Urologie Ophanging plasbuis met TVT-O Inleiding Uw uroloog heeft u verteld dat u stressincontinentie heeft. Om dit te behandelen wordt bij u binnenkort een bandje onder uw plasbuis geplaatst (een TVT-O). Doel Het doel van deze operatie is om ongewild urineverlies door plotselinge drukverhoging in de buik (bijvoorbeeld bij hoesten, lachen, sporten, etc.) te voorkomen. Andere vormen van behandeling Naast de operatie met TVT-O zijn er andere vormen van operaties, waarbij bijvoorbeeld via een snee in de buik de plasbuis wordt opgehaald en vatgezet. Het principe van deze operaties is hetzelfde: de plasbuis wordt in een betere positie gelegd en vastgezet. Daarnaast is het mogelijk om stressincontinentie met bekkenbodemoefeningen te behandelen. Ook kan een pessarium(een ring) een mogelijke oplossing zijn voor stressincontinentie. In uw geval is in onderling overleg besloten tot het uitvoeren van een zogenaamde urethrasuspensie (ophanging van de plasbuis) met behulp van TVT-O (Tensionfree Vaginal Tape Obturatorius) Opname U wordt opgenomen op de dag van de operatie. Meestal vindt de ingreep plaats als dagbehandeling en kunt u dezelfde avond weer naar huis. U meldt zich bij de receptie bij de hoofdingang va het ziekenhuis. U wordt dan naar de verpleegafdeling gebracht (het Dagbehandelcentrum of de Kort Verblijf Afdeling). De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling. Zij stelt u een paar vragen en bespreekt nogmaals de gang van zaken rondom uw operatie. De operatie De operatie wordt uitgevoerd door de uroloog. Tijdens de operatie liggen uw benen in beensteunen. Bij de operatie wordt een klein sneetje in de vaginavoorwand vlak onder het plasgaatje gemaakt. Vervolgens wordt een kunststofbandje onder de plasbuis doorgeleid richting de lies. Als het bandje goed zit, worden de uiteinden afgeknipt. Het bandje groeit vanzelf vast. De drie wondjes worden met hechtingen en/of pleisters gesloten. Tijdens de operatie krijgt u een blaaskatheter. Dat is om de urine continu af te voeren, zolang de verdoving nog werkt. Omdat er na de operatie altijd wat bloed en wondvocht kan lekken, krijgt u een gaastampon in de vagina dat als een soort drukverband werkt. Deze gaastampon wordt later op de dag verwijderd. De operatie duurt ongeveer een half uur. na de operatie wordt u in de uitslaapkamer verzorgd, totdat de verdoving voldoende is uitgewerkt. Hierna wordt u naar uw kamer teruggebracht. Na de operatie Na de operatie kunt u pijn hebben. De anesthesioloog (narcose-arts) heeft medicijnen tegen de pijn voorgeschreven en als dat nodig is krijgt u ze. U mag direct eten en drinken als u dat wilt, maar begint u voorzichtig. De blaaskatheter en de tampon worden meestal verwijderd wanneer het gevoel in de benen weer terugkomt. In het begin kunt u wellicht wat branderigheid bij het plassen voelen, dat gaat vanzelf over. Ook kunt u merken dat het plassen eerst moeilijker gaat dan voor de operatie. Soms lukt het plassen zelfs helemaal niet. Dan is het nodig dat uw blaas regelmatig met een katheter wordt geleegd. Dat kan door de verpleegkundige worden gedaan, maar u kunt dat ook zelf leren. ‘s Avonds kunt u weer naar huis. Een enkele keer kan het verstandig zijn nog een nacht te blijven, bijvoorbeeld als de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt of als het plassen nog niet goed gaat. Mogelijke complicaties Bij elke ingreep is er een kans op complicaties. We zetten de belangrijkste op een rij: • Nabloeding: dit kan bij een operatie altijd gebeuren. Bij de operatie met TVT-O is de kans hierop klein. • Blaasontsteking: soms kan door de operatie en katheterisatie een blaasontsteking optreden. In dat geval is een kuur met antibiotica voldoende om de blaasontsteking te behandelen. • Infectie van het TVT-O materiaal: dit kan leiden tot chronische klachten die kunnen aanhouden tot het materiaal is verwijderd. • Moeite met plassen: bijna elke vouw heeft na de operatie met behulp van TVT-O moeite met plassen. De blaasuitgang wordt namelijk zo gelegd dat urine niet meer zo gemakkelijk wordt verloren. Daardoor zal ook de urinestroom bij het plassen wat weerstand krijgen. In het algemeen is de blaas krachtig genoeg om zich normaal te gaan legen. Heel soms is het nodig om een paar dagen tot weken de blaas zelf via katheterisatie te legen. Tenslotte komt bij vrijwel elke vrouw de plas weer normaal op gang. Hechtingen De hechtingen zijn oplosbaar en hoeven dus niet verwijderd te worden. Wat doet u bij eventuele klachten? Als u na de operatie bepaalde klachten krijgen, belt u dan met de polikliniek Urologie: (0182) 50 50 01 (tijdens kantooruren). Het gaat dan om : • Temperatuurverhoging (hoger dan 38 graden) met buikpijn. • Toenemende afscheiding die sterk ruikt. • Vermoeden van een urineweginfectie. Bij acute klachten kunt u contact opnemen met de Spoedeisende hulp: (0182) 50 53 27. Leefregels na de ingreep In het algemeen geldt dat u goed naar uw lichaam moet luisteren. Geef daarom toe aan het gevoel van vermoeidheid en neem rust zodra u daar behoefte aan heeft. Tillen: Door te tillen verhoogt u de druk op de wond. Let u daarom op dat u de eerste twee weken niet zwaar tilt, zoals boodschappen of kleine kinderen. Een kleine boodschappentas kunt u wel dragen. Huishoudelijk werk: Verricht u de eerste weken geen zwaar huishoudelijk werk, zoals bedden verschonen en stofzuigen. Bukken, rekken en strekken kan geen kwaad. Gewoon huishoudelijk werk en traplopen zijn geen probleem. Autorijden: In de eerste week na de operatie kan uw reactievermogen verminderd zijn. Gaat u daarom goed na of dit (weer) in orde is voordat u gaat autorijden. Fietsen: Na twee weken kunt u weer gaan fietsen. Plassen: Neemt u – zeker de eerste dagen - rustig de tijd om uit te plassen. Dit zal meer moeite kosten dan voor de ingreep, maar dat hoort bij de genezing en het is tijdelijk. De eerste dagen kan er na het opstaan toch nog wat urine komen. Hier hoeft u niet van te schrikken; het gaat in de loop van de tijd zeker over. Tampons: Uw vaginale bloedverlies zal eerst helder rood zijn, daarna bruin. Vervolgens wordt het steeds minder, totdat het ophoudt (meestal na zo’n drie weken). Gebruikt u zolang u nog bloed verliest of bruine afscheiding heeft geen tampons. Zwemmen en baden: Pas nadat het bloedverlies gestopt is, kunt u weer zwemmen en baden. Douchen is vanaf het begin geen probleem. Sporten: U mag niet sporten totdat bij de controle op de polikliniek Urologie is vastgesteld dat u goed genoeg hersteld bent. Gemeenschap: Tot u bent gecontroleerd is het beter om geen gemeenschap te hebben vanwege de wondjes in de vagina. Werken: Als u een lichamelijk zware baan heeft, kunt u na twee tot drie weken weer aan het werk. Lichter werk kunt u weer oppakken na drie tot vier dagen. Overlegt u hierover ook met de controlerende Arbodienst. Wat te doen bij ziekte of verhindering? Als u door ziekte of andere omstandigheden verhinderd bent om op uw afspraak te komen, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk doorgeven aan de polikliniek Urologie: (0182) 50 50 01. Algemene informatie over het GHZ Voor informatie over het ziekenhuis kunt u terecht op onze internetsite: www.ghz.nl. Ook kunt u bellen naar het algemene informatienummer: (0182) 50 50 50. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze uiteraard voorleggen aan uw uroloog of de polikliniek Urologie: (0182) 50 55 70 (telefonische spreekuur van 9.00 tot 10.00 uur en van14.00 tot 15.00 uur). Colofon uitgave : Groene Hart Ziekenhuis, Gouda productie : Marketing & Communicatie juli 2014 04.20.076
© Copyright 2024 ExpyDoc