Raadsinformatieavond 4 maart 2014 Evaluatie Utrechtse Energie Robin Berg, LomboXnet Samenvatting De zonne-revolutie gaat zo ie zo plaatsvinden op vele plekken op de wereld tegelijkertijd. Zorg dat je als stad klaar bent om die zonne-revolutie met open armen te ontvangen. Zorg dan voor het slimste grid, de beste voorzieningen voor EV en een aantrekkelijk stimuleringsbeleid op investeringen in zonne-energie. Zo gaan die half miljoen panelen de komende collegeperiode ook in Utrecht neerdalen. Spreektekst: Haal de zonne-golf naar Utrecht! LomboXnet: eigenaar glasvezelnetwerk in de wijk Lombok. Investeerder in zonne-energie. Deze week de 10e zonnecentrale op Luc Stevensschool gerealiseerd. Financiering voor 10 nieuwe scholen van Energiefonds Utrecht. Projectleider Smartgrid project Provincie en Gemeente Utrecht voor stad Utrecht. Vandaag 300 elektrische autokilometers geladen met eigen zonne-energie. Weet u hoeveel zonnepanelen er wereldwijd vandaag worden geïnstalleerd? Een half miljoen! En dat elke dag opnieuw. Dat is een complete kerncentrale in 25 dagen. Is dit bijzonder: ja, een paar jaar geleden installeerde alleen Duitsland grootschalig zonne-energie. Inmiddels gebeurt dit op alle continenten. Nederland loopt door landelijke regelgeving nog wat achter op de rest van de wereld, maar dat is nog maar een kwestie van enkele jaren. Want vergeet niet: zonne-energie is nog in het begin van haar technologische ontwikkeling. Binnen 10 jaar zullen we zonne-energie overal gaan zien: in dakbedekking, gevels, ramen, verf, asfalt, autodaken, kleding, smartphones etcetera. En zonnepanelen zoals we die nu kennen zullen opnieuw gaan verdubbelen in opbrengst per vierkante meter. Dit is een technologische revolutie, vergelijkbaar met computers en het internet. En zoals elke technologische revolutie zien we in landen om ons heen de mogelijkheden zijn maar ook de problemen: het net is nog niet berekend op grote hoeveelheden duurzame energie. De groei van duurzame energie wordt daardoor geremd. En daar ligt een kans voor Utrecht. Utrecht hoort in Europa bij de koplopers op zowel smart grids als elektrisch vervoer. Slimme technologie en elektrisch transport bieden grote mogelijkheden om duurzame energie verder te kunnen laten groeien. Kansen dus voor een nieuwe impuls voor een integraal energie- en elektrisch vervoersbeleid van de gemeente Utrecht. Want op beide terreinen is ervaring opgedaan en expertise opgebouwd vanuit het Programma Utrechtse Energie en het Programma Luchtkwaliteit. Een aantal concrete adviezen: - Het Energiefonds Utrecht is al succesvol met investeringen in duurzame energieopwekking. Zet dit fonds breed in, ook op smartgrids en de laadinfrastructuur voor EV. - Verhoog geleidelijk de eisen voor de uitstoot van auto’s in de stad, en zorg tegelijkertijd voor een warm welkom voor elektrische auto’s. - In Noorwegen staan de 100% elektrische Nissan Leaf en Tesla Model S al maanden afwisselend op de eerste en 2e plek van meest verkochte auto van àlle auto’s. Reden: overal gratis parkeren, gratis laden en toegang tot de busbaan. 1 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 - Zet in op een volledige elektrificatie van busvervoer. Het kan: steeds meer Chinese steden kiezen, noodgedwongen door de extreme smog, voor 100% elektrisch busvervoer. Pierre Vermeulen, oprichter/ eigenaar Solease BV Samenvatting: Als Utrechtse duurzame innovatieve zonne-energie start-up ontbreekt het je aan tijd, geld en een trackrecord. Het programma Utrechtse Energie is voor onmisbaar gebleken om deze drempels te slechten en te komen waar we nu zijn namelijk een bedrijf met betalende klanten. Spreektekst: Ik ben Pierre oprichter, eigenaar van Solease een start-up die als enige in Nederland/ Europa zonnepanelen verhuurt aan particuliere huishoudens. Als Utrechtse duurzame en innovatieve zonne-energie start-up is het programme Utrechtse Energie en alle andere gemeentelijke activiteiten zoals de EBU en UtrechtInc. de incubator van o.a. de Gemeente Utrecht voor ons van levensbelang geweest. Als startende ondernemer ontbreekt het je namelijk aan tijd, geld en een bestaande trackrecord/ credibility. Door bewust een actief onderdeel te worden van o.a. het programma Utrechtse energie is het ons gelukt om uit te rollen naar de 17.500 werknemers van o.a. de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht hebben we de Climate-KIC (het Europese Cleantech Innovatieprogramma) Venture competition gewonnen en zijn uitgezonden naar de internationale finale in Bologna, gaan we op 8 maart mee met een Nederlandse CleanTech handelsmissie naar California etc. etc. Wat Utrechtse Energie! concreet hier aan heeft bijgedragen is dat het ons heel veel tijd heeft gescheeld om laagdrempelig tijdens netwerkevenementen in contact te komen met klanten, toeleveranciers, adviseurs, financierders en belangstellenden. Dankzij een lening van 100.000 Euro uit het Energiefonds is het ons verder gelukt om nog eens 100.000 Euro op eigen kracht erbij te leggen zodat we deze 200.000 als equity kunnen gebruiken om nog eens 800.000 gefinancierd te krijgen door reguliere marktpartijen. Ons 1e miljoen gefinancierd krijgen is moeilijker dan straks van 1 naar 10 miljoen en daar zal het Energiefonds en dus het programma Utrechtse Energie! een zeer positief aandeel in hebben gehad. Door te groeien vanuit onze Utrechtse kern is het ons verder gelukt om het stuk track-record met klanten te vervangen door een track-record van meelopen in o.a. het programma Utrechtse Energie. Op deze manier is het ons gelukt om een aantal prominente, grote werkgevers te krijgen als launching customers. Als wij straks het beste solar lease bedrijf ter wereld zijn geworden dan zal dat altijd te herleiden zijn tot onze Utrechts roots. Iets om om trots op te zijn als gemeente denken wij. Lot van Hooijdonk, Natuur en Milieufederatie Utrecht Samenvatting: Kernboodschap: - verduurzaming energievoorziening belangrijke ambitie voor de toekomst (klimaat, kosten, economie, leveringszekerheid) - dat is een ingrijpende transitie waar de overheid op alle niveaus nu nog een rol te spelen heeft - dat is een zoektocht naar de juiste manieren om verschillende doelgroepen en doelen te bereiken, samen met de markt, maatschappelijk middenveld en bewoners zelf 2 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 - een programma van 2 jaar is echt niet genoeg om te oogsten; Utrecht moet blijven investeren om de vruchten te kunnen plukken van de inspanningen van de afgelopen jaren Walter de Vette, Mitros Samenvatting: Het project Hoogspringers heeft met het uitzicht op de energienota-nul renovatiewoning voor een perspectief gezorgd waarin meer investeren effectiever lijkt te worden dan minder doen. Hiermee lijkt voor iedereen - behalve de energiebedrijven - een win-situatie te kunnen ontstaan Omdat dit verhaal geheel nieuw is, moet het vaak en helder verteld en breed verspreid worden. Ook een bepaald enthousiasme wat geloof hierin uitstraalt is hiervoor nodig en Wiely heeft dat gelukkig ruimschoots. Wat ons betreft biedt het programma dus nieuwe kansen, die voorheen nog niet gezien waren. Rob van der Westen, bestuur Stichting Primair Onderwijs Utrecht Samenvatting: Pleidooi voor energiebesparende maatregelen en duurzaamheid op Utrechtse scholen. Spreektekst: Dames en heren, Mijn naam is Rob van der Westen. Ik ben beleidsadviseur huisvesting bij de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht, het schoolbestuur van de openbare basisscholen in de stad. Vanavond staat de beleidsevaluatie van het uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie! op de agenda van deze Raadsinformatieavond. Namens het schoolbestuur van SPO Utrecht wil ik daar graag gebruik van maken. Zoals u weet hebben gemeente en schoolbesturen de afgelopen jaren intensief en goed met elkaar samengewerkt. We hebben nieuwe schoolgebouwen gebouwd in het kader van het masterplan. We hebben gezorgd voor een goed binnenmilieu in de meeste schoolgebouwen. We hebben gewerkt aan mogelijkheden voor energiebesparende maatregelen. Door financieel voordelige resultaten in de exploitatie als gevolg van getroffen maatregelen konden en kunnen de scholen investeringen in duurzaamheid zelf grotendeels opbrengen. Verder kwam recent nog de subsidieregeling 'Maatschappelijk vastgoed Utrechtse Energie!’ vrij die ons mogelijkheden biedt om, door het isoleren van de schil van een gebouw, energie te besparen. We hoeven er niet rijk van te worden maar het kan ook niet zo zijn dat energiebesparende maatregelen de scholen meer geld gaan kosten dan nu het geval is. SPO Utrecht vindt het van belang dat onze scholen dé voorbeelden zijn of worden als het gaat om verantwoord omgaan met energie en duurzaamheid. Energie is niet oneindig. Daarin nemen we dus onze verantwoordelijkheid. We willen dat in de basis bij kinderen vanaf 4 jaar onder de aandacht brengen. Dan zal het beklijven. En dat kan niet zonder hulp. Van de politiek, van de gemeente, van elkaar. In de praktijk is er nog wel eens sprake van praktische of juridische bezwaren of juridisch gedoe. Het is ook zo jammer dat bijvoorbeeld de toepassing van zonnepanelen voor 3 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 particulieren interessant is vanwege de te verkrijgen subsidies, maar voor ons als maatschappelijke instituten niet. Zonnepanelen en alle andere vormen van alternatieve energieopwekking voor scholen zouden ook voor scholen aantrekkelijker gemaakt moeten worden. Natuurlijk hangt het daar niet van af: we regelen zelf al zonnepanelen op daken van scholen waar dat mogelijk is. We zien dat ook mede als onze verantwoordelijkheid. Er zijn legio situaties waarbij de school een onderdeel is van een groter geheel. Een multifunctionele accommodatie. Samen onder één dak met een gemeentelijke gymzaal. Laten we het vooral pragmatisch met elkaar oplossen! Het zou geweldig zijn als de CO2-doelstellingen die ook de gemeente zichzelf heeft opgelegd gehaald kunnen worden door gezamenlijk op te trekken. Zonnepanelen ten gunste van de school op het dak van de gemeentelijke gymzaal daar waar de gemeente dat niet zelf voor elkaar krijgt. Ik zie het voor me! Dat is win-win. De CO2 credits op daken van de gemeente en benut door de scholen, moeten worden toegerekend aan de eigenaar van het dak. Nogmaals: we willen het voorbeeld geven. De doelstellingen van gemeente en scholen lopen parallel. De financiële voordelen die de maatregelen opleveren willen we blijven inzetten voor andere duurzame investeringen. Duurzame energieopwekking past in de trias energetica. We willen het energieverbruik terugdringen, alternatieve vormen van energieopwekking toepassen en de mogelijkheden van fossiele brandstof onderzoeken. Het terugdringen van energieverbruik met gemiddeld 5% is een uitdaging. Ik denk dat 35% van de winst te halen valt uit gedragsverandering bij onze scholen. SPO Utrecht wil die uitdaging graag aan gaan maar kan daar ook hulp bij gebruiken. Zou het niet geweldig zijn als alle scholen gebruik kunnen maken van een door de gemeente én schoolbestuur gefaciliteerde en gefinancierde energiecoach? Die de scholen bij de hand neemt en door middel van herhalen wijst op de voordelen? Dan hoeft niet steeds elk schoolbestuur opnieuw het wiel uit te vinden en kan de expertise van álle scholen in iedere situatie worden toegepast. Ik verzeker u: wij doen mee. Samen met bijvoorbeeld Natuur- en Milieueducatie kunnen we ook blijvend aandacht aan dit onderwerp besteden in lesprogramma’s voor kinderen. Voor alle scholen van de SPO Utrecht nemen we al jaren groene stroom af. Al verscheidene malen hebben we door een aanbesteding gunstige prijzen voor energieverbruik bereikt én onder gunstige omstandigheden. Meerdere scholen van de SPO Utrecht zijn al voorzien van zonnepanelen. Stel je voor dat die panelen zoveel energie opwekken dat we niet of nauwelijks verbruikskosten meer hebben! Binnenkort starten de eerste besprekingen over het vervolg op het masterplan primair onderwijs. Dat leggen we vast in een Integraal Huisvestingsplan dat onderdeel wordt van politieke besluitvorming. Daarin kunnen we onze gezamenlijke ambities verankeren. Wat u van ons kunt verwachten is dat we duurzaamheid mede als onze verantwoordelijkheid blijven zien. Dat we voordelen in de exploitatie als gevolg van duurzame maatregelen zullen blijven aanwenden voor nieuwe duurzame maatregelen. Dat we bewust gedrag op alle mogelijke manieren zullen blijven stimuleren. Maar wel binnen de mogelijkheden die we daarvoor beschikbaar hebben. Sander Willemsen, Energie-U 4 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 Samenvatting: 1. Kies een langere periode dan 4 jaar voor instrumenten en doelen 2. Werk vanuit een gemeenschappelijke, breed gedragen en concrete visie op energie 3. Kritisch omgaan met subsidies 4. Initiatievenfonds: goed, breder inzetten 5. Energiepunt Wonen meer mee doen en ook uitproberen 6. Verbind gemeente en maatschappelijk energie, bv. via gemeentedaken Spreektekst Beste raadsleden, Vanuit Energie-U kijken we met een praktische blik naar het programma Utrechtse Energie. De leden van Energie-U werken aan sommige projecten mee, zoals de Energieambasadeurs, of hebben ervaring met de regelingen die het programma mogelijk maken. Onze inbreng komt met name hieruit voort. Ook maken we van de gelegenheid gebruik om kort even vooruit te blikken, al was het maar om aan te geven dat we graag samen met u over de energietoekomst van onze stad nadenken. Algemeen: 1. 4 jaar is eigenlijk te kort om een succesvol transitiebeleid op te zetten en uit te voeren. Het is daarom aan te raden om bij een vervolg beleid en instrumentarium voor een langere periode te formuleren. Dan kan de samenleving er beter op inspelen en gebruik van maken. Utrechtse Energie is de opvolger van Utrecht creëert nieuwe energie. Beide programma’s staan na 4 jaar eigenlijk nog aan het begin van de transitie en lopen dan ten einde. Hierdoor blijven kansen liggen. Beleid en regelingen die 4 jaar of korter geldig zijn, bieden te weinig (investerings)zekerheid om een echte omslag te kunnen bereiken. Concrete voorbeelden: De energieambassadeurs zijn nu zo’n 3 jaar aan de slag. Harde resultaten zijn nog niet groot maar de zachte resultaten zijn er, en die zijn erg belangrijk om straks meer en hardere resultaten te krijgen. De warme relatie waarover via de ambassadeurs de informatie verspreidt wordt is erg effectief : 1/3 van de bezoekers aan de avonden heeft een advies aangevraagd en zo’n 10% heeft al daadwerkelijk energiebesparingsmaatregelen genomen. De mond tot mond reclame over de positieve effecten van de maatregelen (de sneeuwbal) volgt 1 a 2 jaar later: wanneer energierekeningen verlaagd zijn of de eerste winter tochtvrij en met warme vloer is doorgekomen. Om die sneeuwbal rollende te krijgen is het belangrijk dat mensen die er later instappen, via hetzelfde instrumentarium ondersteund worden als degene die gestart is. Daarom is langdurig inzetten op instrumenten en beleid van groot belang. Om van ambassadeurs naar ‘buurtenergieteams’ te komen is tijd, geduld en ondersteuning nodig, met vrijheid voor de mensen en de buurten om naar eigen behoefte te handelen. Ander voorbeeld: investeringen in energiebesparing of opwekking voor bedrijven loont met name op momenten zoals verhuizing of procesvernieuwing in het bedrijf. Voorbereiding en besluitvorming over dergelijke activiteiten kosten echter nog wel eens meerdere jaren, waardoor regelingen van 4 jaar geen richting geven bij de investeringskeuzes die bedrijven maken. Want misschien is de regeling al weer verdwenen op het moment dat het bedrijf de keuze daadwerkelijk maakt. Deze regelingen kunnen echt voor de transitie werken, als ze voor 10-15 jaar zouden worden vastgesteld. 5 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 2. Werken vanuit een gemeenschappelijke visie op energie, die breed gedragen en concreet is Wij denken dat de concreet geformuleerde beleidsdoelstellingen (met percentages CO2reductie en duurzame energie) minder belangrijk zijn dan een brede maatschappelijk gedragen visie over welke instrumenten de gemeente wel en niet ondersteunt en over de voorzieningen, gebieden en technieken waar we ons met z’n allen op gaan richten. Een Structuurvisie Utrechtse Energie kan antwoord geven op de onzekerheid over welke ontwikkelingen in welke gebieden en momenten de gemeente wel of niet wil steunen of anderszins in gang wil helpen. Naast energieopwekking en besparing ook infrastructuur: toekomst gasnet en mogelijkheden stadsverwarming. De evaluatie beschrijft dat er in Utrecht gedurende het programma Utrechtse Energie 1 MW zoncapaciteit bijgekomen is en dat 140 MW mogelijk en nodig is als bijdrage aan de 20% duurzame opwekking in 2020. Dat is de helft van alle huishoudelijke daken. Hoe komen we tot al die zonnedaken? En wat doen we met of vinden we van de overgrote rest van de stedelijke elektriciteitsvraag? Vinden we het prima dat verduurzaming afhangt van een private beslissing voor wel/niet een biomassacentrale, waar gemeente en gemeenschap niet over gaan? De kosten en baten van het realiseren of juist uitblijven van het tussenresultaat 20% duurzame opwekking is een belangrijke exercitie om de neuzen in de stad dezelfde kant op te krijgen. Specifiek: 3. Subsidies: kritisch mee omgaan. Structurele instrumenten werken beter dan incidentele Energie-U is kritisch als het gaat om subsidies. We zijn geen voorstander van het subsidiëren van activiteiten die in zichzelf al rendabel zijn zoals zonnepanelen bij particulieren (een markt die zich in de afgelopen 4 jaar veel harder ontwikkeld heeft dan het subsidieinstrument). Subsidies brengen ook onrust teweeg, kunnen marktverstorend werken en zijn niet voor iedere doelgroep even goed bereikbaar. Energie-U heeft het effect van de gemeentelijke regelingen op het realiseren van particuliere zonnedaken ervaren en die ervaring was niet onverdeeld positief. Energie-U ziet meer in het faciliteren van initiatieven rondom rendabele activiteiten, door bijvoorbeeld het voeren van een slimme communicatiecampagne (om rendabele producten onder de aandacht te brengen), het ondersteunen van Energieambassadeurs om mensen vanuit eigen ervaringen te enthousiasmeren en het ontwikkelen van structureel en progressief financieel instrumentarium, zoals het bieden van een OZB-korting als gebouwen zelf energie opwekken of een laag energielabel hebben. 4. Initiatievenfonds Utrechtse energie: goed instrument, breder inzetten Het initiatievenfonds heeft een positieve werking op samenwerking en het in de samenleving brengen van nieuwe mogelijkheden op het vlak van energie. Het kan nog beter, als het initiatievenfonds ook voor verenigingen en organisaties opengesteld wordt om ook grootschaligere energieprojecten mogelijk te maken. Het gaat dan om projecten die nog niet volledig rendabel zijn en die van enkele burgers teveel financiële verantwoordelijkheid zou vragen. Ook zonprojecten op collectieve daken hebben vaak nog een businesscase die eigenlijk alleen met vrijwillige inzet net uitkunnen en dan nog enkele onzekerheden kennen, waar de gemeente via in kan ondersteunen. 6 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 Nu is het al zo dat Energie-U door bewoners gevraagd wordt om kansrijke aanvragen bij het initiatievenfonds te begeleiden en zo het financiële risico van activiteiten voor deze mensen te verkleinen. Zo voeren we op initiatief van enkele van onze leden een project Waterzijdig inregelen uit, waar samen met het ROC en de installatiebranche een oude techniek om 1030% energie te besparen nieuw leven wordt ingeblazen. 5. Energiepunt Wonen: De gemeente kan een goede rol spelen bij het geven van informatie en het koppelen van vraag en aanbod. Er lijkt nu nog een spanningsveld te zitten tussen informatie die de gemeente kan geven over concrete producten en de onafhankelijkheid van de gemeente t.o.v. producenten en dienstverleners. Om het instrument nog wat effectiever te laten zijn, zou het uitproberen van andere rolverhoudingen kunnen helpen: gemeente wil geen marktpartijen bevoordelen en pakt daarom een eigen rol, versus de vraag of de gemeente de beste promotor naar bewoners is. Te overwegen is om wat meer de behoeften van bewoners centraal stellen met een achtergrondrol van de gemeente, bijvoorbeeld door het Energiepunt op wat grotere afstand van de gemeente te brengen. Kansen: 6. Verbind de gemeente met de maatschappelijke energie, om samen doelen te bereiken Ook in de samenleving is kennis, tijd en geld beschikbaar voor nieuwe energieprojecten. De gemeente kan door het scherp kiezen van haar rol en instrumentarium aansluiten bij de ontwikkeling van crowdfunding en decentrale opwekking en hierdoor investeringen in energie op het gewenste peil brengen/houden. Nederlandse organisaties als Greenspread en de Windcentrale laten zien dat particulieren en bedrijven maar al te graag investeren in decentrale opwekking. Binnen Energie-U zijn honderden mensen bereid om in Utrechtse projecten voor duurzame energie en energiebesparing te investeren. Door haar daken beschikbaar te stellen kan zonder gemeentegeld maar met gemeenschapsgeld een flinke verduurzaming plaatsvinden. Een concreet voorbeeld zijn de gemeentelijke daken, waar Energie-U graag collectieve zonprojecten op zou willen realiseren. Het Energieakkoord maakt dit mogelijk (“postcoderoos”). Hierbij hoeft de gemeentelijke organisatie geen geld voor realisatie beschikbaar te stellen en worden omwonenden met elkaar in verbinding gebracht rondom en via het thema energie. Nu kiest gemeente/UVO ervoor om de daken via een tender aan te besteden en met gemeentegeld panelen aan te schaffen. Voor gemeentegrond zou voor grotere zonprojecten iets soortgelijks kunnen gelden. Miriam C.N. Sterk, de Bundeling- Stedelijk bewonersplatform Samenvatting: De Bundeling is voorstander van het programma Het al dan niet slagen van de Utrechtse Utrechtse Energie! en heeft enkele kanttekeningen bij de onderdelen die huurders van corporatiewoningen aangaan. Spreektekst: Geachte dames en heren, Graag wil De Bundeling van de uitnodiging gebruik maken om een reactie te geven op de beleidsevaluatie Utrechtse Energie! Zoals u allen weet is De Bundeling de 7 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 belangenorganisatie voor de Utrechtse huurders, daarom zult u begrijpen dat wij ons richten op het onderdeel Wonen. ambitie wordt volgens ons door drie elementen bepaald: 1. De huurproblematiek 2. De combinatie Hoogspringer en bewustwording/gedragsverandering 3. De duurzaamheidlening voor huurders De huurproblematiek De Bundeling heeft op deze plaats al eerder aandacht gevraagd voor de uiterst onrustbarende ontwikkeling van het niveau van de huren in Utrecht. Het aantal woningen in de kernvoorraad neemt schrikbarend snel af, terwijl het aantal mensen dat ervan afhankelijk is, toeneemt. Wij juichen ingrijpende renovaties met een hoog duurzaamheidsgehalte van harte toe. Dit komt immers de gezondheid van bewoners en hun portemonnee ten goede. Tevens is het echter zeer gebruikelijk dat energiezuinig gerenoveerde woningen na mutatie weer voor een veel hogere huurprijs worden verhuurd. Dat in de nieuwe wetgeving die nu ontwikkeld wordt, de huur van woningen na ‘vernieuwbouw’ opgetrokken mag worden tot label B – en de rest betaald wordt als Energiedienst – geeft aan corporaties de mogelijkheid de huren fors op te trekken. Dit optrekken van de huur mag, hoeft dus niet. Maar wij verwachten dat corporaties flink van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Het is onze zorg of daardoor het benodigde aantal woningen in de kernvoorraad gegarandeerd blijft. Deze ontwikkeling zou de uitvoering van de Utrechtse ambitie in de wielen kunnen rijden. In de evaluatie staat dat het het streven is om bij ‘Nul op de Meter woningen’ de totaalsom van huur en servicekosten lager te laten zijn dan de som van de huur en de oude energielasten. Dat streven is ons inziens te weinig. Wil men – in deze tijd dat de huren fors boven de inflatie verhoogd worden – huurders enthousiast krijgen, dan zal er een garantie moeten komen dat de totale lasten dalen. Alleen dan kan voldoende draagvlak onder bewoners voor de vernieuwbouw verkregen worden en het Hoogspringerprogramma een succes worden. Vertrouwen is een belangrijke factor. Is dat er niet, dan dreigt een en ander te stagneren in lange discussies tussen corporatie en huurders over de uiteindelijke besparing van de maatregel. De combinatie Hoogspringer en bewustwording Het is van belang dat een programma als Hoogspringers geflankeerd wordt door een campagne rond kennis over energiebesparing en gedragsverandering. Mensen met weinig kennis over energieverbruik en nauwelijks besef dat zij de hoogte van de rekening voor een deel zelf kunnen bepalen, zullen vanuit argwaan al snel het idee krijgen dat er een renovatieplan door hun keel wordt geduwd zolang ze twijfels hebben over de effecten van de maatregelen. Vanuit de BAS-afspraken is er inmiddels een concept Plan van Aanpak voor een Energiebewustwordingscampagne gedurende de komende twee jaar. Inhoudelijk zijn partijen het eens over de opzet van deze campagne. Een deel van de kosten worden gefinancierd uit het programma Utrecht Energie! Daar zijn wij blij mee. Het andere deel van de benodigde financiën is op dit moment voor de corporaties echter nog een probleem. Wij vertrouwen er op dat partijen hierover spoedig tot overeenstemming komen, zodat de stad kan gaan zinderen van enthousiaste uitspraken over het belang van het reduceren van energieverbruik. De duurzaamheidslening voor huurders 8 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 De duurzaamheidslening die Utrecht voor eigenaren kent, is inmiddels ook toegankelijk voor huurders. De gemeente beoogt hiermee dat huurders zelf stappen zetten voor bijvoorbeeld de aanschaf van zonnepanelen. Wij verwachten dat deze lening voor huurders aantrekkelijker wordt, indien het ‘financieren zonder lenen’ mogelijk is (zie: Beleidsevaluatie Utrechtse Energie!, p. 10). Als de punten die De Bundeling hier naar voren heeft gebracht, gerealiseerd worden, dan hebben wij er alle vertrouwen in dat de Utrechtse ambitie, waar het de huurwoningen betreft kan slagen. Tot slot wil ik u nog een overweging meegeven: In de huidige BAS-afspraken zijn partijen overeengekomen dat er door renovaties 3000 labelstappen per jaar gerealiseerd zullen worden. Inmiddels blijkt dat dit per jaar bijna het dubbele kan zijn. Een prachtig resultaat is dat! Wij stellen voor om in de nieuw op te stellen BAS-afspraken de lat nog wat hoger te leggen: geen x aantal labelstappen meer, maar harde afspraken over aantallen vernieuwbouw tot Nul op de Meter woningen. Ik dank u voor uw aandacht. Hans de Wind Samenvatting: Koopwoningen naar Label A renoveren is vooral een klantgerichte opgave in een nog niet functionerende markt waarin Utrecht marktmeester moet blijven. Spreektekst: Reactie op beleidsevaluatie Utrechtse Energie! Mijn naam is Hans de Wind. Ik ben, zoals in het rapport van de beleidsevaluatie Utrechtse Energie! staat, een “early adaptor”. Vorig jaar is mijn woning uit 1896 door een omvangrijke renovatie gebracht van label G naar label A; het doel van de Utrechtse inspanningen op weg naar 2030. Ik onderschrijf van harte de wijze waarop de stad de ontwikkeling naar 2030 ondersteunt maar zou daar nog wat aan willen toevoegen; ook uit ervaring. Een dergelijke renovatie is ingrijpend; technisch, financieel en emotioneel; je moet een aantal maanden je huis uit. Bij de grondige renovatie van een flink deel van de 69.000 Utrechtse koopwoningen naar minimaal label A heb je te maken met evenzoveel individuele eigenaren die beslissingen moeten nemen en waar je als aanbieder naar moet luisteren, wat je moet kunnen interpreteren. De behoefte naar comfort, kostenbesparing en/of vermindering van de ecologische footprint wordt door marktpartijen nu nog te veel beantwoord met een apparaat of een ingreep en als je geluk hebt met een begrijpelijke gebruiksaanwijzing en als je erg veel geluk hebt dan voorziet het in jouw behoefte. Ik heb geluk gehad, denk ik vooralsnog. Ik ben ingestapt in het project van Platform31 waar 30 gezinnen naar 80% energiereductie gaan. Begeleid door deskundigen. Ik heb tegelijkertijd zelf de EPA-opleiding gevolgd waarmee je woningen een energielabel kunt geven. Om in ieder geval enigszins te begrijpen waar de aanbieder het over heeft en te doorzien wat de consequenties zijn. We zitten in een markt waarbij aanbieders en vragers elkaar nog niet begrijpen; uitzonderingen daargelaten. Waar vragers aannemers niet vertrouwen. Soms terecht omdat aanbieders het ook niet echt weten maar er graag aan verdienen omdat het al zo slecht gaat in de bouw. Woningeigenaren krijgen voorstellen voorgelegd die ze niet snappen en waarbij 9 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 de technische georienteerde aanbieder niet in staat is om het uit te leggen en het verband te leggen met de behoefte. In die markt snelheid brengen is riskant maar nodig. De early adaptors moeten gevolgd worden door velen, maar ook de kundigheid van de aanbieders om de klant te willen begrijpen en daar tijd in te steken moet vele malen groter worden. Dat kan ook de andere kant uitgaan. Aanbieders willen te snel standaardiseren, een verdienmodel hebben, maken te weinig tijd vrij om naar de klant te luisteren want dat kost uren; de klant haakt af of is teleurgesteld. En dat is funest voor de lange termijn. Deze markt voor diepe renovatie is nog niet in balans. Utrecht kan hier marktmeester zijn, de condities scheppen, kan een onafhankelijk platform blijven bieden waar bewoners terecht kunnen. Utrecht moet doorgaan met haar energieambassadeurs, belangrijk voor de basis; bewoners die bewoners inzicht geven, emanciperen, helpen met relatief kleine dingen en altijd kunnen terugvallen op het grote netwerk van kennis dat de afgelopen jaren via de gemeente geopend is. Maar dat is niet genoeg; het is nog te veel een tupperwareparty voor CV-ketels en glasisolatie. Daar haal je label A niet mee. De oplossing alleen zoeken bij de grote bedrijven lijkt mij niet de juiste; Utrecht barst van de slimme kleine ondernemers met veel minder overhead dan de grote bedrijven. Zij komen voort uit een mix van particuliere woningeigenaren, energieambassadeurs, gedreven mensen. Het is nu de kunst voor de gemeente om in het gat tussen de woningeigenaar en de grote bouwbedrijven een verband te maken van deze kleine ondernemers die tijd hebben om naar de klant te luisteren, die ervaring hebben met die klanten, die voortkomen uit die klanten en die in staat zijn om een maatkostuum voor die klanten te ontwerpen. Laat de grote bouwbedrijven daarna opschalen als dat al kan. Utrecht, zie het niet als technische of economische opgave gericht op het object maar als opgave gericht op de klant. Dit is niet te vergelijken met nieuwbouw waar de bewoner vanuit de aanbieder gezien prettig abstract is. Lars Janssen Samenvatting: Toelichting bij het programma Utrechtse Energie, specifiek over het deelprogramma gericht op MKB bedrijven. Ervaringen uit de praktijk. Spreektekst: Mjin naam is Lars Janssen van de stichting MKB Energieadvies. Onze stichting helpt MKB ondernemers om energie te besparen. Binnen het programma Utrechtse Energie draaien wij het programma gericht op MKB Bedrijven op 2 bedrijventerreinen, Overvecht en Oudenrijn, dit in samenwerking met de ondernemersverenigingen aldaar. De gemeente trok in dit programma samen op met MKB Nederland die zo’n 20 zogenaamde Green Deals had lopen waarin deze in Utrecht er 1 van was. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren ook bedrijven bezocht op het onderwerp energie vanuit de handhaving. We zijn dus betrokken bij beide kanten van de zogenaamde Utrechtse Mix. De gemeente Utrecht is een voorbeeld voor andere gemeenten met deze aanpak. Wat mij betreft iets om trots op te zijn als gemeente. Je merkt dat andere gemeenten hier ook naar kijken. We hebben op dit moment 40 bedrijven in het stimuleringsprogramma zitten. 10 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 Deze 40 bedrijven besparen nu jaarlijks net zo veel energie als het totaalverbruik van zo’n 400 huishoudens, oftewel jaarlijks zo’n half miljoen euro. Dit is natuurlijk goed voor de concurrentiepositie van deze bedrijven en goed voor de Utrechtse economie. Wat je merkt is dat als je eenmaal het vertrouwen hebt van ondernemers dat ze makkelijk ergens een klap opgeven en investeren in energiebesparing. Het Utrechtse Energiefonds helpt hier verder bij, zeker als het om voor MKB ondernemers grote investeringen gaat. Wat je ook vaak hoort is dat ondernemers na ons bezoek aan het denken zijn gezet en energiebesparen door bijvoorbeeld zaken uit te zetten of dingen anders te gaan doen. Verder horen ook nogal eens dat ze een aantal dingen zelf hadden kunnen bedenken. Dat vind ik nooit erg, dat maakt de kans alleen maar groter dat ze het gaan doen. Ze hebben vaak een zetje nodig. Wat we ook merken is dat het tijd nodig heeft om alles te doen wat er kan. Veel bedrijven zijn nu halverwege hun actieplan. Om dat hele plan te doorlopen vergt een paar jaar. Wat ook opvalt is dat ondernemers die meedoen aan het stimuleringsprogramma vinden dat bedrijven die niet meedoen gehandhaafd moeten worden, ook de ondernemersverenigingen vinden dat. Level playing field. En verder valt op dat bedrijven die gehandhaafd worden dat over het algemeen geen probleem vinden. Echter, wat het precieze resultaat is van handhaving durf ik niet te zeggen, aangezien ik daar maar beperkt zicht op heb, al weet ik wel dat er bedrijven zijn die na hercontrole keurig gedaan blijken te hebben wat hen is opgedragen. Wat ik wel weet is dat bedrijven die aan het stimuleringstraject meedoen veel verder gaan dan bedrijven die gehandhaafd worden. Ik heb er bijvoorbeeld al een aantal bijzitten die stroomneutraal worden door stroom te besparen en het verbruik dat overblijft op te wekken met zonnepanelen. Andre Hermans, Voorzitter Stichting Kantorenpark Rijnsweerd Paul van Dijk, Energiecollectieven Tuindorp Samenvatting: Delen ervaring die wij hebben opgedaan met een tweetal succesvolle bewonersinitiatieven. Aanbevelingen voor toekomstig beleid Spreektekst: In de afgelopen anderhalf jaar hebben we in Tuindorp een tweetal succesvolle bewonersinitiatieven gestart: Ten eerste Zonnig Tuindorp; Op basis van eigen research en een marktconsultatie is een collectieve aanpak en inkoop van zonnepanelen georganiseerd. De dakoriëntatie en variatie in Tuindorp is niet ideaal voor zonnepanelen. Toch zijn er, nu de 3 e tranche loopt, in iets meer dan een jaar tijd een kleine 1000 panelen geplaatst. Gemiddeld per woning circa 7 panelen, waarmee deelnemers tenminste voor 30% zelf in stroom voorzien Ten tweede Energiek Tuindorp; in vervolg op ZT gestart met het doel om energiebesparende maatregelen te faciliteren. Via globaal dezelfde aanpak als voor ZT worden bewoners ontzorgt en gefaciliteerd met een aanbod hoogwaardige en voordelige oplossingen voor spouwmuurisolatie en vloerisolatie. November 2013 is dit initiatief gestart met flyers, informatieavond en website. Inmiddels zijn er voor de spouwmuurisolatie al meer dan 65 deelnemers. Voor de vloerisolatie zijn meer dan 50 11 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 offertes uitgezet waarvan er al meer dan 30 zijn bevestigd. Hoewel de aanbieding echt heel goed is blijkt de drempel voor het besluit voor de vloerisolatie iets hoger, omdat er vaak flink puin geruimd moet worden in kruipruimtes om de ruimtes werkbaar te maken en dit vraagt eigen inzet of extra kosten. Maar de aanvragen en bevestigingen lopen nog door. Graag deel ik met u een aantal ervaringen en opvattingen die wellicht kunnen bijdragen aan verdere ontwikkeling van het gemeentelijk beleid. 1. De gemeente stelt in haar beleid begrijpelijkerwijs inhoudelijke doelen . Opschalen en versnellen energietransitie, Utrecht klimaatneutraal in 2030. Onze ervaring is dat argumenten als klimaatbijdrage, herkomst schone energie bewoners vaak wel aanspreken maar er moet allereerst toch ook een goede business case zijn om tot een succesvolle collectieve aanpak te komen. Het is voor particulieren lastig om maatregelen en markt te doorzien en daardoor komt men individueel vaak niet verder dan goede voornemens. Men is zich vaak ook nog te weinig bewust van de overzichtelijke terugverdientijd van investeringen. Plat gezegd: Het is beter om spaargeld in je dak, kruipruimte of spouw te steken dan het op je spaarrekening te parkeren. Om bewoners te raken is die simpele/zakelijke insteek is evenzo belangrijk als ideële argumenten. 2. De effectiviteit van de bewonersinitiatieven voor collectieve aanpak en inkoop blijkt zeer groot. Wij zijn onafhankelijk, bieden passende oplossingen voor de specifieke eigenschappen van onze wijk, hebben goede kwalitatieve oplossingen tegen scherpe prijzen en voorwaarden geselecteerd. De bewonersinitiatieven zijn aantrekkelijk voor marktpartijen omdat zij zeer gericht en effectief offertes kunnen doen aan grote groep bewoners wiens interesse wij hebben gewekt. Deze aanpak vraagt intensieve inzet van de initiatiefnemers in het voorbereidingstraject. Het werven van bekendheid voor de initiatieven en informeren van geïnteresseerden kost niet alleen tijd maar ook geld; flyers, zaalhuur, website. De gemeente doet er goed aan(zoals dit nu deels ook is gebeurd) juist deze hobbels in het ontwikkelen van het bewonersinitiatief weg te nemen en meer te faciliteren door ruimte te bieden in bijvoorbeeld de nieuwsbrief Noordoost. Overigens hebben wij, nadat wij de markt a.h.w. hebben voorbewerkt, onze aanbieders zelf verantwoordelijk gemaakt voor individuele offertes aan de pool belangstellenden en ook voor eventuele vervolgcampagnes in de wijk. Omdat marktpartijen door ons voorwerk tot zeer hoge conversie van offertes naar contracten komen is dit, zo is onze ervaring, nog geen probleem. 3. Van de subsidie voor de aanschaf van panelen, waarmee de gemeente de Rijksregeling royaal overtrof is in onze wijk ruim gebruik gemaakt (waarvoor dank). We hadden het geluk dat de regeling bekend werd op de dag dat wij met onze eerste informatieavond voor Zonnig Tuindorp het aanbod aan de wijk kenbaar gingen maken. We vielen dus met onze neus in de boter. Achteraf gezien constateren we dat de tweede en derde tranche van Zonnig Tuindorp, welke het met veel minder of zelfs zonder subsidie moesten stellen, een vergelijkbaar succes zijn geworden. We hebben informatie over de duurzaamheidslening aangeboden. Uiteindelijk wordt naar mijn weten van de lening in onze wijk weinig/geen gebruik gemaakt Door bewoners met een goed en scherp aanbod te faciliteren en met het inzicht dat de terugverdientijden overzichtelijk zijn is het aanbod kennelijk zo aantrekkelijk dat de investeringsbeslissing vrij makkelijk wordt genomen. Financiële incentives en de duurzaamheidlening lijken bij ons niet van groot belang. 12 Raadsinformatieavond 4 maart 2014 4. Er is waardering voor de wijze waarop de gemeente zich de voorbije periode actief heeft ingezet voor het verduurzamen van de stad. De campagne is indrukwekkend. Wel zou ik willen vragen de effectiviteit van maatregelen kritisch te beschouwen. Met kleine bijdrages kan de gemeente bewonersinitiatieven zoals de onze van de grond helpen en initiatiefnemers behoeden het voor eigen rekening komen van aanloopkosten. Daar zou een prioriteit moet liggen. 5. Tenslotte, het sociale aspect van bewonersinitiatieven. Veel buurtbewoners vragen zich af waar ze het aan te danken hebben. De effectiviteit van bewonerscollectieven heeft onszelf ook verbaasd. Het geeft initiatiefnemers energie om je zo voor de wijk in te zetten en het is leuk om die ervaring ook met andere te kunnen delen. Veel buurtbewoners leren kennen en ook buiten de wijk nieuw contacten opgedaan. Tuindorp en Voordorp Vooruit! hebben over en weer kennis en ervaring gedeeld. Inmiddels op verschillende momenten onze ervaring gedeeld met initiatieven in Zeeheldenbuurt, Vogelenbuurt en Wilhelminapark. Ik geloof in deze kleinschalige, wijkgerichte aanpak maar denk dat niet ieder initiatief zelf het wiel moet uitvinden. Een periodieke informele borrel om kruisbestuiving tussen bewonersinitiatieven te bevorderen is wellicht een idee? 13
© Copyright 2024 ExpyDoc