Innovatieve bedrijvigheid aan de Binckhorstlaan - Carrosseriefabriek Coenen Een modern bedrijfspand Carrosseriefabriek Coenen U staat in het voorste deel van het voormalig pand van Carrosseriefabriek Coenen. Het bedrijf kwam uit de Pletterijstraat in Den Haag, waar het uit zijn voegen groeide. In 1957 laat de firma daarom naar ontwerp van het Rijswijkse architectenbureau G. van Bueren en H. Meijer een nieuw pand bouwen aan de Binckhorstlaan. Op de hoek van de Binckhorstlaan verrijst een rechthoekig gebouw van twee verdiepingen. Via een lager tussendeel is het voorste deel van het pand verbonden met een grote open hal. Op de begane grond bevinden zich kantoren, een showroom en een grote productieruimte. Ook op de bovenverdieping zit een productieruimte en een dienstwoning. De grote hal is 70 meter lang en 22 meter breed en heeft een houten kapconstructie met twee lichtkappen. Deze ruimte doet dienst als montagewerkplaats met achterin een spuitcabine en een droogcabine. Aan de lange achterwand zijn ruimtes voor houtbewerking en een stoffeerderij. Na het vertrek van Coenen in 1975 wordt het pand ingrijpend verbouwd voor de firma Louwman & Parqui. De benedenverdieping en hal worden dusdanig verbouwd, dat ze geschikt zijn als showroom. Nog later werd het pand ook nog gebruikt door Chrysler. Na Chrysler heeft het pand verschillende ‘bewoners’ gehad, waaronder een indoorgolfcentrum. Het voorste gedeelte van het pand moet in de loop van 2016 plaats maken voor de Rotterdamsebaan. Tot die tijd is het informatiecentrum Rotterdamsebaan er gevestigd. Succesproducten aan de Binckhorstlaan In 1937 start Willem Frans Coenen een bedrijf voor autoreparaties aan de Pletterijstraat in Den Haag. Hij is inventief en heeft bij zijn eerste baas eigenlijk al een succesproduct bedacht, de oprolbare radiateurhoes. Nu hij zelfstandig is, gaat hij deze rolhoezen zelf produceren. Het wordt een groot succes. De rolhoes beschermt de motor tegen te sterk afkoelen en is van achter het stuur op te rollen als de motor goed draait. Een andere inventiviteit van Coenen is het inbouwen van een schuifdak in bestaande auto’s. Het ‘Coenen patent schuifdak’ wordt een begrip in Nederland. Eerste steenlegging door dochter Ria Coenen onder toeziend oog van de bouwer. Deze steen is later verwijderd en niet bewaard gebleven, 23 mei 1956. (Verzameling Coenen) Het bedrijfspand aan de Binckhorstlaan, hoek Mercuriusweg, vlak na de ingebruikname in 1957. Op het dak het logo van de firma, dat ook nu nog wordt gebruikt. (Verzameling Coenen) De productieafdeling op de bovenetage waar de frames voor de schuifdakluiken werden vervaardigd. (Verzameling Coenen) De grote werkhal met achterin de spuitcabines. In het midden de montagelijn van de schuifdaken. (Verzameling Coenen) Het bedrijf groeit uit de krappe behuizing aan de Pletterijstraat. Er wordt besloten een plek te zoeken op het nieuwe industrieterrein ‘de Binckhorst’. Hier vindt het bedrijf een goede plek op de Binckhorstlaan, op de hoek met de Mercuriusweg. In 1957 volgt de verhuizing naar het nieuwe pand waar genoeg ruimte is voor de productie van onderdelen en een ruime hal voor montage. In die tijd werken er circa 120 mensen in het bedrijf, waaronder veel familieleden. In de nieuwe vestiging aan de Binckhorstlaan wordt aanvankelijk veel werk verzet met het inbouwen van schuifdaken in personenauto’s. In de grote hal wordt hiervoor de middenstrook gereserveerd. In twee banen ‘schuiven’ de auto’s door de hal: van begin stadium, het open zagen van het dak, via de spuiterij naar de afronding van het proces, het vastzetten van de bekleding. Aan de beide zijkanten van de hal is plaats voor de plaatwerkerij en ook voor speciale ombouw van auto’s. Een bijzondere klant is de Koninklijke Stallen. In het diepste geheim wordt een bestaand rijtuig omgebouwd tot Glazen Koets, voor het huwelijk van Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. W.F. Coenen onthult een gezandstraald raam, aangeboden door het personeel. Het raam is ontworpen door Charles Burki. (Verzameling Coenen) Reclame voor het Coenen patent schuifdak. Naast de succesproducten wordt er ook veel carrosseriewerk gedaan en speciaal werk aan bestaande auto’s, bijvoorbeeld voor politiewagens. Ook ontwikkelt de firma nieuwe producten, waarvan met name de veiligheidsgordel een grote vlucht neemt. Het bedrijf groeit aan de Binckhorstlaan uit tot een modern en innovatief autocarrosseriebedrijf met een grote diversiteit aan producten. Na de oliecrisis wordt de firma opgesplitst, omdat het blijven voeren van veel verschillende producten te weinig toekomst biedt. In 1975 vertrekt het laatste onderdeel, de carrosseriebouw, uit de Binckhorst. Dit bedrijfsonderdeel blijft in de familie en bevindt zich nu in de Plaspoelpolder. Ondanks verschillende verbouwingen heeft het pand nog veel originele details. Zo stond in de keuken van de voormalige dienstwoning op de bovenetage nog de originele Bruynzeelkeuken met terrazzo aanrechtblad. Deze keuken is onlangs voorzichtig verwijderd en opgenomen in de collectie van het Haags Historisch Museum. In de periode 1950-1960 maakt het bedrijf als eerste in Europa een start met de vervaardiging van autogordels. De gordels groeien uit tot een van de succesvolle producten van de firma. Veiligheid komt ook in andere producten naar voren. Zo ontwikkelt Coenen een autokinderzitje en in de jaren 70 van de vorige eeuw produceert men enige tijd bromfietshelmen. Op het verhuisbericht van de firma Coenen wordt de bereikbaarheid aangegeven van de nieuwe vestiging. Ook de omliggende autobedrijven worden aangeduid. (Verzameling Coenen) Reclame voor het Coenen patent schuifdak uit 1959. Tekening uit de octrooiverlening voor de sluiting van de autoveiligheidsgordel van Coenen, 1964. Het aanbrengen van de bekleding na het plaatsen van het schuifdak. (Verzameling Coenen) Voor alle producten wordt een uitgebreid reclamebeleid gevoerd. Een steeds terugkerende figuur in de reclames is Baron Gas ter Planck, een schepping van tekenaar Marits Rietdijk. In stripverhaaltjes wordt eerst de rolhoes aangeprezen. Later komen ook andere producten, zoals het schuifdak en de veiligheidsgordel hier in voor. De strips worden op verzoek van de klanten gebundeld uitgebracht in twee boekjes. Ook in advertenties in dagbladen verschijnt de baron als beeldmerk van de firma naast het bedrijfslogo. Het aanpassen van de Glazen Koets bij Coenen. Het ontwerp hiervoor wordt getekend door de bekende ontwerper Charles Burki. (Verzameling Coenen) Tekening uit de octrooitoekenning van een aanpassing van het sluitsysteem van de veiligheidsgordel, 1973. Een reclame voor het Coenen patent schuifdak met onderin de stripfiguur Baron Gas ter Planck, 1960. Voor het spuiten worden de auto’s gereed gemaakt op de schuurplaats. De auto’s worden nat geschuurd. Het water wordt door de roosters in de vloer afgevoerd. (Verzameling Coenen) Advertentie voor de officiële ingebruikname als Toyota showroom op 17 september 1975. De officiële openingshandeling, het open snijden van een autodak als voorbereiding voor het aanbrengen van een schuifdak, door E. F. Eriksson (voorzitter van de RAI), onder deskundig oog van W.F. Coenen. (Verzameling Coenen) Het vervaardigen van de schuifdakluiken. Aan de wand mallen voor daken van een grote diversiteit aan auto’s. (Verzameling Coenen) De montagehal vóór de realisering van het informatiecentrum Rotterdamsebaan, 2014. (foto: Paul Lunenburg) Detail van de originele trap met terrazzowerk in het voorgebouw, 2014. (foto: Paul Lunenburg) De radiatoren van de centrale verwarmingsinstallatie zijn afkomstig van de Haagse firma Van Heijst. Op de radiator prijkt het productmerk VEHA, 2014. (foto: Paul Lunenburg) Het album waarin de foto’s zijn geplakt, de felicitatietelegrammen, de kaartjes en documentatie over de ingebruikname van het nieuwe Coenen-pand. (Verzameling Coenen) De brochure waarin de reclamestrips van Baron Gas ter Planck worden gebundeld, sluit af met een vrolijke interpretatie van het succes van de firma Coenen. Bericht uit de Haagsche Courant van 14 december 1966 over de in het geheim verbouwde gesloten berline naar de open Glazen Koets. Bouwtekening van het architectenbureau G. van Bueren en H. Meijer, november 1954. Bericht over de officiële ingebruikname van het Coenen bedrijfspand, 1957. Plattegrond van de Carrosseriefabriek Coenen, 1955. De originele Bruynzeelkeuken van de dienstwoning op de bovenverdieping. De keuken is opgenomen in de collectie van het Haags Historisch Museum, 2014. (foto: Paul Lunenburg) Reclame voor het Coenen patent schuifdak. In de reclames van Coenen figureert Baron Gas ter Planck. In deze reclamestrip wordt de rolhoes aangeprezen. De Haagse wethouder van Economische Zaken, J. van Aartsen, schudt mevrouw Coenen de hand op de openingsreceptie. (Verzameling Coenen) Voor de veiligheidsgordel wordt een scherpe reclamecampagne gevoerd. Het gaat om niet mis te verstane cijfers, die slechts kunnen leiden tot aankoop van Coenen veiligheidsgordels, 1962. De Coenen veiligheidsgordel wordt vooral na de wettelijke verplichting in 1970 een groot succes. Het bedrijf produceert dan 1 miljoen stuks per jaar. Het band wordt vervaardigd bij Van Oerle’s Weverijen in Boxtel. (Verzameling Coenen) De productie van schuifdaken aan de Binckhorstlaan. (Verzameling Coenen) Coenen ontwikkelt in 1964 ook een kinderveiligheidszitje. Het eerste kleinkind van W.F. Coenen figureert op de reclamefoto. (Verzameling Coenen)
© Copyright 2024 ExpyDoc