Koker - Omgeving in de Praktijk

I
Koker
UDC 69.027.4
Shute
RVblad 01-1
Stortkanalen in muren
Shutes in walls
G. Berends
Deze bijdrage is bedoeld als een
aanzet tot het onderwerp en om
meer bekendheid te geven aan
het fenomeen, de documentatie
daarvan aan te moedigen en de
instandhouding ervan te bevorderen. De redactieraad van het
Restauratievademecum
houdt
zich graag aanbevolen voor meer
informatie.
In de muren van middeleeuwse
woonhuizen, kastelen, klooster- en
bedrijfsgebouwen kan men soms
verticale kanalen aantreffen, die
kennelijk niet als rookkanaal
hebben gediend, maar om bepaalde produkten naar beneden
af te voeren ‘. De afmetingen
daarvan kunnen variëren van
17 cm x 32 cm tot ca. 50 x 60 cm.
Als het begin en het eiride van
zo’n kanaal er niet meer zijn, is
de functie moeilijk te achterhalen.
Mondt zo’n kanaal uit in een
beerkelder, dan betreft het kennelijk de afvoer van een privaat;
de afmetingen zijn dan vaak vrij
groot. In andere gevallen zijn er
toevoeropeningen vlak boven de
verdiepings- of zoldervloer; dan
gaat het blijkbaar om het transport van opgeslagen produkten,
die op de begane grond verwerkt
of gebruikt moeten worden, zoals
gerst voor het brouwen van bier
of wellicht turf om te stoken.
Een kanaal, dat op meer niveaus
door openingen op vloerhoogte
toegankelijk is, bevindt zich in de
oostelijke topgevel van de Hervormde kerk te Windes-heim (0},
gebouwd in of kort na 1566 als
kloosterbrouwerij 2. Het kanaal is
inwendig gepleisterd en heeft
openingen op zolder en de
bovenste verdieping afb. 1, 2; het
heeft daar een doorsnede van 17
x 32 - 40 cm. Bij de restauratie in
de jaren 1985 - ‘87 is ook op de
verdwenen eerste verdieping een
naderhand dichtgemetselde opening aangetroffen. Daaronder was
RDMZ RV 1995/37
- 72
1. Windesheim, voormalige kloosterbrouwerij, thans Hervormde kerk, 1985. Oostwand van de bovenste verdieping, met van links naar rechts een gedicht venster, de
toevoeropening van het stortkanaal, een gedichte deuropening en een schoorsteenkanaal. (Foto RDMZ, A.J. van der Wal, 1985.)
2. Windesheim. Gedeeltelijke dwarsdoorsnede met aanzicht van de oostwand en
verticale en horizontale doorsneden van het stortkanaal; gedeeltelijk gereconstrueerd
in streepjes-lijnen, schaal 1 : 100. (Tekening H.F.G. Hundertmark naar opmetingen
van D.J. de Vries en auteur.)
Koker
RVblad 01-2
en is toegankelijk op de verdieping en de insteek; lager was het
kanaal naderhand verstoord,
maar tijdens de restauratie voor
een gedeelte nog wel herkenbaar.
Geen van beide openingen is van
een sponning voorzien afb. 3. De
verdieping had oorspronkelijk
alleen maar luikopeningen en zal
dus voor opslag bestemd zijn
geweest, een functie die voor de
insteek, waar het kanaal geflankeerd werd door een bakstenen
kruisvenster en een rookkanaal
(en een stookplaats?), minder
waarschijnlijk is. Op de beletage
werd het kanaal geflankeerd door
een toegangsdeur en een schouw.
Het kanaal zou gediend kunnen
hebben voor de toevoer van turf,
al lijkt de doorsnede daarvoor aan
de kleine kant.
n
3. Amersfoort, Breestraat 76, sedert 1975 onderdeel van het Museum Flehite.
Binnenaanzicht van een deel van de voorgevel met twee toevoeropeningen en
verticale doorsnede van het stortkanaal in 1975, schaal l : 100; schouw, deur en
kruisvenster deels in streepjes-lijnen gereconstrueerd, balklagen secundair. (Tekening
H.F.G. Hundertmark naar opmetingen van architectenbureau M.J.A. van Geel (1974)
en auteur.)
het kanaal aan de buitenzijde van
de muur - door het weghakken
van een halve steen en meer - nog
ongeveer twee meter omlaag te
volgen, waarna het naar binnen
leek af te buigen. Vanaf de
tweede verdieping was het kanaal
ongeveer vierkant van doorsnede
(ca. 32 x 32 cm). De toevoeropeningen hebben luiksponningen, maar geen duimen; ze
konden blijkbaar met losse luiken
worden afgesloten.
Naast elk van de openingen
bevindt zich een gedichte deuropening (of de resten daarvan)
met de deursponning aan de
buitenzijde. Deze deuren zullen
gediend hebben voor de aanvoer
van produkten. Aangezien de
verdiepingen oorspronkelijk
alleen luikopeningen hadden en
geen glasvensters, zullen zij
inderdaad voor opslag hebben
gediend en daarnaast misschien
voor de koeling van de wort, een
tussenprodukt bij het brouwen
van bier. De reeks deuropeningen
wordt aan de andere zijde geflankeerd door een rookkanaal, waarvan het benedendeel is verdwenen. De bijbehorende stookplaats
moet op de begane grond zijn
geweest, maar het muurwerk
bleek daar zo gewijzigd te zijn,
dat hij niet meer te herkennen
was.
Een vergelijkbaar kanaal is aangetroffen in de voorgevel van het
muurhuis Breestraat 76 in
Amersfoort, sedert de restauratie
in 1975 deel van het Museum
Flehite. Dit huis dateert waarschijnlijk uit de tweede helft van
de 15de of het begin van de 16de
eeuw. Het kanaal heeft een doorsnede van ongeveer 32 x 34 cm
In kasteel Doddendaal te Ewijk
(Gld), daterend uit de 14de eeuw,
is een kanaal met een doorsnede
van ca. 35 x 40 cm aanwezig in
het zuidelijke deel van de westmuur 3. De toevoeropening, afgedekt door een boogje, zit even
boven een verjonging in de muur
die waarschijnlijk de hoogte van
de oorspronkelijke verdiepingsvloer aangeeft. Lager is het kanaal
verstoord door een daar ter plaatse
in de muur uitgehakte closetruimte. In het zuidelijke gedeelte
van de oostmuur bevindt zich een
soortgelijk, maar secundair kanaal
ter plaatse van de verdwenen
helft van een oorspronkelijke
schouw. De functie van deze
kanalen is niet duidelijk.
In het linker gedeelte van het
stadhuis aan de Markt in Rhenen
(U), dat vermoedelijk kort na de
stadsbrand van 1400 werd gebouwd, zijn tijdens de restauratie
in 1975 restanten van een kanaal
met een doorsnede van 26 x 43 cm
aangetroffen in de rechter zijmuur op de begane grond en in
de kelder, vlakbij de achtermuur,
die de scheiding vormt met de
jongere achterbouw. Gezien de
diepte van het kanaal betreft het
hier waarschijnlijk een privaatkoker.
Koker
RVblad 01-3
Verticale Doorsnede D-D
Doorsnede
A
Doorsnede
B
Doorsnede
C
Binnenaanzicht
4. 's-Hertogenbosch, Lepelstraat 12, 'Keershuis'. Binnenaanzicht, horizontale en verticale doorsneden (resp. midden, rechts en
links) van drie stortkanalen, gedeeltelijk gereconstrueerd in streepjeslijnen, schaal l : 100. (Tekening H.F.G. Hundertmark naar
opmetingen van architectenbureau Teering en v.d. Laar en van B.J.M. Klück.)
In Utrecht zijn bij een opgraving
waarschijnlijk vanaf de zolder tot
in 1988 aan de Rozenstraat, vlak
ten zuiden van de Jacobikerk, de
muren van een 14de-eeuwse
kelder gevonden waardoor in de
15de of 16de eeuw een privaatkoker is gebroken naar een
beerput onder die kelder 4.
een manshoge opening op de
begane grond en diende wellicht
als turfkoker. Bij een ingrijpende,
vermoedelijk 15de-eeuwse verbouwing kreeg het huis een nieuwe,
overkragende verdieping en een
kelder, waaronder een overwelfde
beerkelder. Het kanaal werd doorgetrokken tot in die beerkelder en
diende voortaan kennelijk als
privaatkoker. Op korte afstand
daarvoor werd een tweede kanaal
in de muur gehakt ten behoeve
van een privaat in de kelder of
eventueel op de begane grond,
waar de situatie verstoord is door
een 19de-eeuws venster. In een
latere fase, waarschijnlijk ca. 1600,
is aan de andere zijde van de dwarsmuur een privaat toegevoegd
Het zogenoemde Keershuis,
Lepelstraat 12 in 's-Hertogenbosch
heeft in de linker zijmuur (aan de
Sint Jansstraat) op de begane
grond een aan de buitenzijde
uitgemetseld kanaal afb. 6 met
een inwendige doorsnede van ca.
32 x 45 cm; het bevindt zich juist
voor de gewezen dwarsmuur
tussen voor- en achterhuis. Het
kanaal behoort tot de 14de-eeuwse
opzet van het huis en liep toen
RDMZRV 1995/37- 73
voor het achterhuis, waarvoor een
derde afvoer naar de beerkelder
werd gemaakt afb. 4, 55.
In Hattem (Gld) ontdekte D. Spoel
in 1981 in het hoekhuis Kruisstraat 5, dat waarschijnlijk omtrent het begin van de 16de eeuw
is gebouwd, in de linker zijmuur
op de verdieping (voorzaal) een
kanaal, dat aan de binnenzijde
uitgemetseld is geweest, met een
doorsnede van 48 x ca. 53 cm
afb. 7. Ernaast is in de muur een
wasbekken uitgespaard in de
vorm van een spitsboognis met
een ophangpunt voor een waterketel en een afvoer naar buiten
voor het waswater. Op de begane
grond is het kanaal verstoord
door een ingebroken venster. De
Koker
RVblad 01-4
5. ‘<-Herloqe,ll>oc-ril,
L~yx/sl~<~af
12, ‘Keer>-~IUIJ’,
1980.
~ltf~IOlldlIJ<ll~fl
varl
dne
stortkanalen van vroegere privaten op de begane grond (?; links), de verdieping
(rechts in de hoek) en het achterhuis (geheel rechts, in het gewelf) in de beerkelder.
(Foto Bouwhistorische en Archeologische Dienst, ‘s-Hertogenbosch.)
toevoeropening moet in de borstwering op zolder zijn geweest.
Aangezien de stookplaatsen zich
op ongeveer 3’12m afstand ervan
bevonden tegen de dwarsmuur
tussen voor- en achterhuis, lijkt
een functie als stortkanaal voor
turf minder waarschijnlijk: ook als
privaatkoker lijkt hij niet geschikt.
Amersfoort en de privaatkoker in
Utrecht. Uit de 16de eeuw stammen de kanalen in Hattem,
Zwolle en Windesheim.
Noten
’ De auteurwijdde hieraan reeds
aandacht in de rubriek Monumentenberichten van het Bulletin KNOB 1979,
p. 159 - 160, onder de titel ‘Middeleeuwse stort(?)kok
in muren’. Buiten
het kader van deze bijdrage vallen de
kanalen voor hete-luchtverwarming,
zoals in de oostelijke aanbouw (uit 1827)
van het Huis Landfort bij Megchelen
(gem. Gendringen); zie hiervoor mijn
bijdrage in de Monumentenberichten
van het Bulletin KNOB 1980, p. 94 - 95.
In de achtergevel van het huis
Walstraat 15 in Zwolle, dat oorspronkelijk onderdeel was van het
Cadenetershuis of St.-Geertruidenconvent en waarschijnlijk dateert
uit het eerste kwart van de 16de
eeuw, is op de verdieping het
restant van een verticaal kanaal
met een doorsnede van 28 x 321
41 cm gevonden naast de schuine
dagkant van een kloostervenster 6.
De oorspronkelijke toe- en afvoer* De veldatum van het eikehout van de
openingen zijn er niet meer,
inwendige houtconstructie, zie D.J. de
zodat de functie van het kanaal
Vries in Windesheim, studies over een
niet duidelijk is.
Sallands dorp bij de IJssel(Kampen 1987).
p. 138 en in Bulletin KNOB 1988, p. 73.
-De oudste van de behandelde
kanalen zijn het kanaal in kasteel
Doddendaal en het uitgemetselde
kanaal in ‘s-Hertogenbosch; uit de
14de eeuw. Uit de 15de eeuw
dateert de privaatkoker in Rhenen,
evenals waarschijnlijk de nieuwe
privaatkokers in ‘s-Hertogenbosch
en misschien het kanaal in
’ A.G. Schulte, Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse monumenten
van geschiedenis en kunst, Het Rijk van
Nijmegen, westelijk gedeelte, ‘s-Gravenhage 1982, p. 95 en p. 101; E.C. barones
van der Borch tot Verwolde-Swemle, De
Doddendaal te Ewijk, Bulletin KNOB
1975, p. 7 en fig. 2, 6, 7 en 8.
6. SHertogenbosch, Lepelstraat 12.
‘Keershuis’. Gedeelte van de zijgevel aan
de Sint Jansstraat met uitgemetseld
stortkanaal. (Foto RDMZ. collectie
Steenbergh, ca. 1915.)
Koker
RVblad 01-5
4
H.L. de Groot, C.A.M, van Rooijen en
Tj. Pot in Archeologische en Bouwhistorische Kroniek van de Gemeente
Utrecht'1988, p. 154- 155.
5
Met dank aan B.J.M. Klück te Utrecht,
die mij al deze gegevens welwillend
verstrekte.
6
Documentatie door S.O. Los (1984) in
het archief van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg.
7. Hattem, Kruisstraat 5. Aanzicht en
doorsneden van een stortkanaal en een
wasbakken in de linker zijmuur op de
verdieping, schaal l : 50. (Opmeting en
tekening D. Spoel, Hattem 1981.)
RDMZ RV 1995/37 - 74
Summary
In the walls of houses, castles,
monasteries and industrial
buildings from the 14th to the
16th century, one sometimes finds
vertical canals. These apparently
did not function as a flue, but
rather as a means of transporting
certain products to the ground.
Their dimensions can vary from
17 x 32 cm. to about 50 x 60 cm.
If both the beginning and the
ending of such a canal are
missing, it is difficult to determine
the function UI. 7. If this kind of
canal ends in a cesspit, then it
probably served in the drainage
of a lavatory ill. 4, 5; and then the
dimensions are often quite large.
In other cases, there are supply
openings right above the upper or
attic floors; these are apparently
for the transport of stored
products which have to be
processed or used on the ground
floor, such as barley for the
brewing of beer UI. l, 2 and
possibly peat for heating fuel
ill. 3. The supply openings were
evidently closed off with
removable hatches. Among the
identified canals, there is none in
which both the supply opening
and the end segment have been
preserved.