DRIVEN TO MOVE THE FUTURE

Driven to move the future 1
DRIVEN TO MOVE THE FUTURE
Visie 2014-2018
2 Driven to move the future
Driven to move the future 3
Technology,
Talent & Traffic
Hightech on wheels
CONTENT
05
Introductie
Hightech on wheels
33
Technology
Green & Smart Mobility
08
The world’s
Smartest region
39
Talent
Internationaal toponderwijs
13
2009-2013
De basis op orde
45
Traffic
Centrum voor innovatie
21
Automotive
In beweging
51
Organisatie en uitvoering
Waardevolle samenwerking
27
Visie
Technology, Talent & Traffic
4 Automotive Campus
Driven to move the future 5
introductie
Hightech on
wheels
De wereld vraagt een nieuwe benadering van
­mobiliteit: slimmer, veiliger en groener.
De trend is onmiskenbaar ingezet en het vraagt
om een stevig innovatieprogramma. dit biedt
grote kansen voor de Nederlandse automotive
sector en de Automotive Campus in het bijzonder.
6 Driven to move the future
De nieuwe stip op de horizon
In 2009 is vanuit een krachtige samen­
werking tussen bedrijfsleven, onderwijs en
overheid een ambitieuze visie opgesteld over
de ontwikkeling van de Automotive Campus.
Een campus als kristallisatiepunt. Strategisch
gelegen in Brainport, met een inspirerende
verblijfssfeer, internationaal toponderwijs,
hoogwaardige faciliteiten en een sterke
business propositie.
Sinds die tijd is er veel gebeurd. Mijlpalen zijn
bereikt en met trots constateren we dat de
eerste fase van de campusontwikkeling is
gerealiseerd. De Automotive Campus is voor
veel bedrijven en organisaties het kloppend
hart op het gebied van green & smart mobility.
Door de (her)ontwikkeling van hoogwaardig
vastgoed in een parkachtige, op ­ontmoeting
gerichte omgeving, wordt een campus
­gecreëerd waar de bewoners kunnen werken
aan de oplossingen voor de toekomst.
Driven to move the future 7
lab op de A270. Het in 2012 opgerichte
­AutomotiveNL speelde als ­clusterorganisatie
voor de sector een belangrijke rol bij het
­behalen van deze resultaten.
Nu het fundament is gelegd, is het zaak door
te groeien: Driven to move the future. De
ambitie is en blijft hoog. Doorontwikkeling tot
een volwassen campus met een i­nternationale
reputatie vraagt om durf en geduld. Focus,
samenwerking, organisatie en gerichte inves­
teringen zijn nodig om het gezamenlijke doel
te bereiken.
In dit document presenteren de stakeholders
uit bedrijfsleven, onderwijs en overheid hun
gezamenlijke visie op de volgende fase.
De koers en de opgaven om de ambities te
­bereiken, de nieuwe stip op de horizon.
Harrie Schippers
Voorzitter Federatie AutomotiveNL
de Automotive Campus
als bloeiende,
­internationaal
­relevante hotspot
voor green & smart
mobility
Inmiddels biedt de campus plaats aan ruim
30 bedrijven met in totaal zo’n 550 arbeids­
plaatsen. Er is een doorlopende leerlijn
opgezet en het aantal studenten groeit sterk.
In 2014 volgen hier circa 225 studenten
onderwijs en verdere groei is in het vooruit­
zicht.
De toonaangevende Automotive Campus
­Shared Facilities openden in 2014 hun deuren.
De partners binnen het platform Dutch
Integrated Testsite for Cooperative Mobility
(DITCM) formuleerden een ambitieus program­
ma op het gebied van smart mobility voor de
periode tot 2018. Concrete projecten zijn
in uitvoering, onder meer rondom het living
Automotive Campus Shared Facilities.
8 Driven to move the future
Driven to move the future 9
Brainport, geclusterd rond Eindhoven en Helmond, is
een technologische regio van mondiale importantie.
De regio biedt meer dan 50.000 arbeidsplaatsen in de
hightech, automotive- en maakindustrie. Brainport
The world’s
smartest
region
is goed voor 36% van de totale Nederlandse
GOTHENBURG
private R&D-uitgaven en hoort bij de top drie
van Europa qua patentdichtheid. De unieke
kennisconcentratie (Automotive Campus,
Design Academy, Fontys, High Tech Campus
Eindhoven, Holst Centre, TNO Industrie
en Techniek, Technische Universiteit
Eindhoven) gaat hand in hand met hoog-
NEWCASTLE
waardige maakindustrie (ASML, DAF,
SUNDERLAND
FEI Company, Neways, NXP, Philips,
TomTom, VDL). De Financial Times
stelde voorjaar 2014 dat Brainport
AMSTERDAM
na Londen en Helsinki het beste

investeringsklimaat van Europa
LUCHTHAVEN
SCHIPHOL
heeft (onderzoek Foreign
HAMBURG
Direct Investment Index).
COVENTRY
WOLFSBURG
ARNHEM
UTRECHT
ROTTERDAM
BERLIJN
NIJMEGEN
AMSTERDAM
LONDEN
EINDHOVEN
TILBURG
HELMOND
GENT
LEUVEN
BRUSSEL
KEULEN
EINDHOVEN
AKEN

PRAAG
FRANKFURT
ROUEN
DÜSSELDORF
STUTTGART

LOMMEL
ANTWERPEN
SAARBRÜCKEN
PARIJS
HELMOND
INGOLSTADT
KEULEN
BORN
LINZ
BRUSSEL
MÜNCHEN

LEUVEN
AKEN
BERN
ZÜRICH
GRAZ
10 Driven to move the future
Driven to move the future 11
De Automotive Campus is dé hotspot, ontmoetingsplek
regio. Een regio waarin het aangenaam wonen is, de
en vestigingslocatie voor green & smart mobility, active
bereikbaarheid optimaal is, met alle grootstedelijke
safety, ­homologation en manufacturing technology. De
voorzieningen op een steenworp afstand.
campus biedt een aantrekkelijke leer- en werkomgeving,
­state-of-the-art technologische (test)faciliteiten en
flexibele huis­vestingsconcepten. De campus is een onestop-showcase voor automotive technologie en mobili-
A50
teitsconcepten. Voor een ‘pitstop’, co-creatie of als nieuwe
BEST
thuisbasis voor innovatie en product­ontwikkeling.
A2
Een ontmoetingsplek waar kennis en bedrijven samen
komen met als doel het bevorderen van cross-sectorale
samenwerking, kennisdeling en open innovatie. Op
A58
de Automotive Campus worden de slimme, veilige en
HELMOND
verantwoorde mobiliteitsoplossingen voor vandaag
en morgen gerealiseerd. We werken nauw samen met
onze partners in deze internationale toptechnologie
EINDHOVEN
AIRPORT
A2
A270
“LIVING LAB”

EINDHOVEN
VELDHOVEN
A2
A67
A67
A270
A67
“LIVING LAB”
A67
A2
Vereenvoudigde weergave plattegrond Automotive
Campus.
12 Automotive Campus
Driven to move the future 13
2009-2013
De basis op orde
De Automotive Campus heeft zich de afgelopen
jaren succesvol ontwikkeld rondom de
5 O’s: Ondernemen, Onderzoeken, Opleiden,
Organiseren en Omgeving. Dit hoofdstuk
beschrijft de bereikte resultaten
tussen 2009 en 2013.
14 Driven to move the future
Ondernemen
De Automotive Campus kende bij de start
al een sterke basis door de ­aanwezigheid
van gerenommeerde organisaties als
­Benteler ­Engineering Services, TNO en
TASS ­International. In de periode 20122013 zijn er ruim 20 nieuwe vestigers
­bijgekomen. Met de komst van de Verkeers­
centrale ­Zuid-Nederland en de ­Innovatiedesk
van Rijkswaterstaat in 2014 wordt het
­campusconcept inhoudelijk alleen maar
versterkt. De Automotive Campus ­Shared
Facilities ­versterken het ­ondernemersklimaat.
Wereldspelers als Benteler, TNO, TASS
Driven to move the future 15
­International, VDL en DAF maken hier kennisen productontwikkeling mogelijk en gebruiken
de testfaciliteiten.
Onderzoeken
In 2013 is het waterstoftankstation van
­WaterstofNet geopend en zijn testprogramma’s
gestart. In 2014 zijn de Automotive Campus
Shared Facilities opgeleverd. Deze nieuwbouw
omvat test- en onderzoeksfaciliteiten en ruimte
voor onderwijs en kantoren. Hiermee heeft
de campus er belangrijke faciliteiten bij die
voorzien in de behoefte van de ondernemingen
en kennisinstellingen. In de directe omgeving,
op de A270 (permanente testweg) en in het
stedelijk gebied van Helmond, zijn innovatieve
proef­projecten uitgevoerd op het gebied van
coöperatieve mobiliteit. Het brede spectrum
van specifieke testfaciliteiten is een ­belangrijke
meerwaarde voor bedrijven om zich op de campus
te vestigen of om hier projecten uit te voeren.
Opleiden
Onderwijs is uitgegroeid tot één van de pijlers
voor de ontwikkeling van de campus. Het
ultieme doel - de opzet van een doorlopende
leerlijn op de campus met automotive onder­
wijs op alle niveaus (mbo-hbo-wo) - is voor een
groot deel gerealiseerd. Het MBO Automotive
Centre (MAC) is een initiatief van de regionale
mbo’s en het Platform Bèta Techniek. Het
wordt een erkend Centrum voor Innovatief
Vakmanschap. Het Automotive Center of
Excellence (ACE) is een samenwerking van
de drie automotive hbo’s. Op wo-niveau is
het Professional Doctorate in Engineering
opleiding (PDeng) Automotive Systems Design
opgezet door de Technische Universiteit
Eindhoven (TU/e). De focus op onderwijs is
verder versterkt door de vestiging van het op
de automobielbranche gerichte opleidings- en
trainingsinstituut Innovam op de campus.
Organiseren
Sinds 2012 bundelen het Automotive
­Technology Center, High Tech ­Automotive
Systems en High Tech Automotive Campus hun
krachten in ­AutomotiveNL. Deze ­nationale
sector­organisatie richt zich op het versterken
van het ecosysteem, innovatie, acquisitie
en internationale sectorprofilering. En op
de groei van de campus als centrum van
­activiteit. In 2013 zijn de afspraken tussen
de investeerders Bouwbedrijf v.d. Ven, Hurks
­Vastgoedontwikkeling, gemeente Helmond,
BOM Bedrijfslocaties en de provincie
Noord-Brabant voor de ontwikkeling van de
“Deze campus is een schoolvoorbeeld
van wat er mogelijk is als bedrijven,
kennisinstellingen en overheden
nauw samenwerken. U combineert
ondernemingskracht met de nieuwste
kennis en draagt bij aan het oplossen
van maatschappelijke vraagstukken.
U creëert nieuwe bedrijvigheid, leidt
talent op en versterkt de internationale
concurrentiekracht van de Nederlandse
economie. Zo zorgt u voor banen, groei
en welvaart. De sleutel tot het succes
is drieledig. De innovatieve geaardheid
van deze regio, de samenwerking tussen
overheid, onderwijs en bedrijven en de
potentie die de ontwikkeling van green &
smart mobility biedt.”
Henk Kamp
Minister van Economische Zaken
De campus als proeftuin: een van de eerste waterstoftankstations van Nederland.
Opening Automotive Campus Shared Facilities: Hubertus Benteler, minister Henk Kamp en Ad Marneffe.
16 Driven to move the future
Driven to move the future 17
Automotive Campus bekrachtigd. De opzet
van een integraal concept voor het park­
management is daarvan een onderdeel.
“De opening van het nieuwe testcentrum
is een belangrijke stap voor onze Benteler
Engineering Services Unit en voor de hele
Benteler Group. Onze klanten profiteren
van de combinatie van ontwikkeling,
­state-of- the-art testcentrum en deskun­
dige competenties van onze medewerkers.
Dit alles in een modern, functioneel
gebouw in het centrum van Europa. Het
geeft ons betere zakelijke kansen en
maakt ons klaar voor de toekomst.”
Omgeving
Het in 2013 opgestelde Ruimtelijk Ontwik­
kelings Plan geeft een doorkijk hoe de totale
campus van circa 25 hectare er uit komt te
zien. In de afgelopen periode is flink geïn­
vesteerd in het vastgoed door de realisatie
van aantrekkelijke ruimten voor ontvangsten,
vergaderen en congressen in het Automotive
House. Recentelijk is hier het DITCM Experience
Center aan toegevoegd. In 2014 wordt de
directe aansluiting op de A270 gerealiseerd
en start de inrichting van de eerste fase van
het campuspark. Hiermee krijgt ook de buiten­
ruimte een extra impuls. Ten slotte wordt de
rechtstreekse busverbinding met NS-station
Helmond in 2014 operationeel.
DITCM
Dutch Integrated Testsite for ­Cooperative
Mobility is een samenwerkingsverband van
bedrijven, kennisinstellingen en overheden om
coöperatieve mobiliteitsoplossingen sneller in
te kunnen voeren, met ­bijbehorende voor­
delen qua veiligheid, doorstroming, comfort
en leefbaarheid. Het samenwerkingsverband
bestaat uit twee onderdelen: DITCM ­Facilities
en DITCM Innovations.
DITCM Facilities is een complex aan faciliteiten
waarop nieuwe ­ontwikkelingen op het gebied
van smart ­mobility in een gecontroleerde real life
omgeving worden getest.
Hubertus Benteler
Voorzitter Raad van Bestuur Benteler
International
Behaalde resultaten, afgezet ­tegen de ambities uit
het visiedocument 2009
Visie 2009
Tussenstand 2014
Opleiden
•
•
Verbinding in doorlopende leerlijn en individuele leerroutes
Fysieke vestiging onderwijs op de campus
•
1.000 studenten, 125 medewerkers
•
•
•
Doorlopende leerlijn mbo-hbo-wo
Expert Cloud, Innovam, ACE en MAC op campus
225 studenten
•
Oplevering waterstoftankstation en Automotive Campus Shared
Facilities
Vestiging Verkeerscentrale Zuid-Nederland en Innovatiedesk
­Rijkswaterstaat
Projecten en onderzoek op gebied van heavy duty powertrain, electric
mobility, cooperative mobility, advanced safety, homologations,
­manufacturing technology en new energy
Onderzoeken
•
•
•
•
•
Open innovatie, markt en omgeving gedreven onderzoek
Gebruikmakend van het Brainportnetwerk
Doorbraken in duurzame mobiliteit
2.500 kenniswerkers
30 tot 40 patenten per jaar
•
•
Ondernemen
Binnen DITCM Innovations vinden pre-compe­
titieve ­projecten plaats volgens een gemeen­
schappelijk programma.
Door samen te werken, maken partijen gebruik
van elkaars innovatiekracht en besparen ze
kosten op dure testlocaties. Met dit innovatie­
programma en de aanwezige en voorziene
testfaciliteiten, kan Nederland een van de
koplopers worden in de wereld op het gebied
van slimme verkeerssystemen. Dit biedt grote
kansen voor het bedrijfsleven.
•
•
•
•
Versterken concurrentie- en exportpositie sector
Mix van global players, MKB, snelle groeiers en start-ups
Kraamkamer ondernemers: 5-10 start-ups per jaar
Clustering circa 50 MKB-ondernemingen rond technologische speer­
punten green & smart mobility
•
•
•
•
Ruim 30 bedrijven en organisaties, inclusief start-ups
Circa 550 arbeidsplaatsen
Mix van onderzoek, engineering en testing
Realisatie Accelerator Center
•
•
•
•
Businessclub
Overleg eigenaren/investeerders, gebruikers en gemeente
Oprichting AutomotiveNL en DITCM
Technologie workshops, themadagen, technische leergangen, trainingen
on the job, events
•
•
•
•
•
Ruimtelijk Ontwikkelings Plan vastgesteld
Nieuwbouw waterstoftankstation en realisatie A270 testfaciliteiten
Herinrichting buitenruimte, aanleg nieuwe ontsluiting
Upgrading Automotive House
Inrichting DITCM Experience Center
Organiseren
•
•
•
Levendige community
Onafhankelijk campus- en facillitymanagement
Professionele exploitatie en beheer
Omgeving
•
•
•
Duurzaam werklandschap
Optimale bereikbaarheid en hoogwaardige faciliteiten
Brainportregio als etalage en living lab voor duurzame en innovatieve
mobiliteit
18 Driven to move the future
Driven to move the future 19
WAT IS VOOR U DE BELANGRIJKSTE MIJLPAAL IN DE ONTWIKKELING VAN DE
AUTOMOTIVE CAMPUS TOT NU TOE?
25
20
15
10
5
0
Automotive Campus
Shared Facilities
Faciliteiten
voor
laadinfrastructuur
Aanwezigheid
(toekomstige)
samenwerkingspartners
Aanwezigheid
expertise
Mogelijkheid tot
ontmoeten/
netwerken
Aanwezigheid
onderwijsfaciliteiten
Mijlpalen Automotive Campus volgens deelnemers werksessie Visiedocument 27 januari 2014. De belangrijkste,
aldus de stakeholders: de mogelijkheid tot netwerken, de aanwezigheid van de Shared Facilities en aanwezigheid
samenwerkingspartners.
De pioniersfase is voorbij en er is veel bereikt.
Nu is het moment om door te schakelen.
Excelleren vraagt blijvend om investeren,
organiseren en faciliteren. Daarmee wordt
de Automotive Campus nog aantrekkelijker
voor (inter)nationale innovatieve bedrijvigheid en organisaties op het gebied van R&D,
engineering en testing.
“Samen met onder andere TNO, de tech­
nische universiteiten Delft en Eindhoven
werken we aan de zelfrijdende auto. RDW
is betrokken bij de verdere ontwikkeling
van regelgeving voor dit soort voertuigen.
Het testen zal uiteraard eerst in een
gesloten testomgeving plaatsvinden,
waarna wij het voertuig willen testen in
een realistische verkeersomgeving. De
A270 en de Automotive Campus hebben
zich bewezen als uitstekende testlocaties
met goede voorzieningen en een ­prettige
samenwerking tussen de betrokken
partijen.”
Johan Hakkenberg
Algemeen directeur RDW
Ontmoeten en netwerken in het Automotive House.
20 Automotive Campus
Driven to move the future 21
Automotive
in beweging
De opgaven voor de wereldwijde sector zijn
duidelijk. Slimme oplossingen om duurzaam
mobiel te blijven in een wereld die verstedelijkt
en dichter bevolkt raakt. Voertuigen moeten
schoner, veiliger en slimmer. Mobiliteit wordt
als samenhangend netwerk en vanuit de
gebruikerswensen bestuurd. Er ontstaan meer
verbindingen met sectoren als ICT, energie,
logistiek en design.
22 Driven to move the future
Schonere voertuigen ontstaan uit een continue
verbetering van de conventionele verbrandings­
motor. Daarnaast worden elektrische aandrij­
vingen en alternatieve energiedragers steeds
belangrijker. Ook voor heavy duty aandrijflijnen
zijn toename van efficiency en hybridisering
belangrijke opgaven.
Driven to move the future 23
Slimmere voertuigen ontstaan vooral door
toenemende connectiviteit, waardoor voer­
tuigen informatie met elkaar en hun omgeving
gaan uitwisselen. Dit leidt tot coöperatief rijden.
Slimmere voertuigen nemen taken van de
bestuurder over. Advanced Driver Assistance
Systems (ADAS) vormen de opmaat voor
automated driving.
Veiligere voertuigen ontstaan door door­
ontwikkeling van actieve en passieve
veiligheids­systemen en door coöperatieve
systemen. Dit vraagt om specialistische soft­
warepakketten, moderne testfaciliteiten en
kennis van voertuigdynamica en bestuurders­
gedrag.
Daarnaast zijn er, vanuit de kracht van het
Nederlandse automotive cluster, kansen op
gebied van homologations en manufacturing
technology.
De figuur (gebaseerd op Roland Berger Consultancy,
‘Automotive Landscape 2025’) toont de voor het
Nederlandse ecosysteem meest relevante en
kansrijke megatrends. Andere ontwikkelingen zijn:
•
Verschuiving van productie en verkopen naar Azië
waardoor de Europese sector verder onder druk
komt te staan.
•
Regionalisatie in plaats van centralisatie om
de verschillende markten op maat te kunnen
bedienen.
•
Consolidatieslag onder toeleveranciers.
•
Crossovers vanuit de sector naar ICT,
energie, logistiek en design. Partnerships van
producten en diensten en intensivering van de
samenwerking zijn essentieel - op het niveau van
de Brainportregio, nationaal en met partners in
het buitenland.
•
Tekort aan gekwalificeerd personeel in
vergrijzende westerse landen; vestiging van R&D
daar waar men talent kan vinden en binden.
•
Lage volume productie met grote complexiteit en
flexibiliteit.
Naast de (mondiale) sectortrends wordt de
campusontwikkeling beïnvloed door de maat­
schappelijke context. De campus is een vitaal
onderdeel van het krachtige Brainportcluster.
Juist in deze regio zijn partijen gericht op
samenwerking om zo samen sterker te worden.
Partijen binnen de triple helix kennen elkaar en
vinden elkaar.
Nederland is een relatief neutrale uitvalsbasis
in Europa. De actuele mobiliteitsvraagstukken
in combinatie met de beschikbare voorzienin­
gen en faciliteiten op het gebied van green &
smart mobility en active safety, vormen een
aantrekkelijke basis voor innovatie en testing.
Ten slotte is sprake van een voorzichtig econo­
misch herstel na een periode van wereldwijze
recessie. Veel beschikbare investeringsfondsen
vanuit de overheid zijn afgebouwd. De af­
stemming tussen innovatievraagstukken van
de sector en stimuleringsprogramma’s van de
overheid vraagt aandacht. Tegelijkertijd liggen
er ­mogelijkheden vanuit Europese innovatie­
programma’s, bijvoorbeeld in het kader van
Horizon 2020.
AUTOMOTIVE SECTOR WERELDWIJD
ICE efficiency
Connectivity
Electrificatie
Cooperative mobility
Regionalisering
Shift naar Azië
Nieuwe
spelers
Consolidatie
toeleveranciers
ECOSYSTEEM IN NEDERLAND
PPS smart mobility
Heavy Duty
Poort naar Europa
War on talent
Concentratie talent
AUTOMOTIVE
CAMPUS
VDL Bus & Coach, de provincie Noord-Brabant en
van de landelijke aanpak om versnelde transitie naar
BOM starten een pilot met de inzet van 15 elektrische
betaalbaar, schoon, en stil openbaar vervoer te realiseren.
openbaarvervoerbussen. De pilot maakt onderdeel uit
Vanaf 2015 wordt de eerste bus in Helmond getest.
Bij de uitwerking van dit koersdocument
vormen zowel de internationale trends als
de maatschappelijke context belangrijke
input voor de visie en ontwikkelstrategie.
24 Driven to move the future
Driven to move the future 25
Linksboven: werkbezoek aan Automotive Campus; Lilianne Ploumen,
Bovenste rij, foto links: Valery Penn, student International
minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en
Business and ­Management (zie ook pagina 43).
Wim van der Leegte, president-directeur VDL Groep.
26 Automotive Campus
Driven to move the future 27
Visie
Technology,
­Talent & Traffic
Het is cruciaal dat de visie op de Automotive
Campus aansluit bij de relevante mondiale
maatschappelijke en technologische
vraagstukken. De campus als kristallisatiepunt
voor innovatie, onderwijs en ontmoeting en
als aantrekkelijke vestigingslocatie voor
bedrijven uit binnen- en buitenland.
28 Driven to move the future
Driven to move the future 29
visie
Op basis van de (inter)nationale context en de doelen van de sector formuleert de
­Automotive Campus haar visie als volgt:
De Automotive Campus in Brainport is dé plek waar het ecosysteem voor green
& smart mobility samenkomt voor ­ontmoeting, kennisdeling, innovatie, ­engineering,
­testing, business development, onderwijs en ­training.
De Automotive Campus is internationaal onderscheidend door de ­hoogwaardige
combinatie van Technology, Talent & Traffic en de excellente ­expertise en f­ aciliteiten
op het gebied van green & smart mobility, active ­safety, ­homologations en
­manufacturing ­technology.
Technology is de aanjager. Talent, ­faciliteiten en financiën zijn noodzakelijk voor
­innovatie. Traffic creëert de neerslag en business op de campus zelf.
Dit zijn de speerpunten om uit te groeien tot
de internationale hotspot. Een toplocatie met
een brede mix van toeleveranciers, R&D-bedrij­
ven, ontwikkelafdelingen, testinstituten en
dienstverleners. Waar kruisbestuiving plaats­
vindt met sectoren op het gebied van ICT,
logistiek, energie, design en bouw. Partijen
werken samen en ondervinden meerwaarde
van vestiging op de campus, onder meer
door de nauwe verbinding met het aanwezige
hoogwaardige onderwijs en onderzoek. Een
dynamisch concept, gericht op innovatie en
ontwikkeling. De visie van de Automotive
Campus sluit hiermee naadloos aan bij de
doelstellingen van de Nederlandse automotive
sector.
WAT ZOU ER MOETEN GEBEUREN OM DE AUTOMOTIVE CAMPUS NOG
BETER AAN TE LATEN SLUITEN BIJ DE BEHOEFTE VAN U EN UW ORGANISATIE?
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
Fysieke
uitstraling
campus
Lunch/
studiefaciliteiten
Studentenhuivesting/
hotel
OVverbinding
Koppeling
bedrijven onderwijs
Acquisitie
Meer kopers
vanuit
- huurders
campus
concept/branding
Events,
projecten,
testen
Campus
organisatie
Nauwe
aansluiting
marktvraag
Behoeftepeiling deelnemers werksessie Visiedocument
27 januari 2014. 96% van de respondenten gaf aan
VAN ONDERWIJS NAAR
ONDERNEMEN
•
•
•
•
TALENT
Onderwijs op locatie
Stage/onderzoek
Startup begeleiding
Kraamkamer innovatie
TRAFFIC
AUTOMOTIVE
CAMPUS
ONTWIKKELING VANUIT ACTIVITEIT
•
•
•
•
Pre-competentieve samenwerking
Innovatieve trajecten
PPS-projecten
Expertbijeenkomsten
mee te willen werken aan de campusontwikkeling.
De Automotive Campus is een internationale
magneet voor technology, talent & traffic.
Start-ups en spin-offs vormen voor de grotere
omgeving een economische impuls. Vanuit de
campus wordt er een koppeling gelegd naar
venture capital funds voor financiering.
•
•
TECHNOLOGY
SMART & GREEN MEER SPECIFIEK
•
•
•
•
Heavy Duty powertrains
Electrification
Cooperative mobility/Autonomous driving
Maar ook: Active Safety, Homologations, Manufacturing Technology
De campus is een goed bereikbare, aantrekke­
lijke en innovatieve vestigingslocatie. Het ‘club­
huis’ van de sector, met ­inspirerende ruimten
voor ontmoeten, overleggen en ontwikkelen
met het Brabants wegennetwerk als living lab
voor smart mobility. Hierbij zijn de volgende
zaken van belang:
•
Organiseer talent door onderwijs en onder­
zoek duurzaam te verankeren en nauw te
verweven met het bedrijfsleven.
•
•
Investeer in business development,
start-ups en business cases binnen de
focusgebieden ‘green & smart’ en triple
helix van bedrijven, kennisinstellingen en
overheden (KPMG: 58% van grote bedrij­
ven heeft start-ups nodig voor innovatie).
Werk actief samen met de andere econo­
mische clusters binnen de Brainportregio
ter versterking van elkaar en de gezamen­
lijke propositie.
Investeer in acquisitie van nieuwe bedrijven
en de samenwerking met het bestaande
netwerk van zittende bedrijven.
Zoek actief naar kansen om niet-Europese
(Aziatische) spelers via de Automotive
Campus een foothold naar de Europese
markt te bieden.
•
•
•
Investeer in goede en flexibele huisvesting,
de bereikbaarheid en benodigde faciliteiten.
Investeer in een campusorganisatie waar­
binnen alle belangen samenkomen en
de voortgang van de ontwikkeling wordt
bewaakt en aangejaagd.
Organiseer geduld: voor elke campus met
een scherp profiel is langjarige investering
(10 tot 15 jaar) een noodzakelijke succes­
factor.
30 Driven to move the future
Driven to move the future 31
Doelen Nederlandse automotive sector
•
•
Noord
Nederland
14%
•
•
Centraal
Nederland
14%
Zuid Nederland
>50%
Verdeling automotive bedrijvigheid binnen Nederland.
Oost
Nederland
14%
Groei van de omzet met > 3,5% per jaar
tot € 24 miljard in 2020.
Groei van de werkgelegenheid van
45.000 naar 55.000 hoogwaardige,
veelzijdige arbeidsplaatsen in onderwijs,
onderzoek, ontwikkeling, productie en
services.
Verdubbeling van het aantal studenten
en afstudeerders op alle niveaus met
gelijktijdige verhoging van de kwaliteit
van de opleidingen.
Een internationaal toonaangevende rol
spelen op de gebieden:
Smart mobility De auto in een integraal, geavanceerd mobili­
teitssysteem rondom Connected Car, Traffic
Management en Vehicle Dynamics Control.
“Succesvolle vernieuwing vraagt, zeker
voor het MKB, twee randvoorwaarden.
In de eerste plaats open innovatie en het
delen van R&D. En korte geografische
afstanden die face-to-face kennisuitwisse­
ling bevorderen. Een goed voorbeeld van
zogenoemde ‘open innovatie clusters’ is
ook het Holst Centre. Hier zorgen imec en
TNO voor effectieve kennisdeling tussen
kleine en grote bedrijven en instellingen.
Een aanjager voor de ontwikkeling van
geavanceerde elektronica.”
Koen Dittrich
Wetenschappelijk onderzoeker TNO.
Universitair docent Rotterdam School of
Management
Green mobility
Met nadruk op duurzaamheid in heavy duty
verbrandingsmotoren, hybridisering en electric
drive, inclusief de laad- en infrastructuur en
bijbehorende diensten, lichte constructies en
andere energiebesparende technologieën.
Manufacturing technology
Innovaties op het gebied van slim en schoon
produceren.
Eén van Europa’s grootste rollerbanken, onderdeel van
Automotive Campus Shared Facilities.
“Brabant staat voor tal van uitdagingen op
maatschappelijk en economisch gebied.
Niemand is in staat om deze ­uitdagingen
alleen op te lossen én te komen tot
­economische groei. Samen lukt dat wel.
De Automotive Campus is een ­inspirerend
voorbeeld van succesvolle campus­
ontwikkeling waarbij partijen elkaar weten
te vinden en durven te investeren in
vooruitgang.”
Jan Pelle
Directeur N.V. Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij
32 Automotive Campus
Driven to move the future 33
Technology
Green & Smart
Mobility
Het profiel van de Automotive Campus is
dynamisch. Het profiel sluit aan bij de ambities
van de sector en richt zich op green & smart
mobility. Ook safety, homologations en
manufacturing technology zijn belangrijke
assets die nu op de campus al aanwezig zijn.
34 Driven to move the future
Op het gebied van Technology ligt de focus de
komende periode op:
•
•
•
•
•
•
•
•
Versterken van de focus op green &
smart mobility (gerichte investeringen in
business development en innovatie).
Benutten van elkaars netwerk voor
acquisitie.
Bundelen pre-competitieve triple helix
samenwerking.
Versterken (onderzoeks)netwerk, partners
voor samenwerking en het organiseren
van funding op Europees niveau.
Pragmatische inzet voor de benutting van
financieringsmogelijkheden.
Bevorderen en bewerkstelligen van
cross-overs met de sectoren ICT, energie,
logistiek, bouw en design.
Het naar de campus halen van de KIC
Urban Mobility (Knowledge & Innovation
Community) van het European Institute of
Innovation and Technology (EIT).
Samenwerking met andere campussen/
clusters in binnen- en buitenland.
Driven to move the future 35
Green mobility
Duurzaamheid blijft het leidende thema voor
technologische ontwikkeling in de internationale
automotive industrie. De focus ligt op het
verlagen van CO2-uitstoot en het verminderen
van afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.
De aandrijflijn van de toekomst is duurzaam
en de auto van morgen is nog efficiënter. Dit
vertaalt zich in vier programmalijnen:
1. Efficient ICE
De verbrandingsmotor blijft de komende jaren
de dominante aandrijflijn. De motoren worden
nog belangrijk zuiniger door downsizing,
hybridiseren en verdere verbeteringen aan het
verbrandingsproces en de transmissie.
­ oertuigtechnologie (elektrificatie power­
v
train en auxiliaries, energiemanagement en
­laadtechnologie) en op de toepassing van
deze powertrains in nieuwe concepten en
infrastructuur.
3. Energy Saving
Genoemde vormen van aandrijving vragen
voertuigen met nieuwe lichte materialen
en constructies, nieuwe bodyconcepten en
­minimalisatie van wrijvingsverliezen.
4. New Energy
Toenemend gebruik van nieuwe energiedragers
(H2, LNG, CNG, biofuels).
2. Future Powertrain Nieuwe technologieën zoals elektrische
Voor zowel green als smart mobility geldt dat
de focus uiteindelijk verschuift naar mobiliteit
als systeem. Als 70% van de wereldbevolking
in grote steden woont, worden van de sector
oplossingen gevraagd voor mobiliteit van men­
sen en goederen. Daarin past een benadering
waarin innovaties worden ontwikkeld voor
nieuwe vervoersconcepten, zowel in voertuigen
als in het gebruik. Carsharing (van bezit naar
toegang) en kleinschalige stedelijke distributie
leiden al tot de ontwikkeling van specifieke
voertuigen en technologieën om die optimaal
in te zetten.
GREEN MOBILITY
SAFETY
HOMOLOGATIONS
MANUFACTURING TECHNOLOGY
mobiliteit als systeem.
Melanie Schultz van Haegen-Maas
Geesteranus
Minister van Infrastructuur en Milieu
Smart mobility
SMART MOBILITY
Technologische focus Automotive Campus;
“Ik verwacht veel van de toepassing van
Intelligente Transport Systemen om de
bereikbaarheid te verbeteren en files te
verminderen. We willen met deze systemen
de stap van klein naar groot maken: van
kleinere proeflocaties tot een landelijke
uitrol van kansrijke projecten. De syste­
men in Helmond zijn prachtinnovaties.
Ze tonen hoe we met slimme technieken
vlotter, veiliger, schoner en comfortabeler
van A naar B kunnen reizen.”
Mobiliteit is een basisbehoefte van de mens.
Mobiliteit is een belangrijke pijler van de
wereldeconomie. De behoefte aan mobiliteit
en nieuwe oplossingen binnen de beperkingen
van duurzaamheid en ruimtegebruik nemen
toe. Dit vraagt om inzet van technologie om
de capaciteit van het bestaande wegennet
te vergroten en beter te benutten. Het gaat
hierbij vooral om een slimme samenwerking
tussen voertuigen en wegkant- en verkeers­
managementsystemen voor de weggebruiker:
coöperatieve mobiliteit. Dit thema wordt
samen met DITCM vormgegeven en kent vier
samenhangende programma’s:
1. Connected Car
ICT om auto’s te laten communiceren met elkaar
en met de infrastructuur om de bestuurders
beter te informeren en de doorstroming en
veiligheid te verbeteren.
2. Traffic Management
Nieuwe communicatiemogelijkheden bieden
uitgebreide mogelijkheden het verkeer te
sturen door dynamische individuele rij- en
routeadviezen te geven om het collectieve
verkeersbeeld te optimaliseren.
3. Vehicle Dynamics Control
VDC richt zich op het verbeteren van com­
fort en actieve veiligheid op de weg door de
bestuurder bij zijn taak te assisteren.
4. Advanced Driver Assistance Systems
Met Connected Car en VDC richt ADAS zich
op het overnemen van taken van de bestuurder
door het voertuig. De weg naar de toekomst
van autonoom rijden wordt hiermee voorbereid.
Op het gebied van smart mobility heeft de
sector zich georganiseerd binnen DITCM. Het
DITCM-uitvoeringsprogramma sluit naad­
loos aan op het Rijksprogramma ‘Connected
Mobility’ (voorheen ‘Beter geïnformeerd op
weg’), waarbinnen Brabant als ‘proeftuin’ voor
innovatieprojecten is benoemd. Wegbeheer­
ders, industrie en kennisinstellingen werken
samen aan nieuwe oplossingen op het gebied
van trafficmanagement, verkeersveiligheid,
doorstroming en duurzaamheid.
In navolging van het uitvoeringsprogramma
leidt dit tot concrete projecten op het gebied
van human factors, cooperative technologies,
effectstudies en international policy. De ves­
tiging van DITCM en de Verkeerscentrale van
de Toekomst op de campus benadrukken de
spilfunctie van de Automotive Campus binnen
dit werkveld.
Op de langere termijn zal de technologische
focus op beide gebieden zich verder ontwik­
kelen. Voor green mobility wordt meer en
meer een verbinding gemaakt met de energie­
sector en de bouw. Rijden op waterstof en/of
elektriciteit vraagt andere infrastructuur en
energievoorziening. Naar verwachting wordt
de Automotive Campus door aanwezigheid
van specifieke kennis en voorzieningen op
dit vlak, ook als vestigingsplaats, interessant
voor bedrijven vanuit deze sectoren.
Eenzelfde ontwikkeling is gaande qua smart
mobility. De unieke testfaciliteiten op en nabij
de campus maken het voor consortia aantrek­
kelijk om hier gezamenlijke ontwikkeling op
het gebied van assisted en automated driving
te organiseren. Big Data (koppelen grote data­
bestanden en door grote rekenkracht daaruit
nieuwe inzichten en kennis halen) wordt voor
de sector van groot belang. ICT-bedrijven die
zich hierin specialiseren, zullen willen samen­
werken met automotive toeleveranciers om
nieuwe diensten en producten te ontwikkelen.
Het belang van cross-sectorale samenwerking vraagt een naar buiten gerichte focus
van de campus.
36 Driven to move the future
Safety, homologation &
manufacturing technology
Safety, homologations en manufacturing
technology zijn belangrijke onderwerpen met
onderscheidende business proposities. Ze
versterken het inhoudelijke concept van de
campus en bieden kansen voor groei. Het op
de Automotive Campus aanwezige Safety
Center is één van de leidende testcenters in
Europa voor de ontwikkeling van voertuig­
veiligheid en passieve en actieve veiligheids­
testen. De Automotive Campus beschikt over
uitgebreide faciliteiten op het gebied van
homologatie van een brede range van producten
Driven to move the future 37
waaronder veiligheidsriemen, kinderveilig­
heidssystemen, helmen, verbrandingsmotoren
en anti-inbraaksystemen. Ook op het gebied
van manufacturing technology zijn op de
Automotive Campus faciliteiten aanwezig
die in de komende periode verder worden
uitgebouwd.
Pre-competitieve samenwerking
De Automotive Campus vormt de centrale
locatie voor pre-competitieve samenwer­
king voor binnen- en buitenlandse partijen.
Hiertoe maakt AutomotiveNL een meer­
jarenprogramma voor projectontwikkeling.
Zij wordt hierin gesteund door inzet vanuit
BOM Business Development, door belang­
rijke ambassadeurs vanuit het veld en door
samenwerkings­programma’s zoals DITCM.
Zo worden beschikbare netwerken effectief
ingezet om initiatieven los te weken, te facili­
teren en te bundelen en blijft de regie gewaar­
borgd. De innovatieopgave vanuit de sector is
­leidend; aangevuld met de uitvoeringsagenda
Smart Mobility en het nationale programma
­Connected Mobility.
“Een oplossingen-cocktail is nodig om de
efficiëntie te verbeteren en emissies om­
laag te krijgen, zonder in te hoeven boeten
op Fahrvergnügen. Elektrische auto’s
krijgen een rol, echter het merendeel van
de voertuigen zal, net als de bestuurders
zelf, nog ouderwets door verbranding
worden aangedreven. De motoren van
de toekomst worden anders: een meer
hybride motorconcept wordt gemeen­
goed. Oftewel een combinatie van de
schone emissie van benzine met het hoge
rendement van een diesel. De brandstof
zal ook qua verbrandingseigenschappen
ergens tussen benzine en diesel inzitten.
Tailormade fuels die in toenemende mate
worden geproduceerd uit bronnen als
biomassa, kolen en aardgas.”
Michael Boot
Assistant Professor/Innovation Manager
TU/e. Technical Director Progression
Industry BV
“Als we toch de luxe van mobiliteit willen,
moeten we nadenken waar we de energie
vandaan halen. Als zon en wind groot­
schalig zijn ingevoerd, kunnen we spreken
van de electric society. Het is denkbaar
dat we uit zonne-elektriciteit nieuwe
vloeibare brandstoffen maken waarbij
CO2 wordt hergebruikt. Deze solar fuels
worden naar verwachting vooral voor
vrachtwagens en vliegtuigen belangrijk.
Alle nieuwe uitvindingen in mobiliteit gaan
ons leven beïnvloeden: de mogelijkheden
zijn onbegrensd.”
Maarten Steinbuch
Hoogleraar Automotive TU/e. Bestuurslid
AutomotiveNL
“De problemen die de auto veroorzaakt
op de gebieden van veiligheid, milieu en
congestie kosten ons drie tot vijf procent
van het bruto nationaal product. De
oplossingen zijn in zicht; de auto wordt
steeds meer een rijdende smartphone
met computerkracht, sensors en intercon­
nectie. De enige reden om onder een auto
wielen te zetten, is te voorkomen dat de
computers over het wegdek slepen.”
Carlo van de Weijer
Business Development Traffic Solutions
TomTom. Directeur Smart Mobility TU/e
38 Automotive Campus
Driven to move the future 39
Talent
Internationaal
toponderwijs
Veel bedrijven kunnen niet meer zelfstandig
innoveren omdat producten bestaan uit
meerdere componenten van verschillende
partijen. De campus wordt aantrekkelijk
door de kenniswerkers die bereid zijn en
uitgedaagd worden hun kennis en kunde te
delen. Productontwikkeling komt tot stand op
het moment dat men op de hoogte is van elkaars
knowhow en agenda.
40 Driven to move the future
Driven to move the future 41
Op het gebied van Talent ligt de focus de
komende periode op:
•
•
•
•
•
•
•
•
Het bieden van internationaal toponder­
wijs op de Automotive Campus en het
versterken van de internationale allure en
reputatie.
Het sterker verbinden van bedrijfsleven
en onderwijs in onderwijsprogramma’s,
stages en onderzoek en ontmoetingen en
challenges.
Het identificeren, ondersteunen, faciliteren
en begeleiden van kansrijke start-ups en
incubators. Waar mogelijk wordt aange­
sloten bij vergelijkbare concepten binnen
Brainport.
Het beschikbaar stellen van financiering
voor succesvolle start-ups.
Aansturen op verdere integratie bèta- en
gammakennis door verbinding te leggen
tussen TU/e, Tilburg University, University
of Twente en het hoger beroepsonderwijs
op het gebied van bijvoorbeeld human
factors rond smart mobility.
Verbinden Brainport Industries College
met het onderwijs op de campus.
Het verder invulling geven aan het concept
‘een leven lang leren’ op de Automotive
Campus.
Het verbeteren van de bereikbaarheid
(OV, langzaam verkeer), de verblijfs­
kwaliteit en de faciliteiten voor overleg,
ontmoeten, verblijven en experimenteren;
studenten moeten zich op de campus
thuis voelen.
Automotive Academy
Toegang tot en het kunnen behouden van
schaars, hoog gekwalificeerd, gespecialiseerd
personeel en toonaangevende onderzoeks­
projecten zijn cruciale vestigingskeuzen van
bedrijven. Het is de ambitie hier continu in te
voorzien. Om meer talent op en naar de campus
te krijgen, is het essentieel het onderwijs en
onderzoek te blijven uitbreiden en ­verbeteren.
Ook belangrijk is de koppeling tussen kennis­
instituten en het bedrijfsleven, door gerichte
innovatieventures met marktpartijen op te zet­
ten. Het streefbeeld van deze samenwerking
is een compleet kenniscluster met in totaal
1.000 studenten in de doorlopende leerlijnen
die in nauwe samenwerking met bedrijfsleven
en private opleidingsinstituten vormgeven aan
kennisontwikkeling en innovatie.
De campus wil een Europese toplocatie
zijn voor gebundeld (praktijk)onderwijs en
onderzoek. Voorwaarden zijn internationale
uitstraling en samenwerkingsrelaties voor
inhoudelijke verdieping en vergroting van de
naamsbekendheid. Hier ligt een opgave; focus
op de niches waarin de campus een internatio­
naal onderscheidend en excellent programma
kan bieden.
De doelstelling van 5 tot 10 succesvolle
start-ups per jaar, 2.500 kenniswerkers en
30 tot 40 patenten per jaar blijft overeind. De
internationale uitstraling krijgt verder vorm
door de organisatie van toonaangevende
congressen binnen de Brainportregio rond de
thema’s smart en green. Hoogwaardige events
dragen bij aan de profilering. Dit verstevigt
de aantrekkingskracht voor studenten en
bedrijven.
Kennisontwikkeling en -deling op
locatie: cruciaal voor vitaliteit
De campus wordt de centrale locatie voor
onderzoek, (praktijk)onderwijs, testen en
projectmatige samenwerking met het bedrijfs­
leven. De onderwijs-, test- en onderzoeks­
faciliteiten maken het voor de onderwijsinstel­
lingen en kennisinstituten/researchafdelingen
relevant een substantieel deel van de oplei­
dingen hier te blijven ontwikkelen. Studenten
van de verschillende niveaus werken samen
in innovatieve werkplaatsen, in teams en aan­
sprekende leerprojecten zoals de elektrische
racewagen en de Solar Challenge.
Nodig is wel een verbetering van de bereik­
baarheid en verblijfskwaliteit van de campus.
Er moet een snelle, rechtstreekse (elektrische)
busverbinding komen met NS-station Helmond,
TU/e en Fontys. De ‘last mile’ voor langzaam
verkeer vanaf NS-station Helmond ’t Hout
krijgt een impuls. Opties zijn ook innovatieve
en duurzame vormen van verbindingen met
deelauto’s en elektrische fietsen. Verbeteren
van de verblijfskwaliteit gebeurt door studenten
ontmoetingsplaatsen, studiefaciliteiten en
aantrekkelijke horecafaciliteiten te bieden. Het
wordt logisch om een hele dag op de campus
door te brengen. Nabij de campus zijn studen­
tenhuisvesting en short stay-verblijven voor
onderzoekers beschikbaar.
Verbinding bedrijfsleven en
­onderwijs
De koppeling tussen onderwijs en bedrijfsleven
wordt versterkt via stages, leer-werktrajecten
en gezamenlijke onderzoeksprojecten, maar
ook door het bedrijfsleven letterlijk naar
binnen te halen om lessen te verzorgen en
studenten(teams) te begeleiden en vice versa.
Vanuit de opgave het campusconcept te
versterken, worden programma’s ontwikkeld
die dit stimuleren. Dit gebeurt door gebouwen
en faciliteiten te delen en in te richten op het
creëren van ontmoetingen. Contacten ontstaan
spontaan, onderzoeksprojecten worden
gezamenlijk geformuleerd en middels korte
stages kan men al vroeg kennis maken met de
toekomstige werknemer.
Voor eigen onderzoeksprojecten van studenten
en vroege start-ups wordt ‘vrije ruimte’ gecre­
ëerd. Innovaties ontstaan niet altijd lineair uit
strak gemanagede projecten, maar vooral uit
toevallige ontdekkingen en wetenschap van
elkaars producten en ontwikkelingen. Door de
onderzoeks- en testfaciliteiten op de campus
buiten werktijden voor studenten beschikbaar
te maken, ontstaat deze ruimte.
Deze onderzoeken en projecten worden
gestimuleerd en indien deze daadwerkelijk tot
start-ups leiden, biedt de campus daarvoor
huisvesting, ondersteuning en begeleiding.
Kleinschalige, flexibele huisvesting is op
verschillende plaatsen aanwezig. Centraal
wordt professionele ondersteuning geboden
in de vorm van receptie, secretariaat en boek­
houding tegen aantrekkelijke tarieven. Voor
inhoudelijke begeleiding op de productontwik­
keling, investeringsmiddelen, management­
ontwikkeling en/of bedrijfsvoering kunnen de
start-ups worden gekoppeld aan coaches uit
bedrijven of het ecosysteem.
42 Driven to move the future
Driven to move the future 43
“Opleidingen zijn opgezet met het ­bedrijf­­­­s-­­­­
­­­­­leven. Van het MAC (MBO ­Automotive
Centre) en ACE ­(Automotive Centre of
Expertise) tot de TU/e, de enige universiteit
ter wereld met een bachelor, master en
postdoctorale opleiding ­Automotive. Het
resultaat is een ­uitstekend gekwalificeerd
arbeids­potentieel om uit te putten. De
­Automotive Campus is de place to be voor
business en R&D.”
Benno Hüsken
Directeur AutomotiveNL
“Ik zie Nederland als een kansrijk land
met een sterk gewortelde vrijheid van
meningsuiting. Ik heb verschillende
culturen leren kennen, met verschillende
nationaliteiten in een aantal projecten.
Het was een uitdaging in de Nederlandse
samenleving te integreren en om me aan
te passen aan de normen en waarden.”
Valery Penn (Kameroen)
Student International Business and
­Management
“Het businessmodel van de branche
verandert. Razendsnel. Ieder dealer­
bedrijf krijgt ermee te maken. De klant­
benadering en –communicatie wijzigen,
het onderhoud niet minder. De connected
car vraagt veel van de nieuwe generatie
monteurs. De telematica hardware is er,
maar je hebt straks mensen nodig die
zo’n applicatie met data over voertuig
en rijgedrag kunnen lezen en sturen. Het
belang van goed technologieonderwijs
kan niet genoeg worden benadrukt.”
François Driessen
Directeur Driessen Autogroep
“ACE is het samenwerkingsverband tussen
de drie automotive hogescholen van
Nederland (Fontys, HAN en Hogeschool
Rotterdam). ACE biedt het bedrijfsleven
een unieke propositie. Het stimuleert de
instroom van nieuwe studenten, waarbij
de groei de afgelopen drie jaar aanzienlijk
is geweest. Er is een excellentieprogramma
voor uiterst gemotiveerde studenten.
Daarnaast voert ACE toegepast onder­
zoek uit, samen met de lectoraten van
de hogescholen, docenten en studenten
uit de hogere studiejaren. ACE – voor het
bedrijfsleven, met het bedrijfsleven.”
Monika Hoekstra
Directeur ACE
44 Automotive Campus
Driven to move the future 45
Traffic
Centrum voor
innovatie
De campus moet levendig zijn. Dynamiek, reuring
en activiteiten bieden meerwaarde voor
zittende en toekomstige bedrijven en voor
het ecosysteem als geheel. Traffic vormt een
zichtbare graadmeter voor het succes van de
Automotive Campus, ondersteunt het profiel
en de branding en geeft acquisitie van nieuwe
bedrijven een grotere slagingskans.
46 Driven to move the future
Driven to move the future 47
Op het gebied van Traffic ligt de focus de
komende periode op:
•
•
•
•
Het doorontwikkelen van de campus als
centrum voor innovatieprojecten, bijeen­
komsten, opleidingen en netwerken.
De branding als onderscheidend test­
centrum en kristallisatiepunt van green &
smart mobility, met Brabant als proeftuin
en living lab.
Het uitbreiden van de Shared Facilities:
blijvend investeren in vernieuwing; in aan­
sluiting op de marktvragen en trends.
Het professionaliseren en intensiveren
•
•
•
•
van acquisitie van nieuwe bedrijven
en projecten. Daarbij optimaal gebruik
makend van het aanwezige netwerk op en
rond de campus.
Het stimuleren van verdere groei van de
op de campus aanwezige partijen.
Het professionaliseren van het campus­
management, het verder upgraden van
het verblijfsklimaat met de daarvoor be­
nodigde faciliteiten (focus op ontmoeten).
Het beschikbaar hebben van flexibele
instapklare ruimten.
Het organiseren van internationale
­congressen en events.
Centrum voor innovatie
Bij de uitvoering van de innovatieopgave van
de sector en de hieruit voortkomende projecten
wordt continu getoetst of koppeling met de
campus meerwaarde genereert. Dit geldt voor
het fysieke aspect: locatieontwikkeling door
vestiging van bedrijven of projectafdelingen en
realisatie van nieuwe faciliteiten op de campus
én voor het concept: gebruik van bestaande
faciliteiten en living labs, specifieke inzet van
campusnetwerk, studenten en incubators.
Hierbij vormt de campus ook een goede
ingang naar faciliteiten en het netwerk binnen
Brainport, Brabant en de sector. Zo kan een
living lab niet alleen hoogwaardige faciliteiten
op de A270 omvatten, maar bijvoorbeeld ook
het gehele provinciale wegennetwerk. Belang­
rijk aandachtspunt vormt de ontsluiting van
de in pilots en projecten verworven kennis
terug rich­­ting Automotive Campus en het
­bijbehorende netwerk. Deze kennisdeling is
cruciaal voor blijvende ontwikkeling en innovatie
en een goede koppeling met onderwijs.
Uitgevoerde innovatieprojecten en testen
dragen bij aan de (internationale) naam en
faam van de campus, maken de locatie aan­
trekkelijk voor potentiële vestigers en brengen
contact tussen bedrijven onderling en met
studenten tot stand. Door de aanwezigheid
van een netwerk van bedrijven, hoogwaardige
faciliteiten, goed geoutilleerde werkplekken
en een uitnodigende omgeving wordt de
aantrekkelijkheid voor fysieke vestiging van
bedrijven vergroot. Om dit concept te borgen,
is publiek en privaat kapitaal nodig op zowel
campus- als ondernemersniveau. De campus­
habitat helpt partijen hun weg te vinden
richting financieringsmogelijkheden.
Campus sitemanagement
De vraag naar en organisatie van diensten en
services komen samen in het campus site­
management. Dit management ontwikkelt
zich parallel aan de groei van de campus. De
bedrijven die zich op de campus vestigen,
bepalen de behoeften qua dienstverlening.
De primaire verantwoordelijkheid voor de
organisatie van het campus sitemanagement
ligt bij de grond- en vastgoedinvesteerders,
voor zover dit betrekking heeft op de fysieke
omgeving. Een adequate beveiliging van de
buitenruimte, een uniform gebruiksvriendelijk
Visuele identiteit Automotive Campus, januari 2014.
Het beeldmerk illustreert de drie pijlers onder de triple
helix én de A-locatie.
parkeersysteem, duidelijke bewegwijzering,
de aanwezigheid van glasvezel en het uniform
beheer van de openbare ruimte worden
stapsgewijs ingevuld, in samenhang met de
gebruikersbehoeften.
Centralisering levert voordelen op en maakt de
campus toekomstbestendig en beter te beheren.
Voor de gebruikers is er één helder loket waar
gebruikers met praktische ­vragen ­terecht kun­
nen. Het servicepakket van diensten en facili­
teiten van de sitemanagement-organisatie wordt
uitgebouwd, rekening houdend met de vragen
vanuit de bewoners en gebruikers. Het streven
is dat in de toekomst één partij verantwoor­
delijk is voor het management van de fysieke
locatie en het inhoudelijke campusconcept.
Als het gaat om het medegebruik van faciliteiten
en het creëren van een levendig ecosysteem
heeft AutomotiveNL een belangrijke verbin­
dende rol. De businessclub en het activiteiten­
programma sluiten aan bij de behoeften van
de campusbewoners.
Acquisitie en branding
Acquisitie en branding dragen bij aan een
goed functionerende campus. Acquisitie vindt
plaats vanuit een samenwerking tussen over­
heden, eigenaren/investeerders en gebruikers,
die allen belang hebben bij groei van de campus.
Acquisitie vindt plaats door een herkenbaar
aanspreekpunt vanuit de organisatie en is
specifiek gericht op het versterken van de
locatie. Het optimaal benutten van de aanwe­
zige netwerken en de regionale en nationale
kansen is een eerste prioriteit, ondersteund
door marketing en communicatie, events en
contacten met zittende partijen.
Hierbij vindt nauwe afstemming plaats en wordt
gericht samengewerkt met AutomotiveNL
­(sectorbreed), BOM Foreign Investments,
Brainport Development, (internationale)
makelaars en de gemeente Helmond. Doordat
partijen op en rond de campus zich bewust
zijn van elkaars agenda, kan waar nodig gericht
worden geschakeld om business proposities te
verbeteren en de campus als vestigingslocatie
internationaal te profileren.
Acquisitie-instrumentarium
Marketing & Communication
•
Websites
•
Newsletters
•
Media & Social Media
•
Brochures
Network
•
BOM (FI & BD)/NFIA
•
AutomotiveNL
•
Campus Residents
•
Members AutomotiveNL
•
Partners & Intermediairs
•
Brainport Development
Events
•
Trade Shows
•
Road Shows
•
Round Tables
•
Seminars
Current Investors
•
Accountmanagement
•
After Sales
•
Desk Research
•
Lead Generation Programs
48 Driven to move the future
Voor de sector, overheden en kennisinstel­
lingen is de campus de natuurlijke plaats om
bijeenkomsten te organiseren, innovatie te
laten zien, media aandacht voor projecten
te genereren en buitenlandse delegaties te
ontvangen. De campus en AutomotiveNL
ontwikkelen daarvoor een pr-strategie. Doel
is het vergroten van de campusbekendheid en
de daar gevestigde bedrijven en het branden
van de locatie als een internationale hotspot.
Met de sector wordt een internationaal
­onderscheidend congres georganiseerd om de
campus, Brainport en de Nederlandse sector
als een merk in de markt te zetten.
Dutch Technology Week op Automotive Campus.
Driven to move the future 49
De pr-strategie schakelt tussen het vergroten
van de zichtbaarheid en kennis over de campus
en het gericht profileren van de locatie bij spe­
cifieke doelgroepen en op markten waarbinnen
de campus, Brainport en Nederland onder­
scheidend zijn. Ook cross-overs met andere
sectoren verdienen specifieke aandacht. Er
wordt ingezet op het organiseren van vak­
inhoudelijke evenementen en congressen met
een internationale uitstraling. Publieksevene­
menten binnen het spectrum automotive en
technologie krijgen ook een plaats. Afstemming
en profilering vindt plaats op Brainport- en
waar nodig op (inter)nationaal niveau.
Inrichting en programmering
De campus wordt vraag-gestuurd uitgebouwd.
Dit vormt een constructief samenspel tussen
gebruiker (diens drijfveren en toekomst­
strategie), investeerder en de toekomstige
eigenaren (financieel gezonde ontwikkeling en
exploitatie). Om gericht in te kunnen spelen op
de behoeften van de huidige en toekomstige
gebruikers, is het van belang dat er continu
kan worden beschikt over passende ruimten.
Flexibiliteit is belangrijk om snel te kunnen
reageren op kansen vanuit de markt.
“Innovatie staat in dienst van onze missie:
‘Today’s Active Safety’. BAESIS bevindt
zich op de Automotive Campus. Een uit­
dagende en inspirerende omgeving waar
bedrijven en instellingen samenwerken
in een geest van kennisdeling en open
innovatie.”
Kenneth Bandhoe
Functional Safety Manager. Oprichter
BAESIS Automotive NV
“Grote troef van de Automotive Campus
is de uitstekende infrastructuur voor
ontwikkelen, testen en valideren. Die
vervult een spilfunctie in een netwerk
waarin nieuwe samenwerkingsverbanden
ontstaan en de keten echt werkt. Als TNO
dragen we daar graag aan bij. We zien ons
beloond met opdrachten van Nederlandse
en internationale bedrijven.”
Paul van den Avoort
Director of Innovation Safe and Clean
Mobility TNO
50 Automotive Campus
Driven to move the future 51
Organisatie
en uitvoering
Waardevolle
samenwerking
Bij de ontwikkeling van de Automotive Campus
zijn vele partijen betrokken. De samenwerking
bleek tot op heden succesvol en waardevol.
Ook voor de volgende fase is intensieve
betrokkenheid van alle partijen noodzakelijk.
De campusorganisatie vervult hierin
een spilfunctie.
52 Driven to move the future
Na de pioniersfase is behoefte aan een scher­
pere rol- en taakverdeling. De afgelopen periode
leerde dat veel partijen zich verantwoordelijk
voelen voor een deel, maar dat er nog geen
partij is die verantwoordelijk is voor het geheel.
Om de groei te borgen, is het van belang deze
centrale verantwoordelijkheid stap voor stap
te organiseren. Hierbij wordt toegegroeid naar
een eenduidige campus­organisatie, die finan­
cierbaar is vanuit de stakeholders en aansluit
op de behoeften van de eindgebruikers. Het
streven is te komen tot één efficiënte organi­
satie onder wiens regie de campus ‘doorschakelt
naar de hoogste versnelling’.
Op korte termijn is het belangrijk te ­komen
tot een campusorganisatie die als een
netwerkorganisatie functioneert. Deze
kleine slagvaardige organisatie bewaakt het
concept, schakelt tussen de partijen en legt
de noodzakelijke verbindingen om te komen
tot invulling van de actiepunten die uit dit
visiedocument voortkomen. Er is een heldere
rolverdeling tussen de campusorganisatie en
AutomotiveNL. Tegelijkertijd wordt er nauw en
effectief samengewerkt. Ook wordt nadruk­
kelijk de samenwerking opgezocht binnen het
brede Brainportnetwerk om de beschikbare
potentie en economische slagkracht optimaal
te benutten.
Uitvoeringsprogramma
De eerste opgave van de netwerkorganisatie
is om het concept uitvoeringsprogramma dat
parallel aan deze visie is opgesteld te vertalen
in concrete projecten, afspraken en ventures.
Dit in samenspraak met ambassadeurs vanuit
smart mobility, green mobility, onderwijs,
AutomotiveNL, grond- en vastgoedinvesteer­
ders en overheden. Dit leidt op korte termijn
Driven to move the future 53
tot de oplevering van een definitief uitvoerings­
programma inclusief investerings­plan. Projecten
worden geformuleerd in samenspraak met de
partijen die verantwoordelijk worden voor de
uitvoering. Het is de verantwoordelijkheid van
de campusorganisatie te sturen op realisatie
van gemaakte afspraken en de continue bor­
ging van het campusconcept.
Voor dit uitvoeringsprogramma vindt een
kracht­enbundeling plaats van partijen met
een coördinerende en faciliterende rol zoals
AutomotiveNL, DITCM, BOM, Brainport
­Development, provincie Noord-Brabant,
­
gemeente Helmond, SRE, BBZOB en valorisatie­
afdelingen van kennisinstellingen en bedrijfs­
leven. Afstemming en focus zijn nodig om te
komen tot versterking van de samenwerking
tussen partijen en verhoging van de gepleegde
inzet (financieel en capaciteit). Door nieuwe
initiatieven waar mogelijk te bundelen aan be­
staande structuren worden krachten verenigd
en blijft het speelveld overzichtelijk.
Eigenarenoverleg en
gebruikersraad
De grond- en vastgoedinvesteerders hebben
periodiek overleg waarin zij nader vorm
geven aan het campussitemanagement, de
acquisitie en de fysieke locatieontwikkeling.
Vanuit de campusorganisatie worden partijen
aangesproken ontwikkelkansen optimaal te
benutten. Afstemming met de gebruikers
over wensen en behoeften vindt plaats binnen
de gebruikersraad. Naast fysieke thema’s in
relatie tot het sitemanagement vindt hier ook
afstemming plaats over het optimaliseren van
de profilering en campusacquisitie. Partijen
vinden hier elkaar in het gezamenlijke belang
van een continue versterking van het concept.
Dit pragmatische organisatiemodel kan
alleen functioneren in een omgeving met
stakeholders die geloven in de meerwaarde
van de campus en die bereid zijn hier actief
hun bijdrage aan te leveren. Het opstellen
van dit gezamenlijke document leerde dat
dit geloof, de bereidheid en het enthousiasme
bij alle partijen aanwezig is. Alle stakeholders
zijn ‘Driven to move the future’.
“Helmond werkt aan slimme mobiliteit en
daar zal het niet bij blijven. De Automotive
Campus wordt the place to be voor kleine
en grote automotivebedrijven. We ver­
wachten dat de campus zal uitgroeien tot
een gebied met 2.500 werknemers.”
Yvonne van Mierlo
Wethouder gemeente Helmond
“De regio is de thuisbasis van kennis­
intensieve bedrijven en instellingen.
Het produceert de helft van patenten
van ­Nederland elk jaar, heeft 55.000
banen gegenereerd in de afgelopen
tien jaar en is goed voor een kwart van
de ­Nederlandse economie. De publiek-­
private samenwerking Brainport, een
samenwerking tussen het bedrijfsleven,
lokale overheden, onderzoeksinstituten en
universiteiten, werd opgericht in ­reactie
op de economische neergang van de
vroege jaren ’90.”
The Guardian
05-10-2011
“We hebben hier geen haven, hebben
geen grondstoffen. We hebben elkaar,
werken samen. Brainport is goed voor
23% van de Nederlandse export. Wat
China voor de wereld is en wat Duitsland
voor Europa is, is Brainport voor
Nederland.”
Rob van Gijzel
Burgemeester gemeente Eindhoven.
Voorzitter Brainport
54 Driven to move the future
Driven to move the future 55
Colofon
Dit koersdocument is een uitgave van
­Automotive Campus.
Redactie:
Roland Roijackers (gemeente Helmond), Katja
de Haan (BOM) en Manon Nijs (AutomotiveNL).
Eindredactie:
Johann Beelen (gemeente Helmond).
Advies:
Lysias.
Fotografie:
archief AutomotiveNL, gemeente Helmond,
High Tech NL en Igor Vermeer.
Vormgeving en productie:
insight communicatie | pr.
De statements in dit document zijn gebaseerd op
­openbare bronnen en interviews met betrokkenen.
56 Driven to move the future
Met dank aan de campusbewoners en eenieder voor zijn/haar bijdrage aan de totstandkoming van deze visie. Waaronder: ACE,­
Actia, AMSafe, APTS, AutomotiveNL, Automotive Campus Shared Facilities, BAESIS Automotive, BAM, BBZOB, Benteler, Bouwbedrijf
v.d. Ven, Brainport Development, Connekt, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, Campus Sui Moveo, Connecting2Day, Cummins
Emission Solutions, DAF, DITCM, Driessen Autogroep, Duvedec, Ebusco, E-carmedia, ECMD, Expert Cloud, FIER, Fontys Hogescholen,
gemeente Eindhoven, gemeente Helmond, Gilde Opleidingen, Green Motion Technology, Heliox, Heijmans, High Tech Campus Eindhoven,
High Tech NL, HighTech Solutions, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Holst Centre, HSPro, Hurks
Vastgoedontwikkeling, imec, Imtech, Innovam, Kennispark Twente, Kenteq, Kessels Granger, Lysias, MAC, MC Landwind, ministerie
van Economische Zaken, ministerie van Infrastructuur en Milieu, Mior ICT Diensten, Netherlands Foreign Investment Agency, Nonox,
NXP, Platform Bèta Techniek, Progression Industry, provincie Noord-Brabant, RDW, ROC De Leijgraaf, ROC Ter Aa, Rotterdam School of
Management, Rijkswaterstaat, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, Summa College, TASS International, Technische Universiteit
Eindhoven, TMC, TNO, TomTom, TU Delft, VDL Bus & Coach, Ventac, Viro Engineering en WaterstofNet.
Visiting address
Steenovenweg 1*
5708 HN Helmond
The Netherlands
Mail address
P.O. Box 1015
5700 MC Helmond
The Netherlands
+31 (0) 492 56 2500
[email protected]
www.automotivecampus.com
*per 1-1-15 Automotive Campus