Voorstel aan dagelijks bestuur Datum vergadering Steller / afdeling Bestuurder Programma Routing 25-02-2014 P. Daelmans / Middelen R.L.M. Sleijpen Bedrijfsvoering DB Agendapunt Openbaar Bijlage(n) Registratiecode 6 Ja 1 *140664* Onderwerp Aangaan langlopende geldlening ad € 5.000.000 per 3 maart 2014 Voorstel Kennisnemen van het aangaan van een langlopende geldlening bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB-bank) te Den Haag, ingangsdatum 03-03-2014, groot € 5.000.000, rente 2,648%, looptijd 20 jaar lineair / rentevast, vervaldatum rente en aflossing 3 maart. Samenvatting Gelet op het negatieve rekening-courant saldo en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt is (gelet op uw besluit van 28 januari 2014) een deel van de vlottende schuld met ingangsdatum 3 maart 2014 geconsolideerd door het aangaan van een langlopende geldlening van € 5.000.000, looptijd 20 jaar, aflossing lineair tegen een (vaste)rente van 2,648% bij de NWB-bank. De secretaris/directeur, ing. J.M.G. In den Kleef 140664 1/3 Toelichting Gelet op het negatieve rekening-courant saldo en de daarmee gepaard gaande rentekosten is de financieringsconstructie van het waterschap een constant punt van aandacht. Uitgangspunten hierbij zijn de beperking van rentekosten en minimalisering van renterisico’s op lange termijn. Om zo lang mogelijk van de korte rente te kunnen profiteren wordt binnen de grenzen van de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) het negatieve rekening-courantkrediet gefinancierd door (goedkope) kasgeldleningen. In 2014 is het niet direct noodzakelijk om de vlottende schuld te consolideren aangezien de kasgeldlimiet geen drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. De renteontwikkeling dient hierbij echter niet uit het oog te worden verloren. De ervaring leert dat renteontwikkelingen moeilijk voorspelbaar en onderhevig zijn aan fluctuaties welke veroorzaakt kunnen worden door 'wereldse' gebeurtenissen. Ter beperking van het renterisico is het gelet op het lage renteniveau prudent om een deel van de schuld reeds in 2014 te geconsolideerd. Dit betekent dat in 2014 voor dit deel niet meer kan worden geprofiteerd van de korte debetrente. Wel wordt een toekomstige renterisico beperkt en gekozen voor een stuk zekerheid. Gelet op bovenstaande argumentatie heeft het dagelijks bestuur op 28 januari 2014 ter gedeeltelijke consolidatie van de vlottende schuld besloten een langlopende geldlening aan te trekken die er als volgt uit ziet: hoofdsom € 5.000.000; looptijd 20 jaar lineair; rentevast periode 20 jaar. storting afhankelijk van situatie op de geld- en kapitaalmarkt. Mandatering aangaan geldlening Het algemeen bestuur heeft op 1 maart 2011 het ‘Treasurystatuut 2011’ vastgesteld waarin de ‘spelregels’ zijn opgenomen voor het aantrekken van langlopende geldleningen. In paragraaf 6.3 van het statuut is het delegatiebesluit van het algemeen bestuur aangehaald. Het betreft de Delegatie- en Mandaatverordening 2004, waarin de bevoegdheid om met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels geldleningen aan te gaan ter financiering van de publieke taak zijn gedelegeerd aan het dagelijks bestuur. Het aangaan van overeenkomsten van geldlening heeft het dagelijks bestuur op 20 december 2010 gemandateerd aan de secretaris/directeur en de coördinator van het team financiën gezamenlijk. Aangaan geldlening Gelet op de renteontwikkeling is op 20 februari 2014 daadwerkelijk overgegaan tot het aangaan van een geldlening met ingangsdatum 3 maart 2014, groot € 5.000.000, met een looptijd van 20 jaar. Een zestal financiële instellingen, te weten de Bank Nederlandse Gemeenten, Deutsche Bank, Nederlandse Waterschapsbank, Rabobank, AFS groep (geldmakelaar) en Wallich & Matthes (geldmakelaar) is verzocht offerte uit te brengen. Hiervan hebben 3 partijen offerte uitgebracht. Op basis van de geoffreerde percentages is op 20 februari jl. overgegaan tot gunning van de geldlening aan de Nederlandse Waterschapsbank. Als bijlage treft u een overzicht van de geoffreerde percentages aan. Tot slot kan nog worden vermeld dat de afgesloten lening het laagste rentepercentage heeft van de gehele lening portefeuille. 140664 2/3 Beoogd effect Beperking van de rentekosten en minimaliseren van de renterisico’s op lange termijn. Financiële consequenties In de meerjarenraming 2014-2018 is rekening gehouden met het aantrekken van een geldlening per 30 december 2014 van € 5.000.000 tegen een rente van 3,75%. In het DB voorstel van 28 januari jl. 2014 werd de verwachting uitgesproken dat gelet op de huidige inzichten het mogelijk zou zijn om een vaste lening aan te trekken onder dit percentage waarbij een percentage van rond de 3% haalbaar werd geacht. Gelet op de ontwikkeling op de kapitaalmarkt en door diverse partijen te betrekken bij het offreringstraject (concurrentie) is inmiddels een percentage gerealiseerd van 2,648%. De extra rentekosten die in de 2014 gemoeid zijn met het eerder aantrekken van de aangehaalde geldlening bedragen voor de begroting 2014 € 58.000. Deze kosten zullen in de voorjaarrapportage 2014 worden meegenomen. Voor de jaren 2015 en volgende daarentegen resulteert het aantrekken van de lening ten opzichte van de meerjarenraming in een rentevoordeel van ruim € 579.000 (indicatief 3,75% minus gerealiseerd 2,648%) voor de gehele looptijd van de lening. 140664 3/3 OFFERTE GELDLENING 2014 Geldlening per Bedrag Aflossingstermijn 3-3-2014 € 5.000.000 20 jaar rente vast en gelijke delen Offerte-aanvraag Partij AFS groep (geldmakelaar)* Rentepercentage offerte 2,730% BNG geen offerte uitgebracht Deutsche Bank geen offerte uitgebracht NWB Rabobank Wallich en Matthes (geldmakelaar)* 2,648% Rentepercentage effectief incl. provisie Gunning 2,740% 2,648% NWB geen offerte uitgebracht 2,720% 2,730% * Bij de offertes van de AFS groep en Wallich en Matthes is sprake in indicatieve percentages omdat na acceptatie de geldgevende partij nog moest instemmen. 140665
© Copyright 2024 ExpyDoc