OPENBARE RUIMTE EN PUBLIEK GEBOUW BK2GR2 -1- Colofon Copyright © 2014 door Technische Universiteit Delft Geprint door de TU Delft Versie: 6 februari 2014 Tekst door moduleteam GR2 o.l.v. MaartenJan Hoekstra Opgemaakt door Maarten van ‘t Hek Afbeelding voorzijde: Neue Nationalgalerie, Ludwig Mies van der Rohe, Berlijn (1968) Modulecoördinator ir. drs. MaartenJan Hoekstra leerstoel Stedenbouwkundig ontwerpen – Theorie en methoden afdeling Urbanism [email protected] Verantwoordelijke leerlijnhoogleraar prof. dr. ir. Tom Avermaete leerstoel Methoden en analyse afdeling Architectuur Overige docenten -2- dr. Reinout Rutte leerstoel Geschiedenis afdeling Architectuur ir. drs. Herman Prast leerstoel Methoden en analyse afdeling Architectuur ir. Charlotte van Wijk leerstoel Geschiedenis afdeling Architectuur prof. ir. Michiel Riedijk leerstoel Publieke gebouwen afdeling Architectuur dr. Herman van Bergeijk leerstoel Geschiedenis afdeling Architectuur prof. ir. Kees Kaan leerstoel Complexe projecten afdeling Architectuur dr. Cor Wagenaar leerstoel Geschiedenis afdeling Architectuur prof. dr. ir. Han Meyer leerstoel Stedenbouwkundig ontwerpen - Theorie en methoden afdeling Urbanism Inhoudsopgave Aldo Rossi, De architectuur van de stad 4 De leerlijn Grondslagen 5 Inhoud 6 Leerstof 7 Organisatie 11 Toetsing en beoordeling 19 Leerdoelen 21 Relatie met andere modulen 22 Semester 1 Semester 2 q1 TE1 q2 GR1 OV1 ON1 TE2 Semester 3 MA1 Semester 5 GR2 OV2 q6 ON2 AC1 TE4 ON3 GR3 q8 q7 TE5 AC2 GR4 ON4 MA2 Semester 6 q11 minor TE3 Semester 4 q5 OV3 q4 q3 q12 ON5 ON6 MA3 AC3 -3- “Onder architectuur versta ik niet alleen het zichtbare beeld van de stad en het geheel van haar architectuur, maar veeleer de architectuur als constructie. Ik bedoel de aanleg van de stad in de loop van de tijd. Ik geloof dat dit gezichtspunt, objectief gesproken, de meest complete manier is om de stad te analyseren; de analyse richt zich op de eigenlijke en definitieve inhoud van het collectieve leven, de schepping van een leefomgeving voor de gemeenschap. Architectuur vat ik op in positieve zin, als een schepping die niet los kan worden gezien van de beschaving en van de maatschappij waarin ze zich voordoet; ze is per definitie collectief.” [Uit: Aldo Rossi, De architectuur van de stad, 1969, vert.: E. Kurpershoek en H. Hoeks] -4- De leerlijn Grondslagen Waarom ziet de gebouwde omgeving er zo uit zoals we die om ons heen zien en welke ontwerpprincipes liggen eraan ten grondslag? In de leerlijn Grondslagen krijg je een systematisch overzicht van en inzicht in de geschiedenis en de basisbegrippen van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. De leerlijn bestaat uit vier modulen, twee in het eerste jaar en twee in het tweede jaar. In elke module staan 40 zogenoemde canonprojecten centraal, telkens 20 stedenbouwkundige of landschapsarchitectonische en 20 architectonische projecten. De geselecteerde canonprojecten zijn niet per se de beroemdste of béste ontwerpen – want daarover zal altijd discussie zijn – maar ze illustreren wel de ontwerpprincipes die van groot belang zijn voor ons vak. Op die manier bouw je een referentiekader op, van principes en van projecten. Daarbij wordt steeds de relatie met de hedendaagse ontwerppraktijk gelegd. De complexiteit en de schaal van de projecten nemen per module toe: in Grondslagen 1 huizen en tuinen, in Grondslagen 2 kleine publieke gebouwen en openbare ruimten, in Grondslagen 3 woongebouwen en stedenbouwkundige ensembles en in Grondslagen 4 grote publieke gebouwen en stedelijke weefsels. De te bestuderen projecten en basisbegrippen bereiden je steeds voor op een ontwerpproject uit de leerlijn Ontwerpen. Bovendien raak je vertrouwd met verschillende representatietechnieken (plattegronden, doorsneden, aanzichten, ruimtelijke tekeningen, maquettes en analysetekeningen) en leer je wanneer je welke techniek kunt toepassen. In het onderdeel plananalyse, dat in alle modulen terugkomt, leer je technieken om ontwerpen te onderzoeken en de conclusies te presenteren. Dit onderzoek kun je toepassen op bestaande plannen, al of niet uitgevoerd, maar ook gedurende het ontwerpproces op je eigen ontwerp. Als je alle vier de modulen van de leerlijn Grondslagen met goed gevolg hebt afgerond, beschik je over de noodzakelijke basiskennis van de stedenbouwkundige, landschapsarchitectonische en architectonische theorie en geschiedenis. Je kent en begrijpt het belang en de kwaliteiten van een diverse verzameling referentieprojecten en beschikt over de vaardigheid om de onderliggende principes te ontdekken en over te dragen. -5- Inhoud In Grondslagen 2 leer je de basisbegrippen van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur en de ontwikkelingen in de periode van 1800 tot heden in samenhang kennen en begrijpen, aan de hand van de tweede reeks van 2 maal 20 canonprojecten (zie de plandocumentatie). In de loop van de negentiende eeuw neemt met de industrialisatie de zogenoemde ‘moderne tijd’ een aanvang. Op het gebied van de architectuur volgen de veranderingen in met name de bouwtechniek elkaar snel op. Daarnaast vraagt de nieuwe maatschappij ook om de huisvesting van nieuw, vooral publiek en utilitair, programma. De nadruk in de architectonische canonprojecten ligt in deze module op de basisbegrippen draagconstructie, bekleding en context (naast gebruik en ruimte) en op publieke functies. Na 1800 groeien de steden snel en worden ze meer en meer gepland. Dit leidt in het stedenbouwkundig ontwerp tot de inzet en ontwikkeling van nieuwe of vernieuwde typen openbare ruimte, die centraal staan in de stedenbouwkundige canonprojecten, en die besproken worden aan de hand van de verwante begrippen structuur, materiaal en context (eveneens naast gebruik en ruimte). Zowel voor stedenbouw als voor architectuur geldt dat de technieken en typen ook nu nog (getransformeerd) gebruikt en toegepast worden. Daarom worden telkens ook hedendaagse ontwerpen besproken. Grondslagen 2 is een direct vervolg op Grondslagen 1, waarin de ontwikkelingen tot 1800 aan bod kwamen en waarin minder complexe canonprojecten centraal stonden (huizen en tuinen). Grondslagen 2 bereidt je voor op de ontwerpopgave van het tweede semester (in kwartaal 4), een klein publiek gebouw in een stedelijke context, en tevens op de module Grondslagen 3, waarin zowel de schaal als de complexiteit verder wordt opgevoerd (woongebouwen en stedenbouwkundige ensembles). -6- Leerstof Tentamenstof GR2 Openbare ruimte en publiek gebouw. (plandocumentatie) Trachtenberg, M. & Hyman, I. (2003). Architecture. From Prehistory to Postmodernity. The Western Tradition. New York: Pearson. (al aangeschaft voor Grondslagen 1) • Hoofdstuk 11. The Nineteenth Century (pp. 415-463) • Hoofdstuk 12. Modern Architecture (pp. 465-523) • Hoofdstuk 13. Second Modernism (through Post-Modernism) (pp. 525-549) Heeling, J., Meyer, H. & Westrik, J. (red.) (2002). Het ontwerp van de stadsplattegrond. De kern van de stedebouw in het perspectief van de eenentwintigste eeuw, deel 1. Amsterdam: Uitgeverij SUN. (ook voor Grondslagen 3) • Hoofdstuk 1. De stadsplattegrond als ‘partituur’ van de stad (pp. 14-23) • Hoofdstuk 4. De stadsplattegrond als compositorisch vraagstuk (pp. 100-111) Meyer, H., Josselin de Jong, F. de & Hoekstra, M.J. (red.) (2006). Het ontwerp van de openbare ruimte. De kern van de stedebouw in het perspectief van de eenentwintigste eeuw, deel 2. Amsterdam: Uitgeverij SUN. (ook voor Grondslagen 4) • Hoofdstuk 3. Typologie van de openbare ruimte (pp. 82-115, 132-155, 164-171) Heynen, H., Loeckx, A., De Cauter, L. & Van Herck, K. (2001). ‘Dat is architectuur’. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: Uitgeverij 010. (al aangeschaft voor Grondslagen 1) • Spiro Kostof, Een architectuurgeschiedenis. Context en rituelen (pp. 574-578) • De opkomst van de plaatsloosheid (pp. 762-765) Forty, A. (2000). Words and Buildings. A Vocabulary of Modern Architecture. Londen: Thames & Hudson. (al aangeschaft voor Grondslagen 1) • Context (pp. 132-135) Davies, C. (2011). Thinking about Architecture. An Introduction to Architectural Theory. Londen: Laurence King Publishing. (op Blackboard) • Hoofdstuk 5. Truth (pp. 82-101) McCarter, R. & Pallasmaa, J. (2012). Understanding Architecture. London: Phaidon Press. (op Blackboard) • Matter, Hapticity and Time (pp. 80-85) • Force, Form and Structure (pp. 116-121) • Materiality and Tactility of Light (pp. 150-155) • Memory and the Lifeworld (pp. 328-333) Nesbitt, K. (1996). Theorizing a New Agenda for Architecture. An Anthology of Architectural Theory. New York: Princeton Architectural Press. (op Blackboard) • Kenneth Frampton, Rappel à l’ordre. The Case for the Tectonic (pp. 516-528) -7- Leerstof (geen tentamenstof) Handleiding Plananalyse Grondslagen 2. (op Blackboard) Aanbevolen leerstof (geen tentamenstof) Trachtenberg, M. & Hyman, I. (2003). Architecture. From Prehistory to Postmodernity. The Western Tradition. New York: Pearson. • Hoofdstuk 14. Modernisms: Renewal and Hyper-Diversity in Recent Decades (pp. 551-581) Heeling, J., Meyer, H. & Westrik, J. (red.) (2002). Het ontwerp van de stadsplattegrond. De kern van de stedebouw in het perspectief van de eenentwintigste eeuw, deel 1. Amsterdam: Uitgeverij SUN. • Hoofdstuk 5. Een typologie van stadsplattegronden (pp. 112-161) Meyer, H., Josselin de Jong, F. de & Hoekstra, M.J. (red.) (2006). Het ontwerp van de openbare ruimte. De kern van de stedebouw in het perspectief van de eenentwintigste eeuw, deel 2. Amsterdam: Uitgeverij SUN. • Hoofdstuk 1. Openbaar domein in de stad: de wereld vanuit verschillende perspectieven (pp. 8-29) • Hoofdstuk 2. De systemen van de openbare ruimte (pp. 30-82) • Hoofdstuk 4. De inrichting en materialisering van de openbare ruimte (pp. 180197) • Hoofdstuk 5. Integrale ontwerpopgaven (pp. 198-263) Bosch, J. & Veenenbos, H. (eindred.) (2011). Straten maken. Hoe ontwerp je een goed straatprofiel? Amsterdam: Uitgeverij SUN. Heynen, H., Loeckx, A., De Cauter, L. & Van Herck, K. (2001). ‘Dat is architectuur’. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: Uitgeverij 010. • Adolf Loos, Ornament en misdaad (pp. 63-66) • Le Corbusier, Naar een architectuur (pp. 124-131) • Le Corbusier, Pierre Jeanneret, De vijf punten voor een nieuwe architectuur (pp. 163-164) • Robert Venturi, Complexiteit en contradictie in de architectuur (pp. 385-390) Forty, A. (2000). Words and Buildings. A Vocabulary of Modern Architecture. Londen: Thames & Hudson. • History (pp. 196-205) • Structure (pp. 276-285) • Truth (pp. 289-303) -8- Bekend veronderstelde literatuur (Grondslagen 1) GR1 Huis, tuin en landschap. (plandocumentatie) Trachtenberg, M. & Hyman, I. (2003). Architecture. From Prehistory to Postmodernity. The Western Tradition. New York: Pearson. • Hoofdstuk 2. Greece (pp. 91-115) • Hoofdstuk 4. Early Christian and Byzantine Architecture (pp. 161-177) • Hoofdstuk 5. Pre-Romanesque Architecture and Romanesque Architecture (pp. 185-199, pp. 208-210) • Hoofdstuk 7. Gothic Architecture (pp. 223-242) • Hoofdstuk 8. The Renaissance (pp. 277-284, pp. 294-308, pp. 311-318) • Hoofdstuk 9. The Baroque (pp. 327-328, pp. 330-340, pp. 354-358) • Hoofdstuk 10. The Eighteenth Century (pp. 375-377, pp. 385-390) Gombrich, E.H. (2000). Eeuwige schoonheid. Houten: Gaade Uitgevers/Unieboek. (op Blackboard van Grondslagen 1) • Hoofdstuk 12 (pp. 223-245) Bobbink, I. (2009). Land inZicht. Een landschapsarchitectonische verkenning van de plek. Amsterdam: Uitgeverij SUN. • Inleiding (pp. 8-17) • Deel 1. Strandwallenlandschap (pp. 21-34) • Deel 6. Veenweidelandschap (pp. 103-114) Steenbergen, C. & Reh, W. (2005). Architectuur en landschap. Bussum: Uitgeverij THOTH. (op Blackboard van Grondslagen 1) • Architectuur en Landschap (pp. 15-17) • Deel 1. De poëzie van het rationele perspectief (pp. 33-44, pp. 113-122) • Deel 2. De illusie van het formele decor (pp. 125- 130) • Deel 3. De architectuur van het picturale landschap (pp. 225-239) Heynen, H., Loeckx, A., De Cauter, L. & Van Herck, K. (2001). ‘Dat is architectuur’. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: Uitgeverij 010. • De ontdekking van de ruimte (pp. 782-789) • De onherleidbaarheid van het wonen (pp. 871-878) Forty, A. (2000). Words and Buildings. A Vocabulary of Modern Architecture. Londen: Thames & Hudson. • Function (pp. 174-195) • Space (pp. 256-275) • User (pp. 312-315) -9- Leupen, B., Grafe, C., Körnig, N. e.a. (red.) (2007). Ontwerp en analyse. Rotterdam: Uitgeverij 010. (op Blackboard van Grondslagen 1) • Hoofdstuk 3. Ontwerp en gebruik (pp. 72-103) • Hoofdstuk 6. Ontwerp en context (pp. 162-182) -10- Organisatie Opbouw De module is opgebouwd uit een collegereeks en werkgroeponderwijs. In de colleges worden ontwerpen en ontwerpprincipes bekeken vanuit drie perspectieven: tijd, gebouw en stad. Op die manier worden de langetermijnontwikkeling en de architectonische en stedenbouwkundige basisbegrippen in samenhang behandeld. Deze samenhang wordt gewaarborgd door per week een thema en een periode centraal te stellen, als uitgangspunt voor alle colleges (zie het weekrooster), en door de canonprojecten. Enerzijds zijn dit de ‘parels’ in de chronologische ketting en anderzijds worden ze verder uitgediept qua ontwerpprincipes en qua relatie met de hedendaagse praktijk. Dit gebeurt door recente projecten te behandelen die duidelijk gefundeerd zijn in de canon of door een ontwerper uit te nodigen die de relatie legt tussen eigen werk en de canon. De canonprojecten worden onder andere toegelicht met behulp van analysetekeningen. In relatie daarmee leer je in de werkgroep plananalyse hoe je op basis van documentatie (met name tekeningen en foto’s) een gebouwd object of een deel van een stad kunt analyseren in drie stappen: inventariseren, ordening aangeven en verklaren. Naast de aspecten programma en ruimte uit Grondslagen 1 zullen de aspecten constructie of structuur, materiaal en context aan de orde komen, zowel architectonisch als stedenbouwkundig. Werkvormen • • Collegereeks Grondslagen van stedenbouw, landschapsarchitectuur, architectuur en geschiedenis van 1800 tot heden, aan de hand van een reeks van 40 canonprojecten (zie de plandocumentatie). De colleges zijn voor alle studenten tegelijk, daarnaast bestudeer je individueel tiijdens de zelfstudie de literatuur (zie het rooster op de volgende pagina’s). Aan het begin van week 2 tot en met 5 zal tijdens een korte terugblik getoetst worden of je ‘bij’ bent (niet voor een cijfer). Werkgroep Plananalyse aan de hand van enkele canonprojecten. Er wordt gewerkt in docentgroepen van 18 studenten (twee tafels op zaal), verdeeld in vier teams van 4 of 5 studenten. De bijeenkomsten zijn in week 1 tot en met 4 voor iedereen op de woensdagen, de zelfstudie wisselt per groep (zie versie A en B van het rooster op de volgende pagina’s). Individueel analyseer je één aspect van een gebouw en één aspect van een openbare ruimte. Samen met je team maak je twee samenhangende plananalyses die aan de andere studenten van de groep worden gepresenteerd en uiteindelijk worden ingeleverd als analyseboekje. Studielastverdeling • • • De 140 studielasturen (5 ECTS) worden gelijk verdeeld over de 5 weken, dus 28 uur per week (samen met de 14 uur van BK2OV2 42 uur per week) Contacttijd per week: gemiddeld 10 uur (totaal 50 uur (2 uur introductie, 40 uur college en 8 uur werkgroep plananalyse)) Zelfstudie per week: gemiddeld 18 uur (totaal 86 uur (54 voor tentamen en 32 uur voor plananalyse), plus 4 uur toetsing) -11- Weekrooster versie A wk. 3.1 ma. 1 2 3 4 5 6 7 8 di. 1 2 3 4 5 6 7 8 wo. 1 2 3 4 5 6 7 8 do. 1 2 3 4 5 6 7 8 vr. 1 2 3 4 5 6 7 8 totaal -12- wk. 3.2 wk. 3.3 wk. 3.4 intro intro P C zs C zs C zs P inlev. C zs C lt C lt C lt C lt C lt Cs Cs Cs Cs Cs C zs wk. 3.5 Legenda C C zs P P zs college zelfstudie plananalyse zelfstudie OV2 C zs op BK City thuis toets lt P zs P zs P zs P pres. incl. zs P incl. zs P zs P pres. incl. zs P incl. zs C zs C zs C zs C lt Ca C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs Ca C lt C lt C lt C lt Ca Ca Ca C lt C zs C zs C zs C zs 4 uur C zs 12 uur C zs 8 uur C zs 12 uur C zs C tentamen C zs 16 uur a s langetermijnontwikkeling architectuur stedenbouw 1 2 3 4 5 6 7 8 08.45-09.30 09.45-10.30 10.45-11.30 11.45-12.30 13.45-14.30 14.45-15.30 15.45-16.30 16.45-17.30 versie B wk. 3.1 ma. 1 2 3 4 5 6 7 8 di. 1 2 3 4 5 6 7 8 wo. 1 2 3 4 5 6 7 8 do. 1 2 3 4 5 6 7 8 vr. 1 2 3 4 5 6 7 8 totaal wk. 3.2 wk. 3.3 wk. 3.4 intro intro P C zs C zs C zs P inlev. C zs C lt C lt C lt C lt C lt Cs Cs Cs Cs Cs C zs wk. 3.5 Legenda C C zs P P zs college zelfstudie plananalyse zelfstudie OV2 C zs op BK City thuis toets lt P zs P zs P zs P pres. incl. zs P incl. zs P zs P zs P pres. incl. zs P incl. zs P zs C zs C zs C lt P zs Ca C zs C zs a s langetermijnontwikkeling architectuur stedenbouw 1 2 3 4 5 6 7 8 08.45-09.30 09.45-10.30 10.45-11.30 11.45-12.30 13.45-14.30 14.45-15.30 15.45-16.30 16.45-17.30 P zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs C zs Ca C lt C lt C lt C lt Ca Ca Ca C lt C zs C zs C zs C zs 4 uur C zs 10 uur C zs 10 uur C zs 12 uur C zs C tentamen C zs 16 uur -13- Week 1 (3.1) Collegereeks: Inleiding, nieuwe typen en technieken (1800-1900) De negentiende eeuw is de eeuw van industrialisatie, verstedelijking en technologische vernieuwing. In deze week worden verder de belangrijkste begrippen voor architectuur voor deze module geïntroduceerd (draagconstructie, bekleding en context), evenals de belangrijkste ‘lagen’ van het stedenbouwkundig werk (het ontwerp van de stadsplattegrond en de openbare ruimte). maandag 10 februari 2014 • 08.45-10.30: college introductie module en plananalyse • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Negentiende eeuw 1 • 13.45-15.30: college stedenbouwkunde Inleiding: ‘lagen’ van de stedenbouwkunde (stadsplattegrond en openbare ruimte) vrijdag 14 februari 2014 • 10.45-12.30: college architectuur Inleiding: draagconstructie, bekleding en context • 13.45-17.30: college langetermijnontwikkeling Negentiende eeuw 2 en 3 Zelfstudie (tentamenstof): • Trachtenberg e.a.: hoofdstuk 11 (pp. 415-463) • Heeling e.a.: hoofdstuk 1 (stadsplattegrond, pp. 14-23) • Meyer e.a.: hoofdstuk 3 (inleiding, pp. 82-85, plein, pp. 86-93, gracht, pp. 132139) • GR2 Openbare ruimte en publiek gebouw. Plananalyse: Architectonisch project analyseren Op Blackboard staat aangegeven welk publiek gebouw jouw team zal analyseren en voor welk van de aspecten context, ruimte, programma, draagconstructie en bekleding jij verantwoordelijk bent. Voorafgaand aan de workshop van woensdag doe je zelfstandig (4 uur zelfstudie) de inventarisatie van jouw aspect. Tijdens de workshop, die de hele dag duurt, worden vervolgens onder begeleiding de stappen ordening aangegeven en verklaren gezet. Elk team krijgt verspreid over de dag meerdere keren begeleiding van de docent. woensdag 12 februari 2014 • 08.45-17.30: werkgroep (workshop inclusief zelfstudie) Zelfstudie buiten de werkgroep: • 4 uur inventariseren -14- Week 2 (3.2) Collegereeks: Constructie of structuur en ‘het moderne’ (1900-1918) Rond de eeuwwisseling ontstaan nieuwe bouwstijlen zoals Art Nouveau, gevolgd door de opkomst van het idee van ‘het moderne’. Het gaat deze week ook over de toepassing van nieuwe constructies met bijvoorbeeld staal en over de structuur (compositie) van de stadsplattegrond en de openbare ruimte. maandag 17 februari 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling ‘Het moderne’ • 13.45-15.30: college stedenbouwkunde Structuur (compositie) vrijdag 21 februari 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Avant-garde • 13.45-15.30: college architectuur Draagconstructie Zelfstudie (tentamenstof): • Trachtenberg e.a.: hoofdstuk 12 (465-497) • Heeling e.a.: hoofdstuk 4 (compositie, pp. 100-111) • Meyer e.a.: hoofdstuk 3 (straat, pp. 94-101, boulevard, pp. 108-115) • Davies: hoofdstuk 5 (truth, pp. 82-101) • McCarter e.a.: force, form and structure (pp. 116-121) • GR2 Openbare ruimte en publiek gebouw. Plananalyse: Architectonische analyse samenvoegen, presenteren en afronden De individuele aspectenanalyses worden per team gebundeld en tijdens de zelfstudie bewerkt tot een samenhangende analyse. Deze presenteer je met je team op woensdagochtend. Daarna rond je de eerste helft van het analyseboekje af. woensdag 19 februari 2014 • 08.45-12.30: werkgroep (presentatie en zelfstudie) Zelfstudie buiten de werkgroep: • 4 uur samenvoegen en afronden (rooster B start daarnaast al met 2 uur inventariseren voor week 3) -15- Week 3 (3.3) Collegereeks: Materiaal en het functionalisme (1918-1940) Uit de zoektocht naar ‘het moderne’ volgen in het interbellum de functionalistische (of ‘moderne’) architectuur en stedenbouw. In deze week komen gebouwen met veel beton en glas aan bod en staat de bekleding centraal. Ook bij stedenbouw gaat het over materiaalgebruik, in dit geval in de openbare ruimte. maandag 24 februari 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Functionalisme en constructivisme • 13.45-15.30: college stedenbouwkunde Materiaal vrijdag 28 februari 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Moderne architectuur in de jaren dertig • 13.45-15.30: college architectuur Bekleding Zelfstudie (tentamenstof): • Trachtenberg e.a.: hoofdstuk 12 (pp. 497-509) • Meyer e.a.: hoofdstuk 3 (laan, pp. 102-107, singel, pp. 140-147) • Nesbitt: Frampton (pp. 516-528) • McCarter e.a.: matter, hapticity and time (pp. 80-85), materiality and tactility of light (pp. 150-155) • GR2 Openbare ruimte en publiek gebouw. Plananalyse: Stedenbouwkundig project analyseren Op Blackboard staat aangegeven welke openbare ruimte jouw team zal analyseren en voor welk van de aspecten context, ruimte, programma, structuur en materiaal jij verantwoordelijk bent. Voorafgaand aan de workshop van woensdag doe je zelfstandig (4 uur zelfstudie) de inventarisatie van jouw aspect. Tijdens de workshop, die de hele dag duurt, worden vervolgens onder begeleiding de stappen ordening aangegeven en verklaren gezet. Elk team krijgt verspreid over de dag meerdere keren begeleiding van de docent. woensdag 26 februari 2014 • 08.45-17.30: werkgroep (workshop inclusief zelfstudie) Zelfstudie buiten de werkgroep: • 4 uur inventariseren (rooster B heeft in week 3 nog 2 uur inventariseren) -16- Week 4 (3.4) Collegereeks: Context en de wederopbouw (1940-1970) Na de Tweede Wereldoorlog is er een voortzetting en verdere uitwerking te zien van vooroorlogse concepten en constructies, die steeds meer geprefabriceerd uitgevoerd worden, maar zijn er ook weer meer traditionele materialen zichtbaar. In stedenbouwkundig opzicht is er aandacht voor de veranderende context van de openbare ruimte, met een minder scherpe scheiding tussen openbaar en privé. Ook bij architectuur staat het begrip context centraal. maandag 3 maart 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Wederopbouw • 13.45-15.30: college stedenbouwkunde Context vrijdag 7 maart 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Voortzettingen en breuken • 13.45-15.30: college architectuur Context Zelfstudie (tentamenstof): • Trachtenberg e.a.: hoofdstuk 12 (pp. 510-523), hoofdstuk 13 (pp. 525-549) • Meyer e.a.: hoofdstuk 3 (dijk, pp. 148-155, veld, pp. 164-171) • Forty: context (pp. 132-135) • Heynen e.a.: Kostof (pp. 574-578), plaatsloosheid (pp. 762-765) • McCarter e.a.: memory and the lifeworld (pp. 328-333) • GR2 Openbare ruimte en publiek gebouw. Plananalyse: Stedenbouwkundige analyse samenvoegen, presenteren en afronden De individuele aspectenanalyses worden per team gebundeld en tijdens de zelfstudie bewerkt tot een samenhangende analyse. Deze presenteer je met je team op woensdagochtend. Daarna rond je het gehele analyseboekje af. woensdag 5 maart 2014 • 08.45-12.30: werkgroep (presentatie en zelfstudie) Zelfstudie buiten de werkgroep: • 4 uur samenvoegen en afronden -17- Week 5 (3.5) Collegereeks: Conclusie, reflectie en nieuwe concepten (1970-heden) Vanaf de jaren zestig komt er steeds meer kritiek op het functionalisme en ontstaan nieuwe concepten, constructies en materialen. De perspectieven stedenbouwkunde en architectuur worden afgesloten met een conclusie, waarbij in het eerste geval extra aandacht uitgaat naar de duurzaamheid of ‘longue durée’ van het stedenbouwkundig ontwerp. Op vrijdag wordt de collegereeks afgesloten met een integraal tentamen. maandag 10 maart 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Postmodernisme • 13.45-15.30: college stedenbouwkunde Conclusie en duurzaamheid woensdag 12 maart 2014 • 10.45-12.30: college langetermijnontwikkeling Andere nieuwe concepten • 13.45-15.30: college architectuur Conclusie en discussie vrijdag 14 maart 2014 • 14.00-17.00: integraal tentamen inclusief tekenvragen Zelfstudie (tentamenstof): • geen nieuwe literatuur (herhaling week 1 tot en met 4) Plananalyse: Inleveren analyseboekje Uiterlijk maandagochtend om 10.30 uur lever je als team jullie analyseboekje in, met daarin de architectonische en de stedenbouwkundige analyse. Je wordt individueel beoordeeld op je bijdrage, die als zodanig herkenbaar moet zijn (zie het beoordelingsformulier op pagina 20). maandag 10 maart 2014 • voor 10.30: inleveren analyseboekje (via Blackboard en/of het secretariaat Architectuur) -18- Toetsing en beoordeling Toetsvorm In de collegereeks wordt aan het begin van week 2 tot en met 5 tijdens een korte terugblik getoetst of je ‘bij’ bent met de literatuur (niet voor een cijfer). In week 2 en 4 van de plananalyse presenteer je samen met je team je werk en krijg je feedback zodat je kunt zien of je op schema ligt (zie de handleiding op Blackboard). In week 5 worden beide onderdelen afsluitend getoetst, op de volgende manier: • • Collegereeks: integraal tentamen inclusief tekenvragen Plananalyse: analyseboekje 70% eindcijfer 30% eindcijfer Voor beide onderdelen moet minimaal een 5,0 gehaald worden. Het gewogen gemiddelde moet minimaal 6,0 zijn. Herkansingsregeling Onvoldoende deelcijfers kunnen herkanst worden in week 5.6 (augustus). Als een van beide deelcijfers voldoende is, mag je dat cijfer laten staan. Het is niet mogelijk om met een opnieuw in te leveren analyseboekje een tentamencijfer van lager dan 5,5 te compenseren. Een hoger deelcijfer leidt tot een herziene eindbeoordeling, die beoordeeld wordt met een V (van voldaan) of met een O (van onvoldoende). Deelcijfers vervallen aan het eind van het academische jaar. -19- Beoordelingformulier plananalyse De analyses in het analyseboekje worden per individueel aspect (gebruik, ruimte, constructie/structuur, bekleding/materialisering en context) beoordeeld op de volgende criteria: 1. Is de analysemethodiek van inventariseren, ordening aangeven en verklaren adequaat toegepast? 2. Zijn de tekeningen leesbaar en te begrijpen? 3. Is de informatie compleet en daarnaast relevant en verifieerbaar? Daarnaast per team: 4. Wordt het onderdeel in een grotere samenhang begrepen en gepresenteerd? De docent vult per individueel aspect het onderstaande schema in met O/V/G/E (onvoldoende, voldoende, goed, excellent) en komt zo tot een eindcijfer: A Inventariseren 1. Is de methode inventariseren, ordening aangeven en verklaren gevolgd en zijn er series van 3 tekeningen met tekst (ordening en verklaring eventueel samen)? 2. Zijn de inventarisatietekeningen leesbaar en is duidelijk wat er geïnventariseerd wordt (titel, legenda en/of steekwoorden, precisie)? 3. Is de inventarisatie relevant en volledig genoeg om het onderdeel te kunnen begrijpen (alle verdiepingen, voldoende aspecten)? Ordening aangeven 1. Sluit de ordeningstekening aan op de inventarisatie en is het verschil tussen een inventarisatietekening en ordeningstekening begrepen? 2. Zijn de ordeningstekeningen leesbaar (titel, legenda en/of steekwoorden, precisie)? 3. Is het duidelijk welke structuur of ordening is gevonden en worden de uitzonderingen benoemd en zijn deze relevant? 1. Sluit de verklarende tekening aan op de ordeningstekening en is het verschil tussen een ordeningstekening en een verklarende tekening begrepen? 2. Is de verklarende tekening leesbaar (titel, verklarend onderschrift en/of steekwoorden, precisie)? 3. Is de verklaring relevant, begrijpelijk getekend en daarmee verifieerbaar? Verklaren Per team 4. Wordt het onderdeel in een grotere samenhang begrepen en gepresenteerd? Beoordeling architectonisch project (minimaal V) Beoordeling stedenbouwkundig project (minimaal V) Eindcijfer -20- S Leerdoelen De student is in staat: • • • • • De ontwikkeling van stedenbouw, landschapsarchitectuur, architectuur en beeldende kunst van 1800 tot en met heden in hoofdlijnen te begrijpen en te beschrijven, ook vanuit de ontwikkeling van de techniek. Een gegeven reeks stedenbouwkundige projecten (openbare ruimtes) en publieke en utilitaire gebouwen te begrijpen en te beschrijven in hun historische en maatschappelijke context en deze ruimtelijk te tekenen. Elementaire basisbegrippen van stedenbouw, landschapsarchitectuur en architectuur (gebruik, ruimte, constructie/structuur, materiaal, context) te begrijpen en te beschrijven. Karakteristieken van verschillende typen openbare ruimten te onderscheiden, te benoemen en te tekenen. Een ontwerp systematisch te ontleden in zijn structurerende elementen (gebruik, ruimte, constructie, materiaal, context) en deze schematisch weer te geven en te benoemen. -21- Relatie met andere modulen In hetzelfde kwartaal In de module BK2OV2 wordt je geleerd om technische en constructieve eigenschappen te schematiseren en bouwkundige composities op 2D- en 3D-niveau te onderzoeken en bewerken. Daarnaast leer je analoge en digitale (re)presentatietechnieken. Al deze vaardigheden komen van pas bij het onderdeel plananalyse in de module Grondslagen 2. Met andere modulen Grondslagen 2 bereidt je voor op het ontwerpproject BK2ON2 in kwartaal 4, waarin je een klein publiek gebouw in een stedelijke context zult ontwerpen. Daarbij ligt de nadruk op het materiaalgebruik. De kennis van de (geschiedenis van) de bouwtechniek van de afgelopen twee eeuwen kun je inzetten bij het ontwerpen. Grondslagen 2 bereidt je eveneens voor op het ontwerpproject BK3ON3 in kwartaal 2 van het tweede jaar, waarin je een stedebouwkundig ontwerp maakt voor een herontwikkelingsgebied, tot op het niveau van de inrichting van de openbare ruimte. In beide ontwerpprojecten geeft de in Grondslagen 2 aangeleerde analysevaardigheid je de mogelijkheid om oplossingen die je inspireren gestructureerd te onderzoeken en te begrijpen, om deze vervolgens getransformeerd toe te passen. -22- -23- -24-
© Copyright 2024 ExpyDoc