Voorwoord

7
Laudatio
Jacques Steenbergen
René Foqué en Wouter Devroe
Jacques Steenbergen: zoveel werk, zoveel werkplekken en vooral zo’n rijke persoon­
lijkheid dat zelfs co-auteurs van een laudatio steeds het gevoel hebben dat ze essentialia vergeten. Hierna geen gedetailleerde gids dus, geen stafkaart maar veeleer
een sfeerverslag met wellicht overdreven nadruk op onze iter commune – met verontschuldigingen aan wie of wat onderbelicht blijft.
Om de lezer toch enige structuur te bieden en omdat (ook) universiteiten de kwalijke gewoonte hebben zichzelf centraal te stellen, onderscheiden we wat niet te
onderscheiden valt: het academische en de rest. Enig excuus is dat de gevierde behoort tot die nieuwe generatie emeriti die in beste flexicurity stijl wel stopt, maar
nooit volledig. Jacques neemt inderdaad afscheid als buitengewoon hoogleraar in
het mededingingsrecht aan onze faculteit maar blijft, men weze gewaarschuwd,
voluit actief als voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit.
Verleden
Jacques Steenbergen werd geboren in 1949, op de nationale feestdag. Dat laatste
was bepalend. Jacques, Officier in de Orde van Leopold II, zal zijn hele leven een
sterke gehechtheid aan vorst en vaderland koesteren. Hij dient zijn land met een
groot gevoel voor de traditie, maar zonder daarbij de noodzaak aan voortdurende
vernieuwing uit het oog te verliezen.
Jacques is de oudste in een gezin met vier kinderen (twee broers en een zus). Zijn
vader was de voor velen van ons bekende hoogleraar Nederlandse taalkunde aan
de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, professor Jo Steenbergen.
Zoon Jacques volgde de Grieks-Latijnse humaniora aan het jezuïetencollege Franciscus Xaverius te Borgerhout/Antwerpen (waar o.m. ook Jacques Herbots, Guido
De Clercq en René Foqué oud-leerling zijn). Hij behoorde er tot de eerste generatie leerlingen die inspraak eisten én kregen in de handel en wandel van het college.
Jacques toonde zich – toen al – een uiterst principiële, maar tegelijk ook gematigde en wijze klasverantwoordelijke.
Academia
Voor zijn eerste academische stappen bleef Jacques na zijn collegetijd nog een paar
jaar in het Antwerpse én onder de intellectuele hoede van de Jezuïeten. In die UFSIA-tijd vormden zich al hechte vriendschappen die tot op de dag van vandaag
krachtig voortduren (collega Frank Hutsebaut en zijn echtgenote Annemie Meers
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 7
7/08/14 13:02
8
Liber Amicorum Jacques Steenbergen
kunnen ervan getuigen). Jacques studeerde uitstekend en snel, hij volgde niet alleen
kandidaturen in de rechten, maar ook in de filosofie en de economie. Het lijdt geen
twijfel dat het grote Bildungsideal van de Jezuïeten hem heeft gevormd als een toekomstig jurist met een tegelijk brede en diepgaande intellectuele belangstelling en
expertise.
Met drie kandidaatsdiploma’s op zak trok Jacques in het najaar van 1969 naar
Leuven om er de licenties in de rechten te voltooien. Hij studeerde er in 1972 af
met grote onderscheiding. Meteen daarna werd hij assistent bij professor Walter
van Gerven, die ook zijn promotor werd. Hij nam zijn intrek op de beruchte vijfde
verdieping van de Nieuwe Valk waar ‘de stal van Van Gerven’ huisde, met onder
meer ook Guido De Clercq, Jules Stuyck, Rik Swennen en Philippe Van Avermaet
zaliger. Letterlijk tussen de kasten op de assistentenkamer was er nog net plaats
voor een tafel, waarop Jacques zijn omvangrijke proefschrift concipieerde en schreef.
Af en toe trok hij naar zijn geliefde Cambridge om ver van het Leuvense assistentengewoel de concentratie nog wat op te drijven.
Die Leuvense jaren waren intensief, jaren ook van boeiende ontwikkelingen in de
Europese integratie. Het was voor de hele generatie van toen – en zeker in de directe omgeving van Van Gerven, die ook het nieuwe vak Rechtstheorie doceerde –
een fascinerende ervaring om in Europa een laboratorium voor rechtsontwikkeling
van heel dichtbij te kunnen meemaken. De frisse wind die waaide, over afdelingsgrenzen heen, stimuleerde Jacques ook tot rechtstheoretische interesse. Deze interesse is gebleven, zo blijkt ook uit recente publicaties.
De studenten- en assistentenjaren op de faculteit vielen pal in de beruchte jaren
zestig en (eerste helft) zeventig. Een grote culturele en maatschappelijke openheid
nodigde uit tot actief engagement. Dat laatste was zeker ook voor Jacques het geval. Trouw aan de ambities die hij reeds in zijn college- en UFSIA-tijd vorm had
gegeven, ijverde Jacques in zijn eerste Leuvense jaren voor studentenparticipatie
en voor het ontwikkelen van maatschappelijk dienstbetoon. Vrienden en collega’s
uit die tijd herinneren zich hoe Jacques, keurig in het krijtstreepjespak, over die
onderwerpen de massale volksvergaderingen toesprak in het huidig auditorium
Zeger Van Hee. Wellicht minder bekend is dat Jacques ook actief was in het ondersteunen van de alternatieve rechtshulp in de toen ontluikende Wetswinkel. De
wetswinkeliers konden vaak bij hem terecht voor deskundig advies. Jacques schreef
ook ijverig en efficiënt de statuten van heel wat nieuwe sociale bewegingen, die
nooit vergeefs een beroep deden op zijn juridische kennis.
In 1978 verdedigde de gevierde zijn proefschrift over Rechtsbescherming bij ondernemingen in moeilijkheden. Nadien bleef hij nog een aantal jaren deeltijds actief
op de faculteit als wetenschappelijk medewerker. Hij zette de facultaire beurzendienst op poten en hielp heel wat beloftevolle afstudeerders aan mogelijkheden om
verder te studeren in het buitenland.
Aan dit soort inzet en loyauteit is eigenlijk nooit wat veranderd, ook niet toen het
wetenschappelijk medewerkerschap geleidelijk naar een bijzonder hoogleraarschap
doorgroeide. Niet slechts op facultaire recepties maar ook “als er gewerkt moet
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 8
7/08/14 13:02
Laudatio Jacques Steenbergen | René Foqué en Wouter Devroe
9
worden” is Jacques vaak meer present dan voltijdse collegae, en zeker meer dan
bij zijn aanstellingspercentage kan worden verwacht. Op een facultaire denkdag
verkondigde hij de stelling dat de universiteit haar buitengewoon hoogleraren “zo
weinig mogelijk moet betalen en zo hard mogelijk moet laten werken”. Hij lééft
deze stelling, zowel op het vlak van onderwijs als van onderzoek.
Het vak European Competition Law, dat nog gewoon Mededingingsrecht heette
toen hij het in 1980 begon te doceren, bouwde hij uit tot een belangrijk en interactief college, zeer gewaardeerd door zowel de eigen Vlaamse als de internationale studenten. Daarnaast is hij een veel gevraagd gastdocent. Hij doceerde en gaf tal
van lezingen aan een groot aantal Europese universiteiten, maar ook in China,
Japan en de verenigde Staten.
Het wetenschappelijke oeuvre is imposant, niet slechts door de omvang (volgens
de laatste stand van zaken 7 boeken en ruim meer dan 200 artikelen) maar vooral
door de helderheid van denken en van taal, en door de enorme variëteit aan onderwerpen die werden en worden behandeld. De bibliografie is die van een generalist in het economisch recht, een species dat met uitsterven is bedreigd. Bijdragen
over handels- en economisch recht in de meest ruime zin (inclusief productaansprakelijkheidsrecht, vennootschapsrecht, fiscaal recht, financieel en beursrecht,
zelfs recht inzake nieuwe technologieën en farmaceutica) worden afgewisseld met
onderzoek naar Europees recht, wederom in de meest ruime zin. Zowel institutioneel als materieel Europees recht komt aan bod, met o.m. aandacht voor monetair
recht, industriepolitiek en uiteraard het mededingingsrecht. Zelfs over externe relaties van de EU en over WTO-recht doceerde Jacques. Opvallend – of net niet,
voor wie betrokkene kent – is ook de ruime onderzoeksmatige aandacht voor publieke dienstverlening.
Het wetenschappelijk werk van Jacques Steenbergen is dat van een hoogleraar die
de techniciteit van zijn vak weliswaar beheerst op de vierkante millimeter, maar
die er zich nooit toe zal beperken. Veeleer ziet hij samenhangen en kijkt hij responsief naar de toekomst van de samenleving en van de economische redelijkheid die
ons welvaart en welzijn hoort te brengen.
Erkenning blijkt uit het lidmaatschap van tijdschriftredacties. Zo was Jacques, na
er een aantal jaren te hebben gefunctioneerd als redactielid, van 2003 tot 2012
hoofdredacteur van SEW, en is hij lid van het wetenschappelijk comité van Concurrences en van Legal Issues of European Integration. Evenzeer in lijn met zijn
academisch generalisme was Jacques lid van de ‘Ronde Tafel voor de Evaluatie en
de Modernisering van het Belgisch Economisch Recht’, georganiseerd door de FOD
economie in 2006 en met eindrapport in 2009. Hij is tevens actief lid van het Competition Committee van de OESO sinds 2010 en een veel gevraagd en zeer invloedrijk deelnemer aan de internationale gremia in zijn vakgebied. In Europa en daarbuiten wordt hij gewaardeerd om zijn afgewogen en wijs oordeel.
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 9
7/08/14 13:02
10
Liber Amicorum Jacques Steenbergen
Extra muros
Geheel in de traditie van de Leuvense rechtsfaculteit heeft Jacques Steenbergen zijn
academische bezigheden steeds gecombineerd met activiteiten van zowel advocatuur als publieke dienstverlening, met een kort maar wezenlijk intermezzo bij het
Europees Hof van Justitie.
Reeds tijdens de jaren 1978 tot 1982 was de gevierde actief als advocaat aan de
balie te Brussel. Hij deed stage op het kantoor van Professor Van Ommeslaghe.
Het werd een intensieve kennismaking met de juridische praktijk. Die kennismaking zou een sterk vervolg krijgen in het Europees recht. Tijdens de periode van
1982 tot 1984 was Jacques referendaris in het kabinet van Professor Josse Mertens
de Wilmars, president van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
te Luxemburg. Ook na de Luxemburgse jaren en tot aan diens dood zou Jacques
regelmatig contact met hem houden. Ook nu nog bestaat de band want, wat ook
moge gebeuren, elk jaar houdt Jacques de laatste vrijdag voor de Paasvakantie vrij
om de jury voor te zitten van de Leuvense ‘Mertens de Wilmars’ pleitwedstrijd over
mededingingsrecht – zeer tot vreugd van zijn collegae juryleden (bij wie ook een
vertegenwoordiger van de familie Mertens de Wilmars, nu leidend Europees ambtenaar) én de studenten.
Na de boeiende Luxemburgse jaren ging Jacques in 1984 opnieuw aan de slag als
advocaat aan de Brusselse balie. Zijn praktijk kreeg een sterk internationale dimensie. Hij ging er aan de slag bij het toenmalige kantoor Braun Claeys Verbeke
Sorel, waar hij al in 1986 partner werd. Na 1990 werd dit kantoor omgevormd
tot Loeff Claeys Verbeke om uiteindelijk in 2000 na een belangrijke internationale fusie uit te groeien tot het kantoor Allen & Overy. Jacques is zeer betrokken
geweest bij de fusieplannen en de implementatie ervan. Hij was ook erg actief in
het rekruteren en stimuleren van jonge beloftevolle mensen voor kantoor, een belangrijk deel van de huidige top is mee door hem gerekruteerd. Aan de balie deed
Jacques heel wat bestuurswerk, zo was hij lid van de Raad van de Nederlandse
Orde van advocaten te Brussel van 1993 tot 1997.
In 2007 verliet Jacques Steenbergen zijn geliefde balie om Directeur Generaal te
worden van de Algemene Directie Mededinging in de Belgische Mededingingsautoriteit. In 2013 ruilde hij die functie weer in om Voorzitter te worden van de Belgische Mededingingsautoriteit en dat blijft hij voorlopig ook, zo heeft u begrepen.
Wie wat vertrouwd is met het Belgisch mededingingsrecht weet dat dat recht zowat
om de zes, zeven jaar grondig wordt hervormd. Het is een publiek geheim dat minstens de twee meest recente nationale mededingingswetten grotendeels door Jacques
zijn geconcipieerd. De wijze van totstandkoming verschilt wel. De wet van 2006
is wel eens als “kartel” bestempeld, zozeer was zij het product van voorafgaande
besprekingen met stakeholders allerhande. Bij de voorbereiding en na de stemming
van de wet van 2013 was de situatie wellicht gezonder, met stevige suggesties en
kritiek, zoals ook bij lezing van dit boek moge blijken. Zoals alles in België –mededingingsrecht is vooralsnog federaal- waren beide wetten natuurlijk het product
van compromis. Ook Jacques zag niet al zijn dromen gerealiseerd: zijn geliefkoosd
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 10
7/08/14 13:02
Laudatio Jacques Steenbergen | René Foqué en Wouter Devroe
11
Markthof bijvoorbeeld, kwam er (voorlopig) niet. Toch mag hij terecht trots zijn,
niet slechts omdat noodzakelijke aanpassingen aan het EU-recht zijn doorgevoerd,
maar ook omdat de wetgever voor het eerst een fatsoenlijk budget vrijmaakte om
de grote ambities ook aan daden te koppelen – niet evident in crisistijden maar wel
cruciaal.
Als voorzitter heeft de voorzitter ondertussen een reputatie opgebouwd van pragmatische efficiëntie, waarbij dossiers worden behandeld zonder dat de man of
vrouw in plaats van de bal wordt gespeeld. Hoffelijkheid kan wonderen verrichten,
en daaraan ontbreekt het nooit.
Meer in het algemeen geeft Jacques zich altijd voor het volle pond en zelfs meer in
zijn professionele verantwoordelijkheden, maar ook daarbuiten, maatschappelijk
en in duurzame vriendschappen. Ook buiten zijn strikte vakgebied is Jacques maatschappelijk zeer actief. Zo was hij vele jaren voorzitter van de raad van Bestuur
van de Stichting van het Koninklijk Conservatorium te Brussel, of nog van de Raad
van Bestuur van het Steunpunt voor Verkeersslachtoffers. Emotioneel kon hij worden over de snelheid waarmee klimaat wordt vernietigd, iets waarop hij pijnlijk
zicht kreeg als actief lid van de Wetenschappelijke Raad van het ‘Koninklijk Instituut voor het Duurzaam Beheer van de Natuurlijke Rijkdommen en de Bevordering
van Schone Technologie’ (de stichting Prins Laurent).
Toekomst
Wie onder deze hoofding enige uitspraak verwacht over de professionele plannen
van de nieuwe deeltijdse emeritus, of over de datum van de volgende Belgische
mededingingswet, moeten we teleurstellen. Niet dit soort dingen zijn bepalend voor
een emeritaat (of voor een leven). Wel bepalend zijn de levensvreugde en de vriendschappen die professionele successen overleven. Juist op deze vlakken valt voor de
gevierde het allerbeste te verwachten.
Uit het voorgaande zal de lezer onthouden hebben dat professionaliteit en een
sterke persoonlijke loyaliteit naar collega’s, met bijzondere ondersteuning van jong
en aanstormend talent, Jacques’ loopbaan in al zijn fases hebben gekenmerkt. Dat
was en is het geval aan de universiteit, aan het Europese Hof, aan de balie en ook
onverminderd in zijn huidige functie als voorzitter van de mededingingsautoriteit.
Geen vraag om een bijdrage aan een congres of project is te veel voor deze échte
gentleman, soft spoken, onderhoudend en humoristisch, even stijlvol kantoor houdend in een café op de Grote Markt als op de Tervurenlaan of Vooruitgangsstraat.
Wars van (machts-)vertoon of haantjesgedrag, met een EQ dat het IQ evenaart,
staat hij als vriend klaar wanneer het ertoe doet en vooral wanneer het niet zichtbaar is voor de buitenwereld. Velen zullen hierover hun eigen verhaal hebben, ondergetekenden herinneren zich bijvoorbeeld hoe Professor Steenbergen aan een
assistent die zijn trein miste in Brussel zijn auto (een Smart) meegaf, met als enig
verzoek die daags nadien terug te plaatsen in de parking van kantoor.
Door deze grote professionele en persoonlijke inzet heeft Jacques in de loop der
jaren een werkelijk fabuleus netwerk uitgebouwd van contacten binnen en buiten
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 11
7/08/14 13:02
12
Liber Amicorum Jacques Steenbergen
het eigen vakgebied. Dat netwerk is nooit oppervlakkig, maar steeds gekenmerkt
door grote trouw. Niet zelden ontwikkelen zich duurzame vriendschappen, waarbij telkens de eigen waarde van de objectieve professionaliteit toch hoog wordt
gehouden. Weinigen beheersen die kunst zo overtuigend en integer als Jacques.
We begonnen deze laudatio voor een uitzonderlijk getalenteerde, actieve en beschaafde collega met het gegeven dat hij geboren is – 65 jaar geleden – op de Belgische nationale feestdag. Dat is niet alleen de datum van de troonsbestijging van
Koning Leopold I en van de huidige koning Filip I. Op 21 juli hebben in de loop
der jaren uiterst gewichtige gebeurtenissen plaatsgegrepen. In 1969 zette op 21 juli
de Amerikaan Neil Armstrong als eerste zijn stappen op de maan. Een symbool
van vernieuwing en van een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de mensheid.
Veel vroeger, in 356 voor Christus, werd op 21 juli Alexander de Grote geboren,
niet alleen een groot veldheer maar ook een wijs leider, opgeleid door de grote filo­
soof Aristoteles. Een symbool van de samenhang tussen strategisch beleid en filosofische reflexiviteit. Op 21 juli 1773 hief paus Clemens XIV de Jezuïetenorde op,
maar zonder veel succes. De jezuïeten gingen gewoon door en werden in 1814
uiteindelijk weer helemaal opnieuw opgericht (elke gelijkenis met de Belgische mededingingsautoriteit is louter toevallig). Crisissen zijn er om met standvastigheid,
geduld en vertrouwen te worden overwonnen. Die karaktertrekken zijn ook Jacques niet vreemd. Het kan geen toevallige samenloop van hoogst symbolische gebeurtenissen zijn op die 21ste juli. Geen respect voor de traditie zonder openheid
voor vernieuwing. Geen beleid zonder reflectie. Geen toekomst zonder vertrouwen.
Jacques doet wat dat betreft zijn geboortedatum alle eer aan, wij hopen hem nog
zeer lang te mogen kennen, als collega, als Voorzitter, maar vooral als wijze man
en vriend.
larcier
STEENBERGEN-proef4.indd 12
7/08/14 13:02