinem Schöpfer schweben, weil Jesus ist und bleibt der wahre Weg zum Leben. Daarom leg ik mijn lot in jouw handen en zeg de wereld vaarwel! Ook al loopt mijn leven ten einde, mijn geest is klaar om bij de Schepper te zijn, want Jezus is en blijft de juiste weg naar het leven. 21 Dietrich Buxtehude Jesu, meines Lebens Leben 22 Jesu, meines Lebens Leben, Jesu, meines Todes Tod, der du dich vor mich gegeben in die tiefste Seelennot, in das äusserste Verderben, nur dass ich nicht möchte sterben: tausendmal sei dir, liebster Jesu, Dank dafür. Jezus, het leven mijns levens Jezus, de dood mijner dood, die uw leven gegeven heeft in de diepste zielennood in de uiterste teloorgang, enkel omwille van mijn leven, daarvoor zij u duizendmaal dank, liefste Jezus. Du, ach, du hast ausgestanden Lästerreden, Spott und Hohn, Speichel, Schläge, Strick und Banden du gerechter Gottessohn, nur mich Armen zu erretten von des Teufels Sündenketten: tausendmal sei dir, liebster Jesu, Dank dafür. Omdat u ook heeft doorstaan lasterpraat en spot en hoon, speeksel, slaag, boeien en banden, rechtvaardige zoon van God, alleen om mij te redden van des duivels zondenketenen, daarvoor zij u duizendmaal dank, liefste Jezus. Du hast lassen Wunden schlagen, dich erbärmlich richten zu, um zu heilen meine Plagen, um zu setzen mich in Ruh: ach, du hast zu meinem Segen lassen dich mit Fluch belegen tausendmal sei dir, liebster Jesu, Dank dafür. U heeft zich wonden laten toebrengen, zich erbarmelijk laten toetakelen, om mijn plagen uit te schreeuwen, en om mij rust te geven, heeft u zich laten vervloeken, en dat om mijnentwil, daarvoor zij u duizendmaal dank, liefste Jezus. Man hat sich sehr hart verhöhnet, dich mit grossem Schimpf belegt. Gar mit Dornen angekrönet, was hat dich dazu bewegt, dass du möchtest mich ergötzen, mir die Ehrenkron aufsetzen: tausendmal sei dir, liebster Jesu, Dank dafür. Men heeft u overladen met hoon, genadeloos op u gescholden, u zelfs met doornen gekroond, wat heeft u ertoe bewogen, mij daarbij nog te gunnen dat ik de erekroon krijg opgezet, daarvoor zij u duizendmaal dank, liefste Jezus. Ich, ich danke dir von Herzen, Jesu, vor gesamte Not, vor die Wunden, vor die Schmerzen, vor den herben, bittern Tod, vor dein Zittern, vor dein Zagen, vor dein tausendfaches Plagen: tausendmal sei dir, liebster Jesu, Dank dafür. Amen. Ik dank u van harte, Jezus, voor deze nood, voor de wonden, voor de pijnen, voor de wrede, bittere dood, voor uw beven en uw klagen, voor uw duizendvoudige smarten, daarvoor zij u duizendmaal dank, liefste Jezus. Amen. Heinrich Biber Requiem INTROITUS Requiem æternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. Te decet hymnus Deus in Sion, et tibi reddetur votum in Jerusalem. Exaudi orationem meam, ad te omnis caro veniet. Requiem æternam dona eis, Domine, et lux perpetua luceat eis. Geef hen, Heer, de eeuwige rust en doe een voortdurend licht over hen schijnen. U komt een lofzang toe, Heer, in Sion en voor u wordt de gelofte in Jeruzalem vervuld: verhoor mijn gebed, tot u komt al wat leeft. Geef hen, Heer, de eeuwige rust en doe een voortdurend licht over hen schijnen. KYRIE Kyrie eleison Christe eleison Kyrie eleison. Heer ontferm u. Christus ontferm u. Heer ontferm u. SEQUENTIA Dies iræ, dies illa solvet sæclum in favilla teste David cum Sibylla. Quantus tremor est futurus quando judex est venturus cuncta stricte discussurus. Dag van toorn, beruchte dag die de wereld tot as zal verteren, naar de getuigenis van David en de Sybille. Welk een schrik zal dan ontstaan, wanneer de rechter zal komen om alles streng te oordelen! 23 Tuba mirum spargens sonum per sepulchra regionum coget omnes ante thronum. Mors stupebit et natura, cum resurget creatura judicanti responsura. De bazuin die een wonderlijk signaal geeft over de graven van de wereld zal allen dagen voor de troon. Dood en natuur zullen verbijsterd staan, wanneer elk schepsel zal herrijzen om rekenschap af te leggen aan de rechter. Liber scriptus proferetur in quo totum continetur, unde mundus judicetur. Judex ergo cum sedebit Quidquid latet apparebit, nil inultum remanebit. Het geschreven boek zal tevoorschijn komen, waarin alles vervat is, waarnaar de wereld geoordeeld zal worden. Wanneer de rechter dan gezeten is zal alles wat verborgen is aan het licht komen: niets zal ongewroken blijven. Quid sum miser tunc dicturus, quem patronum rogaturus, cum vix justus sit securus? Rex tremendæ majestatis, qui salvandos salvas gratis, salva me, fons pietatis. Wat zal ik, ellendige, dan zeggen? Wie als voorspraak vragen als zelfs een rechtsvaardige ternauwernood veilig is? Koning vol angstaanjagende majesteit, die zaligen redt uit genade: red ook mij, bron van barmhartigheid. Recordare, Jesu pie, quod sum causa tuæ viæ, ne me perdas illa die. Quærens me sedisti lassus, redemisti crucem passus, tantus labor non sit cassus. Gedenk toch, barmhartige Jezus, dat ik de reden van uw leven ben: laat mij niet omkomen op die dag. Zoekend naar mij ziet gij vermoeid terneer; gij hebt mij verlost door het kruis te lijden: laat zulk een moeite niet vergeefs zijn. Juste judex ultionis donum fac remissionis ante diem rationis. Ingemisco tamquam reus, culpa rubet vultus meus, supplicanti parce Deus. Rechtvaardige rechter der wrake, geef mij het geschenk der vrijspraak vóór de dag van vergelding. Ik zucht als een beklaagde; schaamrood kleurt mijn gelaat: spaar toch een smekeling, o God. Qui Mariam absolvisti et latronem exaudisti, mihi quoque spem dedisti. Preces meæ non sunt dignæ, sed tu bonus fac benigne, ne perenni cremer igne. Gij die Maria hebt vrijgesproken, en de rover hebt verhoord, gij hebt ook mij hoop gegeven. Mijn smeekbeden zijn het niet waard, maar, goede Heer, wil er welwillend zorg voor dragen dat ik niet zal verteren in het eeuwige vuur. Inter oves locum præsta et ab hædis me sequestra statuens in parte dextra. Confutatis maledictis flammis acribus addictis voca me cum benedictis. Geef mij een plaats tussen de schapen en wil mij van de bokken verwijderd houden; doe mij staan aan uw rechterhand. Als de gedoemden veroordeeld zijn, ten prooi aan felle vlammen, roep mij dan bij de gezegenden. Oro supplex et acclinis, Cor contritum quasi cinis, gere curam mei finis. Lacrymosa dies illa qua resurget ex favilla judicandus homo reus. Ik bid u als smekeling, terneer gebogen, het hart verteerd als as: draag zorg voor mijn einde. Tranenrijk is die dag, waarop de schuldige mens uit het stof zal herrijzen om geoordeeld te worden. Huic ergo parce Deus. Pie Jesu Domine, dona eis Requiem. Spaar hem dan, God. Barmhartige Heer Jezus, geef hen rust. Amen. Amen. OFFERTORIUM Domine Jesu Christe, rex gloriæ, libera animas omnium fidelium defunctorum de pœnis inferni et de profundo lacu; libera eas de ore leonis ne absorbeat eas tartarus ne cadant in obscurum. Sed signifer sanctus Michael repræsentet eas in lucem sanctam. Quam olim Abrahæ promisisti et semini eius. 24 Heer Jezus Christus, koning van de heerlijkheid, verlos de zielen van alle overleden gelovigen van de pijnen van de hel en van de diepe poel: bevrijd hen uit de muil van de leeuw, opdat het dodenrijk hen niet verslinde, noch dat zij vallen in de duisternis; maar laat de banierdrager, de heilige Michaël hen leiden naar het heilige licht dat gij eertijds aan Abraham hebt beloofd en aan zijn nageslacht. 25 Hostias et preces tibi Domine, laudis offerimus tu suscipe pro animabus illis quarum hodie memoriam facimus. Fac eas, Domine, de morte transire ad vitam. Quam olim Abrahæ promisisti et semini eius. Offergaven en lofgebeden, Heer, bieden wij u aan: aanvaard ze voor dié zielen die wij heden gedenken: doe hen, Heer, van de dood overgaan naar het leven dat gij eertijds aan Abraham hebt beloofd en aan zijn nageslacht. SANCTUS Sanctus Dominus Deus Sabaoth. Pleni sunt cœli et terra gloria tua. Osanna in excelsis. Heilig is de Heer, de God der heerscharen. Vol zijn de hemel en de aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Benedictus qui venit in nomine Domini. Osanna in excelsis. Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in den hoge. AGNUS DEI 26 Agnus Dei qui tollis peccata mundi. Dona eis requiem. Agnus Dei qui tollis peccata mundi. Dona eis requiem sempiternam. Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt: geef hen rust. Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt: geef hen de eeuwige rust. Lux æterna luceat eis, Domine. Cum sanctis tuis in æternum, quia pius es. Moge het eeuwige licht hen verlichten, Heer, met uw heiligen in eeuwigheid, omdat gij barmhartig zijt. Requiem æternam dona eis Domine, et lux perpetua luceat eis. Cum sanctis tuis in æternum, quia pius es. Geef hen, Heer, de eeuwige rust en doe een voortdurend licht over hen schijnen. Met uw heiligen in eeuwigheid, omdat gij barmhartig zijt. Bosch Requiem 2015 De volgende editie van Bosch Requiem heeft plaats op vrijdag 6 november 2015 in de Sint-Janskathedraal van ’s-Hertogenbosch. Uitgevoerd wordt Hymnus Paradisi, een compositie voor sopraan, tenor, koor en orkest van de Britse componist Herbert Howells (1892-1983). Howells begon zijn meesterwerk te componeren in 1935, direct na de tragische en plotselinge dood van zijn negenjarige zoon Michael. Lange tijd bleef het werk onvoltooid en onaangeroerd, Howells beschouwde het manuscript van deze dodenmis louter als een persoonlijk en vertrouwelijk document. Op instigatie van bevriende componisten als Gerald Finzi en Ralph Vaughan Williams voltooide en openbaarde hij uiteindelijk het emotionele werk vlak voor de première in 1950. Het indrukwekkende concert stond onder leiding van de componist zelf. Howells selecteerde voor Hymnus Paradisi troostrijke teksten uit het traditionele requiem, de ‘Burial Service’ en elegische psalmen. Het werk is liefdevol opgedragen aan zijn zoon Michael. Bosch Requiem 2015 wordt uitgevoerd door Sarah-Jane Brandon (sopraan), Andrew Staples (tenor), het BBC Symphony Orchestra en Rotterdam Symphony Chorus o.l.v. Martyn Brabbins. 27 Manifestatie Jheronimus Bosch 500 In 2016 herdenken de stad ’s-Hertogenbosch en haar inwoners dat Jheronimus Bosch (ca. 1450-1516) er vijfhonderd jaar geleden overleed. Hier – in de rijke cultuur en het vitale dagelijkse leven van zijn geboortestad – vond Nederlands belangrijkste schilder uit de middeleeuwen de inspiratie voor zijn wereldberoemde stukken vol vreemde gedrochten, buitenaardse nachtmerries en surrealistische lustdromen. Jheronimus Bosch is een van de meest invloedrijke Nederlandse meesters ooit, zijn wereldberoemde visioenen bleken tijd- en grenzeloos. Tot op de dag van vandaag heeft Bosch vele kunstenaars beïnvloed. Sinds 2010 stelt stichting Jheronimus Bosch 500 jaarlijks een cultureel programma samen met kleurrijke artistieke, sociaal-culturele en wetenschappelijke activiteiten, door én voor kenners en kunstliefhebbers, wetenschappers en bewonderaars, bewoners van en bezoekers aan ’s-Hertogenbosch. De Bosch 500-manifestatie is opgezet als een drieluik. In het Visioen van de Stad staan de inwoners van ’s-Hertogenbosch centraal: voor én met hen worden evenementen georganiseerd. In het Visioen van de Fantasie spiegelen makers in kunstvormen uit de hele wereld zich aan Bosch’ karakteristieke beeldtaal. Het Visioen van het Verstand richt zich op de ontwikkeling en verspreiding van (wetenschappelijke) kennis en (wetenschappelijk) inzicht. Jheronimus Bosch’ werk is in alle gevallen de onuitputtelijke inspiratiebron. En ’s-Hertogenbosch het inspirerende epicentrum. Jheronimus Bosch 500 programmeert eigen producties en ondersteunt externe producties waarvoor inspiratie is gevonden in het werk van de middeleeuwse meester. Jheronimus Bosch 500 werkt permanent en duurzaam samen met culturele organisaties, kennisinstituten, onderwijsinstellingen, overheden en bedrijfsleven uit binnen- en buitenland. De manifestatie versterkt het culturele, creatieve, sociale en economische klimaat van ’s-Hertogenbosch en verstevigt tevens de culturele kwaliteit van de provincie Noord-Brabant. Met de manifestatie Jheronimus Bosch 500 verbindt ’s-Hertogenbosch zich onherroepelijk aan Jheronimus Bosch en schaart de stad zich in de internationale rij van andere Bosch-steden waar werken van de meester zich in openbare museale collecties bevinden: Berlijn, Brugge, Brussel, Frankfurt, Gent, Lissabon, Londen, Madrid, New Haven, New York, Parijs, Rotterdam, Venetië, Washington en Wenen. Meer informatie over Jheronimus Bosch 500 vindt u op www.bosch500.nl. Hier kunt u zich aanmelden voor de Bosch-nieuwsbrief. U kunt ons ook volgen via Twitter, LinkedIn of Facebook. Boek met dvd Bosch Requiem Blijvende herinnering aan herdenkingsconcert Full HD beeld- en geluidsregistratie van het herdenkingsconcert met het requiem van Heinrich Biber, uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven. De dvd is onderdeel van een kleurrijk, ingebonden boekje met onder meer teksten van de Latijnse muziekwerken en de Nederlandse vertaling en het essay Hemel en hel van Bas Heijne. Vanaf twee weken voor Kerstmis zijn de boekjes verkrijgbaar. Kijk voor verkoopadressen: www.bosch500.nl Verkoopprijs €22,50 Kijk op www.bosch500.nl voor de meest actuele informatie over onze jaarprogrammering. 28 29 Bosch Requiem is een programma-onderdeel van de meerjaren manifestatie Jheronimus Bosch 500 en wordt geproduceerd door stichting Jheronimus Bosch 500 Ad ’s-Gravesande - intendant Grafisch ontwerp en beeld Marc Versteeg Studio Kluif, ’s-Hertogenbosch - artistiek manager en redactie Isabelle Savelkoul - productieleider Drukwerk Willem de Leeuw - productieleider Drukkerij Tielen, Boxtel Ilonka de Ridder - communicatie Stichting Jheronimus Bosch 500 Postbus 500 5201 AM ’s-Hertogenbosch I www.bosch500.nl E [email protected] T +31 (0)73 687 56 90 Copyright © Stichting Jheronimus Bosch 500 ’s-Hertogenbosch, 2014 De manifestatie Jheronimus Bosch 500 is mede mogelijk gemaakt door: Subsidiënten Founding partners Sponsors De Heus Voeders Hoofdsponsor Begunstiger Business partners Heijmans AKD Advocaten en Notarissen - Appèl - Business Regio - Capitalmind DMG - Jeroen Bosch Advocaten - Koninklijke Van den Boer - Ricoh - WPM
© Copyright 2025 ExpyDoc