04.20.076 ophanging plasbuis met TVT-O

Urologie
Ophanging plasbuis met TVT-O
Inleiding
Uw uroloog heeft u verteld dat u
stressincontinentie heeft. Om dit te
behandelen wordt bij u binnenkort een
bandje onder uw plasbuis geplaatst (een
TVT-O).
Doel
Het doel van deze operatie is om
ongewild urineverlies door plotselinge
drukverhoging in de buik (bijvoorbeeld bij
hoesten, lachen, sporten, etc.) te
voorkomen.
Andere vormen van behandeling
Naast de operatie met TVT-O zijn er
andere vormen van operaties, waarbij
bijvoorbeeld via een snee in de buik de
plasbuis wordt opgehaald en vatgezet.
Het principe van deze operaties is
hetzelfde: de plasbuis wordt in een betere
positie gelegd en vastgezet.
Daarnaast is het mogelijk om
stressincontinentie met
bekkenbodemoefeningen te
behandelen. Ook kan een pessarium(een
ring) een mogelijke oplossing zijn voor
stressincontinentie.
In uw geval is in onderling overleg
besloten tot het uitvoeren van een
zogenaamde urethrasuspensie
(ophanging van de plasbuis) met behulp
van TVT-O (Tensionfree Vaginal Tape
Obturatorius)
Opname
U wordt opgenomen op de dag van de
operatie. Meestal vindt de ingreep plaats
als dagbehandeling en kunt u dezelfde
avond weer naar huis.
U meldt zich bij de receptie bij de
hoofdingang va het ziekenhuis. U wordt
dan naar de verpleegafdeling gebracht
(het Dagbehandelcentrum of de Kort
Verblijf Afdeling).
De verpleegkundige maakt u wegwijs op
de afdeling. Zij stelt u een paar vragen en
bespreekt nogmaals de gang van zaken
rondom uw operatie.
De operatie
De operatie wordt uitgevoerd door de
uroloog. Tijdens de operatie liggen uw
benen in beensteunen. Bij de operatie
wordt een klein sneetje in de
vaginavoorwand vlak onder het
plasgaatje gemaakt. Vervolgens wordt
een kunststofbandje onder de plasbuis
doorgeleid richting de lies.
Als het bandje goed zit, worden de
uiteinden afgeknipt. Het bandje groeit
vanzelf vast. De drie wondjes worden met
hechtingen en/of pleisters gesloten.
Tijdens de operatie krijgt u een
blaaskatheter. Dat is om de urine continu
af te voeren, zolang de verdoving nog
werkt. Omdat er na de operatie altijd wat
bloed en wondvocht kan lekken, krijgt u
een gaastampon in de vagina dat als een
soort drukverband werkt. Deze
gaastampon wordt later op de dag
verwijderd.
De operatie duurt ongeveer een half uur.
na de operatie wordt u in de
uitslaapkamer verzorgd, totdat de
verdoving voldoende is uitgewerkt. Hierna
wordt u naar uw kamer teruggebracht.
Na de operatie
Na de operatie kunt u pijn hebben. De
anesthesioloog (narcose-arts) heeft
medicijnen tegen de pijn voorgeschreven
en als dat nodig is krijgt u ze. U mag direct
eten en drinken als u dat wilt, maar begint
u voorzichtig.
De blaaskatheter en de tampon worden
meestal verwijderd wanneer het gevoel in
de benen weer terugkomt. In het begin
kunt u wellicht wat branderigheid bij het
plassen voelen, dat gaat vanzelf over.
Ook kunt u merken dat het plassen eerst
moeilijker gaat dan voor de operatie.
Soms lukt het plassen zelfs helemaal niet.
Dan is het nodig dat uw blaas regelmatig
met een katheter wordt geleegd. Dat kan
door de verpleegkundige worden
gedaan, maar u kunt dat ook zelf leren.
‘s Avonds kunt u weer naar huis. Een
enkele keer kan het verstandig zijn nog
een nacht te blijven, bijvoorbeeld als de
verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt
of als het plassen nog niet goed gaat.
Mogelijke complicaties
Bij elke ingreep is er een kans op
complicaties. We zetten de belangrijkste
op een rij:
• Nabloeding: dit kan bij een operatie
altijd gebeuren. Bij de operatie met
TVT-O is de kans hierop klein.
• Blaasontsteking: soms kan door de
operatie en katheterisatie een blaasontsteking optreden. In dat geval is
een kuur met antibiotica voldoende
om de blaasontsteking te behandelen.
• Infectie van het TVT-O materiaal: dit
kan leiden tot chronische klachten die
kunnen aanhouden tot het materiaal is
verwijderd.
• Moeite met plassen: bijna elke vouw
heeft na de operatie met behulp van
TVT-O moeite met plassen. De blaasuitgang wordt namelijk zo gelegd dat
urine niet meer zo gemakkelijk wordt
verloren. Daardoor zal ook de urinestroom bij het plassen wat weerstand
krijgen. In het algemeen is de blaas
krachtig genoeg om zich normaal te
gaan legen. Heel soms is het nodig om
een paar dagen tot weken de blaas
zelf via katheterisatie te legen. Tenslotte komt bij vrijwel elke vrouw de plas
weer normaal op gang.
Hechtingen
De hechtingen zijn oplosbaar en hoeven
dus niet verwijderd te worden.
Wat doet u bij eventuele klachten?
Als u na de operatie bepaalde klachten
krijgen, belt u dan met de polikliniek
Urologie: (0182) 50 50 01 (tijdens
kantooruren). Het gaat dan om :
• Temperatuurverhoging (hoger dan 38
graden) met buikpijn.
• Toenemende afscheiding die sterk
ruikt.
• Vermoeden van een urineweginfectie.
Bij acute klachten kunt u contact
opnemen met de Spoedeisende hulp:
(0182) 50 53 27.
Leefregels na de ingreep
In het algemeen geldt dat u goed naar
uw lichaam moet luisteren. Geef daarom
toe aan het gevoel van vermoeidheid en
neem rust zodra u daar behoefte aan
heeft.
Tillen:
Door te tillen verhoogt u de druk op de
wond. Let u daarom op dat u de eerste
twee weken niet zwaar tilt, zoals
boodschappen of kleine kinderen. Een
kleine boodschappentas kunt u wel
dragen.
Huishoudelijk werk:
Verricht u de eerste weken geen zwaar
huishoudelijk werk, zoals bedden
verschonen en stofzuigen. Bukken, rekken
en strekken kan geen kwaad. Gewoon
huishoudelijk werk en traplopen zijn geen
probleem.
Autorijden:
In de eerste week na de operatie kan uw
reactievermogen verminderd zijn. Gaat u
daarom goed na of dit (weer) in orde is
voordat u gaat autorijden.
Fietsen:
Na twee weken kunt u weer gaan fietsen.
Plassen:
Neemt u – zeker de eerste dagen - rustig
de tijd om uit te plassen. Dit zal meer
moeite kosten dan voor de ingreep, maar
dat hoort bij de genezing en het is tijdelijk.
De eerste dagen kan er na het opstaan
toch nog wat urine komen. Hier hoeft u
niet van te schrikken; het gaat in de loop
van de tijd zeker over.
Tampons:
Uw vaginale bloedverlies zal eerst helder
rood zijn, daarna bruin. Vervolgens wordt
het steeds minder, totdat het ophoudt
(meestal na zo’n drie weken). Gebruikt u
zolang u nog bloed verliest of bruine
afscheiding heeft geen tampons.
Zwemmen en baden:
Pas nadat het bloedverlies gestopt is, kunt
u weer zwemmen en baden. Douchen is
vanaf het begin geen probleem.
Sporten:
U mag niet sporten totdat bij de controle
op de polikliniek Urologie is vastgesteld
dat u goed genoeg hersteld bent.
Gemeenschap:
Tot u bent gecontroleerd is het beter om
geen gemeenschap te hebben vanwege
de wondjes in de vagina.
Werken:
Als u een lichamelijk zware baan heeft,
kunt u na twee tot drie weken weer aan
het werk. Lichter werk kunt u weer
oppakken na drie tot vier dagen. Overlegt
u hierover ook met de controlerende
Arbodienst.
Wat te doen bij ziekte of verhindering?
Als u door ziekte of andere
omstandigheden verhinderd bent om op
uw afspraak te komen, wilt u dit dan zo
spoedig mogelijk doorgeven aan de
polikliniek Urologie: (0182) 50 50 01.
Algemene informatie over het GHZ
Voor informatie over het ziekenhuis kunt u
terecht op onze internetsite: www.ghz.nl.
Ook kunt u bellen naar het algemene
informatienummer: (0182) 50 50 50.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog
vragen, dan kunt u deze uiteraard
voorleggen aan uw uroloog of de
polikliniek Urologie: (0182) 50 55 70
(telefonische spreekuur van 9.00 tot 10.00
uur en van14.00 tot 15.00 uur).
Colofon
uitgave : Groene Hart Ziekenhuis, Gouda
productie : Marketing & Communicatie
juli 2014
04.20.076