PDF 2-up, 6.6 MB - Home pages of ESAT

Meet- en Regeltechniek
Les 1: Inleiding en modelvorming
Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot
Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen
ESAT – Departement Elektrotechniek
KU Leuven, Belgium
Onderzoeksafdeling
•  STADIUS Centrum voor Dynamische Systemen,
Signaalverwerking en Data-Analyse:
– 
– 
– 
Dynamische Systemen: identificatie, optimalisatie,
regeltechniek, systeemtheorie
Signaalverwerking: spraak- & audioverwerking,
digitale communicatie, biomedische signaalverwerking
Data-Analyse: machine learning, bio-informatica
•  AdvISe – Advanced Integrated Sensing Lab:
– 
– 
– 
Biomedisch: biomedische technologie, ambient assisted living
Audio: akoestische modellering, audio-analyse, akoestische
signaalverbetering
Chip-ontwerp: stralingsharde elektronica
Onderzoekstopics
Audio signal analysis
-  speech recognition
-  event detection
-  source localization
-  audio classification
100
31
y (m)
50
4.3 Reduction Function Implementation
0
-50
-100
-100
1.5
Acoustic modeling
-  ear modeling
-  room modeling
-  loudspeaker modeling
-  signal modeling
S0
1
0.5
0
−0.5
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
70
80
90
S1
1
100
S2
10
20
30
40
50
60
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
real
imaginary
0
−1
0
100
real
imaginary
0
−1
0
1
S3
real
imaginary
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
70
80
90
100
(b) First DFT atoms.
S98S
1
S99
10
20
30
40
50
60
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
real
imaginary
0
−1
0
100
real
imaginary
0
−1
0
1
S100
real
imaginary
0
−1
0
1
10
20
30
40
50
60
70
80
0
50
100
Acoustic signal enhancement
-  noise reduction
-  echo/feedback control
-  room equalization
(a) First DFT atom.
−1
0
1
-50
x (m)
real
imaginary
90
100
(c) Last DFT atoms.
Figure 4.5. Some of the DFT atoms for N=100.
Contactgegevens
Toon van Waterschoot
•  Mail: [email protected]
•  Kantoor (enkel op maandag + donderdag):
KU Leuven Campus Geel, lokaal P220
Meet- en Regeltechniek: Vakinhoud
•  Deel 1: Analoge regeltechniek
– 
– 
– 
– 
– 
– 
– 
– 
Les 1: Inleiding en modelvorming
Les 2: De regelkring
Les 3: Het wortellijnendiagram
Les 4: De klassieke regelaars
Les 5: Voorbeelden en toepassingen
Les 6: Systeemidentificatie en regelaarsinstelling
Les 7: Speciale regelstructuren
Les 8: Niet-lineaire regeltechniek en aan-uit regelaars
•  Deel 2: Digitale regeltechniek
– 
– 
– 
Les 9: De discrete regelkring
Les 10: De toestandsregelaar
Les 11: Modelpredictieve controle
Les 12: Herhalingsles
Meet- en Regeltechniek: Lesmateriaal
•  Cursustekst (beschikbaar op Toledo)
– 
– 
Deel 1: Analoge regeltechniek
– 
[Nise] N. S. Nise, Control Systems Engineering, Wiley, uitg. 6, 2011.
Hoofdstuk: 1
– 
[Baeten, REG1] J. Baeten, Regeltechniek 1: Basis Regeltechniek,
KHLim, uitg. 2005. Hoofdstukken: 1 – 7
– 
[Baeten, REG2, Deel 2] J. Baeten, Regeltechniek 2, Deel 2: Nietlinaire Regeltechniek - Aan/Uit-regelaars, KHLim, uitg. 2005.
Hoofdstuk: 1
Deel 2: Digitale regeltechniek
– 
– 
[Baeten, REG2, Deel 1] J. Baeten, Regeltechniek 2, Deel 1: Digitale
Regeltechniek, KHLim, uitg. 2006. Hoofdstukken: 5, 6
cursustekst rond modelpredictieve controle volgt later
•  Slides (beschikbaar op Toledo)
•  Oefeningenbundel (beschikbaar op Toledo)
Meet- en Regeltechniek: Labo
•  Doel: Leren werken met PLC (Programmeerbare Logische
Controller) als computersysteem voor industriële
besturingstaken en meet- en regeltoepassingen.
•  Docent: Hugo Belmans ([email protected])
•  Uurrooster: 6 x 2u (2-wekelijks op maandagvoormiddag)
Meet- en Regeltechniek: Examen
•  Examenvorm theorie:
– 
– 
mondeling met schriftelijke voorbereiding
gesloten boek (enkel rekentoestel en formularium zijn
toegelaten)
•  Puntenverdeling: eindcijfer = gewogen gemiddelde van
theorie- en praktijkexamen
– 
– 
gewichtsfactor theorie = 2.3/3 (= 76.7%)
gewichtsfactor praktijk = 0.7/3 (= 23.3%)
•  Voorbeeldexamen: (beschikbaar op Toledo)
Meet- en Regeltechniek: Vakinhoud
•  Deel 1: Analoge regeltechniek
– 
– 
– 
– 
– 
– 
– 
– 
Les 1: Inleiding en modelvorming
Les 2: De regelkring
Les 3: Het wortellijnendiagram
Les 4: De klassieke regelaars
Les 5: Voorbeelden en toepassingen
Les 6: Systeemidentificatie en regelaarsinstelling
Les 7: Speciale regelstructuren
Les 8: Niet-lineaire regeltechniek en aan-uit regelaars
•  Deel 2: Digitale regeltechniek
– 
– 
– 
Les 9: De discrete regelkring
Les 10: De toestandsregelaar
Les 11: Modelpredictieve controle
Les 12: Herhalingsles
Les 1: Inleiding en modelvorming
•  Inleiding [Nise, Hoofdstuk 1]
– 
– 
– 
– 
– 
– 
Wat is een regelsysteem?
Voorbeelden van regelsystemen
Sturen vs. regelen
Transiente vs. steady-state responsie
Regelobjectieven
Hoe stellen we de regelkring in?
•  Modelvorming [Baeten, REG1, Hoofdstuk 1]
– 
– 
– 
– 
– 
Modelvorming: waarom en hoe?
Lineare tijdsinvariante systemen
Transfertfunctie
Dynamisch assenkruis
Voorbeeld: watertoren
Wat is een regelsysteem?
•  In zijn eenvoudigste vorm geeft een regelsysteem een
uitgangssignaal (responsie) voor een gegeven
ingangssignaal (stimulus)
Waarom hebben we regelsystemen nodig?
•  vermogenversterking
• 
• 
• 
• 
(bv. vermogensturing van radarantenne)
besturing vanop afstand
(bv. telerobotische operaties, ontmijningrobot)
gemak van het ingangssignaal
(bv. converteer positie van thermostaat naar kamertemp.)
compenseren van verstoringen
(bv. cruise control en bv. bergop en/of wind)
verbeteren van de snelheid, nauwkeurigheid,
herhaalbaarheid, … van het systeem
Voorbeelden van regelsystemen (1)
•  Rover is gebouwd om te
werken in gecontamineerde
gebieden op Three Mile Island
in Middleton, PA, waar een
nucleair ongeval gebeurde in
1979.
•  De op afstand geregelde arm
van de robot zie je vooraan op
het voertuig.
Voorbeelden van regelsystemen (2)
•  Video laser disk speler
•  Objectief leest gaten op een laser disk
Voorbeelden van regelsystemen (2)
•  Optisch pad voor het afspelen met “tracking” spiegel die
geroteerd wordt door regelsysteem zodat laserstraal
gepositioneerd blijft op sporen van gaten.
Voorbeelden van regelsystemen (3)
•  Harde schijf met lees-/schrijfkoppen
Sturen vs. regelen
•  Openlussysteem = sturing
Sturen vs. regelen
•  Geslotenlussysteem = regeling
Transiente vs. steady-state responsie
•  Voorbeeld: regeling van lift
Transient responsie afwijkingen
Stapresponsi
e van een
positieregelsy
steem met
effect van
hoge en lage
regelaar
Transiente vs. steady-state
responsie
versterking
Stapresponsie van een positieregelsysteem
met effect van
%Overshoot
hoge en lage regelaar versterking
(doorschot)
% Overshoot (doorschot) == × 100%
Regelobjectieven
• 
• 
• 
• 
Stabilisatie van systeem
Genereren van gewenste transient responsie
Vermindering/eliminatie van standfout
Robuustheid tegen storing en variaties in
procesparameters
•  Behalen van optimale performantie
Hoe stellen we de regelkring in?
•  Met behulp van een model van het systeem:
– 
– 
Analytisch: meestal via lineaire diff. vgl. + Laplace-transform.
Experimenteel: via systeemidentificatie
Les 1: Inleiding en modelvorming
•  Inleiding [Nise, Hoofdstuk 1]
– 
– 
– 
– 
– 
– 
Wat is een regelsysteem?
Voorbeelden van regelsystemen
Sturen vs. regelen
Transiente vs. steady-state responsie
Regelobjectieven
Hoe stellen we de regelkring in?
•  Modelvorming [Baeten, REG1, Hoofdstuk 1]
– 
– 
– 
– 
– 
Modelvorming: waarom en hoe?
Lineare tijdsinvariante systemen
Transfertfunctie
Dynamisch assenkruis
Voorbeeld: watertoren
Modelvorming: waarom en hoe?
•  Om een proces in te stellen hebben we een model van het
te regelen proces nodig
•  Elk regelsysteem kan beschreven worden door een
blokkendiagram
•  Waarom? Met het systeemmodel kan men
– 
– 
systeemgedrag verklaren (tijd, frequentie)
probleem opdelen in deelproblemen (vereenvoudiging)
•  Hoe?
– 
systeemvergelijkingen opstellen en lineariseren
(vereenvoudigen)
•  differentiaalvergelijking oplossen
•  of omzetten van tijd- naar frequentiedomein (eenvoudiger)
Modelvorming: waarom en hoe?
•  Beperkingen?
– 
lineariseerbaar en tijdsinvariant (geen !(")) en causaal
verband ingang-uitgang
Lineaire
tijdsinvariante
systemen
Lineaire
Lineaire
tijdsinvariante
systemen
neaire tijdsinvariante
systemen
Lineaire
tijdsinvariante systemen
e soorten basisblokken:
ntegrator: 𝑦 𝑡 = ∫
systeem in werking)
Sommator:𝑦 𝑡 = 𝑢
Schaalelement: 𝑦 𝑡
Drie
soorten
basisblokken:
•• • Drie
soorten
basisblokken:
• Drie
soorten
basisblokken:
Drie soorten basisblokken:
– Integrator:
Integrator:
Integrator:
𝑦𝑦 𝑡𝑡
– Integrator:
– –
=𝑡∫∫ =
𝑑𝑡
+𝑑𝑡
(op
treedt
het het
𝑢𝑢 ∫
𝑡𝑡 𝑑𝑡
yy tt+ y(op
treedt
het
𝑦=
𝑢 𝑡+
t 𝑡𝑡(op
𝑡 treedt
systeem
in werking)
werking)
𝑢 𝑡 𝑑𝑡 + y t systeem
(opsysteem
𝑡 treedt
in
inhet
werking)
(op
treedt
systeem in werking)
– Sommatiepunt:
Sommator:𝑦
=𝑡𝑢𝑢 =𝑡𝑡 𝑢+
+𝑢
– –
– Sommator:𝑦
𝑡𝑢 +𝑡𝑡 𝑢 𝑡
Sommator:𝑦
𝑡𝑡 =
Schaalelement:
=𝑡𝛼𝑢(𝑡)
𝛼𝑢(𝑡)
𝑡 + 𝑢 𝑡 – –– Schaalelement:
– Schaalelement:
= 𝛼𝑢(𝑡)
Schaalelement:
𝑦𝑦 𝑡𝑡 𝑦=
= 𝛼𝑢(𝑡)•• Uitvoering
Uitvoering
bv. met
met
OPAMPs,
R, CC R, C
• Uitvoering
bv. met
OPAMPs,
bv.
OPAMPs,
R,
voering bv. met OPAMPs, R, C
Transfertfunctie
Transfertfunctie
Transfertfunctie
Transfertfunctie
Basisblokken omzetten
naar
domein
Basisblokken
omzettennaar
naarLaplace
Laplacedomein
domein
Basisblokken
Basisblokkenomzetten
omzetten naarLaplace
Laplace domein
• • 𝑇𝐹 𝑝 =
#$(%𝑌)=𝑝​
( )
• • 𝑇𝐹
𝑇𝐹𝑝𝑝 ==
𝑇𝐹(𝑝)
= 𝑌 𝑌𝑝 𝑝
( () )
'(%)/+(%) 𝑋 𝑝
••  𝑝-variabele
𝑇𝐹(𝑝)
𝑇𝐹(𝑝)==
p-variabele
𝑋 𝑋𝑝 𝑝
• • 𝑝-variabele
𝑝-variabele
• 𝑥(0) = 0 veronderstelt
veronderstelt
•• • 𝑥(0)
𝑥(0)==00veronderstelt
veronderstelt
dynamisch
assenkruis
dynamisch
assenkruis
dynamisch
dynamischassenkruis
assenkruis
• Laplace van differentiator
• • • Laplace
Laplace-transf.
van differentiator
differentiator
differentiator
=Laplace
𝑝𝑋(𝑝)van
van
+ 𝒙(𝟎)
!
==𝑝𝑋(𝑝)
+
𝒙(𝟎)
!!
𝑝𝑋(𝑝)
+
𝒙(𝟎)
• Enkel voor lineair
• • Enkel
Enkelvoor
voorlineair
lineair
tijdsinvariante
systemen
=
•  tijdsinvariante
Enkel
geldig
voor
lineaire==
systemen
tijdsinvariante
systemen
lineariseren
tijdsinvariante systemen
lineariseren
lineariseren
niet-lineaire systemen lineariseren!
Dynamisch assenkruis
Algemeen
Dynamisch
assenkruis
(2)
(2)
Dynamisch
assenkruis
Dynamisch
assenkruis
(2)(2)
Dynamisch
assenkruis
Dynamisch assenkruis (2)
•  ••Waarom
verplaatsen?
Waaromassenstelsel
assenstelsel
verplaatsen
??
assenstelsel
verplaatsen
•Waarom
Waarom
assenstelsel
verplaatsen
? ?
•Rekenwerk
Waarom
assenstelsel
–  –
Rekenwerk
vereenvoudigen!
vereenvoudigen
!!verplaatsen
– Rekenwerk
vereenvoudigen
• Waarom
assenstelsel
verplaatsen
?
– Rekenwerk
vereenvoudigen
! !
– Rekenwerk
vereenvoudigen
–
niet-lineaire
relatie
:: 𝑦(𝑥)
=
−𝑥
+
Veronderstel
niet-lineaire
relatie:
– Veronderstel
Veronderstel
niet-lineaire
relatie
𝑦(𝑥)
= =
−𝑥
+ 10𝑥
10𝑥
Rekenwerk
vereenvoudigen
!
– Veronderstel
niet-lineaire
relatie
: 𝑦(𝑥)
−𝑥
+ 10𝑥
–
Veronderstel
niet-lineaire
relatie
:
𝑦(𝑥)
=
−𝑥
+ 10𝑥
–
werkingsgebied
rond
𝑋
=
2
–
werkingsgebied
rond
𝑋
=
2
– 
Werkingsgebied
rond
– Veronderstel
niet-lineaire
relatie
: 𝑦(𝑥) = −𝑥 + 10𝑥
– werkingsgebied
rond
𝑋
=
2
– werkingsgebied
rond 𝑋 = 2
lineariseren
rond
𝑋 =
2:
– werkingsgebied
rond
𝑋 2:
=2:2 (Taylor-benadering):
lineariseren
rond
lineariseren
rond
𝑋=
=
lineariseren
rond
𝑋
= 2: 𝑥 − 2 𝑦 𝑥 rond
= 𝑦 2𝑋 += 2:
lineariseren
𝑥−
𝑦 𝑥𝑦 =𝑥 𝑦=2𝑦 +2 +
𝑥2
−𝑥 2− 2 •
Waarom
assenstelsel
verplaatsen
𝑦 𝑥 =𝑦 2 =
+ 16 +
−10
2 𝑥𝑥 −
−2
∗∗ 22𝑥+
22 ?
++
−2−2
+
10
−
=
16
∗
2
+
10
𝑥
– Rekenwerk
vereenvoudigen
!) 10 −𝑥2− 2
= 16
−2−
2 )+
= 𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡
+
𝐻(𝑋
+2+
𝐻(𝑋
−∗𝑋
𝑋
= 16 𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡
+ 𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡
−2
∗
+
10
𝑥
−
=
+
𝐻(𝑋
−
𝑋
=niet-lineaire
𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡
𝐻(𝑋
−2)𝑋: 𝑦(𝑥)
)
– Veronderstel
relatie
= −𝑥 + 10𝑥
– Verplaats
assenstelsel
naar
𝑋
=
2,
assenstelsel
naar−
𝑋+
=
2, voorwaarden:
voorwaarden:
=
𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡
+
𝐻(𝑋
𝑋
)
– Verplaats
assenstelsel
naarnaar
𝑋 =
2,=voorwaarden:
–
Verplaats
assenstelsel
𝑋
2,
voorwaarden:
– werkingsgebied
rond
𝑋 2,=voorwaarden:
2, voorwaarden:
– 
Verplaats
assenstelsel
naar
– Verplaats
naar
𝑋als
In nieuweassenstelsel
0 zelfde afgeleide
=
=
afgeleide
als=in
in 2:
2:
=
= 66
In nieuwe
zelfde
afgeleide
2:in 2:
= =
= 6= 6
lineariseren
rond
𝑋
= 2:als in
•  behoud
van0 afgeleide
inafgeleide
nieuwe
nulpunt:
In
nieuwe
0
zelfde
als
(-2,-16)als
wordt
(0,0): 𝑦𝑦 𝑥𝑥=
= −2
−2 =
= −16
−16
oorspronkelijke
(-2,-16)
wordt
=
In nieuwe
0 zelfde afgeleide
inwordt
2:(0,0):
=−16
6
oorspronkelijke
(-2,-16)
(0,0):
𝑦
𝑥
=
−2
=
𝑦 𝑥 = 𝑦 2 +(-2,-16) wordt (0,0):
𝑥 − 2𝑦 𝑥 = −2 = −16
oorspronkelijke
•  offset: linearisatiepunt
wordt (0,0):
nieuw𝑦nulpunt
oorspronkelijke
(-2,-16) wordt
𝑥 = −2 = −16
= 16 + −2 ∗ 2 + 10 𝑥 − 2
= 𝑜𝑓𝑓𝑠𝑒𝑡 + 𝐻(𝑋 − 𝑋 )
– Verplaats assenstelsel naar 𝑋 = 2, voorwaarden:
– 
–
Dynamisch assenkruis (2)
In nieuwe 0 zelfde afgeleide als in 2:
=
=6
oorspronkelijke (-2,-16) wordt (0,0): 𝑦 𝑥 = −2 = −16
Dynamisch assenkruis (3)
Dynamisch
assenkruis
(3) (3)
Dynamisch
assenkruis
Dynamisch
assenkruis
𝑦′(𝑥) =
= 𝑎𝑥
𝑎𝑥 +
+ 𝑏𝑥
𝑏𝑥met
met2𝑎 .0 2𝑎 .0 ++ 𝑏 𝑏 == 6 6en
en
𝑦′(𝑥)
𝑦′(𝑥)
=
𝑎𝑥
+
𝑏𝑥
met
2𝑎 .0 +
𝑏 =
6 en
−2 +
+ −2𝑏 −2𝑏 ==−16
−16→→y′y′𝑥𝑥 ==−𝑥
−𝑥 ++6x
6x
𝑎𝑎−2
𝑎 −2 + −2𝑏 = −16 → y′ 𝑥 = −𝑥 + 6x
–lineariseren
lineariserenrond
rond 𝑋’ ==0:0:
•  –lineariseren
rond 𝑋’
–
lineariseren
0: + 𝐻𝑥
(𝑥)==00++ 66 𝑥rond
𝑥−−0𝑋’
0 ===
offset
𝑦𝑦(𝑥)
offset
+ 𝐻𝑥+ 𝐻𝑥
𝑦 (𝑥) = 0 + 6 𝑥 − 0 = offset
25
25 25
20
20 20
15
15 15
10
10 10
-16
-16
-16
-16 5 55
0
0
25
20
15
10
​/′ 5
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
00
0 0.5 0.5
0
1 1 1.5 1.5 2 2 2.5 2.5 3 3
0
0.5
1
1.5
2
2.5
-2
-2 -2
-2
/′
3
Voorbeeld: watertoren
•  Ingang: debiet (Φ) water regelbaar met actuator
•  Uitgang: waterniveau (h)
•  Meting/Sensor: Spanning (V) i.f.v. waterniveau (h)
Voorbeeld: watertoren
•  Regelsysteem
Voorbeeld
Voorbeeld: watertoren
• Blokdiagramma:
•  Blokkendiagram: transfertfunctie van elk blok? – TF actuator relatie tussen spanning (𝑉
– 
– 
– 
TF actuator: relatie tussen spanning (V) en debiet (Φ)= [𝑚3/sec])
TF watervat: relatie tussen debiet () en hoogte (h)– TF watervat relatie tussen debiet (Φ) e
TF sensor: relatie tussen hoogte (h) en spanning–(V)
TF sensor relatie tussen spanning (𝑉) e
Voorbeeld
Voorbeeld: watertoren•
Blokdiagramma:
TF watervat (ℎ = –𝑓TFΦ
(1) tussen spanning (𝑉) en debiet (
actuator)relatie
•  TF watervat: relatie tussen debiet (Φ )=en
hoogte (h)
[𝑚3/sec])
• Debietverschil is gerelateerd met de–hoogte:Φ
Φ =tussen debiet (Φ) en hoogte (ℎ = TF watervat−relatie
𝐴
– TF sensor relatie tussen spanning (𝑉) en hoogte (ℎ)
• Uitgaande debiet Φ is functie van statische druk 𝑃
– 𝑃
= 𝜌𝑔ℎ en Φ
=𝐴
𝑣
– 𝑃
=𝑃
(dynamische druk onderaan)=
– Φ
=𝐴
2𝑔ℎ = 𝐶
ℎ
• Φ =𝐴
+𝐶 ℎ
• Lineair? Nee, dus lineariseren rond gewenste hoogte bv. h =
5m
– Φ =𝐴
+𝐶 5+
(debiet bij hoogte h)
ℎ−5 =𝐴
+ 𝐶 ℎ + offset
Voorbeeld
Voorbeeld: watertoren• Blokdiagramma:
– TF actuator relatie tussen spanning (𝑉) en debiet (
TF watervat (2)
•  TF watervat: relatie tussen debiet (Φ )=en
hoogte (h)
[𝑚3/sec])
– TF watervat relatie tussen debiet (Φ) en hoogte (ℎ = • Transformeren naar dynamisch assenkruis:
– ℎTF sensor
Φ
+Φ
=𝐶 𝐻
+
𝑡 +relatie tussen spanning (𝑉) en hoogte (ℎ)
𝑑 𝐻
+ℎ
𝐴
+ offset
𝑑𝑡
• In evenwicht geldt debieten gelijk + hoogte constant:
Φ
=Φ
=𝐶 𝐻
+ offset
• De dynamische formule wordt:
Φ
=𝐶 ℎ
+𝐴
• Beginwaarden zijn nu nul!
Voorbeeld
Voorbeeld: watertoren• Blokdiagramma:
– TF actuator relatie tussen spanning (𝑉) en debiet (
TF watervat
(3)(Φ )=en [𝑚3/sec])
•  TF watervat: relatie
tussen debiet
hoogte (h)
– TF watervat relatie tussen debiet (Φ) en hoogte (ℎ = • Laplace transformatie geeft :
– TF sensor relatie tussen spanning (𝑉) en hoogte (ℎ)
Φ 𝑝 =𝐶 𝐻
𝑝 + 𝐴 𝑝𝐻
𝑝
• 𝑇𝐹 =
( )
=
Voorbeeld:
watertoren
Sensor
en actuator
Sensor
en ac
Sensor
en actuat
Voorbeeld
•(V)Sensor
is een lineair
systeem
• Sensor
is een lineair
systeem
dat uitgd
•  TF sensor: relatie tussen hoogte (h) en spanning
• Blokdiagramma:
• Sensor
een lineair
systeem
dat uitgang
direct
weergeeft:
𝐶
–  is
Sensor
is een lineair
systeem
dat uitgang
direct
weergeeft:
weergeeft:
𝐶
– TF actuator relatie tussen spanning (
weergeeft:
𝐶 relatie tussen spanning (V) en debiet• (Φ
heeft
een vertraging:
•  TF actuator:
)= [𝑚3/sec])
• Motor Motor
heeft
een
vertraging:
1e orde1
• Motor
1e 1e
orde
systeem
–  heeft
Motor een
heeftvertraging:
een vertraging:
orde
systeemmet
met
enwatervat
en
𝐶
relatie tussen debiet (Φ
en 𝐶𝐶– TF
en 𝐶
– TF sensor relatie tussen spanning (𝑉