Activiteitenrapport 2013

Fédération des Hôpitaux Privés de Belgique ASBL
Verbond van de Private Ziekenhuizen van België VZW
Av. Alfred Solvaylaan, 5 b 3 – Bruxelles 1170 Brussel
Membre de COBEPRIVE / Lid van BECOPRIVE
Numéro d’entreprise/Ondernemingsnummer : 890354486
Activiteitenrapport
2013
Activiteitenrapport 2013 - 2/44
Samenvatting
I.
Missies en sterktes
p. 3
II.
Vertegenwoordigde sectoren
p. 4
III.
Nieuwe leden
p. 5
IV. Raad van bestuur
p. 6
V.
p. 6
Technisch Bureau: een efficiënt team dat ten dienste staat van de leden
VI. Belangrijkste activiteiten van VPZB
1.
2.
3.
p. 8
Doelgerichte en nuttige informatie
p. 8
1.1.
Publicaties
p. 8
1.2.
Seminaries en vormingen
p. 9
Consulting
p. 11
2.1.
Persoonlijke dienstverlening: een individuele begeleiding
p. 11
2.2.
Vorming op maat
p. 13
Vertegenwoordiging en bescherming van de belangen van de leden, p. 14
hun vertegenwoordiging
3.1.
Organen waar VPZB en haar leden zijn vertegenwoordigd
p. 14
3.2.
Markante feiten van het jaar 2013
p. 14
Activiteitenrapport 2013 - 3/44
HET VERBOND VAN PRIVATE ZIEKENHUIZEN VAN BELGIË (VPZB):
EEN BEROEPSVERENIGING TEN DIENSTE VAN HAAR LEDEN
I.
Missies en sterktes
Het Verbond van private ziekenhuizen van België (VPZB) is een vereniging zonder winstoogmerk die
ziekenhuizen en andere zorginstellingen groepeert.
Als werkgeverskoepel is het haar taak om de professionele en morele belangen van haar leden te
vertegenwoordigen, te beschermen en te verdedigen.
Het VPZB onderscheidt zich van de andere werkgeversfederaties in de sector door de heel
persoonlijke, kwalitatieve dienstverlening op maat die ze aan haar leden biedt. De medewerkers van
het Technisch bureau van VPZB hebben een gedegen juridische en financiële expertise opgebouwd.
Het VPZB is ook heel goed vertegenwoordigd in de diverse organen die tellen in de sector en kan
rekenen op belangrijke connecties in de politieke wereld.
Het VPZB is één van de 4 leden van de Belgische confederatie der private verzorgingsinstellingen
(BECOPRIVE), een VZW die samengesteld is uit professionele ziekenhuisorganisaties, rusthuizen, rusten verzorgingstehuizen en medisch-sociale inrichtingen. De 3 andere leden van BECOPRIVE zijn de
Brusselse vereniging van Private Zorginstellingen (BVPZI), de Federatie van rustoorden van België
(Ferubel) en Seniorenunie.
Wat biedt VPZB concreet aan haar leden?
In juridische, financiële, sociale en wettelijke domeinen van de ziekenhuissector
(ziekenhuisregelgeving, RIZIV, geneeskunst, medisch recht, collectieve overeenkomsten, etc.) biedt
BVPZI:
Doelgerichte en nuttige informatie.
Kwaliteitsvol en gepersonaliseerd advies, een heel grote beschikbaarheid van haar
medewerkers, alsook individuele begeleiding van hoog niveau bij het beheer van sommige
dossiers (BFM, sociale dossiers, …).
Vertegenwoordiging in diverse adviesorganen en een collectieve verdediging van hun belangen.
De verdediging van een vrije en verantwoordelijke filosofie van gezondheidszorgverlening:
Activiteitenrapport 2013 - 4/44
Vrij:
in de brede zin van de term, met name zo vrij als mogelijk van door de
overheid opgelegde beperkingen
Verantwoordelijk: beheerders, artsen, verzorgend personeel en patiënten moeten
gesensibiliseerd worden
Hiervoor beschikt VPZB over een sterk ontwikkeld netwerk: zo heeft ze heel goede contacten met de
andere koepels, de federale en ministeriële kabinetten bevoegd voor gezondheidszorg en deze van de
deelstaten, de verschillende betrokken administraties, de medisch syndicaten, enz. We onderhouden
nauwe contacten met het BVAS en, recentelijker, met de Coördinatie van Brusselse Instellingen voor
welzijnswerk en gezondheidszorg, die de meeste andere Brusselse private zorginstellingen groepeert,
en dit zonder dat VPZB haar federale eigenheid opgeeft gezien het belang van haar nationale
vertegenwoordiging.
Via de European union of private hospitals, waar de huidige directeur van VPZB penningmeester van
is, oefent VPZB ook een lobbyingactiviteit uit op Europees niveau.
II.
Vertegenwoordigde sectoren
Het VPZB is erkend als representatieve beroepsorganisatie uit de sector van gezondheidsdiensten.
Het VPZB telt een twintigtal zorginstellingen (waarvan sommigen hun activiteit op verschillende
vestigingsplaatsen uitoefenen) die ongeveer 3.000 bedden omvatten.
De bij VPZB aangesloten instellingen zijn actief in verscheidene sectoren, verspreid over het volledige
nationale grondgebied:
Ziekenhuissector
algemene ziekenhuizen
psychiatrische ziekenhuizen
geïsoleerde G- en Sp-diensten
Sector Geestelijke Gezondheidszorg
psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen
psychiatrische ziekenhuizen
psychiatrische dagziekenhuizen
initiatieven voor beschut wonen (IBW)
psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)
Activiteitenrapport 2013 - 5/44
Ouderenzorgsector
woonzorgcentra
rust- en verzorgingstehuizen
Andere sectoren
medisch-pediatrische centra
poliklinieken, laboratoria klinische biologie, medische kabinetten
revalidatiecentra
structuren gefinancierd door een RIZIV-conventie
III. Nieuwe leden
In 2013 heeft het verbond drie nieuwe leden aangetrokken:
-
VZW Sanatia, gelegen te Brussel, telt een neuropsychiatrisch ziekenhuis met 100 bedden alsook
een psychiatrisch verzorgingstehuis dat 68 personen kan huisvestigen en een psychotherapeutisch dagcentrum (RIZIV-overeenkomst), « Canevas » genaamd
-
AREMIS VZW biedt hospitalisering in de thuissituatie aan volwassenen en kinderen die lijden aan
een zware pathologie, die complexe technische zorg in de thuissituatie vereist, zoals perfusies,
parenterale en enterale voeding, chemotherapie, transfusies, complexe wondzorg, dialyse.
AREMIS is actief in de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
-
De Centrale Afdeling voor Fractionering van het Rode Kruis CVBA (C.A.F.-D.C.F) is een Belgische
coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die zich toespitst op de productie en
de distributie van stabiele plasmaderivaten afkomstig uit bloedplasma van vrijwillige en
onbetaalde bloed- en plasmadonoren. Het bevindt zich te Neder-over-Heembeek.
Activiteitenrapport 2013 - 6/44
IV. Raad van bestuur
Alle ziekenhuisinstellingen die lid zijn, zijn vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van VPZB.
De Raad van bestuur van VPZB is samengesteld uit personen die gemandateerd zijn door de
instellingen die lid zijn van VPZB.
De voorzitter van VPZB is Dokter Jacques de Toeuf.
De functie van Commissaris wordt uitgeoefend door RSM Belgium.
V.
Het technisch Bureau: een efficiënt team dat ten dienste staat van de leden
Gezien het zeer technische karakter van de sector en het belang van het lobbywerk door VPZB in een
omgeving die soms vijandig staat tegenover de ideeën die ze verdedigt, heeft het Verbond er altijd
voor gezorgd dat het kan rekenen op een uitstekend team.
Het Technisch Bureau biedt informatie en advies aan haar leden. Het verzorgt tevens de
vertegenwoordiging van de leden van het VPZB bij de verschillende organen waar het verbond een
mandaat heeft.
Het Technisch Bureau verstrekt meer bepaald informatie via de BECO FLASH en de BECO NEWS en via
verschillende andere publicaties zoals onder meer de coördinaties van de verschillende
reglementeringen.
De website www.fhpb-vpzb.be maakt het mogelijk om de missie van VPZB aan het grote publiek
kenbaar te maken. De website biedt aan alle leden een grote hoeveelheid aan informatie: punctuele
informatie, nieuwsberichten, geldende regelgeving, informatiebladen, enz.
De opdrachten inzake advies kunnen gebeuren zowel op collectieve (bv. vormingssessies) als op
individuele wijze (bv. hulp bij het opstellen van een financieringsdossier, verdediging bij een sociale
bemiddeling, antwoorden op punctuele vragen, …).
Activiteitenrapport 2013 - 7/44
Samenstelling van het Technisch bureau
Directeur:
Jean-Noël Godin
Na een lange carrière in het bankwezen en in de verzekeringssector, heeft JeanNoël Godin het team van het Technisch bureau versterkt in 1998. Sindsdien heeft
hij verschillende mandaten uitgeoefend, zowel voor BECOPRIVE als voor VPZB. Als
lid van het Paritair Comité 330, heeft hij onder andere het eerste meerjaren-sociaal
akkoord onderhandeld in 2000 en heeft ook 2 jaar lang het voorzitterschap van de
Nationale Confederatie voor Zorginstellingen waargenomen. Sinds 2003 is hij ook
actief geweest in verschillende ministeriële kabinetten van de federale regering en
neemt hij als dusdanig deel aan diverse onderhandelingen over regeerakkoorden
en over de uitwerking van gezondheidszorgbudgetten. In het kader van zijn taken
voor de overheid, is hij lid van de Algemene Raad van het RIZIV en de Multipartite
structuur, maar ook bestuurder van het Federale Kenniscentrum en het Fonds voor
medische ongevallen. Jean- Noël Godin is directeur van VPZB sinds 1 juli 2012.
Adviseurs:
Evelyne Chambeau, expert voor de psychiatrische instellingen. Evelyne Chambeau
heeft het team van VPZB versterkt in april 2013 om een antwoord te bieden aan de
stijgende specifieke behoeften van de psychiatrische instellingen die lid zijn van
VPZB. Ze is licenciate psychologie en crimonologie en werkt sinds meer dan 20 jaar
in de sector van de geestelijke gezondheidszorg en kent dus heel goed de
uitdagingen voor de sector.
Aurélie Debouny, junior juriste, heeft in 2011 een master in het recht behaald aan
de UCL en in 2012 een « master-na-master in het sociaal recht » aan de VUB. Ze
houdt zich voornamelijk bezig met de sociale dossiers (verdediging,
vertegenwoordiging, advies, ...) maar volgt tevens punctueel andere materies zoals
geneeskunst, elektronische archivering, enz.
Dieter Goemaere, economist senior. 10 jaar geleden, vlak na het behalen van zijn
diploma in handelswetenschappen in 2004, heeft Dieter Goemaere het team van
VPZB versterkt. Vandaag is hij voornamelijk bezig met de verschillende
financieringssystemen van alle zorginstellingen, met een specialisatie in het budget
van financiële middelen en de investeringen. Hij kan genieten van een brede
ervaring in andere onderwerpen, zoals onder andere RIZIV-materie, de
woonzorgcentra, enz. Sinds 2013 deelt hij zijn arbeidstijd tussen ons Verbond en
zijn post als Directeur financiële administratie bij de Stichting voor psychogeriatrie.
Activiteitenrapport 2013 - 8/44
Nathalie Noël, jurist senior, heeft in 2009 een master in het management van
zorginstellingen behaald. Ze heeft lang ingestaan voor de opvolging van het sociaal
recht maar breidt vandaag haar deskundigheid uit naar diverse ziekenhuismateries
zoals de erkenning, accreditatie, de relaties artsen-beheerder, de
overheidsopdrachten en de rechten van de patiënt. Haar kennis van de medische
wereld komt ook ten gunste van het Verbond. Nathalie Noël is namelijk sinds
februari 2010 directrice van Brusselse kamer van de Belgische Vereniging van
Artsensyndicaten.
Sean Van Brempt, economist junior, heeft een master toegepaste economische
wetenschappen behaald aan de KUL in 2012 en volgt momenteel een master in
ziekenhuisbeheer aan dezelfde universiteit. Hij houdt zich voornamelijk bezig met
het RIZIV-luik van de ziekenhuisfinanciering en met de nomenclatuur maar volgt
tevens met veel bekwaamheid de « BFM »- en andere financiële dossiers op.
Assistenten:
Catherine Cancio
Sylvia Debay
De doeltreffenheid van de staff van VPZB is onder andere het resultaat van een nauwe samenwerking
tussen elk lid van het team bij het beheer van projecten die, steeds vaker, zowel juridische als
economische bekwaamheden vereisen en waarbij de nadruk dient gelegd te worden op een collectief
succes, eerder dan een individueel succes.
VI. Belangrijkste activiteiten van VPZB
1.
Doelgerichte en nuttige informatie
1.1.
Publicaties
VPZB houdt haar leden in real time op de hoogte van al het nieuws uit de sector. We
stellen dan ook de volgende informatiebladen ter beschikking van onze leden:
- BECO FLASH, die het juridisch nieuws van de week samenvat (Belgisch staatsblad,
Ministerraad, RIZIV-nieuws en andere).
- BECO NEWS die een uitgebreide informatie en analyse aanbrengen over een
welbepaald thema.
Activiteitenrapport 2013 - 9/44
Met het oog op een continue verbetering van onze diensten aan de leden, hebben we de
Internetsite herzien om al onze informatie op een ergonomische manier toegankelijk te
maken. We nodigen u uit om deze te bezoeken op www.fhpb-vpzb.be
1.2.
Seminaries en vormingen
•
Seminaries
Onze koepel organiseert elk jaar één of meerdere seminaries over
onderwerpen die interessant zijn voor alle zorginstellingen.
♦
BTW
Ter gelegenheid van onze Algemene vergadering 2013 hebben we een
conferentie georganiseerd over de gevolgen van de BTW-regelgeving
voor de zorginstellingen. Deze Conferentie werd voorgesteld door
Meester Xavier Gérard, advocaat gespecialiseerd in VZW-fiscaliteit.
♦
Overheidsopdrachten
In samenwerking met CBI en FIH heeft onze koepel een seminarie
georganiseerd over de impact van de overheidsopdrachten voor de
gezondheidszorginstellingen. Dit seminarie, dat een groot succes was,
gaf praktische antwoorden op de vragen die de instellingen zich
stelden. Elk thema werd vanuit drie invalshoeken onderzocht : de
juridisch invalshoek, deze van de leverancier en deze van de koper.
♦
Accreditatie
Onze koepel heeft actief deelgenomen aan de organisatie van een
seminarie over de accreditering van de ziekenhuizen om de Brusselse
en Waalse ziekenhuizen te sensibiliseren, en dit in het kader van onze
deelname aan het Platform voor accreditatie, opgericht in 2013.
Activiteitenrapport 2013 - 10/44
•
Werkgroepen ter attentie van de leden
♦
Werkgroep “Tewerkstelling en Arbeid”
Onze koepel organiseert meerdere keren per jaar opleidingen ter
attentie van de HR Hoofden van haar leden m.b.t. het intersectoraal en
sectorale sociaal nieuws. In 2013 kwam deze WG twee keer samen (in
januari 2013 en september 2013). De vergadering hadden betrekking op,
onder andere, de verlenging van de stelsels van werkloosheid met
bedrijfstoelage, het nieuwe regime van tijdskrediet (CAO nr. 103), het
werkgelegenheidsplan oudere werknemers (CAO nr. 104) en het
compromis over het eenheidsstatuut.
♦
♦
Daarenboven hebben
georganiseerd in 2013:
we
verschillende
punctuele
werkgroepen
o
tijdens een WG Finhosta was er een constructieve uitwisseling tussen
onze leden en het Hoofd van de statistische cel – BFM –
Boekhouding en Beheer van de ziekenhuizen van de FOD
Volksgezondheid, m.b.t. wijzigingen van de Finhosta-registratie.
o
We hebben de leden geïnformeerd over de verschillende wijzigingen
in het BFM, die reeds hoger in dit rapport werden beschreven,
tijdens een WG BFM.
o
Tijdens een WG MZG-VG werden onze leden geïnformeerd over de
resultaten van de studie over de profielen « nursing related groups »,
mede dankzij de aanwezigheid van een expert van de FOD
Volksgezondheid.
WG « Psychiatrie »
Onze vereniging organiseert meerdere keren per jaar werkgroepen
psychiatrie om de specifieke vragen in deze sectoren aan bod te laten
komen. De aanwerving van een expert in deze materie in april 2013
heeft het mogelijk gemaakt om deze werkgroepen intensiever op te
volgen (24/06/2013; 13/09/2013; 02/12/2013).
Activiteitenrapport 2013 - 11/44
•
Vormingen
♦
Vormingen functiecomplement
Het sociaal akkoord 2005-2010 heeft de toekenning van een
functiecomplement voorzien voor de verpleegkundige en paramedische
kaders, met 18 jaar beroepsverleden in de ziekenhuizen, de ROB/RVT, de
psychiatrische verzorgingstehuizen, de initiatieven beschut wonen en
diensten voor thuisverpleging. De toekenning en het behoud van deze
financiering voor de instelling zijn aan een vormingsvoorwaarde
verbonden. Het betrokken personeel moet namelijk een basisopleiding
van 24 u, vóór 1 januari 2011, en een permanente vorming van 8u per
jaar volgen.
Sinds 2010 organiseert onze vereniging vormingen voor de toekenning
en de financiering van de premie voor het functiecomplement ter
attentie van de verpleegkundige en paramedische kaders. In 2013 heeft
de Federatie 2 opleidingen (één in het Frans en één in het Nederlands)
georganiseerd over de reglementering van de arbeidstijd in de
zorgsector. Deze vormingen werden gegeven door personen die
werkzaam zijn bij de algemene directie “toezicht op de sociale wetten”
van de FOD Tewerkstelling.
2.
Consulting
2.1.
Onze vereniging besteedt bijzondere aandacht aan individuele dienstverlening aan haar
leden. Onze leden erkennen de expertise en de beschikbaarheid van onze medewerkers,
alsook hun bekwaamheid om aangepaste oplossingen te vinden voor elk lid.
Enkele voorbeelden van individuele begeleiding:
In het kader van de 6e Staatshervorming heeft VPZB sommige categorale ziekenhuizen
kunnen ondersteunen. Dit was onder andere het geval voor ziekenhuis Scheutbos (Gbedden en Sp-bedden voor psychogeriatrische aandoeningen). VPZB heeft deze
instelling, die een piste wilde vinden om onder de federale bevoegdheid te blijven
vallen, kunnen helpen. VPZB heeft, zowel op juridisch als op financieel vlak, de
toenadering van ziekenhuis Scheutbos (Sint-Jans-Molenbeek) en de ziekenhuizen Bois
de la Pierre te Waver en Forêt de Soignes te Waterloo (CHRPBW) kunnen begeleiden.
In 2014 zal deze toenadering tot een fusie leiden.
Activiteitenrapport 2013 - 12/44
Juridische steun en expertise in de ondernemingsraden
In het kader van haar syndicale activiteiten heeft ons Verbond sommige leden
gesteund op juridisch vlak gedurende vergaderingen van hun ondernemingsraad. Deze
ondersteuning werd op punctuele manier georganiseerd, bijvoorbeeld in het kader
van het opmaken van een arbeidsreglement maar ook op een regelmatige basis, door
het brengen van een juridische expertise gedurende elke vergadering van de
ondernemingsraad (opmaken van nota’s, juridische verduidelijkingen van enkele
punten van de agenda, enz.).
Reconversie en overdracht van bedden
Onze koepel heeft CHIREC begeleid in dossiers voor de reconversie en overdracht van
bedden tussen haar sites. In 2013 heeft CHIREC aanvragen ingediend voor de
reconversie en overdracht van bedden voor heelkunde, geneeskunde en pediatrie in
acute psychiatrische bedden en bedden voor revalidatie, teneinde de erkende
eenheden aan te passen aan de steeds veranderende zorgbehoeften.
Vooreerst focuste onze begeleiding zich op de berekening van de financiële impact
van deze transactie en op juridische ondersteuning bij de indiening van de
aanvraagformulieren. Nadat het dossier was ingediend, hebben we het opgevolgd bij
de administraties en de bevoegde ministeriële kabinetten.
Test accreditatie Centre Hospitalier J. Titeca
In mei 2013 heeft onze koepel zich, net als de andere Franstalige koepels, ingezet voor
het oprichten van een overlegplatform over accreditatie, die de vorm heeft
aangenomen van een platform voor de continue verbetering, zorgkwaliteit, veiligheid
van patiënten.
In dit kader werden meerdere contacten gelegd met de verschillende accreditatieorganismen. De eerste contacten richtten zich op het Qmentum programma van
Canada international, wat toen het enige Franstalige programma was met een
internationale focus. Sindsdien hebben JCI, afkomstig uit de VSA, en HAS, van
Frankrijk, ook Franstalige en internationale programma's ontwikkeld.
Op 13 september heeft onze vereniging het Qmentum programma aan al haar
ziekenhuisleden (zowel algemene als psychiatrische) voorgesteld. Ter gelegenheid van
deze voorstelling heeft één van onze psychiatrische ziekenhuizen kunnen genieten van
een eerste bezoek door twee bezoekers van Canada international.
Activiteitenrapport 2013 - 13/44
Twee dagen lang hebben de bezoekers verschillende personen ontmoet die in het
Centre Hospitalier J. Titeca werken. Deze twee dagen zijn afgerond met de
overhandiging van een pré-accreditatierapport en de voorstelling van dit rapport aan
het personeel.
De adviseur-expert in GGZ heeft dit proces opgevolgd samen met de
verantwoordelijken van het Centre Hospitalier J. Titeca. De adjunct algemeen
directeur van Centre Hospitalier J. Titeca heeft zijn ervaring kunnen delen tijdens de
officiële lancering van het platform op 11 december 2013.
2.2.
Vorming op maat
Ons verbond kan ook vormingen op maat van elke instelling op punt stellen. Een
voorbeeld in 2013:
Vormingen over de overeenkomst - Zeepreventorium
In 2013 kreeg onze koepel de vraag van het Zeepreventorium in De Haan om enkele
vormingen te organiseren over de overeenkomst voor functionele revalidatie tussen het
verzekeringscomité en het Zeepreventorium. Het doel van deze vormingen is om haar
personeelsleden (artsen, administratief personeel, paramedici) beter te informeren over
deze overeenkomst en over de gevolgen die ze heeft op de dagelijkse werking van deze
teams.
Aangezien de nuttige informatie sterk afhangt van de functie die de werknemer
uitoefent in de instelling hebben we ervoor gekozen om meerdere vormingen te
organiseren, elk met een eigen aanpak in functie van het doelpubliek.
Activiteitenrapport 2013 - 14/44
3.
Vertegenwoordiging en bescherming van de belangen van de leden, hun vertegenwoordiging
3.1.
Organen waar VPZB en haar leden zijn vertegenwoordigd
De missies en bevoegdheden van de organen waarin vertegenwoordigers van het VPZB
zetelen, zijn opgenomen in bijlage.
3.2.
Markante feiten van het jaar 2013
3.2.1.
Algemeen beleid
Staatshervorming
Ter herinnering, het institutioneel akkoord van 11 oktober 2011 voorziet
overdrachten van bevoegdheden naar de deelstaten voor een budget van
4,2 miljard € voor de gezondheidszorg en hulp aan personen.
De materie die wordt overgedragen aan de deelstaten betreft voornamelijk de
overdracht van de ziekenhuisnormen, de financiering van de
ziekenhuisinfrastructuur, de geïsoleerde G-diensten en Sp-diensten, de
psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en de initiatieven beschut wonen
(IBW), de instellingen voor ouderenzorg (ROB, RVT, ...), de revalidatieovereenkomsten, de preventie en de eerste lijn.
In 2013 hebben de Franstalige partijen een zogenaamd « Sint Emilie »-akkoord
afgesloten als basis voor de uitvoering van de Staatshervorming in Wallonië en
in Brussel. Dit akkoord is nog niet concreet uitgevoerd, in het bijzonder in
Brussel waar het momenteel nog afwachten is op een onderhandeling met de
Vlaamse partijen die aan de macht zullen zijn na de verkiezingen van 25 mei
2014.
Er blijft heel wat ongerustheid heersen binnen de sector, zowel op het vlak van
de financiering van de sector als voor de organisatie van de administraties en de
materies.
In 2013 heeft VPZB zich in het bijzonder toegelegd op de ondersteuning van de
categorale ziekenhuizen, die naar aanleiding van het akkoord over de
6e Staatshervorming volledig zouden gecommunautariseerd worden.
Activiteitenrapport 2013 - 15/44
In Vlaanderen heeft onze koepel in samenwerking met Zorgnet Vlaanderen
meegewerkt aan een portfolio die de Vlaamse categorale ziekenhuizen
voorstelt en hun aandachtspunten en behoeften opsomt.
In Brussel heeft VPZB via het platform van Brusselse categorale ziekenhuizen
alle betrokken instellingen ondersteund bij het uitwerken van een portfolio
t.a.v. de betrokken overheden. In deze portfolio stelden we enerzijds de
Brusselse categorale ziekenhuizen voor aan de Brusselse autoriteiten en
anderzijds vestigden we de aandacht op hun specifieke aanpak en zorg voor
ouderen en voor de revalidatie van kinderen en volwassenen.
Alle betrokken Brusselse ziekenhuizen hebben tenslotte besloten om een fusie
aan te gaan met acute of psychiatrische ziekenhuizen teneinde deze
communautarisering, die op financieel vlak als “risicovol” werd aanzien, te
vermijden. Onze koepel heeft haar betrokken leden hierin ondersteund
(cf. infra).
Overheidsopdrachten
Naar aanleiding van de Europese richtlijnen is een nieuwe Belgische regelgeving
inzake overheidsopdrachten in werking getreden, op 1 juli 2013, waardoor de
overheidsopdrachten van toepassing werden voor alle aankopen in private
ziekenhuizen. De toepassing van deze regelgeving in rustoorden en rust- en
verzorgingstehuizen is afhankelijk van hun financiële structuur.
Overheidsopdrachten geven alle sectoren verschillende uitdagingen :
bijkomend administratief werk maar ook rationalisering van de aankopen. De
instellingen dienen ook opmerkzaam te blijven voor het juridisch risico dat
samengaat met de procedures van de overheidsopdrachten. Onze koepel
adviseert haar leden om hen hierbij te helpen. We hebben onder meer een
seminarie georganiseerd in samenwerking met CBI en FIH op 14 november. Dit
seminarie, dat een groot succes was, gaf praktische antwoorden op de vragen
die de instellingen zich stelden. Elk thema werd vanuit drie invalshoeken
onderzocht : de juridisch invalshoek, deze van de leverancier en deze van de
koper.
Naast informeren en adviseren blijft VPZB ook haar politieke lobby verder
zetten, onder andere door deel te nemen aan een werkgroep
“overheidsopdrachten Gezondheidszorg” bij de Kanselarij van de Eerste
Minister.
Activiteitenrapport 2013 - 16/44
Besparingen
Tijdens de budgettaire controle 2013 heeft de Regering meerdere
besparingsmaatregelen genomen die een direct effect hebben op de
ziekenhuizen en had ze een Taskforce de opdracht gegeven om andere
besparingsmaatregelen, ten belope van 86 miljoen euro, te vinden om de
budgetten van 2013 en 2014 in evenwicht te krijgen. Sommige maatregelen zijn
ingegaan in 2013, andere zijn op 1 januari 2014 in werking getreden.
• Eén van deze maatregelen was een besparing van 32,684 miljoen € (= 7,73 %
van het totale bedrag) van de nationale enveloppe van de forfaits per
ambulant
voorschrijven
van
klinische
biologie.
Tijdens
het
Verzekeringscomité van 8 juli 2013 heeft de Nationale commissie
geneesheren-ziekenfondsen (NCGZ) echter een tegenvoorstel ingediend (dat
is aanvaard) dat bestaat uit een lineaire besparing van
47,851 miljoen € (hetzij 9 % van de totale nationale enveloppe) op de
ambulante forfaits. Het bedrag van 15,167 miljoen € dat aldus bespaard
werd bovenop de 32,684 miljoen € gevraagd door de Minister, zou moeten
worden geherinvesteerd in de ziekenhuissector door een verhoging van de
opnameforfaits van de gehospitaliseerde en de dagpatiënt.
De besparing van 9 % op de ambulante opnameforfaits is verschenen (KB
van 18 oktober 2013 met inwerkingtreding op 1 november 2013) maar de
verhoging van de opnameforfaits van de gehospitaliseerde en de
dagziekenhuispatiënt, is nog niet gepubliceerd.
• Ook het Budget van Financiële Middelen (BFM) is niet ontsnapt aan de
besparingen. Het onderdeel B1 (de gemeenschappelijke diensten) werd
vanaf 01.07.13 structureel met 2,5 miljoen € verminderd (zijnde 5 miljoen €
op jaarbasis).
• Naast onderdeel B1 werd er ook bespaard op het onderdeel B4 (specifieke
werkingskosten). Het onderdeel dat de pilootprojecten moet dekken, werd
vanaf 2013, op recurrente wijze, voor de algemene ziekenhuizen verminderd
met 3,5 miljoen € en voor de psychiatrische ziekenhuizen met 1,5 miljoen €.
Activiteitenrapport 2013 - 17/44
• De Taskforce heeft daarnaast nog 4 belangrijke besparingsmaatregelen
genomen die uitwerking hebben vanaf 1 januari 2014, maar waartoe al in
2013 besloten werd. Eerst en vooral is het mini-forfait uit de nationale
conventie gehaald vanaf 1 januari 2014. Vanaf deze datum werd de
vergoeding ervan opgenomen in het budget van financiële middelen (BFM),
mits een besparing van 10 miljoen €.
Een andere besparingsmaatregel die werd genomen door de Regering is
deze m.b.t. het stopzetten van de praktijkverschillen inzake de facturatie van
verpleegdagen (forfait per ligdag). De oude nationale overeenkomst voorzag
een bedrag per verpleegdag te kunnen factureren op de eerste dag en op de
dag van ontslag wanneer de opname gebeurde vóór 12.00u op de dag van
opname en het ontslag nà 14.00u plaatsvond op de dag van ontslag. Deze
regel werd opgeheven. Op die manier hoopt de Regering 11,7 miljoen € te
besparen.
De Regering voorziet ook een besparing van 12,7 miljoen € door het verbod
van cumul van ambulante forfaitaire honoraria en forfaitaire honoraria per
opname.
Ten slotte is er ook beslist om de variabele financiering per opname (forfaits
per opname) te beperken tot 82 % in geval van heropname van een patiënt
in hetzelfde ziekenhuis binnen een termijn van 10 dagen volgend op de
vorige opname. Deze besparing zou 7,3 miljoen € moeten opbrengen.
3.2.2.
Ziekenhuisbeleid
-
Procedures aanvragen subsidies bij de GGC
Een besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie van 10 oktober 2013, verschenen in het
Staatsblad op 23 oktober jongstleden, voert de procedure in om
investeringssubsidies en/of een waarborg aan de GGC te vragen voor de
bouw, de uitbreiding, de verbouwing, de uitrusting en de apparatuur van
ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen.
VPZB heeft actief meegewerkt aan de totstandkoming van deze nieuwe
procedures en daarna de verschillende stappen van deze procedure
samengevat, alsook de belangrijkste aandachtspunten, in overleg met de
GGC-administratie. Deze samenvatting is verspreid onder onze leden.
Activiteitenrapport 2013 - 18/44
-
Borstkanker
De besluiten van 15 december 2013 gaven eindelijk (maar slechts deels)
een gevolg aan het advies van de Nationale raad voor
ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) van 8 september 2011. Hun doelstelling
is voornamelijk om de toegang tot oncologische zorg voor borstkanker te
verbeteren door een erkenning te voorzien voor zorgprogramma's
waarvan het activiteitenniveau lager ligt dan de initiële normen, zonder
daarbij de kwaliteitsgarantie in het gedrang te brengen. De tevoren
erkende zorgprogramma's zullen erkend worden als coördinerende
borstklinieken en zullen voortaan een activiteitsniveau van 125 nieuwe
gevallen per jaar moeten kunnen aantonen. Nieuwe zorgprogramma's,
satellietborstklinieken genaamd, kunnen erkend worden op voorwaarde
dat ze een minimaal activiteitsniveau vertonen van 60 nieuwe gevallen
per jaar en een juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband afsluiten
met een Coördinerende borstkliniek.
De nieuwe normen hechten tevens veel belang aan de kwaliteit en
voeren bijkomende verplichtingen in onder andere op het vlak van de
registratie van indicatoren. De nieuwe normen passen de vereisten aan
inzake radiologische en technische apparatuur, inzake de ten laste name
alsook inzake de medische, verpleegkundige, psychosociale en
kinesitherapeutische omkadering. Ze voeren tenslotte de verplichting op
een revalidatieprogramma in.
-
eHealth
De totstandkoming en ontwikkeling van het eHealth-platform kunnen
gezien worden in het licht van enkele belangrijke evoluties binnen de
gezondheidszorgsector. Enkele van deze evoluties zijn de verschuiving
van louter acute zorg naar meer chronische zorg, de opkomst van zorg op
afstand (o.a. thuiszorg), de opkomst van multidisciplinaire, transmurale
en geïntegreerde zorg, een nood aan betrouwbaar, gecoördineerd
kennisbeheer en –ontsluiting en een dreiging van tijdrovende
administratieve processen.
Activiteitenrapport 2013 - 19/44
Bovendien is er een constante druk om betere verzorging te verlenen
met steeds schaarsere middelen. Deze evoluties vergen een betere
samenwerking tussen alle actoren in de gezondheidszorg en de
bijhorende toename in uitwisseling van vertrouwelijke gegevens
betreffende de patiënt. Het eHealth-platform neemt de taak op zich een
goed georganiseerde, onderlinge elektronische dienstverlening en
informatie-uitwisseling te bevorderen en te ondersteunen tussen alle
actoren in de gezondheidszorg met de nodige waarborgen op het vlak
van informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
van de patiënt en de zorgverlener en het respect van het medisch
beroepsgeheim.
Om deze redenen heeft de FOD Volksgezondheid eind 2012 het actieplan
e-gezondheid 2013-2018 voorgesteld. Dit plan bevat de meest essentiële,
algemene actiepunten teneinde het gebruik ervan in de komende jaren
uit te breiden en te veralgemenen. Dit plan heeft binnen de sector in de
loop van 2013 heel wat stof doen opwaaien.
-
MediPrima
Het systeem “MediPrima” heeft tot doel de behandeling van de
medische hulp die door OCMW’s wordt toegekend aan behoeftige
personen te vereenvoudigen, te rationaliseren en te verbeteren.
MediPrima kadert in de hervormingen van de terugbetaling van de
kosten voor de medische hulp aan de OCMW’s. Het systeem zou in
werking treden op 1 januari 2014. De ziekenhuizen gaven echter aan dat
noch zijzelf, noch de softwarefirma’s, noch de OCMW’s klaar waren om
het systeem te gebruiken.
De Nationale Confederatie van Verzorgingsinstellingen (confederatie die
alle ziekenhuiskoepels met uitzondering van Santhea groepeert) heeft op
30 oktober dan ook de autoriteiten aangeschreven om de problemen aan
te klagen. Het ging onder andere om problemen met de software en de
datum van inwerkingtreding werd als onmogelijk beschouwd.
In een omzendbrief verzonden aan de ziekenhuizen, hebben de Minister
van Volksgezondheid en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding de ziekenhuizen
geïnformeerd dat voorzien wordt in een overgangsfase tot en met 31 mei
2014 voor de ziekenhuizen die nog niet elektronisch factureren.
Activiteitenrapport 2013 - 20/44
-
Accreditatie en PAQS
In de huidige context van crisis- en bezuinigingsmaatregelen wordt het
meten van kwaliteit en de aanwezigheid van indicatoren steeds
belangrijker en zal deze steeds vaker worden vereist door de politiek.
Deze maatregelen kunnen inderdaad helpen om beter beleid te
ontwikkelen en minimale normen voor goede praktijken vast te stellen.
Ook de burgers worden steeds veeleisender. Zij informeren zich meer,
willen vergelijken, vereisen transparantie en sluiten zich steeds vaker aan
bij patiëntenverenigingen om zichtbaarheid te geven aan hun eisen. Ze
zijn nu essentieel en maken integraal deel uit van alle voorgestelde
hervormingen.
In België heeft de patiënt een vrij goed oordeel over de kwaliteit van hun
gezondheidszorg. Maar niemand weet wat er echt bedoeld wordt met
kwaliteit want tot nu toe is de meting van indicatoren vrijwel
onbestaande. Waarnemers zijn het erover eens dat de accreditatie
enerzijds een systematische meting van kwaliteitsindicatoren mogelijk
zou maken, en anderzijds een systematisering van goede praktijken.
Het is in dit kader dat onze koepel interesse toont voor de accreditatie.
Accreditatie kan dus één van vele hulpmiddelen zijn om de kwaliteit van
de zorg te verbeteren. Voor sommigen kan accreditatie zelfs simpelweg
de erkenning vervangen, wat trouwens het geval is in sommige landen.
Zelfs al is accreditatie geen vereiste voor kwaliteit, dan nog kan het een
facilitator zijn in het proces van evaluatie en kwaliteitsverbetering.
In mei 2013 heeft onze koepel zich, net als de andere Franstalige
koepels, ingezet voor het oprichten van een overlegplatform.
Dit platform is opgericht met het idee om een opbod tussen de
ziekenhuizen te vermijden bij de accreditatie, door een
accreditatiedynamiek te creëren via sensibilisering van de ziekenhuizen
en hulp bij de voorbereidingsfase voor de accreditatie.
In december 2013 heeft dit platform de naam platform voor de continue
verbetering, zorgkwaliteit, veiligheid van patiënten, kortweg "PAQS",
aangenomen. Het PAQS werkt momenteel aan statuten om de vorm van
een VZW aan te nemen.
Activiteitenrapport 2013 - 21/44
-
VPZB en accreditatie: enkele data…
Op 13 september heeft onze vereniging, in samenwerking met CBI, het
Qmentum programma aan al haar ziekenhuisleden (zowel algemene als
psychiatrische) voorgesteld.
September 2013: het Centre hospitalier Jean Titeca heeft gedurende 3
dagen twee bezoekers van Qmentum ontvangen voor een preaccreditatiebezoek.
In oktober 2013 heeft Nathalie Noël deelgenomen aan een studiereis
naar Canada, om ter plaatse het Canadees accreditatiesysteem (Canada
accreditatie) te ontdekken.
Dit systeem is sinds meerdere decennia in de Canadese ziekenhuizen
ingeburgerd, eerst op vrijwillige basis en later opgelegd door de
Overheden. Vandaag zijn alle ziekenhuizen er geaccrediteerd.
Tijdens deze studiereis werden verschillende grote algemene en
psychiatrische ziekenhuiscentra bezocht in de provincie Quebec: in
Montreal, Trois-Rivières en Quebec. Tijdens alle bezoeken werd duidelijk
dat het accreditatiesysteem geïntegreerd was in het beleidssysteem van
de ziekenhuizen. De getuigenissen van de ontmoete teams waren
extreem positief. De werklast is hoog, maar het rendement in kwaliteit
en motivatie van de teams is onmiskenbaar.
Deze reis heeft tevens de aandacht gevestigd op de verschillen die er
bestaan tussen de Belgische en Canadese gezondheidssystemen (en in
het bijzonder die van Quebec). Deze verschillen lijken echter niet zozeer
de implementatie van een dergelijk systeem in België te bemoeilijken.
Het kritiek punt blijft de werklast.
11 december 2013: lancering van het overlegplatform voor accreditatie:
dit platform neemt de naam platform voor de continue verbetering,
zorgkwaliteit, veiligheid van patiënten, kortweg "PAQS", aan. De adjunct
algemeen directeur van het Centre Hospitalier Jean Titeca deelt er zijn
ervaring met het pre-accreditatiebezoek.
Sindsdien: deelname van de staff van VPZB aan het stuurcomité en het
wetenschappelijk comité van de PAQS.
Activiteitenrapport 2013 - 22/44
3.2.3.
Geestelijke gezondheidszorg
-
Nakuur
De ad hoc overeenkomstencommissie van het RIZIV heeft een derde
wijzigingsclausule getekend bij de nationale overeenkomst van
23 juni 2003 tussen de psychiatrische inrichtingen en diensten en de
verzekeringsinstellingen.
Deze versoepelt de modaliteiten voor de nabehandeling:
-
Vermindering van de hospitalisatieduur van 14 naar 7 dagen;
Mogelijkheid om de nabehandeling binnen of buiten de muren van
het ziekenhuis uit te voeren;
Facturatie per uur nabehandeling : 10,90 € (2013);
Financiering van maximaal 6u/dag en 15u/week;
Periode van nabehandeling van 6 maanden, hernieuwbaar voor
een maximum van 6 maanden (12 maanden voor schizofrene
patiënten);
Melding aan de adviserend geneesheer op termijn via carenet;
Toepassing vanaf 1 januari 2014.
Minimale psychiatrische gegevens (MPG)
In 2012 werd besloten een besparing van 2 miljoen € door te voeren op
het budget voor de registratie van de MPG.
In november 2012 aanvaarde de Minister een vereenvoudiging van de
MPG (het aantal in te vullen blokken vermindert), in afwachting van een
voorstel van de NRZV dat de MPG grondig hervormt. Indien dit voorstel
er niet tegen november 2013 zou komen, dan zou de Minister de
volledige registratie (van vóór 2012) herinvoeren.
Een ad hoc werkgroep van de permanente werkgroep psychiatrie van de
NRZV heeft zich gebogen over deze noodzakelijke aanpassingen. Er werd
een advies uitgebracht binnen de vooropgestelde termijn (tegen
november 2013) en de Minister heeft positief gereageerd op deze
nieuwe versie van de MPG.
Activiteitenrapport 2013 - 23/44
Enkele belangrijke doelstellingen voor deze nieuwe MPG:
1)
Aan de initiële doelstellingen van 1996 voegt de NRZV twee
doelstellingen toe:
• Het vergelijken van de geestelijke gezondheidszorg in België,
zowel inzake de organisatie van de zorg als inzake de patiënten
in zorg, met andere landen, en in het bijzonder door het
aanleveren van anonieme, geaggregeerde gegevens aan
internationale organisaties zoals de WHO of andere EUinstanties.
• Het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek inzake
geestelijke gezondheidszorg in België door erkende
wetenschappelijke instanties. Dit met volle respect van de
privacy van de patiënt.
2)
De uitgangspunten zijn als volgt vastgesteld:
• De registratie moet doelgericht zijn: alle gevraagde informatie
moet terug te brengen zijn tot één van de doelstellingen.
• De registratie moet minimaal zijn
• Uitgangspunt : het geïnformatiseerd patiëntendossier.
• Minimale registratie = extractie van de gegevens die al
verzameld zijn in het geïnformatiseerd patiëntendossier.
• « Only once » registratie.
• Een feedback is nodig
• Een uniforme registratie over alle GGZ-voorzieningen heen:
O De gemeenschappelijke registratie verplicht en uniform
behouden in:
-
de psychiatrische ziekenhuizen
de psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen
de initiatieven beschut wonen
de psychiatrische verzorgingstehuizen
Activiteitenrapport 2013 - 24/44
O en nieuw invoeren in:
-
de teams voor psychiatrische zorg in de thuissituaties
de diensten voor activering
de mobiele teams in het kader van artikel 107
de revalidatie-overeenkomsten
O in de schoot van de Interministeriële conferentie met elk van
de gemeenschappen de nodige afspraken te maken om te
komen tot een uniforme registratie in:
- De registratie voor de Centra voor geestelijke
gezondheidszorg verplicht maken (gemeenschapsbevoegdheden).
- De verplichte registratie behouden, ook na de
bevoegdheidsoverdracht:
IBW,
PVT,
RIZIVovereenkomsten.
-
Artikel 107-projecten
Op 21 mei 2010 stelde de FOD Volksgezondheid zijn project tot
hervorming van de geestelijke gezondheidszorg voor: “Naar een betere
geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en
zorgnetwerken”. Er is toen een oproep tot kandidaten gelanceerd in de
sector voor een experimenteel project voor een periode van 3 jaar.
Deze hervorming heeft tot doel:
-
Desinstitutionalisering van de geestelijke gezondheidszorg, met
name het invoeren van intensieve en gespecialiseerde ambulante
zorgvormen als alternatief voor een ziekenhuisopname.
-
Inclusie van personen met een GGZ-problematiek, met name het
behoud in het leefmilieu en de revalidatie en rehabilitatie samen
met andere sectoren (onderwijs, cultuur, arbeid, ...).
-
Decategoralisatie.
-
Intensifiëring van de zorg binnen de ziekenhuizen.
-
Consolidatie van de zorgstructuren, met name regularisatie van de
verschillende pilootprojecten, zowel federaal als van de
gemeenschappen en gewesten, in het globaal ggz-concept.
Activiteitenrapport 2013 - 25/44
Om deze doelstellingen te verwezenlijken worden 5 functies opgezet:
De eerste functie:
activiteiten inzake preventie, promotie van de
GGZ, vroegdetectie, screening en diagnosestelling.
De tweede functie:
ambulante intensieve behandelteams voor zowel
acute (2a) als chronische (2b) psychische
problemen.
De derde functie:
rehabilitatieteams die werken rond herstel en
sociale inclusie.
De vierde functie:
intensieve residentiële behandelunits voor zowel
acute als chronische psychische problemen
wanneer een opname noodzakelijk is.
De vijfde functie:
specifieke woonvormen waarin zorg kan worden
aangeboden indien het thuismilieu of het
thuisvervangend milieu hiertoe niet in staat is.
Er zijn momenteel 19 experimentele « 107 »-projecten opgestart over
gans België.
Onze leden zijn promotor van drie projecten:
Project fusie Luik
Project Brussel Oost
Project Hermes plus
Nieuwigheden in 2013: integratie van de toxicomaniesector binnen de
netwerken, oproep tot kandidaten in het kader van het meerjarenplan
van de federale regering voor de geïnterneerden.
-
Interculturele bemiddeling
In mei 2013 bracht de Minister van Volksgezondheid de ziekenhuizen op
de hoogte dat het project van interculturele bemiddeling per Internet
zou uitgebreid worden naar alle ziekenhuizen.
Activiteitenrapport 2013 - 26/44
Ondanks de aanvankelijk lauwe ontvangst bij de ziekenhuizen hebben de
reacties van de koepels het mogelijk gemaakt om een overleg te openen
tussen de verantwoordelijken voor de interculturele bemiddeling binnen
de ziekenhuizen en het team van de coördinatrice voor de cel
interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen (FOD Volksgezondheid).
Dit team is momenteel bezig een gids voor interculturele bemiddeling in
de ziekenhuizen op te stellen. Ze stelt voor om:
- steun te bieden voor de aanwerving van de bemiddelaars:
talenkennistest;
- verschillende vormingen te organiseren voor de bemiddelaars, onder
andere voor vertolking.
-
Psychiatrische Verzorgingstehuizen (PVT) – toegankelijkheid
In het kader van een akkoord over de verbetering van de financiële
toegankelijkheid van psychiatrische verzorgingstehuizen werd een vierde
wijzigingsclausule getekend bij de nationale overeenkomst van
7 december 2006 tussen de psychiatrische ziekenhuizen en diensten en
de verzekeringsinstellingen.
Dit aanhangsel bepaalt dat de persoonlijke bijdrage van de patiënt in de
opnemingsprijs vanaf 1 oktober 2013 wordt verminderd met een
bijkomende forfaitaire tegemoetkoming door de ziekteverzekering ter
verbetering van de betaalbaarheid in PVT en dit in functie van de sociale
situatie van de patiënt.
3.2.4.
Financiering
-
Budget van financiële middelen (BFM)
Het budget van financiële middelen blijft één van de belangrijkste
financieringsbronnen voor de ziekenhuizen. We volgen de evolutie van
het koninklijk besluit van 25 april 2002 tot vaststelling van het budget van
financiële middelen van dichtbij op, in de Afdeling financiering van de
NRZV, waar we adviezen geven ofwel op vraag van de Minister, ofwel op
eigen initiatief.
Activiteitenrapport 2013 - 27/44
- Zo heeft onze koepel actief meegewerkt aan de uitwerking van het
nieuwe financieringssysteem voor het personeel van de
spoedgevallendiensten. Verpleegkundigen uit onze instellingen hebben
kunnen deelnemen aan de werkgroepen die dit nieuw systeem, dat sinds
1 juli 2013 progressief wordt ingevoerd, hebben uitgedacht.
- De uitbreiding van de "107 projecten" voor de GGZ-sector (cf.. infra) en
het meerjarenplan voor de geïnterneerden (forensische zorgtrajecten),
alsook de integratie van de pilootprojecten tegen chronische pijn, heeft
de budgetten voor de pilootprojecten in 2013 verhoogd.
-
De Minister heeft tevens de het "pseudo sociaal akkoord 2013"
uitgevoerd:
1.
harmonisering van de barema's van de zorgkundigen, voor een
bedrag van 1,3 miljoen €, wat in 2014 sterk zal stijging n.a.v. de
aanhoudende druk van de ziekenhuiskoepels;
2.
creatie van tewerkstelling, voor maximum 211 VTE voor de ganse
ziekenhuissector.
Ter herinnering: BECOPRIVE heeft, net als de andere ziekenhuiskoepels,
dit "pseudo sociaal akkoord" niet ondertekend.
- Een beroep vanwege onze koepel, waar de Raad van state een gunstig
gevolg aan had gegeven, heeft een onverwachte impact gehad in 2013
met positieve financiële gevolgen. De administratie heeft namelijk beslist
niet langer een beperkende voorwaarde toe te passen bij de herziening
van onderdeel B8 van het BFM, die tussenkomt in de kosten voor het
economische en sociale profiel van de patiënten.
- Door een besparingsbeslissing genomen bij de begrotingscontrole voor
het jaar 2013 wordt vanaf 01/07/2013 onderdeel B1 van het BFM voor
alle ziekenhuizen op structurele wijze verminderd met een totaalbedrag
van 5 miljoen euro op jaarbasis.
- Ter herinnering, tot op heden werd elk erkend NIC -bed (neonatal
intensive care) beschouwd als een verantwoord bed. Vanaf 01/07/2013
worden de NIC-bedden gefinancierd in functie van de verantwoorde
activiteit van de patiënten die in deze dienst verbleven.
Activiteitenrapport 2013 - 28/44
- Verschillende modaliteiten van de berekening van de gemiddelde
loonlast zijn gewijzigd. Hun impact was grotendeels positief voor onze
instellingen.
-
All-in
In 2010 bekeek het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
(KCE) al samen met onderzoekers van UZ Leuven de haalbaarheid en
eventuele impact van een “all-in” systeem voor ziekenhuisfinanciering in
België. Bij all-in financiering ontvangen de ziekenhuizen een forfaitair
bedrag op basis van het aantal en de aard van de behandelde
aandoeningen. Een aantal buurlanden past dit systeem reeds toe om de
ziekenhuizen financieel te responsabiliseren en om hun efficiëntie te
vergroten. Het KCE meende toen dat een “All-in” haalbaar is in België en
te verkiezen is boven de huidige versnipperde en complexe
hervormingen.
In 2013 heeft de Ministerraad zijn fiat gegeven voor de Routekaart voor
de evolutie naar een nieuw “all-in” financieringssysteem voor de
ziekenhuiszorg in België. Ter voorbereiding vroeg de minister aan het
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) na te gaan hoe
en waarom in 5 andere landen een prospectieve, forfaitaire financiering
werd ingevoerd, en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken.
VPZB volgt deze werkzaamheden uiteraard van dichtbij op.
-
Referentiebedragen
Vrijdag 29 maart is de wet van 19.03.13 houdende diverse bepalingen
inzake gezondheid gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Deze wet
creëert o.a. de wettelijke basis voor de splitsing van de APR-DRG’s 190,
045, 046, 139, 302a en302b voor wat betreft de toepassing van het
systeem van de referentiebedragen.
APR-DRG 190 wordt gesplitst op basis van het aanwezig zijn of niet van
een zorgprogramma B of B1 tijdens het jaar van toepassing, alleen of in
samenwerkingsverband. De andere 5 APR-DRG’s worden gesplitst op
basis van het aanwezig zijn of niet van een overeenkomst
(neuro)locomotorische revalidatie (950 of 771) tijdens het jaar van
toepassing.
Activiteitenrapport 2013 - 29/44
Dit heeft als effect dat de referentiebedragen voor ziekenhuizen die
beschikken over een zorgprogramma B of B1 of over een overeenkomst
(neuro)locomotorische revalidatie, gestegen zijn.
VPZB heeft tevens haar leden ondersteund bij het indienen van een
beroep tot vernietiging van het koninklijk besluit van 18 december 2012,
dat de carenz-periode en de integratie van het dagziekenhuis in werking
deed treden.
3.2.5.
Sociaal recht
-
Onderhandelingen PC 330
Gedurende meerdere maanden van het jaar 2013, hebben de
werkgevers- en werknemersorganisaties van het Paritair comité 330
verschillende ontwerpen van CAO’s besproken. In het vierde kwartaal
van het jaar hebben de sociale partners uiteindelijk een consensus
gevonden en meerdere CAO’s werden afgesloten:
- CAO van 2 oktober 2013 over de verlenging van het brugpensioen
voor de werknemers van 58 jaar: deze CAO laat de werknemers toe
die ten minste 58 jaar zijn, en die 35 jaar anciënniteit hebben, om hun
brugpensioen te nemen. Het gaat om een verlenging met één jaar van
de CAO van 13 december 2010 over de toekenning van een
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
werknemers indien zij worden ontslagen (58 jaar). Het is het laatste
jaar dat deze CAO met deze leeftijdsvoorwaarde kan worden
afgesloten. Vanaf 2015 verhoogt de leeftijdsvoorwaarde automatisch
tot 60 jaar.
- CAO van 2 oktober 2013 over de verlenging het brugpensioen voor de
werknemers van 56 jaar (nachtarbeid): deze CAO werd afgesloten op
basis van de CAO nr. 106 van de NAR en het voorziet de verlenging tot
31.12.2014 van het brugpensioen voor de werknemers die vanaf
56 jaar over 33 jaar beroepsverleden beschikken, waarvan 20 jaar in
de nachtarbeid.
Activiteitenrapport 2013 - 30/44
- CAO van 2 oktober 2013 over het tijdskrediet: deze CAO breidt het
tijdskrediet met motief uit en laat de werknemers toe een halftijds of
voltijds tijdskrediet van 36 maanden te nemen wanneer ze sommige
motieven vervullen. Deze CAO voorziet ook dat de werknemers van
ten minste 50 jaar een tijdskrediet van 1/5 kunnen nemen wanneer ze
28 jaar beroepsverleden verzamelen. Deze mogelijkheid kan alleen op
sectorieel niveau worden voorzien. De CAO van 2 oktober 2013
beschikt over een suppletief karakter t.a.v. de ondernemingsCAO’s.
- CAO van 2 oktober 2013 over de inspanningen inzake opleiding: deze
CAO voorziet dat de sociale partners zich engageren om de
participatiegraad inzake vorming jaarlijks te verhogen met 5 % en
vermijdt dat de werkgevers van onze sector een aanvullende
werkgeversbijdrage van 0,05 % moeten betalen.
- CAO van 7 november 2013 over de harmonisering van de barema’s
van de zorgkundigen: deze CAO is van toepassing op alle werkgevers
en werknemers van de instellingen die ressorteren onder het paritair
comité 330 en voorziet in de toekenning van het barema 1.35 aan de
definitieve of voorlopig geregistreerde zorgkundigen die effectief de
functie van zorgkundige uitoefenen zoals omschreven in het Koninklijk
Besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige
activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden
waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, en door
het Koninklijk Besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de
nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige of, in
voorkomend geval, beschikken over een voorlopige registratie als
zorgkundige.
Deze CAO wordt voor een onbepaalde duur afgesloten en treedt in
werking op 1 januari 2013 behalve voor de ziekenhuizen en de PVT’s
waarvoor de datum van inwerkingtreding is uitgesteld tot
1 januari 2014 (deze twee data stemmen overeen met de data van de
financiering van de implementering van deze maatregel). De CAO
bevat ook een financieringsclausule die stelt dat de bekomen
voordelen slechts aan de werknemers toegekend worden voor zover
de Regering volledig uitvoering geeft wat betreft zijn beslissingen van
financiering.
Activiteitenrapport 2013 - 31/44
-
Compromis over het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden
Op vrijdag 5 juli 2013, na 28 uur onderhandelen, zijn de sociale partners
van de groep van 10 het eens geworden over een ontwerp van
compromistekst van Minister van Werkgelegenheid inzake het
eenheidsstatuut arbeider-bediende. Dit ontwerp van compromis heeft
betrekking op de invoering van nieuwe opzeggingstermijnen die op alle
werknemers van toepassing zijn, de afschaffing van de carenz-dag, het
scheppen van een nieuw regime van outplacement en van een algemene
regeling over de motivering van het ontslag die het artikel 63 van de wet
betreffende de arbeidsovereenkomsten over het willekeurige ontslag
van de arbeider zou opheffen. Ter herinnering: een arrest van het
Grondwettelijk hof van 7 juli 2011 oordeelde dat het verschil tussen de
statuten voor arbeiders en bedienden discriminerend was en beval de
Belgische wetgever om de situatie ten laatste tegen 8 juli 2013 te
verhelpen.
De wet van 26 december 2013, gepubliceerde in het Belgisch Staatsblad
van 31 december 2013, heeft deze maatregelen in een wetgevende tekst
vertaald. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014.
3.2.6.
Woonzorgcentra
De sector van de woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen (RVT) is één
van de sectoren die volledig gecommunautariseerd wordt n.a.v. de
6e Staatshervorming. De wijzigingen in 2013 staan dan ook voornamelijk in het
kader van de uitvoering van maatregelen waartoe vroeger al beslist was.
We zetten de belangrijkste op een rijtje:
• de invoering en financiering van een nieuwe afhankelijkheidscategorie D
voor de personen bij wie de diagnose van dementie werd gesteld;
• een
tweede
kandidatuuroproep
betreffende
ondersteunende zorgvormen aan kwetsbare ouderen;
alternatieve
en
• de oproep tot projecten ter ondersteuning van het multidisciplinair overleg
in het kader van een medisch-farmaceutisch zorgbeleid in rustoorden voor
bejaarden en rust- en verzorgingstehuizen;
Activiteitenrapport 2013 - 32/44
• de publicatie van een protocolakkoord nr. 4 m.b.t. de monitoring van de
evolutie van de sector voor de jaren 2013-2014, ion het kader van de
communautarisering;
• de harmonisatie van de barema’s van de zorgkundigen op barema 1.35.
3.2.7.
Geneeskunst
Bijzondere beroepstitel en bijzondere beroepsbekwaamheid
Twee ministeriële besluiten van 24 april 2013 leggen de erkenningscriteria vast
om de bijzondere beroepstitel (B.B.T.) van verpleegkundige gespecialiseerd in
de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie te verkrijgen en de bijzondere
beroepsbekwaamheid (B.B.B.) van verpleegkundige met een bijzondere
deskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie te behalen.
Deze besluiten leggen hun inwerkingtreding op 1 oktober 2013 vast.
Het ministerieel besluit van 8 juli 2013 legt de erkenningscriteria vast waarbij
de verpleegkundigen gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere
beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid
in de palliatieve zorg. Dit besluit heeft zijn inwerkingtreding op 1 januari 2014
vastgelegd.
Verpleegkundigen die houder zijn van deze titel of bekwaamheid kunnen vanaf
de data van inwerkingtreding van deze besluiten aanspraak maken op de
jaarlijkse premie die in het kader van het attractiviteitsplan voor het
verpleegkundig beroep wordt toegekend (artikel 1, §§ 1 en 2 van het koninklijk
besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan
voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren,
wat betreft de premies voor de bijzondere beroepstitels en -bekwaamheden en
ongemakkelijke prestaties).
Ter herinnering, om van deze premie te kunnen genieten, moet de
verpleegkundige effectief in het ziekenhuis tewerkgesteld zijn in een erkende
dienst, in een erkende functie of in een erkend zorgprogramma die deze
specialisatie voorziet of in een rustoord voor bejaarden of in een rust- en
verzorgingstehuis.
Activiteitenrapport 2013 - 33/44
BIJLAGE – ORGANEN WAARIN VERTEGENWOORDIGERS VAN VPZB OF VAN HAAR
LEDEN ZETELEN
•
FOD Volksgezondheid - Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
De Raad geeft Adviezen, ofwel op eigen initiatief ofwel op vraag van de Minister, over het beleid
inzake het ziekenhuiswezen.
De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen bestaat uit twee afdelingen:
Afdeling programmering en erkenning
Bevoegdheden: adviezen geven, op vraag of op eigen initiatief, over de programmeringscriteria
vaststellen van de verschillende soorten ziekenhuizen, van de ziekenhuisdiensten en de
ziekenhuisgroeperingen; toestemming verlenen om zware medische apparatuur te installeren; de
desbetreffende normen, regels en regelingen vaststellen volgens welke een teveel aan bedden moet
worden afgebouwd; de erkenningsnormen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten vaststellen; de
normen vaststellen inzake algemene organisatie van de ziekenhuizen en organisatie en werking van de
ziekenhuisdiensten
Onze koepel wordt er vertegenwoordigd door Nathalie Noël.
Afdeling Financiering
Bevoegdheden: adviezen geven, op vraag of op eigen initiatief, over de boekhouding, verpleegdagprijs
en onderdelen van de verpleegdagprijs, budget, ziekenhuisforfait, financiering van de bouw of
renovatie van ziekenhuizen
Onze koepel wordt er vertegenwoordigd door Dieter Goemaere en Sean Van Brempt.
Activiteitenrapport 2013 - 34/44
Werkgroepen
Binnen de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen werden drie werkgroepen opgericht:
1.
Een werkgroep belast met adviezen geven, op vraag of op eigen initiatief, over de specifieke
problemen inzake programmering, erkenning en financiering van psychiatrische ziekenhuizen,
psychiatrische observatie- en behandelingsdiensten van algemene ziekenhuizen, functies
psychiatrische zorg in thuisomgeving, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven beschut
wonen, samenwerkingsverbanden tussen psychiatrische instellingen en diensten
Onze koepel wordt er vertegenwoordigd door Evelyne Chambeau.
•
2.
Een werkgroep belast met adviezen geven, op vraag of op eigen initiatief, over de specifieke
problemen inzake programmering en erkenning van Rust- en Verzorgingstehuizen.
3.
Een werkgroep belast met de specifieke problemen van universitaire ziekenhuizen.
Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen
De Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen werd door het koninklijk besluit
nr. 47 van 24 oktober 1967 opgericht. De taken van deze Commissie zijn:
de studie van de vraagstukken van de betrekkingen tussen de ziekenhuizen en de geneesheren die
er de geneeskunde beoefenen;
het beraadslagen over alle maatregelen die van aard zijn, de betrekkingen geneesherenziekenhuizen te bevorderen in de zin van een vruchtbare samenwerking;
Onze vereniging wordt er door Aurélie Debouny vertegenwoordigd.
•
Commissie "Rechten van de patiënt"
De Federale commissie "Rechten van de patiënt" is opgericht door de wet van 22 augustus 2002. Deze
commissie verzamelt informatie over de patiëntrechtelijke aangelegenheden, adviseert de minister,
evalueert de toepassing van de wet en de werking van de ombudsfuncties en behandelt klachten over
de werking van de ombudsfuncties.
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël vertegenwoordigd.
Activiteitenrapport 2013 - 35/44
•
RIZIV
•
Verzekeringscomité
Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging (Verzekeringscomite) staat in
voor de taken die nauwer zijn verbonden met de zorgverleners en de geneeskundige
verstrekkingen. Het Verzekeringscomité geeft, op basis van de technische ramingen van het
RIZIV, een globaal voorstel aan de Algemene raad door, dat de groeinorm en de stijging van de
gezondheidsindex in acht neemt. Het beslist over het doorsturen van de voorstellen tot
wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en kan, onder bepaalde
voorwaarden, wijzigingen aanbrengen. Het keurt de akkoorden en overeenkomsten goed,
onder voorbehoud van de beslissing van de Algemene raad betreffende hun overeenstemming
met de begroting. Het sluit overeenkomsten met de revalidatiecentra.
•
Overeenkomstencommissies
De Akkoorden- en overeenkomstencommissies zijn met name bevoegd om te onderhandelen
over tarieven tussen de ziekenfondsen en de verschillende groepen van zorgverleners
(geneesheren, tandheelkundigen, paramedici, verzorgingsinrichtingen, vroedvrouwen,
apothekers, logopedisten, enz.)
•
Commissie voor informatieverwerking
In de Commissie voor informatieverwerking, stellen de V.I., de zorgverleners en de
verzorgingsinrichtingen de regels voor de facturering op magnetische dragers vast.
•
Profielencommissie
De Profielencommissies van verplegingsinrichtingen evalueert de activiteit van de betrokken
instellingen.
Activiteitenrapport 2013 - 36/44
•
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
De belangrijkste taak van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is de waarborg van
evenwichten tussen werknemers en werkgevers in hun arbeidsverhouding. De FOD organiseert
verschillende paritaire comités.
•
Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en – diensten (PC 330)
Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties en van
werknemersorganisaties die een bepaalde representativiteit rechtvaardigen in de bedrijfstakken
waarvoor ze bevoegd is, d.w.z. voor de werknemers in het algemeen en hun werkgevers
behorende tot de inrichtingen en diensten die geneeskundige, profylactische of hygiënische
verzorging verlenen; de medische of sanitaire inrichtingen en diensten; de inrichtingen die
sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen; de inrichtingen voor tandprothesen.
Twee van zijn belangrijkste opdrachten zijn : collectieve arbeidsovereenkomsten door de
vertegenwoordigde organisaties tot stand te doen komen en geschillen tussen werkgevers en
werknemers te voorkomen of bij te leggen. Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en
Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze laatste als expert (haar officiële benoeming zou in
2014 moeten gebeuren).
•
Paritair leercomité voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten (PC 330)
Dit comité bepaalt spelregels in verband met de toepassing van het werknemersleerlingstelsel
zoals administratief medewerker, keukenmedewerker, grootkeukenmedewerker, enz.
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze
laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
Activiteitenrapport 2013 - 37/44
•
Sociale fondsen
•
Vereniging van de Federale en Bicommunautaire Sociale Fondsen van de Non-Profit Sector
(FE.BI)
De vzw is de overkoepelende organisatie van een aantal fondsen voor bestaanszekerheid. Deze
fondsen behoren tot de paritaire comités van de federale en bicommunautaire
gezondheidsinrichtingen en –diensten (pc 330), de opvoedings- en huisvestingsinstellingen (pc
319.00) en de socio-culturele sector (pc 329.03). VZW FE.BI wordt beheerd door een paritair
samengestelde Raad van Bestuur. Elk fonds wordt op zijn beurt paritair beheerd door een
beheerscomité, samengesteld uit leden van de representatieve werkgevers- en
werknemersorganisaties. De meeste van deze sociale fondsen hebben als hoofdopdracht het
creëren van 'werk' of het stimuleren van 'vorming' en zijn respectievelijk gekend onder de
noemer “fondsen sociale maribel” en “fondsen risicogroepen”.
•
Sociaal Maribel Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en –diensten (330)
Dit is een fonds voor bestaanszekerheid die als hoofdopdracht heeft het creëren van 'werk' in
de sector van het PC 330. Het bestaat uit verschillende "kamers" die de respectievelijke
subsectoren vertegenwoordigen. In elke kamer bestaat een beheerscomité dat de sociale
partners heeft als leden en dat de beslissingen voor de kamer neemt. Het Beheerscomité heeft
een team van medewerkers van VZW FE.BI opdracht gegeven het dagelijks beheer van de
dossiers te verzorgen. Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny
vertegenwoordigd, deze laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten
gebeuren).
•
Kamer sociale maribel voor de Privé-Ziekenhuizen
Deze kamer werd opgericht via de CAO van 8 oktober 2007. Het FSM-KPZ heeft als opdracht:
"het beheer van de werkgeversbijdrageverminderingen teneinde de financiering van
bijkomende tewerkstelling te verzekeren (de zogenaamde sociale maribel) in de sector van de
privé-ziekenhuizen.” Naast de sociale maribel beheert de Kamer 2 andere maatregelen die
gefinancierd worden door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV): het
"peterschap" en het "bijkomend verlof". Onze vereniging wordt er door
Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze laatste als expert (haar officiële
benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
Activiteitenrapport 2013 - 38/44
•
Kamer sociale maribel voor rustoorden voor bejaarden en rust-en verzorgingstehuizen
Deze kamer wordt door de CAO van 8 oktober 2007 opgericht. Ze heeft tot voornaamste doel:
het beheer van de tewerkstellingmaatregel "maribel" in de sector van de ouderenzorg. Naast de
maribel zorgt de Kamer ook voor de administratieve opvolging van het bijkomend verlof, het
werknemersleerovereenkomst-sociale maribel (WLO/SM), het generatiepact en het
pilootproject mobiele equipe.
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze
laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
•
Kamer sociale maribel voor de Residuaire Gezondheidsinrichtingen en –diensten
Werd door de CAO van 8 oktober 2007 opgericht. Ze heeft tot voornaamste doel: het beheer
van de tewerkstellingsmaatregel "maribel" in de sector van de Residuaire
Gezondheidsinrichtingen en -diensten. Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie
Debouny vertegenwoordigd, deze laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014
moeten gebeuren).
•
Sociaal fonds voor de privé-ziekenhuizen
Het sociaal fonds voor de privé-ziekenhuizen: het fonds financiert en organiseert opleidingen
voor risicogroepen. Via deze opleidingsprojecten wil het Fonds drie doelgroepen bereiken,
namelijk:
Werknemers: naast de ondersteuning voor de bijscholing tot verpleegkundige, ontwikkelt
en ondersteunt het Fonds opleidingen zoals stressmanagement en omgaan met agressie,
preventie rugklachten, enzovoort.
Werkzoekenden: zij kunnen zich laten om- of bijscholen tot bijvoorbeeld logistiek
assistent dankzij de steun van het Fonds. Het gaat steeds om opleidingen die
beantwoorden aan een vraag van de sector.
Jongeren: het fonds ondersteunt jongeren die willen werken in een privé-ziekenhuis via
een leercontract (deeltijds werken / deeltijds leren).
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze
laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
Activiteitenrapport 2013 - 39/44
•
Sociaal Fonds Ouderenzorg
Dit Fonds is opgericht door de CAO van 3 mei 1993 en is een Fonds voor Bestaanszekerheid. De
opdracht van dit Fonds bestaat erin de opleiding van de huidige en toekomstige werknemers in
de residentiële ouderenzorg te bevorderen en te ondersteunen. Het accent ligt op zogenaamde
“risicogroepen”.
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze
laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
•
Instituut voor Functieclassificatie (IF.IC)
Het instituut maakt classificaties voor de sector van het PC 330. De stuurgroep van het federale
project bestaat uit alle organisaties die zetelen in het paritair comité 330. De stuurgroep beslist
over de voortgang van het project en bespreekt alle mijlpalen voordat ze ter goedkeuring
voorgelegd worden aan het paritair comité. Door de aangepaste structuur van de vzw if-ic, is de
bezetting van de stuurgroep intussen licht gewijzigd.
Onze vereniging wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze
laatste als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
•
Intersectoraal Fonds voor de Gezondheidsdiensten (IFG)
Het Fonds is een Fonds voor bestaanszekerheid van het paritaire comité 330. Het werd
heropgericht in oktober 2007 op initiatief van de sociale partners om een opleidingsproject
voor verpleegkundigen verder op te volgen, overeengekomen in het kader van het
meerjarenplan van 1 maart 2000 voor de gezondheidssector. Dit Fonds ontvangt de som van de
niet-recurrente reserves uit de Sociale Maribel. Deze som wordt toekend voor de vervanging
van de werknemers in opleiding en wordt gedeeltelijk gebruikt voor personeels- en
administratieve kosten. Om deze opdracht te kunnen uitvoeren, werd het IFG als volgt
samengesteld:
- Een Raad van bestuur, paritair samengesteld uit 16 effectieve leden aangeduid door het
paritaire Comité 330. Deze raad verzekert de administratie van het Fonds en waakt over de
toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten die het opleidingsproject voor
verpleegkundigen regelen.
- Een administratieve cel.
Ons verbond wordt er door Nathalie Noël en Aurélie Debouny vertegenwoordigd, deze laatste
als expert (haar officiële benoeming zou in 2014 moeten gebeuren).
Activiteitenrapport 2013 - 40/44
•
Sectoraal Spaarfonds van de federale sectoren
Dit fonds staat in voor het beheer en de uitvoering van het sectoraal pensioenplan in de
Federale sociale sectoren en wordt paritair beheerd door werkgevers- en
werknemersvertegenwoordigers van de sector en staat onder toezicht van de Federale overheid
en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Onze vereniging wordt er door
Nathalie Noël vertegenwoordigd.
•
VESOFO
VESOFO is een dienstverlenende vzw opgericht door de sociale partners van de socialprofitsector. Zij levert verschillende diensten (boekhouding, personeelsadministratie,
informatica, onthaal, economaat, ondersteuning bij overheidsopdrachten, onderhoud en
gebouwenbeheer) aan 8 juridische entiteiten die actief zijn op het vlak van vorming,
werkgelegenheid en het beheer van fondsen voor bestaanszekerheid.
•
Lid van de Nationale Confederatie van Verzorgingsinstellingen
De Nationale Confederatie van Verzorgingsinstellingen is een overlegorgaan waar de verschillende
ziekenhuiskoepels in zetelen, met uitzondering van Santhea die dit overlegorgaan in 2013 heeft
verlaten. Verschillende leden van het team van VPZB nemen deel aan dit overleg, in functie van de
onderwerpen op de dagorde maar Sean Van Brempt verzorgt onze permanente vertegenwoordiging.
Activiteitenrapport 2013 - 41/44
Op het niveau van de gewesten en de gemeenschappen
Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (GGC)
•
•
Commissie voor gezondheidszorg – Afdeling ziekenhuizen
•
Commissie voor gezondheidszorg – Afdeling geestelijke gezondheidszorg
•
Commissie voor gezondheidszorg – Afdeling instellingen en diensten voor bejaarden
•
Begeleidingscomité « Hospichild.be »
De Commissie voor Gezondheidszorg omvat een bureau en vier afdelingen, die elk over een eigen
welomschreven bevoegdheidsgebied beschikken:
1.
de afdeling ziekenhuizen
Dieter Goemaere, vice-voorzitter, en Nathalie Noël vertegenwoordigen er onze koepel sinds
2013. Sommige leden zijn er ook rechtstreeks vertegenwoordigd.
2.
de afdeling preventieve gezondheidszorg
3.
de afdeling eerstelijnsgezondheidszorg en thuiszorg
4.
en de afdeling instellingen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg
De Commissie voor Welzijnszorg omvat eveneens een bureau en vier afdelingen:
1.
de afdeling instellingen en diensten voor bejaarden
2.
de afdeling instellingen en diensten voor personen met een handicap
3.
de afdeling instellingen en diensten voor het gezin
4.
en de afdeling instellingen en diensten voor sociale dienstverlening
Elke afdeling heeft de opdracht adviezen te verstrekken over aangelegenheden die de sector
aanbelangen, ofwel op eigen initiatief, ofwel op verzoek van de bevoegde leden van het Verenigd
College.
Deze adviesbevoegdheid reikt verder dan het eenvoudig onderzoek van voorstellen of ontwerpen,
aangezien de afdeling vrij is om intern debatten te voeren over punten die tot haar bevoegdheid
behoren. Het gaat, voor de afdelingen ziekenhuizen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg
voornamelijk over bevoegdheden m.b.t. erkenning en investeringen.
Activiteitenrapport 2013 - 42/44
•
Commission Wallonne de la Santé
De Waalse gezondheidscommissie is één van de 6 permanente commissies van de « Conseil Wallon de
l’Action Sociale et de la Santé » (CWASS). De missie van de Waalse gezondheidscommissie is
tweevoudig. Een algemene taak bestaat erin adviezen en/of rapporten voor te leggen aan de CWASS,
om haar werkzaamheden te voeden. Een specifieke taak bestaat erin om technisch advies te leveren
aan de Regering over zaken die zij bepaalt en die relevant zijn binnen de algemene krijtlijnen van de
CWASS. In de ziekenhuissector (de Waalse gezondheidscommissie heeft namelijk een veel
uitgebreidere bevoegdheid dan enkel de ziekenhuizen) heeft ze voornamelijk als taak om adviezen te
geven over de erkenningsaanvragen (of vernieuwingsaanvragen) van de ziekenhuizen, maar ook van
zware medische apparatuur, van ziekenhuisdiensten, zorgprogramma’s of ziekenhuisfuncties.
•
Overlegplatform voor de Geestelijke gezondheidszorg in het Brussels hoofdstedelijk gewest
De Overlegplatforms voor de Geestelijke gezondheidszorg zijn opgericht door het koninklijk besluit
van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van
samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten. Ze worden gefinancierd via
onderdeel B4 van de ziekenhuizen. Er bestaan er momenteel 13: 5 in Vlaanderen, 1 in Brussel, 6 in het
Waals gewest en 1 in de Duitstalige gemeenschap.
Op niveau van het Brusselse platform beschikt onze federatie over 2 werkende leden in de Raad van
Bestuur en over twee plaatsvervangende leden.
•
Onze leden zijn vertegenwoordigd in meerdere Waalse overlegplatforms.
De platforms hebben de volgende doelstellingen:
1°
overleg te plegen over de behoefte aan psychiatrische voorzieningen in het gebied waar de
instellingen en diensten die bij het samenwerkingsverband aangesloten zijn, gevestigd zijn;
2°
overleg te plegen over taakverdeling en complementariteit op vlak van het aanbod van
diensten, activiteiten en beoogde doelgroepen om aldus beter te beantwoorden aan de
behoeften van de bevolking en om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren;
3°
overleg te plegen over de mogelijke samenwerking en taakverdeling met betrekking tot een
geïntegreerde Geestelijke Gezondheidszorg;
4°
in voorkomend geval overleg te voeren met andere samenwerkingsverbanden van
psychiatrische instellingen en diensten;
Activiteitenrapport 2013 - 43/44
•
5°
mee te werken aan de gegevensverzameling en het gebruik van deze gegevens onder andere in
het kader van het nationaal behoeftenonderzoek geestelijke gezondheidszorg;
6°
overleg te plegen over het te voeren opname-, ontslag- en doorverwijzigingsbeleid alsmede
over de coördinatie van het medisch en psychosociaal beleid zonder afbreuk te doen aan de
vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen;
7°
te beschikken over een ombudsfunctie zoals bedoeld in artikel 11 van de wet van
22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
CRéSaM (vroeger « Institut Wallon pour la Santé Mentale »
CRéSaM: het Referentiecentrum voor geestelijke gezondheidszorg heeft als doelstelling om de actie
te ondersteunen van de beroepsbeoefenaars van de GGZ-diensten en hun integratie in het netwerk
van de geestelijke gezondheidszorg te bevorderen, conform het Waalse Wetboek van Sociale Actie en
Gezondheid.
Onze koepel heeft er een mandaat. De Heer Thierry Lottin vertegenwoordigt er ons.
•
COSSMEA: Kadaster van het aanbod van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en tieners
Dit project is opgericht in het kader van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg en de
integratie van de sector kinderen / tieners in de zorgnetwerken. Deze werkgroep tracht een Waals
kadaster van het aanbod van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en tieners te realiseren.
Evelyne Chambeau vertegenwoordigt onze koepel in deze Werkgroep.
•
PAQS
In mei 2013 heeft onze koepel zich, net als de andere Franstalige koepels, ingezet voor het oprichten
van een overlegplatform over accreditatie. In december 2013 heeft dit platform de naam platform
voor de continue verbetering, zorgkwaliteit, veiligheid van patiënten, kortweg "PAQS", aangenomen.
Onze vereniging wordt er vertegenwoordigd door Nathalie Noël en Evelyne Chambeau, in de twee
belangrijkste organen van dit platform: het stuurcomité en het wetenschappelijk comité.
Activiteitenrapport 2013 - 44/44
Op Europees niveau
•
European Union of Private Hospitals (UEHP)
Het doel van het UEHP is om de private ziekenhuizen in Europa te verdedigen en te
vertegenwoordigen, alsook politieke en economische voorwaarden op Europees niveau te creëren
om zo het private initiatief in de gezondheidszorg te stimuleren. Onze federatie wordt
vertegenwoordigd door de Professor Bernard de Hemptinne, die ook voorzitter is van de Raad van
Bestuur van de Belgische Nationale Vereniging tegen Tuberculose die meerdere instellingen die lid
zijn van het VPZB bestuurt, en door Jean-Noël Godin, die sinds 2013 penningmeester is van het UEHP.