BEDIENING EN INSTALLATIE

Bediening en Installatie
Lucht | WATER-WARMTEPOMP
»» WPL 10 AC
»» WPL 10 ACS
Inhoud
Bediening��3
1.
1.1
1.2
1.3
1.4
Algemene aanwijzingen��3
Overige geldende documenten�� 3
Veiligheidsaanwijzingen�� 3
Andere aandachtspunten in deze documentatie�� 3
Maateenheden�� 3
2.
2.1
2.2
2.3
Veiligheid��4
Voorgeschreven gebruik�� 4
Veiligheidsaanwijzingen�� 4
CE-logo�� 4
3.
3.1
3.2
Toestelbeschrijving��4
Gebruikseigenschappen�� 4
Werkmodus�� 4
4.
Instellingen ��5
5.
Onderhoud en verzorging��5
6.
6.1
Problemen verhelpen��5
Andere problemen�� 5
13.2 Resetknop�� 20
13.3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten�� 20
14.
14.1
14.2
14.3
14.4
14.5
14.6
14.7
14.8
Technische gegevens�� 21
Afmetingen�� 21
Elektrisch schakelschema WPL 10 AC (driefasig)�� 22
Elektrisch schakelschema WPL 10 ACS (eenfasig)�� 24
Vermogensdiagrammen verwarmen WPL 10 AC�� 26
Vermogensdiagrammen koelen WPL 10 AC�� 27
Vermogensdiagrammen verwarmen WPL 10 ACS�� 28
Vermogensdiagrammen koelen WPL 10 ACS�� 29
Gegevenstabel�� 30
Garantie
Milieu en recycling
Installatie��6
7.
7.1
7.2
Veiligheid��6
Algemene veiligheidsaanwijzingen�� 6
Voorschriften, normen en bepalingen�� 6
8.
8.1
8.2
Toestelbeschrijving��6
Leveringsomvang�� 6
Toebehoren�� 6
9.
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
9.8
Voorbereidingen��6
Geluidsemissie.�� 6
Minimumafstanden�� 7
Montageplaats voorbereiden�� 7
Transport�� 7
Opstelling�� 7
Warmtepompmanager WPM II�� 9
Buffervat�� 9
Elektrische installatie voorbereiden�� 9
10.
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
10.7
10.8
10.9
Montage��9
Opstelling�� 9
Verwarmingswateraansluiting�� 10
Aanvoer- en retouraansluiting�� 10
Zuurstofdiffusie�� 10
Verwarmingsinstallatie vullen�� 11
Minimaal debiet�� 11
Condensaatafvoer�� 11
Externe 2e warmtegenerator�� 11
Elektrische aansluiting�� 11
11.
11.1
11.2
11.3
11.4
Ingebruikname�� 16
Controle voor ingebruikname�� 16
Eerste ingebruikname�� 18
Bediening en werking �� 19
Buiten werking stellen�� 19
12.
Onderhoud�� 19
13. Storingen verhelpen�� 20
13.1 Lichtdioden (LED)�� 20
2 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Bediening
1.3 Andere aandachtspunten in deze documentatie
Info
Aanwijzingen worden door horizontale lijnen boven en
onder de tekst begrensd. Algemene aanwijzingen worden
aangeduid met het symbool dat hiernaast staat.
ff
Lees de aanwijzingsteksten grondig door.
1. Algemene aanwijzingen
Het hoofdstuk "Bediening" is bedoeld voor de gebruiker van het
toestel en voor de installateur.
Het hoofdstuk "Installatie" is bestemd voor de installateur.
Info
Lees deze handleiding voor gebruik zorgvuldig door en
bewaar deze op een veilige plaats.
Overhandig de handleiding in voorkomende gevallen aan
een volgende gebruiker.
Symbool
Toestel- en milieuschade
!
Het toestel afdanken
Toestel niet afdekken
1.1 Overige geldende documenten
Info
Lees de bedienings- en installatiehandleidingen van de
componenten die een onderdeel vormen van de installatie. Volg de instructies.
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
ff
Dit symbool geeft aan dat u iets moet doen. De vereiste handelingen worden stapsgewijs beschreven.
1.4 Maateenheden
Info
Tenzij anders wordt vermeld, worden alle maten in millimeter aangegeven.
1.2.1 Structuur veiligheidsaanwijzingen
TREFWOORD Soort gevaar
Hier staan mogelijke gevolgen, wanneer de veiligheidsaanwijzing wordt genegeerd.
ff
Hier staan maatregelen om het gevaar af te wenden.
1.2.2 Symbolen, soort gevaar
Symbool
!
Soort gevaar
Letsel
Elektrische schok
1.2.3 Trefwoorden
TREFWOORD
GEVAAR
Betekenis
Aanwijzingen die leiden tot zwaar letsel of overlijden,
wanneer deze niet in acht worden genomen.
WAARSCHUWING Aanwijzingen die kunnen leiden tot zwaar letsel of overlijden, wanneer deze niet in acht worden genomen.
VOORZICHTIG
Aanwijzingen die kunnen leiden tot middelmatig zwaar of
licht letsel, wanneer deze niet in acht worden genomen.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 3
Nederlands
Bediening Algemene aanwijzingen
Bediening Veiligheid
2. Veiligheid
3. Toestelbeschrijving
2.1 Voorgeschreven gebruik
3.1 Gebruikseigenschappen
Het toestel is ontworpen voor:
-- Verwarmen van ruimtes.
-- Koelen van ruimtes.
-- Voor drinkwateropwarming
Het toestel is een verwarmingswarmtepomp die als lucht|waterwarmtepomp werkt en is bestemd voor buitenopstelling. Er wordt
op een laag temperatuurniveau warmte aan de buitenlucht onttrokken, die dan op een hoger temperatuurniveau wordt afgegeven aan het verwarmingswater. Het verwarmingswater kan
worden opgewarmd tot een aanvoertemperatuur van 60 °C. In
de koelwerking wordt het koelcircuit omgekeerd.
Houd rekening met de werkingsgebieden die vermeld zijn in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
Het toestel is bestemd voor gebruik in een huishoudelijke omgeving. Het kan veilig bediend worden door personen die daarover
niet geïnstrueerd zijn. Het toestel kan eveneens buiten een huishouden gebruikt worden, bijv. in het kleinbedrijf, voor zover het
op dezelfde wijze gebruikt wordt.
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de voorschriften. Bij gebruik conform de voorschriften hoort ook het in acht nemen van
deze handleiding evenals de handleidingen voor het gebruikte
toebehoren. In geval van wijzigingen of aanpassingen aan dit toestel vervalt de garantie.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Neem de hierna vermelde veiligheidsaanwijzingen en voorschriften in acht.
-- De elektrische installatie en de installatie van het verwarmingscircuit mogen alleen worden uitgevoerd door een installateur of door technici van onze klantenservice.
-- De installateur is tijdens de installatie en de eerste ingebruikname verantwoordelijk voor het naleven van de geldende voorschriften.
-- Gebruik het toestel uitsluitend als het volledig geïnstalleerd
is en als alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht zijn.
-- Bescherm het toestel tegen stof en vuil tijdens de bouwfase.
!
WAARSCHUWING letsel
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsmede
door personen met verminderde fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis gebruikt worden, wanneer er toezicht op hen
gehouden wordt, of wanneer ze met betrekking tot het
veilige gebruik van het toestel geïnstrueerd zijn en de
gevaren die daaruit ontstaan, begrepen hebben. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging of gebruikersonderhoud
uitvoeren.
2.3 CE-logo
Het CE-logo geeft aan dat het toestel voldoet aan alle fundamentele vereisten:
-- Richtlijn voor de elektromagnetische compatibiliteit
-- Laagspanningsrichtlijn
Het toestel beschikt over een elektrische nood-/bijverwarming
(DHC). Tijdens monovalente werking wordt, zodra het bivalentiepunt niet meer wordt gehaald, de elektrische nood-/bijverwarming als noodverwarming geactiveerd, om de verwarmingsfunctie
en de beschikbaarheid van warm water met een hoge temperatuur
te waarborgen. In mono-energetische werking wordt in een dergelijk geval de elektrische nood-/bijverwarming als bijkomende
verwarming geactiveerd.
Dit toestel heeft nog andere gebruikseigenschappen:
-- Geschikt voor vloerverwarming en radiatorverwarming.
-- Bij voorkeur voor lagetemperatuurverwarming.
-- Haalt zelfs bij een buitentemperatuur van -20 °C warmte uit
de buitenlucht.
-- Tegen corrosie beschermd, buitenste bekledingsdelen van
verzinkte staalplaat, bovendien gemoffeld.
-- Bevat alle componenten en veiligheidstechnische inrichtingen
die voor de werking nodig zijn.
-- Bevat niet-brandbaar veiligheidskoelmiddel.
-- Geschikt om te koelen door warmte te onttrekken aan het
verwarmingssysteem.
Info
Voor de centrale regeling van de verwarmingsinstallatie
is de warmtepompmanager "WPM II" vereist.
3.2 Werkmodus
Met de warmtewisselaar aan de luchtzijde (verdamper) wordt
warmte onttrokken aan de buitenlucht. Het verdampte koelmiddel
wordt met een compressor gecomprimeerd. Daarvoor is elektrische energie vereist. Het koelmiddel heeft nu een hoger temperatuurniveau. Een andere warmtewisselaar (condensor) geeft de
warmte af aan het verwarmingscircuit. Dan wordt de druk van
het koelmiddel weer lager en begint het proces van voren af aan.
In koelwerking wordt de condensor de verdamper en wordt de
verdamper de condensor. Het circuit wordt omgekeerd. Op die
wijze is het mogelijk om de warmte uit de kamers aan de buitenlucht af te geven.
Bij luchttemperaturen onder ca. +7 °C slaat de luchtvochtigheid
als rijp op de verdamperlamellen neer. Deze rijpaanslag wordt
automatisch ontdooid. Het daarbij optredende water wordt in de
ontdooibak opgevangen en via een slang afgevoerd.
4 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
6.1 Andere problemen
Waarschuw de installateur als u de oorzaak zelf niet kunt verhelpen. Om u nog beter en sneller te kunnen helpen, deelt u hem
het nummer op het typeplaatje mee. Het typeplaatje bevindt zich
vanaf de frontzijde gezien bovenaan op de rechter- of linkerzijde
van de toestelbehuizing.
Voorbeeld van het typeplaatje
!
*xxxxxxxxxxxxxxxxxx*
Op het einde van de ontdooifase schakelt de warmtepomp automatisch terug naar verwarmingsfunctie.
Materiële schade
Bij bivalente werking kan de warmtepomp worden doorstroomd door het retourwater van de tweede warmtegenerator. Houd er rekening mee dat de retourtemperatuur
maximaal 60 °C mag zijn.
4. Instellingen
Montageanweisung beachten! Dichtheit geprüft!
De bediening gebeurt uitsluitend met de warmtepompmanager
(WPM II).
ff
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding
van de warmtepompmanager.
Made in Germany
1
26_03_01_1570
!
Materiële schade
Tijdens de ontdooifase schakelt de ventilator uit en wordt
de warmtepompkring omgekeerd. De voor het ontdooien
benodigde warmte wordt uit het buffervat gehaald. Bij
werking zonder buffervat moeten de randvoorwaarden
worden nageleefd die beschreven zijn in het hoofdstuk
"Installatie zonder buffervat". Anders kan het verwarmingswater onder ongunstige omstandigheden bevriezen.
1 Nummer op het typeplaatje
5. Onderhoud en verzorging
!
Materiële schade
Onderhoudswerkzaamheden zoals het controleren van de
elektrische veiligheid, mogen alleen uitgevoerd worden
door een installateur.
Een vochtige doek volstaat om de kunststof- en metalen onderdelen te verzorgen en te reinigen. Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen met oplosmiddelen!
Controleer maandelijks de condensaatafvoer (visuele controle).
Los vervuiling en verstoppingen onmiddellijk op (zie hoofdstuk
"Opstelling").
!
Materiële schade
Houd de luchtuitgangs- en luchtingangsopeningen vrij
van sneeuw en blad.
Wij adviseren jaarlijks een inspectie (controleren van de actuele
toestand) of, indien nodig, een onderhoudsbeurt (herstellen van
de gewenste toestand) door een installateur.
6. Problemen verhelpen
Storing
Geen warm water beschikbaar of de verwarming blijft koud.
Er verzamelt zich water
onder het toestel.
Oorzaak
De zekering is defect.
Oplossing
Controleer de zekeringen
van de huisinstallatie.
De condensaatafvoer is
mogelijk verstopt.
Bel een installateur om
de condensaatafvoer te
laten reinigen.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 5
Nederlands
Installatie Instellingen
Installatie Veiligheid
Installatie
9. Voorbereidingen
Het toestel is bedoeld voor opstelling voor een muur. Als het toestel in de vrije ruimte of op een dak opgesteld wordt, moet de
luchttoevoer aan de aanzuigzijde beschermd worden. Voorzie in
dit geval een beschermwand tegen de wind. Let op de minimumafstanden.
7. Veiligheid
7.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen
-- Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie
van het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden.
-- Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid
uitsluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingsonderdelen voor het toestel.
7.2 Voorschriften, normen en bepalingen
Info
Neem alle nationale en regionale voorschriften en bepalingen in acht.
9.1 Geluidsemissie.
Het toestel is aan de luchttoevoerzijde en aan de luchtuitvoerzijde
luider dan aan de twee gesloten zijden. Houd daarom rekening
met de onderstaande informatie.
De waarde voor het geluidsniveau vindt u in hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel".
ff
Zorg ervoor dat de richting van de luchttoevoer overeenkomt
met de hoofdwindrichting. De lucht mag niet tegen de wind
in worden aangezogen.
ff
Zorg ervoor dat de luchtingang of -uitgang niet gericht
is op geluidsgevoelige ruimtes van het huis (bijvoorbeeld
slaapkamers).
Gazons en beplantingen helpen om de verspreiding van het geluid
te verminderen. Let op de minimumafstanden.
8. Toestelbeschrijving
Het toestel biedt bescherming tegen bevriezing van de warmwaterleidingen. De geïntegreerde vorstbeschermingsschakeling
schakelt bij een condensortemperatuur van 8 °C de circulatiepomp
in de warmtepompkring automatisch in en verzekert daardoor de
circulatie in alle watergeleidende delen. Wanneer de temperatuur
in het buffervat daalt, wordt de warmtepomp uiterlijk automatisch
ingeschakeld,als de temperatuur lager is dan +5 °C.
De geluidsuitbreiding kan gereduceerd worden door dichte palissaden rondom het toestel op te stellen. Let op de minimumafstanden.
8.1 Leveringsomvang
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
-- Schakelschema
-- Slang voor het afvoeren van condensaat
8.2 Toebehoren
8.2.1 Noodzakelijk toebehoren
Omschrijving
Warmtepompmanager in wandopbouwbehuizing, WPMW II
Bestelnr.
185450
8.2.2 Overig toebehoren
Omschrijving
Wandconsole WK-WPL
Staande console SK-WPL
Montageconsole MK-WPL 10 AC(S)
Hydraulische module HSBB 10 AC(S)
Drukslangen DN 25
Afstandsbediening verwarming FEK
Afstandsbediening verwarming FE7
Bestelnr.
231101
230865
232129
227996
220193
185579
6 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Voorbereidingen
9.4 Transport
26_03_01_1548
≥200
≥800
-- Draagbanden voor het transport van het toestel kunt u
op de grijs gemarkeerde plaatsen onderaan op het frame
vasthaken.
≥500
≥1000
Nederlands
9.2 Minimumafstanden
D0000022153
91_00_00_0036
≥2000
!
Materiële schade
Bescherm het toestel tijdens het transport tegen zware
stoten.
Als u het toestel tijdens het transport kantelt, mag dit slechts
kortstondig gebeuren op een van de lange zijden. Hoe langer het
toestel gekanteld blijft, des te meer de koelmiddelolie zich in het
systeem verspreidt. Wacht daarom ca. 30 minuten voordat u het
toestel na het te hebben gekanteld, in gebruik neemt.
9.5 Opstelling
ff
Neem het hoofdstuk "Geluidsemissie" in acht!
ff
Let op de afstandsmaat in de volgende afbeelding bij gebruik
van de wandconsole.
ff
Plaats het toestel niet in een nis. Twee zijden van het toestel
moeten vrij blijven.
ff
Vermijd opstelling op grote weerkaatsende vloeren (bijv.
plaatbekleding).
ff
Vermijd opstelling tussen reflecterende muren van het gebouw. Reflecterende muren van het gebouw kunnen het geluidsniveau verhogen.
De ondergrond moet horizontaal, effen, vast en stevig zijn.
ff
Zorg ervoor dat het toestel aan alle zijden toegankelijk is.
890
26_03_01_1683_
9.3 Montageplaats voorbereiden
ff
Gebruik alleen weersbestendige elektriciteitskabels.
ff
Bescherm de aanvoer- en retourleidingen tegen vorst door
ze voldoende te isoleren. Voer de isolatie uit overeenkomstig
de geldende voorschriften.
ff
Bescherm alle voedingskabels door een installatiebuis tegen
vocht, schade en UV-straling.
Info
Neem bij het leggen van de condensaatslang het hoofdstuk "Montage/condensaatafvoer" in acht.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 7
Installatie Voorbereidingen
Voorbeeld: Funderingsplaat
Voorbeeld: Staande console SK-WPL
1
3
1350
80
e02
e01
1
5
635
B
2
4
265
b01
5
120
525
8
2
7
D0000019236
3
610
D0000034844
A
110
4
6
A Vorstdiepte
B300
1 Verwarming aanvoer
2 Verwarming retour
3 Installatiebuis voor voedingsleiding
4 Fundament
5 Staande console
6 Kiezelbed
7 Drainagebuis
8 Condensaatafvoer
ff
Neem de statische grenzen in acht van de gebruikte staande
console.
b01
e01
e02
1
2
3
4
5
Doorvoer elektriciteitskabels
Verwarming aanvoer
Verwarming retour
Luchttoevoerzijde
Luchtafvoerzijde
Hoofdwindrichting
Condensaatafvoer
Doorvoer voedingsleidingen
Voorbeeld: Wandconsole WK-WPL
4
5
70-80
9
A
2
2
7
1
4
1 Verwarming aanvoer
2 Verwarming retour
3 Condensaatafvoer
4 Drainagebuis
5 Wandconsole
ff
Neem de statische grenzen in acht van de muur van het gebouw, alsmede van de gebruikte wandconsole.
D0000019244
3
8
1
3
5
6
A
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
D0000024451
≥200
2
Vorstdiepte
Verwarming aanvoer
Verwarming retour
Installatiebuis voor voedingsleidingen
Fundament
Montageconsole MK-WPL 10 AC(S)
Kiezelbed
Drainagebuis
Condensaatafvoer
Doorvoer voedingsleidingen opt.
8 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
9.6 Warmtepompmanager WPM II
Om het toestel te kunnen gebruiken, is de warmtepompmanager
WPM II vereist. Deze regelt de volledige verwarmingsinstallatie.
9.7 Buffervat
Om een storingsvrije werking van het toestel te verzekeren, is het
aan te bevelen een buffervat te gebruiken. Het buffervat (SBP)
dient niet alleen voor de hydraulische ontkoppeling van de debieten in het warmtepomp- en verwarmingscircuit, maar vooral als
energiebron voor de ontdooiing van de verdamper. Lees daarvoor
ook het hoofdstuk "Minimumdebiet".
!
Materiële schade
Voor de koelingswerking zijn het buffervat SBP ... cool
alsmede een dampdiffusiedichte isolatie van de leidingen
absoluut noodzakelijk!
9.8 Elektrische installatie voorbereiden
WAARSCHUWING elektrische schok!
Voer alle elektrische aansluit- en installatiewerken uit
overeenkomstig de nationale en regionale voorschriften.
Zekering
C 25 A
C 16 A
C 35 A
C 16 A
C 16 A
Toewijzing
Warmtepomp
(1-fasig)
Warmtepomp
(3-fasig)
Elektrische
nood-/bijverwarming (DHC)
(1-fasig)
Elektrische
nood-/bijverwarming (DHC)
(3-fasig)
Sturing
Geleiderdoorsnede
2,5 mm² bij vrije plaatsing
4,0 mm² bij plaatsing in een muur
2.5 mm²
6,0 mm² bij plaatsing in een muur
4,0 mm² bij plaatsing van een meeraderige kabel op een wand of in een elektriciteitsbuis op een wand
2,5 mm
1,5 mm² bij slechts twee belaste aders en
plaatsing op een muur of in een elektriciteitsbuis op een muur.
1,5 mm²
De elektrische gegevens vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". Voor de busleiding hebt u een kabel J-Y (St) 2x2x0,8 mm²
nodig.
10. Montage
10.1 Opstelling
ff
Let bij het opstellen van het toestel op de richting van de
luchtafvoer.
ff
Plaats het basistoestel op de voorbereide ondergrond.
WAARSCHUWING elektrische schok!
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aansluiting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met een
afstand van minstens 3 mm van het stroomnet kunnen
worden losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt voldaan
door magneetschakelaars, vermogensschakelaars, zekeringen, enz.
!
!
26_03_01_1544
Materiële schade
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Neem de gegevens op het typeplaatje in
acht.
Materiële schade
Beveilig afzonderlijk de 3 stroomcircuits (voor het toestel,
de elektrische nood-/bijverwarming en de sturing).
ff
Het is uit het oogpunt van beveiliging verplicht de volgende
kabeldiameter te gebruiken:
ff
Sluit "L" voor de warmtepomp en sturing op dezelfde fase
aan.
WWW.stiebel-eltron.COM
ff
Verwijder de afdekking.
WPL 10 ACS | 9
Nederlands
Installatie Montage
Installatie Montage
10.2 Verwarmingswateraansluiting
De installatie van de warmtepompverwarming moet door een
installateur uitgevoerd worden overeenkomstig de waterinstallatieschema's in de planningsdocumenten.
ff
Spoel het leidingsysteem grondig door voordat de warmtepomp wordt aangesloten. Vreemde voorwerpen, zoals
laskorrels, roest, zand of dichtingsmateriaal, belemmeren de
goede werking van de warmtepomp en kunnen verstoppingen van de condensor in de warmtepomp veroorzaken.
10.3 Aanvoer- en retouraansluiting
!
Materiële schade
U moet de CV-aanvoer- en -retourleidingen dampdiffusiedicht isoleren.
Op de aansluitingen moet u trillingsdempers van minstens 1 m
lengte aansluiten.
ff
Verwijder de transportbeveiliging (draadeinden) van de
compressor.
1
2
26_03_01_1552
26_03_01_1550
Door de trillingsarme constructie van de warmtepomp en de als
trillingsdempers werkende flexibele drukslangen wordt geluidsoverdracht grotendeels vermeden.
ff
Zie voor de positie van de CV-aanvoer- en -retour de volgende afbeelding:
1 Aanvoerleiding verwarmingscircuit
2 Retourleiding verwarmingscircuit
ff
Sluit de warmtepomp aan op het verwarmingscircuit. Let op
de dichtheid.
1
10.4 Zuurstofdiffusie
26_03_01_1759
!
1 Geluidsisolatie
ff
Plaats de afdekking op het toestel.
ff
Bevestig de afdekking met de vier schroeven.
Materiële schade
Vermijd open verwarmingsinstallaties of installaties met
stalen buizen in combinatie met vloerverwarmingen met
niet-diffusiedichte kunststofbuizen.
Bij niet-diffusiedichte kunststof buizen voor vloerverwarming of
open verwarmingsinstallaties kan bij gebruik van stalen verwarmingselementen of stalen buizen door zuurstofdiffusie corrosie
aan de stalen delen optreden.
De corrosieproducten, zoals roestslib, kunnen in de condensor van
de warmtepomp neerslaan en door vernauwing van de doorsnede
vermogensverlies van de warmtepomp of het uitschakelen door
de hogedrukbewaking veroorzaken.
10 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
10.5 Verwarmingsinstallatie vullen
Info
Let er bij de inbouw van een warmtehoeveelheidsteller op dat de meeste warmtehoeveelheidstellers hoge
drukverliezen hebben. Daarom moet de circulatiepomp
overeenkomstig groter worden gedimensioneerd.
Watertoestand
Voor de installatie wordt gevuld, moet een analyse van het vulwater beschikbaar zijn. Deze kan bijvoorbeeld opgevraagd worden
bij de bevoegde watermaatschappij.
Materiële schade
Om schade door kalkvorming te voorkomen, moet het
vulwater eventueel behandeld worden door het te ontharden of te ontzouten. De in het hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel" vermelde grenswaarden voor
het vulwater moeten absoluut nageleefd worden.
ff
Controleer de grenswaarden 8-12 weken na de ingebruikname en tijdens het jaarlijkse onderhoud van
de installatie.
10.7 Condensaatafvoer
Voor de condensaatafvoer werd in de fabriek een condensaatafvoer gemonteerd op de ontdooibak.
Info
Bij een geleidbaarheid van >1000 µS/cm is waterbehandeling door ontzouting beter geschikt om corrosie te
vermijden.
Info
Geschikte toestellen voor ontharden en ontzouten en om
verwarmingsinstallaties te vullen en te spoelen, kunt u
via de vakhandel kopen.
Info
Wanneer u het vulwater behandelt met inhibitoren of
additieven, gelden de grenswaarden zoals bij ontzouting.
10.5.1 Verwarmingsinstallatie ontluchten
ff
Ontlucht het leidingsysteem zorgvuldig. Bedien daarvoor
het ontluchtingsventiel dat in de warmtepomp in de verwarmingsaanvoer is ingebouwd.
10.6 Minimaal debiet
Bij de verwarmingsfunctie zonder buffervat moet u zorgen voor
het minimumdebiet dat in de volgende tabel is vermeld, en de
ontdooi-energie.
Warmtepomp
Minimaal debiet
WPL 10 AC / WPL 10 ACS
0,7 m³/h
ff
Voer de juiste instelling uit op het overstortventiel.
Opvoerhoogte van de pomp
6m
In te stellen opvoerhoogte op het overstortventiel*
4,1 m
7m
8m
5,1 m
6,1 m
*op basis van gangbare Wilo- en Grundfos-pompen.
WWW.stiebel-eltron.COM
1
26_03_01_1552
!
1 Condensaatafvoer
ff
Bevestig een slang op de condensaatafvoer.
ff
Isoleer de slang om vorstbescherming te waarborgen.
!
Materiële schade
Let erop dat de slang niet geknikt raakt. Plaats de slang
met verval.
ff
Controleer na het plaatsen van de slang of het condensaat
goed kan weglopen.
10.8 Externe 2e warmtegenerator
Bij bivalente systemen moet de warmtepomp altijd worden geïntegreerd in de retour van de tweede warmtegenerator (bijv.
olieketel).
10.9 Elektrische aansluiting
Info
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding van warmtepompmanager WPM II.
Aansluitwerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door
een erkende installateur conform deze handleiding!
De goedkeuring van het bevoegde elektriciteitsbedrijf moet beschikbaar zijn om het toestel te kunnen aansluiten.
De aansluitklemmen zitten in het aansluitgebied van het toestel.
ff
Houd rekening met het hoofdstuk "Voorbereiden van de elektrische installatie".
ff
Voor de aansluitingen dient u kabels te gebruiken die voldoen aan de voorschriften.
ff
Steek de kabels door de trekontlastingen.
WPL 10 ACS | 11
Nederlands
Installatie Montage
Installatie Montage
10.9.1 Toegang tot het aansluitgebied
10.9.2 Elektrische aansluiting WPL 10 AC (driefasig)
ff
Sluit de kabels aan, zoals in de volgende afbeelding wordt
getoond.
ff
Sluit de elektrische nood-/bijverwarming aan, wanneer u de
volgende functies van het toestel wilt gebruiken:
26_03_01_1544
Toestelfunctie
1
26_03_01_1552
ff
Verwijder de afdekking.
1 Kabeldoorvoeren
ff
Leid de elektrische installatiekabels van onderaf door de kabeldoorvoeren omhoog naar het aansluitgebied.
Werking van de elektrische nood-/bijverwarming
Mono-energetische De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt, wanwerking
neer het bivalentiepunt te laag is, de verwarmingsfunctie en het bereiden van hogere warmwatertemperaturen.
Noodwerking
Indien de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt het
verwarmingsvermogen overgenomen door de elektrische nood-/bijverwarming.
OpwarmproBij retourtemperaturen van < 25 °C moet het droogvergramma
warmen uitgevoerd worden door de elektrische nood-/
(alleen bij vloerver- bijverwarming.
warmingen)
Droogverwarmen mag bij deze lage systeemtemperaturen niet door de warmtepomp uitgevoerd worden,
omdat tijdens de ontdooicyclus de vorstbeveiliging van
het toestel dan niet meer gegarandeerd kan worden.
Na beëindiging van het opwarmprogramma kunt u de
elektrische nood-/bijverwarming loskoppelen, wanneer
deze niet nodig is voor de werking van het toestel.
Let erop dat de noodfunctie niet in het opwarmprogramma uitgevoerd kan worden.
Antilegionellascha- De elektrische nood-/bijverwarming wordt bij geactikeling
veerde antilegionellaschakeling automatisch gestart om
het water ter bescherming tegen legionella regelmatig
tot een temperatuur van 60 °C te verwarmen.
1
2
1
26_03_01_1535
3
4
5
26_03_01_1730
1 Aansluitgebied
12 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
10.9.3 Elektrische aansluiting WPL 10 ACS (eenfasig)
ff
Sluit de kabels aan, zoals in de volgende afbeelding wordt
getoond.
ff
Sluit de elektrische nood-/bijverwarming aan, wanneer u de
volgende functies van het toestel wilt gebruiken:
1
X5
Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
L1, L2, L3, N, PE
Aansluitvermogen
2,6 kW
3,0 kW
3,2 kW
5,6 kW
5,8 kW
6,2 kW
8,8 kW
Klemaansluiting
L1
L2
L3
L1
L2
L1
L3
L2
L3
L1
L2
L3
N
N
N
N
N
N
N
2
X3 Netaansluiting (warmtepomp, compressor)
L1, L2, L3, N, PE
3
X4
Stuurspanning
Netaansluiting: L, N, PE
4
X2
Laagspanning (BUS-kabel)
BUS High H
BUS Low L
BUS massa
BUS " + " (wordt niet aangesloten)
PE
PE
PE
PE
PE
PE
PE
5
Aardingsklem ter afscherming van de laagspanningskabel
6
Verwarmingslint
Netaansluiting: L, N, PE
ff
Leg de laagspanningskabel aan de aarde door de afscherming over de buitenmantel heen te schuiven en dan onder de
aardingsklem te klemmen.
ff
Controleer vervolgens de goede werking van de
trekontlastingen.
Werking van de elektrische nood-/bijverwarming
Mono-energetische De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt, wanwerking
neer het bivalentiepunt te laag is, de verwarmingsfunctie en het bereiden van hogere warmwatertemperaturen.
Noodwerking
Indien de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt het
verwarmingsvermogen overgenomen door de elektrische nood-/bijverwarming.
OpwarmproBij retourtemperaturen van < 25 °C moet het droogvergramma
warmen uitgevoerd worden door de elektrische nood-/
(alleen bij vloerver- bijverwarming.
warmingen)
Droogverwarmen mag bij deze lage systeemtemperaturen niet door de warmtepomp uitgevoerd worden,
omdat tijdens de ontdooicyclus de vorstbeveiliging van
het toestel dan niet meer gegarandeerd kan worden.
Na beëindiging van het opwarmprogramma kunt u de
elektrische nood-/bijverwarming loskoppelen, wanneer
deze niet nodig is voor de werking van het toestel.
Let erop dat de noodfunctie niet in het opwarmprogramma uitgevoerd kan worden.
Antilegionellascha- De elektrische nood-/bijverwarming wordt bij geactikeling
veerde antilegionellaschakeling automatisch gestart om
het water ter bescherming tegen legionella regelmatig
tot een temperatuur van 60 °C te verwarmen.
1
2
3
4
5
WWW.stiebel-eltron.COM
26_03_01_1529
6
D0000035392
Toestelfunctie
WPL 10 ACS | 13
Nederlands
Installatie Montage
D0000035392
Installatie Montage
6
1
X5
Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
L, L, N, PE
Aansluitvermogen
3,0 kW
3,2 kW
6,2 kW
Klemaansluiting
L
N
L
N
L
L
N
2
X3 Netaansluiting (warmtepomp, compressor)
L, N, PE
3
X4
Stuurspanning
Netaansluiting: L, N, PE
4
X2
Laagspanning (BUS-kabel)
BUS High H
BUS Low L
BUS massa
BUS " + " (wordt niet aangesloten)
PE
PE
PE
5
Aardingsklem ter afscherming van de laagspanningskabel
6
Verwarmingslint
Netaansluiting: L, N, PE
ff
Leg de laagspanningskabel aan de aarde door de afscherming over de buitenmantel heen te schuiven en dan onder de
aardingsklem te klemmen.
ff
Controleer vervolgens de goede werking van de
trekontlastingen.
!
Materiële schade
Bij de 1-fasige toestellen moet u bij de elektrische aansluiting voor L en N van de compressor en L en N van de
sturing dezelfde fasen gebruiken en met een differentieelschakelaar beveiligen.
14 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Montage
N
Fühler 1
Mischer-
UP-Sol/Kue Fühler 2
BUS -
BUS H
UP-Zirkul.
BUS +
Fern 3
UP-WWB
Mischer+
Fern 1
UP-Hzg. 2
BUS L
Analog
UP-Hzg. 1
2. WE
Mischer
UP-Quelle
5 6
2. WE
2. WE
Quelle
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
UP-WP 2
WB Ein
Rüecklauf
1 2 3 4
5 6
UP-WP 1
K1
Pumpen L
Netz N
3
Netz L´
Außen
1 2 3 4
Vorlauf
N PE
Netz L
T
L
Nederlands
Aansluitvoorbeeld
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
2
PE
4
1
2
3
4
L N PE
1 2 3
D0000035461
L N PE L L N PE
WP
DHC
BUS H
BUS L
BUS -
1
Warmtepomp
Warmtepompmanager
Hoofdschakelkast
Beveiliging vrijgave energiemaatschappij
10.9.4 Aansluitgebied sluiten
26_03_01_1759
1
1 Geluidsisolatie
ff
Bevestig de afdekking met de vier schroeven.
ff
Sluit de circulatiepomp voor de warmteafgiftezijde
overeenkomstig de planningsdocumenten aan op de
warmtepompmanager.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 15
Installatie Ingebruikname
11. Ingebruikname
Om het toestel te kunnen gebruiken, is de warmtepompmanager
WPM II vereist. Hiermee worden alle vereiste instellingen voor en
tijdens de werking uitgevoerd.
Alle instellingen in de ingebruiknamelijst van de warmtepompmanager, de ingebruikname van het toestel en de opleiding van
de gebruiker moeten uitgevoerd worden door een installateur.
De ingebruikname moet overeenkomstig deze installatiehandleiding en de bedienings- en installatiehandleiding van de warmtepompmanager gebeuren. Voor de ingebruikname kunt u een
beroep doen op onze klantenservice (tegen betaling).
Na de ingebruikname moet u het ingebruiknameprotocol in deze
handleiding invullen.
26_03_01_1530
Als u dit toestel commercieel gebruikt, moet u voor de ingebruikname rekening houden met de bepalingen van de arbeidsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent vindt u bij de
bevoegde bewakingsinstantie (bv. TÜV).
ff
Verwijder de grijs gemarkeerde beugel als volgt:
11.1 Controle voor ingebruikname
Controleer de volgende punten voor ingebruikname.
1
11.1.1 Verwarmingsinstallatie
-- heeft u de verwarmingsinstallatie met de juist druk gevuld
en de snelontluchter geopend?
26_03_01_1531
11.1.2 Temperatuursensor
-- Heeft u de buitensensor en de retoursensor (in combinatie
met buffervat) juist aangesloten en geplaatst?
11.1.3 Netaansluiting
-- Heeft u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
1 IWS
ff
Hef de grijs gemarkeerde plaat op.
11.1.4 Transportbeveiliging
-- Heeft u de draadeinden ter beveiliging van de compressor
verwijderd?
1
11.1.5 Controle van de schuifschakelaars op de IWS
ff
Verwijder de afdekking.
26_03_01_1532
26_03_01_1544
Voer de volgende stappen uit om toegang te verkrijgen tot de IWS.
1 Veiligheidsbeugel
ff
Beveilig de plaat met de veiligheidsbeugel.
16 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Ingebruikname
Schuifschakelaar (BA)
ff
Controleer of de schuifschakelaar (BA) correct ingesteld is:
Nederlands
IWS
Alleen verwarmingsfunctie:
BA
26_03_01_1537
1
BA
Met koelfunctie:
BA
1
2
3
4
3
Lichtdioden
Resetknop
Schuifschakelaar (WP-type)
Schuifschakelaar (BA)
26_03_01_1536
2
4
C26_03_01_0921
BA
11.1.6 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Schuifschakelaar (WP-type)
Met de schuifschakelaar (WP-type) kunt u op de IWS de verschillende warmtepomptypes instellen.
Fabrieksinstelling
Werking met één compressor met elektrische nood-/
bijverwarming
Bij een omgevingstemperatuur lager dan -15 °C is het mogelijk
dat de veiligheidstemperatuurbegrenzer van de elektrische nood-/
bijverwarming in werking treedt.
ff
Controleer of de veiligheidstemperatuurbegrenzer werd
geactiveerd.
ff
Los de storingsbron op.
26_03_01_1513
WP-Typ
ff
Controleer of de schuifschakelaar correct is ingesteld.
!
Toestel- en milieuschade
Het is in dit geval niet toegestaan de elektrische nood-/
bijverwarming aan te sluiten.
ff
Reset de veiligheidstemperatuurbegrenzer door op de toets
Reset te drukken.
26_03_01_1514
Als het toestel bivalent met een externe, tweede warmtegenerator
of als module met een andere warmtepomp met dezelfde constructie wordt gebruikt, moet u de schuifschakelaar op WP-type
4 instellen.
ff
Stel de schuifschakelaar als volgt in.
26_03_01_1528
Werking van één compressor met een externe tweede
warmtegenerator
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 17
Installatie Ingebruikname
11.1.7 Aansluitgebied sluiten
Info
Als er geen afstandsbediening geïnstalleerd is, leidt een
verhoging van de parameter "Kamertemperatuur" tot een
parallelle verschuiving van de stooklijn.
1
Als de kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen te laag is,
moet de parameter "Stooklijn" worden verhoogd.
Als u de parameter "Stooklijn" heeft verhoogd, dient u bij hogere
buitentemperaturen de zonekraan of de thermostatische kraan
in de referentieruimte in te stellen op de gewenste temperatuur.
26_03_01_1759
!
1 Geluidsisolatie
ff
Plaats de afdekking op het toestel.
ff
Bevestig de afdekking met de vier schroeven.
11.2 Eerste ingebruikname
11.2.1 De stooklijn instellen
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de aanvoertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn nauwkeurig
in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de
zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste minimale debiet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
ff
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding
van de WPM II.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct instellen:
-- Thermostatische kraan/kranen of zonekraan/-kranen in een
referentieruimte (bijv. de woonkamer of de badkamer) volledig openen.
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of
zonekranen te monteren in de referentieruimte. Regel
voor deze ruimtes de temperatuur met behulp van een
afstandsbediening.
-- Pas bij verschillende buitentemperaturen (bijv. –10 °C en
+10 °C) de stooklijn zo aan dat de gewenste temperatuur in
de referentieruimte wordt behaald.
Richtwaarden voor het begin:
Parameter
Stooklijn
Vloerverwarming
0,4
Radiatorverwarming
0,8
Regeldynamiek
5
15
Kamertemperatuur
20 °C
20 °C
Materiële schade
Verlaag de temperatuur in het volledige gebouw niet
door alle zonekranen of thermostatische kranen dicht te
draaien, maar door gebruik te maken van de verlagingsprogramma's.
Als alles correct is uitgevoerd, kunt u het systeem opwarmen tot
de maximale bedrijfstemperatuur en nogmaals ontluchten.
!
Materiële schade
Let bij vloerverwarmingen op de maximaal toegelaten
temperatuur voor de vloerverwarming.
11.2.2 Overige instellingen op de WPM II
11.2.3 Bij werking zonder buffervat
ff
Roep op het ingebruiknameniveau van de warmtepompmanager de parameter "CONTINU LOPEN POMP" op.
ff
Activeer het continubedrijf van de laadpomp van het
buffervat.
ff
Sluit de verwarmingscirculatiepomp in overeenstemming
met de planningsdocumenten aan op de aansluiting voor de
laadpomp van het buffervat.
Als alles correct is uitgevoerd, kunt u het systeem opwarmen tot
de maximale bedrijfstemperatuur en nogmaals ontluchten.
!
Toestel- en milieuschade
Let bij vloerverwarmingen op de maximaal toegelaten
temperatuur voor de vloerverwarming.
11.2.4 Bij gebruik van het opwarmprogramma
Bij gebruik van het opwarmprogramma moeten op de WPM II de
volgende instellingen worden uitgevoerd:
ff
Stel eerst parameter "BIVALENT VERW" in op 30 °C.
ff
Stel vervolgens parameter "GRENS VERW" in op 30 °C.
Info
Na het opwarmproces moeten de parameters "BIVALENT
VERW" en "GRENS VERW" opnieuw op de standaardwaarden of op de installatiewaarden worden ingesteld.
Als de kamertemperatuur in het overgangsseizoen (ca. 10 °C buitentemperatuur) te laag is, moet u de parameter "Kamertemperatuur" verhogen.
18 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Onderhoud
!
Nederlands
11.3 Bediening en werking
Materiële schade
De stroomvoorziening mag u ook buiten de verwarmingsperiode niet onderbreken. Als de stroomvoorziening
wordt onderbroken, wordt de actieve vorstbescherming
van de installatie niet meer gegarandeerd.
Schakel de installatie in de zomer niet uit. De WPM II beschikt over
een automatische zomer-/winteromschakeling.
11.4 Buiten werking stellen
Als de installatie buiten werking moet gesteld worden, zet u de
WPM II op stand-by. De veiligheidsfuncties voor de bescherming
van de installatie blijven op die manier verzekerd (bijv. vorstbescherming).
!
Materiële schade
Maak de installatie aan de waterzijde leeg, terwijl de
warmtepomp volledig is uitgeschakeld en wanneer er
vorstgevaar bestaat.
12. Onderhoud
Controleer de condensaatafvoer (visuele controle). Los vervuiling
en verstoppingen onmiddellijk op.
!
Materiële schade
Houd de luchtafvoer- en luchttoevoeropeningen vrij van
sneeuw en ijs.
De verdamperlamellen, die na het afnemen van de zijwand aan de
condensorzijde toegankelijk zijn, moeten regelmatig van bladeren
en andere verontreinigingen worden bevrijd.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 19
Installatie Storingen verhelpen
13. Storingen verhelpen
De betekenis van de lichtdioden op de IWS II wordt in de volgende
tabel vermeld.
Info
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding van de warmtepompmanager (WPM II).
Wanneer in geval van service de fout met behulp van de warmtepompmanager niet wordt gevonden, moet in geval van nood
de schakelkast worden geopend en moeten de instellingen op de
IWS worden gecontroleerd. Deze controle mag alleen door een
installateur uitgevoerd worden.
13.1 Lichtdioden (LED)
Lichtgevende dioden op de IWS
1
LED-display
Rode LED-indicator
knippert
Betekenis
Eenmalige storing. Het toestel wordt uitgeschakeld,
start na 10 minuten opnieuw op en de LED-indicator gaat uit.
Rode LED-indicator is
Meer dan 5 storingen binnen 2 bedrijfsuren. Het
verlicht
toestel wordt permanent uitgeschakeld en start
pas opnieuw op na een reset op de IWS. De interne
storingsteller wordt daardoor gereset. Het toestel
kan na 10 minuten opnieuw in bedrijf genomen
worden. De LED-indicator gaat uit.
Groene LED-indicator in De warmtepomp wordt geïnitialiseerd.
het midden knippert
Groene LED-indicator in Het initialiseren van de warmtepomp is gelukt en er
het midden is verlicht
is een actieve verbinding met de WPM II.
Storingen die door de rode LED-indicator weergegeven worden:
-- Hogedrukstoring,
-- Lagedrukstoring,
-- Verzamelstoring en
-- Hardwarefout op de IWS. (zie foutlijst)
13.2 Resetknop
Als de IWS verkeerd geïnitialiseerd werd, kunt u met deze knop
de instellingen resetten.
ff
Houd in dit verband ook rekening met het hoofdstuk "IWS
opnieuw initialiseren" in de bedienings- en installatiehandleiding van de warmtepompmanager.
BA
2
13.3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten
Indien de verwarmingswatertemperatuur hoger is dan 85 °C, bijv.
door een te laag debiet, schakelt deze de elektrische nood-/bijverwarming uit.
ff
Los de storingsbron op.
26_03_01_1528
1 Lichtdioden
2 Resetknop
C26_03_01_0921
BA
ff
Reset de veiligheidstemperatuurbegrenzer door op de toets
Reset te drukken.
20 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Technische gegevens
Nederlands
14. Technische gegevens
14.1 Afmetingen
e02
100
480
d45
35-40
900
b01
b01
d45
e01
e02
g01
g02
Doorvoer elektr.kabels
Condensaatafvoer
Verwarming aanvoer
Verwarming retour
Luchttoevoer
Luchtafvoer
WWW.stiebel-eltron.COM
g01
g02
(890)
1160
1270
490
593
Diameter
Buitendraad
Buitendraad
mm
D0000016780
295
210
e01
WPL 10 ACS
WPL 10 AC
22
G 1 1/4
G 1 1/4
22
G 1 1/4
G 1 1/4
WPL 10 ACS | 21
Installatie Technische gegevens
14.2 Elektrisch schakelschema WPL 10 AC (driefasig)
1
L N
X4
2
3
X7
X24
X23
DHC
WP
X36
X29
3
1
X23
L1L2 L3 N
L1L2 L3 N
X3
2
2
X5
1
3
X35
M6
4
X23
X23
6
5
5
6
4
7
3
8
1
K1
1
3
5
2
4
6
2
9
K5
1
10
3
X30
11
1
K6
3
12
2
3
R3
R2
1
R1
X38
K7
3
K2
2
4
6
1
3
5
K1
A2
1
1
X34
2
7
3
6
A1
5
K2
X1
1
2
3
4
4
A2 (IWS II EEV)
5
A2
A1
3
2
1
X33
5
4
K5
3
2
11 21 31
F5
B
K6
12 22 32
U
V
B
E1
W
1
2
3
4
1
5
X37
T>
A
A
K7
M
3~
B
A
M1
A2
A3
B1
B2
B5
B6
B7
B8
B9
B10
E1
E2
F2
F5
K1
K2
K4
K5
K6
K7
M1
M6
M7
Geïntegreerde WP-sturing IWS
Verbindingsprintplaat Ground temperatuursensor
Temperatuursensor warmtepompaanvoer - KTY
Temperatuursensor warmtepompretour - KTY
Temperatuursensor heet gas - KTY
Temperatuursensor aanzuiglucht - PT1000
Temperatuursensor compressoringang - PT1000
Temperatuursensor verdamperuitgang - PT1000
Temperatuursensor vorstbescherming - KTY
Temperatuursensor uitblaaslucht - PT1000
Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Oliebakverwarming
Hogedrukbeveiligingsschakelaar
Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor DHC
Relais weerstandsbrug
Relais compressoraanloop
Relais ventilatoraanloop
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Compressormotor
Ventilatormotor
Stappenmotor el. Expansieventiel
(optional)
F2
P1
P3
R1
R2
R3
X1
X2
X3
X4
X5
X7
X23
X29
X30
X33
X34
X35
X36
X37
X38
X39
Y1
Y1
E2
85_03_01_0011
P2=3000W
P1=2600W
>p
P3=3200W
Hogedruksensor
Lagedruksensor
Aanloopweerstand
Aanloopweerstand
Aanloopweerstand
Aansluitklem
Aansluitklem laagspanning
Netaansluiting
Aansluitklem sturing
Aansluitklem DHC
Aansluitklem verwarmingslint
Aardingsblok netaansluiting
IWS stekker 12-polig - sturing
IWS stekker 3-polig - bus
IWS stekker 5-polig - expansieventiel
IWS stekker 7-polig - sensoren
IWS stekker 6-polig - temperatuursensoren
IWS stekker 3-polig - ventilator
IWS stekker 3-polig - el. injectieventiel
IWS stekker 3-polig - DHC
Verbindingsklem druksensoren
Omschakelventiel
22 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Nederlands
Installatie Technische gegevens
Bus
H L
“+”
X2
4
X40
4
X36
X29
3
3
1
2
2
2
1
1
3
X35
4
6
5
5
6
4
7
3
8
2
9
X3
1
10
X30
11
3
12
2
X38
1
1
X34
2
7
3
6
A3
1
2
5
3
4
A2 (IWS II EEV)
4
3
2
X39
1
X33
5
4
3
2
2
3
4
1
5
X37
BU YE RD
BK
3
_M_
T
M7
B1
WWW.stiebel-eltron.COM
T
B2
T
B9
2
1
3
2
M
1~
1
p
p
P1
P3
T
B10
T
B8
T
B7
T
B6
T
B5
M6
BU
GNYE
85_03_01_0011
1
WPL 10 ACS | 23
Installatie Technische gegevens
14.3 Elektrisch schakelschema WPL 10 ACS (eenfasig)
WP
DHC
L N
X23
L L
X3
1
L N
N
X5
X4
2
3
X7
X24
X23
X36
M6
X29
3
1
2
2
1
3
X35
4
6
5
5
6
4
7
R
RC
L
N
ON
S
X1/5
X1/3
3
8
2
9
1
WPAB
K5
1
2
5
1
3
WPAB/ON
3
3
5
K2
2
4
6
2
4
3
12
K6
1
X30
11
3
K1
1
10
X38
WPAB/N
A2
1
1
K1
X34
2
7
3
6
A1
5
K2
6
X1
1
2
3
4
4
A2 (IWS II EEV)
5
A2
A1
3
2
1
Z1
F5
X33
5
11 21 31
4
T>
K5
12 22 32
3
2
B
A
B
X23
2
3
4
1
5
X37
K6
C S R
1
A
M
1~
M1
E1 P3=3200WP2=3000W
F2
Y1
E2
P1=2600W
A2
A3
B1
B2
B5
B6
B7
B8
B9
B10
E1
E2
F2
F5
K1
K2
K4
K5
K6
K7
M1
M6
M7
P1
P3
Geïntegreerde WP-sturing IWS
Verbindingsprintplaat Ground temperatuursensor
Temperatuursensor warmtepompaanvoer - KTY
Temperatuursensor warmtepompretour - KTY
Temperatuursensor heet gas - KTY
Temperatuursensor aanzuiglucht - PT1000
Temperatuursensor compressoringang - PT1000
Temperatuursensor verdamperuitgang - PT1000
Temperatuursensor vorstbescherming - KTY
Temperatuursensor uitblaaslucht - PT1000
Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Oliebakverwarming
Hogedrukbeveiligingsschakelaar
Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor DHC
Relais compressoraanloop
Relais compressoraanloop
Relais ventilatoraanloop
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Relais elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
Compressormotor
Ventilatormotor
Stappenmotor el. Expansieventiel
Hogedruksensor
Lagedruksensor
R1
R2
R3
X1
X2
X3
X4
X5
X7
X23
X29
X30
X33
X34
X35
X36
X37
X38
X39
Y1
Z1
85_03_01_0004
>p
Bristol
Aanloopweerstand
Aanloopweerstand
Aanloopweerstand
Aansluitklem
Aansluitklem laagspanning
Netaansluiting
Aansluitklem sturing
Aansluitklem DHC
Aansluitklem verwarmingslint
Aardingsblok netaansluiting
IWS stekker 12-polig - sturing
IWS stekker 3-polig - bus
IWS stekker 5-polig - expansieventiel
IWS stekker 7-polig - sensoren
IWS stekker 6-polig - temperatuursensoren
IWS stekker 3-polig - ventilator
IWS stekker 3-polig - el. injectieventiel
IWS stekker 3-polig - DHC
Verbindingsklem druksensoren
Omschakelventiel
Bedrijfscondensator compressor
WPAB
Softstarter
24 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Nederlands
Installatie Technische gegevens
Bus
H L
“+”
X2
X24
X40
4
X36
X29
3
3
1
2
2
2
1
1
3
X35
4
6
5
5
6
4
7
3
8
2
9
X3
1
10
X30
11
3
12
2
X38
1
1
X34
2
7
3
6
A3
1
2
5
3
4
A2 (IWS II EEV)
4
3
2
X39
1
X33
5
4
3
2
2
3
4
1
5
X37
BU YE RD
BK
3
_M_
T
M7
B1
WWW.stiebel-eltron.COM
T
B2
T
B9
2
1
3
2
M
1~
1
p
p
P1
P3
T
B10
T
B8
T
B7
T
B6
T
B5
M6
BU
GNYE
85_03_01_0004
1
WPL 10 ACS | 25
Installatie Technische gegevens
14.4 Vermogensdiagrammen verwarmen WPL 10 AC
Legende voor de vermogensdiagrammen
Y
Warmtevermogen [kW] | Verbruik [kW] | Vermogensgetal ε [-]
X Ingangstemperatuur van het warmtebronmedium [°C]
1
Aanvoertemperatuur 35 °C
2
Aanvoertemperatuur 45 °C
3
Aanvoertemperatuur 55 °C
4
Aanvoertemperatuur 60 °C
Warmtevermogen
1
2
3
4
16
14
12
10
8
6
4
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
84_03_01_0128
2
40
Verbruik
4
1
2
3
4
2
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Vermogensgetal
6
1
2
3
4
4
2
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
40
26 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Technische gegevens
Nederlands
14.5 Vermogensdiagrammen koelen WPL 10 AC
Legende voor de vermogensdiagrammen
Y
Koelvermogen [kW] | Verbruik koelen [kW] | Vermogensgetal koelen ε [-]
X Ingangstemperatuur van het warmtebronmedium [°C]
1
Aanvoertemperatuur +7 °C
2
Aanvoertemperatuur +18 °C
Koelvermogen
12
10
1
2
8
6
4
0
25
30
35
40
45
84_03_01_0131
2
50
Verbruik
4
84_03_01_0132
1
2
2
0
25
30
35
40
45
50
Vermogensgetal
4
2
0
25
WWW.stiebel-eltron.COM
30
35
40
45
50
84_03_01_0133
1
2
WPL 10 ACS | 27
Installatie Technische gegevens
14.6 Vermogensdiagrammen verwarmen WPL 10 ACS
Legende voor de vermogensdiagrammen
Y
Warmtevermogen [kW] | Verbruik [kW] | Vermogensgetal ε [-]
X Ingangstemperatuur van het warmtebronmedium [°C]
1
Aanvoertemperatuur 35 °C
2
Aanvoertemperatuur 45 °C
3
Aanvoertemperatuur 55 °C
4
Aanvoertemperatuur 60 °C
Warmtevermogen
1
2
3
4
16
14
12
10
8
6
4
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
84_03_01_0085
2
40
4
1
2
3
4
2
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
40
84_03_01_0084
Verbruik
Vermogensgetal
6
4
2
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
35
40
84_03_01_0083
1
2
3
4
28 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Installatie Technische gegevens
Nederlands
14.7 Vermogensdiagrammen koelen WPL 10 ACS
Legende voor de vermogensdiagrammen
Y
Koelvermogen [kW] | Verbruik koelen [kW] | Vermogensgetal koelen ε [-]
X Ingangstemperatuur van het warmtebronmedium [°C]
1
Aanvoertemperatuur +7 °C
2
Aanvoertemperatuur +18 °C
Koelvermogen
12
10
1
2
8
6
4
0
25
30
35
40
45
84_03_01_0080
2
50
Verbruik
4
84_03_01_0081
1
2
2
0
25
30
35
40
45
50
Vermogensgetal
4
2
0
25
WWW.stiebel-eltron.COM
30
35
40
45
50
84_03_01_0082
1
2
WPL 10 ACS | 29
Installatie Technische gegevens
14.8 Gegevenstabel
De vermogensgegevens gelden voor nieuwe toestellen met schone warmtewisselaars.
Het vermogensverbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is aangegeven als maximumwaarde en kan variëren afhankelijk van
het bedrijfspunt.
Het vermogensverbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is al verwerkt in de vermogensgegevens van de warmtepomp in
overeenstemming met EN 14511.
Warmtevermogen volgens EN 14511
Verwarmingsvermogen bij A-7/W35 (EN 14511)
Verwarmingsvermogen bij A2/W35 (EN 14511)
Verwarmingsvermogen bij A7/W35 (EN 14511)
Verwarmingsvermogen bij A10/W35 (EN 14511)
Warmtevermogen bij A7/W45 (EN 14511)
Koelvermogen bij A35/W7
Koelvermogen bij A35/W18
Verbruik
Verbruik nood-/bijkomende verwarming
Verbruik ventilator verwarmen max.
Verbruik volgens EN 14511
Verbruik bij A-7/W35 (EN 14511)
Verbruik bij A2/W35 (EN 14511)
Verbruik bij W7/W35 (EN 14511)
Verbruik bij A10/W35 (EN 14511)
Verbruik bij W7/W45 (EN 14511)
Verbruik koelen bij A35/W18
Verbruik koelen bij A35/W7
Vermogensgetallen volgens EN 14511
COP bij A-7/W35 (EN 14511)
COP bij A2/W35 (EN 14511)
COP bij A7/W35 (EN 14511)
COP bij A10/W35 (EN 14511)
Verbruik bij A7/W45 (EN 14511)
Koelvermogensfactor bij A35/W18
geluidsgegevens
Geluidsvermogensniveau buiten buitenopstelling (EN 12102)
Geluidsdrukniveau op 5 m afstand in de vrije ruimte
Geluidsdrukniveau op 10 m afstand in de vrije ruimte
Werkingsgebied
Gebruiksbeperking verwarmingszijde min.
Gebruiksbeperking verwarmingszijde max.
Toepassingsbeperking warmtebron min.
Gebruiksbeperking warmtebron max.
Waterhardheid
pH-waarde
Zuurstof (ontzouten)
Chloride (ontharden)
Geleidbaarheid (ontharden)
Geleiding (ontzouten)
Zuurstof 8-12 weken na vulling (ontharden)
Zuurstof 8-12 weken na vulling (ontzouten)
WPL 10 ACS
227995
WPL 10 AC
230236
kW
kW
kW
kW
kW
kW
kW
4,94
6,53
7,72
8,49
7,22
6,39
9,31
5,11
6,74
7,83
8,29
7,26
6,22
9,12
kW
kW
6,2
0,11
8,8
0,11
kW
kW
kW
kW
kW
kW
kW
1,73
1,94
2,05
2,11
2,26
3,26
2,61
1,67
1,92
2,03
2,06
2,25
3,16
2,56
2,86
3,37
3,77
4,02
3,19
2,86
3,06
3,51
3,86
4,02
3,22
2,95
dB(A)
dB(A)
dB(A)
60
38
32
60
38
32
°C
°C
°C
°C
°dH
mg/l
mg/l
mg/l
μS/cm
μS/cm
mg/l
mg/l
15
60
-20
40
≤3
8,0-8,5
8,0-10,0
<30
<1000
20-100
<0,02
<0,1
15
60
-20
40
≤3
8,0-8,5
8,0-10,0
<30
<1000
20-100
<0,02
<0,1
30 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Elektrische gegevens
Aanloopstroom (met/zonder aanloopstroombegrenzing)
Beveiliging compressor
Beveiliging bijkomende verwarming
Beveiliging sturing
Frequentie
Nominale spanning compressor
Nominale spanning nood-/bijkomende verwarming
Nominale spanning sturing
Fasen compressor
Fasen sturing
Fasen nood-/bijkomende verwarming
Uitvoeringen
Koelmiddel
Inhoud koelmiddel
Aansluiting aanvoer/retour
Soort ontdooiing
Beschermingsgraad (IP)
Vriesbescherming
Afmetingen
Hoogte
Breedte
Diepte
Gewichten
Gewicht
Waarden
Volumestroom cv-zijdig
Volumestroom verwarming min.
Volumestroom bronzijdig
Intern drukverschil
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS
WPL 10 AC
26/C25
C 35
C16
50
230
230
230
1/N/PE
1/N/PE
1/N/PE
22/C16
C16
C16
50
400
400
230
3/N/PE
1/N/PE
3/N/PE
R407 C
2,5
G 1 1/4 A
Omkering van de kringloop
IP14B
•
R407 C
2,5
G 1 1/4 A
Omkering van de kringloop
IP14B
•
mm
mm
mm
900
1270
593
900
1270
593
kg
120
120
m³/h
m³/h
m³/h
hPa
1,4
0,7
2300
180
1,4
0,7
2300
180
A
A
A
A
Hz
V
V
V
kg
WPL 10 ACS | 31
Nederlands
Installatie Technische gegevens
Notities 32 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Nederlands
Notities WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 33
Notities 34 | WPL 10 ACSwww.stiebel-eltron.COM
Garantie | Milieu en recycling Nederlands
Garantie
Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de
garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet.
Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaatschappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze
producten, alleen garantie worden verleend door deze dochtermaatschappij. Een dergelijk garantie wordt alleen verstrekt,
wanneer de dochtermaatschappij eigen garantievoorwaarden
heeft gepubliceerd. In andere situaties wordt er geen garantie
verleend.
Voor toestellen die in landen worden gekocht waar wij geen
dochtermaatschappijen hebben die onze producten verkopen,
verlenen wij geen garantie. Een eventueel door de importeur
verzekerde garantie blijft onverminderd van kracht.
Milieu en recycling
Wij verzoeken u ons te helpen ons milieu te beschermen. Doe
de materialen na het gebruik weg overeenkomstig de nationale voorschriften.
KYOTO | R407C
Dit toestel is gevuld met het koelmiddel R407C. Het koelmiddel
R407C is een in het Kyoto-protocol opgenomen, gefluoreerd
broeikasgas met een globaal aardopwarmingsvermogen (GWP)
= 1653.
Het koelmiddel R407C mag niet worden afgelaten naar de
atmosfeer.
WWW.stiebel-eltron.COM
WPL 10 ACS | 35
Deutschland
STIEBEL ELTRON GmbH & Co. KG
Dr.-Stiebel-Straße 33 | 37603 Holzminden
Tel. 05531 702-0 | Fax 05531 702-480
[email protected]
www.stiebel-eltron.de
Verkauf
Tel. 05531 702-110 | Fax 05531 702-95108 | [email protected]
Kundendienst
Tel. 05531 702-111 | Fax 05531 702-95890 | [email protected]
Ersatzteilverkauf Tel. 05531 702-120 | Fax 05531 702-95335 | [email protected]
Australia
STIEBEL ELTRON Australia Pty. Ltd.
4/8 Rocklea Drive | Port Melbourne VIC 3207
Tel. 03 9645-1833 | Fax 03 9645-4366
[email protected]
www.stiebel.com.au
Austria
STIEBEL ELTRON Ges.m.b.H.
Eferdinger Str. 73 | 4600 Wels
Tel. 07242 47367-0 | Fax 07242 47367-42
[email protected]
www.stiebel-eltron.at
Belgium
STIEBEL ELTRON bvba/sprl
't Hofveld 6 - D1 | 1702 Groot-Bijgaarden
Tel. 02 42322-22 | Fax 02 42322-12
[email protected]
www.stiebel-eltron.be
China
Stiebel Eltron (Guangzhou) Technology
Development Co., Ltd.
Rm 102, F1, Yingbin-Yihao Mansion, No. 1
Yingbin Road
Panyu District | 511431 Guangzhou
Tel. 020 61952996 | Fax 020 61952990
[email protected]
www.stiebeleltron.cn
Czech Republic
STIEBEL ELTRON spol. s r.o.
K Hájům 946 | 155 00 Praha 5 - Stodůlky
Tel. 251116-111 | Fax 235512-122
[email protected]
www.stiebel-eltron.cz
Denmark
Pettinaroli A/S
Mandal Allé 21 | 5500 Middelfart
Tel. 06341 666-6 | Fax 06341 666-0
[email protected]
www.stiebel-eltron.dk
Finland
STIEBEL ELTRON OY
Kapinakuja 1 | 04600 Mäntsälä
Tel. 020 720-9988
[email protected]
www.stiebel-eltron.fi
France
STIEBEL ELTRON SAS
7-9, rue des Selliers
B.P 85107 | 57073 Metz-Cédex 3
Tel. 0387 7438-88 | Fax 0387 7468-26
[email protected]
www.stiebel-eltron.fr
Hungary
STIEBEL ELTRON Kft.
Gyár u. 2 | 2040 Budaörs
Tel. 01 250-6055 | Fax 01 368-8097
[email protected]
www.stiebel-eltron.hu
Japan
NIHON STIEBEL Co. Ltd.
Kowa Kawasaki Nishiguchi Building 8F
66-2 Horikawa-Cho
Saiwai-Ku | 212-0013 Kawasaki
Tel. 044 540-3200 | Fax 044 540-3210
[email protected]
www.nihonstiebel.co.jp
Netherlands
STIEBEL ELTRON Nederland B.V.
Daviottenweg 36 | 5222 BH 's-Hertogenbosch
Tel. 073 623-0000 | Fax 073 623-1141
[email protected]
www.stiebel-eltron.nl
Poland
STIEBEL ELTRON Polska Sp. z o.o.
ul. Działkowa 2 | 02-234 Warszawa
Tel. 022 60920-30 | Fax 022 60920-29
[email protected]
www.stiebel-eltron.pl
Russia
STIEBEL ELTRON LLC RUSSIA
Urzhumskaya street 4,
building 2 | 129343 Moscow
Tel. 0495 7753889 | Fax 0495 7753887
[email protected]
www.stiebel-eltron.ru
Slovakia
TATRAMAT - ohrievače vody, s.r.o.
Hlavná 1 | 058 01 Poprad
Tel. 052 7127-125 | Fax 052 7127-148
[email protected]
www.stiebel-eltron.sk
Irrtum und technische Änderungen vorbehalten! | Subject to errors and technical changes! | Sous réserve
d‘erreurs et de modifications techniques! | Onder voorbehoud van vergissingen en technische wijzigingen! |
Salvo error o modificación técnica! | Excepto erro ou alteração técnica | Zastrzeżone zmiany techniczne i
ewentualne błędy | Omyly a technické změny jsou vyhrazeny! | A muszaki változtatások és tévedések jogát
fenntartjuk! | Отсутствие ошибок не гарантируется. Возможны технические изменения. | Chyby a
technické zmeny sú vyhradené!
Stand 8870
A 314033-37835-8928
B 291753-37361-8842
4<AMHCMO=bead h>
Switzerland
STIEBEL ELTRON AG
Industrie West
Gass 8 | 5242 Lupfig
Tel. 056 4640-500 | Fax 056 4640-501
[email protected]
www.stiebel-eltron.ch
Thailand
STIEBEL ELTRON Asia Ltd.
469 Moo 2 Tambol Klong-Jik
Amphur Bangpa-In | 13160 Ayutthaya
Tel. 035 220088 | Fax 035 221188
[email protected]
www.stiebeleltronasia.com
United Kingdom and Ireland
STIEBEL ELTRON UK Ltd.
Unit 12 Stadium Court
Stadium Road | CH62 3RP Bromborough
Tel. 0151 346-2300 | Fax 0151 334-2913
[email protected]
www.stiebel-eltron.co.uk
United States of America
STIEBEL ELTRON, Inc.
17 West Street | 01088 West Hatfield MA
Tel. 0413 247-3380 | Fax 0413 247-3369
[email protected]
www.stiebel-eltron-usa.com