Baksteenconstructie - Omgeving in de Praktijk

Baksteenconstructie
Accoladebouwnaad
Brick
Accolade-joint
structure
UDC 69.012.2
RVblad 01-1
Accoladebouwnaden
Accolade-joints
H. lanse
Bij verschillende gebouwen
verloopt de naad tussen twee
bouwfasen niet op de gebruikelijke
wijze verticaal maar volgens een
slingerende lijn, die veelal accoladevormig onderbroken wordt.
Deze lijn is vermoedelijk slechts
aan de oppervlakte van de muur
aanwezig. In het inwendige zal
een rechte naad of een bloktand
zijn.
Het oudste voorbeeld is vermoedelijk de aanhechting van de in 1557
gebouwde Kerstkapel aan het
noorderdwarsschip van de Grote of
Sint Bavokerk in Haarlem afb. 1.
Iets minder fraai is een venster in
een zuidelijke topgevel van de
Janskerk in dezelfde stad ingezet
afb. 2. Wel knap van lijn werd in
1615 een poortje in een zijgevel
van de Haarlemse Adriaansdoelen
ingebracht afb. 3. Het kleinere
steenformaat van het jongste deel
werd met scherpe lijnen in het wat
grotere uit 1562 gevoegd. Ook in
de achtergevel van de Gravenzaal
in het Haarlemse stadhuis werd
een bouwnaad op dezelfde wijze
uitgevoerd.
1. Haarlem, Grote of Sint Bavokerk,
noordzijde.
RDMZ RV 1986/2
- 30
4. Dal Burg (Texel), Hei-vormde Krrk,
noordelijke steunbeer oostzijde. Zuidkant.
5. Dm Burq (1exel), Herwrmdc herh,
noordeblke steunbeer oost.@de. Noordkant.
(Zie ook DOCblad Baksteenconstructie 01).
soortgelijke uitvoering. De vorm is
aan weerszijden van de muur
verschillend en minder nauwkeurig
Het verschijnsel blijkt niet specifiek
Haarlems te zijn. Bijzonder fraai is
ook het metselwerk van het
Academiepoortje te Leiden in het
laat-middeleeuwse metselwerk
ingevoegd (DOCblad Baksteenconstructie 02).
Ook de plaats, waar het reeds lang
verdwenen koor aan het schip van
de Hervormde kerk te Den Burg op
Texel was vastgehecht, heeft een
In de westgevel van de Hervormde
kerk te Zevenhuizen (Z.H.) is bij de
restauratie in 1970 ten zuiden van
de toren ook een tweetal accoladebouwnaden aangetroffen afb. 6.
De aanhechting van twee bouwfasen aan het Bartholomeusgasthuis
in Weesp, thans onderdeel van het
stadhuis en dagtekenend uit 1623,
geschiedde op soortgelijke, doch
afb. 4 en 5.
Baksteenconstructie
RVblad 01-2
Foto’s
Openbare Werken Haarlem: 1, 2, 3
H.J. van Nieuwenhoven: 4, 5
Rijksdienst voor de Monumentenzorg: 6
G. Schellevis: 7
6. Zevenhuizen (Z.H.), Hervormde Kerk,
westgevel.
7. Amsterdam, N~ruwe Kerk, trapioien
oostzbde noorderdwarsschlp.
eenvoudiger wijze met een
zigzaglijn.
In de traptoren aan de oostzijde
van het noorderdwarsschip van de
Nieuwe Kerk te Amsterdam is
blijkbaar een opening dichtgezet
op soortgelijke wijze. Midden in de
vulling werd in baksteen een
zespuntige ster gemetseld afb. 7.
Voor zover thans kan worden
overzien zijn accoladebouwnaden
in de tweede helft van de 16de en
het begin van de 17de eeuw alleen
in de provincies Noord- en Zuid-Hol.land gemaakt.
Summary
Accolade-joints
In the provinces Noord- and
Zuid-Holland, in the second half of
the 16th century and the beginning
of the 17th century when they
were rebuilding houses sometimes
building-joints were made in the
shape of accolades.
Baksteenconstructie
c-
RVblad 01-3
h
Een fraaie accoladebouwnaad
bevindt zich ook aan de
Hervormde kerk te Rhoon (Z.H.) in
de gevel van de zijbeuk aan de
zuidzijde van de toren afb. 8.
De Hervormde kerk te Koudekerk
aan de Rijn (Z.H.) heeft aan de
noordzijde van het koor een kapel.
Het metselwerk ervan is herhaaldelijk hersteld. Onder het
spitsboogvenster in de oostgevel is
een poortje met korfboog, dat
blijkens een jaartal op de boog in
1603 is aangebracht. Naast de
hoeken van deze oostgevel zijn
accoladebouwnaden, door E.H. Ter
Kuile in zijn Geïllustreerde Beschrijving van Leiden en Westelijk Rijnland
(‘s-Gravenhage 1944, 25) ‘kunstig
gebogen siervertandingen’
genoemd afb. 9.
Accoladebouwnaden blijken niet
beperkt te zijn tot Nederland. In
de kerk te Houtave (West-Vlaanderen) toont de muur van de
zuidelijke kapel aan het koor ook
dergelijke bouwnaden bij de
aangebouwde of vernieuwde
steunbeer aan de zuidzijde van het
dwarsschip, vermoedelijk in de 7de
eeuw tot stand gekomen.
Ook op de binnenplaats van het
Sint Janshospitaal te Brugge is een
accoladebouwnaad te zien.
9. Koudekerk aan de Rvn, Hervormde
kerk, oostzyde kapel ten noorden van
koor, 1603.
a. Aansluiting kapel tegen koor.
b. Noordoostelijke hoek, hersteld bij
restauratie.
Foto’s 1986 RDMZ, G.J.Dukker.
RDMZ RV 1990/18-9
8.
Rhoon.
Hcrvonr~rlr
krrk. wetfmuur. Foto 1977 RDMZ, G.J.Dukher.
b
Baksteenconstructie
Vogelgat
Brick
Birds hole
structure
UDC 69.012.2
RVblad 02-1
Vogelgateri
Birds holes
H. Janse
P.
r‘
In hun ‘Duifhuizen in Nederland”
behandelen H. N. Karsemeijer en
G. A. Overeem onder het hoofdstuk
‘Duivenslagen’ ook nestruimten
voor vogels in muren. Wij willen
hier onder de benaming ‘Vogelgaten’ verder op dat onderwerp
ingaan.
Meestal bestaat een vogelgat uit
een opening, die aan de buitenzijde
in de bakstenen muur is gespaard,
met een ruimte erachter die als
‘voorportaal’ dienst doet en een
nestruimte er naast in dezelfde
muur. De ruimte kan aan de
binnenzijde van het gebouw
opengemaakt worden om de voor
consumptie bestemde eieren uit
het nest te nemen. In de muur van
het voormalige 13de-eeuwse
poortgebouw en in een muur van
de verdwenen 15de eeuwse
vleugel van het Slot Haamstede
zijn dergelijke gaten aanwezig van
ongeveer één kop breed en twee
lagen hoog, aan de buitenzijde. .
voorzien van een uitgemetselde
steen om de duif een goede uit- of
ingangspositie te bieden. Oude
afbeeldingen laten zien, dat de
grachtmuren op nog meer plaatsen
van dergelijke gaten waren
voorzien.z
Die zelfde vorm wordt ook in
topgevels van bakstenen gebouwen
aangetroffen. Karsemeijer en
Overeem wezen daar reeds op. Het
DOCblad Gevelonderdeel , baksteen
03 geeft de topgevel van het
zogenaamde Hoge Spieker te
Vierakker ten zuiden van Zutphen
weer, waarin naast de al genoemde
gaten met uitgemetselde steen
eronder ook kleinere gaten
voorkomen van ongeveer een
klezoor breed en één laag hoog,
voor kleinere vogeI$ zoals spreeuwen.
Er is nog een ander type, waarbij
het vierkante gat aan de buitenzijde
is voorzien van een plavuis of een
RDMZ RV 1987/8
- 14
1. Echteld, huis Wijenburg, 16de eeuw.
Foto L. M. Tangel RDMZ 1974
natuurstenen plaatje, waarin een
gat van ca. 5 cm doorsnede is
geplaatst om te voorkomen dat
ongewenste grote vogels bezit
nemen van de nestruimte.
Dergelijke vogelgaten zijn aangebracht onder de gootlijst van de
15de-eeuwse Broerenkerk te
Zwolle. Dit zijn in feite kortelinggaten, zoals die zo vaak onder de
dakrand werden opengelaten om
er bij reparaties een steiger uit te
kunnen steken. Aan de binnenzijde
werden die meestal gedicht met
een passende klos om te voorkomen, dat de duiven en kraaien op
de zolder komen. Die gaten zijn
altijd gewilde nestruimten voor
holenbroeders. Door de opening
aan de buitenzijde te verkleinen
kon men een selectie onder de
vogels bewerkstelligen en hadden
de Minderbroeders gratis de
beschikking over delicatessen. Dat
is voor de bedelmonniken mooi
meegenomen!
Te Utrecht zijn in de muren van de
Lutherse kerk aan de Hamburgerstraat, gebouwd omstreeks 1412
als kapel van het Sint Ursulaconvent, dergelijke gaten in de muren
Baksteenconstructie
RVblad 02-2 1
gemerktedichtgemetselde
opening 12 x 12 cm
geglazuurd plavuis
18 x 18cm
aat 0 5.5 cm
I
nevenholte
18 x 18cm
breed 10 cm
Binnenzijde
Buitenzijde
Doorsnede
2. Hoorn, Korenmarkt 8, zJgeve1, 16de
eeuw. Tekening H. Janse RDMZ
aanwezig*. Ook hier zijn de
openingen afgedekt met een tegel
met een rond gat erin van enkele
centimeters diameter. Sommige
gaten hebben twee invliegopeningen. In de top van de westgevel,
die twee stenen dik is, is ook een
opening aan de binnenzijde van de
nestholten. Men veronderstelt, dat
hier insectenetende vogels
nestelden, die de kerkzolder
insectenvrij moesten houden.
Dit type gaten, voorzien van een
zandstenen plaatje met gat, komt
ook voor in de gevels van het
cm. Naast de ruimte erachter is
een ruimte van 18 cm hoog, 10 cm
breed en 18 cm diep. Aan de
binnenzijde achter de buitenopening is een opening van 12 cm
breed en hoog, die ‘losvast’ is
dichtgemetseld. Aan de binnenzijde
is het geheel op zolder afgepleisterd. Men heeft wel kruisen in de
kalk gekrast om aan te geven waar
de openingen waren, zodat ze
makkelijk teruggevonden en
geopend konden worden om er de
eieren voor eigen consumptie uit
te halen.
1Gde-eeuwsehuis Wijenburg te
Echteld in de Betuwe (afb. 1). In de
zijgevel van het ook door zijn
constructie zo bijzondere 16de-
eeuwse huis Korenmarkt 8 te
Hoorn komen in de borstwering
van de zolder zelfs hele riante
vogelgaten voor (afb. 2). De
opening meet 18 x 18 cm en is
afgedekt met een geglazuurde
plavuis, waarin een rond gat is
gemaakt met een diameter van 5,5
‘Archeologische en bouwhistorische kroniek van de gemeente
Utrecht over 1984’, Maandblad
Oud-Utrecht 19854, 83.
l
Noten
1 H. N. Karsemeijeren G. A. Overeem,
‘Duifhuizen in Nederland’,Bulletin
KNOB 1985,220-230.
z L. A. Dijckmeester-deBrauw en F.Th.
Dijckmeester,Het Slot Haamstede.
NederlandseKastelen,deel XVII. Z.j.
Summary
In medieval and sixteenth century
brick walls and gables holes are to
be found which were left open for
birds to nest in them and for eggs
to be consumed. A birds hole like
this often consists of a space with
room for a nest next to it. The eggs
can be gathered from the inside.
Sometimes the opening on the
outside is reduced by a flagstone
or a smal1 stone black with a round
hole in it, to prevent larger,
unwelcome birds (like crews) from
nesting.