Analyse bestaande woningvoorraad Oss Volop in beweging! 1 SAMENVATTING Alle deelnemers van ‘Wonen in Oss’ willen samen werken aan een gezonde dynamische woningmarkt die voorziet in de behoeften van de woonconsument. Focus op bestaande woningvoorraad Afgesproken is de komende periode vooral de focus te leggen op de bestaande woningvoorraad. Deze analyse is daarvoor een onderlegger en gaat in op de verduurzaming, de vergrijzing en de veranderende verhouding koop-huur. Verduurzaming • Begin 2014 bedroeg de totale woningvoorraad in de gemeente Oss 36.254 woningen. • Bijna 4/5 van de totale woningvoorraad is gebouwd tussen 1950 en 2000. De piek zit tussen 1970 en 1979 (22%); o Zoomen we nog verder in dan zien we dat een rijwoning uit 1970-1979 de meest voorkomende woning in Oss is; • de grootste energetische opgave ligt in de bouwperiode 1945 tot 1980 (in Oss bijna de helft van de woningvoorraad: ca. 17.500 woningen); o Hoe ouder de woningen hoe lager het gemiddelde label; o Oss heeft weinig vooroorlogs woningbezit; o Grote opgave bij in Oss bij woningen uit 1970 – 1979 (bijna 8.000 woningen); o De meest kansrijke groep woningen voor verduurzaming in Oss zijn de rijwoningen uit de periode 1970-1979. Vergrijzing • Een kwart van de huishoudens in Oss is op dit moment een één- of tweepersoonshuishouden ouder dan 65 jaar; • Tot 2030 stijgt dit aantal naar zo’n 37% van alle huishoudens in Oss; • De verhuisgeneigdheid onder deze doelgroep is niet hoog, vooral niet onder de 75+-ers; • Hierdoor verwachten we een grote opgave om woningen aan te passen voor senioren. Dit aantal kan zo’n 3.600 tot 6.000 bedragen. Verandering verhouding koop-huur • De woningmarkt is grofweg in te delen in drie woningmarktsegmenten; koop, sociale huur en vrije sector huur; • Door veranderende marktomstandigheden en nieuwe wet- en regelgeving verwachten we veranderingen en verschuivingen binnen de drie woningmarktsegmenten; • Er is een groep huishoudens die ‘toegang’ heeft tot meerdere woningmarktsegmenten. Het aantal woningen daarvoor is echter beperkt. Wat gaan we doen? Nu we in beeld hebben wat er op Oss af komt op het gebied van verduurzaming, vergrijzing en veranderende verhouding koop-huur hebben we een longlist met acties opgesteld om op de ontwikkelingen te kunnen anticiperen. Tijdens het seminar in oktober breiden we deze longlist uit, beoordelen we de verschillende mogelijkheden en selecteren we de meest kansrijke acties. 2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Focus op de bestaande voorraad 1.4 Plan van aanpak analyse 1.5 Leeswijzer 2. VERDUURZAMING 2.1 Oss anno nu 2.2 Wat komt er op ons af? 2.3 Wat betekent dit voor Oss? 3. VERGRIJZING 3.1 Oss anno nu 3.2 Wat komt er op ons af? 3.3 Wat betekent dit voor Oss? 4. VERANDERENDE VERHOUDING KOOP-HUUR 4.1 Oss anno nu 4.2 Wat komt er op ons af? 4.3 Wat betekent dit voor Oss? 5. WAT GAAN WE DOEN? 5.1 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: verduurzaming 5.2 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: vergrijzing 5.3 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: verhouding koop-huur BIJLAGE: ACHTERGRONDINFORMATIE 4 4 4 5 6 6 7 7 8 10 13 13 14 15 17 17 21 24 27 27 27 28 29 3 1. INLEIDING In dit hoofdstuk gaan we in op de aanleiding en de doelstelling van Wonen in Oss. We lichten toe dat deze analyse zich richt op de bestaande woningvoorraad. Verder leest u het plan van aanpak en sluiten we af met een leeswijzer. 1.1 Aanleiding Oss kent al enkele jaren een brede samenwerking voor de Osse woningmarkt; Wonen in Oss. We zijn ontstaan vanuit de gezamenlijke marketing van nieuwbouwwijk de Piekenhoef. Later zijn we ons gaan richten op actuele uitdagingen op de woningmarkt en het stimuleren van de gehele woningmarkt. Samen hebben de deelnemers invulling gegeven aan bijvoorbeeld de Startersregeling 2.0 en de Pilot Horzak, gericht op het realiseren van woningen met betaalbare maandlasten voor de middeninkomensgroep. Alle deelnemers in Wonen in Oss hebben aangegeven op de ingeslagen weg door te willen. Samen willen we blijven werken aan een gezonde dynamische woningmarkt die voorziet in de behoeften van de woonconsument. Dit past ook bij de beweging vanuit de ‘Kracht van Oss’ en ‘Dat is Oss’. 1.2 Doelstelling Wij geloven in de kracht van Oss als woonstad. Gezamenlijk doel is het versterken van de kracht van het Osse wonen en dit actief uitdragen. De kracht zit in de compleetheid van woonmogelijkheden met een grote verscheidenheid aan woningen en woonmilieus. Wonen in het landelijk gebied, aan de dijk, nabij natuur, in een gezellige wijk of in het bruisend stadscentrum, in de gemeente Oss kan het! Focus Wonen in Oss komende periode: bestaande voorraad en wonen en zorg Wonen in Oss zet zich in op het activeren van de woningmarkt. Dynamiek is een vliegwiel voor investeringen in bestaande voorraad en nieuwbouw. Het zorgt dat de woonomgeving nu en in de toekomst voldoet aan de behoefte en geeft positieve spin-off waarmee Oss op de kaart wordt gezet. De komende periode gaan we aan de slag met de bestaande woningvoorraad. 4 1.3 Focus op de bestaande voorraad De gemeente Oss heeft in 2014 36.254 woningen. In figuur 1 is te zien dat er jaarlijks gemiddeld 1% aan nieuwe woningen wordt toegevoegd aan de woningvoorraad. Waar tot enkele jaren geleden vooral de focus lag op de nieuwbouw zien we een kentering waarbij meer en meer ook wordt gekeken naar de totale woningvoorraad. Nieuwbouw blijft natuurlijk nodig voor het toevoegen en vervangen van het bezit doordat het voldoet aan de nu geldende wensen en eisen. Er ligt echter duidelijk ook een behoorlijke opgave in de bestaande woningvoorraad. Figuur 1: woningvoorraad en toevoeging nieuwbouw in Oss1 Figuur 2: nieuwbouw naar huur en koop bron: SysWov, 2014 Bron: Gemeente Oss – BAG & BSOB, 2014 Deze analyse gaat in op drie thema’s binnen de bestaande voorraad Het doel van deze analyse is grip krijgen op de bestaande woningvoorraad waarbij we specifieke aandacht hebben voor drie thema’s: duurzaamheid, vergrijzing en de veranderende koophuurverhouding. Deze analyse geeft inzicht in wat er moet gebeuren om de bestaande voorraad goed af te stemmen op de behoefte (ook de behoefte en mogelijkheden van bestaande bewoners). Aan de resultaten van de analyse koppelen we vervolgens acties die we gaan uitwerken. Voordat dit zover is presenteren we de resultaten tijdens een seminar in oktober 2014. 1 toename woningvoorraad tussen 2010 en 2011 is het gevolg van de herindeling waardoor Lith onderdeel werd van de gemeente Oss. 5 1.4 Plan van aanpak analyse Om invulling te geven aan de doelstelling knippen we de opdracht op in twee fasen. Fase 1 maakt helder wat er moet gebeuren. In fase 2 werken we realiseerbare acties uit. fase 1: opgave in beeld b. Wat komt er op ons af? (film) Fase 1 bestaat uit drie stappen: stap a: Oss anno nu In de eerste stap brengen we de Osse situatie in beeld. Hoe ziet de huidige voorraad er in de gemeente uit? stap b: Wat komt er op ons af? In de tweede stap brengen we de algemene trends- en ontwikkelingen in beeld die op ons afkomen. stap c: Wat betekent dit voor Oss? In deze stap maken we zo helder mogelijk wat de algemene trends betekenen voor Oss. Fase 2 bestaat ook uit drie stappen a: Oss anno nu (foto) c: Wat betekent dit voor Oss? fase 2: acties voor aanpak opgave bestaande voorraad a. longlist/ brainstorm acties b. SWOT van de acties c. acties selecteren en uitwerken Stap a: Longlist/Brainstorm acties Nu we een beeld hebben van wat er op Oss af komt kunnen we longlists met acties opstellen om hier op te anticiperen. We brengen best practices in beeld en houden een brainstorm. Stap b: SWOT-analyse van de acties We beoordelen de mogelijke acties door het opstellen van een SWOT. Wat zijn de sterke en verbeterpunten en is de actie kansrijk? Stap c: Acties selecteren uitwerken We selecteren op basis van de SWOT-analyse de meest kansrijke acties en werken deze vervolgens uit. Dit vormt het actie/uitvoeringsprogramma. 1.5 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken gaan we in op de drie thema’s: verduurzaming, vergrijzing en veranderende verhouding koop-huur. In ieder hoofdstuk schetsen we de huidige situatie (foto), beschrijven we ontwikkelingen (film) en brengen we in beeld wat dit betekent voor Oss. We sluiten af met een hoofdstuk met een opsomming van de acties die we vanuit Wonen in Oss gaan oppakken. 6 2. VERDUURZAMING Het belang van duurzaamheid is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Dit komt onder meer door een groeiend bewustzijn over wat de impact is van ons handelen op het milieu, woonomgeving en de (toenemende) kosten als we hier niet actief mee aan de slag gaan. In deze analyse maken we inzichtelijk wat de verduurzamingsopgave is en waar deze vooral ligt binnen de bestaande woningvoorraad. Verder maken we globaal inzichtelijk wat dit betekent voor de woonlasten/betaalbaarheid van de woning. 2.1 Oss anno nu Energielabel: gemiddeld energielabel C/D Het gemiddelde energielabel van de woningvoorraad in de gemeente Oss is label C/D, zie figuur 3. De woningbouwcorporaties hebben een groter aandeel woningen met een hoger label, 62% heeft label C of beter (figuur 4). Figuur 3: energielabels woningvoorraad Oss Bron: energielabelatlas (2014) 7 Figuur 4: energielabels sociale woningvoorraad in Oss Bron: BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) 2.2 Wat komt er op ons af? Rond duurzaamheid en energie spelen twee belangrijke ontwikkelingen. De maatschappelijke opvatting verandert. Daarnaast speelt de energiequote, het aandeel van het inkomen dat opgaat aan gas en licht, een rol bij verduurzaming. De stijging van woonlasten staat daarmee op de agenda. 2.2.1 Bewustwording impact van onze activiteiten Op allerlei manieren hebben menselijke activiteiten nadelige effecten op de omgeving, nu en in de toekomst. De bewustwording dat we dit aan moeten pakken groeit. Wetenschappers houden de mens verantwoordelijk voor het versterken van het broeikaseffect en de daaruit voortvloeiende klimaatverandering (Milieu Centraal, 2012). De hoeveelheid broeikasgassen, waarvan CO2 de belangrijkste is, in de lucht is door het gebruik van fossiele brandstoffen toegenomen. Mede hierdoor stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde. Ons klimaat verandert hierdoor en dat is een bedreiging voor mens en natuur. De gebouwde omgeving in Nederland is verantwoordelijk voor zo’n 40% van de CO2–uitstoot. Door de woningvoorraad te verduurzamen dragen we bij aan het reduceren van de CO2–uitstoot. De vraag naar verduurzaming van individuen, bedrijven, instellingen, overheden kortom, de gehele maatschappij verandert en neemt toe. Die verandering vindt plaats op verschillende vlakken, zoals maatregelen, wetten, nieuwe producten en diensten. De maatschappij onderneemt ook activiteiten om dit aan te pakken. De overheid heeft bijvoorbeeld het energielabel geïntroduceerd om het bewustzijn rondom energieverbruik te vergroten. Verder zijn goede voorbeelden de sterke toename van zonnepanelen en het oprichten van de Energie Coöperatie Oss. 2.2.2 Grillige ontwikkeling (fossiele) energiekosten De beschikbaarheid van fossiele brandstoffen neemt af terwijl de behoefte steeds meer toeneemt door een groeiende (wereld)bevolking en groeiende consumptie. Het bekende economische principe geldt ook voor het consumeren van energie; een dalend aanbod en een toenemende vraag zorgen voor schaarste. Dit heeft een prijsopdrijvend effect waardoor de betaalbaarheid in het geding komt. De gasprijs is de afgelopen 40 jaar verviervoudigd en zal ook de komende jaren fors stijgen door de koppeling aan de olieprijs2. De laatste jaren is echter wel een daling van de energieprijs waar te nemen. Dit komt door de dalende olieprijzen. Een deel van de elektriciteit wordt opgewekt door de verbranding van gas. Hierdoor volgen de elektriciteitsprijzen deels ook de prijzen van gas. De crisis, maar bijvoorbeeld ook de gedeeltelijke omschakeling van de VS naar schaliegas zorgen voor een kleinere vraag en dus lagere prijs. Het blijft koffiedik kijken 2 Rotmans, In het oog van de orkaan, 2012 8 maar de verwachting blijft overeind dat er op de lange termijn sprake is van een toename van de energieprijs. Energiekosten vormen hoe dan ook een substantieel deel van de uitgaven van een huishouden. Door onze energievoorziening te verduurzamen zijn we minder afhankelijk van de grillige prijsontwikkeling van fossiele brandstoffen en houden we het wonen betaalbaar. 2.2.3 Woonlasten op de agenda Sinds enkele jaren staat de stijging van de woonlasten op de agenda. Sinds het uitbreken van de economische crisis zijn de uitgaven van een gezin gestegen terwijl de inkomsten vaak stokte. De stijging van de uitgaven voor consumenten komt voort uit kabinetsmaatregelen en -bezuinigingen. Denk bijvoorbeeld aan de inkomensafhankelijke huurverhoging, overheden die meerdere bezuinigingen doorvoerde en de strengere financieringseisen voor banken. In figuur 5 is te zien dat het betaalrisico sterk is toegenomen. Vooral voor huurders. Figuur 5: aandeel huishoudens met betaalrisico in Nederland Bron: PBL, 2014 Het verduurzamen van woningen is een manier om de kosten te beperken en de woonlasten beheersbaar te houden. Andere elementen van de woonlasten zijn schematisch samengevat in onderstaand figuur. Figuur 6: schematische weergave van woonlasten: inkomsten minus uitgaven 9 2.3 Wat betekent dit voor Oss? We beperken ons tot de opgave in de bestaande woningvoorraad. Voor nieuwbouw liggen de normen wettelijk al hoog en bovendien nemen ontwikkelaars / bouwers steeds vaker verdergaande maatregelen dan is voorgeschreven. 2.3.1 Grootste energetische opgave in Oss ligt in bouwperiode 1970 tot 1979 Hoe ouder de woningen hoe lager het gemiddelde energielabel (tabel 1) en daarmee hogere energiekosten en meer CO2-uitstoot. In de gemeente Oss zijn de meeste woningen gebouwd tussen 1970 en 1979 (22%), zie figuur 6. De grootste energetische opgave ligt dus in deze bouwperiode (tabel 2). Het betreffen vooral grondgebonden woningen en meer specifiek de rijtjeswoningen. Dit geldt zowel voor de particuliere woningvoorraad als voor corporatiewoningen (figuur 7). Tabel 1: energielabel naar bouwperiode (in Nederland) t/m vanaf 1945 1946/1980 1981 0% A/A+ 1% 10% B 4% 3% 40% C 7% 20% 39% D 18% 30% 8% E 25% 24% 2% F 25% 14% 1% G 20% 9% 1% Bron: Rijksoverheid, 2012 Figuur 7: woningvoorraad Oss naar bouwperiode Bron: Gemeente Oss – BAG, 2014 Tabel 2: woningvoorraad Oss verdeeld naar woningtype en bouwperiode \bouwjaar type vrijstaande woning 2-onder-1-kap / geschakeld rijtjeswoning appartement benedenbovenwoning3 overig4 en onbekend Voor 1940 1940- 1950- 1960- 1970- 1980- 1990- 2000- 2010Onb. 1949 1959 1969 1979 1989 1999 2009 2019 totaal 1.074 130 625 804 1.095 664 1.018 489 189 6.088 686 237 709 1.228 1.457 1.343 1.824 706 150 8.340 389 526 1.553 2.714 3.963 2.291 592 548 241 12.817 36 2 269 696 843 1.170 1.186 798 575 5.575 71 120 216 198 350 557 304 76 227 15 152 160 199 134 133 124 320 78 1.542 7.907 6.159 5.057 2.741 1.475 78 36.254 totaal 2.483 1.030 3.524 5.800 Bron: Gemeente Oss – BAG & BSOB, 2014 1892 3 inclusief bejaardenwoningen en -appartementen 4 agrarische en bedrijfswoningen 10 Figuur 8: sociale woningvoorraad Oss naar woningtype en energielabel Bron: BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) 2.3.2 Consument heeft interesse in verduurzamen huidige woningen Recent onderzoek (Energiesprong & Platform31, 20145) laat zien dat zo’n 33% van de huiseigenaren in een rij- of hoekwoning interesse heeft in het energieneutraal maken van hun woning. Dit zijn huiseigenaren die dit willen bekostigen via de prijs van hun energierekening van € 175 (zie figuur 9 en bijlage). Een ongeveer gelijk deel zweeft nog. Met goede voorbeelden zijn zij wellicht te overtuigen van de voordelen van verduurzaming van de woning?! Figuur 9: initiële interesse aanbod energieneutraal maken Bron: Energiesprong & Platform31, 2014 Het is ook mogelijk minder ingrijpend en fors te investeren door de woning te verduurzamen in plaats van energieneutraal te maken. Vertalen we deze gegevens naar de gemeente Oss (inclusief huurwoningen) dan zijn er volop kansen. Nuance daarbij is wel dat we niet weten of de interesse onder huurders even groot is én dat corporaties in de onderhoudsplanning woningen periodiek aanpakken. Kijken we alleen naar de rijwoningen gebouwd vóór 1990 dan zijn er grofweg zo’n 4.0006 huishoudens die interesse hebben om te investeren in het verduurzamen van de woning naar energieneutraal. 5 propositie test ‘nulopdemeter-verbouwing koopwoning’ uitgevoerd door The Choice marktonderzoek en advies 6 33% van 11.436 rijwoningen 11 Samenvatting • Begin 2014 bedroeg de totale woningvoorraad in de gemeente Oss 36.254 woningen. • Bijna 4/5 van de totale woningvoorraad is gebouwd tussen 1950 en 2000. De piek zit tussen 1970 en 1979 (22%); o Zoomen we nog verder in dan zien we dat een rijwoning uit 1970-1979 de meest voorkomende woning in Oss is; • de grootste energetische opgave ligt in de bouwperiode 1945 tot 1980 (in Oss bijna de helft van de woningvoorraad: ca. 17.500 woningen); o Hoe ouder de woningen hoe lager het gemiddelde label; o Oss heeft weinig vooroorlogs woningbezit; o Grote opgave bij in Oss bij woningen uit 1970 – 1979 (bijna 8.000 woningen); o De meest kansrijke groep woningen voor verduurzaming in Oss zijn de rijwoningen uit de periode 1970-1979. Tot slot Binnen ‘Wonen in Oss’ waarin zowel overheid, corporaties en marktpartijen zijn vertegenwoordigd is het kansrijk om hier acties voor te formuleren. Verduurzaming van de woningvoorraad biedt het bedrijfsleven een kansrijke businesscase, de waarde van vastgoed neemt toe, wat gunstig is voor bank en corporatie. De totale woningvoorraad krijgt een hogere kwaliteit. Sluit met de acties ook aan bij lopend onderzoek. In Oss is er steeds meer aandacht voor de woonlasten en verduurzaming van bezit. Op dit moment wordt in opdracht van onder meer de corporaties BrabantWonen en Mooiland een onderzoek uitgevoerd naar de oplopende woonlasten onder haar huurders. 12 3. VERGRIJZING De veranderende samenleving en huishoudenssamenstelling heeft invloed op de woningbehoefte. Grote bewegingen zijn de verdere individualisering en afvlakkende groei van het aantal inwoners wat in samenhang leidt tot een toename van het aantal (vooral kleine) huishoudens, ontgroening, vergrijzing en een (landelijke) overheid die inzet op een participatiesamenleving en het scheiden van wonen en zorg. Met name de vergrijzing heeft in combinatie met het scheiden van wonen en zorg invloed op de bestaande woningvoorraad. De samenstelling van huishoudens verandert namelijk fors door de vergrijzing. 3.1 Oss anno nu Oss kent diverse typen woningen, 75% grondgebonden Begin 2014 bedraagt de totale woningvoorraad in de gemeente Oss 36.254 woningen. 75% is een grondgebonden woning7 waarvan 47% een rijwoning (35% van totale woningvoorraad). In de huurwoningvoorraad ligt het percentage grondgebonden woning lager met circa 63% (figuur 10 en 11). Het merendeel van deze grondgebonden woningen heeft een trap naar de bovenverdieping. Naast reguliere woningen kent de gemeente Oss zo’n 515 intramurale plaatsen (zie tabel 3). Figuur 10: woningvoorraad Oss naar woningtype Figuur 11: sociale woningvoorraad Oss naar woningtype8 Bron: Gemeente Oss – BAG & BSOB, 2014 Bron: BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) Tabel 3: omvang intramurale plaatsen in gemeente Oss stedelijk gebied landelijk gebied intramurale plaatsen 435 (+ 489) 8010 Bron: BrabantWonen, afd. Maatschappelijk Vastgoed (2014) totaal 515 (+48) 7 mogelijk is het aandeel hoger maar valt in deze indeling in het segment overig en onbekend 8 betreft het bezit van de twee grootste actieve corporaties in Oss, BrabantWonen en Mooiland 9 nieuwbouw Park Zwanenberg 10 Dit is inclusief De Heegt in Geffen die vanaf 1 januari 2015 pas onderdeel uit gaat maken van de gemeente Oss 13 Veel gezinnen en een- en tweepersoonshuishoudens tussen 30 en 64 jaar De bevolkingsopbouw van de gemeente Oss laat zien dat op dit moment een groot aandeel bestaat uit gezinnen en kleine huishoudens tussen de 30 en 64 jaar. Ongeveer een kwart van alle huishoudens is een- of tweepersoons van 65 of ouder. Tabel 4: bevolkingsopbouw gemeente Oss 1 of 2-persoonshuishouden, 1 of 2-persoonshuishouden, 1 of 2-persoonshuishouden, 1 of 2-persoonshuishouden, gezinnen <30 30-64 65 - 75 75+ 5% 31% 14% 11% 39% Bron: ABF Research (2014) 3.2 Wat komt er op ons af? We focussen ons hier op de huishoudensontwikkeling, dit bepaalt namelijk de woningbehoefte van de toekomst. Deze ontwikkeling, waarbij wensen en behoeften zullen veranderen, zijn leidend in de veranderende woonbehoefte en dus het aanpassen van de woningvoorraad. Huishoudensgroei zet tot 2030 nog door, maar daarna bijna niet meer De gemeente Oss groeit naar verwachting tot 2025 met circa 3.100 huishoudens11 (tabel 5). Dit is jaarlijks gemiddeld zo’n 300 huishoudens. Na 2030 is de groei zeer beperkt en neemt het aantal huishoudens nog met circa 3% (1.100 huishoudens) toe, jaarlijks gemiddeld zo’n 75 huishoudens (figuur 12). Deze groei vindt met name plaats in het stedelijke gebied van de gemeente Oss (figuur 13). Tabel 5: verwachte huishoudensgroei 2014-2025 en 2025-2040 in Oss 2014 2025 2040 % toename ’14 -‘25 % toename ’14-‘25 per jaar % toename ’25-‘40 % toename ’25-‘40 per jaar aantal 36.350 39.511 40.655 8,7% 0,8% 3% 0,2% huishoudens bron: PBL/CBS (2013), Primos (2013) en Provincie Noord-Brabant (2011), gemeente Oss (2014) bewerkt (gemiddelde) Figuur 12: huishoudensontwikkeling in Oss Figuur 13: huishoudens in landelijk en stedelijk gebied Oss Bron: gemeente Oss Bron: PBL/CBS (2013), Primos (2013) en Provincie Noord-Brabant (2011), gemeente Oss (2014) bewerkt door BrabantWonen (gemiddelde) 11 PBL/CBS, ABF Research en de Provincie Noord-Brabant 14 Gemeente Oss krijgt te maken met flinke vergrijzing en veel kleine huishoudens De komende jaren krijgt de gemeente te maken met een verandering van de samenstelling van de huishoudens. Het aantal senioren, zowel 65 tot 75 jarigen als 75+ ers, neemt sterk toe. Dit zorgt er ook voor dat het aantal kleine huishoudens met één of twee personen verder toeneemt. (zie figuur 14, relatief en figuur 15, absoluut). Figuur 14: huishoudensontwikkeling in gemeente Oss Bron: ABF Research, 2014 (bewerkt door BrabantWonen, 2014) Figuur 15: huishoudensontwikkeling 65 – 75 en 75+ ers in gemeente Oss Bron: ABF Research, 2014 (bewerkt door BrabantWonen, 2014) 3.3 Wat betekent dit voor Oss? De veranderende samenstelling – en dan met name de vergrijzing en verdunning van de huishoudens – zorgt voor een verandering van de woonwensen en -behoeften. Over wat dit betekent voor Oss zijn verschillende scenario’s te bedenken. Enerzijds zal dit vragen om nieuwbouw die hier rekening mee houdt. Echter de vergrijzing en daarmee veranderende woonbehoefte is niet op te vangen met nieuwbouw. Daarbij komt dat de verhuisgeneigdheid afneemt naarmate mensen ouder worden. Nieuwbouw of aanpassingsopgave voor vergrijzing De ontwikkelingen rond wonen en zorg zijn gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig blijven van de groeiende groep ouderen in ons land. Dit is ingegeven vanuit rijksbeleid via de scheiding van wonen en zorg. Maar ook vanuit het beleid van de gemeente en corporaties en bovenal de wens van de ouderen zelf! Het woonwensenonderzoek voor de gemeente Oss (2011) laat zien dat de verhuisgeneigdheid van ouderen al langer laag is. Van de mensen van 65-74 jaar is 70% niet verhuisgeneigd, van de groep van 75 jaar en ouder is dat 79%. Slechts 8% geeft aan binnen 5 jaar te willen verhuizen. 15 Het achteruit gaan van de gezondheid is vaak reden onder senioren om te verhuizen. Toch gaf slechts 20% aan dan voor een aangepaste woonvorm te kiezen. Ruim 80% van alle 65-plussers wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Van de 65-plussers denkt circa 18% de woning niet aan te kunnen passen bij een slechtere gezondheid. Dat betekent dat het leeuwendeel van de senioren denkt wel in de woning te kunnen blijven, zowel zonder (40%) als met (42%) aanpassingen. Tabel 6: Woonvoorkeuren van senioren in gemeente Oss Bron: Woonwensenonderzoek gemeente Oss, 2011 Uit recent onderzoek door Companen (i.o. BZK) blijkt dat het verhuisgedrag van senioren sterk aan het veranderen is. Zaken als moeilijk de trap op komen, voorheen een belangrijke reden om te verhuizen, zijn dat niet meer. In bijna elke woning is inmiddels bijvoorbeeld een traplift te plaatsen en in te richten op draaicirkels van rolstoelen. Steeds meer senioren vinden dit een passende oplossing. Ook zorg is niet langer een verhuismotief nu met thuiszorg zelfstandig wonen steeds langer mogelijk is. Veel ouderen geven er bovendien de voorkeur aan in hun huidige woning te blijven wonen. Zij stellen verhuizen zo lang mogelijk uit. Companen concludeert op die grond dat het tekort aan verzorgd en geschikt wonen, voor zowel seniorencomplexen als nultredenwoningen, fors wordt overschat. Gewenst en daadwerkelijk verhuisgedrag lopen flink uit de pas12. Als we de gegevens uit het woonwensenonderzoek over het aanpassen van de woning doorvertalen naar de gemeente Oss dan houdt dit in dat er grofweg zo’n 3.600 tot 6.000 woningen aangepast moeten worden om beter aan te sluiten bij de vraag13. Samenvatting • Kwart huishoudens in Oss is op dit moment een één- of tweepersoonshuishouden ouder dan 65 jaar; • Tot 2030 stijgt dit aantal naar zo’n 37% van alle huishoudens in Oss; • De verhuisgeneigdheid onder deze doelgroep is niet hoog, vooral niet onder de 75+ers; • Hierdoor verwachten we een grote opgave om woningen aan te passen voor senioren. Dit aantal kan zo’n 3.600 tot 6.000 bedragen. Tot slot Voor de partijen die deelnemen aan ‘Wonen in Oss’ ligt er een opdracht om deze opgave aan te pakken. Aanpassen van de woningvoorraad biedt het bedrijfsleven een kansrijke businesscase en sluit aan bij de beleidsdoelen van overheid en corporaties, maar bovenal op de wens van de ouderen zelf! In hoofdstuk 5 formuleren we acties hiervoor. 12 Companen, Woonvoorkeuren specifieke woonvormen voor ouderen: een verhaal met veel gezichten, mei 2014 13 Aandeel senioren dat denkt met aanpassingen in hun huis te blijven wonen (42%) vermenigvuldigd met het huidige en toekomstige aantal 65 tot 75 jarigen en 75+ ers 16 4. VERANDERENDE VERHOUDING KOOP-HUUR Door de recente en toekomstige economische en maatschappelijke veranderingen zien we verschuivingen binnen de woningmarkt. We brengen de verwachte ontwikkelingen in beeld. Daarbij delen we de woningmarkt op in drie woningmarktsegmenten; koop, sociale huur en vrije sector huur. vrije sector huur Onder vrije sector huur verstaan we huurwoningen die in principe beschikbaar zijn voor iedereen ongeacht het inkomen. Voor corporaties geldt dat dit behalve enkele uitzonderingen alleen het bezit is boven de liberalisatiegrens (€ 699,48) in verband met de staatsteunregeling. Voor andere partijen zoals (institutionele) beleggers en pensioenfondsen betreft dit alle woningen14. Overigens kennen veel (institutionele) beleggers zelf ook eisen aan het inkomen van de huurder; bijvoorbeeld 4,5 maal de huur is het bruto inkomen. 4.1 Oss anno nu Woningvoorraad van Oss naar eigendom, bijna 2/3 is een koopwoning 63% van de totale woningvoorraad is koop en 35% is huur15. Circa 2.100 woningen vormen de vrije sector huurmarkt, ongeveer 6%. Een deel is via de leegstandswet16 tijdelijk verhuurd en vormt geen structureel deel van de vrije sector huurmarkt. Figuur 16: woningvoorraad Oss naar woningtype Bron: Gemeente Oss – BAG & BSOB, 2014 4.1.1 Koopwoningmarkt Na flinke daling sinds 2007 is aantal verkooptransacties sinds 2010 stabiel Sinds het uitbreken van de economische crisis is het aantal verkooptransacties in Oss flink gedaald (figuur 17). Kijken we naar de transacties van NVM-makelaars – die zo’n driekwart van de markt bedienen – dan zien we dat het aantal transacties sinds 2010 stabiel is. Dat geldt zowel voor de transacties in het stedelijk gebied (Oss en Berghem) als in het landelijke gebied. In Nederland is het aantal woningverkopen in de afgelopen maanden overigens sterk gestegen. In juli 2014 registreerde het Kadaster een stijging van 43,7% ten opzichte van juli 2013 in Nederland (Kadaster, 2014). 14 Waarbij wel geldt dat alle woningen die een lager huur hebben dan de liberalisatiegrens onder de regelgeving van de besluit beheer sociale huur (BBSH) vallen, ongeacht de eigenaar. 15 Van 2% van de woningen is het eigendom onbekend. 16 Zo’n 250 leegstandsvergunningen zijn er verleend. 17 Figuur 17: transacties NVM-makelaars in gemeente Oss17 Bron: NVM-makelaars, 2014 Na gestaag oplopen van looptijd in de koopmarkt lijkt er nu een kentering zichtbaar De mediane looptijd van bij NVM-makelaars te koop staande woningen in het landelijke gebied ligt beduidend hoger dan de looptijd in het stedelijk gebied van de gemeente Oss (zie ook bijlage). Als we kijken naar de mediane looptijd in het eerste halfjaar van 2014 dan kunnen we voorzichtig en voorlopig concluderen dat er sprake is van een daling van de looptijd. Figuur 18: looptijd bij NVM-makelaars in gemeente Oss Bron: NVM-makelaars, 2014 Koopwoningmarkt: waardedaling van 22% sinds start crisis in regio Oss Sinds het begin van de crisis (2007) is ook de vraagprijs van de woningen in de regio Oss18 22% gedaald (zie figuur 19). Dit is een bovengemiddelde prijsdaling in vergelijking met Nederland waar de daling 15% is. Het huidige lage prijsniveau in combinatie met de laagstaande rente maakt het nu een gunstig moment om een woning te kopen. 17 de prognose is een verdubbeling van het gerealiseerde aantal transacties in het eerste halfjaar in 2014 18 De NVM-regio Oss bestaat uit de gemeente Oss, Maasdonk, Landerd en de plaats Heesch (onderdeel van de gemeente Bernheze) 18 Figuur 19: prijsontwikkeling van aanbod koopwoningen regio Oss Bron: NVM, 2014 Zoomen we in op het landelijk en stedelijk gebied in de gemeente Oss dan zien we een waardedaling (transactieprijs) van maar liefst 28% in het landelijke gebied en 17% in het stedelijke gebied (zie figuur 20). Figuur 20: prijsontwikkeling van aanbod koopwoningen in landelijk en stedelijk gebied Oss stedelijk gebied landelijk gebied Bron: NVM, 2014 4.1.2 Sociale huurwoningmarkt Aantal reacties naar woningen min of meer stabiel Een belangrijk cijfer om de populariteit van sociale huurwoningen te beoordelen is het aantal reacties. Het aantal reacties op sociale huurwoningen van BrabantWonen is de afgelopen jaren redelijk stabiel. Tabel 7: gemiddeld aantal reacties naar sociale huurwoningen 2009 2010 2011 2012 2013 53,2 48,3 47,6 43,4 53,5 Bron: BrabantWonen (2014) Ook de mutaties van zowel BrabantWonen als Mooiland uit 2012 en 2013 laten een stabiel beeld zien. 19 Figuur 21: mutaties in landelijk en stedelijk gebied van Oss Bron: BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) Gestage groei huurwoningen € 557 tot € 699 en daling huurwoningen < € 557 De sociale woningvoorraad bestaat uit ruim 10.000 woningen (bijna 30% totale woningvoorraad). Er is een groei te zien van het aantal huurwoningen tussen de € 557 tot € 699 en een daling van het aantal woningen tussen goedkoper dan € 557. Deze gestage ontwikkeling neemt niet weg dat verreweg het grootste deel van de sociale woningvoorraad – zowel in het landelijke als stedelijke gebied – zich bevinden in het prijssegment € 389 tot € 557. Figuur 22: ontwikkeling sociale woningvoorraad naar prijssegment Figuur 23: huurwoningen naar prijssegment in landelijk en stedelijk gebied Bron: BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) Bron: Gemeente Oss (2013), BrabantWonen (2014) & Mooiland (2014) 4.1.3 Vrije sector huur woningmarkt Vrije sector huur in Oss veelal woningen onder de € 720 De meeste vrije huurwoningen vallen in het segment € 500 tot € 610 en € 610 tot € 720. Huurwoningen tussen de € 720 en € 940 behoren tot het middensegment. Dit betreft woningen die qua huurprijs geschikt zijn voor middeninkomens (€ 34.678 en € 43.000). Het middensegment is ongeveer 567 woningen groot. Ongeveer twee derde daarvan staat in het stedelijk gebied. Waar in Oss 17,2% van de huurwoningen een vrije sector huurwoning is, is dit in de kernen slechts 13,5%. In de kernen komt dit neer op 3% van de totale woningvoorraad. Zowel corporaties als beleggers actief op dit kleine segment van de woningmarkt In de stad Oss bezit BrabantWonen ongeveer 11% van de vrije sectorhuurwoningen in het middensegment (figuur 24). Daarnaast hebben zes partijen 38,7% van de markt in handen. Bijna 45% is in handen van beleggers die één woning hebben. Het is 20 aannemelijk dat dit particulieren zijn die een woning verhuren als pensioenvoorziening en dergelijke. Figuur 24: eigendomssituatie vrije sectorhuurwoningen middensegment Bron: gemeente Oss (2014) In de kernen zijn geen grote spelers actief, behalve Mooiland. De belegger met de grootste portefeuille in de kernen heeft zes woningen. Deze belegger heeft twee woningen in de kernen in het middensegment. Ruim 20% van de vrije sectorhuurwoningen is in handen van iemand die één woning heeft. 4.2 Wat komt er op ons af? De woningmarkt is door het uitbreken van de crisis behoorlijk verstoord. Daarnaast heeft de veranderende wetgeving veel invloed op de woningmarkt. Er is een scherpere afbakening van de sociale huursector. Anderzijds is er een doelgroep die juist de vrijheid heeft om te kiezen. 4.2.1 Waardestijging niet meer vanzelfsprekend in de koopwoningmarkt Waardeontwikkeling was tot de crisis in 2008 een belangrijke motor voor de woningmarkt. Daardoor konden mensen een ‘wooncarrière’ maken met de overwaarde op de eerdere woning. Deze vorm van doorstroming is in ieder geval de komende jaren een stuk minder aan de orde, zo is de verwachting. Dit hangt mede samen met de financierbaarheid die afneemt. Nieuwe hypotheken moeten annuïtair worden afgelost (om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen). Het maximale leenbedrag in verhouding tot het inkomen is daarbij lager dan bij een aflossingsvrije hypotheek. Het maximum leenbedrag wordt geleidelijk afgebouwd. Het aantal stappen in de ‘wooncarrière van huishoudens neemt naar verwachting af. 4.2.2 Veranderende wetgeving De rijksoverheid heeft een lijn ingezet om de ‘marktverstoring in de woningmarkt’ te beperken19. De komende jaren zal dit de huurwoningmarkt veranderen. Vanwege Europese regels die de Nederlandse regering heeft vertaald komt de doelgroep voor een sociale huurwoning scherper in beeld. Corporaties moeten 90% van de woningen toewijzingen aan huishoudens met een inkomen tot € 34.678 (prijspeil 2014); de EU-inkomensgrens. Huishoudens met een hoger inkomen die al in een sociale huurwoning wonen zijn scheefwoners. Recent heeft het kabinet aangegeven de ruimte voor een periode van vijf jaar, met 10% extra te verruimen voor de groep met een inkomen tot € 38.00020. 19 Ministerie van Binnenlandse Zaken, Memorie van toelichting novelle conceptversie voor consultatie, 2014 20 Ministerie van BZK, kamerbrief implementatie Hervormingsagenda Woningmarkt, 11 april 2014 21 In ruil voor de sanering- en verhuurdersheffing mogen corporaties de huren (deels inkomensafhankelijk) verhogen voor ‘scheefwoners’, mensen met een inkomen boven de € 34.678 (prijspeil 2014). De twee Osse corporaties maken sinds 2014 gebruik van deze mogelijkheid. Van de zittende huurders van BrabantWonen in Oss betreft dit 23% (Belastingdienst, 2014). De verwachting en het idee achter deze maatregel is, dat deze huishoudens eerder overgaan tot de koop van een woning vanwege de lagere maandlasten of het huren van een geliberaliseerde huurwoning. Ten behoeve van beleggers bevriest de overheid de liberalisatiegrens op € 699,48 voor drie jaar. Voor een koopwoning zijn naast deze push-factor op dit moment ook pull-factoren zoals de historische lage rente en de flink gedaalde woonprijzen. Al met al betekenen deze ontwikkelingen dat de huursector zal veranderen. De Nederlandse woningmarkt kent in internationaal perspectief een grote sociale huursector. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen, dat zowel de behoefte als het aanbod van geliberaliseerde huurwoningen toeneemt. De komende jaren moeten uitwijzen of deze hervorming van de woningmarkt (snel genoeg) gaat werken. 4.2.3 Grote verschillen van de doelgroepen binnen de woningmarktsegmenten In het vorige hoofdstuk zijn we al ingegaan op de ingrijpende verandering van de samenstelling van de bevolking. Als we verder inzoomen naar eigendomssituatie en de daarbij behorende doelgroepen (gebaseerd op inkomen & interesse) dan zien we dat de verschillen per woningmarktsegment – koop, sociale huur en vrije sector huur – nogal verschillen. Dit is te zien in de drie figuren hieronder. Figuur 25: ontwikkeling doelgroep tot € 34.678 (sociale huurwoning) Bron: ABF Research, 2014 (bewerkt door BrabantWonen, 2014) Figuur 26: ontwikkeling doelgroepen > € 34.678 (vrije sector huurwoning) Bron: ABF Research, 2014 (bewerkt door BrabantWonen, 2014) 22 Figuur 27: ontwikkeling doelgroep in koopwoning Bron: ABF Research, 2014 (bewerkt door BrabantWonen, 2014) Verschillende zaken vallen op: • Om te beginnen het verschil in omvang van de drie woningmarktsegmenten als we kijken vanuit de doelgroep tussen nu en 2030 (theoretische vraag). Hieronder schematisch een inschatting waarbij geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld het gegeven dat zo’n 23% in een sociale huurwoning scheef woont. sociale huurwoningmarkt 8.000 – 9.000 koopwoningmarkt 23.500 – 25.000 vrije sector huurmarkt 3.500 – 4.500 • • Verder valt op dat verhoudingsgewijs het aantal gezinnen – huishoudens met kinderen – dat in aanmerking komt (inkomen & interesse) voor een sociale huurwoning veel lager is dan bij de andere woningmarkten. Gezinnen bewonen veel vaker koopwoningen en/of hebben interesse of zijn aangewezen op een vrije sector huurwoning. In de sociale sector wonen dus vooral ouderen en een- en tweepersoonshuishoudens. Binnen de huursector – zowel sociaal als in de vrije sector – zal naar verwachting de vergrijzing een veel grotere doelgroep zijn. 23 4.3 Wat betekent dit voor Oss? Verschuivingen tussen woningmarktsegmenten Door de veranderingen op de woningmarkt neemt de kans toe op verschuivingen binnen de drie verschillende woningmarktsegmenten. Dit is van meerdere factoren afhankelijk zoals de aanwezigheid van vrije sector huurwoningen. De schematische weergave in de vorige paragraaf is dus géén blauwdruk en er is sprake van een middelvlak waarin huishoudens kunnen en zullen kiezen voor de eigendomsvorm die bij ze past. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt. Als mensen voor een huurwoning kiezen kunnen ze immers veel makkelijker verhuizen. De sociale huurwoningmarkt zal naar verwachting krimpen en vooral een seniorenmarkt zijn. sociale huurwoningmarkt koopwoningmarkt vrije sector huurmarkt 24 Indicatie aantal woningen voor huishoudens met ‘toegang’ tot meerdere woningmarktsegmenten Om inzicht te krijgen in de omvang van de woningvoorraad voor huishoudens die ‘toegang’ hebben tot de verschillende woningmarktsegmenten hebben we indicatief een beeld geschetst (tabellen 8 en 9). In tabel 8 hebben we per inkomenscategorie een inschatting gemaakt van de bestedingsruimte in koop en huur. Daarbij is alleen gekeken naar het inkomen. In de praktijk zal in het koopwoningmarktsegment het vermogen – bijvoorbeeld spaargeld of overwaarde woning – de bestedingsruimte vergroten. De bestedingsruimte voor koop vormt dus de bodem van de bestedingsruimte. Vervolgens is in tabel 9 te zien wat het aantal woningen (afgerond) is dat in theorie passen. In het blauwe kader vallen de inkomenscategorieën die toegang hebben tot verschillende woningmarktsegmenten. Opvallend is het kleine aandeel woningen dat beschikbaar is voor deze inkomenscategorieën (veelal de middeninkomens). Tabel 8: inschatting bestedingsruimte op basis van inkomen (geen vermogen) Inkomenscategorie te besteden voor koop Bruto minimumloon €47.500 tot € 21.600 per jaar € 64.500 € 21.600 tot € 29.400 per jaar € 118.000 € 29.400 tot € 34.678 per jaar € 139.500 € 34.678 tot € 38.000 per jaar € 153.000 € 38.000 tot € 43.785 per jaar € 177.000 € 43.785 tot € 65.000 per jaar € 288.500 > € 65.000 per jaar vanaf € 288.500 Bron: Gemeente Oss (2014), Rabobank (2014) te besteden voor huur € 389 € 557 € 597 € 699 € 790 € 910 € 1.350 vanaf € 1.354 Tabel 9: inschatting toegankelijkheid woningmarktsegmenten naar inkomenscategorie (aantallen afgerond) inkomenscategorie sociale huur21 Bruto minimumloon 950 tot € 21.600 per jaar 6.350 € 21.600 tot € 29.400 per jaar 2.000 € 29.400 tot € 34.678 per jaar 1.150 € 34.678 tot € 38.000 per jaar 0 € 38.000 tot € 43.785 per jaar 0 € 43.785 tot € 65.000 per jaar 0 > € 65.000 per jaar 0 totaal 10.450 Bron: Gemeente Oss (2014), Rabobank (2014) vrije huur22 130 70 550 480 280 290 210 90 2.100 koop 0 0 200 500 500 2.050 11.550 8.000 22.800 Toegang tot verschillende woningmarktsegmenten bestaat bijvoorbeeld uit de keuze voor een gezin met een inkomen boven de € 34.678 tussen een koop- of vrije sector huurwoning. Maar ook een ouder één- of tweepersoonshuishouden met een inkomen lager dan € 34.678 heeft toegang tot meerdere woningmarktsegmenten. Het inkomen is bij het bereiken van de AOW-leeftijd gezet maar in de overwaarde van de huidige koopwoning zit wel vermogen. Ze kunnen kiezen uit koop, sociale huur of vrije sector huur. Deze groep huishoudens is niet te zien in de tabel omdat het vermogen niet is meegenomen. Daarom is de kolom koop cursief aangegeven. Het vermogen maakt namelijk dat mensen met een laag inkomen toch ‘toegang’ hebben tot woningen in het duurdere koopprijssegment. 21 Mooiland hanteert één categorie voor de klasse € 389-597: 84% van het totaal: 1.828 (bron: jaarverslag Mooiland 2012). ¾ rekenen we toe aan inkomen tot € 21.600 per jaar, ¼ in de categorie daarboven. Verder zijn zo’n 250 woningen van andere corporaties dan BrabantWonen, Mooiland of ZorggoedBrabant. Deze zijn evenredig verdeeld over de categorieën 22 Merendeel van d vrije huursectorprijzen zijn berekend door steekproef. Van verhuurde woningen is de huurprijs vergeleken met de WOZ-waarde. Op basis van het gemiddelde resultaat is de huurprijs bij benadering berekend. 25 Samenvatting • Woningmarkt is grofweg in te delen in drie woningmarktsegmenten; koop, sociale huur en vrije sector huur; • Door veranderende marktomstandigheden en nieuwe wet- en regelgeving verwachten we veranderingen en verschuivingen binnen de drie woningmarktsegmenten; • Er is een groep huishoudens die een ‘toegang’ heeft in meerdere woningmarktsegmenten. Het aantal woningen daarvoor is echter beperkt. Tot slot De veranderende verhoudingen van de segmenten binnen de woningmarkt betekent ook een verandering voor het speelveld, vooral voor de vrije sector huur. De diverse prikkels zijn er immers op gericht dit segment beter in stelling te brengen. Bovendien zal naar verwachting de vraag naar deze woningen toenemen. Dit biedt kansen en zorgt bovendien voor een totale woningmarkt die beter in balans is. De woonconsument krijgt keuzemogelijkheden en kan daardoor uiteindelijk beter in zijn woonwensen voorzien. Om kansen te verzilveren zijn wel acties nodig. In hoofdstuk vijf gaan we daar verder op in. De gemeente is op dit moment bezig met een onderzoek naar de middeninkomens. De resultaten daarvan verwachten we dit najaar. 26 5. WAT GAAN WE DOEN? Nu we een beeld hebben van wat er op Oss af komt op het gebied van verduurzaming. vergrijzing en veranderende verhouding koop-huur kunnen we longlist met acties opstellen om hier op te anticiperen. 5.1 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: verduurzaming Longlist mogelijke maatregelen voor de bestaande voorraad vanwege verduurzaming (let op: het onderstaande overzicht is niet limitatief, het dient slechts ter illustratie van bestaande mogelijke maatregelen in Nederland). Maatregel Renovatiewinkel SVN-lening (= duurzaamheidslening) Nul-op-de-meter renovatie (investeren van energiekosten tbv woningverbetering) Groene lening Uitwerken doelgroepgerichte aanpak (Langdurig/permanent niet daadkrachtige eigenaarbewoner, tijdelijk niet daadkrachtige eigenaarbewoner, tijdelijk niet daadkrachtige eigenaarbewoner/potentiële stijger, daadkrachtige eigenaar bewoner, bonafide verhuurder, malafide verhuurder ) Subsidieregeling Buurtkracht Campagne Energiecoach et cetera 5.2 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: vergrijzing Longlist mogelijke maatregelen voor de bestaande voorraad vanwege vergrijzing (let op: het onderstaande overzicht is niet limitatief, het dient slechts ter illustratie van bestaande mogelijke maatregelen in Nederland). Maatregel Project blijvend thuis (stimuleren aanpassing bestaande woning door bewoners zelf, door verhogen bewustwording en informatie) (vgl. Huistest.nl) Renovatiewinkel/aanpassingswinkel (voorlichting over mogelijke aanpassingen/laten zien wat mogelijk is) Pakketten en diensten ontwikkelen (verschillende pakketten incl. bv. Service en installatiediensten) Ontwikkelen technische middelen (domotica e.d. kunnen er aan bijdragen dat mensen langer zelfstandig blijven) Verhuiscoach (ondersteuning aan mensen die naar een geschikte woning willen verhuizen) Bijdrage in kosten van aanpassing vanuit WMO-budget (door een bijdrage, bv. 30% te geven in de kosten kunnen we mensen stimuleren zelf aanpassingen te doen. vgl. Mijn huis mijn toekomst gem. Rheden) Geschiktheidslening (vergelijk de duurzaamheidslening. Door de mogelijkheid te geven tegen gunstige voorwaarden te lenen voor maatregelen kunnen we hen ondersteunen en faciliteren) Klussenservice (sommige ouderen zijn niet meer in staat de woning goed te onderhouden. Servicediensten kunnen hen ondersteunen) et cetera 27 5.3 longlist maatregelen bestaande woningvoorraad: verhouding koop-huur Longlist mogelijke maatregelen voor de veranderende verhouding koop-huur4 (let op: het onderstaande overzicht is niet limitatief, het dient slechts ter illustratie van bestaande mogelijke maatregelen in Nederland). Maatregel actief beleggers benaderen verkoop corporatiewoningen aan particulieren complexgewijze verkoop aan belegger bewustwordingscampagne potentiële kopers en huurders et cetera 28 BIJLAGE: ACHTERGRONDINFORMATIE Gemiddeld geven huishoudens zo’n € 152 per maand uit aan energielasten. De daadwerkelijke hoogte is sterk afhankelijk van de woning en de huishoudensgrootte en ligt globaal binnen de bandbreedte € 97 en € 243. Tabel 10: gemiddeld energieverbruik Gas Stroom woningtype gem. per jaar (m³) kosten per maand personen in huishouden Gemiddeld per jaar (kwh) kosten per maand flat 900 67 1 2.010 30 tussenwoning 1.350 92 2 3.360 57 hoekwoning 2 onder 1 kap vrijstaand Gem. alle woningen 1.590 1.670 2.220 1.440 105 109 139 96 3 4.120 71 4 4.580 80 5 5.450 97 6 5.790 104 Gem. huish. 3.340 56 Bron: HOME 2012, RVO, bewerking Nibud 2014, Stroom: Bedragen inclusief vastrecht, 21% BTW en inclusief de energiebelastingteruggave. Bron: HOME 2012, RVO, bewerking Nibud 2014. Gas: Bedragen inclusief vastrecht en 21 % BTW. Tabel 11: aantal te koop staande woningen aantal stedelijk landelijk gebied gebied € 0 tot € 125000 39 nvt € 125000 tot € 200000 381 30 € 200000 tot € 250000 161 40 € 250000 tot € 300000 124 34 € 300000 tot € 400000 123 79 € 400000 tot € 500000 71 45 € 500000 en hoger 62 49 Totaal/gemiddeld 961 277 Bron: NVM-makelaars, juni 2014 29
© Copyright 2025 ExpyDoc